NL2007058C2

NL2007058C2 - Samenstel en werkwijze voor het vervaardigen van een groene band.

Info

Publication number: NL2007058C2
Application number: NL2007058A
Authority: NL
Inventors: Jan Kornelis Grashuis; Wiebe Herman Wolde; Erik Harm Jan Teule
Original assignee: Vmi Holland Bv
Priority date: 2011-07-06
Filing date: 2011-07-06
Publication date: 2013-01-08
Also published as: RU2014104026A; TW201328858A; JP2014522757A; WO2013006043A1; TW201311434A; BR112013004441A2; CN103097119A; RU2013104087A; CN103764380A; JP6085599B2; US20140196834A1; EP2729299A1; EP2598322A1; TWI558542B; US20130205590A1; JP2014525849A; EP2598322B1; RU2560368C1; BR112014000187A2; KR20140038336A

Description

Nr. NLP189549A

Samenstel en werkwijze voor het vervaardigen van een groene band

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een samenstel en werkwijze voor het vervaardigen van een 5 ongevulkaniseerde of groene band.

In de praktijk is het gebruikelijk om verschillende lagen voor een band, zoals bijvoorbeeld een auto- of truckband, op een bouwtrommel aan te brengen. Daarbij worden diverse lagen van rubber, zoals bijvoorbeeld de luchtdichte 10 voering, de zijkanten, en het loopvlak, gecombineerd met versterkingslagen, zoals bijvoorbeeld karkaslagen en gordellagen.

Het Europees octrooi EP-B1-880436 van aanvraagster omschrijft een samenstel voor het vervaardigen van een 15 groene band omvattende een eerste inrichting voor het vervaardigen van een gordelloopvlakpakket en een tweede inrichting voor het vervaardigen van een karkaspakket. Het samenstel omvat verder een overbrengring om het gordelloopvlakpakket van de eerste inrichting naar de tweede 20 inrichting te bewegen tot over het karkaspakket.

2

Verschillende lagen in het gordelloopvlakpakket en het karkaspakket worden als een strook rubbermateriaal aangevoerd van een rol, waarbij de strook een breedte heeft die in hoofdzaak overeenkomt met de breedte van de 5 betreffende component in de groene band, en waarbij de strook op lengte gemaakt is die in hoofdzaak overeenkomt met de omtrekslengte van de betreffende component in de groene band. De strook rubbermateriaal wordt om de bouwtrommel gewikkeld waarbij de aangrenzende uiteinden van de stroken 10 door middel van een las (splice) onderling verbonden worden. Het gordelloopvlakpakket en het karkaspakket worden tegen elkaar aangerold door een aanrolinrichting voor het vormen van de groene band.

Hoewel het samenstel volgens het Europees octrooi 15 EP-B1-880436 wat betreft het vervaardigen van verschillende typen banden relatief flexibel is en een hoge productiecapaciteit heeft, is het bij een wisseling tussen het vervaardigen van banden met verschillende breedte nodig om de rollen met rubberstroken te verwisselen.

20 Een bekend alternatief van het gebruik van stroken rubbermateriaal, is het zogenaamde 'strip winding'. Een dergelijke werkwijze en inrichting hiervoor is bijvoorbeeld beschreven in EP 1.827.807. De inrichting is voorzien van een extrusie-inrichting die is ingericht om een dunne strip 25 van ongevulkaniseerde rubber te extruderen, waarbij de geëxtrudeerde strip spiraalsgewijs om de bouwtrommel gewikkeld wordt voor het aldus vormen van de gewenste laag van het rubbermateriaal. Omdat de gewenste laag in feite op de bouwtrommel wordt opgebouwd door het wikkelen van een 30 dunne strip, zijn de afmetingen van de gewenste laag eenvoudig aan te passen door het wikkelproces aan te passen.

Echter ook 'strip winding' heeft nadelen. Met name de nauwkeurigheid van de dimensies van de verkregen laag door het opbouwen door middel van het wikkelen van een 35 geëxtrudeerde strip op een draaiende trommel, is minder dan bij het aanbrengen van een vooraf gefabriceerde strook rubbermateriaal.

3

Een verder nadeel van 'strip winding' is dat het in het algemeen meer tijd vergt om een gewenste laag op te bouwen door middel van het wikkelen van een geëxtrudeerde strip op een draaiende trommel, dan om in één omloop van de 5 bouwtrommel een strook rubbermateriaal aan te brengen.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

Het is een doel van de uitvinding om een 10 samenstel en een werkwijze voor het vervaardigen van een groene band te verschaffen die gebruik maakt van een 'strip winder', waarbij althans één van de hiervoor genoemde nadelen, althans ten dele, wordt opgeheven.

Volgens een eerste aspect verschaft de 15 uitvinding hiertoe een samenstel voor het vervaardigen van een groene band, omvattende een bouwtrommel, een extrusie-inrichting voor het extruderen van een strip van een ongevulkaniseerde rubber, 20 een transfertrommel voor het hierop wikkelen van de strip van het ongevulkaniseerde rubber tot een laag rubber materiaal, en een snij-inrichting voor het althans in hoofdzaak in axiale richting doorsnijden van de laag 25 rubbermateriaal, waarbij de transfertrommel verplaatsbaar is tussen een eerste positie nabij de extrusie-inrichting en een tweede positie nabij de bouwtrommel voor het overbrengen van de laag rubbermateriaal van de 30 transfertrommel naar de bouwtrommel.

Door het gebruik van een transf ertrommel kan enerzijds door middel van de extrusie-inrichting een laag rubbermateriaal met de gewenste afmetingen op de transfertrommel worden aangebracht door het aanpassen van 35 het wikkelproces, en kan anderzijds de laag rubbermateriaal in hoofdzaak in één omloop op de bouwtrommel worden aangebracht. Bij voorkeur zijn zowel de 4 bouwtrommel, als de transfertrommel draaibaar opgesteld in het samenstel, waarbij de rotatieassen van de bouwtrommel en de transfertrommel in hoofdzaak parallel geplaatst zijn, althans in de tweede positie.

5 In het samenstel volgens de uitvinding wordt de gewenste laag rubbermateriaal opgebouwd door middel van het wikkelen van een geëxtrudeerde strip op de transfertrommel. Hierdoor is tijdens het vervaardigen van de gewenste laag rubbermateriaal de bouwtrommel niet nodig en is de 10 bouwtrommel tijdens het vervaardigen van de gewenste laag beschikbaar voor het uitvoeren van andere werkwijze stappen voor het vervaardigen van een groene band.

Hierbij wordt opgemerkt, dat voor het opbouwen van een bandcomponent, zoals bijvoorbeeld een zijwand of 15 een loopvlak, in sommige gevallen ook twee of drie extrusie-inrichtingen gebruik kunnen worden, waarbij de verschillende extrusie-inrichtingen kunnen zijn ingericht voor het extruderen van rubber componenten van verschillende samenstelling.

2 0 In een uitvoeringsvorm is een diameter van de transfertrommel althans in hoofdzaak groter of gelijk aan een diameter van de bouwtrommel. Hierdoor kan op de transfertrommel een gewenste laag rubbermateriaal vervaardigd worden met een lengte die voldoende is om de 25 bouwtrommel te omsluiten. De laag rubbermateriaal kan aldus in één gesynchroniseerde en, althans in hoofdzaak één doorlopende beweging van de transfertrommel en de bouwtrommel worden aangebracht op de bouwtrommel.

