NL8301346A - Bekistingsdrager. - Google Patents

Description

-1- 23133/CV/tl 4 *

Korte Aanduiding: Bekistingsdrager

De uitvinding heeft betrekking op een bekistingsdrager voor het afsteunen en bevestigen van een bekistingshuid,bestaande uit een draag-5 profiel voor een bekistingshuid en een het draagprofiel ondersteunende en verstijvende draagconstructie resp.een het draagprofiel voipnde spantconstructie.

Bekistingsdragers zijn in de verschillendste uitvoeringsvarianten reeds bekend en bestaan in het algemeen uit een bovenste gordel en een 10 onderste gordel en daartussen aangebrachte verstijvingsschoren,bijvoorbeeld in de vorm van vakwerkachtig verlopende profielstukken. Derge-lijke bekistingsdragers zijn op gunstige \i/ijze bij de vervaardiging van vlakke wanden,plafonds of dergelijke toe te passen. Indien echter gecompliceerde meervoudig of enkelvoudig gekromde bouwwerken uit beton bekis-15 tingstechnisch moeten worden verwerkt ontstaan moeilijkheden.Tot nu toe was het bij dergelijke moeilijke bekistingen noodzakelijk een onderconstructie voor het afvoeren van de krachten te vervaardigen, waarbij op deze onderconstructie met de contouren van het te bekisten object overeenkomstige bekledingen resp. opbouwen moesten worden aangebracht, •20 waarbij dan ten slotte op deze bekledingen of opbouwen een uit hout of metaal bestaande bekistingshuid kon worden bevestigd. Een dergelijke bekistingsopbouw is gecompliceerd en vereist ook veel arbeidstijd.

De onderhavige uitvinding beoogd dan ook een bekistingsdrager te verkrijgen,welke in het bijzonder geschikt is gecompliceerde,meervoudige 25 of enkelvoudige gekromde bouwwerken uit beton bekistingstechnisch eenvoudig te bekisten.

Volgens de uitvinding wordt hiertoe voorgesteld, dat het draagprofiel van de benodigde bekistingsvorm overeenkomstig in een vlak of ruimtelijk gekromd,afgebogen,afgeknikt en /of in diens langsas verdraaid verlopend 30 uitgevoerd is en de met het draagprofiel verbonden draag-of spanconstructie het verloop van het draagprofiel volgt,terwijl aan de gereed gekromde, afgebogen,afgeknikte, resp. verdraaide en gemonteerde bekistingsdrager aan de zijde van het draagprofiel de bekistingshuid te bevestigen is.

Door de maatregel volgens de uitvinding wordt dus de dragende 35 onderconstructie gelijktijdig tot vormgevende onderconstructie van de bekistingshuid samengevat.Indien een lichaam te bekisten is worden op de 8301346 « ' -* l -2- 23133/CV/tl noodzakelijke afstanden in een vlak of ruimtelijk gekromd®resp.verdraaide draagprofielen gevormd. Hierop kan dan aan deze draagprofielen de noodzakelijke draagconstructie aangebracht en vast daarmede verbonden worden. Er is zodoende reeds van de bekistingsdrager uit de 5 noodzakelijke bekistingsvorm gegeven.De bekistingswerkzaamheden op de bouwplaats zijn daardoor zeer aanzienlijk vereenvoudigd.

Verdere kenmerken en bijzondere voordelen van de uitvinding zullen hieronder volgen uit de beschrijving van de in de bijgaande figuren weergegeven uitvoeringsvoorbeelden van de constructie volgens 10 de uitvinding.

Fig. 1 toont in perspectief een bekisting met twee bekistings-dragers,waarbij echter ter wille van de overzichtelijkheid de draagconstructie hier weggelaten is.

Fig. 2 toont een bovenaanzicht op een bekisting volgens fig.1, 15 waarbij hier echter de draagconstructie eveneens is weergegeven.

Fig. 3 toont een doorsnede over een uitvoeringsvoorbeeld van een draagprofiel.

Fig. 4 toont een doorsnede over een verder uitvoeringsvoorbeeld van een draagprofiel.

20 Fig, 5 toont een bovenaanzicht op het in fig.4 afgeheelde draagprofiel.

Fig. 6 toont een verdere uitvoeringsvorm van een draagprofiel.

