NL8500046A - Inrichting voor het positioneren resp. arreteren van werkstukken. - Google Patents
Inrichting voor het positioneren resp. arreteren van werkstukken. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8500046A NL8500046A NL8500046A NL8500046A NL8500046A NL 8500046 A NL8500046 A NL 8500046A NL 8500046 A NL8500046 A NL 8500046A NL 8500046 A NL8500046 A NL 8500046A NL 8500046 A NL8500046 A NL 8500046A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- stop
- carrier
- workpiece
- resp
- positioning device
- Prior art date
Links
Classifications
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23Q—DETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
- B23Q16/00—Equipment for precise positioning of tool or work into particular locations not otherwise provided for
- B23Q16/02—Indexing equipment
- B23Q16/022—Indexing equipment in which only the indexing movement is of importance
- B23Q16/024—Indexing equipment in which only the indexing movement is of importance and by converting a continuous movement into a linear indexing movement
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23Q—DETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
- B23Q16/00—Equipment for precise positioning of tool or work into particular locations not otherwise provided for
- B23Q16/001—Stops, cams, or holders therefor
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23Q—DETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
- B23Q16/00—Equipment for precise positioning of tool or work into particular locations not otherwise provided for
- B23Q16/006—Equipment for precise positioning of tool or work into particular locations not otherwise provided for positioning by bringing a stop into contact with one of two or more stops, fitted on a common carrier
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23Q—DETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
- B23Q7/00—Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting
- B23Q7/14—Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting co-ordinated in production lines
- B23Q7/1426—Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting co-ordinated in production lines with work holders not rigidly fixed to the transport devices
- B23Q7/1463—Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting co-ordinated in production lines with work holders not rigidly fixed to the transport devices using rotary driving means
- B23Q7/1468—Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting co-ordinated in production lines with work holders not rigidly fixed to the transport devices using rotary driving means comprising rollers or cogwheels, or pinions or the like
-
- B—PERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
- B23—MACHINE TOOLS; METAL-WORKING NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
- B23Q—DETAILS, COMPONENTS, OR ACCESSORIES FOR MACHINE TOOLS, e.g. ARRANGEMENTS FOR COPYING OR CONTROLLING; MACHINE TOOLS IN GENERAL CHARACTERISED BY THE CONSTRUCTION OF PARTICULAR DETAILS OR COMPONENTS; COMBINATIONS OR ASSOCIATIONS OF METAL-WORKING MACHINES, NOT DIRECTED TO A PARTICULAR RESULT
- B23Q7/00—Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting
- B23Q7/14—Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting co-ordinated in production lines
- B23Q7/1426—Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting co-ordinated in production lines with work holders not rigidly fixed to the transport devices
- B23Q7/1463—Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting co-ordinated in production lines with work holders not rigidly fixed to the transport devices using rotary driving means
- B23Q7/1473—Arrangements for handling work specially combined with or arranged in, or specially adapted for use in connection with, machine tools, e.g. for conveying, loading, positioning, discharging, sorting co-ordinated in production lines with work holders not rigidly fixed to the transport devices using rotary driving means comprising screw conveyors
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Automatic Assembly (AREA)
- Feeding Of Workpieces (AREA)
- Installation Of Indoor Wiring (AREA)
- Jigs For Machine Tools (AREA)
- Control Of Conveyors (AREA)
Description
_ NL/32,593-tM/f.
>
Inrichting voor het positioneren resp. arreteren van werkstukken .
De uitvinding betreft een inrichting voor het positioneren resp. arreteren van werkstukken resp. werkstukdragers van een transportinrichting, in het bijzonder een vervaardigingsinstallatie voor het monteren van 5 uit meerdere afzonderlijke delen samengestelde werkstukken, waarbij de werkstukken resp. werkstukdragers met de transportinrichting aan verschillende op elkaar volgende werk-resp. bewerkingsstations toegevoerd worden.
Er zijn reeds inrichtingen voor het 10 positioneren resp. arreteren van werkstukken bekend - Duits Offenlegungsschrift 27 56 422 -, waarbij aan de op de werkstukdragers aangebrachte werkstukken op de machinetafels gelegerde aanslagen toegevoegd zijn. Deze aanslagen zijn naar behoefte in het dwarsdoorsnedebereik van de met de 15 transportinrichting bewogen werkstukdragers verstelbaar om de werkstukdragers in verschillende posities tegen te houden. Verder zijn ook reeds werkstukdragers beschreven, die als gecombineerde transport- en positioneerinrichting een aan de machinetafel draaibaar aangebracht rondsel be-20 zitten, dat grijpt in een op een zijvlak van de werkstuk-drager aangebrachte tandlijst. Al naargelang van de verstelling van het rondsel neemt ook de werkstukdrager een overeenkomstige vooraf bepaalde positie in, zodat de werkstukken op de werkstukdragers overeenkomstig gepositio-25 neerd worden. Deze inrichtingen hebben bij de toepassing in de praktijk op zichzelf goed voldaan, maar in sommige gevallen konden ze niet aan alle gestelde eisen voldoen.
De onderhavige uitvinding beoogt een inrichting voor het positioneren resp. arreteren van werk-30 stukken resp. werkstukdragers te verschaffen, die het tegenhouden van de werkstukdragers in een nauwkeurige positie mogelijk maakt en eenvoudig kan worden ingebouwd. Verder moet het mogelijk zijn de werkstukdrager met deze inrichting voor het positioneren resp. arreteren in het bereik 35 van het werk- resp. bewerkingsstation in meerdere verschillende posities tegen te houden en te positioneren.
85 0 0 0 4 6 wor3t volgens de uitvinding bereikt, 1 5 -2- doordat de werkstukken resp. werkstukdragers van een uit het oppervlak daarvan stekende aanslag zijn voorzien, waaraan buiten het dwarsdoorsnedebereik van het werkstuk resp. van de werkstukdrager een dwars op de voortbewegingsrichting 5 beweegbaar aanslagdragerelement toegevoegd is, waarop een ! aanslagelement verstelbaar gelegerd is, waarbij bij voorkeur het aanslagdragerelement ten opzichte van een platendrager instelbaar gelegerd is.'
De verrassende voordelen van deze oplos-10 sing volgens de uitvinding liggen hierin, dat ook bij gelijke inbouwligging van de inrichting voor het positioneren resp. arreteren in verschillende werk- resp. bewerkings-stations door de toepassing van verstelbare aanslagelemen-ten de gewenste positie van de werkstukdrager van elk af— 15 zonderlijk werk- resp. bewerkingsstation verschillend vastgelegd kan worden. Door de verstelbare legering van het de aanslagelementen opnemende aanslagdragerelement kan met êén verstelorgaan voor meerdere aanslagelementen de voldoende ligging gevonden worden. Verder is het gunstig, dat door 20 een verstelbaarheid van het aanslagdragerlement een instel-baarheid resp. fijne instelling van de aanslagelementen in de overeenkomstige aanslagposities verkregen wordt.
