NL1022246C2 - Inrichting en werkwijze voor het maken van een gordellaag. - Google Patents

Inrichting en werkwijze voor het maken van een gordellaag. Download PDF

Info

Publication number
NL1022246C2
NL1022246C2 NL1022246A NL1022246A NL1022246C2 NL 1022246 C2 NL1022246 C2 NL 1022246C2 NL 1022246 A NL1022246 A NL 1022246A NL 1022246 A NL1022246 A NL 1022246A NL 1022246 C2 NL1022246 C2 NL 1022246C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
belt layer
distance
strip
building drum
strips
Prior art date
Application number
NL1022246A
Other languages
English (en)
Inventor
Heinz Gutknecht
Original Assignee
Vmi Epe Holland
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority to NL1022246A priority Critical patent/NL1022246C2/nl
Application filed by Vmi Epe Holland filed Critical Vmi Epe Holland
Priority to US10/540,195 priority patent/US20060124226A1/en
Priority to AU2003296269A priority patent/AU2003296269A1/en
Priority to DE60315194T priority patent/DE60315194T2/de
Priority to RU2005123386/12A priority patent/RU2331519C2/ru
Priority to JP2004562122A priority patent/JP4546259B2/ja
Priority to KR1020057011900A priority patent/KR101016730B1/ko
Priority to CN2003801091385A priority patent/CN1741898B/zh
Priority to PCT/NL2003/000926 priority patent/WO2004056558A1/en
Priority to EP03789651A priority patent/EP1583655B1/en
Priority to AT03789651T priority patent/ATE367915T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1022246C2 publication Critical patent/NL1022246C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/08Building tyres
    • B29D30/10Building tyres on round cores, i.e. the shape of the core is approximately identical with the shape of the completed tyre
    • B29D30/16Applying the layers; Guiding or stretching the layers during application
    • B29D30/1657Applying the layers; Guiding or stretching the layers during application by feeding cut-to-length pieces in a direction inclined with respect to the core axis and placing the pieces side-by-side to form an annular element
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/08Building tyres
    • B29D30/20Building tyres by the flat-tyre method, i.e. building on cylindrical drums
    • B29D30/30Applying the layers; Guiding or stretching the layers during application
    • B29D30/3057Applying the layers; Guiding or stretching the layers during application by feeding cut-to-length pieces in a direction inclined with respect to the drum axis and placing the pieces side-by-side to form an annular element
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/38Textile inserts, e.g. cord or canvas layers, for tyres; Treatment of inserts prior to building the tyre
    • B29D30/42Endless textile bands without bead-rings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/70Annular breakers
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/08Building tyres
    • B29D2030/082Optimizing the deposition of the layers on the tyre building support, e.g. by using mathematical methods
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29DPRODUCING PARTICULAR ARTICLES FROM PLASTICS OR FROM SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE
    • B29D30/00Producing pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29D30/06Pneumatic tyres or parts thereof (e.g. produced by casting, moulding, compression moulding, injection moulding, centrifugal casting)
    • B29D30/38Textile inserts, e.g. cord or canvas layers, for tyres; Treatment of inserts prior to building the tyre
    • B29D2030/381Textile inserts, e.g. cord or canvas layers, for tyres; Treatment of inserts prior to building the tyre the inserts incorporating reinforcing parallel cords; manufacture thereof
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B29WORKING OF PLASTICS; WORKING OF SUBSTANCES IN A PLASTIC STATE IN GENERAL
    • B29LINDEXING SCHEME ASSOCIATED WITH SUBCLASS B29C, RELATING TO PARTICULAR ARTICLES
    • B29L2030/00Pneumatic or solid tyres or parts thereof
    • B29L2030/003Plies; Breakers

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Tyre Moulding (AREA)
  • Extrusion Moulding Of Plastics Or The Like (AREA)
  • Making Paper Articles (AREA)

