BE1011182A5 - Lancetteninrichting met bewakingsinrichting voor een weefmachine. - Google Patents

Lancetteninrichting met bewakingsinrichting voor een weefmachine. Download PDF

Info

Publication number
BE1011182A5
BE1011182A5 BE9700615A BE9700615A BE1011182A5 BE 1011182 A5 BE1011182 A5 BE 1011182A5 BE 9700615 A BE9700615 A BE 9700615A BE 9700615 A BE9700615 A BE 9700615A BE 1011182 A5 BE1011182 A5 BE 1011182A5
Authority
BE
Belgium
Prior art keywords
lancet
lancets
weaving machine
weaving
lancet device
Prior art date
Application number
BE9700615A
Other languages
English (en)
Inventor
Johnny Debaes
Gilbert Beaucarnestraat Moulin
Original Assignee
Wiele Michel Van De Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Wiele Michel Van De Nv filed Critical Wiele Michel Van De Nv
Priority to BE9700615A priority Critical patent/BE1011182A5/nl
Priority to FR9808997A priority patent/FR2765896B1/fr
Priority to DE1998131323 priority patent/DE19831323C2/de
Priority to TR1998/01369A priority patent/TR199801369A1/xx
Application granted granted Critical
Publication of BE1011182A5 publication Critical patent/BE1011182A5/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D39/00Pile-fabric looms
    • D03D39/16Double-plush looms, i.e. for weaving two pile fabrics face-to-face
    • DTEXTILES; PAPER
    • D03WEAVING
    • D03DWOVEN FABRICS; METHODS OF WEAVING; LOOMS
    • D03D51/00Driving, starting, or stopping arrangements; Automatic stop motions
    • D03D51/18Automatic stop motions
    • D03D51/44Automatic stop motions acting on defective operation of loom mechanisms

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Looms (AREA)
  • Treatment Of Fiber Materials (AREA)

Abstract

Deze uitvinding betreft een lancetteninrichting voor een weefmachine, omvattende een reeks door een lancethouder (1) gehouden lancetten (5) voorzien om tijdens het vervaardigen van een dubbelstukweefsel twee grondweefsels op een tussen afstand van elkaar verwijderd te houden. Een lancetbreuk veroorzaakt grote schade aan het weefsel en aan de weefmachine en productieverlies. Met het doel dit te voorkomen omvat de lancetteninrichting volgens deze uitvinding een bewakingsinrichting (8-11), (12,13), (21), die voorzien is om het van de lancethouder (1) loskomen van één of meerdere lancetten (5) van de reeks te detecteren. De detectie kan gerealiseerd worden door het detecteren van de verplaatsing van de losgekomen lancetten (5).

Description


   <Desc/Clms Page number 1> 
 



   Lancetteninrichting met bewakingsinrichting voor een weefmachine Deze uitvinding betreft een lancetteninrichting voor een weefmachine, omvattende een reeks door een lancethouder in een houdpositie gehouden lancetten voorzien om tijdens het vervaardigen van een dubbelstukweefsel twee grondweefsels op een tussen-afstand van elkaar verwijderd te houden. 



    Bi]   het dubbelstukweven worden terzelfdertijd twee poolweefsels vervaardigd. Men vormt een bovenste en een onderste grondweefsel uit kettingdraden en inslagdraden, terwijl   poolkettlngdraden   afwisselend in het ene en het andere grondweefsel afgebonden worden. De tussen beide   grondweefsels lopende   delen van de poolkettingdraden worden nadien doorgesneden. Zo bekomt men op elk grondweefsel een reeks opstaande eindjes pooldraad, de pool genoemd. Het is zeer belangrijk voor de kwaliteit van de poolweefsels dat de poolhoogte over het gehele weefsel beschouwd zo constant mogelijk is.

   Aangezien de tussenafstand tussen het bovenste en het onderste grondweefsel bepalend is voor de lengte van de tussen beide grondweefsels lopende delen van de poolkettingdraden, en dus ook voor de poolhoogte, moet deze tussenafstand gedurende het dubbelstukweven zo constant mogelijk gehouden worden. 



  Bij het dubbelstukweven maakt men daarom veelal gebruik van lancetteninrichtingen met de hierboven omschreven eigenschappen. 



  Men bekomt niet allen een vrij constante poolhoogte, maar door een dergelijke lancetteninrichting te gebrulken kan ook het poolkettinggarenverbrulk geminimaliseerd worden, 

 <Desc/Clms Page number 2> 

 doordat men bij het weven aan het poolkettinggaren een hogere spanning kan opleggen, waardoor de poolkettingdraden bij afbinding-en inbinding strakker over de inslagdraden komen te liggen. 