In een alternatieve uitvoeringsvorm is de 30 diameter de transfertrommel iets kleiner dan de diameter van de bouwtrommel. Hierdoor zal de zijwand op voordelige wijze met wat rek op de bouwtrommel worden aangebracht.

In een uitvoeringsvorm is de transfertrommel voorzien van een koelinrichting voor het afkoelen van het 35 rubbermateriaal op de transfertrommel. Bij de extrusie van de strip ongevulkaniseerde rubbermateriaal wordt het rubbermateriaal meestal verwarmd. Na de extrusie en het 5 wikkelen van de strip rubbermateriaal, zal het rubbermateriaal afkoelen waardoor het rubbermateriaal zal krimpen. Bij de bekende inrichtingen waar het geëxtrudeerde materiaal direct op de bouwtrommel wordt 5 aangebracht, zal het materiaal tijdens het op de bouwtrommel wikkelen en/of nadat het op de bouwtrommel is aangebracht afkoelen. Door de hiermee samengaande krimp veranderen de dimensies van het geëxtrudeerde materiaal op de bouwtrommel. Dit probleem wordt met de transfertrommel 10 met koelinrichting althans ten dele opgeheven doordat het geëxtrudeerde materiaal op de transfertrommel geforceerd kan worden afgekoeld, en in een althans ten dele afgekoelde toestand wordt overgedragen van de transfertrommel naar de bouwtrommel. Hierdoor zal er 15 minder krimp optreden bij het overzetten van de laag rubbermateriaal van de transfertrommel naar de bouwtrommel hetgeen resulteert in verbeterde maatvastheid van de laag rubbermateriaal bij het overzetten.

In een uitvoeringsvorm omvat de koelinrichting 20 één of meer leidingen voor het hiervoor doorvoeren van een koelingsmedium, bijvoorbeeld een koelgas of een koelvloeistof, waarbij de één of meer leidingen geplaatst zijn nabij een omtrekswand van de transfertrommel, in het bijzonder voor het van de omtrekswand van de 25 transfertrommel afvoeren van warmte.

In een uitvoeringsvorm omvat de koelinrichting één of meer peltier elementen, waarbij de één of meer peltier elementen geplaatst zijn nabij een omtrekswand van de transfertrommel, in het bijzonder voor het van de 30 omtrekswand van de transfertrommel afvoeren van warmte.

In een uitvoeringsvorm omvat de transfertrommel een snij zone waar de snij-inrichting de laag rubbermateriaal kan doorsnijden, waarbij de transfertrommel althans nabij de snij zone een vasthoudinrichting omvat voor het vasthouden 35 van de laag rubbermateriaal. De vasthoudinrichting zorgt ervoor dat de laag rubbermateriaal ook na het snijden op correcte wijze op de transfertrommel blijft zitten en vanaf 6 de transfertrommel op de juiste wijze kan worden overgedragen aan de bouwtrommel.

In een eenvoudige uitvoeringsvorm omvat de vasthoudinrichting een vacuümbron die in stromingsverbinding 5 staat met een aantal zuigmonden die althans bij de snij zone uitmonden. Door het gebruik van zuigmonden kan enerzijds de laag rubbermateriaal op de transfertrommel worden vastgehouden, en kan anderzijds de laag rubbermateriaal losgeduwd worden van de transfertrommel, bijvoorbeeld door 10 het via de zuigmonden afblazen van perslucht. Dit losduwen kan gebruikt worden tijdens het overdragen van de laag rubbermateriaal van de transfertrommel naar de bouwtrommel.

In een uitvoeringsvorm omvat de transfertrommel een snij zone waar de snij-inrichting de laag rubbermateriaal 15 kan doorsnijden, waarbij de transfertrommel althans in of nabij de snij zone een separatieorgaan omvat voor het op onderlinge afstand houden van de uiteinden van de laag die gevormd worden door het doorsnijden van de laag rubbermateriaal. Tijdens het overdragen van de laag 2 0 rubbermateriaal van de transfertrommel naar de bouwtrommel wordt de transfertrommel tegen de bouwtrommel geplaatst met de laag rubbermateriaal ertussen, zodanig dat althans één van de uiteinden tegen de bouwtrommel gedrukt wordt. Door het separatieorgaan kan in hoofdzaak worden voorkomen dat 25 tijdens dit aandrukken het althans ene uiteinde opnieuw kan verkleven met het andere uiteinde hetgeen het overdragen van de laag rubbermateriaal kan verstoren.

In een uitvoeringsvorm is het separatieorgaan ingericht om de uiteinden in hoofdzaak in radiale richting 30 van de transfertrommel op afstand te houden. Hierbij zal het radiaal meest naar buiten gelegen uiteinde als eerste tegen de bouwtrommel worden gedrukt en wordt de transfertrommel en de bouwtrommel in hoofdzaak synchroon gedraaid voor het overdragen van de rest van de laag rubbermateriaal op de 35 bouwtrommel.

In een uitvoeringsvorm omvat het separatieorgaan een oppervlakdeel van de transfertrommel dat draaibaar 7 verbonden is met een omtreksvlak van de transfertrommel, waarbij de draaias nabij of in het omtreksvlak van de transfertrommel gelegen is. Het is hierbij voordelig als de snij-inrichting de laag rubbermateriaal doorsnijdt langs een 5 lijn die nabij of langs een van de draaias af reikende zijkant van het oppervlakdeel gelegen is. Door het verdraaien van het oppervlak deel over een kleine hoek kunnen de uiteinden van de laag die gevormd worden door het doorsnijden van de laag rubbermateriaal in hoofdzaak in 10 radiale richting van de transfertrommel onderling op afstand geplaatst worden.

De inrichting volgens de uitvinding is in het bijzonder geschikt voor het aanbrengen van een niet vezel of niet koordversterkte rubberlaag op de bouwtrommel, zoals 15 bijvoorbeeld één of meer loopvlaklagen of een zijwand. Opgemerkt wordt dat de één of meer loopvlaklagen gewoonlijk op een reeds eerder op de bouwtrommel aangebrachte gordellaag geplaatst worden, en dat de zijwand gewoonlijk op een reeds eerder op de bouwtrommel aangebrachte karkaslaag 20 met koordversterking (body ply) geplaatst wordt.

Daarnaast is het ook mogelijk om bijvoorbeeld de zijwanden als eerste component op de bouwtrommel aan te brengen.

Volgens een verder aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een 25 groene band, omvattende de stappen van: het uit een extrusie-inrichting extruderen van een strip van een niet-gevulkaniseerde rubbermateriaal; het tijdens het extruderen wikkelen van de strip van het op een transfertrommel voor het vormen van een 30 laag rubbermateriaal; het althans in hoofdzaak in axiale richting doorsnijden van de laag rubbermateriaal; en het overbrengen van de gesneden laag rubbermateriaal van de transfertrommel op een bouwtrommel 35 door middel van het in hoofdzaak gelijktijdig afwikkelen van de laag van de transfertrommel en het opwikkelen van de laag op de bouwtrommel.

