NL2006576A - Inrichting voor het aanbrengen van straatstenen op een pallet of een ander steunmiddel. - Google Patents

Inrichting voor het aanbrengen van straatstenen op een pallet of een ander steunmiddel. Download PDF

Info

Publication number
NL2006576A
NL2006576A NL2006576A NL2006576A NL2006576A NL 2006576 A NL2006576 A NL 2006576A NL 2006576 A NL2006576 A NL 2006576A NL 2006576 A NL2006576 A NL 2006576A NL 2006576 A NL2006576 A NL 2006576A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
gripping
paving stones
units
paving
stones
Prior art date
Application number
NL2006576A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2006576C2 (nl
Inventor
Bernhard Hunklinger
Original Assignee
Bernhard Hunklinger
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bernhard Hunklinger filed Critical Bernhard Hunklinger
Publication of NL2006576A publication Critical patent/NL2006576A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2006576C2 publication Critical patent/NL2006576C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/74Feeding, transfer, or discharging devices of particular kinds or types
    • B65G47/90Devices for picking-up and depositing articles or materials
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C19/00Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C19/00Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving
    • E01C19/52Apparatus for laying individual preformed surfacing elements, e.g. kerbstones

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Road Paving Machines (AREA)
  • Specific Conveyance Elements (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET AANBRENGEN VAN STRAATSTENEN OP EEN PALLET OF EEN ANDER STEUNMIDDEL
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van straatstenen, in het bijzonder gebruikte straatstenen in een bepaald patroon van het leggen op een pallet of een ander steunmiddel volgens de aanhef van conclusie 1.
Straatstenen, in het bijzonder straatstenen van beton, zijn vormstenen die op bekende wijze worden gebruikt voor het bestraten van wegen, straten, terreinen enzovoort. De straatstenen die in het bijzonder vierkant zijn, echter eveneens andere vormen kunnen hebben, worden hierbij gewoonlijk in een bepaald patroon van het leggen op een plat vlak, dat wil zeggen, een bed van zand of kiezel, geplaatst. Bekende patronen voor het leggen zijn reeksverbanden, diagonale verbanden, visgraatpatronen of patronen waarbij de langshartlijnen van aangrenzende straatstenen onder een rechte hoek ten opzichte van elkaar staan.
Teneinde straatstenen van dit soort niet op een lastige wijze afzonderlijk met de hand te moeten leggen, zijn straatsteenleginrichtingen, eveneens legtangen genoemd, bekend. Dergelijke legtangen grijpen een gehele laag van straatstenen vast, die gewoonlijk op pallets toegevoerde straatstenen zijn, transporteren de vastgegrepen laag van straatstenen naar de bedoelde plaats van het leggen en plaatsen de straatstenen daar direct tegen elkaar aangelegen op het vlak. Door het gebruik van dergelijke legtangen kan het leggen van de straatstenen aanzienlijk worden versneld en worden vergemakkelijkt. Voorwaarde voor het gebruik van dergelijke legtangen is echter dat de door de legtang te grijpen straatstenen op de pallet geordend, dat wil zeggen, dicht naast elkaar gelegen aanwezig zijn in een bepaalde richting en opstelling.
Gebruikte straatstenen die niet door de vervaardiger worden geleverd maar van bestaande wegen, straten enzovoort worden verwijderd, zijn gewoonlijk niet geordend aanwezig in houders of op hopen. Moeten dergelijke straatstenen weer worden gebruikt en door middel van leg-tangen worden gelegd, is het aldus nodig de straatstenen laaggewijs en in dezelfde of soortgelijke wijze te ordenen, zoals dit bij nieuwe straatstenen het geval is, die worden geleverd door de vervaardiger op pallets.
In het EP-1975320A2 is een inrichting geopenbaard voor het aanbrengen van gebruikte straatstenen in een variabel patroon van het leggen op een pallet of een ander steunmiddel, bijvoorbeeld een tafel voor het neerleggen, volgens de aanhef van conclusie 1. Deze inrichting heeft een inbrenghouder waarin de straatstenen bijvoorbeeld door middel van een heffende laadinrichting kunnen worden ingébracht. Vanaf de inbrenghouder komen de straatstenen op transportbanden naar een reinigingsinrichting en een inspect iegebied teneinde deze afhankelijk van de positie hiervan op de transportband door middel van een omzetin-richting in een voorafbepaalde positie en richting neer te leggen op een tafel voor het neerleggen.
Deze bekende inrichting is echter ingewikkeld samengesteld en is duur. Er worden op robots gelijkende inrichtingen gebruikt die telkens een afzonderlijke straatstenen van de transportband afnemen en in een gewenste richting op de tafel voor het neerleggen plaatsen. Dit is echter gepaard gaand met een relatief gering vermogen, dat wil zeggen, een gering debiet.
Oogmerk van de uitvinding is een inrichting van het bovengenoemde soort te verschaffen die enerzijds een groot vermogen en anderzijds een grote variabiliteit met betrekking tot de richting van de straatstenen op een pallet of een ander steunmiddel mogelijk maakt.
Dit oogmerk is volgens de uitvinding bereikt door een inrichting met de maatregelen van conclusie 1. Voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn geformuleerd in de volgconclusies.
