NL2001308C2 - Voertuigcabinekantelinrichting met telescopische kantelcilinder. - Google Patents

Voertuigcabinekantelinrichting met telescopische kantelcilinder. Download PDF

Info

Publication number
NL2001308C2
NL2001308C2 NL2001308A NL2001308A NL2001308C2 NL 2001308 C2 NL2001308 C2 NL 2001308C2 NL 2001308 A NL2001308 A NL 2001308A NL 2001308 A NL2001308 A NL 2001308A NL 2001308 C2 NL2001308 C2 NL 2001308C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
telescope
telescope part
tilting
cylinder
central
Prior art date
Application number
NL2001308A
Other languages
English (en)
Inventor
Roeland Mallan
Ivo Gert-Jan Maria Reinink
Original Assignee
Actuant Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Actuant Corp filed Critical Actuant Corp
Priority to NL2001308A priority Critical patent/NL2001308C2/nl
Priority to CN2009801026824A priority patent/CN101925502B/zh
Priority to EP09711599A priority patent/EP2244931B1/en
Priority to AT09711599T priority patent/ATE522430T1/de
Priority to KR1020107020054A priority patent/KR20100126364A/ko
Priority to BRPI0908193-3A priority patent/BRPI0908193A2/pt
Priority to JP2010547579A priority patent/JP5421296B2/ja
Priority to PCT/NL2009/000036 priority patent/WO2009104954A1/en
Priority to US12/867,446 priority patent/US8245805B2/en
Application granted granted Critical
Publication of NL2001308C2 publication Critical patent/NL2001308C2/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D33/00Superstructures for load-carrying vehicles
    • B62D33/06Drivers' cabs
    • B62D33/063Drivers' cabs movable from one position into at least one other position, e.g. tiltable, pivotable about a vertical axis, displaceable from one side of the vehicle to the other
    • B62D33/067Drivers' cabs movable from one position into at least one other position, e.g. tiltable, pivotable about a vertical axis, displaceable from one side of the vehicle to the other tiltable
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B62LAND VEHICLES FOR TRAVELLING OTHERWISE THAN ON RAILS
    • B62DMOTOR VEHICLES; TRAILERS
    • B62D49/00Tractors
    • B62D49/08Tractors having means for preventing overturning or tipping
    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F15FLUID-PRESSURE ACTUATORS; HYDRAULICS OR PNEUMATICS IN GENERAL
    • F15BSYSTEMS ACTING BY MEANS OF FLUIDS IN GENERAL; FLUID-PRESSURE ACTUATORS, e.g. SERVOMOTORS; DETAILS OF FLUID-PRESSURE SYSTEMS, NOT OTHERWISE PROVIDED FOR
    • F15B15/00Fluid-actuated devices for displacing a member from one position to another; Gearing associated therewith
    • F15B15/08Characterised by the construction of the motor unit
    • F15B15/14Characterised by the construction of the motor unit of the straight-cylinder type
    • F15B15/16Characterised by the construction of the motor unit of the straight-cylinder type of the telescopic type

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Transportation (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • Fluid Mechanics (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Actuator (AREA)
  • Body Structure For Vehicles (AREA)

