NL8501888A

NL8501888A - Kantoorautomatiseringssysteem.

Info

Publication number: NL8501888A
Application number: NL8501888A
Authority: NL
Original assignee: Oce Nederland Bv
Priority date: 1985-07-01
Filing date: 1985-07-01
Publication date: 1986-04-01
Also published as: ATE70919T1; US4843571A; EP0208342B1; JPH0661059B2; EP0208342A1; JPS628222A; DE3683092D1

Description

* » -1- üitvinders:R.M.W. Notermans, P.W.E. Verhelst, C. Lapoutre, H.W.H.M. Kessels

Océ-Nederland B.V., te Venlo

Kantoorautomatiseringssysteem

De uitvinding betreft een kantoorautomatiseringssysteem omvattende een geheugen voor het opslaan van gecodeerde informatie, een afdrukinrichting die gecodeerde informatie kan afdrukken op een aan het afdrukstation van de afdrukinrichting toegevoerd vel ontvangst-5 materiaal, tenminste een commando invoerinrichting voor het invoeren van besturingscommando's voor het kantoorautomatiseringssysteem, alsmede een besturingssysteem dat als reactie op een eerste besturingscommando een afdruktaak uitvoert, welk besturingssysteem tijdens de uitvoering van de afdruktaak de door het eerste 10 besturingscommando bepaalde informatie ophaalt uit het geheugen en ter afdrukking aanbiedt aan de afdrukinrichting.

Een dergelijke inrichting is bekend uit de Europese octrooiaanvrage nr. 61 571.

Het bekende systeem omvat een aantal tekstverwerkers welke gekoppeld 15 zijn aan een gemeenschappelijke afdrukinrichting. Vanuit elke tekstverwerker kan een afdruktaak gestart worden. Indien met behulp van een dergelijk systeem een afdruktaak moet worden uitgevoerd, waarbij eerst ter plaatse van de afdrukinrichting een aantal handelingen door de bedienaar moet worden verricht, zoals bijvoorbeeld het verwisselen 20 van de gebruikelijke papiersoort voor een papiersoort van een ander type, zal de bedienaar eerst deze handelingen moeten verrichten en vervolgens de opdracht voor het uitvoeren van de afdruktaak moeten invoeren. Ingeval de afdrukinrichting op enige afstand van het werkstation is geplaatst, zoals bij uitgebreide kantoorautomatiserings-25 systemen niet ongebruikelijk is, heeft dit voor de bedienaar de vervelende consequentie dat hij zich veelvuldig van het werkstation naar de afdrukinrichting en terug moet bewegen.

De uitvinding stelt zich tot doel een kantoorautomatiseringssysteem te verschaffen met een grotere gebruiksvriendelijkheid.

30 Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat ·* .t ·* * Q £. 3

-ί ö Q O

_i * 9 -2- t een kantoor-automatiseringssysteem volgens de aanhef is voorzien van detectiemiddelen voor het detecteren van een bepaalde door de bedienaar bij de afdrukinrichting veroorzaakte gebeurtenis, doordat de detectiemiddelen als reactie op een aan een eerste besturingscommando 5 toegevoegd tweede besturingscommando vaststellen of de door het tweede besturingscommando bepaalde gebeurtenis plaatsvindt en na de vaststelling van de bepaalde gebeurtenis een detectiesignaal aanbieden aan het besturingssysteem, en doordat het besturingssysteem als reactie op het tweede besturingscommando de start van de uitvoering van de 10 afdruktaak uitstelt totdat het detectiesignaal is ontvangen.

Bij het kantoorautomatiseringssysteem volgens de uitvinding kan de bedienaar door het invoeren van een extra besturingscommando de start van de uitvoering van de afdruktaak uitstellen, totdat hij de door het toegevoegde besturingsprogramma bepaalde handelingen ter plaatse van 15 de afdrukinrichting heeft verricht. Deze handelingen worden door het besturingssysteem gedetecteerd. Na detectie van de handelingen wordt de uitstelling van de uitvoering van de afdruktaak vanuit de afdrukinrichting opgeheven zodat het teruglopen naar de commando-invoerinrichting overbodig geworden is.