Bij de inrichting volgens de uitvinding is een grijp-inrichting aangebracht die een meervoud van aan een grijp-houder bevestigde grijpeenheden omvat, door middel waarvan telkens een straatsteen kan worden gegrepen. Verder is een tussen de grijphouder en de grijpeenheden werkende posi-tiewijziginrichting met een afstandwijziginrichting voor het wijzigen van de onderlinge afstand van de grijpeenheden en/of met een hoekverstelinrichting voor het wijzigen van de hoek tussen de grijpeenheden en de grijphouder aangebracht, zodat tussen het straatsteenopneemgebied en het straatsteenafgeefgebied de onderlinge positionering van de vastgegrepen straatstenen is te wijzigen.
De uitdrukking " grijpen ", respectievelijk de toevoeging " grijp- " en " grijper- " moeten in verband met de uitvinding in algemene betekenis hiervan op worden gevat en zijn niet beperkt tot het vormen van een klemmende werking of een vormsluitende verbinding. De uitdrukking " grijpinrichting " omvat aldus eveneens dergelijke inrichtingen waarbij de straatstenen met zuigers " worden vastgegrepen " en worden omgezet. Soortgelijk omvat een " grijphouder " eveneens een houder voor zuigeenheden, " grijpeenheden " omvatten eveneens zuigeenheden.
Daar de grijpinrichting volgens de uitvinding een meervoud van grijpeenheden, in het bijzonder drie, vier of vijf grijpeenheden omvat, kunnen in een werkhandeling overeenkomende aantallen straatstenen tegelijkertijd worden omgezet. Dit vergroot overeenkomend het vermogen. Verder kunnen de afzonderlijke grijpeenheden aan de grijphouder zodanig worden verplaatst en/of gezwenkt, dat de straatstenen in variabele richtingen op de pallet of op een ander steunmiddel kunnen worden afgezet. Bijvoorbeeld is het mogelijk bij een omzethandeling stenen onder een hoek van +45° op een pallet neer te zetten, terwijl in een daaropvolgende behandeling de straatstenen onder een hoek van -45° op de pallet worden af gezet. Een bijzonder algemeen te gebruiken variabele inrichting wordt opgeleverd wanneer zowel een afstandwijziginrichting als een hoekver-stelinrichting voor de grijpeenheden aanwezig zijn. Verder kan de inrichting een tafel voor het neerleggen bevatten waarop een pallet wordt gezet en die zwenkbaar is om een verticale as. Op deze wijze is de tafel voor het neerleggen en daarmee de pallet ten opzichte van de grijpinrich-ting te draaien, hetgeen een aanvullend variabel zijn met betrekking tot de neerlegpositie van de straatstenen op de pallet mogelijk maakt.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is de grijp-houder in de vorm van een loopwagen of een slede uitgevoerd, die op looprails tussen het straatsteenopneemgebied en het straatsteenafgeefgebied verplaatsbaar, respectievelijk verschuifbaar is. Hierdoor is op een relatief eenvoudige wijze een bijzonder stabiele, nauwkeurig werkende grijpinrichting met een groot vermogen uit te voeren.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat de af-standwijziginrichting tenminste een langs de grijphouder aangebrachte leidrail, waaraan de grijpeenheden verplaatsbaar zijn vastgehouden, en een verplaatsinrichting voor het verplaatsen van de grijpeenheden langs de leidrail, waarbij de verplaatsinrichting in een werkende verbinding is met ten minste een deel van de grijpeenheden. Bijzonder voordelig is daarbij wanneer twee evenwijdige leidrails zijn aangebracht, daar dan de grijpeenheden op een bijzonder stabiele, aan speling arme wijze kunnen worden vastgehouden .
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm zijn de grijpeenheden om ten opzichte van elkaar evenwijdige zwenkassen zwenkbaar en hebben zijdelingse uithouders, waaraan schuivende stangen van de hoekverstelinrichting aan scharnierplaatsen scharnieren, die ten opzichte van de zwenkassen zijdelings zijn verplaatst. Bij een dergelijke uitvoering kan de hoekverstelling van de grijpeenheden ge meenschappelijk door middel van een gemeenschappelijke as, in het bijzonder een as met wiggen, worden uitgevoerd, waarbij zwenkhefbomen zijn aangebracht, die verplaatsbaar aan de as, echter draaivast zijn vastgehouden en scharnierend zijn verbonden met de schuivende stangen. Dit verschuifbaar zijn van de zwenkhefbomen waarborgt dat de hoekverstelinrichting eveneens bij dergelijke grijpinrich-tingen kan worden gebruikt, waarbij de afstand tussen de afzonderlijke grijpeenheden kan worden gewijzigd.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat elke grijpeenheid telkens een grijptang voor het inklemmen van de straatstenen en een bediencilinder voor het openen en sluiten van de grijptang. Hierdoor wordt een grote variabiliteit met betrekking tot het gebruik van de grijpeenheden opgeleverd, daar de grijpeenheden afzonderlijk kunnen worden bediend. Dit is in het bijzonder voordelig wanneer bij afzonderlijke omzethandelingen slechts een deel van de grijpeenheden afhankelijk van het gewenste patroon van het leggen straatstenen moet opnemen, terwijl de overige grijpeenheden ongebruikt moeten blijven.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm omvat de transportinrichting een overbrenggebied met een V-vormige leidbaan voor de straatstenen, waarbij de leidbaan wordt gevormd door twee reeksen aanligelementen, in het bijzonder leidrollen, die ten opzichte van elkaar in het bijzonder onder een hoek van 90° zijn aangebracht. Hierdoor kan op eenvoudige wijze een overbrenggebied van de transportinrichting worden gevormd, waarbij de straatstenen in een nauwkeurige voorafbepaalde richting gereed worden gehouden.
Bijzonder voordelig is het daarbij wanneer in het gebied van het overbrenggebied van de transportinrichting een heffende inrichting is aangebracht voor de straatstenen, waarbij de straatstenen in een van de aanligelementen van de transportinrichting afgeheven positie zijn te brengen, waarin deze door de grijpeenheden zijn te grijpen.
