NL2006574C2 - Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen op pallets of andere steunmiddelen. - Google Patents

Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen op pallets of andere steunmiddelen. Download PDF

Info

Publication number
NL2006574C2
NL2006574C2 NL2006574A NL2006574A NL2006574C2 NL 2006574 C2 NL2006574 C2 NL 2006574C2 NL 2006574 A NL2006574 A NL 2006574A NL 2006574 A NL2006574 A NL 2006574A NL 2006574 C2 NL2006574 C2 NL 2006574C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
profiles
transport
guide wall
bricks
shaping
Prior art date
Application number
NL2006574A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2006574A (nl
Inventor
Bernhard Hunklinger
Original Assignee
Bernhard Hunklinger
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bernhard Hunklinger filed Critical Bernhard Hunklinger
Publication of NL2006574A publication Critical patent/NL2006574A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2006574C2 publication Critical patent/NL2006574C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/02Devices for feeding articles or materials to conveyors
    • B65G47/04Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles
    • B65G47/12Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles
    • B65G47/14Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles arranging or orientating the articles by mechanical or pneumatic means during feeding
    • B65G47/1407Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles arranging or orientating the articles by mechanical or pneumatic means during feeding the articles being fed from a container, e.g. a bowl
    • B65G47/1442Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles arranging or orientating the articles by mechanical or pneumatic means during feeding the articles being fed from a container, e.g. a bowl by means of movement of the bottom or a part of the wall of the container
    • B65G47/1471Movement in one direction, substantially outwards
    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C19/00Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving
    • E01C19/52Apparatus for laying individual preformed surfacing elements, e.g. kerbstones

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)
  • Devices For Post-Treatments, Processing, Supply, Discharge, And Other Processes (AREA)