8

In een uitvoeringsvorm wordt de laag rubbermateriaal in hoofdzaak in één omloop van de bouwtrommel hierop aangebracht, bij voorkeur door middel van een in hoofdzaak doorlopende rotatie van de 5 bouwtrommel.

In een uitvoeringsvorm is de transfertrommel verplaatsbaar tussen een eerste positie nabij de extrusie-inrichting en een tweede positie nabij de bouwtrommel voor het overbrengen van de laag rubbermateriaal van de 10 transfertrommel naar de bouwtrommel.

In een uitvoeringsvorm is de transfertrommel draaibaar rond een eerste rotatie-as en is de bouwtrommel draaibaar rond een tweede rotatie-as, waarbij de eerste en de tweede rotatie-as in hoofdzaak parallel geplaatst zijn, 15 althans tijdens het overbrengen van de gesneden laag.

In een uitvoeringsvorm wordt het rubbermateriaal op de transfertrommel geforceerd gekoeld, bij voorkeur door middel van een koelinrichting in de transfertrommel.

In een uitvoeringsvorm wordt het rubbermateriaal, 2 0 althans bij een snij zone hiervan waar de snij-inrichting de laag kan doorsnijden, vastgehouden op de transfertrommel door middel van een vasthoudinrichting, waarbij de vasthoudinrichting bij voorkeur een onderdeel is van de transfertrommel.

25 In een uitvoeringsvorm wordt na het snijden van de laag rubbermateriaal de hierdoor gevormde uiteinden van de laag onderling op afstand gehouden door middel van een separatieorgaan.

In een uitvoeringsvorm houdt het separatieorgaan 30 de uiteinden in hoofdzaak in radiale richting van de transfertrommel op afstand.

Volgens een verder aspect verschaft de uitvinding een werkwijze voor het vervaardigen van een groene band, en in het bijzonder voor het vervaardigen van een 35 gordellaagpakket hiervoor op een steunvlak van een transporteur met een transportrichting T, omvattende de stappen van: 9 het produceren van eerste gordellaag met een lengteas, een gordellaaglengte en onderling parallelle koorden onder tevoren ingestelde eerste koordhoek ten opzichte van de lengteas, waarbij een doorlopende 5 rubberstrook voorzien van in hoofdzaak parallelle langskoorden, in de langsrichting toegevoerd wordt middels een toevoerinrichting, waarbij de toevoerinrichting is ingesteld voor het toevoeren van de doorlopende rubberstrook onder een toevoerrichting die met de 10 transportrichting T een hoek insluit die gelijk is aan de eerste koordhoek, waarbij de doorlopende rubberstrook in strips gesneden wordt onder de koordhoek, waarbij een vooraf bepaald aantal strips met koorden in hoofdzaak parallel naast elkaar op een ingestelde stripafstand ten 15 opzichte van elkaar geplaatst worden en aan elkaar gelast (spliced) worden voor het vormen van de eerste gordellaag met een tevoren ingestelde gordellaaglengte op het steunvlak van de transporteur, het in transportrichting stroomafwaarts van de 20 eerste gordellaag produceren van een tweede gordellaag met een lengteas, een gordellaaglengte en onderling parallelle koorden onder tevoren ingestelde tweede koordhoek ten opzichte van de lengteas, waarbij de tweede koordhoek verschilt van de eerste koordhoek, waarbij de 25 toevoerinrichting ingesteld wordt voor het toevoeren van de doorlopende rubberstrook onder een toevoerrichting die met de transportrichting T een hoek insluit die gelijk is aan de tweede koordhoek, waarbij de doorlopende rubberstrook voorzien van in hoofdzaak parallelle 30 langskoorden, in de langsrichting toegevoerd wordt middels de toevoerinrichting, waarbij de doorlopende rubberstrook in strips gesneden wordt onder de koordhoek, waarbij een vooraf bepaald aantal strips met koorden in hoofdzaak parallel naast elkaar op een ingestelde stripafstand ten 35 opzichte van elkaar geplaatst worden en aan elkaar gelast (spliced) worden voor het vormen van de tweede gordellaag met een tevoren ingestelde gordellaaglengte op het 10 steunvlak van de transporteur, en het in hoofdzaak tijdens het produceren van de tweede gordellaag op de eerste gordellaag aanbrengen van rubber strippen (gum strips).

5 De gordellagen worden, nadat ze beiden geproduceerd zijn, op een bouwtrommel gewikkeld, in het bijzonder op een gordel-loopvlak-trommel (Belt-Tread Drum) . Omdat de tweede gordellaag stroomafwaarts van de eerste gordellaag geplaatst is, wordt de als tweede 10 geproduceerde gordellaag als eerste op de trommel geplaatst en wordt daarna de als eerste geproduceerde gordellaag op de tweede gordellaag geplaatst, waarbij een gordellaagpakket gevormd wordt met de rubber strippen tussen de eerste en tweede gordellaag.

15 Bij deze werkwijze kan gebruik gemaakt worden van één toevoerinrichting die verplaatsbaar is tussen een eerste stand waarbij de toevoerinrichting in ingesteld voor het toevoeren van de doorlopende rubberstrook onder een toevoerrichting die met de transportrichting T een 20 hoek insluit die gelijk is aan de eerste koordhoek, en een tweede stand waarbij de toevoerinrichting is ingesteld voor het toevoeren van de doorlopende rubberstrook onder een toevoerrichting die met de transportrichting T een hoek insluit die gelijk is aan de tweede koordhoek. Door 25 het gebruik van een instelbare toevoerinrichting verschaft de uitvinding een compacte inrichting voor het vervaardigen van een gordelpakket. Verder wordt door de uitvinding nuttig gebruik gemaakt van de tijd die nodig is voor het produceren van de tweede gordellaag om rubber 30 strippen op de eerste gordellaag te plaatsen.

In een uitvoeringsvorm worden de rubber strippen langs de langszijden van de eerste gordellaag hierop aangebracht, in het bijzonder de langszijden zich in transportrichting T uitstrekken.

35 In een uitvoeringsvorm worden de rubber strippen op de eerste gordellaag geplaatst waarbij de rubber strippen zich in een richting dwars op de 11 transportrichting tot voorbij de langszijden van de eerste gordellaag uitstrekken.

In een verdere uitvoeringsvorm is de tweede gordelhoek in hoofdzaak gelijk aan 180 graden minus de 5 eerste gordelhoek.

In een uitvoeringsvorm omvat de werkwijze verder de stappen van: het uit een extrusie-inrichting extruderen van een strip van een niet-gevulkaniseerde rubbermateriaal; 10 het tijdens het extruderen wikkelen van de strip op een transfertrommel voor het vormen van een laag rubbermateriaal; het althans in hoofdzaak in axiale richting doorsnijden van de laag rubbermateriaal; en 15 het overbrengen van de gesneden laag rubbermateriaal van de transfertrommel op het gordellaagpakket op de bouwtrommel door middel van het in hoofdzaak gelijktijdig afwikkelen van de laag van de transfertrommel en het opwikkelen van de laag op de 20 bouwtrommel.