Description

I Inrichting en werkwijze voor het maken van een crordellaag I De uitvinding heeft betrekking op een inrichting I 5 en werkwijze voor het maken van een gordellaag met een I lengteas, een gordellaaglengte en onderling parallelle I koorden onder een tevoren ingestelde koordhoek ten opzich- I te van de lengteas.
I Een proces voor het maken van gordels voor I 10 autobanden dat momenteel toegepast wordt is als volgt.
I Eerst wordt een brede strook gemaakt van ongevulkaniseerd I rubber met daarin koorden in de lengterichting. De strook, I die ongeveer 800 - 1600 mm breed is, wordt onder een hoek ten opzichte van de koorden, de koordhoek, gesneden, zodat I 15 parellellogramvormige strips ontstaan met daarin koordde- I len. De strips worden in een zogenaamde lasinrichting I (splicer) met de zijden stuikend tegen elkaar aan en de I koorddelen parallel aan elkaar aan elkaar gelast (butt spliced) tot een lange strook met schuine koorddelen onder I 20 een koordhoek ten opzichte van de lengterichting van de I strook. Deze lange strook wordt vervolgens gewikkeld op I een rol en opgeslagen voor gebruik.
I Bij het bouwen van banden wordt een rol opge- haald, op een afwikkelbok geplaatst en afgewikkeld. Een 25 snij inrichting snijdt de strook parallel aan de koorddelen I tot gordellagen (“breaker" of “belt") met een op de te I maken band afgestemde gordellaaglengte. De gordellagen H ^ Λ Λ Λ Λ Η worden naar een bouwtrommel getransporteerd en daarop opgewikkeld, over het algemeen worden twee lagen aange-bracht met onderling gekruiste koordrichtingen zodat een gordel of gordelpakket (“belt") ontstaat.
5 Nadeel van deze werkwijze is onder meer dat voorraden rollen aangelegd moeten worden. Omdat het rubber H echter ongevulkaniseerd is, en een goede hechting moet H blijven houden en dus niet mag uitdrogen en verouderen, H kan een rol niet al te lang bewaard worden. Daarnaast H 10 moeten allereerst strips aan elkaar gelast worden tot een H doorlopende strook die meestal op een later moment na H uitrollen weer zeer nauwkeurig tot gordellagen gesneden H moet worden. Door deze handelingen kunnen fouten en on- H nauwkeurigheden optreden. Daarnaast is een rol slechts 15 geschikt voor één breedtemaat banden.
Uit US octrooi 3.888.713 is een inrichting bekend voor het maken van een gordel laag, met een extru- deerinrichting waarmee een doorlopende koordversterkte H strip geproduceerd kan worden met de koorden in de lengte- 20 richting van de strip georiënteerd. De strip wordt vervol- gens middels een snij inrichting in stroken gesneden die naast elkaar gelegd worden en vervolgens aan elkaar gelast (“splicen”) tot een gordellaag.
Hoe de gordellaag nauwkeurig op maat wordt 25 geproduceerd is niet beschreven. Hoe een eenmaal gefabri- ceerde gordellaag verwerkt wordt in een autoband staat I verder ook niet beschreven.
I Daarnaast is in EP-A-1211058 een inrichting I beschreven voor het maken van een gordellaag. Daarbij 30 produceert een extrudeerinrichting een doorlopende rubber- strook met ingebedde langskoorden. Van deze doorlopende I rubberstrook worden strips gesneden door schuin onder de I koordhoek ten opzichte van de langskoorden te snijden. De I strips worden naast elkaar neergelegd op een vlak, waarbij 35 de lengteas van een aldus gevormde strook onder een koord- hoek staat ten opzichte van de richting van de langskoor- I 1 · 3 den. Vervolgens wordt de gevormde strook opgepakt en op een transportband gelegd die een transportrichting heeft die in het verlengde ligt van de richting van de langs-koorden. De strook wordt daar aan een reeds aanwezige 5 doorlopende strook gelast (“spliced”). Van deze doorlopende strook worden verderop in het proces weer gordellagen gesneden die naar bouwtrommels worden getransporteerd en daarop gewikkeld tot een gordel. Omdat het snijden zorgt voor oponthoud, is een bufferlus aanwezig vóór de snijin-10 richting.
In het beschreven proces zijn lussen nodig om snelheidsverschillen op te vangen, waardoor vervormingen kunnen optreden. Daarnaast worden veel handelingen met kwetsbare stroken uitgevoerd, en zijn diverse snij stappen 15 noodzakelijk.
De uitvinding heeft tot doel hierin verbetering te brengen.
De uitvinding voorziet daartoe in een inrichting voor het maken van een gordellaag met een lengteas, een 20 gordellaaglengte en onderling parallelle koorden onder tevoren ingestelde koordhoek ten opzichte van de lengteas, waarbij de inrichting omvat: een extrudeerinrichting voor het produceren van een doorlopende rubberstrook met in hoofdzaak onderling paral-25 lelie ingebedde langskoorden met een hart-op-hart afstand en met een strookbreedte; een eerste transportinrichting voor het transporteren van de doorlopende rubberstrook in de richting van de langskoorden; 30 een tweede transportinrichting voor het transporteren van de gordellaag in de lengterichting van de gordellaag in een transportrichting, omvattende een steunvlak voor de gordellaag; een snij inrichting voor het schuin onder de koordhoek 35 afsnijden van strips van de doorlopende strook; een bouwtrommel voor het opnemen van een gordellaag afkom- 1022246 H stig van de tweede transportinrichting, waarbij de bouwtrommel een rotatieas heeft, waarbij de eerste transportinrichting ingericht is voor H het transporteren van de doorlopende strook naar de tweede 5 transportinrichting, de tweede transportinrichting opge- steld is zodat zijn transportrichting een hoek maakt ter grootte van de koordhoek ten opzichte van de richting van de langskoorden, de lengterichting van de gordellaag in hoofdzaak overeenkomt met de transportrichting, en de 10 bouwtrommel met zijn rotatieas in hoofdzaak dwars op de tweede transportrichting opgesteld is.
De uitvinding voorziet verder in een werkwijze voor het maken van een gordellaag met een lengteas, een gordellaaglengte en onderling parallelle koorden onder een I 15 tevoren vastgestelde koordhoek ten opzichte van de lengte- as, waarbij een doorlopende rubberstrook voorzien van in hoofdzaak parallelle langskoorden, een ingestelde strook- breedte en ingestelde hart-op-hart afstand tussen de H langskoorden onderling, in de langsrichting geproduceerd 20 wordt middels een continu extrusieproces, de doorlopende I rubberstrook in strips gesneden wordt onder de koordhoek, I een voorafbepaald aantal strips met koorden in hoofdzaak I parallel naast elkaar op een ingestelde stripafstand ten I opzichte van elkaar voor het vormen van een gordellaag met I 25 een tevoren ingestelde gordellaaglengte op een steunvlak I geplaatst worden, waarbij de onderlinge afstand van de strips berekend wordt om een ingestelde lengte van de I gordellaag te verkrijgen, wanneer de gordellaag de gewens- I te gordellaaglengte bereikt heeft de gordellaag in de 30 lengterichting naar een bouwtrommel getransporteerd wordt, I en gewikkeld wordt op de bouwtrommel.
I Door te kiezen voor een geïntegreerde opstelling I zoals voorgesteld volgens de uitvinding is een zeer nauw- I keurige en snelle productie van gordellagen en het verwer- I 35 ken daarvan zonder voorraadbeheersingsproblemen mogelijk.
I Er is een optimaal proces mogelijk waarbij de complete
. I
5 opbouw van de gordellaag van begin tot eind toe controleren en te sturen is. Daarnaast kan vrijwel direct worden overgestapt op de productie van een andere bandenmaat.
De langskoorden in de doorlopende rubberstrook 5 vormen uiteindelijk de koorden in de gordellaag. Deze koorden kunnen metalen (in het bijzonder stalen) koorden zijn of koorden van polymeer materiaal (kunststof vezel), zoals twaron, polyester of nylon, of koorden van bijvoorbeeld cellulose. De koorden kunnen ook monofilamenten zijn 10 van deze materialen. De koordhoek kan ingesteld worden tussen de 0 en 90 graden ten opzichte van de lengteas van de gordellaag. In de praktijk zullen de koorden een koordhoek hebben van ongeveer 13-45 graden, specifiek ongeveer 18-32 graden.
15 In een uitvoeringsvorm is de tweede transportin richting voorzien van eerste aandrijfmiddelen en eerste besturingsmiddelen voor het besturen van de eerste aandri jfmiddelen, waarbij de besturingsmiddelen ingericht zijn voor het aansturen van de aandrijfmiddelen voor het 20 instelbaar verplaatsen van het steunvlak van de tweede verplaatsingsmiddelen met een instelbare verplaatsingsaf-stand voor het aanleggen van een volgende strip, dan wel een transportafstand voor het transporteren van de gordellaag naar de bouwtromme1. Hierdoor is het mogelijk de 25 strips die van de doorlopende rubberstrook afgesneden zijn op een onderling instelbare afstand van elkaar te plaatsen op het steunvlak van de tweede transportinrichting. In een uitvoeringsvorm daarvan omvatten de besturingsmiddelen geheugenmiddelen voor de strookbreedte en de gordellaag-30 lengte, de hart-op-hart afstand tussen de langskoorden, en middelen voor het berekenen van een stripaantal, zijnde het benodigd aantal strips om een gordellaag te vormen, en de verplaatsingsafstand uit de hart-op-hart afstand, de strookbreedte en de gordellaaglengte. Hierdoor kan een 35 gordellaag-in-opbouw zeer nauwkeurig verplaatst worden en kan telkens een nieuwe strip in een zeer reproduceerbare 1022246 I manier aangelegd worden bij de gordellaag-in-opbouw. Door een nauwkeurige instelling van de afstand tussen de gor- I deHaag-in-opbouw en de strips kunnen eventuele correcties I uitgevoerd worden.
