NL9300556A - Dekselstaaf voor een kaarde. - Google Patents

Dekselstaaf voor een kaarde. Download PDF

Info

Publication number
NL9300556A
NL9300556A NL9300556A NL9300556A NL9300556A NL 9300556 A NL9300556 A NL 9300556A NL 9300556 A NL9300556 A NL 9300556A NL 9300556 A NL9300556 A NL 9300556A NL 9300556 A NL9300556 A NL 9300556A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bar according
elements
lid
lid bar
cover
Prior art date
Application number
NL9300556A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194399C (nl
NL194399B (nl
Original Assignee
Truetzschler Gmbh & Co Kg
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Family has litigation
First worldwide family litigation filed litigation Critical https://patents.darts-ip.com/?family=25914399&utm_source=google_patent&utm_medium=platform_link&utm_campaign=public_patent_search&patent=NL9300556(A) "Global patent litigation dataset” by Darts-ip is licensed under a Creative Commons Attribution 4.0 International License.
Application filed by Truetzschler Gmbh & Co Kg filed Critical Truetzschler Gmbh & Co Kg
Publication of NL9300556A publication Critical patent/NL9300556A/nl
Publication of NL194399B publication Critical patent/NL194399B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194399C publication Critical patent/NL194399C/nl

Links

Classifications

    • DTEXTILES; PAPER
    • D01NATURAL OR MAN-MADE THREADS OR FIBRES; SPINNING
    • D01GPRELIMINARY TREATMENT OF FIBRES, e.g. FOR SPINNING
    • D01G15/00Carding machines or accessories; Card clothing; Burr-crushing or removing arrangements associated with carding or other preliminary-treatment machines
    • D01G15/02Carding machines
    • D01G15/12Details
    • D01G15/14Constructional features of carding elements, e.g. for facilitating attachment of card clothing
    • D01G15/24Flats or like members
    • DTEXTILES; PAPER
    • D01NATURAL OR MAN-MADE THREADS OR FIBRES; SPINNING
    • D01GPRELIMINARY TREATMENT OF FIBRES, e.g. FOR SPINNING
    • D01G15/00Carding machines or accessories; Card clothing; Burr-crushing or removing arrangements associated with carding or other preliminary-treatment machines
    • D01G15/02Carding machines
    • D01G15/08Carding machines with flats or like members or endless card sheets operating in association with a main cylinder

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Textile Engineering (AREA)
  • Preliminary Treatment Of Fibers (AREA)
  • Conveying Record Carriers (AREA)
  • Fishing Rods (AREA)
  • Vehicle Step Arrangements And Article Storage (AREA)
  • Belt Conveyors (AREA)
  • Chain Conveyers (AREA)