Verder verschaft de uitvinding een inrichting voor het vervaardigen van een groene band, in het bij zonder voor het vervaardigen van een gordellaagpakket hiervoor, de inrichting omvattende 25 een bouwtrommel, een transporteur met een steunvlak voor het transporteren van bandcomponenten op het steunvlak in een transportrichting T naar de bouwtrommel, een toevoerinrichting voor het aan de transporteur 30 toevoeren van een in hoofdzaak doorlopende rubberstrook met in hoofdzaak onderling parallelle ingebedde langskoorden, in de richting van de langskoorden, en een snij-inrichting voor het schuin onder een koordhoek afsnijden van strips van de doorlopende strook, 35 waarbij de toevoerinrichting verplaatsbaar is tussen een eerste stand waarbij de toevoerinrichting is ingesteld voor het toevoeren van de doorlopende 12 rubberstrook onder een toevoerrichting die met de transportrichting T een eerste hoek insluit die gelijk is aan de eerste koordhoek, en een tweede stand waarbij de toevoerinrichting in ingesteld voor het toevoeren van de 5 doorlopende rubberstrook onder een toevoerrichting die met de transportrichting T een tweede hoek insluit die gelijk is aan de tweede koordhoek, waarbij de tweede hoek ongelijk is aan de eerste hoek.

In een uitvoeringsvorm is de tweede koordhoek in 10 hoofdzaak gelijk aan 180 graden minus de eerste koordhoek.

In een uitvoeringsvorm omvat de inrichting verder een rubberstrip-aanbrenginrichting die boven de transporteur verplaatsbaar is voor het plaatsen van één of meer rubberstrips op één of meer gordellagen op de 15 transporteur.

In een uitvoerinsvorm van het eerder besproken samenstel volgens de uitvinding, omvat het samenstel een inrichting zoals hiervoor omschreven.

De in deze beschrijving en conclusies van de 20 aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen. Dit geldt in het 25 bijzonder voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de volgconclusies.

KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 30

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in:

Figuur 1 een schematisch overzicht van een 35 voorbeelduitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding,

Figuur 2 een schematisch zijaanzicht van een 13 voorbeelduitvoeringsvorm van een inrichting voor 'strip winding' met een transfertrommel;

Figuren 3A tot en met 3G de inrichting van figuur 2 tijdens verschillende stappen voor het vervaardigen van 5 een laag rubbermateriaal op een transfertrommel en het overdragen hiervan op een bouwtrommel;

Figuur 4 een schematisch zijaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een inrichting voor vervaardigen van een gordelpakket; 10 Figuren 5A tot en met 5F de inrichting van figuur 4 tijdens verschillende stappen voor het vervaardigen van gordellagen op de transporteur;

Figuur 6 een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht van het gordelpakket dat is gevormd door de stappen van 15 figuren 5A tot en met 5F;

Figuren 7A en 7B de inrichting van figuur 4 tijdens twee aanvullende stappen na de stap van figuur 5F;

Figuur 8 een schematisch dwarsdoorsnede aanzicht van het gordelpakket dat gevormd door de stappen van figuren 20 5A tot en met 5F, IA en 7B; en

Figuur 9 een schematisch overzicht van een tweede voorbeelduitvoeringsvorm van een samenstel volgens de uitvinding.

25

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

Figuur 1 toont een schematisch bovenaanzicht van een voorbeelduitvoeringsvorm van een samenstel volgens de 30 uitvinding. Het inventieve samenstel 1 omvat een eerste machinekast 11 die verplaatsbaar op een transportrail 21 geplaatst is. De eerste machinekast 11 draagt een bouwtrommel, in het bijzonder een gordel-loopvlakbouwtrommel 12. De gordel-loopvlakbouwtrommel 12 is draaibaar verbonden 35 met de eerste machinekast 11, waarbij de eerste machinekast 11 een aandrijving, bij voorkeur servogestuurd, bevat voor het aandrijven van een rotatie van de gordel-loopvlaktrommel 14 12 rond een zich in hoofdzaak horizontaal en in hoofdzaak parallel aan de transportrail 21 uitstrekkende rotatie-as.

De gordel-loopvlaktrommel 12 bevat op bekende wijze een inwendig mechanisme dat bijvoorbeeld 24 5 magneetsegmenten aan de buitenzijde van de trommel een kleinere diameter kan laten aannemen, voor het verwijderen van gordel of gordel- en loopvlakcomponenten, respectievelijk een grotere diameter kan laten aannemen voor het aanbrengen van gordel en loopvlakcomponenten. Wanneer de 10 gordel geen staalkoorden dient te bevatten, dan kan in plaats van een bouwtrommel met magneten, een bekende op lucht-onderdruk werkende bouwtrommel gebruikt worden.

Het inventieve samenstel omvat tevens een gordellaagaanvoerinrichting 31 voor het toevoeren van op 15 lengte gesneden gordellagen 32, 33 aan de gordel- loopvlakbouwtrommel 12. Door deze gordellaagaanvoerinrichting 31, wordt achtereenvolgens een eerste gordellaag 32 en een tweede gordellaag 33, waarvan de koordrichting tegengesteld is aan de koordrichting van de eerste 20 gordellaag 32, om de bouwtrommel 12 gewikkeld.

De gordellaagaanvoerinrichting 31 omvat een transporteur met een steunvlak voor het hierop produceren van de gordellagen 32, 33. De transporteur kan de

gordellagen 32, 33 verplaatsen in een transportrichting T

25 voor het toevoeren van de gordellagen 32, 33 aan de gordel-loopvlakbouwtrommel 12.

Hierbij wordt eerst de tweede gordellaag 33 vervaardigd met behulp van een gordellaagvervaardigings-inrichting 34 met een toevoerinrichting 35, zoals 30 hieronder meer in detail beschreven onder verwijzing naar de figuren 4 en 5.

Vervolgens wordt gordellaagaanvoerinrichting 31 terugwaarts aangedreven (tegen de transportrichting T in), waardoor de tweede gordellaag 33 onder een rubberstrip-35 aanbrenginrichting 36 geplaatst wordt.

Daarna wordt de toevoerinrichting 35 gezwenkt naar de positie zoals getoond in figuur 1, en kan 15 benedenstrooms van de tweede gordellaag 33 een eerste gordellaag 32 op het steunvlak van de gordellaagaanvoerinrichting 31 vervaardigd worden.

Gelijktijdig met het vervaardigen van de eerste 5 gordellaag 32, worden rubber strips door de rubberstripaanbrenginrichting 36 geplaatst zoals hieronder in meer detail beschreven.

De gordellagen 32, 33 worden, nadat ze beiden geproduceerd zijn, op de gordelloopvlakbouwtrommel 12 10 gewikkeld. Omdat de eerste gordellaag 32 stroomafwaarts van de tweede gordellaag 33 geplaatst is, wordt de eerste gordellaag 32 als eerste op de bouwtrommel 12 geplaatst en wordt daarna de tweede gordellaag 33 op de eerste gordellaag 32 geplaatst, waarbij een gordellaagpakket 15 gevormd wordt waarbij de rubber strippen tussen de eerste en tweede gordellaag geplaatst worden.