20 Bij een variant van de uitvinding gekenmerkt doordat de afdruk inrichting is voorzien van een invoerinrichting voor het invoeren van een code door de bedienaar en doordat de detectiemiddelen als reactie op het genoemde tweede besturingscommando vaststellen of een ingevoerde code overeenkomt met de gewenste code, waarbij de detect!emid-25 delen bij overeenkomst tussen de vergeleken codes het detectiesignaal aanbieden, kan de bedienaar op eenvoudige wijze na het verrichten van de benodigde handelingen de uitstelling van de start van de afdruktaak opheffen. Ook biedt deze variant de mogelijkheid om in het geval van het afdrukken van zeer vertrouwelijke informatie te wachten met het 30 afdrukken tot een bevoegd persoon bij de afdrukinrichting aanwezig is en de genoemde code heeft ingevoerd. In dergelijke situaties zal de in te voeren code over het algemeen een geheime identiteitscode zijn.

Een andere variant van de uitvinding, gekenmerkt doordat de afdrukinrichting is voorzien van een semi-automatische toevoerinrichting die 35 een handmatig in de semi-automatische toevoerinrichting ingevoerd vel ontvangstmateriaal naar het afdrukstation transporteert en doordat de detectiemiddelen als reactie op het genoemd tweede besturingscommando 8501888 * * -3- vaststellen of een vel in de semiautomatische toevoerinrichting aanwezig is en in het geval de genoemde aanwezigheid wordt vastgesteld het detectiesignaal aanbieden, heeft het voordeel dat op eenvoudige wijze een afdruk op een afwijkende papiersoort, die via de semi-5 automatische toevoerinrichting wordt toegevoerd, kan worden gemaakt.

Een aantrekkelijke variant van de uitvinding wordt gekenmerkt doordat de afdrukinrichting is voorzien van een weergaveinrichting voor het weergeven van een boodschap, en doordat de afdrukinrichting is voorzien van middelen die een door een genoemd tweede invoercom-10 mando bepaalde boodschap weergeven in het geval de besturingsinrichting met de start van de door het eerste besturingscommando bepaalde afdruktaak wacht tot het genoemde detectiesignaal .

De uitvinding alsmede verdere voordelen ervan zullen hierna onder 15 verwijzing naar bijgaande figuur in detail behandeld worden.

In de figuur is een uitvoeringsvorm van het kantoorautomatiserings-systeem volgens de uitvinding weergegeven. Het kantoorautomatiseringssysteem omvat een aantal werkstations 1 welke gekoppeld zijn via een centraal besturingsstation 2 met een 20 gemeenschappelijke afdrukinrichting 3· Werkstation 1 is er een van een gebruikelijke soort, zoals bijvoorbeeld een tekstverwerker, voorzien van een toetsenbord 4 en een beeldscherm 5. Toetsenbord 4 kan worden gebruikt voor het invoeren en opmaken van teksten en voor het invoeren van besturingscommando·s voor het kantoorautomatiseringssysteem. Op 25 het beeldscherm kan de ingevoerde of te maken tekst zichtbaar gemaakt worden. Het centraal besturingsstation 2 omvat een geheugen ö.jraarin de ingevoerde tekstinformatie wordt opgeslagen. Centraal besturingsstation 2 is via een datatransmissiekanaal 7 verbonden met afdrukinrichting 3· Afdrukinrichting 3 is een laserprinter van een 30 gebruikelijke soort, omvattende een bedieningspaneel 8, een laserprintmodule 9, een automatische toevoerinrichting 10, een semiautomatische toevoerinrichting 11 en een uitvoerbak 12. Bedieningspaneel 8 is voorzien van drukknoppen 13 voor het handmatig invoeren van codes en van een weergaveorgaan 14 waarop boodschappen zichtbaar · 35 gemaakt kunnen worden. Met behulp van de automatische toevoerinrichting 10 kunnen vellen ontvangstmateriaal vanuit een B50 1 88 3 » fc -4- voorraadmagazijn 15 toegevoerd worden naar de laserprintmodule 9. Met behulp van de semi-automatische toevoerinrichtlng 11 kunnen handmatig in de invoergleuf 16 gevoerde vellen ontvangstmateriaal worden ingevoerd. In laserprintmodule 9 wordt informatie, die via het 5 datatransmissiekanaal 7 aan de afdrukinriohting is toegevoerd afgedrukt op een via de automatische toevoerinrichtlng 10 of de semi-automatische toevoerinrichting 11 ingevoerd vel. Nadat de informatie op een toegevoerd vel is afgedrukt in de laserprintmodule 9 wordt het gedrukte vel afgelegd in uitvoerbak 12.

