NL8002439A - Middel voor het verschaffen van een aansluiting op een te betonneren wand. - Google Patents

Description

N.O. 28.996 "1"

Middel voor het verschaffen van een aansluiting op een te beton-neren wand.

De uitvinding gaat uit van een middel voor het verschaffen van een aansluiting voor een bouwwerk, zoals een tussenwand, trap of tussenvloer, op een in een bekisting te betonneren wand, welk middel ten minste een geprofileerd element met twee poten en ten 5 minste één' bodem omvat, door welke bodem ten minste een stalen wapeningsstaaf zo is doorgevoerd, dat zijn eerste, voor het in-betonneren in de wand bedoelde deel zich op de ene en zijn tweede van het eerste deel onder een rechte hoek afgebogen deel zich op de andere zijde van het profielelement, aanliggendtegen het door 10 de poten begrensde bodemvlak, bevindt, waarbij het element op de binnenwand van de bekisting zo wordt geplaatst, dat het met zijn poten rust op de binnenwand van de bekisting, om tussen de bodem en de bekisting een holle ruimte te vormen.

Om een wand uit beton bijvoorbeeld een tussenwand, een trap, 15 een tussenvloer of een balcon aan te sluiten, moet de uit beton vervaardigde wand, om een aansluitplaats té vormen'"ausgespitzt" worden. Dit werk is moeilijk, tijdrovend en kostbaar.

Dit probleem van de bouwindustrie zou door middel van een werkwijze voor het vervaardigen van wapeningsdelen volgens het Zwit-20 serse Octrooischrift 562 576 vermeden worden. De U-vormig gebogen wapeningsstaven, waarvan de U-vormige poten verder onder een rechte hoek worden afgebogen, worden met de afgebogen pootarmen onderliggend in een gootvormige schaal geplaatst, waarin een.vloeibaar schuimend materiaal wordt geleid. De gebogen wapeningsstaven met 25 de afgebogen pootarmen komen in het verharde schuimmateriaal te liggen, waarbij de beugels met de poten uit het schuimmateriaal steken. De uit de bredere zijde van de evenwijdig lopende zijden van het in dwarsdoorsnede trapeziumvormige lichaam uit schuimmateriaal stekende beugel is bedoeld voor het inbetonneren in de 20 wand. De langs de smallere evenwijdige zijde van het lichaam uit schuimmateriaal op het bovenvlak ervan liggende pootarmen zijn bedoeld voor het uitbuigen.

Yoor het betonneren van een wand wordt op de bekisting een dergelijk wapeningsdeel geplaatst en de wand wordt gebetonneerd.

55 j)e beugels blijven dan in de gerede wand vast verankerd, terwijl het draagdeel uit schuimmateriaal aan het oppervlak van de wand komt te liggen,. Het lichaam uit schuimmateriaal moet dan voordat 800 2 4 39 Μ -2- de pootarmen uitgebogen kunnen worden worden uitgekrabd. Gebleken is dat het uitkrabben van dit lichaam uit schuimmateriaal om de pootarmen van de wapeningsstaven vrij te leggen, bij een wand met een hoogte van 240 cm en bij een dikte van het lichaam uit schuimmate-5 riaal van 20 cm ongeveer 15 tot 20 minuten in beslag nesnt. Een dergelijke handarbeid is echter tijdrovend en dus ook kostbaar.

In het Franse Octrooischrift 2.142.140 is een middel beschreven voor het verschaffen van een aansluiting op een te betonneren bouwwerk, welk middel bestaat uit een hard geprofileerd element uit 10 staalplaat met een bodem en twee poten. Door de bodem van het element zijn wapeningsstaven zo geleid dat een deel ervan, dat voor het inbetonneren is bedoeld, op de ene zijde van het element ligt en een ïï-vormige beugel vormt, en het andere deel, waarvan een deel onder een rechte hoek is afgebogen, op de andere zijde van het element 15 op zijn bodem rust. Het element wordt met de keel tegen de bekis-tingswand gelegd, 2odat tussen de bekistingswand en de bodem van het element een holle ruimte ontstaat.

Na het verharden van de in de bekisting gegoten beton wordt deze van de beton afgenomen. Dan worden de op de binnenzijde van de 20 bodem rustende delen van de wapeningsstaven gegrepen en gericht, waarna het element van de beton voor verder gebruik wordt afgenomen. Om het afnemen van het element van de beton te vergemakkelijken, sluit elke poot met de bodem van het element een stompe hoek in.

Het afnemen van het uit staalplaat bestaande element vanaf 25 de verharde beton is echter arbeidsintensief en tijdrovend. Verder biedt de verdieping in het bovenvlak van het betonnen bouwsel na het afnemen van het element geen gunstig hechtvlak voor het aan te sluiten te betonneren bouwwerk, omdat de zijwanden van de verdie-•ping met hun bodemwand stompe hoeken insluiten.