Description

P29256NL00
Korte aanduiding: Voertuigcabinekantelinrichting met telescopische kantelcilinder.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een voertuigcabinekantelinrichting voor een voertuig met een kantelbare cabine, een chassis en scharniermiddelen, die de cabine met het chassis verbinden, waarbij de cabine over een hoek kantelbaar is ten opzichte van het chassis tussen een rijstand en een naar voren gekantelde stand.
5
In een algemeen bekende uitvoeringsvorm omvat de kantelinrichting een pomp met ten minste een pomppoort voor het afgeven van hydraulische vloeistof onder druk, en een reservoir voor hydraulische vloeistof. Verder omvat de kantelinrichting een hydraulische kantelcilinder voor het kantelen van de cabine, welke kantelcilinder een eerste en een 10 tweede aansluitpoort heeft, waarbij de eerste en tweede aansluitpoort door een of meer kleppen met de pomppoort en het reservoir te verbinden zijn voor het inschuiven of uitschuiven van de kantelcilinder.
In een veel voorkomende uitvoeringsvorm is de kantelcilinder een dubbelwerkende cilinder, 15 zodat de kantelcilinder bij het uitschuiven een kracht levert (om de cabine naar voren te doen kantelen) en bij het inschuiven een kracht in tegengestelde richting (om de vaak voorbij het dode punt naar voren gekantelde cabine naar achteren richting de rijstand te doen kantelen).
De uitvinding beoogt een alternatieve kantelcilinder voor te stellen voor een dergelijke 20 cabinekantelinrichting.
In het bijzonder beoogt de uitvinding een kantelcilinder voor te stellen die relatief weinig ruimte vergt in het voertuig, met name in het gebied onder de cabine.
25 De uitvinding bereikt bovengenoemde doelen door het verschaffen van een voertuigcabinekantelinrichting met een meertraps telescopische hydraulische kantelcilinder volgens conclusie 1.
Door de uitvoering van de kantelcilinder is een veilig uitschuiven van de kantelcilinder 30 gewaarborgd, aangezien het uitschuivende deel in feite zo lang mogelijk zo dik mogelijk blijft (het relatief dunne centrale telescoopdeel schuift pas als laatste naar buiten).
Ook relevant is dat het inschuiven nu veilig verloopt, zoals in de figuurbeschrijving nader in detail zal worden toegelicht.
-2-
De kantelcilinder volgens de uitvinding is in het bijzonder voordelig in een toepassing waarbij de cabine met zijn massazwaartepunt voorbij de door de scharniermiddelen gevormde scharnieras voorover wordt gekanteld. Bij het inschuiven van de cilinder kan immers een 5 trekkracht op de cabine worden uitgeoefend om de cabine weer achterover te bewegen.
In de tekening toont:
Figuur 1 schematisch een voorkeursuitvoeringsvorm van de voertuigcabinekantelinrichting volgens de uitvinding, 10 Figuur 2 schematisch een alternatieve uitvoeringsvorm van de kantelcilinder in de voertuigcabinekantelinrichting volgens de uitvinding,
Fig. 3 schematisch een verdere voorkeursuitvoeringsvorm van de voertuigcabinekantelinrichting volgens de uitvinding, en Fig. 4 schematisch een verdere uitvoeringsvorm van een kantelcilinder in de 15 voertuigcabinekantelinrichting volgens de uitvinding.
Aan de hand van figuur 1 zal nu een voorkeursuitvoeringsvorm van de voertuigcabinekantelinrichting voor een voertuig met een kantelbare cabine worden toegelicht.
20
Een dergelijk, verder niet weergegeven voertuig, zal in de praktijk vaak een vrachtwagen zijn met een chassis en een motor, waarbij de motor (ten minste gedeeltelijk) onder de cabine is opgesteld. Om toegang te verschaffen tot de motor kan de cabine voorover worden gekanteld. De cabine is via scharniermiddelen verbonden met het chassis, zodat de cabine 25 over een hoek kantelbaar is ten opzichte van het chassis tussen een rijstand en een naar voren gekantelde stand. In de praktijk weegt een voertuigcabine vaak ten minste een paar honderd kilogram.
De kantelinrichting een pomp 1 met ten minste een pomppoort 2 voor het afgeven van 30 hydraulische vloeistof onder druk. Verder is voorzien in een reservoir 3 voor hydraulische vloeistof, waaruit de pomp vloeistof aan kan zuigen. Het reservoir 3 is bij voorkeur een gesloten reservoir met een overdrukklep 4, hetgeen bij dergelijke kantelinrichtingen gebruikelijk is. Getoond is verder een drukbegrenzingsklep 6 die een verbinding tussen de pomppoort 2 en het reservoir opent als een maximale druk wordt overschreden.
35 -3-
De pomp 1, het reservoir 3 en de drukbegrenzingsklep zijn hier - zoals in de praktijk vaak toegepast - opgenomen in een eenheid 10 die aan het chassis van het voertuig wordt gemonteerd. In die eenheid 10 is hier verder een stuurklep 9 opgenomen.
5 De kantelinrichting omvat verder een hydraulische kantelcilinder 20 voor het kantelen van de cabine. In algemene zin is erin voorzien dat de cilinder 20 wordt gemonteerd tussen het chassis en de cabine (eventueel met aanwezigheid van mechanische lost-motion voorzieningen indien gewenst (hier niet het geval)).
10 In dit voorbeeld duidt verwijzingscijfer 11 schematisch eerste bevestigingsmiddelen aan die zijn ingericht voor bevestiging van de cilinder 20 aan het chassis van het voertuig, en 12 tweede bevestigingsmiddelen die zijn ingericht voor bevestiging aan de cabine van het voertuig. Opgemerkt wordt dat omgekeerde opstelling van de cilinder 20 tussen de cabine en het chassis ook denkbaar is.
15
De kantelcilinder 20 is een meertraps (hier tweetraps) telescopische hydraulische kantelcilinder.