  De gekende lancetteninrichtingen omvatten lancetten, bestaande uit een langwerpige metalen strip met een geringe dikte (bijv.   0, 4   mm. ) en met een hoogte die gelijk is aan de gewenste tussenafstand tussen de twee   grondweefsels buzz   het dubbelstukweven. Aan het ene uiteinde eindigt deze strip puntvormig. In de nabijheid van het andere uiteinde is een bevestigingssleuf voorzien. 



  Op een dubbelstukweefmachine wordt een groot aantal lancetten voorzien. Deze lancetten strekken zieh naast elkaar uit in kettingrichting, en zijn over de volledige weefbreedte verdeeld. Doorheen de bevestigingssleuven van de lancetten is een lancetstang geschoven, die de lancetten op hun plaats houdt. De lancetstang maakt deel uit van een lancethouder die (volgens de weefrichting gezien) vóór het weefriet opgesteld is. Elke lancet strekt zieh in de weefrichting uit tussen twee tanden van een soort kam, dewelke de lancethouder vooraan begrenst en de lancetstang tegenhoudt. Verder zit elke lancet doorheen een respectevelijke opening van het weefriet, en strekt zieh uit tot zijn punt boven de onderste snijtafel van de weefmachine komt te liggen. 



  De lancetten worden tussen de grondweefsels van het dubbelstukweefsel ingeweven, waardoor zij in de weefrichting naar voor toe getrokken worden.   Bi]   elke aanslag van het weefriet komt er op de weefselrand een slag. Deze slag zet zieh ook over op de lancetten, waardoor de lancetten in hun bevestigingssleuf een reactiekracht ondervinden van de lancetstang. 

 <Desc/Clms Page number 3> 

 Men stelt vast dat er als gevolg daarvan na verloop van tijd metaalmoeheid optreedt ter hoogte van de   bevestiging-   sleuf van een'lancet. Hierdoor gaat het metaal rond deze sleuf uiteindelijk doorscheuren met als gevolg dat de lancet niet meer op haar plaats gehouden wordt door de lancetstang van de lancethouder.

   De losgekomen lancet gaat meebewegen in de weefrichting en komt   uiteindelijk   met de lancetpunt in het   traject   van het snijmes. Dit mes breekt af door de hevige botsingen met als gevolg dat het dubbelstukweefsel niet meer gesplitst wordt in een bovenste en een onderste poolweefsel. Hierdoor ontstaat er in de grondweefsels zo'n grote trekkracht, dat het ene of het andere grondweefsel gaat afscheuren. Hierdoor ontstaat er onherstelbare schade aan het weefsel. Het snijmes moet vervangen worden en het weefsel moet opnieuw heraangeweven worden tot het terug op beide trekwalsen ligt. 



  Een lancetbreuk heeft   enerzijds   materiële schade als gevolg, maar brengt   bovendien   ook een   vri]   aanzienlijk productieverlies met zieh mee. 



  Het doel van de uitvinding is om deze nadelen van de bestaande lancetteninrichtingen te verhelpen. 



  Dit doel wordt bereikt door volgens deze uitvinding te voorzien in een lancetteninrichting die de in de eerste paragraaf van deze beschrijving genoemde kenmerken heeft en een bewakingsinrichting met minstens   een   detector omvat, die voorzien is om het zieh tot in   een   niet-houdpositie verplaatsen van   een   of meerdere van de lancethouder losgekomen lancetten van de reeks te detecteren, waarbij de genoemde detector voorzien is   om de verplaatsing van   een detectiemiddel te detecteren, terwi]l elke lancet voorzien is om het genoemde detectiemiddel te verplaatsen gedurende zijn verplaatsing tot in een niet-houdpositie. 

 <Desc/Clms Page number 4> 

 



  Hierdoor wordt het mogelijk om aansluitend op een detectie   onmiddellijk   de nodge maatregelen te nemen om schade aan het weefsel en aan de weefmachine te voorkomen. Men kan   bijvoorbeeld   de detectie duidelijk waarneembaar signaleren zodat een operator verder het nodige kan doen. Men kan ook zorgen dat er automatisch ingegrepen wordt, door bijvoorbeeld als gevolg van een detectie een detectiesignaal te genereren en dit signaal als stuursignaal te benutten voor   een beveiligingsinrichting,   dewelke automatisch het nodige doet, zoals bijvoorbeeld het tot stilstand brengen van de weefmachine of van bepaalde onderdelen van de weefmachine, om verdere schade te voorkomen of te beperken. 