Verder bevat het inventieve samenstel een transportrail 21 die, in verticale richting gezien, onder de bouwtrommel 12 geplaatst is. De machinekast 11 is 20 verplaatsbaar langs de transportrail 21. Als het gordellaagpakket op de bouwtrommel 12 is geplaatst wordt machinekast 11 langs de transportrail 21 verplaatst naar de loopvlakwikkelinrichting 40. De machinekast 11 is daarnaast bij voorkeur ook in hoofdzaak verticaal beweegbaar, zodat de 25 door de machinekast gedragen gordel-loopvlakbouwtrommel 12 in een richting in hoofdzaak loodrecht ten opzichte van de transportrail 21 beweegbaar is en zo eenvoudig naar de op lengte gesneden gordellagen 32,33 van de gordellaagaanvoerinrichting 31 kan worden bewogen om deze op 30 te nemen.

De loopvlakwikkelinrichting 40 omvat een eerste extrusie-inrichting 41 voor het direct op het gordellaagpakket extruderen van een strip rubbermateriaal. Hierbij wordt de bouwtrommel 12 langs de extrusie-inrichting 35 verplaatst langs de transportrail 21 terwijl de bouwtrommel 12 ronddraait waardoor de strip op het gordellaagpakket wordt gewikkeld. Deze bekende werkwijze wordt ook wel 'strip 16 winding' genoemd, en extrusie-inrichting 41 is ingericht voor het op het gordellaagpakket aanbrengen van een loopvlakbasislaag.

De loopvlakwikkelinrichting 40 omvat een tweede 5 extrusie-inrichting 42 voor het direct op de loopvlakbasislaag extruderen van een strip rubbermateriaal voor het vormen van een loopvlakdeklaag. Ook hierbij wordt de bouwtrommel 12 langs de extrusie-inrichting verplaatst langs de transportrail 21 terwijl de bouwtrommel 12 10 ronddraait waardoor de strip op de loopvlakbasislaag wordt gewikkeld.

Wanneer de machinekast 11 ook in hoofdzaak verticaal beweegbaar is, kan de gordel-loopvlakbouwtrommel bijzonder eenvoudig in de richting van de eerste 15 extrusieinrichting 41 en/of tweede extrusieinrichting 42 worden bewogen om respectievelijk de loopvlakbasislaag en/of loopvlakdeklaag daarvan op te nemen.

Hierna is het gordelloopvlakpakket in hoofdzaak compleet, en wordt dit pakket door een overbrengring 22, die 2 0 beweegbaar op de transportrail 21 is geplaatst, van de gordelloopvlakbouwtrommel 12 genomen. De overbrengring 22 met het gordelloopvlakpakket wordt naar een wachtpositie verplaatst en op de gordelloopvlakbouwtrommel 12 kan het volgende loopvlakgordelpakket samengesteld worden.

25 Het samenstel 1 volgens de uitvinding bevat verder een tweede machinekast 51 die in hoofdzaak vast is opgesteld. Aan een naar de transportrail 21 gekeerde zijde van de tweede machinekast 51 is een draaibare karkastrommel 52 geplaatst. De karkastrommel 52 is draaibaar verbonden met 30 de tweede machinekast 51, waarbij de tweede machinekast 51 een aandrijving, bij voorkeur servogestuurd, bevat voor het aandrijven van een rotatie van de karkastrommel 52 rond een zich in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende rotatie-as.

Op de karkastrommel 52 worden rubber zijkanten 35 geplaatst. De rubber zijkanten worden vervaardigd door middel van 'strip winding' op een transfertrommel. Hiertoe is het samenstel 1 voorzien van twee transfertrommels 71, 72 17 die langs een tweede transportrails 73 verplaatsbaar zijn. Verder omvat het samenstel 1 een eerste extrusie-inrichting 74 voor het extruderen van een strip van een niet-gevulkaniseerd rubbermateriaal, waarbij de strip tijdens 5 het extruderen op een eerste transfertrommel 71 gewikkeld wordt tot een laag rubbermateriaal voor het vormen van een eerste rubber zijwand, en een tweede extrusie-inrichting 75 voor het extruderen van een strip van een niet-gevulkaniseerde rubbermateriaal, waarbij de strip tijdens 10 het extruderen op een tweede transfertrommel 72 gewikkeld wordt tot een laag rubbermateriaal voor het vormen van een tweede rubber zijwand.

Zoals hieronder meer in detail beschreven worden de eerste en tweede rubber zijwand althans in hoofdzaak in 15 axiale richting van de transfertrommels 71, 72 doorgesneden, en de gesneden zijwanden van de transfertrommels 71, 72 overgebracht op de karkastrommel 52 door middel van het in hoofdzaak gelijktijdig afwikkelen van de laag van de transfertrommel 71, 72 en 20 het opwikkelen van de laag op de karkastrommel 52.

Verder worden vanaf een binnenvoeringvervaardigingsinrichting 62 en een karkasmateriaalvervaardigingsinrichting 61 achtereenvolgens een luchtdichte binnenvoering en de karkascomponenten op een 25 karkas-binnenvoering-transport-inrichting 63 geplaatst. Door middel van een karkas-binnenvoering-aanbrenginrichting 64 kunnen de luchtdichte binnenvoering en de karkascomponenten op de karkastrommel 52 geplaatst worden.

Van een hieldraadbundelaanvoerinrichting 81 worden 30 hieldraadbundels met vulstrook overgebracht op een over de transportrail 21 beweegbare hielenhouder- en hielenpositioneertoestel 82. Dit toestel 82 wordt over de karkastrommel 52 geschoven, waarop reeds de karkascomponenten zijn aangebracht, en de hieldraadbundels 35 met vulstroken worden op de karkastrommel 52 geplaatst, waarna door bediening van de karkastrommel 52 de hieldraadbundels met vulstroken worden vastgedrukt op de 18 karkaslaag en een luchtdichte afsluiting gevormd wordt.

Afhankelijk van het gebruikte soort karkastrommel worden de karkaslagen en rubber zijwanden op een verschillende manier om de hieldraadbundels met vulstrook 5 omgeslagen. Bij een zogenaamde "dual bladder" karkastrommel geschiedt dit met behulp van vier balgen. Voor het omslaan van de karkaslagen en de rubber zijwanden om de hieldraadbundels kan de karkastrommel ook voorzien zijn van een tweetal series omslagarmen, waarbij elke serie meerdere 10 om de omtrek van de karkastrommel 52 verdeeld geplaatst zwenkbare omslagarmen omvat.

Wanneer het karkas voltooid is, in dit geval voor een loopvlak-over-zijkant-constructie wordt de overbrengring 22 met gordelloopvlakpakket vanuit de wachtpositie tot over 15 de karkas trommel 52 bewogen en dient het gordelloopvlakpakket door een aanrolinrichting tegen de karkascomponenten aangerold te worden voor het vormen van een groene band.

De voltooide groene band wordt door de 2 0 overbrengring 22 van de karkastrommel 52 genomen en tot nabij het afneemtoestel 23 getransporteerd dat de groene band van de overbrengring 22 neemt. Hierna wordt de overbrengring 22 naar de gordelloopvlakbouwtrommel 12 bewogen voor het afnemen van het volgende 25 gordelloopvlakpakket.

Het samenstel 1 is verder voorzien van een robot 24 voor het toevoeren van de hieldraadbundels en voor het verwijderen van de vervaardigde groene banden.