De kantelcilinder 20 heeft een eerste aansluitpoort 21 en een tweede aansluitpoort 22, 20 waarbij de weergeven locatie en uitvoering zuiver schematisch is en daartoe niet is beperkt.
De cilinder 20 heeft een buitenste telescoopdeel 30, een tussenliggend telescoopdeel 40, en een centraal telescoopdeel 50, waarbij het tussenliggend telescoopdeel 40 en het centrale telescoopdeel 50 ten opzichte van elkaar en van het buitenste telescoopdeel 30 25 verschuifbaar zijn.
Het buitenste telescoopdeel 30 heeft een cilinderbuis 31, die is voorzien van een bodem 32 aan een axiaal einde en een kop 33 met een boring aan het andere axiale einde. Bij de boring in de kop is voorzien in een afdichtring 34.
30
Het tussenliggend telescoopdeel 40 is opgesteld in de cilinderbuis 31 van het omliggende (hier buitenste) telescoopdeel 30 en is voorzien van een cilinderbuis 41 als zuigerstang en van een zuigerdeel 42, waarbij het tussenliggend telescoopdeel 40 aan een axiaal einde een bodem 43 heeft en aan het andere axiale einde een kop 44 met een boring.
Te herkennen is dat de zuigerstang 41 van het tussenliggend telescoopdeel 40 door de boring in de kop 33 van het omliggend (hier buitenste) telescoopdeel 30 steekt en het 35 -4- zuigerdeel 42 een bodemzijdige kamer 35 en een ringvormige stangzijdige kamer 36 begrenst in de omliggende cilinderbuis 31.
Het centrale telescoopdeel 50 heeft een zuigerstang 51, die hier zoals de voorkeur heeft 5 massief is, en een zuigerdeel 52, zodanig dat de zuigerstang 51 door de boring in de kop 44 van het omliggende tussenliggend telescoopdeel 40 steekt en het zuigerdeel 52 een bodemzijdige kamer 45 en een ringvormige stangzijdige kamer 46 begrenst in de buisvormige zuigerstang 41 van het omliggende tussenliggend telescoopdeel 40.
10 De eerste aansluitpoort 21 is zodanig voorzien, dat deze - in elke stand van de telescopische cilinder 20 - in directe verbinding staat met de bodemzijdige kamer 35 in het buitenste telescoopdeel 30.
De tweede aansluitpoort 22 is zodanig voorzien, dat deze - in elke stand van de 15 telescopische kantelcilinder 20 - in directe verbinding staat met de stangzijdige kamer 46 in de buisvormige zuigerstang 41 van dat tussenliggende telescoopdeel 40 dat direct om het centrale telescoopdeel 30 ligt.
Verder is een open, en hier zoals de voorkeur heeft kleploze, doorgang 48 aanwezig in het 20 bodemdeel 42 van het tussenliggend telescoopdeel 40, welke open doorgang 48 zich - in elke stand van de telescopische kantelcilinder 20 - uitstrekt tussen de bodemzijdige kamer 45 in het betreffende tussenliggend telescoopdeel 40 en de bodemzijdige kamer 35 van het omliggende telescoopdeel 30.
25 De open doorgang 48 is bij voorkeur uitgevoerd zonder klepsamenstel met een of meer kleppen.
Bij voorkeur is de open doorgang 48 van een aanzienlijke afmeting zodat de doorgang 48 geen wezenlijke weerstand vormt. Indien demping van de cilinderbeweging gewenst zou zijn, 30 kan de open doorgang 48 als smoring zijn uitgevoerd.
Verder is een doorlaatkanaal 49 aanwezig in het tussenliggend telescoopdeel 40, dat aan een einde eindigt bij de ringvormige stangzijde kamer 36 in het omliggende telescoopdeel 30 en dat aan het andere einde eindigt bij een mond aan de binnenzijde van de betreffende 35 tussenliggende telescoopdeel 40, welke mond zodanig is opgesteld dat in een ingeschoven stand van het daarbinnen liggende (hier centrale) telescoopdeel 50 de betreffende mond in directe verbinding is met de ringvormige stangzijdige kamer 46 in het betreffende -5- tussenliggend telescoopdeel 40 waarin de mond is voorzien, en in een ten minste gedeeltelijk uitgeschoven stand van het daarbinnen gelegen telescoopdeel 50 in verbinding met de bodemzijdige kamer 45 in het betreffende tussenliggend telescoopdeel 40 waarin de mond is voorzien.
5
Voor het uitschuiven van de telescopische kantelcilinder wordt de stuurklep 9 zo bediend dat zowel de eerste als de tweede aansluitpoort 21, 22 zijn aangesloten op de pomppoort 2, zodat - vanuit de ingeschoven toestand van de cilinder 20 - eerst het tussenliggend telescoopdeel 40 samen met het centrale telescoopdeel 50 uitschuift, totdat het 10 tussenliggend telescoopdeel 40 zijn maximaal uitgeschoven positie bereikt, waarna het centrale telescoopdeel 50 als laatste uitschuift ten opzichte van het omliggende tussenliggend telescoopdeel 40.
Door het aansluiten van beide poorten 21,22 op de pomppoort 2 bij het uitschuiven van de 15 cilinder 20 wordt bereikt dat de kamers in de cilinder 20 volledig met vloeistof zijn gevuld, met name op het moment dat het cabine zwaartepunt voorbij een verticaal vlak door de scharnieras van de cabine beweegt en de cabine naar voren valt en aan de cilinder 20 gaat trekken. Bij onvolledige vulling zou die beweging dan deels ongedempt kunnen plaatsvinden, hetgeen onwenselijk is.
20
Voor het inschuiven van de telescopische kantelcilinder 20 wordt door bediening van de stuurklep 9 de tweede aansluitpoort 22 aangesloten op de pomppoort 2 en de eerste aansluitpoort 21 op het reservoir 3, zodat - vanuit de uitgeschoven toestand van de cilinder 20 - eerst het centrale telescoopelement 50 naar binnen schuift, totdat het zuigerdeel 52 25 daarvan de mond van het doorlaatkanaal 49 passeert en daarmee de zuigerstangzijdige kamer 46 waarop de tweede aansluitpoort 22 aansluit in verbinding brengt met de zuigerstangzijdige kamer 36 van het omliggende telescoopdeel 30, zodat vervolgens het centrale telescoopelement 50 samen met het omliggende tussenliggend telescoopelement 40 naar binnen schuift, totdat het tussenliggend telescoopelement 40 en het centrale 30 telescoopelement 50 volledig zijn ingeschoven.
