NL2010904C2 - Vulbak voor vormstenen met een vormsteenuitneeminrichting. - Google Patents

Vulbak voor vormstenen met een vormsteenuitneeminrichting. Download PDF

Info

Publication number
NL2010904C2
NL2010904C2 NL2010904A NL2010904A NL2010904C2 NL 2010904 C2 NL2010904 C2 NL 2010904C2 NL 2010904 A NL2010904 A NL 2010904A NL 2010904 A NL2010904 A NL 2010904A NL 2010904 C2 NL2010904 C2 NL 2010904C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
elements
ejecting
filling
profiles
directing
Prior art date
Application number
NL2010904A
Other languages
English (en)
Other versions
NL2010904A (nl
Inventor
Bernhard Hunklinger
Original Assignee
Bernhard Hunklinger
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Bernhard Hunklinger filed Critical Bernhard Hunklinger
Publication of NL2010904A publication Critical patent/NL2010904A/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL2010904C2 publication Critical patent/NL2010904C2/nl

Links

Classifications

    • EFIXED CONSTRUCTIONS
    • E01CONSTRUCTION OF ROADS, RAILWAYS, OR BRIDGES
    • E01CCONSTRUCTION OF, OR SURFACES FOR, ROADS, SPORTS GROUNDS, OR THE LIKE; MACHINES OR AUXILIARY TOOLS FOR CONSTRUCTION OR REPAIR
    • E01C19/00Machines, tools or auxiliary devices for preparing or distributing paving materials, for working the placed materials, or for forming, consolidating, or finishing the paving
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B65CONVEYING; PACKING; STORING; HANDLING THIN OR FILAMENTARY MATERIAL
    • B65GTRANSPORT OR STORAGE DEVICES, e.g. CONVEYORS FOR LOADING OR TIPPING, SHOP CONVEYOR SYSTEMS OR PNEUMATIC TUBE CONVEYORS
    • B65G47/00Article or material-handling devices associated with conveyors; Methods employing such devices
    • B65G47/02Devices for feeding articles or materials to conveyors
    • B65G47/04Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles
    • B65G47/12Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles
    • B65G47/14Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles arranging or orientating the articles by mechanical or pneumatic means during feeding
    • B65G47/1407Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles arranging or orientating the articles by mechanical or pneumatic means during feeding the articles being fed from a container, e.g. a bowl
    • B65G47/1442Devices for feeding articles or materials to conveyors for feeding articles from disorderly-arranged article piles or from loose assemblages of articles arranging or orientating the articles by mechanical or pneumatic means during feeding the articles being fed from a container, e.g. a bowl by means of movement of the bottom or a part of the wall of the container
    • B65G47/1471Movement in one direction, substantially outwards

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Architecture (AREA)
  • Civil Engineering (AREA)
  • Structural Engineering (AREA)
  • Devices For Post-Treatments, Processing, Supply, Discharge, And Other Processes (AREA)
  • Attitude Control For Articles On Conveyors (AREA)
  • Filling Or Emptying Of Bunkers, Hoppers, And Tanks (AREA)