Description

INRICHTING VOOR HET AANBRENGEN VAN VORMSTENEN OP PALLETS
OF ANDERE STEUNMIDDELEN
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald patroon van het leggen op een pallet of een ander steunmiddel volgens de aanhef van conclusie 1.
5 Vormstenen, bijvoorbeeld vormstenen van beton, worden op een bekende wijze voor het bestraten van wegen, straten, terreinen enzovoort gebruikt. De vormstenen die in het bijzonder vierkant zijn, echter eveneens andere vormen kunnen hebben, worden hierbij gewoonlijk in een bepaald 10 patroon van het lichaam op een plat vlak, dat wil zeggen, een vlak bed van zand of kiezel, geplaatst. Bekende patronen van het leggen zijn verbanden als reeksen, diagonalen verbanden, patronen in de vorm van een visgraad of patronen waarbij de langshartlijnen van aangrenzende vormstenen 15 onder een rechte hoek ten opzichte van elkaar staan.
Teneinde vormstenen van dit soort niet op een lastige wijze afzonderlijk met de hand te moeten leggen, zijn vormsteenplaatsinrichtingen, eveneens plaatstangen genoemd, bekend. Dergelijke plaatstangen grijpen een volle-20 dige laag vormstenen van de gewoonlijk op pallets aangevoerde vormstenen vast, transporteren de vastgegrepen laag van vormstenen naar de bedoelde plaats van het plaatsen, en plaatsen de vormstenen hier direct tegen elkaar gelegen op het platte vlak. Door het gebruik van dergelijke 25 plaatsinrichtingen kan het plaatsen van de vormstenen aanzienlijk worden versneld en worden vergemakkelijkt. Voorwaarde voor het gebruik van dergelijke plaatstangen is echter dat de door de plaatstangen vast te grijpen vormstenen op de pallet geordend, dat wil zeggen, dicht tegen 2006574 2 elkaar aangelegen aanwezig zijn in een bepaalde richting en opstelling.
Gebruikte vormstenen die niet door de vervaardiger geleverd, maar van bestaande wegen, straten, enzovoort 5 worden verwijderd, zijn gewoonlijk niet geordend aanwezig in houders of op hopen. Moeten dergelijke vormstenen weer worden gebruikt en door middel van plaatstangen worden gelegd, is het aldus nodig de vormstenen laaggewijs en op dezelfde of soortgelijke wijze te ordenen, zoals dit bij 10 nieuwe vormstenen het geval is, die op pallets door de vervaardiger worden geleverd.
Teneinde dit niet handmatig te moeten uitvoeren, zijn reeds inrichtingen voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald patroon van het leggen op een pallet of ander 15 steunmiddel, bijvoorbeeld een tafel voor het plaatsen, ontwikkeld. Dergelijke inrichtingen hebben een inbrenghou-der waarin de vormstenen bijvoorbeeld door middel van een heffende laadinrichting kunnen worden ingebracht. Vanaf de inbrenghouder komen de vormstenen op transportbanden bij 20 een reinigingsinrichting en een automatisch opmerkende inrichting van de positie, teneinde deze vervolgens afhankelijk van de positie hiervan op de transportband door middel van een hanteerinrichting voor de vormstenen in een voorafbepaalde positie en richting op de pallet of de ta-25 fel van het neerleggen af te zetten.
Bij deze bekende inrichtingen is het een nadeel dat deze zeer ingewikkeld zijn samengesteld en duur zijn. Verder is de snelheid van het werken hiervan en daarmee het debiet relatief gering. In het bijzonder voldoet bij de 30 bekende inrichtingen eveneens de uitneeminrichting voor het uitnemen van de vormstenen uit de inbrenghouder en voor het verder transporteren in de richting van de hierna volgende hanteerinrichting van vormstenen meestal niet aan de eisen wat betreft de uitneemsnelheid en het betrouwbaar 35 zijn bij het tegelijkertijd eenvoudig en goedkoop vervaardigen.
3
In het DE-3718666A1 is een inrichting geopenbaard volgens de aanhef van conclusie 1, waarbij binnen een in-brenghouder gelegen vormstenen door middel van een transportband vanaf het bodemgebied van de inbrenghouder tot 5 bij de bovenrand hiervan worden getransporteerd, teneinde van hieraf door middel van een dwarstransportinrichting uit de inbrenghouder te worden verwijderd. De door de inbrenghouder lopende transportband heeft meenemers in de vorm van transportprofielen door middel waarvan de vorm-10 stenen worden meegenomen. Daarbij is het een nadeel echter dat deze meenemers slechts bij een bepaalde grootte van de vormstenen tevredenstellend werken. Steken de meenemers bij een gegeven grootte van de vormstenen niet voldoende ver uit voorbij de achterwand, dan worden de vormstenen 15 niet in een voldoende mate meegenomen. Steken de meenemers te ver uit voorbij de achterwand of de leidwand, dan worden slechts die vormstenen meegenomen waarvan de langs-hartlijn evenwijdig is gericht ten opzichte van de meenemers, dat wil zeggen, dwars op de transportrichting, maar 20 eventueel eveneens die vormstenen waarvan de langshartlijn loodrecht is gericht ten opzichte van de achterwand of de leidwand, zodat de vormstenen op de uitstootplaats van de transportband geen gelijkmatige richting hebben. Dit is een nadeel wanneer in de hierachter aangebrachte stations 25 voor het inspecteren of het hanteren de vormstenen in een gelijkmatige richting aanwezig moeten zijn.