I 5 In een uitvoeringsvorm daarvan omvatten de I besturingsmiddelen tellermiddelen voor het tellen van het I aantal geplaatste strips, en een beslisroutine voor het I beslissen tot transporteren van de gordellaag naar de B bouwtrommel wanneer het aantal geplaatste strips gelijk is B 10 aan stripaantal, dan wel wanneer de gordellaaglengte I bereikt is.
B In een uitvoeringsvorm van de uitvinding omvat I de inrichting verder meetmiddelen voor het meten van de I lengte van de gordellaag op het steunvlak van de tweede B 15 transportinrichting tijdens het maken van de gordellaag, B verbonden met de besturingsmiddelen. Deze meetmiddelen B kunnen een CCD camera zijn waarmee telkens wanneer een B strip toegevoegd wordt een opname gemaakt wordt om het B productieproces te controleren en desgewenst bij te stu- B 20 ren. Ook kunnen de meetmiddelen een lijnscan camera zijn.
B In een uitvoeringsvorm daarvan zijn de meetmiddelen ver- B bonden met de besturingsmiddelen, waarbij de besturings- B middelen ingericht zijn voor het instellen van de ver- B plaatsingsafstand op basis van de gemeten lengte tijdens B 25 het maken, de ingestelde gordellaaglengte en de hart-op- B hart afstand tussen de langskoorden. Bij voorkeur wordt B daarbij telkens wanneer een strip is aangelegd de vorm van B de gordellaag in opbouw gemeten, zodat eventuele afwijkin- B gen vroegtijdig geconstateerd worden en mogelijk zelfs B 30 hersteld worden.
B Middels bovengenoemde uitvoeringsvorm is het B mogelijk de gordellaaglengte tijdens het produceren van de B gordellaag aan te passen. Tijdens het produceren kan B bijvoorbeeld blijken uit metingen van de lengte van de B 35 gordellaaglengte tijdens het maken van de gordellaag, dat B de uiteindelijke gordellaag niet de juiste afmeting zal \ * 7 krijgen. Door nu de onderlinge afstand van de strips aan te passen kan dit gecorrigeerd worden. Deze correctie gebeurt dan door de verplaatsing van het steunvlak van de eerste transportinrichting aan te passen. Voor een gordel-5 laag zullen in de praktijk ongeveer 20-30 strips gebruikt worden die elk 25-50 mm breed zijn. De afstand tussen elke strip, zal ongeveer gelijk zijn aan de hart-op-hart afstand tussen de langskoorden, i.e. ongeveer 1 mm. Door nu die hart-op-hart afstand bijvoorbeeld ongeveer 10 % groter 10 te maken, zal een gordellaag ongeveer 2-3 mm langer worden. De aanpassing wordt daarbij verdeeld over de latere bandomtrek, waardoor er geen tot weinig ongelijkheden in de gewichtsverdeling van de uiteindelijke band zullen ontstaan. Daarnaast kunnen de strips natuurlijk zeer 15 nauwkeurig geplaatst worden, en kan het productieproces continue gevolgd worden.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat de eerste transportinrichting verder een plaatsingsinrichting voor het opnemen van de doorlo-20 pende rubberstrook dan wel strips van het steunvlak en plaatsen daarvan op het steunvlak van de tweede transportinrichting.
In een uitvoeringsvorm daarvan is de plaatsingsinrichting na de snij inrichting opgesteld voor het plaat-25 sen van de doorlopende rubberstrook op het steunvlak.
In een verdere ontwikkeling daarvan is de plaatsingsinrichting voorzien van een lasinrichting voor het aan elkaar lassen van strips tot een gordellaag.
In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens 30 de uitvinding omvat de tweede transportinrichting ver-plaatsingsmiddelen voor het verplaatsen van het steunvlak naar de bouwtrommel voor het tegen de bouwtrommel plaatsen van de gordellaag.
I Een eenvoudige realisering van de inrichting I 35 wordt verkregen door te kiezen voor transportbanden voor de transportinrichtingen. Hierbij kunnen desgewenst ver- H schillende transportbanden ingezet worden om een trans- H portinrichting te realiseren.
In nog een andere uitvoeringsvorm van de inrich-ting volgens de uitvinding omvat de tweede transportin-H 5 richting een eerste transporteur en een tweede transpor- H teur, waarbij de transporteurs opgesteld zijn met hun H transportrichtingen in eikaars verlengde, waarbij de.
H eerste transporteur een steunvlak omvat voor het ontvangen van de strips of doorlopende rubberstrook en aandrijfmid- H 10 delen en besturingsmiddelen verbonden met die besturings- H middelen.
In een verder uitvoeringsvorm daarvan omvat de tweede transporteur een steunoppervlak voor het ondersteu- nen van de gordellaag, waarbij het steunvlak van de tweede 15 transporteur verplaatsbaar van een eerste positie waarin het steunvlak van de eerste transporteur in het verlengde ligt van het steunvlak van de tweede transporteur naar een tweede positie waarin het steunvlak aanligt tegen de bouwtrommel.
20 De uitvinding heeft verder betrekking op een samenstel voor het maken van een gordel voor een band, omvattende twee inrichtingen voor het maken van een gor- dellaag zoals boven beschreven waarbij de tweede trans- I portinrichtingen van de inrichtingen voor het maken van I 25 een gordellaag in hoofdzaak parallel aan elkaar opgesteld I zijn.
I Hierdoor ontstaat een opstelling waarmee in I korte tijd, in het bijzonder binnen ongeveer 1 minuut, een I complete gordel gemaakt kan worden, waarbij de gordellagen 30 niet aan vervormingen blootstaan, waardoor de kans op I fouten en beschadigingen verkleind wordt. Bovendien kunnen I kleine series gemaakt worden.
I In een uitvoeringsvorm van dit samenstel zijn de bouwtrommels van de eerste en tweede inrichting voor het 35 maken van een gordellaag met hun rotatieassen in hoofdzaak I in eikaars verlengde opgesteld, en zijn gezamenlijk ro- I 1 η o o o ü λ 9 teerbaar om een as in hoofdzaak loodrecht op de rotatieas gemonteerd op een bouwtrommelhouder. Hierdoor kunnen de gordellagen eenvoudig met gekruiste koordlagen aangebracht worden zonder de gordellagen aan verdere handelingen bloot 5 te stellen. Bovendien treedt tijdwinst op.
In een verdere uitvoeringsvorm zijn de extru-deerinrichtingen van beide inrichtingen voor het maken van een gordellaag met hun extrudeerrichtingen in hoofdzaak parallel aan elkaar opgesteld. In een verdere uitvoerings-10 vorm daarvan zijn de extrudeerinrichtingen onderling verbonden, en is de hoek tussen de extrudeerinrichtingen en de tweede transportinrichtingen instelbaar. Hierdoor is de koordhoek snel en correct in te stellen.
In nog een verdere uitvoeringsvorm omvatten de 15 tweede transportinrichtingen van de beide inrichtingen voor het maken van een gordellaag elk een steunoppervlak voor het ondersteunen en verplaatsen van een gordellaag, waarbij de beide steunoppervlakken verplaatsbaar zijn naar de bouwtrommels van de respectievelijke inrichtingen voor 20 het maken van een gordellaag, waarbij één steunoppervlak verplaatsbaar is naar de bovenzijde van de bouwtrommel voor het op de bovenzijde van de bouwtrommel aanbrengen van een gordellaag, en het andere steunoppervlak verplaatsbaar is naar de onderzijde van de andere bouwtrommel 25 voor het op de onderzijde van die bouwtrommel aanbrengen van een gordellaag.
In een verdere uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding omvat deze verder een derde transportinrichting waarvan de transportrichting in hoofdzaak 30 parallel is aan de transportrichting van de tweede trans-portinrichting, en een tweede snij inrichting voor het parallel aan de eerste snij inrichting snijden van de doorlopende rubberstrook. Hierdoor is het mogelijk om te volstaan met één extrudeerinrichting die de tweede en 35 derde transportinrichting kan voorzien van strips.
In een uitvoeringsvorm daarvan is de tweede I i) '· > * V o- : i H snij inrichting aangebracht voor het snijden tussen de tweede en derde transportinrichting. Hierdoor kunnen twee I gordellagen gemaakt worden middels één extrudeerinrich- ting.
5 In een uitvoeringsvorm omvat de derde transpor- teur een steunvlak voor een gordellaag, gelegen naast en aangesloten aan het steunvlak van de tweede transporteur.
I In een uitvoeringsvorm van de inrichting volgens I de uitvinding is deze verder voorzien van een hoofdbestu- B 10 ringsinrichting, waarbij de hoofdbesturingsinrichting een geheugen en een gegevensverwerkingseenheid omvat, en programmatuur voor het inlezen van een ingestelde hart-op- hart afstand tussen de langskoorden en een gordellaagleng- I te.
I 15 In een uitvoeringsvorm daarvan is de programma- I tuur voorzien van een afstandroutine voor het berekenen van de gewenste onderlinge afstand tussen de strips uit de stripbreedte, de hart-op-hart afstand tussen de langskoor- den en de gewenste lengte van de gordellaag.
20 In een uitvoeringsvorm daarvan is de programma- B tuur verder voorzien van besturingsroutines voor het B besturen van de plaatsingsinrichting voor het verplaatsen B van een deels gevormde gordellaag, waarbij de verplaatsing B berekend wordt middels de afstandroutine voor het bereke- B 25 nen van de onderlinge afstand tussen de strips.