Fig. 7 toont een bovenaanzicht op fig,6.

Fig. 8 toont een aanzicht op een bekistingsdrager volgens een 25 verdere uitvoeringsvorm met aangebrachte bekistingshuid.

Fig. 9 toont een bovenaanzicht op een detail van een bekistingsdrager volgens fig.8.

Fig.10 toont een aanzicht op een verdere uitvoeringsvorm van een draagprofiel.

30 Fig. 11 toont een verticale doorsnede over het draagprofiel vol gens fig.10.

Fig. 12 toont een vooraanzicht op een deel van het draagprofiel voJ^ns fig.10.

Fig.13 toont een dergelijk draagprofiel bij gebruik in een 35 bekisting.

Fig,14 toont een verdere uitvoeringsvorm van een bekistingsdrager.

8301346 -3- 23133/CV/tl

De bekistingsdrager 1 volgens de fig.1 en 2 bestaat uit een draag-profiel 2,welke dienst doet voor aanligging tegen een bekistingshuid 3, en een draagconstructie 4. De bekistingshuid wordt bij het in de fig.1 en 2 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld gevormd door afzonderlijke be-5 kistingsplanken 5. Vanzelfsprekend kan de bekistingshuid ook uit metaal, bijvoorbeeld een metaalplaat zijn vervaardigd. In plaats van planken met parallel begrensde randen of conisch uitgevaerde randen met groef en I < veer kan een bekisting worden+gevormd in de vorm van latten,die bxJ" voorbeeld op een afstand van _ 5 tot 6 cm aangebracht worden. Op deze 10 lattenconstructie wordt dan een dunne vervormbare bekistingshuid gelegd.

Het wezenlijke bij de bekistingsdrager volgens onderhavige uitvinding is nu daarin gelegen,dat het draagprofiel 2 aan de vereiste vorm van de bekisting is aangepast,dus in een vlak of ruimtelijk gekromd 15 verlopend, afgebogen of afgeknikt is of ook indien dit noodzakelijk is in zijn langsas verdraaid verloopt. Verder is het van bijzonder belang, dat de met het draagprofiel 2 verbonden draagconstructie 4 het . Overloop van ^et draagprofiel 2 volgt. Dit volgen van de draagconstructie is daarbij in het bijzonder betrokken op het het draagprofiel 2 20 toegekeerde randgedeelte van de draagconstructie 4.Dit daarom daar toch bij de onderhavige uitvinding de draagconstructie op verschillende soort en wijze overeenkomstig de omstandigheden kan worden vervaardigd .

Er is namelijk een zeer eenvoudige vervaardiging van deze bekistingsdrager mogelijk. Eerst worden de draagprofielen 2 in een vlak of 25 ruimtelijk gekromd resp. verdraaid,zodat dus de draagprofielen 2 reeds de uiteindelijke voor de bekisting noodzakelijke vorm bezitten. Daarop wordt de draagconstructie 4, bijvoorbeeld in de vorm van een staalroostercon -structie of een vlechtwerkconstructie aangebrach't,waarbij een vaste verbinding tussen het draagprofiel 2 en de draagconstructie 4 bijvoorbeeld 30 door lassen plaatsvindt. Vanzelfsprekend is ook een schroefverbinding of een klinken mogelijk. Voor een snelle en veilige verbinding is echter het gebruikmaken van lassen bijzonder gunstig.

De constructie volgens de uitvinding kan dus als een soort wegwerp-constructie met samengelaste draagconstructie worden uitgevoerd,zoals de 35 uitvoering volgens de fig.1 en 2 toont.

Bij de uitvoering volgens de fig.8 en 9,welke later nog meer ge- 8301346 -4- 23133/CV/tl detailleerd zal worden beschreven,is ook een meervoudige toepassing van een bekistingsdrager mogelijk,waarbij verschillende verstelvarianten aanwezig zijn.

. Afhankelijk van de geometrische vorm van het te vervaardigen j betonnen lichaam kan doordringingsvrij de bekisting worden toegepast, dus in het bijzonder bij rotatie-symmetrische lichamen.Bij anders gevormde af bij eenzijdige van een bekisting voorziene vlakken zijn op de noodzakelijke afstanden doorbindingen aan te brengen.