Oogmerk van de uitvinding is een inrichting van het bovengenoemde soort te verschaffen door middel waarvan de vormstenen op een eenvoudige, snelle en effectieve wijze 30 uit de inbrenghouder kunnen worden uitgenomen en achtereenvolgens kunnen worden toegevoerd aan een hierna volgende hanteerinrichting voor de vormstenen.
Dit oogmerk is bereikt volgens de uitvinding door een inrichting met de maatregelen van conclusie 1. Voordelige 35 uitvoeringsvormen van de uitvinding worden geformuleerd in de volgconclusies.
4
Bij de inrichting volgens de uitvinding is de leid-wand aan een afstandwijziginrichting vastgehouden, door middel waarvan de afstand tussen de transportband en de transportprofielen te wijzigen is.
5 Door middel van de inrichting volgens de uitvinding kunnen de vormstenen op een snelle en betrouwbare wijze uit de inbrenghouder worden uitgenomen. Door middel van de afstandwijziginrichting is de afstand tussen de leidwand en de transportprofielen op eenvoudige wijze aan te passen ! 10 aan verschillende grootten van de vormstenen. De steil j aangebrachte leidwand loopt daarbij onder een hoek van | minder dan 45° ten opzichte van de verticaal. In het bijzonder kan de leidwand eveneens volledig verticaal zijn. i
De transportprofielen hebben daarbij op de doelmatige wij-15 ze een zodanige lengte, dat een meervoud van vormstenen , naast elkaar door hetzelfde transportprofiel kan worden ; meegenomen. Anderzijds zijn de transportprofielen op voor- ; delige wijze zodanig uitgevoerd en aangebracht, dat niet j een meervoud van vormstenen boven elkaar gelegen door het-20 zelfde transportprofiel kan worden meegenomen. Het blijkt dat een dergelijke uitneeminrichting op eenvoudige wijze zodanig kan worden afgestemd op de hierna volgende transport inrichting, dat enerzijds een groot vermogen van het uitnemen en het transporteren aanwezig is, en anderzijds 25 een zeer goed afzonderlijk maken van de vormstenen op de transportinrichting wordt mogelijk gemaakt. Verder is de inrichting relatief eenvoudig en goedkoop te vervaardigen.
De leidwand is op voordelige wijze een afzonderlijk onderdeel van de achterwand van de inbrenghouder, zodat 3 0 deze ten opzichte van deze achterwand naar de transportprof ielen toe kan bewegen of hier van af kan worden bewogen. Alternatief hieraan is het eveneens mogelijk dat de inbrenghouder een in de omtreksrichting hiervan doorlopende achterwand omvat, aangrenzend waaraan een afzonderlijke ! 35 leidwand is aangebracht.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is tussen het bovengelegen eindgebied van de leidwand en de transportin- 5 richting een baan van het glijden of vallen aangebracht voor de uit de inbrenghouder uitgenomen vormstenen. Dit maakt een eenvoudig en veilig overbrengen mogelijk van de vormstenen vanaf de uitneeminrichting naar de transportin-5 richting.
Op voordelige wijze is de afstand tussen aangrenzende transportprofielen, dat wil zeggen, de afstand in de om-looprichting, kleiner dan de lengte van de vormstenen, terwijl de afstand tussen de leidwand en de op afstand van 10 de leidwand gelegen kant van de transportprofielen kleiner is dan de halve lengte van de vormstenen. Hierdoor wordt bereikt dat de vormstenen enerzijds niet met de hoge kant door de transportprofielen kunnen worden meegenomen en anderzijds door de transportprofielen weer vallen wanneer de 15 langshartlijn van de vormstenen niet evenwijdig is ten opzichte van de langshartlijn van de transportprofielen. Op deze wijze wordt reeds door de uitneeminrichting veroorzaakt dat de uitgenomen vormstenen altijd met een zodanige richting ten opzichte van de dwarstransportinrichting ko-2 0 men, dat de langshartlijn van de vormstenen evenwijdig is ten opzichte van de transportrichting van de dwarstransportinrichting .
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm hebben de transportprofielen telkens een hoogtewijziginrichting, 25 door middel waarvan de onderlinge afstand van aangrenzende transportprofielen is te wijzigen. Hierdoor kan de uitneeminrichting op een eenvoudige wij ze worden aangepast aan verschillende grootten van vormstenen.