Verder is het gunstig, wanneer de aanslag uit de onderzijde van de werkstukdrager steekt en de 25 aanslagdragerelementen met meerdere in de voortbewegingsrichting achter elkaar aangebrachte opneemplaatsen voor de uitwisselbare aanslagelementen uitgevoerd zijn en de platendrager om een evenwijdig aan de voortbewegingsrichting uitgerichte zwenkas zwenkbaar gelegerd is, waardoor bij 30 op elkaar volgende tegengesteld gerichte zwenkingen van het aanslagdragerelement achter elkaar liggende aanslagelementen met de aanslag aan de onderzijde van de werkstukdrager in werkzame verbinding gebracht kunnen worden. Daardoor is het mogelijk werkstukdragers in afzonderlijke werk- resp. bewer-35 kingsstations te plaatsen.
Volgens de uitvinding is het ook mogelijk dat de in de langsrichting van het aanslagdragerelement direct op elkaar volgende aanslagelementen vanuit een midden-langsas van het aanslagdragerelement naar tegengestelde rich-40 tingen uitstekend aangebracht zijn en in het bijzonder de 8500046 -3- .
opneemplaatsen voor de aanslagelementen op gelijkblijvende afstand in de voortbewegingsrichting achter elkaar op het aanslagdragerelement aangebracht zijn. Door deze uitvoering hinderen de aanslagelementen bij het verder plaatsen niet 5 de aanslag van de werkstukdrager bij zijn voorwaartse beweging naar het volgende aanslagelement.
Verder is het ook mogelijk, dat het aanslagdragerelement in een geleiding van de platendrager verschuifbaar gelegerd is en bij voorkeur tussen het aan-10 slagdragerelement en de platendrager een verstelinrichting bijvoorbeeld een schroefdraadspil met stapschakelmotor, een stelschroef of dergelijke aangebracht is, waardoor elke willekeurige tussen de vast aangebrachte aanslagelementen liggende positie bereikt kan worden.
15 Volgens de uitvinding is het verder ook mogelijk, dat de zwenkas voor de platendrager in een huis van de positioneer- resp. arreteerinrichting gelegerd is en aan de platendrager loodrecht op de zwenkas, bij voorkeur spiegelbeeldvormig ten opzichte van elkaar uitge-20 richte en resp. of aangebrachte verstelaandrijvingen, bijvoorbeeld cilinderzuigerinrichtingen, toegevoegd zijn, waarbij bij voorkeur de eindliggingen van de versnelaandrij-vingen gelijktijdig de eindstand van de platendrager vastleggen. Daardoor kunnen de verstelaandrijvingen in een bij 25 voorkeur toegepaste uitvoering tegelijk als eindaanslagen voor de aanhouding van de telkens gelijke stand van het aanslagdragerelement toegepast worden.
Volgens een verdere uitvoeringsvariant is gezorgd, dat het aanslagdragerelement en de platendrager 30 tussen twee evenwijdig aan de zwenkas van de platendrager verlopende geleidingslijsten van een transportinrichting voor werkstukdragers aangebracht is, waardoor zijwaartse versnellingen van de werkstukdrager door een centrale aan- | brenging van de aanslagelementen uitgeschakeld worden.
35 Het is ook gunstig wanneer aan de werk stukdragers zijwaarts van één van de geleidingslijsten door wrijvingsaandrijvingen gevormde voortbewegingsaandrijvingen toegevoegd zijn, die bij voorkeur door roterende wrijvings-rollen gevormd zijn, die via een slipkoppeling met een aan- 8500046 # i -4- drijfelement, bijvoorbeeld een transportketting, gekoppeld zijn. Dit bewerkt op gunstige wijze een gedwongen aanliggen van de aanslag van de werkstukdrager tegen het aanslagele-ment en verhindert een terugstuiten van de werkstukdragers 5 na het treffen van de aanslag op de aanslagelementen, in het bijzonder bij hoge transportsnelheid.
'Volgens de uitvinding is het ook mogelijk dat een naar de aanslag van de werkstukdrager toegekeerd deel van het aanslagelement via een elastische tussenscha-10 kei met een verder bouwdeel van een aanslagelement resp.
met het aanslagdragerelement verbonden is,daar daardoor een slagvrije afremming van de werkstukdragers door de aanslagelementen gewaarborgd wordt. Verder wordt daardoor een lawaaivermindering bereikt.
15 Gunstig is ook een uitvoeringsvorm, waar bij het aanslagdragerelement is uitgevoerd als draaiwals en de aanslagelementen door een doorgaande, ongeveer schroefvormige leibaan gevormd zijn, die met de aanslag samenwerkt, waarbij de schroefvormige leibaan loodrecht op 20 de draaias van de draaiwals en schuin ten opzichte daarvan verlopende delen bezit, en de afstand tussen twee loodrecht op de draaias verlopende delen van de leibaan resp. een veelvoud daarvan een bepaalde bewerkingspositie vastlegt. Deze uitvoeringsvorm maakt in een met losse koppeling 25 werkende vervaardigingsinstallatie een voorwaartse beweging van de werkstukdragers met starre koppeling mogelijk, waarbij de lengte van het bereik van het transport met starre koppeling door de lengte van de draaiwals vastgelegd kan worden.
30 Verder is het ook mogelijk, dat de omtreks- lengte van de loodrecht op de draaias of draaiwals verlopende' delen van de leibaan en de hoeksnelheid van de draaiwals zo zijn gekozen, dat de lengte van het loodrecht op de draaias verlopende deel van de leibaan overeenkomt met de be-35 werkingsduur van een werkstuk in een bewerkingsstation, waardoor de aanbrenging van een aanvullende tussenpositio-nering overbodig wordt.
Verder is het gunstig, wanneer de werkstukdrager een rijgestelframeplaat met een in het midden aan-40 gebrachte uitsparing heeft, en in dwars op de voortbewe- 8500046 -5— * 4 gingsrichting verlopende kopzijden aangebrachte evenwijdig aan de voortbewegingsrichting verlopende sleuven om horizontale en dwars op de voortbewegingsrichting aangebrachte assen draaibare rolelementen voor de oplegging op gelei-5 dingslijsten van de transportinrichting aangebracht zijn, waarbij op een onderzijde in een evenwijdig aan het werk-stukdrageroppervlak verlopend vlak om loodrecht daarop verlopende assen draaibare geleidingselementen aangebracht zijn, die dwars op de voortbewegingsrichting een kleinere 10 afstand bezitten dan de daaraan toegevoegde zijwaartse geleidingsbanen van de geleidingslijsten, daar daardoor een massief werkstukdragerrijgestelframe kan worden verschaft, dat een torsievrije en nauwkeurige geleiding van de werkstukken en een maatnauwkeurig positioneren moge-15 lijk maakt.