Opgemerkt wordt dat de oplossing volgens de uitvinding betrouwbaar werkt ongeacht of het voorbij de scharnieras bewegen van het massazwaartepunt plaatsvindt tijdens het uitschuiven van het centrale telescoopdeel 50 of van het tussenliggend telescoopdeel 40. Bij 35 een voertuig kan dat moment namelijk ook beïnvloed worden door een eventuele helling (naar boven of naar beneden) waarop het voertuig staat.
-6-
Bij het uitschuiven van de cilinder 20 is van voordeel dat het relatief dunne centrale telescoopdeel 50 pas op het laatst uitschuift. Immers in de praktijk is de te leveren kracht voor het uitschuiven vaak het grootst bij aanvang van het naar voren kantelen van de cabine en neemt dan af wanneer het cabine zwaartepunt naar het verticale vlak door de schamieras 5 wordt bewogen. Door deze oplossing is de weerstand tegen knikken van de cilinder 20 zo groot mogelijk.
De getoonde oplossing waarborgt bij het weer achterover kantelen van de cabine dat eerst het centrale telescoopdeel 50 inschuift.
10
Het buitenste telescoopelement 30 is voorzien van een lost-motion bypass 39, zodanig dat in een bypassgedeelte van de axiale beweging van het daarin schuivende tussenliggend telescoopelement 40 de stangzijdige kamer 36 en de bodemzijdige kamer 35 in het buitenste telescoopelement 30 met elkaar in verbinding staan. De bypass 39 kan op allerlei op zich 15 bekende wijzen zijn uitgevoerd, bijvoorbeeld als omloopleiding met twee op axiale afstand van elkaar gelegen poorten, of als groef in de binnenzijde van de cilinderbuis 31, etc.
Overigens is in figuur 1 nog een drukbediende terugslagklep 60 getoond in de verbinding vanaf de pomp 1 naar de aansluiting 21. Deze klep 60 waarborgt dat de cilinder 20 niet 20 inschuift, tenzij via de pomp 2 hydraulische druk vloeistof aan de aansluiting 22 wordt toegevoerd.
Te herkennen is nog dat is voorzien in een flexibele slang 70 die aansluit op de tweede aansluiting 22, die in dit voorbeeld is aangebracht aan het telescoopdeel 40 en dus een 25 variabele positie heeft. In een niet getoonde variant is erin voorzien dat de tweede aansluiting 22 is aangebracht aan het centrale telescoopdeel 50, bij voorkeur nabij het vrije einde van de zuigerstang 51, waarbij zich door het centrale telescoopdeel (dus hier door stang 51) vanaf de tweede aansluitpoort een kanaal uitstrekt dat uitmondt in de stangzijdige kamer 46 van het omliggende tussenliggend telescoopdeel 40. Hierdoor heeft de aansluiting 30 22 een min of meer vaste positie en kan van een lange slang worden afgezien. Het zal duidelijk zijn dat ook andere uitvoeringen van de plaats van de tweede aansluiting en de wijze van verbinding met die tweede aansluiting binnen het kader van de uitvinding vallen.
In figuur 2 is schematisch een drietraps kantelcilinder 100 aangeduid, die bijvoorbeeld als 35 alternatief voor de cilinder 20 kan worden toegepast. Aan de hand van de beschrijving van de cilinder 20 zal de vakman begrijpen dat de werking van de cilinder 100 in beginsel gelijk is aan die van de cilinder 20 en dat met de cilinder 100 dezelfde gunstige effecten worden -7- verkregen. Te zien is dat de cilinder 100 twee tussenliggende telescoopdelen heeft (hier aangeduid met 40 en 40’), die qua opbouw overeenkomen met het telescoopdeel 40 van de cilinder 20.
5 Figuur 3 toont een eenheid 10 met een variant stuurklep 9’, zodat een poort van de eenheid 10 ofwel met de pomppoort 2 of met het reservoir 3 in verbinding staat en de andere poort van de eenheid 10 dan met het reservoir of juist de pomppoort.
Bij de uitschuiven van de cilinder 20 wordt hydraulische vloeistof onder druk toegevoerd aan 10 de eerste aansluiting 21, en staat de tweede aansluiting 22 in verbinding met het reservoir 3. Dit levert in vergelijking met de opstelling in figuur 1 een relatief grotere uitschuifkracht op, bijvoorbeeld om bij geringe inbouwruimte voor de cilinder 20 toch een relatief zware cabine te kunnen kantelen.
15 In figuur 3 is ook te zien dat een lost-motion verbinding 80 aanwezig is tussen een bypassdoorlaat 38 in het buitenste telescoopdeel 30 en de eerste aansluitpoort 21 van de kantelcilinder, bij welke lost-motion verbinding 80 een of meer hydraulische kleppen 81, 82, 83 zijn voorzien, zodat op op zich bekende wijze een lost-motion werking wordt verkregen. Het zal duidelijk zijn dat ook alternatieve lost-motion oplossingen binnen het kader van de 20 uitvinding vallen.
In figuur 4 is een kantelcilinder 200 getoond die op veel punten overeenkomt met de eerder toegelichte kantelcilinder. Overeenkomstige onderdelen zijn in de figuur met een dubbel accent aangeduid en zullen hier niet verder worden toegelicht.
25
Te zien is dat bij de doorgang 48” in het bodemdeel 43” tussen de kamers 35” en 45” een klepsamenstel 201 is voorzien, dat een of meer kleppen kan omvatten
Het klepsamenstel 201 is bij voorkeur een door drukverschil tussen de kamers 35” en 45” 30 bediend klepsamenstel met een of meer kleppen, welk klepsamenstel beneden een bepaalde drukverschilwaarde tussen de door de doorgang 48” verbonden kamers 35” en 45” gesloten is, en geopend bij een drukverschil dat groter is dan die drukverschilwaarde, welke waarbij bijvoorbeeld 1 bar is.
35 Zoals de vakman reeds herkent in de schematische aanduiding in figuur 4 is in een praktische uitvoeringsvorm voorzien in een anti-aanzuigklep (nachsaugesperrventil in het Duits) in de doorgang 48”, die bijvoorbeeld opent bij een drukverschil van 1 bar.