Een relatief eenvoudig uitgevoerde uitvoeringsvorm 30 van een dergelijke hoogtewijziginrichting kan hieruit bestaan dat de transportprofielen telkens uit twee transportprof iel vormen bestaan, waarvan de onderlinge positie in de omlooprichting te wijzigen is.
Op voordelige wijze zijn de transportprofielen langs 35 een omloopbaan geleid die is geleid om de baan van het glijden of het vallen en de dwarstransportinrichting, waarbij de vormstenen vanaf het bovengelegen eindgebied 6 van de leidwand door de tussenruimte tussen de transport-profielen door bij de baan komen van het glijden of het vallen.
Volgens een voordelige uitvoeringsvorm is verder een 5 hellingwijziginrichting aangebracht, waarmee de helling van de uitneeminrichting ten opzichte van de verticaal ten minste in het gebied van de inbrenghouder te wijzigen is.
Volgens een verdere voordelige uitvoeringsvorm zijn de transportprofielen horizontaal of onder een hoek van 10 tot 30°, bij voorkeur tot 15° ten opzichte van de horizontaal aangebracht, zodat een eind van de transportprofielen het bovengelegen eindgebied van de leidwand vroeger bereikt dan het tegenovergelegen eind van de transportpro-fielen. Hierdoor kan op een eenvoudige wijze worden be-15 reikt dat een meervoud van vormstenen die op hetzelfde transportprofiel liggen, op verschillende tijdstippen bij de dwarstransportinrichting worden afgegeven, zodat deze vormstenen achter elkaar en niet op elkaar bij de dwarstransportinrichting komen.
20 De uitvinding wordt vervolgens aan de hand van teke ningen bij wijze van voorbeeld nader geïllustreerd. Hier toont: figuur 1 een ruimtelijk, vereenvoudigd en gedeeltelijk in doorsnede weergegeven aanzicht van belangrijke on-25 derdelen van de inrichting volgens de uitvinding; figuur 2 een verkleind zijaanzicht van de inrichting van figuur 1; figuur 3 een afbeelding van de inrichting van figuur 1, waarbij de uitneeminrichting zich in een andere hoek 30 ten opzichte van de verticaal bevindt, en de figuren 4 en 5 zijaanzichten van de uitneeminrichting met een schematisch weergegeven positiewij ziginrichting voor het wijzigen van de afstand tussen de leidwand en transportprofielen.
35 In de figuren 1-3 is een inbrenghouder 1 voor het op nemen van vormstenen 2, een uitneeminrichting 3 voor het continu uitnemen van vormstenen 2 uit de inbrenghouder 1, 7 en een dwarstransportinrichting 4 in de vorm van een dwar-stransportband weergegeven teneinde de uit de inbrenghou-der 1 uitgenomen vormstenen 2 in de richting van de pij 1 5 uit de inbrenghouder 1 te transporteren en toe te voeren 5 aan een hierna volgende, niet weergegeven hanteerinrich-ting 1 van de vormstenen.
De in de tekeningen weergegeven constructiegroep maakt deel uit van een inrichting voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald patroon van het leggen op een 10 pallet of een ander steunmiddel, bijvoorbeeld een tafel voor het neerleggen.
De inbrenghouder 1 is trechtervormig uitgevoerd een opwaarts open, zodat vormstenen van bovenaf bijvoorbeeld door middel van een heffende laadinrichting in de inbreng-15 houder 1 kunnen worden gestort. In de figuren 1 en 3 is de inbrenghouder 1 gedeeltelijk in doorsnede weergegeven teneinde het zicht mogelijk te maken op de daarachter gelegen onderdelen. Verder is de inbrenghouder 1, zoals verderop nader toegelicht, scharnierend ondersteund aan een basis-20 gestel 7, zodat de inbrenghouder 1 vanaf een positie waarin de achterwand 6 samen met de uitneeminrichting 3 een verticale positie inneemt (figuur 1) , in een schuine positie kan worden gezwenkt, die is weergegeven in figuur 3.
De uitneeminrichting 3 heeft twee op afstand gelegen 25 omlopende kettingen 8 waaraan transportprofielen 9 op regelmatige afstanden aan de eindzijden zijn bevestigd. In de figuren 1-3 zijn slechts ter vereenvoudiging twee transportprofielen 9 weergegeven. De omlopende kettingen 8 zijn slechts in het gebied van de achterwand 6 van de in-30 brenghouder 1 in detail weergegeven, terwijl deze in het overgangsgebied schematisch door middel van een lijn zijn aangeduid.
De rondlopende kettingen 8 zijn telkens via tandwielen 10, 11, 12 geleid, waarbij de tandwielen 12 als aan- 35 drijvende tandwielen zijn uitgevoerd, die worden aangedreven door een motor 13. De rotatiehartlijnen van alle tand- 8 wielen 10, 11, 12 lopen evenwijdig ten opzichte van de transportrichting van de dwarstransportinrichting 4.