De draagprofielen 2 kunnen uit afzonderlijke profielen worden ge-2Q bogen,terwijl ook de mogelijkheid bestaat deze draagprofielen 2 door een tweede profiel te versterken. Bij de uitvoering volgens fig.3 bestaat het draagprofiel 2 uit twee overeenkomstig het vereiste verloop gekromde,afaeboa^n, afgeknikte resp. verdraaide profielrails 6 en 7.

De profielrails 6 is in de vorm van een aan de zijde van de bekistings-25 huid open U-vormige drager uitgevoerd,terwijl daarentegen de andere meer naar achteren gelegen profielrail 7 is uitgevoerd als hol profiel. Bij opstelling van twee dergelijke profielrails 6 en 7 tot een draagprofiel worden doelmatig deze beide profielrails 6 en 7 vast met elkaar verbonden,bijvoorbeeld samengelast. Deze verbinding vindt doelmatig eerst 20 na het krommen,afbuigen,afknikken resp. verdraaien plaats ,waarop na het samenlassen de gegeven vorm aanzienlijk is verstijfd.

Een bijzonder doelmatige uitvoeringsvorm ligt daarin,dat in het draagprofiel 2 aan zijn het aanligvlak voor een bekistingshuid vormende begrenzingsvlak althans over een deel van de breedte daarvan en over .

25 zijn gehele lengte open is,v/at biJ dR uitvoering volgend fig.3 door de toepassing van een U-vormige drager wordt bereikt. In deze open zijde wordt een uit hout bestaand inlegstuk 8 ^plaatst. Dit inlegstuk 8 kan als doorgaande uit een stuk bestaande en ook over'de gehele doorsnede uit een stuk bestaande houten lat zijn tpvormd. Een doelmatige uitvoe-30 ringsvorm wordt ook dan verkregen,indien het houten inlegstuk 8 uit twee of meerdere op elkaar liggende houtlagen wordt gevormd,daar de dienovereenkomstig dunnere houtlagen 9 gemakkelijk kunnen worden aangepast aan de noodzakelijke kromming resp. de afbuigingen van het draagprofiel 2.

35 Het houten inlegstuk 8 is vast met het draagprofiel 2 verbonden, bijvoorbeeld met behulp van bouten 10. Een dergelijke constructie van 8301346 » -5- 23133/CV/tl het draagprofiel brengt bijzondere voordelen met zich mee. Er ontstaat daardoor een ruimtelijke of echter ook een vlakke bekistingsdrager waarbij de bovenste gordel gelijktijdig een spijkervlak voor de bekis-tingshuid vormt. Indien de bekistingsdrager dienovereenkomstig gevormd 5 is en het draagprofiel 2 vast met de draagconstructie 4 is verbonden behcrft slechts nog het houten inlegstuk 8 te worden ingébracht en bevestigd. Hierop kan dan het bekistingshout of een dergelijke bekistings-huid rechtstreeks op het houten inlegstuk van het draagprofiel 2 worden 10 gespijkerd.

Vanzelfsprekend bestaat binnen het raam van de uitvinding ook de mogelijkheid een vlakke bekistingsdrager op dezelfde wijze met een dergelijk draagprofiel en een dergelijk houten inzetstuk uit te rusten. Verder is het ook mogelijk dat afhankelijk van het te vervaardigen be-15 tonnen profiel tussen de gekromde,afgebogen,afgeknikte of verdraaide gedeelten rechte gedeelten van draagprofielen benodigd worden,welke dan vanzelfsprekend op dezelfde soort en wijze volgens de uitvinding zijn opgebouwd.

Ook bij de uitvoering volgens de fig.4 en 5 is het draagprofiel 20 aan zijn het aanlegvlak voor een bekistingshuid vormend begrenzingsvlak open uitgevoerd voor het inzetten van een houten inzetstuk 8.Bij deze constructie wordt het draagprofiel 2 uit twee naar de aanligzijde toe een open U*profiel vormende L-vormige dragers 11 en 12 gevormd,welke in het gebied van de in hetzelfde vlak liggende benen 13 en 14 via verbin-25 dingsruggen 15 vast met elkaar zijn verbonden. In het gebied van de verbindingsruggen kan dan ook een vast schroeven van het houten inlegstuk 8 plaatsvinden.