Een bijzonder ruimtebesparende opstelling is te bereiken wanneer de heffende inrichting slagelementen omvat, die zijn te leiden in de tussenruimten tussen de aanlige-lementen van de transportinrichting.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm heeft de hef-inrichting slagelementen die in beweging zijn gekoppeld met aanslagelementen, die zijn te bewegen in de transport-ruimte van het overbrenggebied van de transportinrichting, teneinde de eindpositie van de straatstenen in het overbrenggebied vast te leggen. In dit geval veroorzaakt het omhoog hijsen van een slagelement, respectievelijk een groep van slagelementen automatisch dat de aanslag voor de hierna volgende straatsteen wordt geactiveerd, zodat de hierna volgende straatstenen op een bepaalde afstand van de telkens voorgelegen straatsteen worden gehouden.
De uitvinding wordt vervolgens aan de hand van de tekeningen bij wijze van voorbeeld nader geïllustreerd. Hier toont: figuur 1 een iets op schaal verkleinde afbeelding van de grijpinrichting van de inrichting volgens de uitvinding, figuur 2 een afbeelding van het overbrenggebied van de transportinrichting met een hefinrichting, waarbij een hefeenheid in de opgeheven, en de andere hefeenheden in de neergelaten positie zich bevinden, figuur 3 een afbeelding volgens figuur 2, waarbij alle hefeenheden zich in de opgeheven positie bevinden, figuur 4 twee hefeenheden in de afzonderlijke positie, figuur 5 de hefeenheden van figuur 4 samen met een vasthoudgestel, figuur 6 een grijphouder met grijpeenheden bij het omzetten van de straatstenen, de figuren 7-9 een grijpeenheid in verschillende posities , figuur 10 een afstandwijziginrichting, samen met grijpeenheden, figuur 11 een grijpeenheid met een console, en de figuren 12, 13 soortgelijke afbeeldingen als figuur 10, echter uit een andere zichthoek, waarbij de grijpeenheden onder verschillende hoeken ten opzichte van de grijphouder zijn gericht.
De figuren 1-3 tonen een grijpinrichting 1 voor het omzetten van straatstenen 2 (vormstenen) vanaf een over-brenggebied 15 van een transportinrichting 3, naar een op afstand hiervan gelegen neerlegplaats, in het bijzonder naar een niet weergegeven pallet, teneinde de straatstenen in een bepaald patroon van het leggen, dat wil zeggen, in een bepaalde opstelling en richting, aan te brengen op de pallet.
Het overbrenggebied 15 van de transportinrichting 3 heeft een V-vormige leidbaan voor de straatstenen 2. De leidbaan wordt door twee reeksen van ten minste gedeeltelijk aangedreven leidrollen 66 gevormd, die onder een hoek van 90° ten opzichte van elkaar in een vasthoudgestel 67 draaibaar zijn ondersteund.
Verder tonen de figuren 1-5 onderdelen van een hefinrichting 4, door middel waarvan de straatstenen 2 vanaf de transportinrichting 3 iets worden opgeheven en in een positie kunnen worden gebracht waarin de straatstenen 2 kunnen worden gegrepen door grijptangen 5 van de grijpinrichting 1. Na het grijpen van de straatstenen 2 kan de grijp-inrichting 1 vervolgens op looprails 6 in de richting van de afgeefplaats worden verplaatst, waar de grijptangen 5 worden geopend en de straatstenen 2 op een niet nader weergegeven wijze op de pallet worden neèrgelegd.
De grijpinrichting 1 heeft hiertoe een grijphouder 7 waaraan in totaal vijf grijpeenheden 8 verplaatsbaar zijn bevestigd. De grijphouder 7 strekt zich op een portaal gelijkend uit vanaf de ene looprail 6 naar de andere. In de eindgebieden van de grijphouder 7 zijn looprollen 9 draaibaar ondersteund die over de looprails 6 grijpen, respectievelijk hieronder door grijpen en de grijphouder 7 eveneens zijdelings geleiden. De grijpinrichting 1 is aldus uitgevoerd als loopwagen. Alternatief zou de grijpinrichting 1 leidbaar kunnen zijn ondersteund op de looprails 6 en daarmee zijn uitgevoerd als slede.
De aandrijving voor het bewegen van de grijpinrichting 1 langs de looprails 6 heeft plaats via een motor 10. De motor 10 is aan de bovenzijde van de grijphouder 7 bevestigd en brengt een aandrijfas 11 in een roterende beweging. De aandrijfas 11 is met het eindgebied 12 hiervan op een niet weergegeven wijze bijvoorbeeld met een aandrijf-riem verbonden, die bij een roteren van de aandrijfas 11 de grijpinrichting 1 langs de looprails 6 trekt.
De grijpeenheden 8 zijn, zoals in het bijzonder is op te merken uit de figuren 10-13, via consolen 13 verplaatsbaar vastgehouden aan twee evenwijdige leidrails 14. De leidrails 14 strekken zich evenwijdig aan de langsrichting van de grijphouder 7 uit en daarmee evenwijdig aan de langsrichting van het overbrenggebied 15 van de transportinrichting 3, tenminste over een belangrijk deel van de totale lengte van de grijphouder 7.
De consolen 13 hebben aan de bovenzijde hiervan glij-voeten 16 (figuur 11) die verplaatsbaar in aangrijping zijn aan de leidrails 14. Aan neerwaarts uitstekende vast-houdstrippen 17 hebben de consolen 13 wigaslagers 18 voor het draaibare ondersteunen van een wigas 19. De wigas 19 strekt zich evenwijdig aan de leidrails 14 ten minste uit over een belangrijk deel van de totale lengte van de grijphouder 7. De wigaslagers 18 laten een verplaatsen van de consolen 13 toe langs de wigas 19.
Aan de bovenzijde van de consolen 13 is een voet 2 0 bevestigd die een koppelbout 21 draagt. Deze koppelbouten 21 dienen, zoals in het bijzonder in figuur 10 is op te merken, voor het scharnierende koppelen van de verplaatsende profielen 22 die deel uitmaken van een afstandwij-ziginrichting, door middel waarvan de onderlinge afstand van de grijpeenheden 8 kan worden gewijzigd.