De rotatiehartlijn van de ondergelegen tandwielen 10 is in het bodemgebied van de inbrenghouder 1 aangebracht, 5 terwijl de rotatiehartlijn van de tandwielen 11 aangrenzend aan de bovenrand 14 van de inbrenghouder 1 is aangebracht. De tandwielen 12 zijn daarentegen boven en op afstand van de inbrenghouder 1 zijdelings verplaatst aangebracht ten opzichte van de tandwielen 11. Op grond van de-10 ze opstelling worden de transportprofielen 9 op een omlopende baan bewogen, die in zijaanzicht driehoekvormig is en vanaf het bodemgebied van de inbrenghouder 1 tot de bovenrand 14 hiervan en vandaar om de dwarstransportinrichting 4 heen weer naar het bodemgebied van de inbrenghouder 15 1 loopt.
De transportprofielen 9 bestaan uit langwerpige, ten opzichte van elkaar evenwijdig aangebrachte profielen die een in hoofdzaak rechthoekige doorsnede hebben. De onderling vrije afstand a van de transportprofielen 9 in de om-20 looprichting kan, zoals is op te merken uit de figuren 4 en 5, worden gewijzigd doordat de transportprofielen 9 telkens bestaan uit twee transportprofielvormen 9a, 9b, waarvan de onderlinge positie is te wijzigen in de omloop-richting. In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld heeft de 25 transportprofielvorm 9a een rechthoekige doorsnede, en heeft de transportprofielvorm 9b een U-vormige doorsnede. De transportprofielvorm 9a is verplaatsbaar gezet in de transportprofielvorm 9b, waarbij de diepte van het plaatsen kan worden gewijzigd door niet weergegeven middelen. 30 In figuur 4 zijn de transportprof ielvormen 9a maximaal verdiept aangebracht in de transportprofielvormen 9b, zodat de hoogte van de transportprofielen 9 minimaal is. In figuur 5 zijn de transportprof ielvormen 9a in een uitgeschoven positie met betrekking tot de transportprofielvor-35 men 9b aangebracht, zodat de hoogte van de transportpro-fielen 9 maximaal is.
9
De afstand a wordt op voordelige wijze zodanig gekozen, dat deze kleiner is dan de lengte van de vormstenen 2. Op deze wijze kunnen de vormstenen 2 niet met de hoge kant, maar slechts in een richting door de transportpro-5 fielen 9 worden meegenomen, waarbij de langshartlijn van de vormstenen 2 evenwijdig is ten opzichte van de langshartlijn van de transportprofielen 9, zoals is op te merken uit de figuren 1 en 3. Dit veroorzaakt dat de vormstenen 2 vanaf de transportprofielen 9 worden afgegeven met 10 een voorafbepaalde richting naar de dwarstransportinrich-ting 4.
De transportprof ielen 9 worden in het gebied van de inbrenghouder 1 in een vlak 15 bewogen, dat evenwijdig is ten opzichte van een leidwand 16 van de uitneeminrichting 15 3. Deze leidwand 16 dient als achtergelegen aanslag voor de vormstenen 2, die tussen de transportprofielen 9 komen en hierdoor worden meegenomen. Bij deze leidwand 16 gaat het om een afzonderlijk gedeelte van de achterwand 6 van de inbrenghouder 1. Dit afzonderlijke gedeelte kan, zoals 20 verderop toegelicht, ten opzichte van de overige achterwand 6 naar de transportprofielen 9 worden bewogen en hier vanaf worden bewogen teneinde de afstand te wijzigen. De vlakke leidwand 16 strekt zich uit vanaf het bodemgebied van de inbrenghouder 1 tot de bovenrand 14 hiervan en 25 heeft hier een afgerond topgebied 17. Aan het topgebied 17 sluit een dalende baan 18 van het glijden aan, die is geleid tot bij de dwarstransportinrichting 4. Op deze baan 18 van het glijden schuiven de over het topgebied 17 geleide vormstenen 2 naar de dwarstransportinrichting 4, 30 waarvanaf deze vervolgens afzonderlijk in de richting van de pijl 5 worden meegenomen.
Zoals is op te merken in de figuren 4 en 5, heeft de inrichting 1 een afstandwijziginrichting 19a, 19b, waarmee de afstand b tussen de leidwand 16 en het vlak 15, waarin 35 de transportprofielen binnen de inbrenghouder 1 beweegbaar zijn, te wijzigen is. Dit wordt veroorzaakt doordat de leidwand 16 door middel van een pneumatische of hydrauli- 10 sche cilinder 20 en een geschikt zwenkhefboommechanisme 21a, 21b met het handhaven van de richting hiervan naar de transportprofielen toe kan worden bewogen, respectievelijk hiervan af kan worden bewogen. Het bovengelegen zwenkhef-5 boommechanisme 21a kan hiertoe bijvoorbeeld door middel van een niet nader weergegeven parallellogramstangenstelsel met het ondergelegen zwenkhefboommechanisme 21b zijn verbonden, zodat de beweging van de beide zwenkhefboomme-chanismen 21a, 21b gedwongen is gekoppeld.
10 De afstandwijziginrichting 19b werkt tussen een con sole 22 en de leidwand 16. De console 22 is vast verbonden met de inbrenghouder 1. Verder zijn eveneens de omloopket-tingen 8 en de transportprofielen 9 binnen de inbrenghouder 1 zodanig geleid, dat deze ten opzichte van de achter-15 wand 6 van de inbrenghouder 1 en daarmee eveneens ten opzichte van de console 22 altijd dezelfde afstand hebben. Wordt de leidwand 16 door middel van de af standwij ziginrichting 19a, 19b bewogen, dan wordt de aldus gedwongen de afstand b tussen de leidwand 16 en de transportprofielen 9 20 gewijzigd.