Een draagprofiel 2 volgens de uitvinding van de fig.4 en 5 kan ook bij de uitvoering volgens de fig.1 en 2 worden 'toegepast.

30 Een verdere uitvoeringsvorm van een draagprofiel 2 kan ontnomen worden uit de fig.6 en 7.Er zijn hier twee U-vormige dragers 16 en 17 met hun open zijden naar elkaar toegericht opgesteld,waarbij voor de verbinding van deze U-vormige dragers 16 en 17 verbindingsruggen 18 zijn aangebracht. Er wordt daardoor een draagprofiel 2 met een onder-35 sneden voorste opening verkregen,zodat eventueel een inschuiven van een houten inlegstuk 8 vanaf de zijkant af mogelijk is. Vanzelfsprekend is het bij een dergelijke uitvoeringsvorm ook denkbaar eerst de U-vormige dragers 16 en 17 in overeenstemming met de gewenste vorm rond te 8301346 -6- 23133/CV/tl * maken,af te buigen,waarop dan het houten inlegstuk 8 wordt ingezet en de verbindingsruggen 18 kunnen worden ingelast. Ook bij' deze uitvoering zijn weer vastschroef mogelijkheden voor het houten inlegstuk in de nabijheid van deze verbindingsruggen 18 aangebracht.

5 Zoals uit de fig. 3 tot 7 kan worden ontnomen bestaan vele moge lijkheden voor de uitvoering van het profiel voor het draagprofiel 2.

Er kunnen zo afzonderlijke U-vormige dragers,uit meerdere profielen samengestelde U-vormige dragers of ook uit meerdere profielrails samengebouwde draagprofielen worden benut. Bij al deze uitvoeringsvormen zijn 10 doelmatig in de aan de zijde van de bekistingshuid open ruimtes houten inlegstukken 8 geplaatst.

Bij de uitvoering volgens de fig.8 en 9 is het draagprofiel ,dat een soortgelijke opbouw kan hebben als bijvoorbeeld bij de uitvoeringen volgens de fig.3 tot 7,dus ook met een houten inlegstuk kunnen zijn uit-15 gerust,uit meerdere op elkaar aansluitende draagprofielgedeelten 19 gevormd,welke onderling zwenkbaar met elkaar zijn verbonden. Tussen de afzonderlijke gedeelten 19 van het draagprofiel zijn dus scharniervormige verbindingen 20 aangebracht. Hoe korter nu deze gedeelten 19 van het draagprofiel zijn uitgevoerd des te minder ontstaat een trapsgewijze overgang 20 bij overeenkomstige betongedeelten. Vanzelfsprekend is bij een dergelijke uitvoering een zeer snelle en veelvoudig variabele uitvoering mogelijk.

Zo zal het ook denkbaar zijn,dat de afzonderlijke gedeelten 19 van het draagprofiel recht zijn uitgevoerd of echter ook met een overeenkomstige kromming zijn uitgerust. Van bijzonder voordeel is ,dat deze draagprofiel 25 gedeelten 19 telkens vast met een gedeelte 21 van de draagconstructie zijn verbonden. Deze gedeelten van de draagconstructie kunnen bijvoorbeeld uit telkens twee van de nabijheid van de einden van de draagprofielgedeelten 19 uitgaande en in een scherpe hoek naar’ elkaar toe lopende pro-fielstukken 22 zijn gevormd. Zodoende wordt een zeer eenvoudige construc-30 tie verkregen.

Om een fixering resp. uiteindelijke verstijving van de bekistings-drager in de ingestelde vorm te bereiken zijn de vrije einden van de gedeelten 21 van de draagconstructie via in hun lengte verstelbare ver-bindingsorganen 23 onderling afgesteund. Om een starre afsteuning te 35 bereiken kunnen deze verbindingsorganen doelmatig als zwenkbaar aan een leger aan het vrije einde van de draagconstructie-gedeelten 21 aangrijpen- 8301346 >7- 23133/CV/tl de schroefdraadspillen 24 uitgevoerd worden. Om een eenvoudig verstellen en een vastzetten te bereiken is er zorg voor gedragen,dat de op naburige draagconstructiedelén 21 aangrijpende schroefdraadspillen 24 zijn uitgerust met schroefdraad met tegengestelde spoed waarbij de vrije 5 einden van telkens een schroefdraadspilpaar in een mof met twee schroef-draadgedeelten van tegengestelde spoed ingrijpen. Indien nu de mof 25 naar de ene zijde wordt verdraaid worden de schroefdraadspillen 24 uit de schroefdraadmof uitgedrukt.Indien daarentegen een verdraaiing in de andere richting plaatsvindt worden de beide einden van de schroefdraad-10 spillen in deze mof 25 naar binnen getrokken.Vanzelfsprekend moet bij overeenkomstig grote lengteverschillen van de verbindingsorganen 23 een toepassing van schroefdraadspillen 24 met verschillende lengtes plaatsvinden.