10 Indien een gebruiker van het kantoorautomatiseringssysteem een gedeelte van de in geheugen 6 opgeslagen tekstinformatie af wil drukken kan hij via toetsenbord 4 van werkstation 1 een invoercommando voor het starten van een afdruktaak invoeren. Werkstation 1 geeft het invoercommando door aan centraal besturingsstation 2, welk centraal 15 besturingsstation vervolgens een afdruktaak creëert voor het overzenden van de door het genoemde invoercommando bepaalde tekstinformatie uit geheugen 6. De nieuw gecreëerde afdruktaak wordt in een wachtrij van reeds gecreëerde en nog niet afgewerkte afdruktaken gezet. Het centraal besturingsstation 2 werkt de afdruktaken in de wachtrij in 20 volgorde af. Zodra de afdrukinriohting klaar is met het afdrukken van de door een voorgaande taak aangeboden informatie wordt de eerstvolgende afdruktaak in de rij gestart. Na de start van de afdruktaak haalt het centraal besturingsstation 2 de af te drukken tekstinformatie op uit geheugen 6 en stuurt die via datatransmissiekanaal 7 naar 25 afdrukinriohting 3, in welke afdrukinriohting de informatie wordt afgedrukt op het velvormig ontvangstmateriaal dat via een van de toevoerinrichtingen aan de laserprintmodule 9 wordt aangeboden. Het voorgaande beschrijft het afdrukproces van door een standaard invoercommando geïnitieerde afdruktaken.

30 Bij het kantoorautomatiseringssysteem volgens de uitvinding kun nen aan de standaard invoercommando's voor het opstarten van afdruk- ***1GZ- taken een aantal commando's toegevoegd worden die de uitvoering van de afdruktaak beïnvloeden.

Een dergelijk commando kan bijvoorbeeld aanduiden dat voor het starten 35 van de afdruktaak het papier in magazijn 10 moet worden verwisseld.

Een ander commanso kan bijvoorbeeld aanduiden dat de informatie op een 8501888 * '* -5- via de semi-automatisohe toevoerinrichting 11 ingevoerd vel ontvangst-materiaal moet worden af gedrukt. Weer een ander commando kan bijvoorbeeld aanduiden dat pas met de start van de afdruktaak mag worden begonnen zodra via de op het bedieningspaneel 8 aanwezige druktoetsen 5 13 een bepaalde identiteitscode is ingevoerd. De identiteitscode kan aan het commando toegevoegd worden. Het verwisselen van het papier in het magazijn 10 kan bijvorbeeld noodzakelijk zijn indien men de af te drukken informatie wil weergeven op een ander van een standaard type afwijkend type papier, bijvoorbeeld indien men op een andere kleur 10 papier wil afdrukken, of wanneer men een formulier met een voorgedrukt gedeelte wil gebruiken. Het gebruik van de semi-automatische toevoerinrichting kan bijvoorbeeld erg aantrekkelijk zijn bij het maken van rapporten waarbij slechts de voorpagina op een ander type papier moet worden afgedrukt. Het gebruik van de identiteitscode 15 heeft vooral voordelen bij het afdrukken van vertrouwelijke informatie. Hierdoor wordt het mogelijk om met het afdrukken van de vertrouwelijke informatie te wachten tot een bevoegd persoon aanwezig is bij de afdrukinrichting, zodat de kans dat vertrouwelijke informatie in handen komt van personen waarvoor ze niet bedoeld is geminimali-20 seerd wordt. Indien aan het invoercommando voor het opstarten van een afdruktaak een commando is toegevoegd dat aanduidt dat verwisseling van papier in magazijn 10 noodzakelijk is, is het verloop van het afdrukproces als volgt: na het invoeren van het invoercommando wordt op de gebruikelijke manier een afdruktaak gecreëerd en in de wachtrij 25 gezet. Zodra deze afdruktaak vooraan in de wachtrij belandt wordt echter niet met de start van de afdruktaak begonnen. Wel wordt er een boodschap naar het werkstation waarop de betreffende afdrukopdracht is ingevoerd gestuurd. Op beeldscherm 5 van dit werkstation 1 wordt deze boodschap zichtbaar gemaakt. De bedienaar van het werkstation moet 30 binnen een voorafbepaalde tijd, bijvoorbeeld 30 seconden via het toetsenbord 4 op deze boodschap reageren door het invoeren van een daarvoor bestemd commando, waarmee hij te kennen geeft dat hij de boodschap ontvangen heeft. Indien hij niet binnen deze voorafbepaalde tijd gereageerd heeft wordt de afdruktaak weer achteraan in de 35 wachtrij geplaatst. Indien echter de reactie binnen de voorafbepaalde tijd is ontvangen wordt een boodschap naar de afdrukinrichting gestuurd, welke boodschap door de afdrukinrichting op het weergave- S501888 _ -6- orgaan 14 wordt weergegeven. Het centraal besturingsstation wacht gedurende een tweede voorafbepaalde tijd, bijvoorbeeld 2 minuten,op een terugmelding door de afdrukinrichting 3 op deze boodschap. De afdrukinrichting zal deze terugmelding versturen nadat de bedienaar een 5 voorafbepaalde codetoets van de druktoetsen 13 heeft ingedrukt.