Description

Vulbak voor vormstenen met een vormsteenuitneeminrichting
De uitvinding heeft betrekking op een vulbak voor vormstenen met een uitneeminrichting voor het uitnemen van de vormstenen uit de uitneemhouder volgens de aanhef van conclusie 1.
5 Vormstenen, bijvoorbeeld vormstenen van beton, worden op een bekende wijze voor het bestraten van wegen, straten, terreinen enzovoort gebruikt. De vormstenen, die in het bijzonder rechthoekig zijn, echter eveneens andere vormen kunnen hebben, worden hierbij gewoonlijk in een 10 bepaald patroon van het leggen op een planum, dat wil zeggen, een vlak bed van zand of kiezel geplaatst. Bekende patronen van het leggen zijn reeksverbanden, diagonale verbanden, patronen van visgraten of patronen waarbij de langshartlijnen van aangrenzende vormstenen onder een rechte 15 hoek ten opzichte van elkaar liggen.
Teneinde vormstenen van dit soort niet op een lastigere wijze afzonderlijk met de hand te moeten leggen, zijn vormsteenplaatsinrichtingen bekend, die eveneens plaats-tangen worden genoemd. Dergelijke plaats-tangen 2 0 grijpen een gehele laag van vormstenen van de gewoonlijk op pallets toegevoerde vormstenen vast, transporteren de vastgegrepen laag van vormstenen naar de bedoelde plaats van het leggen en zetten de vormstenen daar direct naast elkaar gelegen af op het planum. Door het gebruik van dergelijke 25 plaatsinrichtingen kan het plaatsen van de vormstenen 2 duidelijk sneller en makkelijker worden. Voorwaarde voor het gebruik van dergelijke plaats-tangen is echter dat de door de plaats-tang vast te grijpen vormstenen op de pallet moeten zijn geordend, dat wil zeggen, dicht naast elkaar 5 gelegen in een bepaalde richting en opstelling aanwezig moeten zijn.
Gebruikte vormstenen die niet door de fabriek worden geleverd maar van bestaande wegen, straten, worden verwijderd, liggen gewoonlijk ongeordend in houders of op 10 een hoop. Moeten dergelijke vormstenen weer worden gebruikt en door middel van plaats-tangen worden gelegd, is het aldus nodig de vormstenen laaggewijs en in dezelfde of soortgelijke wijze te ordenen, zoals het geval is bij nieuwe vormstenen die worden geleverd op pallets door de fabriek.
15 Teneinde dit niet met de hand te moeten uitvoeren zijn reeds inrichtingen ontwikkeld voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald patroon van het leggen op een pallet of een ander steunmiddel, bijvoorbeeld een afzettafel. Dergelijke inrichtingen hebben een vulbak waarin 20 de vormstenen bijvoorbeeld door middel van een vorkheftruck kunnen worden ingebracht. Vanaf de vulbak komen de vormstenen op transportbanden naar een reinigingsinrichting en een automatische herkenningsinrichting van de positie teneinde deze vervolgens afhankelijk van de positie hiervan 25 op de transportband door middel van een hanteerinrichting van vormstenen in een voorafbepaalde positie en richting neer te leggen op de pallet of de afzettafel.
Bij de inrichtingen voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald patroon van het leggen op een 30 pallet of andere steunmiddelen moeten de door de uitneeminrichting uit de vulbak uitgenomen vormstenen continu een vaste richting hebben waarin de uitneeminrichting de vormstenen aan een transport- of verplaatsinrichting ter beschikking stelt, die op zijn beurt 35 de vormstenen in de richting van de hierna volgende hanteerinrichting voor vormstenen transporteert, opdat bijvoorbeeld een achter de transportinrichting aangebracht 3 inspecteerstation of hanteerstation de vormstenen in een uniforme richting brengt. Opdat een inrichting voor het aanbrengen van vormstenen een groot debiet omvat, moet de vormsteenuitneeminrichting per tijdseenheid zoveel mogelijk 5 vormstenen uit de vulbak nemen.
In de stand der techniek bekende uitneeminrichtingen voor het uitnemen van de vormstenen uit de vulbak en voor het verder transporteren in de richting van de hierna volgende hanteerinrichting voor vormstenen, 10 voldoen meestal niet aan de eisen wat betreft de uitneemsnelheid en de betrouwbaarheid bij een tegelijkertijd eenvoudig en goedkoop vervaardigen.
In het DE-37.18.666A1 is een vulbak geopenbaard volgens de aanhef van conclusie 1, waarbij binnen de vulbak 15 gelegen vormstenen door middel van een transportband van het gebied van de bodem van de vulbak tot bij de bovenrand hiervan worden getransporteerd teneinde van hieraf door middel van een dwarstransportinrichting uit de vulbak te worden verwijderd. De door de vulbak lopende transportband 20 omvat meenemers in de vorm van transportprofielen door middel waarvan de vormstenen worden meegenomen. De meenemers hebben een zodanige afstand van elkaar, dat bijvoorbeeld vormstenen met een rechthoekige dwarsdoorsnede en met een bepaalde grootte slechts door een meenemer kunnen worden 25 meegenomen wanneer de vormstenen met één van de langszijden hiervan komen te liggen op de meenemer. De afstand tussen de meenemers is zodanig ingesteld, dat geen met de hoge kant gerichte vormstenen een plaats vinden tussen de meenemers.
Daarbij is het echter een nadeel dat de aldus 30 gevormde uitneeminrichting per tijdseenheid slechts relatief weinig vormstenen transporteert daar deze meenemers slechts bij een bepaalde grootte van de vormstenen tevredenstellend werken. Steken de meenemers bij een gegeven grootte van de vormstenen te weinig ver vanaf de achterwand uit, dan worden 35 de vormstenen niet in een voldoende mate meegenomen. Steken de meenemers te ver uit voorbij de achterwand of de leidwand, dan worden niet alleen die vormstenen meegenomen 4 waarvan de langshartlijn evenwijdig is ten opzichte van de meenemers, dat wil zeggen, dwars ten opzichte van de transportrichting is gericht, maar eventueel eveneens dergelijke vormstenen waarvan de langshartlijn loodrecht is 5 gericht ten opzichte van de achterwand of de leidwand, zodat de vormstenen aan de plaats van het uitstoten van de transportband geen uniforme richting hebben. Dit is een nadeel wanneer in de hierachter aangebrachte stations van het inspecteren of het hanteren de vormstenen in een 10 uniforme richting aanwezig moeten zijn.
Oogmerk van de uitvinding is een vulbak voor vormstenen met een uitneeminrichting voor het uitnemen van de vormstenen van het bovengenoemde soort te verschaffen, door middel waarvan de vormstenen met een uniforme richting 15 op een eenvoudige, snelle en effectieve wijze uit de vulbak kunnen worden uitgenomen en achtereenvolgens aan een hierachter volgende hanteerinrichting voor vormstenen kunnen worden toegevoerd.