Description

DEKSELSTAAF VOOR EEN KAARDE
De uitvinding heeft betrekking op een dekselstaaf voor een kaarde, die een draaglichaam met een garnituurop-neemdeel en een rugdeel vertoont, waarbij bij het draaglichaam twee eindkopdelen zijn aangebracht, die op een glijgeleiding glijden en in ingrijping zijn met een eindloos aandrijfelement, waarbij de dekselstaven aan de andere zijde ervan weer worden teruggevoerd.
Bij een bekende dekselstaaf als deel van een bewegend deksel is een inwendig hol draaglichaam van geëxtru-deerd aluminium aanwezig, waarbij door de holle ruimte in langsrichting een stang uit staal steekt. Op de beide uit de holle ruimte naar buiten stekende einden van de stang is als eindkopdeel telkens een blokvormig oplegelement geschoven, dat door een schroef is gefixeerd. De schroef is axiaal in ingrijping met een schroefdraad aan het eind van de stang.
De beide eindkopdelen glijden op de stationaire glijgelei-dingen van de kaarde. Aan beide zijden is telkens tussen het eindvlak van het draaglichaam en het blokvormige eindkopdeel een dekselketting aangebracht, door de schalmen waarvan de einden van de stang steken. De dekselketting trekt de dekselstaven over de glijgeldingen en zorgt voor het aandrukken van de eindkopdelen tegen de glijgeleidingen. De dekselstaaf is met het oog op de constructie en montage kostbaar. In het bijzonder is de vervaardiging van de blokvormige opleg-elementen ingewikkeld. Een verder nadeel is daarin gelegen dat tussen de blokvormige eindkopdelen en de glijgeleidingen aanzienlijke wrijvingsverliezen optreden. Tenslotte is hinderlijk dat de dekselketting rekt, met stof en vezeldeel-tjes wordt verontreinigd, de kettingschalmen met smeermidde len moeten worden verzorgd, dat wil zeggen dat in het totaal in constructief opzicht en met het oog op de montage kostbaar is en in bedrijf een nadeel vormt.
Aan de uitvinding ligt daarentegen het probleem ten grondslag een dekselstaaf van de hiervoor beschreven soort te verschaffen, die de genoemde nadelen mist, die in het bijzonder met het oog op de constructie en de montage eenvoudig is en waarbij het oplegelement (eindkopdeel) op de glijgeleiding van de kaarde maatvast en met weinig wrijving glijdt.
De oplossing van dit probleem krijgt men dankzij de kenmerken van conclusie 1. Doordat het element zowel het glijbereik als het bevestigingsbereik omvat, krijgt men een zeer eenvoudige constructie van de eindkopdelen. De montage van de dekselstaaf wordt vereenvoudigd, waardoor de handhaving van toleranties dus de maatvastheid, verbetert. Verder maakt deze constructie de keuze uit een veelvoud van combinaties van materiaal mogelijk, die vergeleken met de stand van de techniek een vermindering van de wrijving opleveren en daardoor langere standtijden mogelijk maakt.
Met voordeel bestaat het element uit een stuk. Het is doelmatig wanneer het element rechtstreeks in ingrijping is met het draaglichaam. Met voordeel is het element onlos-maakbaar verbonden met de hulpdrager. Het is verder doelmatig dat ieder eindkopdeel twee elementen vertoont. Daardoor wordt de neiging tot kantelen evenals de glijdende wrijving kleiner. Met voordeel is het glijbereik van het element in hoofdzaak lijnvormig uitgevoerd. Bij voorkeur is het glijbereik uitgevoerd als glijvlak, Het is doelmatig wanneer het bevestigingsbereik een cilinder is. Daardoor is een aanpassing aan de gebogen dekselomkeergeleidingen mogelijk, zonder dat een afschuining of dergelijke nodig is. In de handel verkrijgbare geharde en geslepen stalen naalden maken een economische vervaardiging van de dekselstaven mogelijk. Door de bewerkingstrappen, afkorten, boren en aanbrengen van de pennen wordt een bijzonder eenvoudige vervaardiging van de dekselstaaf mogelijk gemaakt. Met voordeel is het bevestigingsbereik een veelvlak. Bij voorkeur bestaat het glijbe- reik van het element uit een tegen slijtage bestand zijnd materiaal. Het is doelmatig wanneer de elementen in het eindvlak van het voetgedeelte van het holle strengpersprofiel zijn bevestigd. Met voordeel zijn de elementen pennen uit gehard staal of dergelijke. Bij voorkeur is het glijvlak van de elementen geslepen, fijngeslepen en/of gepolijst. Het is doelmatig wanneer de elementen met het bevestigingsbereik zijn bevestigd in uitsparingen van het draagilchaam. Met voordeel zijn de elementen met het bevestigingsbereik bevestigd in een