Het samenstel 1 blijkt in hoge mate flexibel te 30 zijn, zowel voor wat betreft de te produceren bandtypes alsmede de, door de modulaire opbouw van het samenstel 1, uitwisselbaarheid van de afzonderlijke, het samenstel opbouwende inrichtingen.

Eén van die het samenstel 1 opbouwende 35 inrichtingen is de inrichting voor het vervaardigen van de rubber zijwanden. Figuur 2 toont een schematisch zijaanzicht van deze inrichting die nabij de karkastrommel 52 geplaatst 19 is .

De inrichting omvat een extrusie-inrichting 75 voor het extruderen van een strip 70 van een ongevulkaniseerde rubber. Voorafgaand aan de extrusie 5 wordt het omtrekoppervlak de transfertrommel 72, die op een transportinrichting 77 geplaatst is, nabij de extrusie-inrichting 75 geplaatst zoals getoond in figuur 3A. De strip 70 worden tijdens het extruderen hiervan gewikkeld op de ronddraaiende transfertrommel 72 zoals 10 getoond in figuur 3B. Om het begin van de strip 70 vast te houden op de transfertrommel 72, is deze voorzien van een vasthoudinrichting 79, bijvoorbeeld in de vorm van een aantal zuigmonden die althans aan het omtrekoppervlak van de transfertrommel 72 uitmonden en die in stromingsverbinding 15 staan met een vacuümbron.

Bij voorkeur is de transfertrommel 72 voorzien van een koelinrichting voor het afvoeren van de voor de extrusie benodigde warmte.

Doordat tijdens het extruderen de 20 transfertrommel 72 ronddraait en langzaam axiaal verplaats wordt, wordt de strip 70 in hoofdzaak schroefvormig om de transfertrommel 72 gewikkeld voor het vormen van een laag rubbermateriaal.

Nadat de laag rubbermateriaal 70 voltooid is, 25 wordt de transfertrommel 72 van de extrusie-inrichting 75 af bewogen zoals getoond in figuur 3C.

Vervolgens wordt de laag rubbermateriaal 70 althans in hoofdzaak in axiale richting van de transfertrommel 72 doorgesneden met een snij-inrichting 30 76, bijvoorbeeld een ultrasoon mes, zoals getoond in figuur 3D. Bij voorkeur wordt de laag rubbermateriaal niet in radiale richting van de transfertrommel gesneden, maar onder een hoek van 18 graden ten opzichte van het omtrekvlak van de transfertrommel. De laag 70 krijgt 35 daardoor een scherpe punt, die ervoor zorgt dat afwijkingen in de splice-overlap 'uitgesmeerd' worden. Wanneer we hier radiaal snijden, zou de snede 90 graden 20 worden. Dat is niet wenselijk. Daarom is de snij-inrichting 76 op afstand boven een hartlijn geplaatst. Op die manier wordt de snede onder een hoek gemaakt.

Als bijkomend voordeel kan de beweging die toch 5 al beschikbaar is voor de trommel ook worden gebruikt voor het snijproces. Voor deze toepassing kan een snijhoek verkregen worden tussen de 18 en 30 graden.

De transfertrommel 72 is, althans bij een snij zone 79 hiervan waar de snij-inrichting 76 de laag 70 kan 10 doorsnijden voorzien van een separatieorgaan. Het separatieorgaan omvat een oppervlakdeel van de transfertrommel dat draaibaar verbonden is met een omtreksvlak van de transfertrommel 72, waarbij de draaias 78 nabij of in het omtreksvlak van de transfertrommel 72 15 gelegen is. Door het althans ten dele naar binnen klappen van het oppervlakdeel kunnen de uiteinden van de laag die gevormd worden door het doorsnijden van de laag rubbermateriaal 70 op onderlinge afstand d geplaatst worden. Hierbij strekt de afstand d zich in hoofdzaak in radiale 20 richting van de transfertrommel 72 uit zoals getoond in figuur 3E.

Vervolgens wordt de transfertrommel 72 door de transportinrichting 77 verplaatst tussen een eerste positie nabij de extrusie-inrichting 75 en een tweede 25 positie nabij de karkastrommel 52 voor het overbrengen van de laag rubbermateriaal 70 van de transfertrommel 72 naar de bouwtrommel 52 zoals getoond in figuren 3F en 3G.

Zoals getoond in de figuren is de diameter van de transfertrommel 72 althans in hoofdzaak gelijk aan de 30 diameter van de karkastrommel 52. Hierdoor kan de laag rubbermateriaal 70 in hoofdzaak in één omloop van de karkas- of bouwtrommel 52 hierop wordt aangebracht, bij voorkeur door middel van een in hoofdzaak doorlopende rotatie van de kaskastrommel.

35 Verder zal duidelijk zijn dat de transfertrommel 72 draaibaar is rond een eerste rotatie-as en dat de karkastrommel 52 draaibaar is rond een tweede rotatie-as, 21 waarbij de eerste en de tweede rotatie-as in hoofdzaak parallel geplaatst zijn, althans tijdens het overbrengen van de gesneden laag 70 zoals getoond in de figuren 3F en 3G.

5

Een andere van die het samenstel 1 opbouwende inrichtingen is de inrichting voor het vervaardigen van het gordellaag-loopvlak-pakket. Figuur 4 toont een schematisch zijaanzicht van deze inrichting die nabij de bouwtrommel 12 10 geplaatst is. 24. Deze inrichting voor het vervaardigen van een gordellaag-loopvlak-pakket omvat een transporteur 31 met een steunvlak voor het transporteren van bandcomponenten 32, 33 op het steunvlak in een transportrichting T naar de bouwtrommel 12.

15 De inrichting omvat verder een toevoerinrichting 35 voor het aan de transporteur 31 toevoeren van een in hoofdzaak doorlopende rubberstrook met in hoofdzaak onderling parallelle ingebedde langskoorden, in de richting van de langskoorden, en een snij-inrichting voor het schuin 20 onder een eerste koordhoek afsnijden van strips van de doorlopende strook. De schuin afgesneden strips worden gecentreerd op de hartlijn van de transporteur 31, in de transportrichting T naast elkaar gelegd en onderling verbonden door een las (splice) voor het vormen van de 25 gordellaag 33. Hierbij wordt de transporteur 31 stapsgewijs terugwaarts bewogen in de richting R zoals getoond in figuur 5A.

Als de eerste gordellaag 33 klaar is wordt deze verder terugverplaatst in de richting R en wordt de 30 toevoerinrichting 35 verplaatst, in het bijzonder over een hoek w gezwenkt, zodat een tweede gordellaag 32 kan worden vervaardigd, zoals getoond in figuur 5B en 5C. Bij voorkeur is hierbij de tweede koordhoek in hoofdzaak gelijk aan 180 graden minus de eerste koordhoek.

35 Tijdens het vervaardigen van de tweede gordellaag 32, die op eenzelfde wijze wordt vervaardigd als de eerste gordellaag 33, zorgt een rubberstrip- 22 aanbrenginrichting 36 die boven de transporteur 31 verplaatsbaar is voor het plaatsen van één of meer rubberstrips 37 op de eerste gordellaag 33 op de transporteur 31, zoals getoond in figuur 5E.