Vanzelfsprekend zal het binnen het raam van de uitvinding ook 25 denkbaar zijn om in plaats van de verstelbare verbindingsorganen 23 vaste profielstukken in te lassen of aan de gedeelten 21 van de draagconstructie met bouten of nagels vast te zetten.Een snellere aanpassingsmogelijkheid wordt echter door de toepassing van in lengte veranderbare verbindingsorganen 23 mogelijk.

2o Bij de uitvoering volgens fig.10 bestaat het draagprofiel uit twee vlakke profielen 30,31,welke bijvoorbeeld uit een vlak ijzer of ook uit een bistaalwapening kunnen zijn gevormd. Tussen deze beide vlakke profielen 30 en 31 zijn afstandhoudprofielen 32 geplaatst,welke verschillende doorsnedevormen kunnen bezitten,?oals ook uit fig.10 kan worden 25 ontnomen.Deze de afstand handhavende profielen kunnen dus zowel korte uit hout bestaande profielstukken als ook U-vormige profielstukken zijn. Althans het buitenste vlakke profiel 31 is voorzien van langssleuven 33. Vanzelfsprekend kan ook het binnenste vlakke profiel of strip 30 zijn voorzien van dergelijke langssleuven 33. Na de vereiste vervorming van 30 de vlakke profielen 30 en 31 en zodoende het verkrijgen van de bepaalde vormgeving voor het gehele draagprofiel 2 worden de beide strippen of vlakke profielen in de nabijheid van de afstandsstukken 32 onderling vastgespannen,waarbij tot dit doel in het weergegeven uitvoeringsvoor-beeld de bouten 34 worden toegepast. Daar het bij een boogvormig ver-35 loop van het draagprofiel tot een onderlinge wijziging in stand tussen de vlakke profielen of strippen 30 en 31 komt kan door de langssleuven 8301346 -8- 23133/CV/tl * 33 een vereffening worden verkregen.Na het vastschroeven van de vlakke profielen 30 en 31 wordt een op zich stabiel draagpr'ofiel 2 verkregen.

Bij deze uitvoeringsvorm bestaat ook de mogelijkheid rechtstreeks met de draagprofielconstructie een houten oplegstuk 8 te bevestigen.Indien een 5 bekisting voor cilindrische bouwwerken wordt vervaardigd zijn bij een dergelijk draagprofiel spanconstructies voldoende,welke het draagpro-fiel dienovereenkomstig volgen.Er kan ook een gewapend drukring-resp. trekringsysteem worden toegepast. Dit vormt dan aanvullend de het draagprofiel 2 volgende draag- of spanconstructie.

10 Bij deze uitvoering zal het dus voldoende zijn de bouten 34 op te lossen,zodat een zekere vervorming van de draagprofielen gemakkelijk kan worden uitgevoerd. Door aantrekken van de bouten 34 wordt deze vervorming vastgelegd.

Fig.13 toont een toepassing van een dergelijk draagprofiel 2 vol-15 gens de fig.10 tot 12.