Claims (11)

1. Voertuigcabinekantelinrichting voor een voertuig met een kantelbare cabine, een chassis en scharniermiddelen, die de cabine met het chassis verbinden, waarbij de cabine 5 over een hoek kantelbaar is ten opzichte van het chassis tussen een rijstand en een naar voren gekantelde stand, waarbij de kantelinrichting omvat: - een pomp (1) met ten minste een pomppoort voor het afgeven van hydraulische vloeistof onderdruk, - een reservoir (3) voor hydraulische vloeistof, 10. een hydraulische kantelcilinder (20;100;200) voor het kantelen van de cabine, welke kantelcilinder een eerste en een tweede aansluitpoort (21,22;21”,22”) heeft, met het kenmerk 15 dat de kantelcilinder (20;100;200) een meertraps telescopische hydraulische kantelcilinder is met een buitenste telescoopdeel (30;30”), ten minste een tussenliggend telescoopdeel (40:40,40’;40"), en een centraal telescoopdeel (50;50”), waarbij elke tussenliggend telescoopdeel en het centrale telescoopdeel ten opzichte van elkaar en van het buitenste telescoopdeel verschuifbaar zijn, 20 waarbij het buitenste telescoopdeel een cilinderbuis (31 ;31”) heeft, die is voorzien van een bodem (32) aan een axiaal einde en een kop (33) met een boring aan het andere axiale einde, 25 waarbij elk tussenliggend telescoopdeel (40;40,40’;40”) is opgesteld in de cilinderbuis (31:31") van het omliggende telescoopdeel en is voorzien van een cilinderbuis (41) als zuigerstang en van een zuigerdeel (42), waarbij het tussenliggend telescoopdeel aan een axiaal einde een bodem (43) heeft en aan het andere axiale einde een kop (44) met een boring, zodanig dat de zuigerstang van een tussenliggend telescoopdeel door de boring in 30 de kop van een omliggend telescoopdeel (30;40) steekt en het zuigerdeel (43) een bodemzijdige kamer (35;35”) en een ringvormige stangzijdige kamer (36;36”) begrenst in de omliggende cilinderbuis, waarbij het centrale telescoopdeel (50;50”) een zuigerstang (51:51 ”) en een zuigerdeel 35 (52:52”) heeft, zodanig dat de zuigerstang (51 ;51”) door de boring in de kop van het omliggende tussenliggend telescoopdeel (40;40’:40”) steekt en het zuigerdeel een -9- bodemzijdige kamer (45;45”) en een ringvormige stangzijdige kamer (46;46”) begrenst in de buisvormige zuigerstang van het omliggende tussenliggend telescoopdeel, waarbij de eerste aansluitpoort (21 ;21") zodanig is voorzien, dat deze - in elke stand van de 5 telescopische cilinder - in directe verbinding staat met de bodemzijdige kamer (35;35”) in het buitenste telescoopdeel (30;30”), waarbij de tweede aansluitpoort (22;22”) zodanig is voorzien, dat deze - in elke stand van de telescopische kantelcilinder - in directe verbinding staat met de stangzijdige kamer (46; 46”) 10 in de buisvormige zuigerstang van dat tussenliggende telescoopdeel (40; 40’;40”) dat direct om het centrale telescoopdeel ligt, waarbij verder een doorgang (48;48”) aanwezig is in het bodemdeel (43:43”) van elk tussenliggend telescoopdeel, welke doorgang zich - in elke stand van de telescopische 15 kantelcilinder - uitstrekt tussen de bodemzijdige kamer (45; 45”) in het betreffende tussenliggend telescoopdeel en de bodemzijdige kamer (35;35”) van het omliggende telescoopdeel, waarbij verder een doorlaatkanaal (49;49”) aanwezig is in elk tussenliggend telescoopdeel 20 (40;40’; 40”), dat aan een einde eindigt bij de ringvormige stangzijde kamer (46;46”) in het omliggende telescoopdeel en dat aan het andere einde eindigt bij een mond aan de binnenzijde van de betreffende tussenliggende telescoopdeel (40;40’; 40”), welke mond zodanig is opgesteld dat in een ingeschoven stand van het daarbinnen liggende telescoopdeel (50;40’,50) de betreffende mond in directe verbinding is met de ringvormige 25 stangzijdige kamer in het betreffende tussenliggend telescoopdeel waarin de mond is voorzien, en in een ten minste gedeeltelijk uitgeschoven stand van het daarbinnen gelegen telescoopdeel in verbinding met de bodemzijdige kamer in het betreffende tussenliggend telescoopdeel waarin de mond is voorzien, 30 waarbij voor het uitschuiven van de telescopische kantelcilinder ten minste de eerste aansluitpoort en bij voorkeur ook de tweede aansluitpoort is aangesloten op de pomppoort (2), zodat - vanuit de ingeschoven toestand - eerst de een of meer tussenliggende telescoopdelen (40; 40,40’;40”) samen met het centrale telescoopdeel (50;50”) uitschuiven, totdat het meest naar buiten gelegen tussenliggend telescoopdeel zijn maximaal 35 uitgeschoven positie bereikt, waarna alle resterende telescoopdelen samen verder uitschuiven, welk proces zich herhaalt totdat ook het centrale telescoopdeel (50;50”) als laatste is uitgeschoven ten opzichte van het omliggende tussenliggend telescoopdeel, -10- waarbij voor het inschuiven van de telescopische kantelcilinder de tweede aansluitpoort is aangesloten op de pomppoort (2) en de eerste aansluitpoort op het reservoir (3), zodat -vanuit de uitgeschoven toestand - eerst het centrale telescoopelement (50;50”) naar binnen 5 schuift, totdat het zuigerdeel (52;52”) daarvan de mond van het doorlaatkanaal (49;49”) passeert en daarmee de zuigerstangzijdige kamer (46;46”) waarop de tweede aansluitpoort aansluit in verbinding brengt met de zuigerstangzijdige kamer (36;36") van het omliggende telescoopdeel, zodat vervolgens het centrale telescoopelement samen met het omliggende tussenliggend telescoopelement naar binnen schuift, welk proces zich herhaalt bij 10 aanwezigheid van twee of meer tussenliggende telescoopelementen, totdat de een of meer tussenliggende telescoopelementen en het centrale telescoopelement volledig zijn ingeschoven.
2. Voertuigcabinekantelinrichting volgens conclusie 1, waarbij de zuigerstang (51 ;51 ”) 15 van het centrale telescoopdeel massief is.
3. Voertuigcabinekantelinrichting volgens conclusie 1 of 2, waarbij het buitenste telescoopelement (30;30”) is voorzien van een lost-motion bypass (39;39”), zodanig dat in een bypassgedeelte van de axiale beweging van het daarin schuivende tussenliggend 20 telescoopelement de stangzijdige kamer en de bodemzijdige kamer in het buitenste telescoopelement met elkaar in verbinding staan.
4. Voertuigcabinekantelinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij het buitenste telescoopelement is voorzien van eerste bevestigingsmiddelen (12) 25 ingericht voor bevestiging aan het chassis van het voertuig, en waarbij de zuigerstang van het centrale telescoopelement is voorzien van tweede bevestigingsmiddelen (12) ingericht voor bevestiging aan de cabine van het voertuig.
5. Voertuigcabinekantelinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, 30 waarbij verder een lost-motion verbinding (80) tussen een bypassdoorlaat (38) in de buitenste telescoopdeel (30) en de eerste aansluitpoort (21) van de kantelcilinder is voorzien, bij welke lost-motion verbinding een of meer hydraulische kleppen (81,82,83) zijn voorzien.
6. Voertuigcabinekantelinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, 35 waarbij de doorgang (48) die aanwezig is in het bodemdeel van elk tussenliggend telescoopdeel een kleploze open doorgang is.
7. Voertuigcabinekantelinrichting volgens conclusie 6, waarbij de open doorgang die aanwezig is in het bodemdeel van een tussenliggend telescoopdeel is uitgevoerd als smoring. -11-
8. Voertuigcabinekantelinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies 1- 5, waarbij de doorgang (48”) is voorzien van een door drukverschil bediend klepsamenstel (101) met een of meer kleppen, welk klepsamenstel beneden een bepaalde drukverschilwaarde tussen de door de doorgang verbonden kamers gesloten is, en geopend bij een drukverschil dat groter is dan die drukverschilwaarde, welke waarbij bijvoorbeeld 1 10 bar is.
9. Voertuigcabinekantelinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies, waarbij de tweede aansluitpoort is aangebracht aan het centrale telescoopdeel, bij voorkeur nabij het vrije einde daarvan, waarbij zich door het centrale telescoopdeel vanaf de tweede 15 aansluitpoort een kanaal uitstrekt dat uitmond in de stangzijdige kamer van het omliggende tussenliggende telescoopdeel.
10. Voertuig met een kantelbare cabine, een chassis en scharniermiddelen, die de cabine met het chassis verbinden, waarbij de cabine over een hoek kantelbaar is ten opzichte van 20 het chassis om een door de scharniermiddelen gedefinieerde scharnieras tussen een rijstand en een naar voren gekantelde stand, waarbij het voertuig is voorzien van een voertuigcabinekantelinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies.
11. Werkwijze voor het kantelen van een voertuigcabine, waarbij gebruik wordt gemaakt 25 van een voertuigcabinekantelinrichting volgens een of meer van de voorgaande conclusies.
NL2001308A 2008-02-21 2008-02-21 Voertuigcabinekantelinrichting met telescopische kantelcilinder. NL2001308C2 (nl)