Door middel van de afstandwijziginrichting 19a, 19b kan de afstand b zodanig worden ingesteld, dat dergelijke vormstenen 2 vanaf de transportprofielen 9 weer vallen, waarvan de langshartlijn loodrecht op schuin ten opzichte 25 van de leidwand 16 is aangebracht. Hiertoe wordt de afstand b op voordelige wijze zodanig ingesteld, dat de afstand tussen de leidwand 16 en de op afstand van de leidwand 16 gelegen kant 23 van de transportprof ielen 9 kleiner is dan de halve lengte van de vormstenen 2.
3 0 Zoals uit een vergelijking van de figuren 1 en 3 volgt, is de uitneeminrichting 3 samen met de inbrenghouder 1 zwenkbaar vastgehouden aan het basisgestel 7. De zwenkhartlijnrichting ligt daarbij in of in de nabijheid van de bovenrand 14 van de achterwand 6 van de inbrenghou-35 der. De rotatiehart lijnen van de tandwielen 10, 11, 12 zijn ten opzichte van de inbrenghouder 1 onverplaatsbaar aangebracht, zodat de gehele uitneeminrichting 3 samen met 11 de inbrenghouder 1 kan worden gezwenkt. De in de figuren 4 en 5 weergegeven console 22 wordt hierbij meegezwenkt.
De maximale afstand van het zwenken kan bijvoorbeeld 45° bedragen. In de figuren 1 en 2 is de afstand van het 5 zwenken 0°, dat wil zeggen, de leidwand 16 en het vlak 15, waarin de transportprofielen 9 omlopen binnen de inbrenghouder 1, zijn verticaal aangebracht. Uit dit het steilst aanbrengen kan de inbrenghouder 1 samen met de uitneemin-richting 3 door middel van een pneumatische of hydrauli-10 sche cilinder 24, die werkt tussen het basisgestel 7 en een ondergedeelte van de inbrenghouder 1, in een schuin hellende positie worden verplaatst. Met een toenemende zwenkhoek kunnen de vormstenen 2 steeds gemakkelijker door de transportprofielen 9 worden meegenomen. Hierdoor is het 15 debiet te variëren.
De glijbaan 18 wordt op voordelige wijze gevormd door een schuin aangebrachte, vlakke plaat. Deze plaats is ten opzichte van het basisgestel 7 stilstaand en rijkt vanaf de dwarstransportinrichting 4 tot het topgebied 17 van de 20 leidwand 17. Het overgangsgebied tussen de glijbaan 18 en het topgebied 17 is op voordelige wijze zodanig uitgevoerd, dat bij alle zwenkhoeken van de uitneeminrichting 3 de vormstenen 2 zonder belemmering door de leidwand 16 op de glijbaan 18 kunnen worden overgebracht.
25 Alternatief hieraan is het mogelijk in plaats van een glijbaan 18 een baan van het vallen met een korte afstand van het vallen aan te brengen. Bij dit alternatief vallen de vormstenen 2 op de dwarstransportinrichting 4.
De dwarstransportinrichting 4 is zodanig aangebracht, 3 0 dat aan de kopzijde gezien, de transportband 25 naar de glijbaan 18 ten minste in hoofdzaak een rechte hoek vormt. De transportband 25 sluit daarbij met het horizontale vlak een hoek in van maximaal 45°. Hierdoor wordt gewaarborgd dat de kracht van het gewicht van de vormstenen 2 in vol-35 doende mate werkt tegen de transportband 25, zodat de vormstenen 2 op betrouwbare wijze door de transportband 25 worden meegenomen.
12
De dwarstransportinrichting 4 is vastgehouden aan het basisgestel 7. De transportband 25 wordt door middel van een elektromotor 26 aangedreven.
In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld strekken zich 5 de transportprofielen 9 horizontaal uit, dat wil zeggen, loodrecht ten opzichte van de omlooprichting hiervan. Het is echter eveneens mogelijk de transportprofielen 9 schuin aan te brengen, zodat een eind van elk transportprofiel 9 vroeger het topgebied 17 bereikt dan het tegenovergelegen 10 eind. Worden door een transportprof iel 9 een meervoud van vormstenen 2 naast elkaar gelegen meegenomen, dan kan door een dergelijk schuin positioneren het tijdstip worden gewijzigd waarop de afzonderlijke vormstenen 2 door een bepaald transportprof iel 9 op de glijbaan 18 en daarmee op 15 de dwarstransportinrichting 4 worden overgebracht.
De weergegeven inrichting werkt zodanig, dat de in de inbrenghouder 1 ingebrachte vormstenen 2, die in een tussengebied tussen de transportprofielen 9 komen, van onder naar boven worden meegenomen, waarbij deze langs de leid-20 wand 16 glijden. Na het bereiken van het topgebied 17 vallen de vormstenen 2 door de tussenruimte tussen de transportprof ielen 9 door op de glijbaan 18, die zich in een ruimte bevindt binnen de omloopbaan van de transportpro-fielen 9. De vormstenen 2 glijden langs de glijbaan 18, 25 zodat deze na elkaar de transportband 25 bereiken en hierdoor achtereenvolgens, dat wil zeggen, afzonderlijk achter elkaar worden meegenomen.
2006574