Dit oogmerk is volgens de uitvinding bereikt door 20 een vulbak voor vormstenen met de maatregelen van conclusie 1. Voordelige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn geformuleerd in de volgconclusies.
De vulbak volgens de uitvinding omvat een in het bovengebied hiervan aangebrachte richtinrichting en/of 25 uitstootinrichting voor het uitstoten en/of richten van zich op de transportbaan bevindende vormstenen. De richtinrichting en/of uitstootinrichting omvat weer ten minste een richtelement en/of uitstootelement, dat is in te brengen in de transportbaan van de vormstenen en is te 30 verwijderen uit de transportbaan. Daarbij is het richtelement en/of het uitstootelement in een voorafbepaalde en evenwijdig ten opzichte van de transportrichting van de vormstenen en de transportprofielen lopende afstand van het transportprofiel, dat het dichtst ligt bij het richtelement 35 en/of het uitstootelement en naar het richtelement en/of uitstootelement in de transportrichting toe beweegt, in te brengen in de transportbaan.
5
Door middel van de uitneeminrichting van de vulbak volgens de uitvinding kunnen de vormstenen op een snelle en betrouwbare wijze uit de vulbak worden uitgenomen. Daarbij worden door het transportprofiel zowel vormstenen meegenomen 5 waarvan de langshartlijn evenwijdig is gericht ten opzichte van de transportprof ielen, dat wil zeggen, dwars ten opzichte van de transportrichting, en er worden eveneens dergelijke vormstenen door de transportprofielen meegenomen waarvan de langshartlijnen evenwijdig zijn gericht ten 10 opzichte van de transportrichting. Dit is erop terug te leiden dat een afstand tussen aangrenzende transportprofielen zodanig groot is ingesteld, dat alle zich in de vulbak bevindende vormstenen onafhankelijk van de richting hiervan worden meegenomen door de 15 transportprofielen. Een overeenkomende uitneeminrichting heeft een toegenomen capaciteit van het uitnemen, zodat meer vormstenen per tijdseenheid worden getransporteerd. In het bovengebied van de vulbak volgens de uitvinding worden nu dergelijke vormstenen waarvan de langshartlijn evenwijdig is 20 gericht ten opzichte van de transportrichting, door de richtinrichting en/of uitstootinrichting of van de transportprofielen verwijderd, of zodanig omgezet, dat de omgezette vormstenen met de langshartlijn hiervan evenwijdig zijn gericht ten opzichte van het transportprofiel. Wanneer 25 een transportprofiel twee boven elkaar gestapelde vormstenen waarvan de desbetreffende langshartlijn evenwijdig gericht is ten opzichte van het transportprofiel, meeneemt, wordt de bovenste van deze beide vormstenen door de richtinrichting en/of uitstootinrichting gegrepen, zodat de bovengelegen 30 vormsteen weer terug wordt gestoten in de vulbak.
Daardoor is gewaarborgd dat slechts vormstenen worden getransporteerd waarvan de langshartlijn evenwijdig ten opzichte van de transportprofielen en aldus loodrecht ten opzichte van de transportrichting zijn gericht. Verder 35 heeft de vulbak volgens de uitvinding een toegenomen capaciteit van het uitnemen van de vormstenen.
Op voordelige wijze hebben de transportprofielen 6 een zodanige lengte, dat een meervoud van vormstenen naast elkaar kunnen worden meegenomen door hetzelfde transportprofiel.
Het is gebleken dat een dergelijke, in de vulbak 5 aangebrachte uitneeminrichting op een eenvoudige wij ze zodanig kan worden afgestemd op de hierna volgende transportinrichting/dwarstransportinrichting, dat enerzijds een groot vermogen van het uitnemen en het transporteren aanwezig is en anderzijds en zeer goed afzonderlijk maken 10 van de vormstenen wordt mogelijk gemaakt op de transportinrichting/dwarstransportinrichting. Verder is de inrichting relatief eenvoudig en goedkoop te vervaardigen.
Het richtelement en/of uitstootelement kan bijvoorbeeld zijn uitgevoerd als een zich over de gehele 15 breedte van de transportbaan uitstrekkend uitstootprofiel, dat op een voorafbepaalde afstand van het transportprofiel, dat het dichtst ligt bij het uitstootprof iel en naar het uitstootprofiel toe beweegt in de transportrichting, loodrecht in de transportbaan is in te brengen, waarin het 20 uitstootprofiel op een schuif gelijkend, bij voorkeur loodrecht ten opzichte van de transportbaan in de transportbaan wordt ingebracht.
Bij voorkeur omvat de uitneeminrichting een omleidas en/of aandrijfas voor het omleiden en/of aandrijven 25 van de transportprofielen, en de richtinrichting en/of uitstootinrichting is draaiend gekoppeld met de omleidas en/of aandrijfas, zodat het ten minste ene richtelement en/of uitstootelement van de richtinrichting en/of uitstootinrichting door middel van het draaien van de 30 omleidas en/of aandrijfas in de transportbaan is te brengen of uit de transportbaan is te verwijderen. Het draaiend koppelen van de omleidas en/of aandrij fas met de richtinrichting en/of uitstootinrichting is op voordelige wijze tot stand gebracht doordat de richtinrichting en/of 35 uitstootinrichting draaivast is verbonden met de omleidas en/of aandrijfas.
Bij een overeenkomend uitgevoerde 7 uitneeminrichting is het synchroniseren van de positie van de desbetreffende richtelementen en/of uitstootelementen naar het dichtstbij gelegen aangrenzende transportprofielen, die in de transportrichting naar de desbetreffende 5 lichtelementen en/of uitstootelementen toe bewegen, bijzonder eenvoudig tot stand gebracht. Enerzijds kunnen de posities van de transportprofielen worden gewijzigd en anderzijds kan de richtinrichting en/of uitstootinrichting over een hoek variabel draaivast worden bevestigd aan de 10 omleidas en/of aandrijfas, zodat de desbetreffende richtelementen en/of uitstootelementen kunnen worden gebracht in de transportbaan, waarbij de afstand van de desbetreffende richtelementen en/of uitstootelementen bij het inbrengen in de transportbaan naar de overeenkomende 15 transportprofielen te wijzigen is.