Hiertoe is aan elke grijpeenheid 8 een afzonderlijk verplaatsend profiel 22 toegevoegd. Deze verplaatsende profielen 22 scharnieren met hun andere eind aan een gemeenschappelijke hefboom 23, die zwenkbaar is om een in het midden gelegen verticale zwenkas 24. De scharnier-plaatsen die in figuur 10 zijn aangeduid met 25a-25d, zijn op afstand van elkaar aangebracht langs de hefboom 23. Op deze wijze worden, wanneer de hefboom 23 wordt gezwenkt om de zwenkas 24, die grijpeenheden 8 waarvan de scharnier-plaatsen 25a, 25d een grotere afstand hebben tot de zwenkas 24, verder langs de leidrails 14 verplaatst dan de grijpeenheden 8 waarvan de scharnierplaatsen 25b, 25c dichter bij de zwenkas 24 liggen. Door een zwenken van de hefboom 23 om de zwenkas 24 kan aldus de onderlinge afstand van de grijpeenheden 8 langs de leidrails 14 worden gewij zigd.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zijn slechts de beide linker en de beide rechter grijpeenheden 8 door middel van de hefboom 23 te verplaatsen. In hun geheel zijn echter alle grijpeenheden 8 verplaatsbaar vastgehouden aan de leidrails 14.
Voor het zwenken van de hefboom 23 heeft deze een boogstuk 25 waarvan het buitengelegen omtreksoppervlak een cirkelboog beschrijft om de zwenkas 24. Een niet weergegeven aandrijfriem is bevestigd aan de beide einden 26a, 26b van het boogstuk 26 en wordt tussen twee dicht bij elkaar aangebrachte omleidrollen 27 geleid teneinde van daar uit om een aandrijfas 28 van een elektromotor 29 te worden geleid. De omleidrollen 27 veroorzaken dat de aandrijfriem met een relatief grote hoek van het hieromheen slaan in aangrijping is aan de aandrijfas 28. Op voordelige wijze gaat het bij de aandrijfriem om een getande riem. Wordt de aandrijfas 28 door de elektromotor 29 in rotatie gebracht, dan wordt de hefboom 23 telkens volgens de draairichting van de aandrijfas 28 met de klok mee of tegen de klok in gezwenkt.
Teneinde eveneens de richting van de grijpeenheden 8, dat wil zeggen, de hoek die de grijpeenheden 8 innemen ten opzichte van de langsrichting van de grijphouder 7, te kunnen wijzigen, zijn de afzonderlijke grijpeenheden 8 zwenkbaar aan de consolen 13 ondersteund. De zwenkas die in figuur 11 met 30 is aangeduid, loopt verticaal. Dit zwenkende ondersteunen is zodanig uitgevoerd, dat de grijpeenheden 8 vanaf de in figuur 10 weergegeven in het midden gelegen positie ten minste over 45° naar elke zijde kunnen worden gezwenkt, zodat in totaal een zwenkbereik wordt opgeleverd van ten minste 90° om de zwenkas 30. Hierdoor zijn de straatstenen 2 op een pallet eveneens zodanig neer te leggen, dat de langshartlijnen van aangrenzende straatstenen ten opzichte van elkaar een hoek van 90° vormen.
Het zwenkende ondersteunen van de grijpeenheden 8 aan de consolen 13 heeft plaats door middel van een steunpen 31, die loodrecht is bevestigd op een draagplaat 32 van de grijpeenheid 8. Aan deze draagplaat 32 zijn, zoals verderop toegelicht, vasthoudwangen 33 bevestigd, die enerzijds dienen voor het ondersteunen van een bediencilinder 34, en anderzijds voor het scharnierende ondersteunen van de grijptangen 5, zoals verderop wordt beschreven.
De hoekverstelling van de grijpeenheden 8 ten opzichte van de leidrails 14 heeft plaats door middel van een hoekverstelinrichting die de wigas 19 omvat. Zoals is op te merken uit de figuren 12 en 13, omvat de hoekverstelinrichting verder zwenkhef bomen 35 die in de lengte verplaatsbaar, echter draaivast zijn geplaatst op de wigas 19. Aan de zwenkhefbomen 35 zijn bedieningsstangen 36 scharnierend die aan het tegenovergelegen eind hiervan scharnierend zijn verbonden met een zijdelingse uithouder 37 van de draagplaat 32. De overeenkomende scharnierplaats 38 is aldus ten opzichte van de zwenkas 30 zijdelings verplaatst .
Worden de zwenkhefbomen 35 tussen de in de figuren 12 en 13 weergegeven posities hiervan door middel van de wigas 19 gezwenkt, dan komt het op grond van deze hoekverstelinrichting aldus tot een overeenkomende verstelling van de hoek van de grijpeenheid 8 tussen +45° en -45° ten opzichte van de richting van 0°, die is weergegeven in figuur 10.
Het draaien van de wigas 19 heeft plaats door middel van ten minste een niet weergegeven bediencilinder die via een zwenkhefboom, die overeenkomt met de zwenkhefbomen 35, draaivast is verbonden met de wigas 19, zodat een naar binnen bewegen, respectievelijk uitschuiven van de zuiger-stang van de bediencilinder een overeenkomend zwenken veroorzaakt van de wigas 19.
Op grond van het verplaatsbare aanbrengen van de vasthoudstrippen 17 en de zwenkhefbomen 35 op de wigas 19 kunnen de grijpeenheden 8 langs de leidrails 14 worden verplaatst, zonder dat dit de functie zou benadelen van de hoekverstelinrichting.
Aan de hand van de figuren 7-9, 11 wordt vervolgens de constructie met de functie van de gri jpeenheden 8 met de grijptangen 5 nader geïllustreerd.
De grijptangen 5 hebben een eerste grijpkaak 39 die uit twee evenwijdige, op afstand gelegen grijpkaakonderde-len 39a, 39b bestaat. De eerste grijpkaak 39 is zwenkbaar om een horizontale zwenkas 40 aan de beide vasthoudwangen 33 ondersteund, in de tussenruimte waarvan zich de eerste grijpkaak 39 uitstrekt. In de figuren 7-9 is slechts de achtergelegen vasthoudwang 33 weergegeven, terwijl de voorgelegen vasthoudwang ter vereenvoudiging is weggelaten. Verder zijn de eerste grijpkaken 39 in hoofdzaak L-vormig uitgevoerd, waarbij de beide benen tenminste in dat gebied dat in contact staat met de straatstenen 2, ten opzichte van elkaar onder een rechte hoek lopende aanligop-pervlakken 57, 58 omvatten.
Aan de eerste grijpkaak 39 is een tweede L-vormige grijpkaak 41 ondersteund om een horizontale zwenkas 42 op een zwenkbare wijze. Deze tweede grijpkaak 41 bestaat uit twee evenwijdige, op afstand van elkaar aangebrachte grijpkaakonderdelen 41a, 41b. Verder strekt zich de tweede grijpkaak 41 uit in de tussenruimte tussen de grijpkaakonderdelen 39a, 39b.