Claims (13)

1. Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen (2) in een bepaald patroon van het leggen op een pallet of een ander steunmiddel, met: een inbrenghouder (1) waarin de vormstenen (2) 5 ongeordend zijn in te brengen, een uitneeminrichting (3) voor het uitnemen van de vormstenen (2) uit de inbrenghouder (1) , waarbij de uitneeminrichting (3) een steil aangebrachte leidwand (16) voor de vormstenen (2) , die zich ten minste vanaf het bo- 10 demgebied van de inbrenghouder (1) tot de bovenrand hiervan uitstrekt, en ten opzichte van elkaar op afstand gelegen transportprofielen (9) omvat, die beweegbaar zijn langs de leidwand (16) op een omloopbaan, die door de inbrenghouder (1) is geleid, 15. een transportinrichting voor het achtereenvol gens transporteren van de uit de inbrenghouder (1) uitge-nomen vormstenen (2) naar een hier achter aangebrachte hanteerinrichting voor de vormstenen, met het kenmerk, dat de leidwand (16) aan een af- 20 standwijziginrichting (19a, 19b) is vastgehouden, door middel waarvan de afstand tussen de leidwand (16) en de transportprofielen (9) te wijzigen is.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de leidwand (16) een afzonderlijk onderdeel is van de 25 achterwand (6) van de inbrenghouder (1).
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de afstandwijziginrichting (19a, 19b) een bovengelegen en een ondergelegen zwenkhefboommechanisme (21a, 21b) omvat, door middel waarvan de leidwand (16) 30 verplaatsbaar aan een console (22) van de inbrenghouder (1) is vastgehouden.
4. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportinrichting uit een dwarstransportinrichting (4) bestaat, die de uit de in- 2006574 brenghouder (1) uitgenomen vormstenen (2) dwars ten opzichte van de uitneemrichting van de vormstenen (2) uit de inbrenghouder (1) leidt.
5. Inrichting volgens een der voorgaande conclu- 5 sies, met het kenmerk, dat tussen het bovengelegen eindge- bied van de leidwand (16) en de transportinrichting een baan (18) van het glijden of vallen is aangebracht voor de uit de inbrenghouder (1) uitgenomen vormstenen (2).
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclu- 10 sies, met het kenmerk, dat de afstand (a) tussen aangren zende transportprofielen (9) kleiner is dan de lengte van de vormstenen (2), terwijl de afstand tussen de leidwand (16) en de op afstand van de leidwand (16) op afstand gelegen kant (23) van de transportprof ielen (9) kleiner is 15 dan de halve lengte van de vormstenen (2).
7. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de transportprof ielen (9) telkens een hoogtewijziginrichting omvatten, door middel waarvan de onderlinge afstand (a) van aangrenzende trans- 20 portprofielen (9) te wijzigen is.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de hoogtewijziginrichting is gevormd doordat de transportprof ielen (9) telkens bestaan uit twee transportpro-fielvormen (9a, 9b) , waarvan de onderlinge positie in de 25 omlooprichting te wijzigen is.
9. Inrichting volgens een der conclusies 5-8, met het kenmerk, dat de transportprof ielen (9) langs een om-loopbaan zijn geleid, die is geleid om de baan (18) van het glijden of het vallen en de dwarstransportinrichting 30 (4), waarbij de vormstenen (2) vanaf het bovengelegen eindgebied van de leidwand (16) door de tussenruimte tussen de transportprofielen (9) heen kunnen komen bij de baan (18) van het glijden of het vallen.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclu- 35 sies, met het kenmerk, dat een inrichting voor het wijzigen van de helling is aangebracht, door middel waarvan de helling van de uitneeminrichting (3) ten opzichte van de verticaal in ten minste het gebied van de inbrenghouder (1) te wijzigen is.
11. Inrichting volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de uitneeminrichting (3) en de inbrenghouder (1) 5 samen ten opzichte van het basisgestel (7) zwenkbaar zijn.
12. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportprofielen (9) aan 1 l de eindzijde zijn bevestigd aan omloopkettingen (8) die omlopen langs een ten minste driehoekvormige omloopbaan.
13. Inrichting volgens een der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat de transportprofielen (9) horizontaal of in een hoek tot 30°, bij voorkeur tot 15° ten opzichte van de horizontaal zijn aangebracht, zodat een eind van de transportprof ielen (9) het bovengelegen eind-15 gebied van de leidwand (16) eerder bereikt dan het tegenovergelegen eind van de transportprofielen (9). 2006574
NL2006574A 2010-04-16 2011-04-08 Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen op pallets of andere steunmiddelen. NL2006574C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE102010015193 2010-04-16
DE102010015193.9A DE102010015193B4 (de) 2010-04-16 2010-04-16 Vorrichtung zum Anordnen von Formsteinen in einem bestimmten Verlegemuster auf einer Palette oder anderen Unterlage