Bij voorkeur omvat de richtinrichting en/of uitstootinrichting een veelvoud van evenwijdig ten opzichte van elkaar aangebrachte eerste richtelementen en/of uitstootelementen en een veelvoud van evenwijdig ten 20 opzichte van elkaar aangebrachte tweede richtelementen en/of uitstootelementen. Daarbij zijn de desbetreffende eerste richtelementen en/of uitstootelementen telkens op afstand van elkaar draaivast verbonden met de omleidas en/of aandrijfas, zodat de eerste richtelementen en/of 25 uitstootelementen op een kam gelijkend ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. Eveneens zijn de desbetreffende tweede richtelementen en/of uitstootelementen telkens op afstand van elkaar draaivast verbonden met de omleidas en/of aandrijfas, zodat eveneens de tweede richtelementen en/of 30 uitstootelementen op een kam gelijkend ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. Daarbij zijn de richtelementen en/of uitstootelementen in de rotatierichting van de omleidas en/of aandrijfas verplaatst ten opzichte van de eerste richtelementen en/of uitstootelementen draaivast 35 verbonden met de omleidas en/of aandrijfas, zodat de tweede richtelementen en/of uitstootelementen ten opzichte van de eerste richtelementen en/of uitstootelementen een 8 hoekafstand omvatten.
Ten minste één van de eerste richtelementen en/of uitstootelementen is in de voorafbepaalde, evenwijdig ten opzichte van de transportrichting lopende afstand tot het 5 transportprofiel, dat het dichtst ligt bij het eerste richtelementen en/of uitstootelement, en naar het richtelement en/of uitstootelement toe beweegt in de transportrichting, te brengen in de transportbaan, en ten minste één van de tweede richtelementen en/of 10 uitstootelementen is in de voorafbepaalde, evenwijdig ten opzichte van de transportrichting lopende afstand tot het transportprofiel, dat het dichtst ligt bij het tweede richtelement en/of uitstootelement, en naar het tweede richtelement en/of uitstootelement toe beweegt in de 15 transportrichting, te brengen in de transportbaan.
Door een overeenkomende uitvoering van de richtinrichting en/of uitstootinrichting kan de hoeveelheid van de door de uitneeminrichting getransporteerde vormstenen verder worden vergroot.
20 Het is natuurlijk eveneens mogelijk dat de richtinrichting en/of uitstootinrichting eveneens een veelvoud van evenwijdig ten opzichte van elkaar aangebrachte derde richtelementen en/of uitstootelementen omvat die op een hoekafstand van de eerste en tweede richtelementen en/of 25 uitstootelementen zijn bevestigd aan de omleidas en/of aandrij fas.
De hoekafstand tussen het veelvoud van eerste richtelementen en/of uitstootelementen en het veelvoud van de tweede richtelementen en/of uitstootelementen kan op 30 voordelige wijze 180° zijn. Echter zijn eveneens andere hoekafstanden mogelijk van bijvoorbeeld 120° of 90°, afhankelijk van de opstelling van de transportprofielen.
Bij voorkeur zijn de richtelementen en/of uitstootelementen zodanig uitgevoerd, dat de richtelementen 35 en/of uitstootelementen (12) bij het inbrengen in de transportbaan en bij het contact met vormstenen (2), waarvan de langshartlijnen evenwijdig zijn gericht ten opzichte van 9 de transportrichting (F), deze vormstenen (2) een zijdelingse, loodrecht ten opzichte van de transportrichting (F) en evenwijdig ten opzichte van het zich in de lengte uitstrekken van de transportprofielen (9) gerichte impuls 5 verlenen, zodat deze vormstenen (2) door het contact met het richtelement en/of uitstootelement (12) zodanig worden omgezet, dat de langshartlijnen hiervan na het contract met één van de richtelementen en/of uitstootelementen (12) evenwijdig ten opzichte van het zich in de lengte 10 uitstrekken van de transportprofielen (9) zijn gericht.
Daardoor kan het vermogen van het transporteren verder worden vergroot daar aanvankelijk met de hoge kant gerichte vormstenen door de richtinrichting en/of uitstootinrichting worden omgezet, zodat de vormstenen na 15 het omzetten met de langshartlijn hiervan evenwijdig zijn gericht ten opzichte van het zich in de lengte uitstrekken van de transportprofielen. Daartoe kunnen de richtelementen en/of uitstootelementen (12) onder een hoek worden verbonden met de omleidas en/of aandrijfas (15) en/of de afzonderlijke 20 richtelementen en/of uitstootelementen hebben aan de desbetreffende einden van het contact die in contact zijn te brengen met de vormstenen, een overeenkomend, onder een hoek ten opzichte van de omleidas en/of aandrijfas gericht eindgedeelte.
25 Op voordelige wijze is de voorafbepaalde en evenwijdig ten opzichte van de transportrichting lopende afstand van het richtelement en/of uitstootelement tot het transportprofiel, waarbij het richtelement en/of uitstootelement is te brengen in de transportbaan, in te 30 stellen.
Daardoor kunnen de richtinrichting en/of uitstootinrichting en de uitneeminrichting worden aangepast op vormstenen met een verschillende grootte en op vormstenen met een verschillende geometrie.
35 Het instelbaar zijn kan worden bereikt doordat de richtinrichting en/of uitstootinrichting of afzonderlijke richtelementen en/of uitstootelementen van de 10 richtinrichting en/of uitstootinrichting worden aangebracht met een variabele hoek aan de omleidas en/of aandrijfas, zodat de positie van de hoek van de rotatie van de omleidas en/of aandrijfas, waarbij het richtelement en/of 5 uitstootelement wordt gebracht in de transportbaan, variabel is.
Het instelbaar zijn kan bij voorkeur eveneens worden bereikt doordat de desbetreffende transportprofielen een inrichting voor het wijzigen van de hoogte omvatten, 10 door middel waarvan de onderlinge afstand van aangrenzende transportprofielen te wijzigen is. Aldus wordt een nog verder toegenomen mogelijkheid van het aanpassen van de uitneeminrichting bereikt.
Een relatief eenvoudig tot stand te brengen 15 uitvoering van een dergelijke inrichting voor het wijzigen van de hoogte kan hieruit bestaan doordat de transportprofielen telkens bestaan uit twee transportprofielen waarvan de onderlinge positie te wijzigen is in de richting van het rondgaan.
2 0 De uitvinding wordt vervolgens aan de hand van tekeningen bij wijze van voorbeeld nader geïllustreerd. Hier toont: figuur 1: een ruimtelijk, vereenvoudigd en gedeeltelijk in doorsnede weergegeven aanzicht van de vulbak 25 volgens de uitvinding met een omvatte uitneeminrichting; figuur 2: een verkleinde afbeelding ruimtelijk van de in figuur 1 weergegeven uitneemhouder zonder de vulbak; figuur 3: de in figuur 2 weergegeven uitneeminrichting in een ander perspectivisch aanzicht; en 30 figuren 4 en 5: zij-aanzichten van de in de figuren 1-3 weergegeven uitneeminrichting.