Een mogelijkheid een dergelijk draagprofiel 2 of ook draagprofielen van andere constructie,bijvoorbeeld volgens de fig.1 tot 7,door een draagconstructie te versterken is te ontnemen uit fig.14.Het gaat hier om een vervaardigingstechnisch zeer eenvoudige uitvoeringsvorm.Het draagprofiel 20 2 wordt dienovereenkomstig voorgevormd,waarbij dit overeenkomstig flexibel of gemakkelijk buigbaar kan worden uitgevoerd. De draagconstructie wordt uit een met afstand tot het draagprofiel 2 opgestelde,eveneens buigbare profielrail 35 en daartussen liggende schoren 36 gevormd.De schoren 36 vormen tussen de profielrail 35 en het draagprofiel 2 een vakwerkvormige 25 opbouw.Verder blijkt ook uit de tekening,dat de afzonderlijke schoren 36 allen dezelfde lengte bezitten en aan hun uiteinden zwenkbaar met elkaar zijn verbonden.In het gebied van deze verbindingsplaatsen 37 kunnen de schoren 36 vast met het draagprofiel 2 resp. de profielrail 35 worden verbonden,zodat een op zich stabiele draagconstructie 4 ontstaat.Aange-30 zien door de bijzonder vorming van een dergelijke bekistingsdrager en ten gevolge van de gelijke lengte van de afzonderlijke schoren 36 een aan-grijping van de verbindingsplaatsen 37 in verschillende afstanden plaatsvindt kan deze bevestiging door overeenkomstige bouten of onder aanvullende aanbrenging van klemstukken 38 plaatsvinden. Deze klemstukken zijn 35 dan langs het draagprofiel 2 resp.ook de profielrail 35 verschuifbaar.

Na het vastschroeven is een vaste verbinding verkregen.

8301346 -9- 23133/CV/tl *

Door onderhavige uitvinding is het mogelijk geworden gecompliceerde, meervoudig of enkelvoudig gekromde bouwwerkefn uit beton bekis-tingstechnisch eenvoudig te vervaardigen,waarbij in het bijzonder de werkzaamheden op de bouwplaats zelf aanzienlijk eenvoudiger kunnen worden 5 verricht.

8301346

Claims (20)

1. Bekistingsdrager voor het afsteunen en bevestigen van een bekis-tingshuid,bestaande uit een draagprofiel voor een békistingshuid en een het draagprofiel ondersteunende en verstijvende draagconstructie,resp. een het draagprofiel volgende spanconstructie,met het kenmerk,dat het 5 draagprofiel (2) overeenkomstig de vereiste bekistingsvorm in een vlak of ruimtelijk gekromd,afgebogen,afgeknikt en/ofin diens langsas verdraaid verlopend uitgevoerd is en de met het draagprofiel (2) verbonden draag-of spanconstructie (4) het verloop van het draagprofiel (2) νο]φ,terwijl aan de gereed gekromde,afgebogen, afgeknikte resp. verdraaide en gemon-10 teerde bekistingsdrager (1) aan de zijde van het draagprofiel de bekis-tingshuid (3) te bevestigen is.

2. Bekistingsdrager volgens conclusie l,met het kenmerk,dat het draagprofiel (2) uit een of meerdere overeenkomstig het vereiste verloop gekromde ,afgebogen,afgeknikte,resp.verdraaide profielrails is gevormd.

3. Bekistingsdrager volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk,dat het draagprofiel (2) vast met de draagconstructie (4) is verbonden,bij voorkeur daaraan is vastgelast.

4. Bekistingsdrager volgens een der conclusies 1 tot 3,met het kenmerk,dat aan het draagprofiel (2) bij zijn oplegvlak voor de bekistings- 20 huid (3) een houten oplegstuk (8) resp. een houten inlegstuk is bevestigd.

5. Bekistingsdrager volgens conclusie 4,met het kenmerk,dat het draagprofiel (2) aan zijn het aanlegvlak voor een békistingshuid (3) vormende begrenzingsvlak althans over een deel van de breedte daarvan en over zijn gehele lengte open is en in deze open zijde een houten inleg- 25 stuk (8) is ingezet.

6. Bekistingsdrager volgens een der voorgaande conclusies,met het kenmerk,dat het draagprofiel (2) uit een aan de zijde van de bekistings-huid open U-vormige drager (6) is gevormd.

7. Bekistingsdrager volgens een der voorgaande conclusies,met het 30 kenmerk,dat het draagprofiel (2) uit twee naar de aanlegzijde toe een open U-vormig profiel vormende L-dragers (11,12) met tussen de in hetzelfde vlak liggende benen (13,14) van de L-vormige dragers (12,11) aangebrachte verbindingsruggen (15) bestaat.

8. Bekistingsdrager volgens een der voorgaande conclusies,met het 35 kenmerk,dat het draagprofiel (2) uit een aan de zijde van de bekistings-huid open U-vormige drager (6) en een van de open zijde afgekeerd aange- 8301346 -11- 23133/CV/tl fr bracht hol profiel (7) is gevormd,waarbij de U-vormige drager (6) en het holle profiel (7) bijvoorbeeld door lassen vast met -elkaar zijn verbonden.