De bediencilinder heeft een zuigerstang 43 die aan het vooreind hiervan door middel van een horizontale aspen 44 is gekoppeld met de tweede grijpkaak 41. De eindgebie-den van deze aspen 44 strekken zich zijdelings uit over de tweede grijpkaak 41 en zijn verplaatsbaar ondersteund in een boogvormig slobgat 45. Het slobgat 45 beschrijft een cirkelboog om de zwenkas 42.
De bediencilinder 34 is aangebracht tussen de beide vasthoudwangen 33. Verder is het boveneind van de bediencilinder 34 aan het boveneind van de vasthoudwangen 33 ondersteund, dat wil zeggen, scharnierend ondersteund.
Zoals is op te merken uit de figuren 7-9, kan de grijptang 5 door middel van de bediencilinder 34 vanaf een opgeheven positie die is weergegeven in figuur 7, in een neergelaten positie worden gezwenkt, die is weergegeven in figuur 9. In figuur 7 is de zuigerstang 43 naar binnen bewogen. De eerste grijpkaak 3 9 is doormiddel van de aspen 44 opwaarts getrokken. Wordt vervolgens zoals is weergegeven in figuur 8, de zuigerstang 43 iets naar buiten bewogen, dan worden aanvankelijk beide grijpkaken 39, 41 samen, zonder dat de onderlinge positie hiervan zou worden gewijzigd, om de zwenkas 40 naar beneden gezwenkt. De grijpkaken 39, 41 zijn hierbij geopend, dat wil zeggen, de vrije benen 46, 47 van de grijpkaken 39, 41 zijn maximaal op afstand van elkaar.
Wordt vervolgens zoals weergegeven in figuur 9, de zuigerstang 43 weer naar buiten bewogen, dan wordt de tweede grijpkaak 41 om de zwenkas 42 naar beneden gezwenkt, waardoor de benen 46, 47 aan de eindzijde elkaar naderen. Een tussen deze benen 46, 47 aangebrachte straatsteen 2 kan daardoor worden vastgeklemd. In figuur 11 is verder op te merken dat de grijpeenheden 8 aandrukplaten 48 omvatten die zijdelings naast de eerste grijpkaak 39 zijn aangebracht en zwenkbaar zijn ondersteund aan de vasthoudwangen 33 om de zwenkas 40. Deze aandrukplaten 48 dienen ertoe de straatstenen 2 bij het neerleggen op een pallet tegen reeds neergelegde straatstenen te drukken wanneer de grijptangen 5 worden geopend. Daardoor wordt voorkomen dat de neer te leggen straatstenen 2 door de eerste grijpkaak 39 bij het openen van de grijptangen 5 op een ongewenste wijze terug worden bewogen. Hiertoe strekken zich de aandrukplaten 48 uit tot een ondergelegen deel van de eerste grijpkaak 39 en hebben daar boogvormige slobgaten 50 waarin meeneemtappen 51, die zijdelings uitsteken vanaf de eerste grijpkaken 39, kunnen worden bewogen. Verder hebben de aandrukplaten 48 boven de zwenkas 40 eindgebieden 52 die door middel van een niet weergegeven trekveer, die is bevestigd aan een dwarsdam 53, in de richting naar de dwarsdam 53 worden getrokken. Op grond van deze veervoorspanning blijven de aandrukplaten 48 bij het openen en het terugzwenken van de grijptang 5 aanvankelijk in de in figuur 11 weergegeven positie totdat de meeneemtappen 51 aan het achtereind van het boogvormige slobgat 50 aanslaan en de grijptang 5 de straatsteen 2 heeft vrijgegeven. Wordt de grijptang 5 verder naar boven gezwenkt dan nemen de meeneemtappen 51 eveneens de aandrukplaten 48 mee, zodat het ondergelegen eindgebied van de aandrukplaten 48 mee naar achteren omhoog wordt gezwenkt .
Opdat de grijptangen 5 in het overbrenggebied 15 van de transportinrichting 3 achter elkaar in dezelfde richting aangebrachte straatstenen 2 kunnen overnemen, worden de straatstenen 2 aanvankelijk door middel van de in de figuren 1-5 weergegeven hefinrichting 4 zodanig opgeheven, dat deze op afstand zijn boven de leidrol 9. De straatstenen worden daarbij, zoals is weergegeven in figuur 2, vanaf de ondergelegen positie waarin deze gekanteld liggen in de transportinrichting 3, zodanig opwaarts gezwenkt, dat de zijoppervlakken van de straatstenen 2 verticaal, respectievelijk horizontaal liggen.
De Hef inrichting 4 heeft vijf hefeenheden 54 die onafhankelijk van elkaar zwenkbaar zijn om een gemeenschappelijke horizontale zwenkas 55. In de figuren 4 en 5 zijn ter vereenvoudiging slechts twee van deze hefeenheden 54 weergegeven. De zwenkas 55 loopt evenwijdig ten opzichte van de langsrichting van het overbrenggebied 15.
De hefeenheden 54 hebben in het weergegeven uitvoe-ringsvoorbeeld telkens vier zijdelings op afstand gelegen hefelementen in de vorm van zwenkhefbomen 56. Drie van deze zwenkhefbomen 56 zijn L-vormig uitgevoerd, terwijl een zwenkhefboom 56a in hoofdzaak S-vormig of Z-vormig is uitgevoerd. De benen aan de eindzijde van de zwenkhefbomen 56 hebben telkens een aanligoppervlak 57 voor de straatstenen 2, dat loodrecht ten opzichte van een aanligoppervlak 58 van het aangrenzende been loopt.
Alle zwenkhefbomen 56 van een hefeenheid 54 zijn door middel van een buisvormig koppelelement 59 met elkaar verbonden, zodat de vier zwenkhefbomen 56 van een hefeenheid 54 slechts gemeenschappelijk zijn te zwenken.
Het zwenken van de hefeenheden 54 heeft plaats door middel van de bediencilinders 60 die in figuur 5 zijn weergegeven. Elke hefeenheid 54 heeft een toegevoegde afzonderlijke bediencilinder 60, zodat de hefeenheden 54 onafhankelijk van elkaar te zwenken zijn. De bediencilinders 60 hebben een zuigerstang 61 waarvan het eind scharniert aan een hefboomarm 61 van de S-vormige zwenkhefboom 56a. Het tegenovergelegen eind van de bediencilinder 60 is onverplaatsbaar ondersteund aan het vasthoudgestel 67. Bevindt zich de zuigerstang 61 in een uitgeschoven positie, dan bevinden zich de aanligoppervlakken 57, 58 van de hefeenheden 54 in de neergelaten positie, zoals weergegeven in figuur 5.