In de nu volgende beschrijving duiden dezelfde verwijzingscijfers dezelfde constructie-onderdelen, respectievelijk dezelfde maatregelen aan, zodat een met 35 betrekking tot een figuur uitgevoerde beschrijving van een constructie-onderdeel eveneens geldig is voor de andere figuren, zodat deze niet opnieuw worden herhaald.
11
In figuur 1 is een vulbak 1 voor het opnemen van vormstenen 2, een uitneeminrichting 3 voor het continu uitnemen van vormstenen uit de vulbak 1, en een dwarstransportinrichting 4 in de vorm van twee onder een 5 hoek van 90° ten opzichte van elkaar aangebrachte transportbanden 16a en 16b weergegeven teneinde de uit de vulbak 1 uitgenomen vormstenen 2 in een door middel van een pijl weergegeven dwarstransportinrichting 5 vanuit de vulbak 1 te transporteren en toe te voeren aan de hierna volgende, 10 niet weergegeven inrichtingen voor het hanteren van de vormstenen.
In de figuren 2 en 3 is de in de vulbak 1 aangebrachte uitneeminrichting 3 met aanvullende constructie-onderdelen weergegeven, waarbij de vulbak 1 met 15 de wanden hiervan in het bijzonder met de achterwand 6 hiervan niet is weergegeven. De figuren 4 en 5 tonen een overeenkomende zijaanzichten van de in de figuren 2 en 3 weergegeven uitneeminrichting 3 met aanvullende constructie-elementen.
20 De in de tekeningen weergegeven constructiegroep maakt deel uit van een inrichting voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald patroon van het leggen op een pallet of een ander steunmiddel, bijvoorbeeld een afzettafel.
25 De vulbak 1 is trechtervormig uitgevoerd en naar boven toe open, zodat vormstenen 2 van bovenaf bijvoorbeeld door middel van een vorkheftruck in de vulbak 1 kunnen worden gestort. In figuur 1 is de vulbak 1 gedeeltelijk in doorsnede weergegeven teneinde een zicht mogelijk te maken 30 op de daarachter gelegen onderdelen. De vulbak 1 is gedragen door een basisgestel 7. Daarbij kan de vulbak 1 scharnierend zijn ondersteund aan het basisgestel 7, zodat de vulbak 1 met de geheel daarin aangebrachte uitneeminrichting 3 van bijvoorbeeld een verticale positie in een schuine positie 35 kan worden gezwenkt. Dit scharnierende ondersteunen van de vulbak 1 aan het basisgestel 7 is echter niet weergegeven in de figuren.
12
De uitneeminrichting 3 heeft twee ten opzichte van elkaar op afstand gelegen omlopende kettingen 8 waaraan een veelvoud van transportprofielen 9 op regelmatige afstanden a (figuur 2) aan de eindzijde zijn bevestigd. De omlopende 5 kettingen 8 zijn slechts in het bovengebied van de vulbak 1 in detail weergegeven, terwijl deze in het overige gebied slechts schematisch door middel van een lijn zijn aangeduid.
De uitneeminrichting 3 heeft een evenwijdig ten opzichte van de achterwand 6 van de vulbak 1 gerichte 10 leidinrichting 10 in de vorm van een leidwand 10 die zich vanaf het bodemgebied van de vulbak 1 uitstrekt tot in het gebied van de bovenrand van de vulbak 1. In het bedrijf van de uitneeminrichting 3 worden door de transportprofielen 9 meegenomen vormstenen 2 langs de leidwand 10 langs een 15 transportbaan getransporteerd.
De omlopende kettingen 8 zijn telkens geleid over tandwielen 20, 21, 22, 23, 24, waarbij bijvoorbeeld de tandwielen 23 kunnen zijn uitgevoerd als aandrijfwielen die door een niet weergegeven motor kunnen worden aangedreven. 20 De rotatiehartlijnen van alle tandwielen 20, 21, 22, 23, 24 lopen evenwijdig ten opzichte van de dwarstransportrichting 5 van de dwarstransportinrichting 4.
De rotatiehartlijn van de ondergelegen tandwielen 20 is in het bodemgebied van de vulbak 1 aangebracht, 25 terwijl de rotatiehartli jn van de tandwielen 21 in het gebied van de bovenrand van de vulbak 1 is aangebracht. De tandwielen 22 zijn verder boven en op afstand van de vulbak 1 zijdelings verplaatst ten opzichte van de tandwielen 21 aangebracht. De tandwielen 23 zijn op hun beurt weer boven 30 de tandwielen 22 aangebracht, en de tandwielen 24 zijn verder zijdelings verplaatst ten opzichte van de tandwielen 23 en hieronder aangebracht. Op grond van deze opstelling worden de transportprofielen 9 bewogen op een omlopende baan die in het zij-aanzicht vijfhoekig is en vanaf het 35 bodemgebied van de vulbak 1 tot bij een gebied boven de bovenrand van de vulbak 1 en van daar af om de dwarstransportinrichting 4 heen loopt naar het bodemgebied 13 van de vulbak 1.
De transportprofielen 9 bestaan uit langwerpige profielen en zijn ten opzichte van elkaar evenwijdig aangebracht. De transportprofielen 9 zijn door middel van 5 bevestigende platen 9' (figuur 3) bevestigd aan de omlopende kettingen 8. De afstand a tussen de transportprofielen 9 is zodanig gekozen, dat zowel vormstenen 2 met de langszij den hiervan op de transportprofielen 9, als met de hoge kant gerichte vormstenen 2 komen te liggen op de 10 transportprofielen 9. Eveneens kunnen bijvoorbeeld twee boven elkaar gestapelde vormstenen 2, waarvan de langshartlijnen telkens evenwijdig zijn gericht ten opzichte van de transportprofielen 9, worden meegenomen door de transportprofielen 2.
15 De transportprofielen 9 worden door de omlopende kettingen 8 evenwijdig ten opzichte van de leidwand 10 van de uitneeminrichting 3 bewogen, zodat de omlopende baan van de transportprofielen 9 gedeeltelijk langs de leidwand 10 loopt. De leidwand 10 dient als achtergelegen aanslag voor 20 de vormstenen 2 die tussen de transportprofielen 9 komen en hierdoor worden meegenomen. Bij de leidwand 9 kan het gaan om een afzonderlijk gedeelte van de achterwand 6 van de vulbak 1.
De leidinrichting 10 moet echter niet noodzakelijk 25 uit zijn uitgevoerd in de vorm van een leidwand 10, maar kan alternatief eveneens door evenwijdig ten opzichte van elkaar aangebrachte en evenwijdig ten opzichte van de transportrichting F (figuur 2) lopende leidstaven tot stand zijn gebracht.
30 Aan het bovengebied van de leidwand 10 sluit een leidrooster 10' aan dat deel uitmaakt van de leidinrichting. De door de transportprofielen 9 meegenomen vormstenen 2 worden door de leidinrichting, derhalve door de leidwand 10 en het leidrooster 10' bij de beweging hiervan langs de 35 transportbaan geleid. Het leidrooster 10' heeft een meervoud van platen die evenwijdig en op afstand van elkaar zijn aangebracht en zich uitstrekken over de gehele breedte van 14 de transportbaan. Tussen de desbetreffende, het leidrooster 10' vormende platen zijn vrije ruimten gevormd.