B In een uitvoeringsvorm van de werkwijze volgens B de uitvinding wordt een van tevoren vastgestelde onderlin- B ge hart-op-hart afstand van de koorden en de breedte van B de doorlopende strip ingesteld, de lengte van de gordel- B 30 laag tijdens het maken gemeten wordt, en de onderlinge afstand van de strips telkens aangepast voor het bereiken B van een tevoren ingestelde gordellaaglengte, waarbij de B aanpassing van de onderlinge afstand maximaal de hart-op- B hart afstand van de koorden, bij voorkeur maximaal 20 % B 35 van de hart-op-hart afstand.
B In een verdere uitvoeringsvorm van deze werkwij- 11 ze wordt de hart-op-hart afstand en de gewenste lengte van gordellaag ingevoerd in een computer voorzien van besturingsprogrammatuur, waarbij de besturingsprogrammatuur de afstand tussen de strips berekent.
5 In een uitvoeringsvorm daarvan regelt de bestu ringsprogrammatuur de verplaatsing van een reeds gevormd deel van de gordellaag.
De uitvinding heeft verder betrekking op een werkwijze voor het bouwen van een gordellaag, waarbij een 10 doorlopende rubberstrook voorzien van koorden in de langs-richting geproduceerd wordt middels een continu extru-sieproces, de doorlopende strook in strips gesneden wordt onder een koordhoek, de strips naast elkaar geplaatst worden op een steunvlak op een onderlinge stripafstand om 15 met meerdere strips samen een gordellaag te vormen met een van tevoren ingestelde lengte, de gordellaag op het steunvlak naar een bouwtrommel getransporteerd wordt en op de bouwtrommel gewikkeld wordt, waarbij de onderlinge stripafstand voor elke strip van de gordellaag opnieuw bepaald 2 0 wordt.
In een uitvoeringvorm daarvan wordt de bouwtrommel na het aanbrengen van een eerste gordellaag. geroteerd om een as loodrecht op de rotatieas van de trommel.
In een uitvoeringsvorm daarvan wordt de bouw-25 trommel in het horizontale vlak geroteerd.
In een uitvoering van genoemde werkwijze wordt een tweede gordellaag aangebracht over de eerste gordellaag, waarbij de koorden van de eerste en tweede gordellaag ten opzichte van elkaar gekruist zijn.
30 In een uitvoeringsvorm daarvan worden de eerste en tweede gordellaag met de koordhoek in dezelfde richting naar de bouwtrommel toegevoerd, waarbij de eerste gordellaag boven op de bouwtrommel vastgelegd en om de bouwtrommel gewikkeld wordt, en de tweede gordellaag onder op de 35 bouwtrommel vastgelegd wordt en in tegengestelde richting om de bouwtrommel gewikkeld wordt.
1022246 H In een uitvoeringsvorm van de bovengenoemde H inrichtingen zijn de steunvlakken van de transportinrich- H tingen voorzien van middelen voor het op de steunvlakken H vasthouden van de gordellagen dan wel gordellagen-in- H 5 opbouw. Voor een efficiënte werking zijn deze middelen in- H en uitschakelbaar. Voorbeelden van dergelijke middelen zijn magneten en onderdrukmiddelen, bijvoorbeeld zuignap- pen. De voorkeur verdient het daarbij wanneer de steun- H vlakken voorzien zijn van perforaties en onder de steun- 10 vlakken van middelen voor het creëren van onderdruk, H waardoor de gordellagen op de steunvlakken vastgezogen worden.
H De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van een inrichting volgens de 15 uitvinding. Hierin wordt getoond in:
Figuur 1 inrichting voor het maken van een gordellaag; figuur IA een plaatsingsinrichting voor het transporteren van de doorlopende rubberstrook naar de 20 snij-inrichting en een transporteur waarop de gordellaag wordt opgebouwd; I figuur 2A een eerste inrichting voor het maken van een gordellaag; figuur 2B tweede inrichting voor het maken van 25 een gordellaag; I figuur 3A de inrichting volgens figuur 2A, I waarbij de gordellaag aangebracht wordt op een bouwtrom- I mei ; figuur 3B inrichting volgens figuur 2B, waarbij I 30 de gordellaag aangebracht wordt op de bouwtrommel; I figuur 4 een alternatieve uitvoeringsvorm van de I inrichting, en I figuur 5 een stroomschema voor de aansturing van I een inrichting volgens de uitvinding.
35 In figuur 1 is een inrichting voor het maken van gordel 1 te zien, bestaande uit twee parallel aan elkaar
4 -X - X
13 opgestelde inrichtingen voor het maken van een gordellaag 2, 2’. Elke inrichting voor het maken van een gordellaag 2, 2’ omvat een afwikkelinrichting 3, 3’ voorzien van spoelen met daarop draadmateriaal. Over het algemeen is 5 dit draadmateriaal staalkoord.
De inrichting 1 omvat verder voor elk van beide inrichtingen voor het maken van een gordellaag een extru-sie-inrichting voor het extruderen van ongevulkaniseerde rubber rond het draadmateriaal 4, 4’ en koelmiddelen 5, 10 5’, hier voorzien van bufferlussen, voor het koelen van het geëxtrudeerde materiaal. Tevens kunnen hier discontinuïteiten in het proces worden opgevangen. Aangezien de doorlopende rubberstrook hier voorzien is van langsdraden, is de rubberstrook nauwelijks gevoelig voor rek of andere 15 vervormingen.
De resulterende, doorlopende rubberstrook met ingebedde langskoorden 6, 6 ’ wordt vervolgens toegevoerd naar een snij-inrichting 7, 7’ middels een een steunvlak biedende transporteur 8, 8’. De doorlopende rubberstrook 20 wordt daarbij door de transporteur 8, 8’ tot voorbij de snij-inrichting 7, 7’ gevoerd op een tweede transporteur 9, 9’. In deze uitvoeringsvorm omvat de tweede transporteur 9, 9’ voor elke inrichting voor het maken van een gordellaag diverse transportbanden.
25 De doorlopende rubberstrook 6, 6’ wordt voorbij de snij-inrichting 7, 7’ gevoerd op een eerste transportband 10, 10’ waarbij de rubberstrook onder een hoek, de koordhoek a, a’, aangevoerd wordt op de eerste transportband 10, 10’. Vervolgens wordt de rubberstrook 6, 6’ door 30 middel van de snij-inrichting 7, 7’ schuin afgesneden.
Door middel van aandrijfmiddelen 11, 11’ wordt vervolgens de transportband 10, 10’ aangedreven om het reeds opge bouwde deel van de gordellaag 12, 12’ te verplaatsen zodat de volgende strook geplaatst kan worden.
35 Wanneer de gordellaag 12, 12’ de juiste lengte heeft, wordt deze overgedragen op een tweede transportband
102224R
Η 13,13’ eveneens voorzien van aandrijvingen 14, 14’. De tweede transportband 13, 13’ transporteert vervolgens de gordellaag 12, 12’ naar bouwtrommels 15, 15’, welke bouw- trommels gemonteerd zijn op een trommelhouder 16, zodanig 5 dat ze in het vlak van de tekening roteerbaar zijn zoals aangegeven middels de pijl 17, zodat beide trommels van plaats kunnen verwisselen.
In figuur 1 is verder een besturingseenheid 100 I aangegeven, in een uitvoeringsvorm een computereenheid 10 voorzien van een besturingssysteem en toepassingsprogram- matuur. De besturingseenheid 100 is verbonden met de snij- H inrichtingen 7 en 7’, met meetinrichtingen 101 en 101’, in een uitvoeringsvorm camera’s voor het opnemen van beelden van een gordellaag terwijl deze gemaakt wordt en klaar is, I 15 met de aandrijfmiddelen 11 en 11’, met de aandrijfmiddelen I 14 en 14 ’, en met de bouwtrommeleenheid voor het besturen daarvan.
Figuur IA toont hoe de hoek a, a’ van de eerste transportinrichting ten opzichte van de transporteur 9, 9’ 2 0 in te stellen is, zodat de koordhoek van de gordellaag I daardoor instelbaar is. Er is ook direct in te zien dat de I breedte van de gordellaag eenvoudig in te stellen is I middels de lengte van de af te snijden strip van de door- I lopende rubberstrook.
I 25 In figuur 1 is verder de transportrichting A van I de transporteurs 12, 12’, 13 en 13’ aangegeven. Daarnaast I is de langskoordrichting B aangegeven, en de lengteas van de gordellaag h. Te zien is dat deze lengteas een hoek a, I de koordhoek, maakt met de langskoordrichting B. Te zien I 30 is hoe de gordellaag-in-opbouw tegen een zijrand gelegd I wordt voor een juiste positionering. Vooral de tweede I transporteurs 13 en 13’ kunnen voorzien zijn van middelen I om de transporteurs lateraal te verplaatsen ten opzichte I van de bouwtrommels om de gordellaag precies op de juiste 35 positie op de bouwtrommel aan te brengen.
I Figuren 2A en 2B tonen een zij-aanzicht van I * 15 respectievelijk de inrichtingen voor het maken van een gordellaag 2, 2’. Hierbij geven natuurlijk de aanwijsnum- mers in figuren 2A en 2B dezelfde onderdelen weer als in figuur 1 en figuur IA. In de figuren 2A en 2B zijn duide-5 lijk de verschillend transporteurs aangegeven voor het aanbrengen van de gordellaag op de bouwtrommel.
In figuur 2A is de transportband 13 hoger opgesteld dan de transportband 10, zodat de transportband 10 waarop een gordellaag opgebouwd wordt, de gordellaag 12 10 overgeeft zodat deze aan de onderzijde van transportband 13 terecht komt. De transportvlakken liggen daarbij in eikaars verlengde en nagenoeg in één vlak. In het bijzonder overlapt de opneemzijde van transporteur 13 de afvoer-zijde van transporteur 10. Optimale overdracht treedt op 15 wanneer de ruimte tussen deze delen een gordellaagdikte is.
Voor een goede overdracht en het opnemen van de gordellaag, is transportband 13 daartoe voorzien van middelen voor het vasthouden van de gordellaag, in het 20 bijzonder magnetische middelen, of door middel voor het verzorgen van onderdruk. De gordellaag wordt aangevoerd en opgebouwd op de bovenzijde 20 van transporteur 10 en overgedragen op de onderzijde 21 van transporteur 13.