30 Opgave van de uitvinding is de bovenbeschreven nadelen van de bekende werkwijzen en middelen voor het verschaffen van een aansluiting op een te betonneren bouwwerk op te heffen. Een middel wordt verschaft bij toepassing waarvan het verschaffen van de aansluiting snel plaats heeft en het hechtvermogen van de gerede aanslui-35 ting voor verder te betonneren aansluitend bouwwerk beter is dan bij de bekende aansluitingen. Verder moet het middel ook voor transport goed geschikt zijn.

Volgens de uitvinding wordt deze opgave‘bij de hierboven genoemde middelen op zodanige wijze opgelost, dat het geprofileerde ele-40 ment uit gestrekte plaat of kunststof bestaat waarvan het oppervlak 8002439 -3- ‘ ruw is gemaakt en waarvan de poten met de bodem steeds een scherpe hoek insluiten,

Bij voorkeur bestaat het profielelement uit geperforeerdfe, gestanste gedrukte of van ribben voorziene gestrekte staalplaat of 5 kunststof. Aan de hand van een tekening, waarin uitvoeringsvoorbeelden zijn weergegeven, wordt de uitvinding hierna nader beschreven .

Fig. 1 toont in perspectief een aanzicht van een uitvoeringsvorm van een profielelement met wapeningsstaven, die op de ene zijde 10 van het profielelement tot een U-vormige béugel en op de andere zyde van het profielelement tot ten opzichte van de poten van de beugel loodrecht gebogen einddelen zijn gevormd.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht van het profielelement.

Fig. 3 toont een horizontale doorsnede van het in een hoofd-15 wand ingebetonneerde en op een bekisting bevestigde profielelement met wapeningsstaven.

Fig. 4 en 5 tonen horizontale doorsneden van de hoofdwand met een op de hoofdwand door middel van een profielelement met wape-ningsstaven aangesloten tussenwand.

20 Fig. 6 toont een langsdoorsnede van twee andere uitvoerings vormen van in een hoofdwand ingebetonneerde en op een bekisting bevestigde profielelementen met wapeningsstaven.

Het in de figuren weergegeven profielelement 4 bestaat uit een staalplaat (bij voorkeur gestrekte staalplaat) of uit een kunst-25 stofmateriaal, dat geperforeerd, getand, gestanst, gedrukt of van ribben is voorzien, om het oppervlak ervan ruw te maken. Het gelijkmatig geruwde oppervlak geeft namelijk een optimale verbindingsmogelijkheid tussen*twee -betonstortingen bij het inbetonneren van het profielelement 4 in een hoofdwand 1, zoals hierna nader verklaard.

30 De in de fig. getoonde in dwarsdoorsnede trapeziumtandvormige uitvoering van het profielelement 4 bezit twee poten 7 alsmede twee in hetzelfde vlak liggende bodems 6, die door een versterkingsribbe 5 in de vorm van een V zijn verbonden. De versterkingsribbe kan willekeurig zijn uitgevoerd; hij is bedoeld voor het opnemen van de 35 door de beton op het profielelement 4 uitgeoefende druk. De poten 7 sluiten met de bodem 6 een hoek van ongeveer 60°C; aldus wordt een aanslag zonder problemen voor het op de hoofdwand aan te sluiten bouwwerk verschaft. Zoals uit fig. 6'blijkt, kan een enkel profielelement 4 of kunnen twee daarvan aanwezig zijn. Het profiel kan 40 in dwarsdoorsnede-echter meandervormig, zigzagvormig of golfvormig f00 24 39 'j -4- zijn, waarbij ook combinaties van deze vormen niet uitgesloten zijn.

Door de in de bodem 6 van het profielelement 4 gestanste gaten 10 zijn wapeningsstaven 3 geleid. Op één zijde van het profielelement 4 zijn de wapeningsstaven 3 tot ïï-vormige beugels 3a gevormd, waarbij 5 op een bepaalde afstand vanaf deze beugels de einddelen 3¾ van de wapeningsstaven 3 onder een rechte hoek zijn omgebogen en op de andere zijde van een profielelement 4 tegen de door de poten 4 begrensde bodemvlakken rusten. De U-vormige beugels 3a zijn voor het inbeton-neren in de hoofdwand 1 bedoeld. Na het inbetonneren worden de op de 10 bodemvlakken 3 aanliggende einddelen 3b van de wapeningsstaven 3 onder een rechte hoek naar buiten gebogen, zodat zij dan met de in de hoofdwand 1 ingebetonneerde U-vormige poten in dezelfde richting verlopen.

Bewapeningsstaven behoeven echter ook niet tot ïï-vormige beugels gevormd te zijn; de beugels kunnen omega-vormig zijn of in plaats van 15 beugels kunnen indien gewenst haken of geheel rechtlopende einddelen zijn aangebracht. Bij een enkele wapeningsstaaf moet natuurlijk steeds een beugel aanwezig zijn.