Het bovengebied van het leidrooster 10' heeft een aansluitende, als uitstootinrichting 11 uitgevoerde 5 richtinrichting en/of uitstootinrichting 11 die een veelvoud van richtelementen en/of uitstootelementen 12 omvat die in het uitvoeringsvoorbeeld als uitstootelementen 12 zijn uitgevoerd en in de vorm van sikkelvormige platen tot stand zijn gebracht. De uitstootinrichting 11 is draaivast 10 verbonden met een omleidas en/of aandrijfas 15 waarmee eveneens de tandwielen 21 draaivast zijn verbonden. De uitstootinrichting 11 omvat naast het veelvoud van de boven beschreven eerste uitstootelementen 12 eveneens een veelvoud van tweede uitstootelementen 12 eveneens sikkelvormig zijn 15 uitgevoerd. Daarbij zijn de eerste uitstootelementen 12 telkens op afstand van elkaar langs de as 15 aangebracht en draaivast hiermee verbonden, zodat de eerste uitstootelementen 12 op een kam gelijkend ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. De tweede uitstootelementen 12 zijn 20 eveneens op afstand van elkaar draaivast verbonden met de as 15, zodat eveneens de tweede uitstootelementen 12 op een kam gelijkend ten opzichte van elkaar zijn aangebracht. De tweede uitstootelementen zijn in de rotatierichting van de as 15 verplaatst ten opzichte van de eerste 25 uitstootelementen 12 draaivast verbonden met de as, zodat de tweede uitstootelementen 12 van de eerste uitstootelementen 12 een hoekafstand van 180° omvatten. De desbetreffende eerste en tweede uitstootelementen 12 zijn aan zodanige posities aan de as 15 bevestigd, dat bij een roteren van de 30 as 15 en aldus een roteren van de desbetreffende uitstootelementen 12 deze tussen de desbetreffende platen van het leidrooster 10' worden bewogen, zodat het leidrooster 10' de roterende beweging van de uitstootelementen 12 niet in de weg staat.
35 Op grond van de in dwarsdoorsnede niet cirkelvormige maar sikkelvormige uitvoering van de afzonderlijke uitstootelementen 12 zijn deze door het 15 roteren van de as 15 in de transportbaan van de vormstenen 2 te brengen en eveneens weer te verwijderen uit het gebied van de transportbaan. Echter kunnen de uitstootelementen bijkomend andere vormen van de dwarsdoorsnede omvatten.
5 In figuur 3 is op te merken dat afzonderlijke vormstenen 3 door middel van de transportprofielen 9 over het bovengebied van de leidwand 10 worden gedrukt op het leidrooster 10'. Met de hoge kant gerichte vormstenen 2 worden door uitstootelementen 12 van de uitstootinrichting 10 11 vastgegrepen en door het transportprofiel 9 teruggedrukt in de vulbak 1. Aldus waarborgt de uitstootinrichting 11 dat slechts vormstenen 2 verder worden getransporteerd waarvan de langshartlijn evenwijdig is gericht ten opzichte van de langshartlijnen van de transportprofielen 9.
15 Nadat door middel van de uitstootinrichting 11 met de hoge kant gerichte vormstenen 2 of boven elkaar gestapelde vormstenen 2 waarvan de langshartlijnen telkens evenwijdig zijn gericht ten opzichte van de transportprofielen 9, door de transportprofielen 9 werden 20 weggedrukt, worden de verder getransporteerde vormstenen 2 door middel van de transportprofielen 9 na het passeren van de uitstootinrichting 11 op een glijtraject 13 geschoven. Het glijtraject 13 is samengesteld uit een veelvoud van glijplaten 14 die op afstand van elkaar en evenwijdig van de 25 uitstootelementen 12 zijn gericht. Daarbij zijn de glijplaten 14 zodanig aangebracht, dat de desbetreffende uitstootelementen 12 bij een roteren van de uitstootinrichting 11 tussen de desbetreffende glijplaten 12 door bewegen, zodat het glijtraject 13 de rotatie van de 30 uitstootinrichting 11 niet in de weg staat.
Het glijtraject 13 is ondersteund aan het basisgestel. Verder kunnen de glijplaten 14 van het glijtraject 13 uit één stuk zijn uitgevoerd met de platen van het leidrooster 10'.
35 De zich op het glijtraject 13 bevindende vormstenen 2 worden door middel van de zich tussen de tandwielen 21 en 22 bevindende transportprofielen 9 over het 16 glijtraject 13 geschoven in de richting van een dwarstransportinrichting 4.
Aan het eind van het glij traject 13 worden de vormstenen 2 op de dwarstransportinrichting 4 geschoven, die 5 twee transportbanden 16a, 16b omvat. De transportbanden 16a, 16b sluiten een hoek in van 90° en sluiten met het horizontale vlak telkens een hoek in van 45°. De dwarstransportrichting 5 van de transportbanden 16a, 16b loopt evenwijdig ten opzichte van de omleidas en/of 10 aandrijfas 15, zodat de zich op de dwarstransportinrichting 4 bevindende vormstenen 2 in kopaanzicht op de vulbak 1 dwars van de vulbak 1 worden verwijderd.
De in de figuren weergegeven vulbak 1 werkt zodanig, dat de in de vulbak 1 gebrachte vormstenen 2 die in 15 het tussengebied komen tussen de transportprofielen 9, van onder naar boven worden meegenomen, waarbij de vormstenen 2 langs de leidwand 10 glijden. In het bovengebied van de vulbak 1 worden met de hoge kant gerichte vormstenen 2 door de uitstootinrichting 11 door de transportprofielen 9 naar 20 beneden gedrukt. Eveneens worden bij twee boven elkaar gestapelde vormstenen 2, waarvan de langshartlijnen telkens evenwijdig zijn gericht ten opzichte van het transportprofiel 9, de bovengelegen van de beide vormstenen 2 door de uitstootinrichting 2 naar beneden gedrukt. Na het 25 passeren van de uitstootinrichting 11 worden de vormstenen 2 door middel van de transportprofielen 9 via het glijtraject 13 in de richting van een dwarstransportinrichting 4 getransporteerd. De vormstenen 2 worden door transportbanden 16a, 16b achtereenvolgens, dat wil zeggen afzonderlijk 30 achter elkaar meegenomen.
17
VERWIJZINGCIJFERLIJS T
I vulbak 5 2 vormsteen 3 uitneeminrichting 4 dwarstransportinrichting 5 dwarstransportrichting 6 achterwand 10 7 basisgestel 8 omlopende ketting 9 transportprofiel 9' bevestigingsplaat 10 leidinrichting/leidwand 15 10' leidinrichting/leidrooster II richtinrichting en/of uitstootinrichting 12 richtelement en/of uitstootelement 13 glijtraject 14 glijplaten 20 15 omleidas en/of aandrijfas 16a, 16b transportband 20-24 tandwiel a afstand tussen twee aangrenzende transportprofielen 25 F transportrichting