In figuur 2B is te zien hoe de gordellaag die 25 opgebouwd is op transportband 10’ middels een overdraag-transportband 17 overgedragen wordt op de tweede transportband 13’ die dit maal op dezelfde hoogte en in lijn (met het transportoppervlak in één vlak) ten opzichte van de eerste transportband 10’ opgesteld is. De overdraag-30 transporteur 17 fungeert als overbrenginrichting. De oppervlakken 22, 23 van respectievelijk transportbanden 10' en 13’ zijn in één vlak. De overbreng of overdraag-transporteur 17 is er vlak boven, voor een goede overdracht een gordellaagdikte erboven, aangebracht. De over-35 drachttransporteur 17 is voorzien van middelen voor het vasthouden van de gordellaag, bij voorkeur magnetische . "N ,·· , Ί 1 ‘ , , / : ,i ά-. /.. /., *v i ;> H middelen of onderdruk verschaffende middelen om de gordel- I laag aan de onderzijde 24 van overdrachttransporteur 17 te I houden. Bij voorkeur in het gebied waar de gordellaag niet I meer ondersteund wordt door transporteurs 10’en 13’.
I 5 In figuren 2A en 2B is tevens de richting waarop I de koorden op de trommel georiënteerd zijn aangegeven I middels figuurtje 18 en 18’.
Figuren 3A en 3B tonen vervolgens het aanbrengen van een gevormde gordellaag op de respectievelijke bouw- 10 trommels 15 en 15’. Hierbij worden de transportbanden 13 en 13’ in hun geheel naar de trommel toe bewogen.
De werking van de inrichting 1 is als volgt. Van I de spoelen 3 en 3 ’ worden koorden afgewikkeld die aan de I extruder 4, 4 ’ toegevoerd worden waarbij de koorden naast I 15 elkaar neergelegd worden met een onderlinge hart-op-hart afstand en in de extruder voorzien worden van een laag ongevulkaniseerde rubbermateriaal, zodat een doorlopende rubberstrook 6, 6’ ontstaat met ingebedde langskoorden waarbij de langskoorden parallel ten opzichte van elkaar 20 lopen op gelijke afstand, de hartafstand. De geëxtrudeerde rubberstrook wordt vervolgens ter afkoeling door koelmid- delen, in een uitvoeringsvoorbeeld een koeltoren met H lussen, gevoerd, welke koeltoren aangegeven is met 5, 5’.
H De lengte van de lussen is instelbaar om eventuele snel- I 25 heidsverschillen op te vangen. Dat is hier geen probleem I aangezien door de koorden in langsrichting en rubberstrook H niet vatbaar is voor vervormingen die de uiteindelijke I gordellaag nadelig kunnen beïnvloeden.
De rubberstroken worden vervolgens aangevoerd op I 30 een eerste transportinrichting welke een steunvlak biedt I voor de rubberstrook en welke de rubberstrook transpor- I teert langs een snij-inrichting 7, 7’ en neerlegt op de I transportband 10, 10’. De snij-inrichting snijdt vervol- I gens de strook schuin onder een koordhoek a af zodat een I 35 strip ontstaat. Aandrijfinrichting 11, 11’ zet vervolgens de transportband in werking en verplaatst de deels gevorm-
I 1 022 2 4 R
17 de gordellaag 12 in de transportrichting aangegeven met grote pijl A, waarbij de deels gevormde gordellaag 12 dusdanig ver opschuift dat een nieuw deel van de doorlopende strook 6 naast het reeds gevormde deel van de gor-5 dellaag komt te liggen, op de juiste, vooraf bepaalde afstand. Vervolgens snijdt de snij-inrichting weer en dit gaat zo door totdat de volledige gordellaag 12 gevormd is. Eventueel kan de plaatsingsinrichting dan wel de verplaat-singsinrichting voorzien zijn van een lasinrichting om de 10 de strips aan elkaar te lassen, bij voorkeur middels stuikend lassen (“butt-splicing").
Wanneer de lengte van de gevormde gordellaag gelijk is aan de vooraf ingestelde lengte wordt de gordellaag vervolgens getransporteerd naar transportbanden 13 en 15 13 ’ . Hierbij wordt in inrichting 2 de gordellaag aan de onderzijde aangebracht van de transportband 13 waar het door middel van magneten of onderdruk op de transportband gehouden wordt. Bij inrichting 2’ wordt de gordellaag door middel van overbrengingstransportbandje 17 van de eerste 20 transportband 10’ op een tweede transportband 14’ overgebracht. Hierbij wordt zorg gedragen dat tijdens het transporteren naar de trommel de gevormde gordellaag niet vervormd wordt zodat de vorm van de gordellaag niet meer verandert. Hierdoor kunnen de gordellagen zeer nauwkeurig 25 en zonder spanning op de trommel 15, 15’ aangebracht worden.
In een alternatieve uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding, zoals getoond in figuur 4 (de figuurnummers van de onderdelen komen overeen met 30 figuurnummers in voorgaande figuren), zijn transportbanden 10 en 10’ parallel naast elkaar en paktisch tegen elkaar gesitueerd en is tussen de parallelle transportbanden 10, 10’ de tweede snij inrichting 7’ geplaatst. Doordat de transportbanden 7, 7’ parallel aan elkaar en naast elkaar, 35 in het bijzonder hier tegen elkaar aan, geplaatst zijn, is het mogelijk om te volstaan met één afwikkelinrichting 3, ?·\ Λ , ,.- H één extrusieinrichting 4 en één koelinrichting 5. Hierdoor is de inrichting aanzienlijk goedkoper dan de eerder beschreven uitvoeringsvorm. Het is natuurlijk denkbaar om bijvoorbeeld één snij inrichting toe te passen, en afgesne- 5 den strips middels een speciale verplaatsingsinrichting op de juiste plaats op de juiste transporteur neer te leggen.
Na de transporteurs 10 en 11’ worden de gordellagen 12 en 12’ verder verplaatst middels verdere transporteurs en op bouwtrommels, zie de voorgaande figuren. In de weergegeven 10 uitvoeringsvorm wordt eerste de doorlopende strook neerge- legd naast een de gordellaag-in-opbouw, op de juiste I afstand. Daarna snijden snij inrichtingen 7 en 7 ’ de door- lopende rubberstrook door, zodat twee gordellagen tegelij- kertijd gemaakt worden.
15 De verplaatsingsinrichting volgens de uitvinding I is in een uitvoeringsvorm ingericht om de strips dan wel een strook middels magneetmiddelen dan wel middels het creëren van onderdruk op te nemen. Het gehele proces wordt I bestuurd en in de gaten gehouden door de besturingseenheid 20 100. De gegevens die gemeten zijn door opnemers worden I verwerkt, vergeleken met referentiewaarden, en op basis I daarvan wordt het proces bijgestuurd. Dit bij sturen kan I ondermeer gebeuren door de aandrijfeenheden 11 en 11’, I waarmee de onderlinge afstand van de afgesneden strips in I 25 te stellen is.
I In figuur 5 is schematisch weergegeven wat een I besturingssysteem van een gordelbouwmachine volgens de I uitvinding moet uitvoeren. De verschillende transportin- richtingen en verplaatsingsinrichtingen hebben elk een I 30 aandrijving die verbonden is met een besturingseenheid.
Daarnaast is de machine uitgerust met meetcellen, zoals I bijvoorbeeld camera’s of dergelijken, die telkens een gordellaag in opbouw en tijdens het op een bouwtrommel I aanbrengen meten. Zo zal een meetinrichting telkens de 35 vorm van een gordellaag op de transporteur 12, 12’ meten.
I Op basis van de actuele vorm en afmeting van een gordel- I 1022246 19 laag in opbouw en de gewenste afmeting en vorm, geeft de besturingseenheid van de transporteur de aandrijfeenheid van die transporteur opdracht om de gordellaag in opbouw te verplaatsen zodat een volgende strip op een voorafbe-5 paald afstand van de gordellaag in opbouw neergelegd wordt. Deze afstand zal over het algemeen gelijk zijn aan de hart-op-hart afstand van de langskoorden. Door echter de afstand binnen grenzen aan te passen, zal het ook mogelijk zijn de totale lengte van een gordellaag een 10 weinig aan te passen. Bijvoorbeeld, Wanneer een gordellaag opgebouwd is uit 40 strips, kan een vergroting van de onderlinge afstand van de strips met 0,2 mm de gordellaag 8 mm groter maken.
In figuur 5 wordt in stap 50 en 50’ eerst para-15 meters ingesteld, zoals de stripbreedte, de gewenste gordellaag lengte, en dergelijke. In stappen 51 en 51’ worden de tweede transportinrichtingen geactiveerd. In stap 52 en 52’worden van de doorlopende strook strips gesneden, die in stap 53 en 53’op de transportinrichtingen 20 geplaatst worden. In stap 54 en 54’ meten opnemers de vorm van de gordellagen in opbouw en beslist een beslisroutine of de gordellagen op lengte zijn. Indien de gordellagen op lengte zijn worden de respectievelijke gordellagen verplaatst naar de bouwtrommels (stap 55, 55’) . Zo niet, dan 25 verplaatst de tweede transportinrichting de gordellaag-inopbouw zodanig dat een volgende strip geplaatst kan worden. Ondertussen kunnen de gordellagen op de bouwtrommels gewikkeld worden, door de bouwtrommels te roteren om hun rotatieas. Daarna worden de bouwtrommels van plaats gewis-30 seld (stap 56) , en wordt van de bouwtrommel waarop een complete gordel aanwezig is de gordel verwijderd (stap 57) om verder te verwerken tot een band. Eventueel kunnen stappen 56 en 57 omgewisseld worden.
Het moge duidelijk zijn dat bovenstaande be-35 schrijving bedoeld is om de werking van voorkeursuitvoeringen toe te lichten, en dat de uitvinding niet daartoe 1 η V > ·: . .-· " W -Cr .·' 17 Η beperkt is.
De beschermingsomvang van de conclusies wordt H alleen beperkt door de onderstaande conclusies. Uit boven- H staande uiteenzetting moge duidelijk zijn dat een vele H 5 variaties duidelijk zijn voor de vakman die behoren tot H het wezen en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding.
I - - - · ^ o