Priority Applications (9)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001308A NL2001308C2 (nl) 2008-02-21 2008-02-21 Voertuigcabinekantelinrichting met telescopische kantelcilinder.
CN2009801026824A CN101925502B (zh) 2008-02-21 2009-02-18 具有伸缩式倾斜用缸的车辆驾驶室倾斜装置
EP09711599A EP2244931B1 (en) 2008-02-21 2009-02-18 Vehicle cab tilting device with telescopic tilting cylinder
AT09711599T ATE522430T1 (de) 2008-02-21 2009-02-18 Kippvorrichtung für eine fahrzeugkabine mit teleskopischem kippzylinder
KR1020107020054A KR20100126364A (ko) 2008-02-21 2009-02-18 텔레스코픽 기울임 실린더를 가진 차 캡 기울임 장치
BRPI0908193-3A BRPI0908193A2 (pt) 2008-02-21 2009-02-18 Dispositivo de basculamento de cabina de veículo, e, veículo com uma cabina basculável
JP2010547579A JP5421296B2 (ja) 2008-02-21 2009-02-18 テレスコープ状傾倒シリンダーを備えた車両運転台傾倒装置
PCT/NL2009/000036 WO2009104954A1 (en) 2008-02-21 2009-02-18 Vehicle cab tilting device with telescopic tilting cylinder
US12/867,446 US8245805B2 (en) 2008-02-21 2009-02-18 Vehicle cab tilting device with telescopic tilting cylinder