In deze neergelaten positie bevinden zich de L-vormige gedeelten van de zwenkhefbomen 56 in tussenruimten tussen de leidrol 9, zoals weergegeven in figuur 2. De zwenkhefbomen 56 zijn daarbij zodanig neergelaten, dat de straatstenen 2 zonder belemmering op de aanligoppervlakken 57, 58 tot bij de voorafbepaalde eindpositie hiervan in het overbrenggebied 15 kunnen glijden. Wordt de zuigerstang 61 daarentegen naar binnen bewogen dan zwenkt de bijbehorende hefeenheid 54 omhoog, waardoor de daarboven aangebrachte straatsteen 2 op de aanligoppervlakken 57,58 komt te liggen en naar boven mee wordt gezwenkt.
Teneinde te voorkomen dat de straatstenen 2 bij het opheffen van de aanligoppervlakken 57, 58 worden weggekanteld, heeft elke hefeenheid 54 verder een vasthoudvinger 62 die de straatsteen 2 vanaf de tegenovergelegen zijde tegen het aanligoppervlak 57 drukt.
Bevinden zich alle hefeenheden 54, zoals weergegeven in figuur 3, samen met de straatstenen 2 in de opgeheven positie, dan kunnen de grijptangen 5 zodanig neerwaarts worden gezwenkt, dat de einden van de eerste grijpkaken 39 tussen de zwenkhefbomen 56 komen en onder de straatstenen 2 grijpen. Vervolgens worden de straatstenen 2 door middel van de tweede grijpkaak 41 van bovenaf geklemd, zoals is geïllustreerd aan de hand van figuur 9. Vervolgens worden de hefeenheden 54 meer naar beneden teruggezwenkt, zodat de straatstenen 2 vanaf de grijpinrichting en zonder belemmeringen in de horizontale richting vanaf het over-brenggebied 15 van de transportinrichting 3 langs de looprails 6 kunnen worden wegbewogen.
Opdat de afzonderlijke straatstenen 2, die achtereenvolgens, dat wil zeggen achter elkaar in het overbrengge-bied 15 komen, niet aan de kopzijde tegen elkaar stoten, hebben de hefeenheden 54 verder aanslagelementen 63. Deze aanslagelementen 63 zijn L-vormig uitgevoerd en hebben een recht been 64 en een boogvormig been 65. De aanslagelementen 63 zijn eveneens als zwenkhefboom uitgevoerd, die zwenkbaar zijn om de zwenkas 55. Verder zijn aanslagelementen 63 door middel van de koppelelementen 59 in beweging gekoppeld met het overige deel van de hefeenheden 54, zodat aanslagelementen 63 altijd samen met de bijbehorende hefeenheden 54 worden gezwenkt.
Wordt een hef eenheid 54 omhoog gezwenkt, dan komt -zoals is weergegeven in figuur 5 - het boogvormige been 65 van de aanslagelementen 63 in het gebied van de bewegings-baan van de straatstenen 2, zodat een hiernavolgende straatsteen 2 aan de kopzijde tegen het aanslagelement 63 slaat en daardoor de gewenste overneempositie inneemt.
Het toevoeren van de straatstenen 2 in het overbreng-gebied 15 heeft zodanig plaats, dat aanvankelijk een eerste straatsteen 2 in het overbrenggebied 15 wordt gebracht, totdat deze straatsteen 2 aanslaat tegen een aanslag van de voorgelegen hefeenheid 54. Dit aanslaan kan bijvoorbeeld door geschikte sensoren worden bewaakt. De meest voorgelegen hefeenheid 54 wordt direct daarop samen met de daarop gelegen straatsteen 2 en het in de trans-portrichting daarachter gelegen aanslagelement 63 omhoog gezwenkt, zoals is weergegeven in de figuren 2 en 5. Vervolgens wordt de tweede straatsteen 2 in het overbrenggebied 15 geleid, totdat deze aanslaat aan het omhoog gezwenkte aanslagelement 63. Vervolgens wordt eveneens deze hefeenheid 54 samen met de daarop gelegen straatsteen 2 en het in de transportrichting daarachter gelegen aanslagelement 63 omhoog gezwenkt. Deze handeling wordt herhaald totdat alle hefeenheden 54 van het overbrenggebied 15 zijn bezet, zoals weergegeven in figuur 3. Zoals reeds beschreven kunnen de opgeheven straatstenen 2 door middel van de grijpinrichting 1 worden vastgegrepen en door het verplaatsen van de grij pinrichting 1 naar het gewenste overbrenggebied van de straatstenen worden verplaatst.
Gedurende deze omzethandeling kan de afstand tussen de grijpeenheden 8 en daarmee de afstand tussen de straatstenen 2 door middel van de beschreven afstandwij-ziginrichting worden gewijzigd en/of de hoek die de straatstenen 2 hebben ten opzichte van de langsrichting van de grijpinrichting 1, door middel van de beschreven hoekverstelinrichting worden gewijzigd.
De straatstenen 2 worden bij deze omzethandeling en door middel van de grijpinrichting 1 op een voordelige wijze zodanig geplaatst totdat de straatstenen 2 aan een aanslag aanstoten, die aanwezig is in het afgeefgebied van de straatstenen, respectievelijk tot de in de grijptangen 5 vastgehouden straatstenen 2 aan deze reeds neergelegde reeks van straatstenen op de pallet aanstoten. De grijp-tangen 5 worden vervolgens geopend, zodat de straatstenen 2 op een geringe hoogte op de pallet, respectievelijk de reeds neergelegde laag van straatstenen kunnen vallen. Is een laag van straatstenen op de pallet volledig bezet, dan kan vervolgens de tafel voor het neerleggen, waarop zich de pallet bevindt, met de hoogte van de laag van straatstenen worden verlaagd, zodat een nieuwe laag van straatstenen kan worden geplaatst.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld liggen de straatstenen 2 zodanig op de hefeenheden 54, dat de smalle langszijden hiervan onder, respectievelijk boven zijn. In deze positie worden de straatstenen 2 eveneens op de pallet gelegd. Het is echter zonder meer mogelijk dat de straatstenen 2 zodanig in het overbrenggebied 15 worden geleid, dat de brede langszijden hiervan op de hefeenheden 54 onder, respectievelijk boven liggen.
Verder kan het voordelig zijn de aanslagelementen 63 zodanig te ondersteunen, dat deze langs de zwenkas kunnen worden versteld. Op deze wijze kan de positie van de straatstenen 2 op de hefeenheden 54 zodanig worden gewij-zigd, dat de straatstenen 2 altijd in het midden op de hefeenheden 54 liggen.