Claims (28)

1. Inrichting voor het maken van een gordellaag met een lengteas, een gordellaaglengte en onderling parallelle koorden onder een tevoren ingestelde koordhoek ten opzichte van de lengteas, waarbij de inrichting omvat: 5 een extrudeerinrichting voor het produceren van een doorlopende rubberstrook met in hoofdzaak onderling parallelle ingebedde langskoorden met een hart-op-hart afstand en met een strookbreedte; een eerste transportinrichting voor het transporteren van 10 de doorlopende rubberstrook in de richting van de langskoorden; een tweede transportinrichting voor het transporteren van de gordellaag in de lengterichting van de gordellaag in een transportrichting, omvattende een steunvlak voor de 15 gordellaag; een snij inrichting voor het schuin onder de koordhoek afsnijden van strips van de doorlopende strook; een bouwtrommel voor het opnemen van een gordellaag afkomstig van de tweede transportinrichting, waarbij de 20 bouwtrommel een rotatieas heeft, waarbij de eerste transportinrichting ingericht is voor het transporteren van de doorlopende strook naar de tweede transportinrichting, de tweede transportrichting opgesteld is zodat zijn transportrichting een hoek maakt ter grootte 25 van de koordhoek ten opzichte van de richting van de langskoorden, de lengterichting van de gordellaag in hoofdzaak overeenkomt met de transportrichting, en de bouwtrommel met zijn rotatieas in hoofdzaak dwars op de tweede transportrichting opgesteld is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de 1 n ? ? ? A fi Η Η tweede transportinrichting voorzien is van eerste aan- H drijfmiddelen en eerste besturingsmiddelen voor het bestu- H ren van de eerste aandrijfmiddelen, waarbij de besturings- H middelen ingericht zijn voor het aansturen van de aan- 5 drijfmiddelen voor het . instelbaar verplaatsen van het steunvlak van de tweede transportmiddelen met een instel- bare verplaatsingsafstand voor het aanleggen van een volgende strip, dan wel een transport af stand voor het transporteren van de gordellaag naar de bouwtrommel. I 10 3. Inrichting volgens conclusie 2, waarbij de besturingsmiddelen geheugenmiddelen omvatten voor de strookbreedte, de hart-op-hart afstand tussen de langs- koorden, en de gordellaaglengte en middelen voor het berekenen van een stripaantal, zijnde het benodigd aantal 15 strips om een gordellaag te vormen, en de verplaatsingsaf- stand uit de hart-op-hart afstand, de strookbreedte en de I gordellaaglengte..
4. Inrichting volgens conclusie 3, waarbij de I besturingsmiddelen tellermiddelen omvat voor het tellen H 20 van het aantal geplaatste strips, en een beslisroutine voor het beslissen tot transporteren van de gordellaag I naar de bouwtrommel wanneer het aantal geplaatste strips gelijk is aan stripaantal, dan wel wanneer de gordellaag- I lengte bereikt is. I 25 5. Inrichting volgens één der voorgaande conclu- I sies, verder omvattende meetmiddelen voor het meten van de I lengte van de gordellaag op het steunvlak van de tweede I transportinrichting tijdens het maken van de gordellaag, verbonden met de besturingsmiddelen. I 30 6. Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de I besturingsmiddelen ingericht zijn voor het instellen van I de verplaatsingsafstand op basis van de gemeten lengte van I de gordellaag tijdens het maken, de ingestelde gordellaag- I lengte en de ingestelde hart-op-hart afstand tussen de I 35 langskoorden.
7. Inrichting volgens één der voorgaande conclu- I ί -J '/ ;:j sies, waarbij de eerste transportinrichting verder een plaatsingsinrichting omvat voor het opnemen van de doorlopende rubberstrook dan wel strips van het steunvlak en plaatsen daarvan op het steunvlak van de tweede transport-5 inrichting.
8. Inrichting volgens conclusie 7, waarbij de plaatsingsinrichting na de snij inrichting opgesteld is voor het plaatsen van de doorlopende rubberstrook op het steunvlak.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, waarbij de plaatsingsinrichting voorzien is van een lasinrichting voor het aan elkaar lassen van strips tot een gordellaag.
10. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede transportinrichting verplaat- 15 singsmiddelen omvat voor het verplaatsen van het steunvlak naar de bouwtrommel voor het tegen de bouwtrommel plaatsen van de gordellaag.
11. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, waarbij de tweede transportinrichting een eerste 20 transporteur en een tweede transporteur omvat, waarbij de transporteurs opgesteld zijn met hun transportrichtingen in eikaars verlengde, waarbij de eerste transporteur een steunvlak omvat voor het ontvangen van de strips of doorlopende rubberstrook en aandrijfmiddelen en besturingsmid- 25 delen verbonden met die besturingsmiddelen.
12. Inrichting volgens conclusie 11, waarbij de tweede transporteur een steunoppervlak omvat voor het ondersteunen van de gordellaag, waarbij het steunvlak van de tweede transporteur verplaatsbaar van een eerste posi- 30 tie waarin het steunvlak van de eerste transporteur in het verlengde ligt van het steunvlak van de tweede transporteur naar een tweede positie waarin het steunvlak aanligt tegen de bouwtrommel.
13. Samenstel voor het maken van een gordel voor 35 een band, omvattende twee inrichtingen voor het maken van een gordellaag volgens één der voorgaande conclusies, I waarbij de tweede transportinrichtingen van de inrichtin- gen voor het maken van een gordel laag in hoofdzaak paral- lel aan elkaar opgesteld zijn.
14. Samenstel volgens conclusie 13, waarbij de 5 bouwtrommels van de eerste en tweede inrichting voor het maken van een gordellaag met hun rotatieassen in hoofdzaak in eikaars verlengde opgesteld zijn, en gezamenlijk ro- teerbaar om een as in hoofdzaak loodrecht op de rotatieas gemonteerd zijn op een bouwtrommelhouder. I 10 15. Samenstel volgens conclusie 13 of 14, waar- I bij de extrudeerinrichtingen van beide inrichtingen voor het maken van een gordellaag met hun extrudeerinrichtingen in hoofdzaak parallel aan elkaar opgesteld zijn.
16. Samenstel volgens één der conclusies 13-15, I 15 waarbij de tweede transportinrichtingen van de beide I inrichtingen voor het maken van een gordellaag elk een I steunoppervlak omvatten voor het ondersteunen en verplaat- sen van een gordellaag, waarbij de beide steunoppervlakken I verplaatsbaar zijn naar de bouwtrommels van de respectie- I 20 velijke inrichtingen voor het maken van een gordellaag, I waarbij één steunoppervlak verplaatsbaar is naar de boven- I zijde van de bouwtrommel voor het op de bovenzijde van de H bouwtrommel aanbrengen van een voorzijde van een gordel- H laag, en het andere steunoppervlak verplaatsbaar is naar I 25 de onderzijde van de andere bouwtrommel voor het op de I onderzijde van die bouwtrommel aanbrengen van de voorzijde I van een gordellaag.
17. Inrichting volgens conclusie één der voor- I gaande conclusies 1-12, verder omvattende een derde trans- 30 portinrichting waarvan de transportrichting in hoofdzaak I parallel is aan de transportrichting van de tweede trans- portinrichting, en een tweede snij inrichting voor het parallel aan de eerste snij inrichting snijden van de I doorlopende rubberstrook. I 35 18. Inrichting volgens conclusie 17, waarbij de I tweede snij inrichting aangebracht is voor het snijden I t O0'1 0 A g - tussen de tweede en derde transportinrichting.
19. Inrichting volgens conclusie 17 of 18, waarbij de derde transporteur een steunvlak omvat voor een gordellaag, gelegen naast en aangesloten aan het steunvlak 5 van de tweede transporteur.
20. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, verder voorzien van een hoofdbesturingsinrich-ting, waarbij de hoofdbesturingsinrichting een geheugen en een gegevensverwerkingseenheid omvat, middelen voor het 10 instellen van de hart-op-hart afstand tussen de langskoor-den en een gordellaaglengte en programmatuur voor het inlezen van een ingestelde hart-op-hart afstand tussen de langskoorden en een gordellaaglengte.
21. Inrichting volgens conclusie 20, waarbij de 15 programmatuur voorzien is van een afstandroutine voor het berekenen van de gewenste onderlinge afstand tussen de strips uit de stripbreedte, de hart-op-hart afstand tussen de langskoorden en de gewenste lengte van de gordellaag.
22. Inrichting volgens conclusie 21, waarbij de 20 programmatuur verder voorzien is van besturingsroutines voor het besturen van de plaat singsinrichting voor het verplaatsen van een deels gevormde gordellaag, waarbij de verplaatsing berekend wordt middels de afstandroutine voor het berekenen van de onderlinge afstand tussen de strips.
23. Werkwijze voor het maken van een gordellaag met een lengteas, een gordellaaglengte en onderling parallelle koorden onder tevoren ingestelde koordhoek ten opzichte van de lengteas, waarbij een doorlopende rubber-strook voorzien van in hoofdzaak parallelle langskoorden, 30 een ingestelde strookbreedte en ingestelde hart-op-hart afstand tussen de langskoorden onderling, in de langsrich-ting geproduceerd wordt middels een continu extrusiepro-ces, de doorlopende rubberstrook in strips gesneden wordt onder de koordhoek, een voorafbepaald aantal strips met 35 koorden in hoofdzaak parallel naast elkaar op een ingestelde stripafstand ten opzichte van elkaar voor het ! Ü Z Z Z 4 6 Η Η vormen van een gordellaag met een tevoren ingestelde H gordellaaglengte op een steunvlak geplaatst worden, waar- H bij de onderlinge afstand van de strips berekend wordt om H een ingestelde lengte van de gordellaag te verkrijgen, 5 wanneer de gordellaag de gewenste gordellaaglengte bereikt heeft de gordellaag in de lengterichting naar een bouw- trommel getransporteerd wordt, en gewikkeld wordt op de bouwtrommel.
24. Werkwijze volgens conclusie 23, waarbij een 10 van tevoren vastgestelde onderlinge hart-op-hart afstand van de koorden en de breedte van de doorlopende strip ingesteld wordt, de lengte van de gordellaag tijdens het maken gemeten wordt, en de onderlinge afstand van de strips telkens aangepast wordt voor het bereiken van een 15 tevoren ingestelde gordellaaglengte, waarbij de aanpassing van de onderlinge afstand maximaal de hart-op-hart afstand van de koorden, bij voorkeur maximaal 20 % van de hart-op- I hart afstand.
25. Werkwijze volgens conclusie 24, waarbij de I 20 hart-op-hart afstand en de gewenste lengte van gordellaag I ingevoerd wordt in een computer voorzien van besturings- I programmatuur, waarbij de besturingsprogrammatuur de I afstand tussen de strips berekend.
26. Werkwijze volgens conclusie 25, waarbij de 25 besturingsprogrammatuur de verplaatsing van een reeds I gevormd deel van de gordellaag regelt.
29. Werkwijze voor het bouwen van een gordel- I laag, waarbij een doorlopende rubberstrook voorzien van I koorden in de langsrichting geproduceerd wordt middels een I 30 continu extrusieproces, de doorlopende strook in strips I gesneden wordt onder een koordhoek, de strips naast elkaar I geplaatst worden op een steunvlak op een onderlinge strip- I afstand om met meerdere strips samen een gordellaag te I vormen met een van tevoren ingestelde lengte, de gordel- I 35 laag op het steunvlak naar een bouwtrommel getransporteerd wordt en op de bouwtrommel gewikkeld wordt, waarbij de I 102 onderlinge stripafstand voor elke strip van de gordellaag opnieuw bepaald wordt.
30. Werkwijze volgens conclusie 29, waarbij de bouwtrommel na het aanbrengen van een eerste gordellaag 5 geroteerd om een as loodrecht op de rotatieas van die bouwtrommel.
31. Werkwijze volgens conclusie 30, waarbij de bouwtrommel in het horizontale vlak geroteerd wordt.
32. Werkwijze volgens conclusie 31 of 32, waar-10 bij een tweede gordellaag aangebracht wordt over de eerste gordellaag, waarbij de koorden van de eerste en tweede gordellaag ten opzichte van elkaar gekruist zijn.
33. Werkwijze volgens conclusie 32, waarbij de eerste en tweede gordellaag met de koordhoek in dezelfde 15 richting naar de bouwtrommel toegevoerd wordt, waarbij de ene gordellaag boven op de bouwtrommel vastgelegd en om de bouwtrommel gewikkeld wordt in een eerste opwikkelrich-ting, en de andere gordellaag onder op de bouwtrommel vastgelegd wordt en tegengesteld aan de eerste opwikkel-20 richting om de bouwtrommel gewikkeld wordt.
34. Inrichting omvattend een of meer van de in de beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen.
35. Werkwijze omvattend een of meer van de in de 25 beschrijving omschreven en/of in de tekeningen weergegeven kenmerkende maatregelen. -o-o-o-o-o-o-o-o- PvE I ' . s
NL1022246A 2002-12-23 2002-12-23 Inrichting en werkwijze voor het maken van een gordellaag. NL1022246C2 (nl)