Claims (13)

1. Vulbak (1) voor vorms tenen (2), met een uitneeminrichting (3) voor het uitnemen van de vormstenen (2) uit de uitneemhouder (1), waarbij de vulbak (1) de volgende maatregelen omvat: 5 de vormstenen (2) zijn ongeordend in de vulbak (1) te brengen; de uitneeminrichting (3) omvat een leidinrichting (10, 10') voor de vormstenen (2), waarbij de leidinrichting (10, 10') zich vanaf het bodemgebied van de 10 vulbak (1) uitstrekt tot in het gebied van de bovenrand van de vulbak (1); de uitneeminrichting (3) heeft ten opzichte van elkaar op afstand gelegen transportprofielen (9) die op een door de vulbak (1) geleide omloopbaan en langs de 15 leidinrichting (10, 10’) in een transportrichting (F) beweegbaar zijn voor het bewegen van de vormstenen (2) langs een transportbaan, gekenmerkt door de volgende maatregelen: de vulbak (1) omvat een in het bovengebied 20 hiervan aangebrachte richtinrichting en/of uitstootinrichting (11) voor het richten en/of uitstoten van zich op de transportbaan bevindende vormstenen (2) ; de richtinrichting en/of uitstootinrichting (11) omvat ten minste een richtelement en/of uitstootelement 25 (12) dat is in te brengen in de transportbaan en is te verwijderen uit de transportbaan; en het richtelement en/of uitstootelement (12) is in een voorafbepaalde, evenwijdig ten opzichte van de transportrichting (F) verlopende afstand tot het 30 transportprofiel (9), dat het dichtst bij het richtelement en/of uitstootelement (12) ligt en naar het richtelement en/of uitstootelement (12) in de transportrichting (F) toe beweegt, te brengen in de transportbaan.
2. Vulbak (1) volgens conclusie 1, gekenmerkt door de volgende maatregelen: 5. de uitneeminrichting (3) omvat een omleidas en/of aandrijfas (15) voor het omleiden en/of aandrijven van de transportprofielen (9); en de richtinrichting en/of uitstootinrichting (11) is gekoppeld om te draaien met de omleidas en/of 10 aandrijfas (15), zodat het richtelement en/of uitstootelement (12) door middel van het roteren van de omleidas en/of aandrijfas (15) in de transportbaan is te brengen en is te verwijderen uit de transportbaan.
3. Vulbak (1) volgens conclusie 2, gekenmerkt 15 door de volgende maatregelen: de richtinrichting en/of uitstootinrichting (11) omvat een veelvoud van evenwijdig ten opzichte van elkaar aangebrachte richtelementen en/of uitstootelementen (12) ; en 20. de richtelementen en/of uitstootelementen (12) zijn telkens op afstand van elkaar draaivast verbonden met de omleidas en/of aandrijfas (15), zodat de richtelementen en/of uitstootelementen (12) op een kam gelijkend ten opzichte van elkaar zijn aangebracht.
4. Vulbak (1) volgens conclusie 3, gekenmerkt door de volgende maatregelen: de richtinrichting en/of uitstootinrichting (11) omvat een veelvoud van eerste richtelementen en/of uitstootelementen (12) en een veelvoud van evenwijdig ten 30 opzichte van elkaar aangebrachte tweede richtelementen en/of uitstootelementen (12), de tweede richtelementen en/of uitstootelementen (12) zijn telkens op afstand van elkaar draaivast verbonden met de omleidas en/of aandrijfas (15), 35 zodat de tweede richtelementen en/of uitstootelementen (12) op een kam gelijkend ten opzichte van elkaar zijn aangebracht; en de tweede richtelementen en/of uitstootelementen (12) zijn in de rotatierichting van de omleidas en/of aandrijfas (15) verplaatst ten opzichte van de eerste richtelementen en/of uitstootelementen (12) 5 draaivast verbonden met de omleidas en/of aandrijfas (15), zodat de tweede richtelementen en/of uitstootelementen (12) ten opzichte van de eerste richtelementen en/of uitstootelementen (12) een hoekafstand omvatten.
5. Vulbak (1) volgens een der conclusies 3 of 4, 10 met het kenmerk, dat de richtelementen en/of uitstootelementen (12) bij het inbrengen in de transportbaan de richtelementen en/of uitstootelementen (12) en bij het contact met vormstenen (2), waarvan de langshartlijnen evenwijdig zijn gericht ten opzichte van de 15 transportrichting (F), deze vormstenen (2) een zijdelingse, loodrecht ten opzichte van de transportrichting (F) en evenwijdig ten opzichte van het zich in de lengte uitstrekken van de transportprofielen (9) gerichte impuls verlenen, zodat deze vormstenen (2) door het contact met het 20 richtelement en/of uitstootelement (12) zodanig worden omgezet, dat de langshartlijnen hiervan na contact met één van de richtelementen en/of uitstootelementen (12) evenwijdig zijn gericht ten opzichte van het zich in de lengte uitstrekken van de transportprofielen (9).
6. Vulbak (1) volgens een der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de voorafbepaalde, evenwijdig ten opzichte van de transportrichting (F) lopende afstand van het richtelement en/of uitstootelement (12) tot het transportprofiel (9), waarbij het richtelement en/of 30 uitstootelement (12) is te brengen in de transportbaan, instelbaar is.
7. Vulbak (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk transportprofiel (9) telkens een inrichting voor het wijzigen van de hoogte 35 omvat, door middel waarvan de onderlinge afstand (a) van aangrenzende transportprofielen (9) te wijzigen is.
8. Vulbak (1) volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de inrichting voor het wijzigen van de hoogte is gevormd doordat de transportprofielen (9) telkens twee vormen van de transportprofielen omvatten waarvan de onderlinge positie te wijzigen is in de richting van het 5 omlopen.
9. Vulbak (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat een inrichting voor het wijzigen van de helling is aangebracht door middel waarvan de helling van de uitneeminrichting (3) ten opzichte van de 10 verticaal te wijzigen is in ten minste het gebied van de vulbak (1).
10. Vulbak (1) volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de uitneeminrichting (3) en de vulbak (1) gemeenschappelijk ten opzichte van een basisgestel (7) 15 zwenkbaar zijn.
11. Vulbak (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de transportprofielen (9) aan de eindzijde zijn bevestigd aan omloopkettingen (8), die langs een ten minste driehoekvormige omloopbaan omlopen. 2 0
12. Vulbak (1) volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de leidinrichting (10, 10') een afzonderlijk onderdeel is van de achterwand (6) van de vulbak (1).
13. Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen 25 (2) in een bepaald patroon van het leggen op een pallet of een ander steunmiddel, omvattend een vulbak (1) volgens een der voorgaande conclusies. -o-o-o-o-o-o-o-o-
NL2010904A 2012-06-05 2013-06-03 Vulbak voor vormstenen met een vormsteenuitneeminrichting. NL2010904C2 (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE102012011028 2012-06-05
DE102012011028.6A DE102012011028B4 (de) 2012-06-05 2012-06-05 Einfüllbehälter für Formsteine mit einer Formsteinentnahmeeinrichtung