Claims (15)

1. Inrichting voor het aanbrengen van straatstenen (2) in een bepaald patroon van het leggen op een pallet of een ander steunmiddel, met een transportrichting (3) voor het achtereenvolgens transporteren van de straatstenen (2) naar een omzet inrichting, die een gri jpinrichting (1) omvat met een grijphouder (7) , die beweegbaar is tussen een straatsteenopneemgebied en een op afstand gelegen straat-steenafgeefgebied, met het kenmerk, dat de grijpinrichting (1) omvat: een meervoud van aan de grijphouder (7) bevestigde grijpeenheden (8) , door middel waarvan telkens een straatsteen (2) kan worden vastgegrepen, en een tussen de grijphouder (7) en de grijpeenheden (8) werkende positiewijziginrichting met een afstand-wijziginrichting voor het wijzigen van de onderlinge afstand van de grijpeenheden (8) en/of met een hoekverstel-inrichting voor het wijzigen van de hoek tussen de grijpeenheden (8) en de grijphouder (7), zodat tussen het straatsteenopneemgebied en het straatsteenafgeefgebied de onderlinge positionering van de vastgegrepen straatstenen (2) te wijzigen is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de grijphouder (7) in de vorm van een loopwagen of een slede is uitgevoerd, die op looprails (6) tussen het straatsteenopneemgebied en het straatsteenafgeefgebied verplaatsbaar of verschuifbaar is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afstandwijziginrichting ten minste een langs de grijphouder (7) aangebrachte leidrail (14), waaraan de grijpeenheden (8) verplaatsbaar zijn vastgehouden, en een schuifinrichting voor het verschuiven van de grijpeenheden (8) langs de leidrail (14) omvat, waarbij de schuif inrichting met ten minste een deel van de grijpeen-heden (8) werkend in verbinding is.
4. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schuifinrichting profielen (22) voor het schuiven omvat, die enerzijds aan een te verschuiven grijpeenheid (8) en anderzijds aan een gemeenschappelijke zwenkbare hefboom (23) op scharnierplaatsen (25a, 25d) scharnieren, die ten opzichte van de zwenkas (24) van de hefboom (23) verschillend zijn gepositioneerd.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de grijpeenheden (8) zwenkbaar zijn om ten opzichte van elkaar evenwijdige zwenkassen (30) , en zijdelingse uithouders (37) omvatten, waaraan be-dieningsstangen (36) van de hoekverstelinrichting aan scharnierplaatsen (38) scharnieren, die zijdelings zijn verplaatst ten opzichte van de zwenkassen (30).
6. Inrichting volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat de hoekverstelinrichting een wigas (19) en zwenkhefbomen (35) omvat, die aan de wigas (19) verschuifbaar, echter draaivast zijn vastgehouden en scharnierend zijn verbonden met de bedieningsstangen (36).
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de grij peenheden (8) aan ten minste een leidrail (14) door middel van consolen (13) verplaatsbaar zijn vastgehouden, die wigassteunen (18) omvatten voor het draaibaar ondersteunen van de wigas (19), waarbij de consolen (13) verplaatsbaar zijn langs de wigas (19).
8. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de gri jpeenheden (8) telkens een grijptang (5) omvatten voor het inklemmen van de straatstenen (2), en een bediencilinder (34) voor het openen en sluiten van de grijptangen (5).
9. Inrichting volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de grijptangen (5) telkens door middel van een enkele bediencilinder (34) zowel om een horizontale zwenkas (40) tussen een opgeheven en een neergelaten positie zwenkbaar, als tussen een geopende en een gesloten positie beweegbaar zijn.
10. Inrichting volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de grijptangen (5) een eerste grijpkaak (31) en een tweede grijpkaak (41) omvatten, waarbij de eerste grijpkaak (39) scharnierend is vastgehouden aan vasthoud-wangen (33), terwijl een tweede grijpkaak (41) scharnierend aan de eerste grijpkaak (39) is vastgehouden en is geleid, waarbij de bediencilinder (34) enerzijds aan de vasthoudwangen (33) is ondersteund, en anderzijds aangrijpt aan de tweede grijpkaak (41).
11. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportinrichting (3) een overbrenggebied (15) met een V-vormige leidbaan voor de straatstenen (2) omvat, waarbij de leidbaan door twee reeksen aanligelementen wordt gevormd, die ten opzichte van elkaar onder een hoek van 90° zijn aangebracht.
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de aanligelementen uit leidrollen (66) bestaan.
13. Inrichting volgens conclusie 11 of 12, met het kenmerk, dat in het gebied van het overbrenggebied (15) van de transportinrichting (3) een hefinrichting (4) voor de straatstenen (2) is aangebracht, door middel waarvan de straatstenen (2) in een van de aanligelementen van de transportinrichting (3) opgeheven positie zijn te brengen, waarin deze zijn te grijpen door de grijpeenheden (8).
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de hefinrichting (4) slagelementen omvat, die zijn te leiden in de tussenruimten tussen de aanligelementen van de transportinrichting (3).
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de slagelementen uit zwenkhefbomen (56) bestaan, die zwenkbaar zijn om een horizontale as (55) , die evenwijdig loopt ten opzichte van de langshartlijn van het overbrenggebied (15) van de transportinrichting (3).
NL2006576A 2010-04-16 2011-04-08 Inrichting voor het aanbrengen van straatstenen op een pallet of een ander steunmiddel. NL2006576C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE102010015195 2010-04-16
DE102010015195.5A DE102010015195B4 (de) 2010-04-16 2010-04-16 Vorrichtung zum Anordnen von Formsteinen mit variabler Greifeinrichtung