5 Bij voorkeur steken de strips 37 aan de naar de bouwtrommel gekeerde zijde hiervan een stukje voorbij de gordellaag 33, terwijl ze aan de van de bouwtrommel afgekeerde zijde van de gordellaag 33 juist iets vóór het einde van de gordellaag 33 moeten stoppen, zoals getoond 10 in figuur 5F.

Eén rubberstrip-aanbrenginrichting 36, die zijdelings verplaatsbaar is, kan beide strippen 37 aanbrengen, zoals in de figuren 5D en 5E getoond is.

Als de beide gordellagen 32, 33 gereed zijn, 15 zoals getoond in figuur 5F, worden ze in transportrichting T getransporteerd naar de bouwtrommel 12 en hierop gewikkeld, zoals getoond in figuur 4. Op het oppervlak van de bouwtrommel 12 wordt eerst de als tweede geproduceerde gordellaag 32 gewikkeld en vervolgens de als eerste 20 geproduceerde gordellaag 33 met de daarop aangebrachte rubber strips 37. Aldus wordt een gordellaagpakket gevormd met de rubber strips 37 tussen de gordellagen 32, 33.

In een alternatieve uitvoeringsvorm wordt ook de tweede gordellaag 32 voorzien van rubber strips 38, zoals 25 getoond in figuur 7A.

Als de beide gordellagen 32, 33 gereed zijn, zoals getoond in figuur 7B, worden ze in transportrichting T getransporteerd naar de bouwtrommel 12 en hierop gewikkeld, zoals getoond in figuur 4. Op het oppervlak van 30 de bouwtrommel 12 wordt eerst de als tweede geproduceerde gordellaag 32 met rubber strippen 38, gewikkeld en vervolgens de als eerste geproduceerde gordellaag 33 met de daarop aangebrachte rubber strippen 37. Aldus wordt een gordellaagpakket gevormd met de rubber strip 37 tussen de 35 gordellagen 32, 33 en rubber strip 38 tussen de gordellaag 32 en het omtreksvlak van de bouwtrommel 12.

Bij het aanbrengen zullen de buiten de gordellagen 23 32, 33 uitstekende randen van de rubber strips 37, 38 onderling verbinden zodat een rubber strip 37, 38 gevormd wordt die de tweede gordellaag 32 althans ten dele omsluit, zoals getoond in figuur 8.

5 Tot slot toont figuur 9 een tweede uitvoeringsvorm van een samenstel 1', waarbij de loopvlak-wikkel-inrichting 40' een langs een transportrail 44 verplaatsbare transfertrommel 43 omvat, en waarbij de extrusie- inrichtingen 41, 42 de strip rubbermateriaal eerst op de 10 transfertrommel extruderen op eenzelfde wijze zoals hiervoor besproken onder verwijzing naar de figuren 3A tot en met 3 G.

Samengevat verschaft de uitvinding een samenstel 15 en een werkwijze voor het vervaardigen van een groene band. Het samenstel omvat een bouwtrommel, een extrusie- inrichting voor het extruderen van een strip van een ongevulkaniseerde rubber, een transfertrommel voor het hierop wikkelen van de strip van het ongevulkaniseerde 20 rubber tot een laag rubber materiaal, en een snij inrichting voor het doorsnijden van de laag rubbermateriaal, waarbij de transfertrommel verplaatsbaar is tussen een eerste positie nabij de extrusie-inrichting en een tweede positie nabij de bouwtrommel voor het 25 overbrengen van de laag rubbermateriaal van de | transfertrommel naar de bouwtrommel.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te 30 beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.

Claims

1. Samenstel voor het vervaardigen van een groene band, omvattende een bouwtrommel, een extrusie-inrichting voor het extruderen van 5 een strip van een ongevulkaniseerde rubber, een transfertrommel voor het hierop wikkelen van de strip van het ongevulkaniseerde rubber tot een laag rubber materiaal, en een snij-inrichting voor het althans in 10 hoofdzaak in axiale richting doorsnijden van de laag rubbermateriaal, waarbij de transfertrommel verplaatsbaar is tussen een eerste positie nabij de extrusie-inrichting en een tweede positie nabij de bouwtrommel voor het 15 overbrengen van de laag rubbermateriaal van de transfertrommel naar de bouwtrommel.

2. Samenstel volgens conclusie 1, waarbij een diameter van de transfertrommel althans in hoofdzaak groter of gelijk is aan een diameter van de bouwtrommel.

3. Samenstel volgens conclusie 1 of 2, waarbij de transfertrommel is voorzien van een koelinrichting voor het afkoelen van het rubbermateriaal op de transfertrommel.

4. Samenstel volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij 25 de transfertrommel, althans bij een snij zone hiervan waar de snij-inrichting de laag kan doorsnijden, een vasthoudinrichting omvat voor het vasthouden van de laag rubbermateriaal.

5. Samenstel volgens conclusie 4, waarbij de 30 vasthoudinrichting een vacuümbron omvat die in stromingsverbinding staat met een aantal zuigmonden die althans bij de snij zone uitmonden.

6. Samenstel volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de transfertrommel, althans bij een snij zone hiervan waar de snij-inrichting de laag kan 5 doorsnijden, een separatieorgaan omvat voor het op onderlinge afstand houden van de uiteinden van de laag die gevormd worden door het doorsnijden van de laag rubbermateriaal.

7. Samenstel volgens conclusie 6, waarbij het 10 separatieorgaan is ingericht om de uiteinden in hoofdzaak in radiale richting van de transfertrommel op afstand te houden.

8. Samenstel volgens conclusie 7, waarbij het separatieorgaan een oppervlakdeel van de transfertrommel 15 omvat waarbij het oppervlakdeel draaibaar verbonden is met een omtreksvlak van de transfertrommel, waarbij de draaias nabij of in het omtreksvlak van de transfertrommel gelegen is.

9. Samenstel volgens één der voorgaande 20 conclusies, waarbij het samenstel verder een inrichting volgens één der conclusies 24 tot en met 28 omvat.

10. Werkwijze voor het vervaardigen van een groene band, omvattende de stappen van: het uit een extrusie-inrichting extruderen van 25 een strip van een niet-gevulkaniseerde rubbermateriaal; het tijdens het extruderen wikkelen van de strip op een transfertrommel voor het vormen van een laag rubbermateriaal; het althans in hoofdzaak in axiale richting 30 doorsnijden van de laag rubbermateriaal; en het overbrengen van de gesneden laag rubbermateriaal van de transfertrommel op een bouwtrommel door middel van het in hoofdzaak gelijktijdig afwikkelen van de laag van de transfertrommel en het opwikkelen van 35 de laag op de bouwtrommel.

11. Werkwijze volgens conclusie 10, waarbij de laag rubbermateriaal in hoofdzaak in één omloop van de bouwtrommel hierop wordt aangebracht, bij voorkeur door middel van een in hoofdzaak doorlopende rotatie van de bouwtrommel.

12. Werkwijze volgens conclusie 10 of 11, 5 waarbij de transfertrommel verplaatsbaar is tussen een eerste positie nabij de extrusie-inrichting en een tweede positie nabij de bouwtrommel voor het overbrengen van de laag rubbermateriaal van de transfertrommel naar de bouwtrommel.