9. Bekistingsdrager volgens een der conclusies 1 tot 4,met het kenmerk dat het draagprofiel (2) met afstand ten opzichte van elkaar ver- 5 lopende vlakke profielen (30,31) of bistaalbewapeningen is uitgevoerd, waarbij tussen deze vlakke profielen (30,31) of histaalbewapeningen in de lengterichting met afstand op elkaar volgende afstandhoudprofielen (32) zijn aangebracht,waarbij de beide vlakke profielen (30,31) van het draagprofiel ( 2) telkens in de nabijheid van de de afstand houdende 10 profielen (32) aan elkaar zijn geschroefd.

10. Bekistingsdrager volgens conclusie 9,met het kenmerk,dat althans een van de vlakke profielen (30,31) van het draagprofiel (2) is voorzien van langssleuven (33) voor het inzetten van verbindingsbouten (34)__.

11. Bekistingsdrager volgens een der conclusies 4 tot 8,met het ken-15 merk,dat het in de open aanlegzijde van het draagprofiel (2) ingezette houten inzetstuk (8) vast aan het draagprofiel (2) is gezet met behulp van bouten.

12. Bekistingsdrager volgens een der conclusies 4,5 en 11 ,met het kenmerk,dat'het houten inlegstuk (8) uit. twee of meerdere op elkaar 20 liggende houten lagen (9) is gevormd.

13. Bekistingsdrager volgens een der conclusies 1 tot 3,met het kenmerk, dat de draagconstructie (4) uit vakwerkvormig met elkaar verbonden profielstukken is gevormd.

14. Bekistingsdrager volgens een der voorgaande conclusies,met het ken-25 merk ,dat het draagprofiel (2) uit meerdere op elkaar aansluitende gedeelten (19) van het draagprofiel is gevormd,welke gedeeltèn onderling zwenk-baar met elkaar zijn verbonden.

15. Bekistingsdrager volgens conclusie 14,met het kenmerk,dat de afzonderlijke gedeelten (19) van het draagprofiel vast zijn verbonden met ge- 30 deelten (21) van de draagconstructie ,waarbij de vrije einden van de gedeelten (21) van de draagconstructie onderling zijn afgesteund via in hun lengte verstelbare verbindingsorganen (23).

16. Bekistingsdrager volgens conclusie 15,met het kenmerk,dat de verbindingsorganen (23) als zwenkbaar aan een leger aan het vrije einde van 35 de gedeelten (21) van de draagconstructie aangrijpende schroefdraadspillen (24) zijn uitgevoerd. 8301346 Γ> -12- 23133/CV/tl

17. Bekistingsdrager volgens conclusie 16,met het kenmerk,dat de op naburige gedeelten (21) van de draagconstructie aangrijpende schroefdraad-spillen (24) zijn voorzien van schroefdraad met tegengestelde spoed,waarbij de vrije einden van telkens een schroefspindelpaar in een mof (25) 5 met twee gedeelten van schroefdraad met tegengestelde spoed ingrijpen.

18. Bekistingsdrager volgens een der conclusies 15 tot’ 17,met het kenmerk,dat de gedeelten (21) van de draagconstructie uit telkens twee vanaf de nabijheid van de einden van de gedeelten (19) van het draagprofiel uitgaande en onder een scherpe hoek naar elkaar toe lopende profielstukken 10 (22) zijn gevormd.

19. Bekistingsdrager volgens een der conclusies 1 - 3 of 13,met het kenmerk,dat het draagprofiel ( 2) en een op afstand daarvan aangebrachte rail (35) van de draagconstructie (4) zijn gevormd uit gemakkelijk buigbare profielrails en tussen deze profielrails een vakwerkvormige opbouw 15 uit even lange, aan hun uiteinden zwenkbaar met elkaar verbonden schoren (36)is geplaatst,waarbij de desbetreffende verbindingsplaatsen (37) van de schoren (36) vast met het draagprofiel (2) resp. de op afstand daarvan aangebrachte profielrail (35)van de draagconstructie (4) te verbinden zijn.

20 8301346