boring in het eindvlak van het draaglichaam. Bij voorkeur bevindt de onderste begrenzing van de elementen zich op een afstand a boven het voetvlak van het draaglichaam. Het is doelmatig wanneer de elementen in de werk-richting D onder een hoek alfa ten opzichte van de langsas van het draaglichaam zodanig zijn geplaatst dat de glijbereiken ten opzichte van de bevestigingsbereiken tegengesteld gericht zijn aan de werkrichting. Met voordeel is het draaglichaam een strengpersprofiel uit een licht metaal, bijvoorbeeld aluminium of een legering van licht metaal. Door het gebruik van een soortelijk licht materiaal, bijv. aluminium, voor het draaglichaam wordt de aandrijfkracht voor de dek-selstaven van het beweegbare deksel verkleind. Zoals in de praktijk is gebleken is het transport van het bewegende deksel uit het lichte materiaal door de wrijvingsarmen eindkopdelen op het gladde glijvlak met de flexibele snaren bijzonder gemakkelijk mogelijk. Het draaglichaam kan door het afkorten van een in de handel verkrijgbaar strengpersprofiel op eenvoudige wijze worden vervaardigd. Aluminium maakt de vervaardiging van een lichte dekselstaaf mogelijk. Bij voorkeur is het strengpersprofiel een hol profiel. Op deze wijze is de doorbuiging van het draaglichaam en daardoor van de dekselstaaf gezien over de breedte van de kaarde, kleiner geworden. Bovendien wordt door de inwendige holle breedte aluminium bespaard, zodat het draaglichaam economischer en bovendien lichter kan worden vervaardigd.
Het is doelmatig wanneer het voetdeel van het strengpersprofiel gerekend in de lengte doorgaande uitsparingen vertoont. Bij voorkeur strekken de uitsparingen zich evenwijdig aan elkaar uit. Verder vertonen de uitsparingen met voordeel een doorgaande sleuf.
Het is voordelig wanneer de doorsnede van de uitsparingen cirkelvormig is. Bij voorkeur is in de uitsparingen tussen de elementen telkens een verstijving aangebracht. Het is voordelig wanneer de dwarsdoorsnede van de uitsparingen veelhoekig is. Het is doelmatig wanneer de verstijving een staal profiel is. Bij voorkeur is ten minste een eindloze flexibele snaar voor het aandrijven van de dekselstaven aanwezig, waarbij de buitenzijden van de flexibele snaar en het niet met de glijgeleiding in aanraking zijnde deel van de eindkopdelen van de dekselstaven qua vorm met elkaar in ingrijping zijn.
Volgens de uitvinding vertonen de eindkopdelen van de dekselstaven slijtarmen, wrijvingsarmen en qua maat nauwkeurige glijvlakken. Het gebruik van een flexibele snaar maakt in tegenstelling tot een dekselketting een gelijkblijvende lengte van het aandrijfelement mogelijk. De flexibele snaar vereist geen toezicht, is constructief eenvoudig en laat een eenvoudige montage van het bewegende deksel toe.
Met voordeel is een verbindingselement met de elementen en met de flexibele snaar in ingrijping. Het is doelmatig wanneer het element rechtstreeks met de flexibele snaar in ingrijping is. Bij voorkeur is het verbindingselement met een eind in of aan het eindvlak van het draaglichaam bevestigd. Met voordeel vertonen de elementen tussen hun vrije eindvlakken en het verbindingselement een afstand. Het is verder doelmatig wanneer ten minste bij een dekselstaaf de verbindingselementen borstelharen, borstels, elastische veegelementen of dergelijke schoonmakend samenwerken met de glijgeleiding. Bij voorkeur is het bovenste bereik van het voetgedeelte onder een scherpe hoek alfa ten opzichte van de verticaal geplaatst. Met voordeel zijn de aan de bovenzijde vrijblijvende bereiken van de elementen bij het terugvoeren van de dekselstaven in ingrijping met een steunelement. Het is doelmatig wanneer het draaglichaam en de eindkopdelen ten minste drie samengevoegde constructiedelen vormen. Bij voorkeur zijn de flexibele snaren rechtstreeks met de tegen slijtage bestand zijnde eindkopdelen in ingrijping. Met voordeel zijn de elementen in of aan de eindkopdelen bevestigd. In een doelmatige uitvoeringsvorm vertonen de elementen een tegen slijtage bestand zijnde bekleding of platte-ring die zich op het glijbereik ervan bevindt. Bij voorkeur zijn de elementen rechtstreeks in ingrijping met de flexibele snaar. Met voordeel glijden de onderste bereiken van de elementen over de glijgeleidingen.