Gedurende deze tweede voorafbepaalde tijd tussen de boodschap aan de afdrukinrichting en de verwachte terugmelding door de afdrukinrichting heeft de bedienaar de tijd om het papier in het magazijn 15 te verwisselen. Indien de terugmelding op tijd gekomen is wordt de afdruk-10 taak gestart en zal de af te drukken informatie worden weergegeven op het nieuw in het magazijn geplaatste papier. Na het beëindigen van deze afdruktaak stuurt het centraal besturingsstation 2 een boodschap naar afdrukinrichting 3, welke boodschap aanduidt dat de bedienaar het magazijn weer met het standaard papier kan vullen. Deze boodschap 15 wordt ook op het weergaveorgaan 14 zichtbaar gemaakt. De bedienaar krijgt een voorafbepaalde tijd de gelegenheid om het standaardpapier weer in magazijn 15 te leggen en vervolgens door het indrukken van een voorafbepaalde toets van de druktoetsen 13 op het bedieningspaneel een boodschap aan het centraal besturingsstation 2 te sturen dat weer 20 standaard papier in het magazijn is geplaatst. Indien niet binnen deze tijd een dergelijke boodschap is verzonden wordt de afdrukinrichting niet vrij gegeven voor de volgende afdrukopdracht en zal bij het begin van een volgende afdruktaak op het weergaveorgaan 14 een boodschap verschijnen dat een niet-standaard papiersoort aanwezig is 25 in het magazijn 15.

Indien men bij het invoeren van een afdrukopdracht te kennen heeft gegeven door middel van een commando dat een afdruk op via de semi-automatische papiertoevoerinrichting 11 ingevoerde vellen moet worden afgedrukt zal, zodra deze afdruktaak aan het begin van de 30 wachtrij is beland, een boodschap naar het werkstation 1 worden verzonden en zal de afdruktaak weer achteraan in de wachtrij worden geplaatst indien niet binnen de voorafgestelde tijd op deze boodschap is gereageerd door de bedienaar. Indien wel op tijd is gereageerd wordt door centraal besturingsstation 2 een boodschap naar de afdruk-35 inrichting 3 gestuurd welke boodschap op weergaveorgaan 14 wordt weergegeven. Deze boodschap geeft aan dat een vel ontvangstmateriaal via de invoergleuf 16 van de semi-automatische papiertoevoerinrichting 8501888 -7- in het apparaat moet worden gebracht. Bovendien geeft de boodschap aan dat de bedienaar door het indrukken van een voorafbepaalde toets 13 aan moet geven dat de afdruktaak gestart mag worden. Zodra de bedienaar de betreffende toets 13 heeft ingedrukt en een detector 17 de aan-5 wezigheid van een vel in de semi-automatische papiertoevoerinrichting heeft vastgesteld zend afdrukinrichting 3 een terugmelding naar centraal besturingsstation 2. Als centraal besturingsstation 2 de terugmelding binnen een voorafbepaalde tijd, na het verzenden van de boodschap, heeft ontvangen wordt de afdruktaak gestart en zal de op 10 het eerste vel af te drukken informatie ter afdrukking aan afdrukinrichting 3 worden aangeboden. Indien de terugmelding niet binnen de daarvoor gestelde tijd wordt ontvangen door besturingsstation 2 wordt de betreffende taak weer achteraan in de wachtrij gezet.

Ma het bedrukken van elk via toevoerinrichting 11 ingevoerd vel wordt 15 de afdruktaak onderbroken en zendt centraal besturingsstation 2 een boodschap naar afdrukinrichting 3» dat een volgend vel via de semi-automatische papiertoevoerinrichting 11 kan worden ingevoerd. Deze boodschap wordt op weergaveorgaan 14 zichtbaar gemaakt. Zodra detector 17 een ingevoerd vel detecteert, wordt een vervolgcommando naar 20 centraal besturingsstation 2 gezonden.

Indien het vervolgcommando voor het verstrijken van een voorafbepaalde tijd, bijvoorbeeld 30 seconden, na het verzenden van de boodschap naar afdrukinrichting 3 door besturingsstation wordt ontvangen, biedt besturingsstation 2 de op het ingevoerde vel af te drukken informatie 25 ter afdrukking aan afdrukinrichting 3 aan. Indien het vervolgcommando niet binnen de daarvoor gestelde tijd wordt ontvangen, wordt met de uitvoering van de reeds onderbroken taak definitief gestopt.