13. Werkwijze volgens conclusie 10, 11 of 12, waarbij de transfertrommel draaibaar is rond een eerste rotatie-as en is de bouwtrommel draaibaar rond een tweede rotatie-as, waarbij de eerste en de tweede rotatie-as in hoofdzaak parallel geplaatst zijn, althans tijdens het 15 overbrengen van de gesneden laag.

14. Werkwijze volgens één der conclusies 10 - 13, waarbij het rubbermateriaal op de transfertrommel geforceerd wordt gekoeld, bij voorkeur door middel van een koelinrichting in de transfertrommel.

15. Werkwijze volgens één der conclusies 10 - 14, waarbij het rubbermateriaal, althans bij een snij zone hiervan waar de snij-inrichting de laag kan doorsnijden, vastgehouden wordt op de transfertrommel door middel van een vasthoudinrichting, waarbij de vasthoudinrichting bij 25 voorkeur een onderdeel is van de transfertrommel.

16. Werkwijze volgens één der conclusies 10 - 15, waarbij na het snijden van de laag rubbermateriaal de hierdoor gevormde uiteinden van de laag onderling op afstand gehouden worden door middel van een separatieorgaan.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, waarbij het separatieorgaan de uiteinden in hoofdzaak in radiale richting van de transfertrommel op afstand houdt.

18. Werkwijze voor het vervaardigen van een groene band, in het bijzonder voor het vervaardigen van een 35 gordellaagpakket hiervoor op een steunvlak van een transporteur met een transportrichting T, omvattende de stappen van: het produceren van eerste gordellaag met een lengteas, een gordellaaglengte en onderling parallelle koorden onder tevoren ingestelde eerste koordhoek ten opzichte van de lengteas, waarbij een doorlopende 5 rubberstrook voorzien van in hoofdzaak parallelle langskoorden, in de langsrichting toegevoerd wordt middels een toevoerinrichting, waarbij de toevoerinrichting in ingesteld voor het toevoeren van de doorlopende rubberstrook onder een toevoerrichting die met de 10 transportrichting T een hoek insluit die gelijk is aan de eerste koordhoek, waarbij de doorlopende rubberstrook in strips gesneden wordt onder de koordhoek, waarbij een vooraf bepaald aantal strips met koorden in hoofdzaak parallel naast elkaar op een ingestelde stripafstand ten 15 opzichte van elkaar geplaatst worden en aan elkaar gelast (spliced) worden voor het vormen van de eerste gordellaag met een tevoren ingestelde gordellaaglengte op het steunvlak van de transporteur, het in transportrichting stroomafwaarts van de 20 eerste gordellaag produceren van een tweede gordellaag met een lengteas, een gordellaaglengte en onderling parallelle koorden onder tevoren ingestelde tweede koordhoek ten opzichte van de lengteas, waarbij de tweede koordhoek verschilt van de eerste koordhoek, waarbij de 25 toevoerinrichting ingesteld wordt voor het toevoeren van de doorlopende rubberstrook onder een toevoerrichting die met de transportrichting T een hoek insluit die gelijk is aan de tweede koordhoek, waarbij de doorlopende rubberstrook voorzien van in hoofdzaak parallelle 30 langskoorden, in de langsrichting toegevoerd wordt middels de toevoerinrichting, waarbij de doorlopende rubberstrook in strips gesneden wordt onder de koordhoek, waarbij een vooraf bepaald aantal strips met koorden in hoofdzaak parallel naast elkaar op een ingestelde stripafstand ten 35 opzichte van elkaar geplaatst worden en aan elkaar gelast (spliced) worden voor het vormen van de tweede gordellaag met een tevoren ingestelde gordellaaglengte op het steunvlak van de transporteur, en het in hoofdzaak tijdens het produceren van de tweede gordellaag op de eerste gordellaag aanbrengen van rubber strippen.

19. Werkwijze volgens conclusies 18, waarbij de rubber strippen langs de langszijden van de eerste gordellaag hierop aangebracht worden, in het bijzonder de langszijden zich in transportrichting T uitstrekken.

20. Werkwijze volgens conclusie 19, waarbij de 10 rubber strippen op de eerste gordellaag geplaatst worden, waarbij de rubber strippen zich in een richting dwars op de transportrichting tot voorbij de langszijden van de eerste gordellaag uitstrekken.

21. Werkwijze volgens conclusie 18, 19 of 20, 15 waarbij de tweede koordhoek in hoofdzaak gelijk is aan 180 graden minus de eerste koordhoek.

22. Werkwijze volgens één der conclusies 18 - 21, verder omvattende de stap van het op een bouwtrommel wikkelen van de tweede gordellaag op de trommel en 20 vervolgens de eerste gordellaag op de tweede gordellaag waarbij de rubber strippen tussen de eerste en tweede gordellaag geplaatst worden voor het vormen van een gordellaagpakket.

23. Werkwijze volgens conclusie 22, verder 25 omvattende de stappen van: het uit een extrusie-inrichting extruderen van een strip van een niet-gevulkaniseerde rubbermateriaal; het tijdens het extruderen wikkelen van de strip van het op een transfertrommel voor het vormen van een 30 laag rubbermateriaal; het althans in hoofdzaak in axiale richting doorsnijden van de laag rubbermateriaal; en het overbrengen van de gesneden laag rubbermateriaal van de transfertrommel op het 35 gordellaagpakket op de bouwtrommel door middel van het in hoofdzaak gelijktijdig afwikkelen van de laag van de transfertrommel en het opwikkelen van de laag op de bouwtrommel.

24. Inrichting voor het vervaardigen van een groene band, in het bijzonder voor het vervaardigen van een gordellaagpakket hiervoor, omvattende 5 een bouwtrommel, een transporteur met een steunvlak voor het transporteren van bandcomponenten op het steunvlak in een transportrichting T naar de bouwtrommel, een toevoerinrichting voor het aan de transporteur 10 toevoeren van een in hoofdzaak doorlopende rubberstrook met in hoofdzaak onderling parallelle ingebedde langskoorden, in de richting van de langskoorden, en een snij-inrichting voor het schuin onder een koordhoek afsnijden van strips van de doorlopende strook, 15 waarbij de toevoerinrichting verplaatsbaar is tussen een eerste stand waarbij de toevoerinrichting is ingesteld voor het toevoeren van de doorlopende rubberstrook onder een toevoerrichting die met de transportrichting T een eerste hoek insluit die gelijk is 20 aan de eerste koordhoek, en een tweede stand waarbij de toevoerinrichting in ingesteld voor het toevoeren van de doorlopende rubberstrook onder een toevoerrichting die met de transportrichting T een tweede hoek insluit die gelijk is aan de tweede koordhoek, waarbij de tweede hoek 25 ongelijk is aan de eerste hoek.

25. Inrichting volgens conclusie 24, waarbij de tweede koordhoek in hoofdzaak gelijk is aan 180 graden minus de eerste koordhoek.

26. Inrichting volgens conclusie 24 of 25, 30 verder omvattende een rubberstrip-aanbrenginrichting die boven de transporteur verplaatsbaar is voor het plaatsen van één of meer rubberstrips op één of meer gordellagen op de transporteur.

27. Inrichting of samenstel voorzien van een of 35 meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen.

28. Werkwijze voorzien van een of meer van de in de bijgevoegde beschrijving omschreven en/of in de bij gevoegde tekeningen getoonde kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- BP/HZ