  Een   verplaatsings-of   bewegings-detector kan met zeer eenvoudige middelen gerealiseerd worden, en kan bovendien mceiteloos in de bestaande lancetteninrichtingen   geintegreerd   worden. Bovendien kan de kostprijs van een   dergelijke   bewakingsinrichting zeer laag gehouden worden,   terwijl   toch een zeer doeltreffende werking mag verwacht worden. 



  Bij voorkeur wordt in elke lancet een uitsparing voorzien, terwijl het genoemde detectiemiddel   zieh   door de uitsparingen van naast elkaar voorziene lancetten uitstrekt, zodat het detectiemiddel, door de verplaatsing tot in een niet-houdpositie van minstens   een   lancet, door een rand van de uitsparing van de lancet meegenomen wordt, en een detectie veroorzaakt. 



  Men bekomt een bijzonder eenvoudige en goedkope bewakings-   inrichting   als de detector een schakelelement met een bedieningsarm is, terwijl het detectiemiddel een met deze bedieningsarm verbonden trekelement is. Als trekelement neemt men   bijvoorbeeld   een koord of een kabel die met 

 <Desc/Clms Page number 5> 

 behulp van een spiraalveer opgespannen wordt. 



  Bij een   voorkeurdragende   uitvoeringsvorm is elke ultsparing in een lancet bij voorkeur een opening in de lancet of een vanaf een langsrand van de lancet gevormde inkeping. Deze openingen of inkepingen vormen bij voorkeur een recht kanaal als de lancetten zieh naast elkaar in de houdstand bevinden. 



  Een van de meest voorkeurdragende uitvoeringsvormen van de   lancect. eninricht. ing   volgens deze uitvinding omvat een bewakingsinrichting die voorzien is om als gevolg van een detectie een waarschuwingssignaal te genereren en/of de werking van de weefmachine stop te zetten. 



  Deze uitvinding heeft uiteraard eveneens betrekking tot een weefmachine met een lancetteninrichting volgens deze uitvinding. 



  Deze uitvinding wordt nu verder verduidelijkt in de hierna volgende niet-beperkende beschrijving van een voorkeurdragende uitvoeringsvorm van de lancetteninrichting volgens deze uitvinding. In deze beschrijving wordt verwezen naar de hierbij gevoegde tekeningen, waarvan : - Figuur 1 in perspectief een eerste uitvoeringsvorm van de lancetteninrichting voorstelt ;   - Figuur   2 het gedeelte dat op figuur 1 met X werd aangeduid vergroot voorstelt   Figuur   3 een zijaanzicht voorstelt van de uitvoeringsvorm van figuur 1 ;
Figuur 4 in perspectief een afgesneden gedeelte van de uitvoeringsvorm van figuur   1   voorstelt ; - Figuur 5 het gedeelte van figuur 4 dat met X werd aangeduid vergroot voorstelt ;

   

 <Desc/Clms Page number 6> 

 
Figuur 6 een bovenaanzicht van een gedeelte van de uitvoeringsvorm van figuur   1   voorstelt ; - Figuur 7 het gedeelte van figuur 6 dat met Y werd aangeduid vergroot voorstelt ; De op de figuren voorgestelde lancetten inrichting omvat een lancethouder   (1)   met een balkvormige structuur waarin een   zich   volgens de lengterichting van de lancethouder   (1)   uitstrekkende inwendige ruimte (2) voorzien is, dewelke vooraan begrensd is door een kam (3). 



  Deze lancethouder   (1)   is horizontaal opgesteld achter weeframen, harnas en weefriet van de weefmachine (niet op de figuren voorgesteld), en strekt zieh uit over de gehele weefbreedte. 



  De lancethouder   (1)   omvat een lancetstang (4) die zich in de inwendige ruimte (2) uitstrekt over nagenoeg de volledige lengte ervan. Deze lancetteninrichting omvat verder ook een groot aantal lancetten (5). Elke lancet (5) is uitgevoerd als een dunne langwerpige metalen strip met in de nabijheid van het achterste uiteinde een bevestigingssleuf (6) en met een puntvormig voorste uiteinde. De lancetten (5) worden door de lancetstang (4) in de lancethouder   (1)   op hun plaats gehouden, doordat de lancetstang (4) doorheen de bevestigingssleuven (6) van alle lancetten (5) geschoven is. De lancetten (5) strekken zieh uit tot buiten de lancethouder   (1)   doorheen respectievelijke openingen tussen twee tanden van de kam (3). 