Indien het bij de ingevoerde afdrukopdracht toegevoegde commando aangeeft dat het hier vertrouwelijke informatie betreft zal zodra de 30 betreffende afdruktaak aan het begin van de wachtrij is beland een boodschap naar het werkstation 1 gestuurd worden waarop de betreffende opdracht is ingevoerd. Deze boodschap wordt op het beeldscherm 5 van dit werkstation weergegeven. Indien de bedienaar van dit werkstation als reactie op deze boodschap binnen een daarvoor gestelde tijd, bij 35 vporbeeld 30 seconden, een terugmeldingscommando via het toetsenbord 4 van dit werkstation invoert, zal vervolgens een boodschap aan afdrukinrichting 3 worden gezonden die te kennen geeft dat een identiteitseode invoering wordt verwacht. De bedienaar van de ______________* 8501888 4» -8- afdrukinrichting 3 krijgt nu de gelegenheid om binnen een daarvoor gestelde tijd de identiteitscode in te voeren via de druktoetsen 13 van het bedieningspaneel. Zodra de juiste code is ingevoerd wordt een boodschap naar besturingsstation 2 gezonden dat als reactie daarop 5 begint met de uitvoering van de betreffende afdruktaak.

8501888

Claims

1. Kantoorautomatiseringssysteem omvattende: - een geheugen voor het opslaan van gecodeerde informatie, - een afdrukinriehting die gecodeerde informatie kan afdrukken op een aan het afdrukstation van de afdrukinriehting toegevoerd vel ont- 5 vangstmateriaal, - tenminste een commando invoerinrichting voor het invoeren van besturingscommando's voor het kantoorautomatiseringssysteem, alsmede - een besturingssysteem dat als reactie op een eerste besturingscommando een afdruktaak uitvoert, welk besturingssysteem tijdens de uit- 10 voering van de afdruktaak de door het eerste besturingscommando bepaalde informatie ophaalt uit het geheugen en ter afdrukking aanbiedt aan de afdrukinriehting met het kenmerk, - dat het kantoorautomatiseringssysteem is voorzien van detectiemid-15 delen voor het detecteren van een bepaalde door de bedienaar bij de afdrukinriehting veroorzaakte gebeurtenis, - dat de detectiemiddelen als reactie op een aan een eerste besturingscommando toegevoegd tweede besturingscommando vaststellen of de door het tweede besturingscommando bepaalde 20 gebeurtenis plaatsvindt en na de vaststelling van de bepaalde gebeurtenis een detectiesignaal aanbieden aan het besturingssysteem, en - dat het besturingssysteem als reactie op het tweede besturingscommando de start van de uitvoering van de afdruktaak uitstelt totdat 25 het detectiesignaal is ontvangen.

2. Kantoorautomatiseringssysteem volgens conclusie 1, met het kenmerk, - dat de afdrukinriehting is voorzien van een invoerinrichting voor het invoeren van een code door de bedienaar, en 30. dat de detectiemiddelen als reactie op het genoemde tweede besturingscommando vaststellen of een ingevoerde code overeenkomt met een gewenste code en bij overeenkomst tussen de vergeleken codes het detectiesignaal aanbieden.

3. Kantoorautomatiseringssysteem volgens conclusie 2, met het 35 kenmerk, ____A j ï Ö18 8 8 -10- % - dat de afdrukinrichting is voorzien van een semi-automatische toevoerinrichting die een handmatig in de semi-automatische toevoerrichting ingevoerd vel ontvangstmateriaal naar het afdruksta-tion transporteert, en 5. dat de detectiemiddelen als reactie op het genoemde tweede besturingscommando vaststellen of een vel in de semi-automatische toevoerrichting aanwezig is en in het geval de genoemde aanwezigheid wordt vastgesteld het detectiesignaal aanbieden.

4. Kantoorautomatiseringssysteem volgens een der voorgaande 10 conclusies, met het kenmerk. - dat de afdrukinrichting is voorzien van een weergaveinrichting voor het weergeven van een boodschap, en - dat de afdrukinrichting is voorzien van middelen die een door een genoemd tweede besturingscommando bepaalde boodschap weergeven in 15 het geval de besturingsinrichting met de start van de door het eerste besturingscommando bepaalde afdruktaak wacht op het genoemde detectiesignaal. 85 0 1 8 8 8