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL2001308 2008-02-21
NL2001308A NL2001308C2 (nl) 2008-02-21 2008-02-21 Voertuigcabinekantelinrichting met telescopische kantelcilinder.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL2001308C2 true NL2001308C2 (nl) 2009-08-24

Family

ID=39768889

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL2001308A NL2001308C2 (nl) 2008-02-21 2008-02-21 Voertuigcabinekantelinrichting met telescopische kantelcilinder.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US8245805B2 (nl)
EP (1) EP2244931B1 (nl)
JP (1) JP5421296B2 (nl)
KR (1) KR20100126364A (nl)
CN (1) CN101925502B (nl)
AT (1) ATE522430T1 (nl)
BR (1) BRPI0908193A2 (nl)
NL (1) NL2001308C2 (nl)
WO (1) WO2009104954A1 (nl)

Families Citing this family (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE102010042673A1 (de) * 2010-10-20 2012-04-26 Deere & Company Stabilisierungsvorrichtung für ein Kraftfahrzeug
CN102758752A (zh) * 2011-04-26 2012-10-31 无锡市汉力士液压泵制品有限公司 一种用于柱塞泵的排量控制机构
JP5449264B2 (ja) * 2011-06-30 2014-03-19 日立建機株式会社 カウンタウエイト脱着装置用油圧回路
CN102410278A (zh) * 2011-11-11 2012-04-11 三一重工股份有限公司 多级单作用液压缸及具有其的工程机械
US20150210518A1 (en) * 2014-01-27 2015-07-30 Chung-Yi Yang Anti-overpressure double-acting threaded jack
US9539948B1 (en) 2016-03-22 2017-01-10 Jac Products, Inc. Telescoping step assist system and method
US10723272B2 (en) 2017-12-04 2020-07-28 Jac Products, Inc. Step rail system for vehicle
KR102621915B1 (ko) * 2019-02-25 2024-01-05 현대자동차주식회사 누름 조작식 틸팅 펌프 장치 및 캡 틸팅 시스템

Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2641926A1 (de) * 1976-09-17 1978-03-23 Weber Oelhydraulik Fahrerhauskippvorrichtung
DE3617080A1 (de) * 1986-05-21 1987-11-26 Guenter Laubkemeier Mehrstufige hydraulische kolben/zylindereinheit
JPH01197184A (ja) * 1988-01-30 1989-08-08 Kayaba Ind Co Ltd ダブルキャブトラック用キャブティルト装置
WO1999045280A1 (en) * 1998-03-04 1999-09-10 Applied Power Incorporated Double-acting hydraulic cylinder, in particular for tilting a cab of a vehicle
WO2002028697A1 (en) * 2000-10-03 2002-04-11 Actuant Corporation Hydraulic tilting device for tilting a vehicle cab