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2006574A NL2006574A (nl) 2011-10-18
NL2006574C2 true NL2006574C2 (nl) 2013-03-05

Family

ID=44640664

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2006574A NL2006574C2 (nl) 2010-04-16 2011-04-08 Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen op pallets of andere steunmiddelen.

Country Status (3)

Country Link
BE (1) BE1020389A3 (nl)
DE (1) DE102010015193B4 (nl)
NL (1) NL2006574C2 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102012011028B4 (de) * 2012-06-05 2020-03-05 Bernhard Hunklinger Einfüllbehälter für Formsteine mit einer Formsteinentnahmeeinrichtung
CN102976107B (zh) * 2012-11-20 2015-05-27 仇活连 瓷砖分类存放装置
CN106978773B (zh) * 2017-05-10 2019-04-02 湖北宜业建筑有限公司 一种地面自动铺砖装置
CN108316104B (zh) * 2018-02-09 2020-07-14 海门市初享工业设计有限公司 一种路缘石铺设用涂刷器

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3712696A1 (de) * 1987-04-14 1988-10-27 Albrecht Braun Kg Vorrichtung zur paketierung lose und ungeordnet angelieferter formsteine
DE3718666A1 (de) * 1987-06-04 1988-12-22 Lissmac Maschinenbau Gmbh Vorrichtung zum sammeln und stapeln von steinen
NL2000945C2 (nl) * 2007-10-18 2009-04-21 Sijnja Konstruktie B V Stenenlegger.

Also Published As

Publication number Publication date
DE102010015193A1 (de) 2011-10-20
NL2006574A (nl) 2011-10-18
BE1020389A3 (de) 2013-09-03
DE102010015193B4 (de) 2016-07-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2006574C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen op pallets of andere steunmiddelen.
EP2384825B1 (en) A sorting device and a method of operating the sorting device
US6322316B1 (en) Patty loader and method
CN108453062B (zh) 基于速度匹配原理的包裹分拣方法
NL2006576A (nl) Inrichting voor het aanbrengen van straatstenen op een pallet of een ander steunmiddel.
US20130209207A1 (en) Tray filling machine
CN203780841U (zh) 管子自动打包机
US1815029A (en) Distributing system for objects
SE441577B (sv) Anleggning for delning av porbetongblock
NL1014170C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het transporteren van voorwerpen.
US6837933B2 (en) Apparatus for surface coating of small parts
NL2010904C2 (nl) Vulbak voor vormstenen met een vormsteenuitneeminrichting.
NL1034369C2 (nl) Bloemverwerkingsinrichting.
US2242531A (en) Can handling apparatus
EP2698236B1 (en) Transport system and a method for application thereof
CN111361789B (zh) 一种双伺服手帕纸包装机理料装置
JP6306618B2 (ja) 降下コンベヤー及びこれを有する順次送り冷間成型機
JPH0735207B2 (ja) グリーンタイヤの積込み装置
US1985942A (en) Production of castings or the like
NL2012590B1 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald positioneerpatroon op een pallet.
NL2013546B1 (nl) Doseerinrichting voor een bulkgoedmassa.
EP3696122B1 (en) A cross-belt sorter
CH695494A5 (de) Kettenspeicher sowie Verfahren zu dessen Entladung.
NL1030716C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vervaardigen van vormelingen.
US5108190A (en) Rotary mixer and conveyor system

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220501