Tenslotte is het gunstig, wanneer op de rijgestelframeplaat een werkstukdragerplaat losneembaar en instelbaar bevestigd is, waardoor de werkstuk-drager-rijgestelframes voor elke willekeurige uitvoering 20 van een werkstuk toegepast kunnen worden en alleen de werkstukdragerplaat aan de verschillende werkstukken moet worden aangepast.
De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening, waarin uitvoerings-25 voorbeelden van de uitvinding zijn afgebeeld.
Fig. 1 toont een werk- resp. bewer-kingsstation van een vervaardigingsinstallatie voor werkstukken met een in het bereik van de transportinrichting aangebrachte inrichting voor het positioneren resp. arre-30 teren van de werkstukken resp. werkstukdragers in perspectivische afbeelding.
Fig. 2 toont een zijaanzicht van de inrichting volgens de uitvinding voor het positioneren resp. arreteren van de werkstukken resp. werkstukdragers, 35 gedeeltelijk in doorsnede, volgens de lijn II-II in fig.
1.
Fig. 3 toont een vooraanzicht van de inrichting voor het positioneren resp. arreteren in doorsnede, volgens de lijn III-III in fig. 1. j 40 8g0Q046 Fig. 4 toont de inrichting volgens j > · -6- de uitvinding voor het positioneren resp. arreteren van de werkstukken resp. werkstukdragers in bovenaanzicht.
Fig. 5 toont een andere uitvoering van een aanslagelement in bovenaanzicht.
5 Fig. 6 toont een uitvoeringsvariant van ! een inrichting voor het positioneren resp. arreteren van de werkstukken resp. werkstukdragers met een als draaiwals uitgevoerd aanslagdragerelement in perspectivische en schematische afbeelding.
10 Fig. 7 toont een deel van de draaiwals volgens fig. 6 in bovenaanzicht.
Fig. 8 toont een andere uitvoering van een inrichting voor het positioneren resp. arreteren van de werkstukken resp. werkstukdragers in zijaanzicht, ge-15 deeltelijk doorgesneden.
In fig. 1 is van een vervaardigingsinstal-latie een machinetafel 1 van een werk- resp. bewerkings-station 2 afgeheeld. Op de machinetafel is een transportinrichting 3 voor werkstukdragers 4 aangebracht, die gelei-20 dingslijsten 5,6 en voortbewegingsaandrijvingen 7 bezit.
De werkstukdragers 4 worden met de voortbewegingsaandrij-vingen 7 in een, door een pijl 8 aangeduide voortbewegings-richting getransporteerd. Tussen de beide geleidingslijsten 5, 6 is in het bereik van het werk- resp. bewerkingsstation 25 2 in een tafelplaat 9 van de machinetafel 1 een uitsparing 10 aangebracht, waarin de inrichting 11 volgens de uitvinding voor het positioneren resp. arreteren van de werkstukdragers aangebracht is. Met deze inrichting 11 kan de werk-stukdrager 4 tegengehouden en gelijktijdig gepositioneerd 30 worden, zodat zich een op de werkstukdragers 4 aangebracht werkstuk 12 na het tegenhouden van de werkstukdrager door de inrichting 11 steeds in precies dezelfde ligging bevindt.
In fig. 2 is de inrichting 11 op grotere schaal afgebeeld. Zoals te zien is zijn op een aanslagdra-35 gerelement 13 op een bepaalde afstand 14 in de voortbewe-gingsrichting - pijl 8 - meerdere opneemplaatsen 15 aangebracht. In twee van de opneemplaatsen 15 zijn aanslagelemen-ten 16, 17 ingezet, die aan een aanslag 18 van een met streepjes afgebeelde werkstukdrager toegevoegd zijn.
40 Het aanslagdragerelement 13 met de daarop 8500046 -. * -7- • aangebrachte aanslagelementen 16, 17 is in een geleiding 19 van een platendrager 20 met een geleidingsblok 21 in de voortbewegingsrichting - pijl 8 - geleid. Voor de instelling van het geleidingsblok 21 in de voortbewegingsrichting - pij1 5 8 - is een verstelinrichting 22 aan de platendrager 20 onder steund, die in het .onderhavige uitvoeringsvoorbeeld door een stelschroef 23 gevormd is.
De platendrager 20 is op een zwenkas 24 draaibaar gelegerd, die in een huis 25 van de inrichting 11 10 ondersteund is.
Zoals verder uit deze afbeelding blijkt, steekt alleen het aanslagdragerelement 13 boven het oppervlak van de tafelplaat 9 uit. Het huis 25 met de zwenkas 24 bevindt zich daarentegen binnen de dikte van de tafelplaat 15 9 resp. daaronder, waardoor de voor de opbouw van hanterings-en montageinrichtingen nodige ruimte aan de bovenzijde van de tafelplaat 9 door de inrichting voor het positioneren resp. arreteren van de werkstukdragers 4 niet versteld wordt.
In fig. 3 is de toevoeging van de inrich- 20 ting volgens de uitvinding aan de werkstukdrager 4 resp. de transportinrichting 3 te zien. De werkstukdrager 4 bevindt zich met de aan een onderzijde 26 aangebrachte en daaruit stekende aanslag 27 in het bereik van de aanslagelementen 16, 17. Deze is via rolelementen 28, die aan de kopzijde van de 25 werkstukdrager 4 in sleuven 29 op horizontaal uitgerichte 30 assen draaibaar gelegerd zijn, aan de bovenzijde van de ge-leidingslijsten 5,6 geleid. Aan de onderzijde 26 zijn via vertikaal uitgerichte assen 31 geleidingselementen 32 gelegerd, die door de voortbewegingsaandrijvingen 7, waarbij het gaat j 30 om tegen de zijvlakken van de werkstukdragers 4 aanliggende i wrijvingsrollen 33, die via een slipkoppeling 34 met een transportketting 35 gekoppeld zijn, door de met de wrijvings- ! i rollen 33 uitgeoefende dwarskrachten tegen een zijwaartse ge-leidingsbaan 36 van de geleidingslijst 6 spelingvrij aange-35 drukt worden. Daardoor is de werkstukdrager 4 in zijn zijwaartse ligging door de nauwkeurige positionering aan de zijwaartse geleidingsbaan 36 en in zijn hoogteligging door het opleggen van de rolelementen 28 op de bovenzijde van de geleidingslijsten 5 resp. 6 nauwkeurig gepositioneerd.