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2933070A (en) * 1958-08-12 1960-04-19 Rheinstahl Siegener Eisenbahnb Double-acting hydraulic jack
US3128674A (en) * 1962-06-25 1964-04-14 Commercial Shearing Multiple stage telescopic cylinders
DE1911118B2 (de) * 1969-03-05 1973-09-27 Daimler-Benz Ag, 7000 Stuttgart Vorrichtung zum Kippen des Fahrerhauses von Nutzkraftwagen
US3761123A (en) * 1971-12-10 1973-09-25 Applied Power Ind Inc Flow control of tilt cab in free fall
US3847244A (en) * 1973-08-17 1974-11-12 J Fairbanks Lock apparatus for hoistable vehicle structures
US3958659A (en) * 1974-04-12 1976-05-25 Ford Motor Company Cab tilting mechanism for trucks
JPS5719202U (nl) * 1980-07-08 1982-02-01
SE468315B (sv) * 1991-05-03 1992-12-14 Volvo Ab Anslagsstopp foer saavael oevre som nedre aendlaege hos en fordonshytt
NL1016668C2 (nl) * 2000-11-21 2002-05-22 Actuant Corp Hydraulische kantelinrichting voor het kantelen van een voertuigcabine en voertuig voorzien van een dergelijke kantelinrichting.
SE525968C2 (sv) * 2004-06-07 2005-06-07 Scania Cv Abp Anordning för hyttupphängning

Patent Citations (5)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2641926A1 (de) * 1976-09-17 1978-03-23 Weber Oelhydraulik Fahrerhauskippvorrichtung
DE3617080A1 (de) * 1986-05-21 1987-11-26 Guenter Laubkemeier Mehrstufige hydraulische kolben/zylindereinheit
JPH01197184A (ja) * 1988-01-30 1989-08-08 Kayaba Ind Co Ltd ダブルキャブトラック用キャブティルト装置
WO1999045280A1 (en) * 1998-03-04 1999-09-10 Applied Power Incorporated Double-acting hydraulic cylinder, in particular for tilting a cab of a vehicle
WO2002028697A1 (en) * 2000-10-03 2002-04-11 Actuant Corporation Hydraulic tilting device for tilting a vehicle cab

Also Published As

Publication number Publication date
EP2244931A1 (en) 2010-11-03
ATE522430T1 (de) 2011-09-15
KR20100126364A (ko) 2010-12-01
CN101925502A (zh) 2010-12-22
US20110036084A1 (en) 2011-02-17
US8245805B2 (en) 2012-08-21
CN101925502B (zh) 2012-11-21
JP2011514280A (ja) 2011-05-06
EP2244931B1 (en) 2011-08-31
BRPI0908193A2 (pt) 2015-08-25
WO2009104954A1 (en) 2009-08-27
JP5421296B2 (ja) 2014-02-19

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL2001308C2 (nl) Voertuigcabinekantelinrichting met telescopische kantelcilinder.
EP0739828A1 (en) Bin hoist for lifting and tipping a bin
CN107021424B (zh) 用于自推进的工作机器的伸缩臂
EP0575867A2 (en) Bin hoist for lifting and tipping a bin
US5755099A (en) Hydraulic circuit system for one-touch jack and its structure
US5390586A (en) Self-bleeding hydraulic cylinder
NL9300474A (nl) Hydraulische bedieningsinrichting.
US5685563A (en) Counterbalance system for short wheelbase vehicles
NL1016315C2 (nl) Hydraulische kantelinrichting voor het kantelen van een voertuigcabine en voertuig voorzien van een dergelijke kantelinrichting.
US20130312599A1 (en) Multi-capacity cylinder
NL1019067C2 (nl) Hydraulische bedieningsinrichting voor een afsluitsamenstel.
NL1011362C2 (nl) Hydraulisch bedienbaar afdeksamenstel.
NL1016668C2 (nl) Hydraulische kantelinrichting voor het kantelen van een voertuigcabine en voertuig voorzien van een dergelijke kantelinrichting.
NL1004341C2 (nl) Hydraulische kantelinrichting voor een kabine.
NL1023583C2 (nl) Hydraulische bedieningsinrichting.
NL1029161C2 (nl) Aandrijfcilinder met geïntegreerde gasveerwerking.
US5937647A (en) Hydraulic circuit system for one-touch jack and its structure
NL1024151C2 (nl) Voertuig, in het bijzonder kampeervoertuig, met hydraulisch bedienbaar dakonderdeel.
NL1009507C2 (nl) Hydraulische kantelinrichting voor het kantelen van een voertuigcabine en voertuig voorzien van een dergelijke kantelinrichting.
JP7132572B2 (ja) リニアアクチュエータならびにアクチュエータを含む開閉システム
NL1004662C2 (nl) Overbrengingsinrichting voor een door een deur bediende trede van een voertuig.
NL1008475C2 (nl) Dubbelwerkende hydraulische aandrijfcilinder, in het bijzonder voor het kantelen van een cabine van een voertuig.
CN221628550U (zh) 液压倾斜装置、驾驶室倾斜系统和车辆
NL8202586A (nl) Besturingsmiddelen voor een hydraulisch hefbare achterklep.
US3085828A (en) Telescopic hoist assembly for tilting bodies of dumping vehicles

Legal Events

Date Code Title Description
PD2B A search report has been drawn up
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20120901