Priority Applications (11)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022246A NL1022246C2 (nl) 2002-12-23 2002-12-23 Inrichting en werkwijze voor het maken van een gordellaag.
AU2003296269A AU2003296269A1 (en) 2002-12-23 2003-12-23 Device and method for producing a breaker ply
DE60315194T DE60315194T2 (de) 2002-12-23 2003-12-23 Vorrichtung und verfahren zur herstellung einer gürtelschicht
RU2005123386/12A RU2331519C2 (ru) 2002-12-23 2003-12-23 Устройство, агрегат и способ для изготовления брекерного слоя шины
US10/540,195 US20060124226A1 (en) 2002-12-23 2003-12-23 Device and method for producing a breaker ply
JP2004562122A JP4546259B2 (ja) 2002-12-23 2003-12-23 ブレーカプライを製造する装置および方法
KR1020057011900A KR101016730B1 (ko) 2002-12-23 2003-12-23 브레이커 플라이 제조 장치 및 방법
CN2003801091385A CN1741898B (zh) 2002-12-23 2003-12-23 制造缓冲层的装置和方法
PCT/NL2003/000926 WO2004056558A1 (en) 2002-12-23 2003-12-23 Device and method for producing a breaker ply
EP03789651A EP1583655B1 (en) 2002-12-23 2003-12-23 Device and method for producing a breaker ply
AT03789651T ATE367915T1 (de) 2002-12-23 2003-12-23 Vorrichtung und verfahren zur herstellung eines verstärkungsgürtels für reifen