40 De positionering in de derde as, namelijk 8500046 5 v -8- in de langsrichting van de transportinrichting 3 geschiedt met de aanslagelementen 16, 17, die op het aanslagdrager-element 13 aangebracht zijn. Het aanslagdragerelement 13 wordt via de platendrager 20 zijwaarts, dus dwars op de 5 voortbewegingsrichting van de werkstukdrager 4, met ver-stelaandrijvingen, die door cilinderzuigerinrichtingen 37, 38 gevormd zijn, versteld. De zuigers 39, 40 van de cilinderzuigerinrichtingen 37, 38 dienen gelijktijdig voor het ! vastleggen van de eindliggingen van de platendrager 20.
10 Zo dient bij de in volle lijnen afge- beelde stand van de platendrager 20 de zuiger 40 van de cilinderzuigerinrichting 38 door het aanliggen tegen het huis 25 als eindaanslag, terwijl bij de met streepjeslijnen aangeduide stand van de platendrager 20 de zuiger 39 15 als eindaanslag dient. Daarmee wordt op eenvoudige wijze bereikt, dat de verstelaandrijvingen gelijktijdig als eind- en positioneeraanslagen voor de platendrager 20 resp. het aanslagdragerelement 13 toegepast worden.
In fig. 4 is zichtbaar, dat aan de bo-20 venzijde van het aanslagdragerelement 13 de opneemplaatsen · 15 voor de aanslagelementen 16, 17 dwars op een midden-langsas 41 in tegengestelde richting versprongen zijn aangebracht. Aldus komen de naar elkaar toegekeerde kopzijden van de in deze opneemplaatsen 15 geschoven aanslagelementen 25 16, 17 ongeveer op de middenlangsas 41 te liggen en de ge ringe zwenkbeweging dwars op de voortbewegingsrichting -pijl 8 - is voldoende om telkens het ene of het andere van de beide aanslagelementen 16, 17, die door metaalblokken, kunststofblokken of dergelijke gevormd kunnen zijn, in in-30 grijping met de aanslag 27 te brengen.
Voor het aftasten van de positie van de platendrager 20 zijn, zoals schematisch is aangeduid, eind-schakelaars 42, bijvoorbeeld elektromagnetische nabijheids-schakelaars, barrières met lichtreflexie, mechanisch bedien-35 de schakelaars e.d. aangebracht.
Verder is in fig. 4 aangegeven, dat het aanslagdragerelement 13 via een schokdemper 43 op de platendrager 20 kan zijn ondersteund. Daardoor wordt bij het treffen van de aanslag 27 op een aanslagelement 16 of 17 de 40 werkstukdrager 4 lineair of progressief tot stilstand ver- 8500046 -9- traagd en kan een slaginwerking op de inrichting 11 vermeden worden. Dit komt anderzijds ook de werkstukdragers 4 resp. de daarop aangebrachte werkstukken 12 of de afzonderlijke delen daarvan ten goede, daar door het vermijden van stoten-5 de remhandelingen ook losse afzonderlijke delen met de werkstukdragers 4 meegenomen kunnen worden, zonder gevaar te lopen, dat deze bij het oplopen op de inrichting 11 van de werkstukdrager 4 afvallen.
In fig. 5 is een uitvoeringsvariant voor 10 een aanslagelement 44 afgebeeld. Daarbij is een naar de aanslag 27 toegekeerd deel 45 via een elastische tussenschakel 46 op het verdere onderdeel 47 van het aanslagelement aangebracht. De afstand tussen het deel 45 en het onderdeel 47 kan naargelang van de transportsnelheid van de transport-15 inrichting gekozen worden en kan bijvoorbeeld ook slechts meerdere tienden milimeters bedragen, die reeds voldoende zijn om een directe slagwerking bij het tegenhouden van de werkstukdrager 4 bij het oplopen op het aanslagelement 44 te vermijden. Natuurlijk is het ook mogelijk het aanslag-20 element 16, 17 via een elastische tussenschakel op het aan-slagdragerelement 13 te ondersteunen, zodat door een beweging tussen het aanslagelement en het aanslagdragerelement deze slagvrije vertraging van de werkstukdrager bereikt wordt.
25 In fig. 6 en 7 is een bovenaanzicht op een machinetafel 1 afgebeeld, waarbij een aan een werkstukdrager 48 toegevoegde inrichting 49 voor het arreteren resp. positioneren zijwaarts van de transportinrichting 3 aan de tegenover de voortbewegingsaandrijvingen 7 liggende 30 zijde toegevoegd is. Deze inrichting 49 omvat een als draaiwals 50 uitgevoerd aanslagdragerelement 51. Deze draaiwals 50 bezit een draaias 52, die evenwijdig aan de geleidingslijsten 5,6 van de transportinrichting 3 verloopt.
De draaiwals 50 is van een schroefvormig omlopende leibaan 35 53 voorzien, waarin een aanslag 54 van de werkstukdrager 48 ' grijpt. De schroefvormige leibaan 53 bezit loodrecht op de draaias 52 verlopende delen 55 en schuin op de draaias 52 i verlopende delen 56. De draaiwals 50 kan via een aandrijfmo- - j tor 57, bijvoorbeeld een stapschakelmotor of dergelijke, in | 40 rotatie gebracht worden. De op elkaar volgende loodrecht en 8500046 _ I Λ _ lu" schuin op de draaias 52 verlopende delen 55, 56 bewerken, dat de werkstukdrager 48 voor de duur van zijn ingrijping in een loodrecht deel 55 in een gelijke positie vastgehouden wordt, terwijl deze voor de duur van de beweging langs het 5 schuin ten opzichte van de draaias 52 verlopende deel 56 door de verschuiving van de aanslag 54 in de leibaan 53 in de voortbewegingsrichting - pijl 8 - voortgeschoven wordt. Daarmee wordt een nauwkeurig voorafbepaald voorwaarts transport van de werkstukdragers 48 op de wijze van een 10 starre koppeling bewerkt. Bij overeenkomstige lengte van de draaiwals 50 is het dus ook mogelijk meerdere achter elkaar getransporteerde werkstukdragers 48 in een starre koppeling door een werk- resp. bewerkingsstation te transporteren.
Terwijl het dus mogelijk is, door de 15 hoeklengte van het loodrecht op de draaias 52 verlopende deel en overeenkomstig de keuze van de hoeksnelheid van de draaiaandrijving 57 de verblijfsduur van de werkstukdrager 48 in de afzonderlijke werkposities overeenkomstig de loodrecht op de draaias verlopende delen 55 van de leibaan 53 20 vast te leggen, is het anderzijds ook mogelijk de aandrijf-motor 57 cyclisch resp. stapsgewijs aan te drijven.