  In elke lancet is er op zekere afstandvande bevestigingssleuf (6) een tweede sleuf (7) voorzien. Deze tweede sleuven (7) vormen in het gezamenlijke lancettenpakket een kanaal. Doorheen dit kanaal wordt een soepele kabel (8) 

 <Desc/Clms Page number 7> 

 gespannen. Deze kabel (8) wordt bijvoorbeeld opgespannen met een spiraalveer (9). Deze kabel (8) is ook verbonden met   de bedieningshefboom   (10) van een microschakelaar (11). 



  Wanneer een lancet (5) breekt wordt deze bij het weven naar voor getrokken. Hierdoor gaat de kabel (8)   zich   meer opspannen tot uiteindelijk de hefboom (10) van de microschakelaar (11) in een andere stand gebracht wordt. Hierdoor wordt een stopsignaal voor de weefmachine gegenereerd, vooraleer er schade opgetreden is. Als stopcorzaak wordt een lancetbreuk gesignaleerd.

Claims (6)

  1. CONCLUSIES 1. Lancetteninrichting voor een weefmachine, omvattende een reeks door een lancethouder (1) in een houpositie gehouden lancetten (5) voorzien om tijdens het vervaardigen van een dubbel-stukweefsel twee grondweefsels op een tussenafstand van elkaar verwijderd te houden met het kenmerk dat de lancetteninrichting een bewakings-inrichting (8-11), omvat, met minstens een detector (11) voorzien om het zieh tot in een niet-houdpositie verplaatsen van een of meerdere van de lancethouder (l) losgekomen lancetten (5) van de reeks te detecteren, dat de genoemde detector (11) voorzien is om de verplaatsing van een detectiemiddel (9) te detecteren, en dat elke lancet (5) voorzien is om het genoemde detectie-middel (9) te verplaatsen gedurende zijn verplaatsing tot in een niet-houdpositie.
  2. 2. Lancetteninrichting volgens conclusie 1 met het kenmerk dat in elke lancet (5) een uitsparing (7) voorzien is, en dat het genoemde detectiemiddel (9) zieh door de uitsparingen (7) van naast elkaar voorziene lancetten (5) uitstrekt, zodat het detectiemiddel (9), door de verplaatsing tot in een niet-houdpositie van minstens een lancet (5), door een rand van de uitsparing (7) van de lancet (5) meegenomen wordt, en een detectle veroorzaakt.
  3. 3. Lancetteninrichting volgens conclusie 1 of 2 met het kenmerk dat de genoemde detector een schakelelement (11) met een bedieningsarm (10) is, en dat het detectiemiddel een met deze bedieningsarm verbonden trekelement (8) ig. <Desc/Clms Page number 9>
  4. 4. Lancetteninrichting volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk dat de genoemde uitsparing (7), een opening in de lancet (5) of een vanaf een langsrand van de lancet (5) gevormde inkeping is.
  5. 5. Lancetteninrichting volgens een van de voorgaande conclusies met het kenmerk dat de bewakingsinrichting (8-11), voorzien is om als gevolg van een detectie een waarschuwingssignaal te genereren en/of de werking van de weefmachine stop te zetten.
  6. 6. Weefmachine voorzien van een lancetteninrichting volgens een van de voorgaande conclusies.
BE9700615A 1997-07-14 1997-07-14 Lancetteninrichting met bewakingsinrichting voor een weefmachine. BE1011182A5 (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700615A BE1011182A5 (nl) 1997-07-14 1997-07-14 Lancetteninrichting met bewakingsinrichting voor een weefmachine.
FR9808997A FR2765896B1 (fr) 1997-07-14 1998-07-09 Dispositif a lancettes avec dispositif de surveillance pour un metier a tisser
DE1998131323 DE19831323C2 (de) 1997-07-14 1998-07-13 Lanzettenvorrichtung mit Überwachungsvorrichtung für eine Webmaschine
TR1998/01369A TR199801369A1 (xx) 1997-07-14 1998-07-14 Bir dokuma tezgahı için kontrol aygıtlı lanset mekanizması.

Applications Claiming Priority (1)

Application Number Priority Date Filing Date Title
BE9700615A BE1011182A5 (nl) 1997-07-14 1997-07-14 Lancetteninrichting met bewakingsinrichting voor een weefmachine.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
BE1011182A5 true BE1011182A5 (nl) 1999-07-06

Family

ID=3890640

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
BE9700615A BE1011182A5 (nl) 1997-07-14 1997-07-14 Lancetteninrichting met bewakingsinrichting voor een weefmachine.