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2006576A true NL2006576A (nl) 2011-10-18
NL2006576C2 NL2006576C2 (nl) 2012-07-03

Family

ID=44640665

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006576A NL2006576C2 (nl) 2010-04-16 2011-04-08 Inrichting voor het aanbrengen van straatstenen op een pallet of een ander steunmiddel.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1020390A3 (nl)
DE (1) DE102010015195B4 (nl)
NL (1) NL2006576C2 (nl)

Cited By (2)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN111941616A (zh) * 2020-08-11 2020-11-17 浙江金州科技有限公司 一种便于调节尺寸的环保砖制作用自动切条装置
CN114837047A (zh) * 2022-05-13 2022-08-02 宁波东恒市政园林建设有限公司 一种市政施工用道路地砖铺设装置

Families Citing this family (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102012011029B4 (de) 2012-06-05 2016-03-24 Bernhard Hunklinger Vorrichtung zum Anordnen von Formsteinen
CN104589361B (zh) * 2015-02-13 2017-01-11 重庆机器人有限公司 砖夹具
CN104787588B (zh) * 2015-05-25 2017-05-17 南京理工大学 全自动码坯机
CN107697652A (zh) * 2017-11-09 2018-02-16 安庆巨元高分子材料科技有限公司 一种用于搬运固态聚酰胺树脂颗粒周转箱的码垛机
CN112376369B (zh) * 2020-11-04 2022-05-17 广东旭晖建筑工程有限公司 一种自动铺路机器

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1003420B (de) * 1956-01-16 1957-02-28 Josef Hehn Verladeanlage, z. B. fuer zementgebundene Formsteine
DE2434060A1 (de) * 1974-07-16 1976-01-29 Abitra Maschf Vorrichtung zum umsetzen und getrennten stapeln von auf formunterlagen ruhenden formlingen
DE7815938U1 (de) * 1978-05-27 1979-02-08 Axel Holger Lehnen, Vermietung-Verpacktung-Leasing, 4100 Duisburg Vorrichtung zum lagenweisen Zusammenfassen von Beton-Pflastersteinen zu einer Läuferverband der Pflastersteine aufweisenden, als Verlegeeinheit nutzbaren Steinscheibe
DE3038509C2 (de) * 1980-10-11 1991-05-29 Dorstener Maschinenfabrik Ag, 4270 Dorsten Anlage zum Setzen von im wesentlichen luftundurchlässigen Steinformlingen mit vorgegebenen Steinformaten auf eine Setzplattform nach einem Setzprogramm
DE3101876C2 (de) * 1981-01-22 1986-06-05 Dorstener Maschinenfabrik Ag, 4270 Dorsten Übergabesetzvorrichtung zum Übergeben von in Reihe auf einer Stapelfläche abgesetzten Steinformlingen auf eine andere Stapelfläche
DE3342072A1 (de) * 1983-11-22 1985-05-30 Sf-Vollverbundstein-Kooperation Gmbh, 2820 Bremen Klammer fuer plattenfoermige betonelemente
GB2192417A (en) * 1986-07-09 1988-01-13 Colin Golby Tustian Mechanised paving block laying system
US4836731A (en) * 1988-03-07 1989-06-06 Builders Equipment Company Method and apparatus for cubing stones of diverse geometries
DE3829681A1 (de) * 1988-09-01 1990-03-15 Laeis Gmbh Verfahren und vorrichtung zum automatischen umsetzen von formteilen, insbesondere steine in der feuerfest-industrie
DE9320897U1 (de) * 1993-11-26 1995-04-27 Optimas Maschinenfabrik H Klei Verlegegerät für Pflastersteine
DE102006043547B4 (de) * 2006-09-12 2008-08-21 Bernhard Hunklinger Formsteinverlegevorrichtung mit an unebene Formsteinlagen anpassbarer Greifeinrichtung
NL1033605C1 (nl) * 2007-03-27 2008-09-30 Robostreet B V Inrichting voor het voor hergebruik gereed maken van gebruikte straatstenen.
NL2000945C2 (nl) * 2007-10-18 2009-04-21 Sijnja Konstruktie B V Stenenlegger.

Cited By (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CN111941616A (zh) * 2020-08-11 2020-11-17 浙江金州科技有限公司 一种便于调节尺寸的环保砖制作用自动切条装置
CN111941616B (zh) * 2020-08-11 2022-02-01 浙江金州科技有限公司 一种便于调节尺寸的环保砖制作用自动切条装置
CN114837047A (zh) * 2022-05-13 2022-08-02 宁波东恒市政园林建设有限公司 一种市政施工用道路地砖铺设装置
CN114837047B (zh) * 2022-05-13 2023-10-10 东恒雍禾建设股份有限公司 一种市政施工用道路地砖铺设装置

Also Published As

Publication number Publication date
BE1020390A3 (de) 2013-09-03
DE102010015195B4 (de) 2014-05-15
NL2006576C2 (nl) 2012-07-03
DE102010015195A1 (de) 2011-10-20

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2006576C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van straatstenen op een pallet of een ander steunmiddel.
US5909997A (en) Device for transferring a work piece from a first machine to a second machine
NL1029106C2 (nl) Machine voor het palletiseren van voorwerpen, zoals verpakkingsdozen.
US20090267402A1 (en) Folding Transport Conveyor For A Construction Machine, Automotive Construction Machine, As Well As Method For Pivoting A Transport Conveyor
CN110607431B (zh) 一种用于轮毂轴承淬火回火的自动线设备
EP1375022B1 (en) Installation for processing metal bars with improved means for transferring the bars, and method provided thereby
RU2284957C1 (ru) Устройство для укладки в пакет металлических чушек
GB2471298A (en) Conveyors with pusher device
JPH0624570A (ja) 平らな物品のスタックを把持及び搬送する装置
JPH04501825A (ja) 鋼ロッドを曲げてコンクリート補強部材を製造する装置
EP3261831B1 (en) Conveyor and method for conveying a tire component
CN113443435B (zh) 模板上料设备
DK2636789T3 (en) Method of applying laundry items to a deficiency or the like
CN110567415A (zh) 一种涂层厚度检测装置
JP3737027B2 (ja) 鉄筋曲げ装置
TWM603875U (zh) 移載設備
NL2006574C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen op pallets of andere steunmiddelen.
CN215973816U (zh) 一种具备调节功能的自动上料设备
EP3069838B1 (en) Machine to process panels of wood or the like
EP2108623A2 (en) Transfer assembly for transferring glass articles
RU2376411C1 (ru) Передвижное устройство для установки железобетонных шпал по эпюре и "шнуру"
KR20140055320A (ko) 그립퍼장치의 수직 승하강이 가능한 양팔 회전암 타입 소재이송용 갠트리장치
NL2012590B1 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald positioneerpatroon op een pallet.
JP2010179434A (ja) 研削台車
RU2377355C1 (ru) Передвижное устройство для одиночной смены железобетонных шпал на стенде при ремонте звеньев железнодорожного пути

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20180501