Door een afstand 58 tussen twee loodrecht op de draaias 52 verlopende delen 55, is het voortbe-wegingsbedrag per voortbewegings-takt vastgelegd.
25 Verder is in deze afbeelding te zien, dat de werkstukdrager een rijgestel-frameplaat 59 bezit, waarin de rolelementen 28 en geleidingselementen 32 gelegerd zijn.
Op deze werkstukdrager-rijgestelframeplaat 59 kan een werk-stukdragerplaat 60 gezet zijn, die zich boven een uitsparing 30 61 van de werkstukdrager-rijgestelframeplaat 59 bevindt. Deze werkstukdragerplaat 60 kan, zoals schematisch is aangegeven, met opneemboringen, vasthoudorganen e.d. voor het opnemen van verschillende afzonderlijke delen, in het bijzonder bij het monteren van uit meerdere afzonderlijke delen bestaande 35 werkstukken, uitgerust worden. Deze wordt aan het betreffende product aangepast, waarbij door de uitsparing 61 in de werk-stukdrager-rijgestelframeplaat gewaarborgd is, dat bi,j bewerkingen, die van onderen vereist zijn, een toegankelijkheid van het werkstuk van onderen af door deze uitsparing 61 ge-40 waarborgd is.
85 0.0 0 46 * -11-
Volgens de uitvinding is het natuurlijk mogelijk de aanslagdragerplaat resp. de plaatdrager dienovereenkomstig anders uit te voeren. Zo is het o.a. ook mogelijk inplaats van de afgebeelde tegengesteld lopende ci-5 linderzuigerinrichtingen draaicilinders of elektromatnetisch bediende systemen of dergelijke toe te passen.
Verder is het ook mogelijk aan elke zijde van de platendrager twee cilinderzuigerinrichtingen met verschillende slag toe te voegen, zodat een viervoudige 10 stand mogelijk is om bijvoorbeeld bij grotere werkstukdra-gers en dienovereenkomstig grote tussenruimte van de gelei-dingslijsten ook voorwaartse bewegingen te kunnen verkrijgen, die kleiner zijn dan de toegepaste minimumdeling tussen twee op elkaar volgende aanslagelementen. Verder is het ook 15 mogelijk op het aanslagdragerelementen de aanslagelementen beweegbaar, eventueel verzinkbaar of dergelijke aan te brengen, zodat alnaargelang van de voorbij gevoerde werkstuk-drager niet alle aanslagposities ingenomen moeten, worden.
In fig. 8 is een andere uitvoe-20 ringsvorm van een inrichting 62 voor het positioneren resp. arreteren van werkstukdragers 4 afgebeeld. Deze bezit een aanslagdragerelement 63, waarop op een afstand 14 in de voortbewegingsrichting - pijl 8 - achter elkaar meerdere opneemplaatsen 15 voor aanslagelementen 16, 17 aangebracht 25 zijn. Aan deze aanslagelementen is een aan de werkstukdrager 4 aangebrachte aanslag 27 toegevoegd, waarmee de werkstukdrager 4 bij het aanliggen tegen de aanslagelementen 16, 17 gepositioneerd wordt. Het aanslagdragerelement 63 is op een geleidingsblok 64 bevestigd en daarmee gemeenschappelijk in 30 een glijgeleiding 65 van een platendrager 66 in de voortbewegingsrichting - pijl 8 - verstelbaar. De platendrager 66 is om een zwenkas 24 ten opzichte van een huis 67 dwars op I
de voortbewegingsrichting - pijl 8 - zwenkbaar. Het huis 67 is bij het onderhavige uitvóeringsvoorbeeld met de tafel-35 plaat 9 verbonden.
De zwenking van de platendrager 66 kan bijvoorbeeld geschieden zoals aan de hand van de fig. 2 en 3 is beschreven. Van de uitvoeringsvorm in de fig. 2-4 onderscheidt zich nu de uitvoeringsvorm van de inrichting 62 40 volgens fig. 8, doordat het geleidingsblok 64 met het daar- 8500046 « -12- op star bevestigde aanslagdragerelement 63 in de glijgeleiding 65 tegen de werking van een schokdemper 68 verstelbaar is. Bovendien is in de bewegingsbaan van het geleidings-blok 64 een verdere aanslaginrichting 69 aangebracht, die 5 een via een draaiaandrijving 70, bijvoorbeeld een stapscha-kelmotor of een palinrichting verdraaibare plaat 71 bezit. Op deze plaat 71 zijn in het bereik van de buitenomtrek aanslagen 72-74 aangebracht, waarmee het geleidingsblok'64 in tussenposities tussen de afzonderlijke aanslagelementen 10 16 en 17 gepositioneerd kan worden. Daarmee is het mogelijk door overeenkomstige verstelling van de plaat 71 met de draaiaandrijving 70 de aanslagelementen 16 en 17 afwijkend van hun voorafbepaalde vaste afstand 14 in tussenposities te verstellen. Gelijktijdig wordt door de schokdemper 68 15 bereikt, dat in elke ligging een demping van de vertraging van de werkstukdrager 4 gewaarborgd is,daar-bij een zwenking van een aanslagelement 16 of 17 uit de bewegingsbaan * van de aanslag 27 het aanslagdragerelement 63 tegen de voortbewegingsrichting - pijl 8 - van de werkstukdrager 4 20 door dé werking van de schokdemper 68 tot aanligging tegen de aanslag 27 versteld wordt en tot aan het aanliggen van het geleidingsblok 64 tegen êên van de aanslagen 72-74 de voortbeweging resp. de aanslagbeweging vertraagd resp. gedempt wordt.
8500046
Claims (12)
1. Inrichting voor het positioneren resp. arreteren van werkstukken resp. werkstukdragers van een transportinrichting/ in het bijzonder een vervaardigings-installatie voor het monteren van uit meerdere afzonderlij- 5 ke delen samengestelde werkstukken, waarbij de werkstukken resp. werkstukdragers met de transportinrichting aan verschillende op elkaar volgende werk- resp. bewerkingsstations toegevoerd worden, met het kenmerk, dat de werkstukken (12) resp. werkstukdragers (4) van een uit 10 het oppervlak daarvan stekende aanslag (18, 27) zijn voorzien, waaraan buiten het dwarsdoorsnedebereik van het werkstuk (12) resp. de werkstukdrager (4) een dwars op de voort-bewegingsrichting beweegbaar aanslagdragerelement (13) toegevoegd is, waarop een aanslagelement (16, 17) verstel-15 baar gelegerd is, waarbij bij voorkeur het aanslagdrager- element (13) ten opzichte van een platendrager (20) instelbaar gelegerd is.
2. Positioneerinrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat de aanslag (18, 27) 20 uit de onderzijde (26) van de werkstukdrager (4) steekt en de aanslagdragerelementen (13) met meerdere in de voort-bewegingsrichting (8) achter elkaar aangebrachte opneem-plaatsen voor de uitwisselbare aanslagelementen (16, 17) uitgevoerd zijn en de platendrager (20) om een evenwijdig 25 aan de voortbewegingsrichting (8) uitgerichte zwenkas (24) zwenkbaar gelegerd is.
3. Positioneerinrichting volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat de in de langs-richting van het aanslagdragerelement (13) direct op elkaar 30 volgende aanslagelementen (16, 17) vanuit een middenlangsas (41) van het aanslagdragerelement naar tegengestelde richtingen uitstekend aangebracht zijn, waarbij in het bijzonder de opneemplaatsen (15) voor de aanslagelementen (16, 17) op gelijkblijvende afstand (14) in de voortbewegingsrich- ^ 35 ting (8) achter elkaar op het aanslagdragerelement aangebracht zijn. |
4. Positioneerinrichting volgens een der conclusies 1-3,met het kenmerk, dat het aanslag- 8500046 -14- dragerelement (13)· in een geleiding (19) van de platendrager (20) verschuifbaar gelegerd is en bij voorkeur tussen het aanslagdragerelement (13) en de platendrager (20) een verstelinrichting (22) bijvoorbeeld een schroefdraadspil 5 met stapschakelmotor, een stelschroef (23) of dergelijke aangebracht is.
5. Positioneerinrichting volgens een der conclusies 1-4, m e t het kenmerk, dat de zwenkas (24) voor de platendrager (20) in een huis (25) 10 van de positioneer- resp. arreteerinrichting gelegerd is en aan de platendrager (20) loodrecht op de zwenkas (24), bij voorkeur spiegelbeeldvormig ten opzichte van elkaar uitgerichte en resp. of aangebrachte verstelaandrijvingen, bijvoorbeeld cilinderzuigeraandrijvingen (37, 38) aange-15 bracht zijn, waarbij bij voorkeur de eindliggingen van de verstelaandrijvingen gelijktijdig de eindstand van de platendrager (20) vastleggen.
6. Positioneerinrichting volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het 20 aanslagdragerelement (13) en de platendrager (20) tussen twee evenwijdig aan de zwenkas (24) van de platendrager (20) verlopende geleidingslijsten (5, 6) van een transportinrichting voor werkstukdragers (4) aangebracht is.
7. Positioneerinrichting volgens een 25 der conclusies 1-6,met het kenmerk, dat aan de werkstukdragers (4) zijwaarts van een van de geleidings-leidingen (5, 6) door wrijvingsaandrijvingen gevormde voortbewegingsaandrijvingen toegevoegd zijn, die bij voorkeur door roterende wrijvingsrollen (33) gevormd worden, 30 die via een slipkoppeling (34) met een aandrijfelement, bijvoorbeeld een transportketting (35), gekoppeld zijn.
8. Positioneerinrichting volgens een der conclusies 1-7,met het kenmerk, dat een naar de aanslag (18, 27) van de werkstukdrager (4) toegekeerd 35 deel (45) van het aanslagelement (44) via een elastische tussenschakel (46) met een verder onderdeel (47) van een aanslagelement (44) resp. met het aanslagdragerelement (13) verbonden is.
9. Positioneerinrichting volgens conclu-40 sie 1, m e t het kenmerk, dat het aanslagdrager- 850004? ♦ r -15- element (51) als draaiwals (50) uitgevoerd is en de aanslag-elementen door een doorgaande, ongeveer schroefvormige lei-baan (53) gevormd zijn, die met de aanslag (54) samenwerkt, waarbij de schroefvormige leibaan (53) loodrecht op de draai-5' as (52) van de draaiwals (50) en schuin daarop verlopende delen (55, 56) bezit en de afstand (58) tussen twee loodrecht op de draaias (52) verlopende delen (55) van de leibaan (53) resp. een veelvoud daarvan, een bepaalde bewerkingspositie vastlegt.
10. Positioneerinrichting volgens con clusie 9,met het kenmerk, dat de omtrekslengte van het loodrecht op de draaias (52) of draaiwals (50) verlopende deel (55) van de leibaan (53) en de hoeksnelheid van de draaiwals zodanig gekozen zijn, dat de lengte van het 15 loodrecht op de draaias verlopende deel van de leibaan overeenkomt met de bewerkingsduur van een werkstuk (12) in een bewerkingsstation.
11. Positioneerinrichting volgens een der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat de 20 werkstukdrager (4) een rijgestelframeplaat (59) met een in het midden aangebrachte uitsparing (61) bezit, en in dwars op de voörtbewegingsrichting (8) verlopende kopzijden aangebrachte evenwijdig aan de voörtbewegingsrichting verlopende sleuven (29) om horizontale en dwars op de voortbewe-25 gingsrichting aangebrachte assen (30) draaibare rolelementen (28) voor de oplegging op geleidingslijsten (5, 6) van de transportinrichting (3) aangebracht zijn, waarbij op een I onderzijde in een evenwijdig aan het werkstukdrageropper-vlak verlopend vlak om loodrecht . daarop lopende 30 assen (31) draaibare geleidingselementen (32) aangebracht zijn, die dwars op de voörtbewegingsrichting een kleinere afstand bezitten dan de daaraan toegevoegde zijwaartse ge-leidingsbanen (32) van de geleidingslijsten (5, 6).