De betonnering van de hoofdwand 1 heeft als hierna beschreven plaats. Eerst wordt op de binnenwand van de voor het betonneren van 20 de hoofdwand bedoelde bekisting 2 het profielelement met de daardoor gaande wapeningsstaaf 3 zo geplaatst dat tussen het profielelement 4 en de binnenwand van de bekisting 2 een holle ruimte ontstaat. Een dergelijke holle ruimte is door de bodem 6 en de poten 7 van het profielelement 4 begrensd waarbij de poten tegen de binnenwand van de 25 bekisting 2 rusten. Dan wordt in de bekisting buiten deze holle ruimte gietbeton gegoten, waarbij de ïï-vormige beugel 3a van de wapeningsstaven 3 niet de overeenkomstige poten in de beton van de hoofdwand 1 wordt ingegoten. Na het afnemen van de bekisting 2 blijft in het be-tonvlak van de hoofdwand 1 waar zich het ingebetonneerde profielelement 30 4 bevindt, een verdieping achter. ïïit deze verdieping kunnen de vrije einddelen 3b van de wapeningsstaven 3 ongehinderd onder een rechte hoek naar buiten worden gebogen. De op de hoofdwand 1 aan te sluiten tussenwand 9> 9a of een ander bouwwerk wordt dan gebetonneerd.

Omdat de breedte van het profielelement 4.kleiner is dan de tus-35 senwand 9» 9a ontstaat op de aansluitplaats tussen de tussenwand 9»9a en de hoofdwand 1 een zuivere voeg.

Om een snelle montage van het profielelement 4 voor het iribeton-neren mogelijk te maken zijn door de bodem 6 bevestigingsstiften 8 gebracht, die in de bekisting 2 worden geslagen.

4o De vorm van de wapeningsstaven (ïï-vormige of omega-vormige beu- S00 24 39 \ -5- gels of haken of recht verlopende einddelen ) wordt tevoren door de betreffende ingenieurs bepaald, zodat deze wapeningsstaven met het profielelement tijdig voorgefabriceerd kunnen worden.

"Voor transportdoeleinden worden de einddelen 3t> van wapenings-5 staven 3 gepuntlast om elkaar zonder beweging vast te houden of wordt over de poten 7 een kunstfolie gespannen.

Op deze wijze kan het uitkrabben van het kunststoflichaam in de hoofdwand geelimineeri worden. Daarbij zijn de vervaardigingskosten van het uit metaal of kunststofmateriaal bestaande profielelement niet tO groter dan die bij het vervaardigen van het kunststoflichaam. Uit de verdieping van het oppervlak van de gerede gegoten hoofdwand kunnen de einddelen van de wapeningsstaven snel en zonder problemen naar buiten worden gebogen. Er ontstaan geen kunststofresten in de hoeken van de door de kunststoflichamen veroorzaakte zwavelstaartvorm, zoals heti 15 geval is bij de beschreven stand van de techniek, wat hei inbeton- . neren van de aansluitwand bemoeilijkt.

Omdat het profielelement aan dë geharde beton van het bouwwerk blijft hechten en niet wordt afgenomen zijn moeizame en tijdrovende werkzaamheden met het afnemen van het profielelement opgeheven. De al-20 dus ontstane verdieping in het betonoppervlak van het gerede bouwwerk . verschaft een betere hechtmogelijkheid voor het aan te sluiten te betonneren verdere bouwwerk. Door aan de beide poten van het profielelement gespannen aangebrachte folie wordt het indringen van gietbeton in de holle ruimte tussen de binnenwand van de bekisting en de bodem 25 van het profielelement verhinderd. In dit geval kan het profielelement op de bekistingswand zonder bevestiging door middel van spijkers worden aangebracht.

(conclusies) 800 24 39

Claims (5)

1, Middel voor het verschaffen van een aansluiting voor een bouwwerk, zoals een tussenwand,trap of tussenvloer op een in een bekisting te betonneren wand, welk middel ten minste een geprofileerd 5 element met twee poten en ten minste een bodem omvat, door welke bodem ten minste een wapeningsstaaf zo is geleid, dat zijn eerste voor het inbetonneren in de wand bedoelde deel zich op de ene en zijn tweede vanaf het eerste deel rechthoekig afgebogen deel zich op de andere zijde van het profielelement aanliggend op het 10 door de poten begrensde bodemvlak bevindt, waarbij het element aan de binnenwand van de bekisting zo wordt geplaatst dat het met zijn poten op de binnenwand van de bekisting steunt, om tussen de bodem en de bekisting een holle ruimte te vormen, met het kenmerk, dat het geprofileerde element (4) uit gestrekte plaat of 15 kunststof bestaat, waarvan het oppervlak ruw gemaakt is en waarvan de poten (7) met de bodem (4) steeds een scherpe hoek insluiten.

2. Middel volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het prfielelement (4) bestaat uit geperforeerde, gestanste, gedrukte of van ribben voorziene gestrekte plaat of kunststof. 20

3· Middel volgens conclusie 1,met het kenmerk, dat het profielelement (4) van ten minste een versterkingsribbe (5) is voorzien.

4· Middel volgens een of meer van de conclusies 1-3, m e t het kenmerk, dat het profielelement (4) in dwarsdoorsnede 23 meandervormig, zigzagvormig of golfvormig is of een combinatie van deze vormen bezit.

5. Middel volgens een van de conclusies 1-4> met het kenmerk, dat over de beide poten (7) van het profielelement (4) een folie is gespannen, waartussen de bodem (6) en de folie 30 een afgesloten holle ontstaat. 8002439