Country Status (4)

Country Link
BE (1) BE1011182A5 (nl)
DE (1) DE19831323C2 (nl)
FR (1) FR2765896B1 (nl)
TR (1) TR199801369A1 (nl)

Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1691194A (en) * 1927-05-03 1928-11-13 Tingue Mfg Company Loom and method of weaving double-pile fabrics
FR2464321A1 (fr) * 1979-09-03 1981-03-06 Saurer Ag Adolph Casse-chaine electrique de machines a tisser
EP0350776A1 (en) * 1988-07-15 1990-01-17 VAMATEX S.p.A. Electronic laser warp stop motion device
EP0458400A1 (de) * 1990-05-21 1991-11-27 N.V. Michel Van de Wiele Lanzettenhalter

Family Cites Families (3)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DD161206A3 (de) * 1981-12-09 1985-05-29 Halbmond Teppiche Oelsnitz Vog Vorrichtung zur florhoehenueberwachung bei doppelflorgeweben
DD226915A1 (de) * 1984-08-03 1985-09-04 Textima Veb K Abstandswaechter fuer doppelflorgewebe
BE1005394A5 (nl) * 1991-09-09 1993-07-13 Wiele Michel Van De Nv Lancet voor dubbelweven.

Patent Citations (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1691194A (en) * 1927-05-03 1928-11-13 Tingue Mfg Company Loom and method of weaving double-pile fabrics
FR2464321A1 (fr) * 1979-09-03 1981-03-06 Saurer Ag Adolph Casse-chaine electrique de machines a tisser
EP0350776A1 (en) * 1988-07-15 1990-01-17 VAMATEX S.p.A. Electronic laser warp stop motion device
EP0458400A1 (de) * 1990-05-21 1991-11-27 N.V. Michel Van de Wiele Lanzettenhalter

Also Published As

Publication number Publication date
TR199801369A1 (xx) 1999-02-22
FR2765896A1 (fr) 1999-01-15
DE19831323A1 (de) 1999-01-21
DE19831323C2 (de) 2000-09-07
FR2765896B1 (fr) 2000-07-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
BE1005230A3 (nl) Inrichting voor het strekken van een inslagdraad bij weefmachines.
BE1012782A3 (nl) Inrichting voor het spannen en terugtrekken van vanaf een weefrek naar een weefmachine geleide kettingdraden.
BE1001508A3 (nl) Werkwijze voor het uit de gaap verwijderen van een foutief inslagdraadgedeelte bij weefmachines.
NL8600857A (nl) Werkwijze voor het klemmen, vasthouden en presenteren van inslagdraden bij grijperweefmachines en inrichting hiertoe aangewend.
NL8602192A (nl) Werkwijze voor het herstellen van een kettingbreuk bij weefmachines en herbedradingsinrichtingen hierbij aangewend.
BE1001507A3 (nl) Werkwijze voor het uit de gaap verwijderen van een los foutief inslagdraadgedeelte bij weefmachines.
BE1026412B1 (nl) Gevergrijperkop
BE1011182A5 (nl) Lancetteninrichting met bewakingsinrichting voor een weefmachine.
BE1020533A3 (nl) Inrichting en werkwijze voor het vangen en strekken van een inslagdraad.
BE1017367A4 (nl) Weefmachine voor het weven van poolweefsels, en set van minstens twee afstandshouders voorzien om naast elkaar gemonteerd te worden in een weefmachine voor het weven van poolweefsels.
JP3455538B2 (ja) 小幅織機用ひ投げ針及び小幅織機
US5568827A (en) Weaving loom with sley associated device for positioning a weft cutter
GB2129449A (en) A shuttleless weaving loom having apparatus for forming a selvage
BE1015720A3 (nl) Lancetinrichting voor een dubbelstukweefmachine en dubbelstukweefmachine voorzien van dergelijke lancetinrichting.
JPH0735625B2 (ja) たて糸の切れ端分離方法およびその装置
BE1013285A3 (nl) Werkwijze en inrichting voor het steunen van een schaar kettingdraden bij een weefmachine.
JPH0397938A (ja) 無ひ織機用よこ入れ具支持案内システム
BE1003654A3 (nl) Inrichting voor het strekken van het weefsel bij een weefmachine.
BE1012676A3 (nl) Inrichting voor inslagannulatie op een weefmachine.
CS197284B2 (cs) Zařízení k dopravě vlasových osnovních nití u tkacích strojů pro vlasovou tkaninu
BE906126A (nl) Werkwijze en inrichting voor het geleiden van de inslagdraden bij weefmachines.
EP0971059A1 (en) Gripper rapier provision for weaving machines
NL8101091A (nl) Inrichting voor het vervaardigen van geweven ritssluitingdraagbanden.
US6192943B1 (en) Carpet loom for weaving warp pile fabric
BE1012688A6 (nl) Nemergrijper-voorziening voor weefmachines.