12. Positioneerinrichting volgens een 35 der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat op de rijgestelframeplaat (59) een werkstukdragerplaat (60) losneembaar en instelbaar bevestigd is. 8500046
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
AT0036284A AT390597B (de) | 1984-02-06 | 1984-02-06 | Vorrichtung zum positionieren bzw. arretieren von werkstuecken |
AT36284 | 1984-02-06 |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8500046A true NL8500046A (nl) | 1985-09-02 |
Family
ID=3488592
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8500046A NL8500046A (nl) | 1984-02-06 | 1985-01-09 | Inrichting voor het positioneren resp. arreteren van werkstukken. |
Country Status (15)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4687091A (nl) |
JP (1) | JPS60180745A (nl) |
AT (1) | AT390597B (nl) |
CA (1) | CA1226238A (nl) |
CH (1) | CH666435A5 (nl) |
DD (1) | DD232678A5 (nl) |
DE (1) | DE3447219C2 (nl) |
FR (1) | FR2559086B1 (nl) |
GB (1) | GB2154193B (nl) |
HU (1) | HUH3081A (nl) |
IL (1) | IL74228A (nl) |
IT (1) | IT1184867B (nl) |
NL (1) | NL8500046A (nl) |
SE (1) | SE456074B (nl) |
ZA (1) | ZA85574B (nl) |
Families Citing this family (28)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
AT392050B (de) * | 1984-02-06 | 1991-01-10 | Sticht Walter | Fertigungsanlage mit mehreren einzelstationen |
JP2541223B2 (ja) * | 1987-06-08 | 1996-10-09 | トヨタ自動車株式会社 | 搬送装置 |
US4784064A (en) * | 1987-08-06 | 1988-11-15 | Robert Nemirovsky | Device for positioning an object |
US5030057A (en) * | 1987-11-06 | 1991-07-09 | Tel Sagami Limited | Semiconductor wafer transferring method and apparatus and boat for thermal treatment of a semiconductor wafer |
US4867296A (en) * | 1987-12-02 | 1989-09-19 | Micro Component Technology, Inc. | Precision alignment device |
AT406351B (de) * | 1988-01-07 | 2000-04-25 | Sticht Walter | Anlage zur bearbeitung und/oder montage von bauteilen |
US5170876A (en) * | 1988-03-03 | 1992-12-15 | Walter Sticht | Installation for manufacturing and/or assembling components |
AT406352B (de) * | 1988-03-03 | 2000-04-25 | Sticht Walter | Anlage zur bearbeitung und bzw. oder montage von bauteilen |
EP0346504B1 (de) * | 1988-06-11 | 1992-01-22 | Festo KG | Kolbenstangenlose Kolben-Zylinder-Anordnung mit einer Vorrichtung zur Hubbegrenzung |
DE3832865C1 (en) * | 1988-09-28 | 1989-07-06 | Protech Automation Gmbh, 5000 Koeln, De | Assembly station having a duplex conveyor |
DE3935838A1 (de) * | 1989-01-27 | 1991-05-02 | Waldorf Veronika | Vorrichtung zum umsetzen einer drehbewegung in eine linearbewegung |
US5213195A (en) * | 1989-03-08 | 1993-05-25 | Walter Sticht | Assembly line |
AT398922B (de) * | 1989-03-08 | 1995-02-27 | Sticht Walter | Gehäuseteil für eine arbeits- bzw. bearbeitungsstation einer fertigungsanlage |
AT402619B (de) * | 1989-04-04 | 1997-07-25 | Sticht Walter | Fertigungsanlage mit parallel- und fertigungsanlage mit parallel- und nebenförderwegen nebenförderwegen |
AT398923B (de) * | 1989-04-04 | 1995-02-27 | Sticht Walter | Fertigungsanlage mit parallel- und nebenförderwegen |
ATE72803T1 (de) * | 1989-10-25 | 1992-03-15 | Dieter Weiss | Palettenwechsler fuer einen linearen horizontalfoerderer. |
US5168976A (en) * | 1992-02-14 | 1992-12-08 | Newcor, Inc. | Cushioned stop for powered conveyor |
US6193047B1 (en) * | 1996-09-25 | 2001-02-27 | Shuttleworth, Inc. | Ergonomic workstation conveyor apparatus and method |
DE10129474B4 (de) * | 2001-06-21 | 2010-09-30 | teamtechnik Industrieausrüstung GmbH | Werkstückträger für Förderstrecken |
DE10146876A1 (de) * | 2001-09-24 | 2003-04-17 | Flexlink Systems Gmbh | Verfahren zum Wechseln eines Werkstückträgers an einem Halteplatz eines Förderers und ein Fördersystem hierfür |
ITMO20050296A1 (it) | 2005-11-10 | 2007-05-11 | Scm Group Spa | Dispositivo di regolazione |
CA3030712C (en) | 2009-03-03 | 2023-02-14 | Albert Kleinikkink | Multi-mode and multi-pitch conveyor system |
TW201200439A (en) | 2010-03-30 | 2012-01-01 | Automation Tooling Syst | Conveyor pallet and guiding system |
CN102009366B (zh) * | 2010-10-18 | 2012-07-04 | 中山市联昌喷雾泵有限公司 | 一种检测反方向活塞零件的机构 |
CN106584064A (zh) * | 2016-12-30 | 2017-04-26 | 湖南先步信息股份有限公司 | 用于智能装配平台的托盘定位机构 |
CN108453649B (zh) * | 2018-03-26 | 2024-09-03 | 玛瑜科创服务(南京)有限公司 | 一种多种车型钢板悬架安装工装 |
CN109015042A (zh) * | 2018-08-02 | 2018-12-18 | 安徽六方重联机械股份有限公司 | 一种可进行调节的铣床用夹持装置 |
CN111730341B (zh) * | 2020-06-28 | 2021-05-25 | 成都安迪星宇电子科技有限公司 | 一种天线底座加工总成 |
Family Cites Families (24)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US1459873A (en) * | 1922-02-08 | 1923-06-26 | Allen H Blackburn | Saw gauge |
US2672675A (en) * | 1950-02-04 | 1954-03-23 | Ralph E Cross | Locating and clamping mechanism |
US2789683A (en) * | 1953-10-02 | 1957-04-23 | Gen Electric | Work indexing arrangement |
GB775767A (en) * | 1954-04-28 | 1957-05-29 | W W Chamberlain & Sons Ltd | Conveyor systems |
US3017983A (en) * | 1959-03-31 | 1962-01-23 | Union Tank Car Co | Mill hotbed |
GB1014171A (en) * | 1960-12-20 | 1965-12-22 | British United Shoe Machinery | Improvements in or relating to apparatuses adapted for use in conveying carriages |
USRE25886E (en) * | 1961-02-27 | 1965-10-26 | Manufacturing system using free floating fixture line | |
GB1046597A (en) * | 1964-10-02 | 1966-10-26 | Fisher & Ludlow Ltd | Improvements in or relating to conveyor systems |
AT269044B (de) * | 1965-11-09 | 1969-03-10 | Voest Ag | Puffervorrichtung zum Abfangen von rollendem oder gleitendem Walzgut |
US3478859A (en) * | 1967-10-30 | 1969-11-18 | Hueller Gmbh K | Conveying apparatus |