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1022246A NL1022246C2 (nl) 2002-12-23 2002-12-23 Inrichting en werkwijze voor het maken van een gordellaag.
NL1022246 2002-12-23

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL1022246C2 true NL1022246C2 (nl) 2004-06-24

Family

ID=32678030

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1022246A NL1022246C2 (nl) 2002-12-23 2002-12-23 Inrichting en werkwijze voor het maken van een gordellaag.

Country Status (11)

Country Link
US (1) US20060124226A1 (nl)
EP (1) EP1583655B1 (nl)
JP (1) JP4546259B2 (nl)
KR (1) KR101016730B1 (nl)
CN (1) CN1741898B (nl)
AT (1) ATE367915T1 (nl)
AU (1) AU2003296269A1 (nl)
DE (1) DE60315194T2 (nl)
NL (1) NL1022246C2 (nl)
RU (1) RU2331519C2 (nl)
WO (1) WO2004056558A1 (nl)

Families Citing this family (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP4346436B2 (ja) * 2003-12-25 2009-10-21 横浜ゴム株式会社 空気入りタイヤ及びその製造方法
DE102006039980A1 (de) * 2006-08-25 2008-02-28 Continental Aktiengesellschaft Verfahren zum Herstellen von mit unterschiedlichen Festigkeitsträger-Arten versehenen Reifenaufbauteilen in einer Vorrichtung
NL1033473C2 (nl) * 2007-03-01 2008-09-02 Vmi Epe Holland Snijinrichting.
EP2234799B1 (en) * 2007-12-21 2012-09-26 Pirelli Tyre S.P.A. Process and plant for building tyres for vehicle wheels
JP5134733B2 (ja) 2008-12-11 2013-01-30 ピレリ・タイヤ・ソチエタ・ペル・アツィオーニ 車両車輪用タイヤの製造方法及び装置
JP6262647B2 (ja) * 2011-05-12 2018-01-17 ピレリ・タイヤ・ソチエタ・ペル・アツィオーニ 車両ホイール用のタイヤを構築する方法及びプラント
NL2007058C2 (nl) * 2011-07-06 2013-01-08 Vmi Holland Bv Samenstel en werkwijze voor het vervaardigen van een groene band.
CN103009933A (zh) * 2012-12-26 2013-04-03 中橡集团曙光橡胶工业研究设计院 一种内带束载重汽车轮胎及其制造方法
JP5810135B2 (ja) * 2013-06-26 2015-11-11 東洋ゴム工業株式会社 帯状タイヤ部材の貼り付け装置及び貼り付け方法
NL2014454B1 (en) * 2015-03-13 2016-10-14 Vmi Holland Bv Extruder and method for extruding cord reinforced tire components.
NL2017819B1 (en) * 2016-11-18 2018-05-25 Vmi Holland Bv Cutting device and method for a continuous strip into tire components
NL2017821B1 (en) * 2016-11-18 2018-05-25 Vmi Holland Bv Joining device and method for joining strips to form a tire component
NL2020539B1 (en) * 2018-03-06 2019-09-13 Vmi Holland Bv Apparatus and method for correcting misalignment of a strip
DE102018209936A1 (de) * 2018-06-20 2019-12-24 Continental Reifen Deutschland Gmbh Verfahren und Anlage zur Herstellung von bandartigen Materialstreifen

Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1960822A (en) * 1932-05-04 1934-05-29 Vernon Tool Company Ltd Method and apparatus for making tires
US3071179A (en) * 1961-03-30 1963-01-01 Us Rubber Co Tire building apparatus and method
US4877468A (en) * 1986-05-20 1989-10-31 The Firestone Tire & Rubber Company Hot tire forming method
US5571354A (en) * 1993-02-16 1996-11-05 Mitsubishi Jukogyo Kabushiki Kaisha Auto-splice device and method
EP1095761A2 (en) * 1999-10-25 2001-05-02 Bridgestone Corporation Process and apparatus for the production of a continous strip made of joined elements
EP1211058A1 (en) * 2000-11-29 2002-06-05 PIRELLI PNEUMATICI Società per Azioni Process and apparatus for the manufacture of a belt structure for a pneumatic tyre

Family Cites Families (18)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS57125030A (en) * 1981-01-27 1982-08-04 Bridgestone Corp Method and apparatus for winding strip rubber material around molding drum
JP3105634B2 (ja) * 1992-04-17 2000-11-06 株式会社ブリヂストン 空気入りラジアルタイヤ
JPH05332748A (ja) * 1992-05-28 1993-12-14 Yokohama Rubber Co Ltd:The 帯状部材組継部の形状検出方法及びその装置
NL9301717A (nl) * 1993-10-06 1995-05-01 Vmi Epe Holland Werkwijze voor het aanpassen van een zijde van een strook flexibel materiaal aan een referentiezijde en gordelstrooktoevoerinrichting voor het toevoeren van een gordelstrook op een ronddraaiende opbouwtrommel.
JPH08118514A (ja) * 1994-10-24 1996-05-14 Bridgestone Corp 帯状部材の成形方法および装置
JPH08127083A (ja) * 1994-11-01 1996-05-21 Sumitomo Rubber Ind Ltd タイヤ用のシート片接続方法及びそれにより接続されたタイヤ用プライ
JPH08244136A (ja) * 1995-03-09 1996-09-24 Mitsubishi Heavy Ind Ltd 長尺材料の測長装置
JPH10180899A (ja) * 1996-12-26 1998-07-07 Bridgestone Corp 帯状部材の供給方法
JPH1199564A (ja) * 1997-09-26 1999-04-13 Yokohama Rubber Co Ltd:The 空気入りラジアルタイヤ及びその製造方法
JP2000159399A (ja) * 1998-11-25 2000-06-13 Bridgestone Corp 帯状部材の接合方法および接合装置
JP4194168B2 (ja) * 1999-03-30 2008-12-10 横浜ゴム株式会社 ベルト材の供給方法
JP4416267B2 (ja) * 2000-04-11 2010-02-17 株式会社ブリヂストン タイヤ構成部材の製造方法
NL1015250C2 (nl) * 2000-05-19 2001-11-22 Vmi Epe Holland Lasinrichting voor het aan elkaar lassen van stroken van in rubbermateriaal ingebedde koorden.
EP1294556B1 (en) * 2000-06-29 2005-11-30 PIRELLI PNEUMATICI Società per Azioni Method and plant for manufacturing a belt structure of a green tire.
NL1016078C2 (nl) * 2000-09-01 2002-03-05 Vmi Epe Holland Lasinrichting voor het aan elkaar lassen van stroken van in rubbermateriaal ingebedde koorden.
US6797095B2 (en) * 2000-11-29 2004-09-28 Pirelli Pneumatici S.P.A. Method and plant for manufacturing a belt structure, a belt package and a crown structure of a green tire
JP4903944B2 (ja) * 2001-03-27 2012-03-28 住友ゴム工業株式会社 タイヤ構成部材の形成方法
JP2002361759A (ja) * 2001-06-11 2002-12-18 Bridgestone Corp タイヤ構成部材の製造方法

Patent Citations (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1960822A (en) * 1932-05-04 1934-05-29 Vernon Tool Company Ltd Method and apparatus for making tires
US3071179A (en) * 1961-03-30 1963-01-01 Us Rubber Co Tire building apparatus and method
US4877468A (en) * 1986-05-20 1989-10-31 The Firestone Tire & Rubber Company Hot tire forming method
US5571354A (en) * 1993-02-16 1996-11-05 Mitsubishi Jukogyo Kabushiki Kaisha Auto-splice device and method
EP1095761A2 (en) * 1999-10-25 2001-05-02 Bridgestone Corporation Process and apparatus for the production of a continous strip made of joined elements
EP1211058A1 (en) * 2000-11-29 2002-06-05 PIRELLI PNEUMATICI Società per Azioni Process and apparatus for the manufacture of a belt structure for a pneumatic tyre

Also Published As

Publication number Publication date
WO2004056558A1 (en) 2004-07-08
JP2006511359A (ja) 2006-04-06
EP1583655A1 (en) 2005-10-12
KR101016730B1 (ko) 2011-02-25
DE60315194T2 (de) 2008-04-10
US20060124226A1 (en) 2006-06-15
KR20050087853A (ko) 2005-08-31
EP1583655B1 (en) 2007-07-25
DE60315194D1 (de) 2007-09-06
ATE367915T1 (de) 2007-08-15
RU2005123386A (ru) 2006-01-20
AU2003296269A1 (en) 2004-07-14
CN1741898B (zh) 2011-04-06
JP4546259B2 (ja) 2010-09-15
CN1741898A (zh) 2006-03-01
RU2331519C2 (ru) 2008-08-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1022246C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het maken van een gordellaag.
US8677871B2 (en) Cutting device
JP4509111B2 (ja) トレッド貼付け装置
NL9301717A (nl) Werkwijze voor het aanpassen van een zijde van een strook flexibel materiaal aan een referentiezijde en gordelstrooktoevoerinrichting voor het toevoeren van een gordelstrook op een ronddraaiende opbouwtrommel.
EP4110598B1 (en) Transport device, applicator and method for transporting a tire component
KR20140019738A (ko) 코드밴드용 중첩 스플라이싱 장치
EP1419877B1 (en) Supply method of belt member
CN1946544B (zh) 切割工具
NL1016078C2 (nl) Lasinrichting voor het aan elkaar lassen van stroken van in rubbermateriaal ingebedde koorden.
EP1282505B1 (en) Splicer for splicing strips of cords embedded in rubber material
JPH0584849A (ja) 帯状材料の自動供給貼付け方法
NL1025767C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van een gordellaag, en snijinrichting daarvoor.
JP7167688B2 (ja) 複合プライ材料の検査方法
NL1012503C2 (nl) Inrichting voor het snijden en lassen van een baan rubbermateriaal.
JP3521987B2 (ja) 帯状シート材料継目部の段付修正方法
JP2002168604A (ja) シート材の傾斜端面検知方法及びシート材の長さ測定方法並びにその装置

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20070701