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL2010904A NL2010904A (nl) 2013-12-09
NL2010904C2 true NL2010904C2 (nl) 2014-07-23

Family

ID=49170806

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2010904A NL2010904C2 (nl) 2012-06-05 2013-06-03 Vulbak voor vormstenen met een vormsteenuitneeminrichting.

Country Status (2)

Country Link
DE (1) DE102012011028B4 (nl)
NL (1) NL2010904C2 (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE202016105590U1 (de) * 2016-10-07 2016-12-05 Krones Ag Vorrichtung zum Sortieren mit Stückgütern mit Dosiereinrichtung

Family Cites Families (7)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US3791512A (en) * 1971-11-15 1974-02-12 Phillips Petroleum Co Method and apparatus for orienting elements
DD114791A1 (nl) * 1974-12-02 1975-08-20
DE3718666A1 (de) 1987-06-04 1988-12-22 Lissmac Maschinenbau Gmbh Vorrichtung zum sammeln und stapeln von steinen
DE3725910C1 (en) * 1987-08-05 1988-12-08 Aigner Josef Kg Throw-off apparatus for singling conveyor
KR100380958B1 (ko) * 2000-10-11 2003-04-23 미래산업 주식회사 수직식 핸들러의 디바이스 슬리브 자동로딩장치
AT505642B1 (de) * 2007-09-07 2009-07-15 Springer Maschinenfabrik Ag Vereinzelungsvorrichtung
DE102010015193B4 (de) * 2010-04-16 2016-07-21 Bernhard Hunklinger Vorrichtung zum Anordnen von Formsteinen in einem bestimmten Verlegemuster auf einer Palette oder anderen Unterlage

Also Published As

Publication number Publication date
DE102012011028B4 (de) 2020-03-05
NL2010904A (nl) 2013-12-09
DE102012011028A1 (de) 2013-12-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
US5435429A (en) Conveyor
US6843360B2 (en) Retractable transfer device metering apparatus and methods
NL1014063C2 (nl) Inrichting voor het bij behoud van voorwaartse transportsnelheid herpositioneren van producten.
US6793064B2 (en) Retractable transfer device metering and product arranging and loading apparatus and methods
USRE47836E1 (en) Flight conveyor
NL8500893A (nl) Inrichting voor het automatisch vullen van gestapelde, schijfvormige produkten in eenzijdig open verpakking.
US8770380B2 (en) Conveying mechanism with pushing-off device that can be driven counter to the direction of travel
NL9300909A (nl) Transportinrichting.
CA2148184C (en) Vibratory distributor for bulk articles
NL2003428C2 (nl) Vulinrichting.
US20030234156A1 (en) Retractable transfer device metering and product arranging apparatus and methods
NL2010904C2 (nl) Vulbak voor vormstenen met een vormsteenuitneeminrichting.
NL2006574C2 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen op pallets of andere steunmiddelen.
US8794422B2 (en) Product discharge line
NL1010468C2 (nl) Inrichting en werkwijze voor het automatisch stapelen van producten op een pallet.
NL2001922C (en) An apparatus for transport and controlled discharge of products.
US1343184A (en) Dough-feeding device
NL1018612C2 (nl) Werkwijze en inrichting voor het vullen van een houderbak met met een vloeistofachtige substantie gevulde zakken.
US1474619A (en) Bread-cooling apparatus
JP2004010304A (ja) 垂直循環型トレイ式仕分け装置
US3627102A (en) Converger and feeder for cookies for wrapping
JP3968299B2 (ja) 振り分け供給装置及び振り分け供給方法
NL2012590B1 (nl) Inrichting voor het aanbrengen van vormstenen in een bepaald positioneerpatroon op een pallet.
US3511355A (en) Discharging device for bottle cleaning machines
US3508791A (en) Automatic distributor

Legal Events

Date Code Title Description
MM Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20220701