DE1756438C3 (de) * | 1968-05-21 | 1975-01-23 | Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart | Für Fließfertigung bestimmte Förderbahn |
US3571872A (en) * | 1968-07-30 | 1971-03-23 | La Salle Machine Tool | Pallet locating and clamping apparatus |
DE2416703C3 (de) * | 1974-04-05 | 1978-04-06 | Uniquick Gietzelt Kg, 4831 Marienfeld | Maschine zum Montieren von Möbelbeschlägen |
DE2756422C2 (de) * | 1977-12-17 | 1984-12-13 | Walter Attnang-Puchheim Sticht | Fertigungsanlage für in mehreren Schritten herzustellende Bauteile |
DE2851699C2 (de) * | 1978-11-30 | 1985-03-28 | Friedrich Kessler, Werkzeug- und Maschinenbau, 8032 Gräfelfing | Vorrichtung zum Transport eines Werkstückträgers von einer Montage- oder Demontagestation zu einer Werkzeugmaschine und umgekehrt |
US4316400A (en) * | 1980-01-16 | 1982-02-23 | Stoddard H. Pyle | Wood member cutting apparatus |
DE3012277A1 (de) * | 1980-03-29 | 1981-10-08 | Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart | Arretierungsvorrichtung |
US4316534A (en) * | 1980-06-24 | 1982-02-23 | Amf Incorporated | Pan indexing apparatus |
JPS605417B2 (ja) * | 1981-01-30 | 1985-02-12 | 本田技研工業株式会社 | 工作機械における治具台装置 |
US4428300A (en) * | 1981-12-14 | 1984-01-31 | Si Handling Systems, Inc. | Vehicle precision stop assembly |
AT390044B (de) * | 1982-03-05 | 1990-03-12 | Sticht Fertigungstech Stiwa | Foerdereinrichtung fuer werkstuecke bzw. werkstuecktraeger |
AT382808B (de) * | 1982-03-05 | 1987-04-10 | Sticht Fertigungstech Stiwa | Einrichtung zum montieren bzw. bearbeiten von werkstuecken |
DE3212272A1 (de) * | 1982-04-02 | 1983-10-20 | Fraunhofer-Gesellschaft zur Förderung der angewandten Forschung e.V., 8000 München | Einrichtung zum automatischen transport von werkstuecken |
ES8305270A1 (es) * | 1982-05-05 | 1983-05-01 | Investronica Sa | Sistema de transporte aereo, controlado por microporcesador, para instalaciones industriales. |
-
1984
- 1984-02-06 AT AT0036284A patent/AT390597B/de not_active IP Right Cessation
- 1984-12-22 DE DE3447219A patent/DE3447219C2/de not_active Expired - Fee Related
-
1985
- 1985-01-09 NL NL8500046A patent/NL8500046A/nl not_active Application Discontinuation
- 1985-01-24 ZA ZA85574A patent/ZA85574B/xx unknown
- 1985-01-25 CH CH355/85A patent/CH666435A5/de not_active IP Right Cessation
- 1985-01-28 US US06/695,796 patent/US4687091A/en not_active Expired - Fee Related
- 1985-01-29 IT IT19283/85A patent/IT1184867B/it active
- 1985-01-29 CA CA000473067A patent/CA1226238A/en not_active Expired
- 1985-02-03 IL IL74228A patent/IL74228A/xx unknown
- 1985-02-05 SE SE8500527A patent/SE456074B/sv not_active IP Right Cessation
- 1985-02-05 HU HU85435A patent/HUH3081A/hu unknown
- 1985-02-05 JP JP60019387A patent/JPS60180745A/ja active Pending
- 1985-02-05 FR FR858501581A patent/FR2559086B1/fr not_active Expired - Lifetime
- 1985-02-05 DD DD85273047A patent/DD232678A5/de not_active IP Right Cessation
- 1985-02-06 GB GB08503048A patent/GB2154193B/en not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
IT8519283A0 (it) | 1985-01-29 |
ATA36284A (de) | 1989-11-15 |
GB8503048D0 (en) | 1985-03-06 |
DD232678A5 (de) | 1986-02-05 |
DE3447219C2 (de) | 1994-03-31 |
CH666435A5 (de) | 1988-07-29 |
CA1226238A (en) | 1987-09-01 |
AT390597B (de) | 1990-05-25 |
SE456074B (sv) | 1988-09-05 |
FR2559086B1 (fr) | 1991-06-07 |
GB2154193B (en) | 1987-12-31 |
IL74228A (en) | 1988-04-29 |
IT1184867B (it) | 1987-10-28 |
DE3447219A1 (de) | 1985-08-08 |
US4687091A (en) | 1987-08-18 |
JPS60180745A (ja) | 1985-09-14 |
IL74228A0 (en) | 1985-05-31 |
ZA85574B (en) | 1985-08-28 |
SE8500527D0 (sv) | 1985-02-05 |
GB2154193A (en) | 1985-09-04 |
FR2559086A1 (fr) | 1985-08-09 |
HUH3081A (en) | 1986-07-28 |
SE8500527L (sv) | 1985-08-07 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL8500046A (nl) | Inrichting voor het positioneren resp. arreteren van werkstukken. | |
US3690433A (en) | Nonsynchronous transfer apparatus | |
KR880000616B1 (ko) | 프레스 또는 유사한 가공물 처리 기계에 있어서의 가공물 반출입 장치 | |
US5125140A (en) | Arrangement for machining and/or assembling components | |
EP1828033B1 (en) | Device for selectively diverting products sideways from a conveyor | |
NL9001999A (nl) | Stelsel van bewerkingsinrichtingen. | |
US5103964A (en) | Housing part for a work station of an assembly line | |
US6116842A (en) | Transfer car for a conveyor system | |
US5213195A (en) | Assembly line | |
RO117086B1 (ro) | Dispozitiv de sincronizare pentru linii de fabricaţie şi ambalare a produselor alimentare | |
JPS58160032A (ja) | 回転式処理装置 | |
US20090078532A1 (en) | Conveying device | |
EP0132639B1 (en) | Conveyor apparatus | |
CA2056623C (en) | Plate shears | |
GB2175887A (en) | Mechanism for releasing articles one at once under gravity | |
US5060840A (en) | Apparatus for conveying rounded can body blanks to a welding unit | |
NL8802615A (nl) | Transport- en positioneer-inrichting. | |
EP0029013B1 (en) | Machine for machining panels, planks and sections or similar, in particular for wood and the derivatives thereof | |
US4240274A (en) | Reciprocating sled drive for a flat bed knitting machine | |
GB2226786A (en) | Shearing machine | |
NL9000539A (nl) | Vervaardigingsinrichting voor het bewerken en monteren van onderdelen. | |
SU1752565A2 (ru) | Устройство дл зачистки обло с пластмассовых деталей | |
US4964343A (en) | Pallet in frictionally driven roller type transfer apparatus | |
SU1692735A1 (ru) | Устройство дл обработки отливок преимущественно блока цилиндров | |
SU908694A1 (ru) | Штанговый конвейер |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
BV | The patent application has lapsed |