Het is doelmatig wanneer het uitsteeksel van het verbindingselement in ingrijping is met de uitsparing. Bij voorkeur vertoont het verbindingselement een doorgaande boring, waarin een uitsteeksel van de tandsnaar grijpt. Met voordeel is het verbindingselement bevestigd op de elementen, bijvoorbeeld vastgeklemd of vastgelijmd. Het is doelmatig wanneer de elementen door een perspassing zijn verbonden met de uitsparingen. Bij voorkeur zijn de elementen door een verende klemming verbonden met de uitsparingen. Met voordeel zijn de elementen door vastlijmen verbonden met de uitsparingen. Het is doelmatig wanneer de vlakheid van de glij-vlakken van een dekselstaaf wordt verkregen door het afslijpen van de gl ij bereiken na het verbinden van de elementen met de drager.
In een uitvoeringsvorm volgens de uitvinding waaraan in het bijzonder de voorkeur wordt gegeven, zijn de eindkopdelen gietstukken en meer in het bijzonder spuitgietstukken. Behalve grauw gietijzer bij voorkeur in de vorm van fijne gietstukken komt als materiaal gietstaal in aanmerking. Als alternatief hiervoor is het echter ook mogelijk gebruik te maken van met kunststof omspoten elementen, waarbij zowel het bevestigingsbereik als het glijbereik bestaat uit metaal. Alle drie mogelijkheden hebben gemeen dat het gereed-zijnde eindkopdeel de vorm heeft van een stekker, die op eenvoudige wijze in de bijbehorende uitsparingen in het eindvlak van het draaglichaam kan worden geplaatst.
Bij een voordelige werkwijze voor het vervaardigen van dekselstaven wordt van een strengpersprofiel het draaglichaam afgesneden en worden als elementen pennen in de uitsparingen geplaatst. Met voordeel wordt daarbij het verbindingselement aangebracht op het draaglichaam of op de pennen.
In de tekening toont:
Fig. 1 schematisch in zijaanzicht een dekselkaarde met de dekselstaven volgens de uitvinding (bewegend deksel), Fig. 2 een dekselstaaf in het middenbereik van het deksel in ingrijping met een getande snaar,
Fig. 3 de dekselstaven in het bereik van een dekse-lomkeerrol,
Fig. 4a een eindaanzicht van de dekselstaaf met twee staalpennen en verbindingselementen,
Fig. 4b een zijaanzicht van een eindkopdeel van de dekselstaaf uit fig. 4a,
Fig. 4c een zijaanzicht van de gehele dekselstaaf uit fig. 4a,
Fig. 5 een dekselstaaf met drie staalpennen,
Fig. 6 een dekselstaaf met een stalen kamer,
Fig. 7 het verbindingselement met borstelharen die samenwerken met de glijgeleiding,
Fig. 8 in perspectief de getande snaren met cilindervormige uitsteeksels voor de ingrijping in het verbin-dignselement en met tandvormige uitsteeksels voor de ingrijping met de dekselomkeerrollen (getande snaarschijven),
Fig. 9a resp. 9b een element in detail,
Fig. 10 in bovenaanzicht van een dekselstaaf onder een hoek omgezette elementen,
Fig. 11 een als een stuk uitgevoerde dekselstaaf met tegen slijtage bestand zijnde gewapende eindkopdelen,
Fig. 12 in perspectief het eindbereik van een draaglichaam,
Fig. 13 een zijaanzicht met gedeeltelijke doorsnede van een dekselstaaf,
Fig. 14 in perspectief een verbindingselement,
Fig. 15 een eindkopdeel met elementen en meenemers, Fig. 15a een eindkopdeel met meenemers,
Fig. 15b de bijbehorende getande snaar,
Fig. 16a resp. 16b eindkopdelen in stekervorm, en
Fig. 17a resp. 17b de bijbehorende draaglichamen.
Fig. 1 laat een kaarde zien bijvoorbeeld van het type Trützschler EXACTACARD DK 760 met een toevoerwals 1, een toevoertafel 2, een intrekker 3, een trommel 4, een afnemer 5, een afstrijkwals 6, pletwalsen 7, 8, een vliesge-leide-element 9, een vliestrechter 10, afvoerwalsen ll, 12 en een bewegend deksel 13. De draairichting (pijlen A resp.
B) van de voorste en achterste dekselomkeerrol 15a, 15b (tandsnaarwielen) is tegengesteld aan de draairichting (pijl C) van de trommel 4. De dekselstaven 14', 14'', ... 14n worden door de getande snaren 16 in de richting van de pijl D over de glijgeleiding 17 getrokken. Op de aan de van de glijgeleiding 17 afgekeerde bovenzijde van het bewegende deksel 13 worden de dekselstaven 14 in de richting van de pijl E terugbewogen.
Fig. 2 laat in detail de dekselstaven zien bij een bewegend deksel uit fig. 1, waarbij de eindloze flexibele snaar 16 voor het aandrijven van de dekselstaven 14', 14'', 14'1', .... 14n aanwezig is en waarbij de dekselstaven 14 met de onderzijde 14b van de eindkopdelen (dekselkoppen) 14a (einden van de dekselstaven 14) op de glijgeleiding 17 (flexibele bogen) glijden. Het tandsnaarwiel 15b, dat tanden 15' vertoont, draait in de richting van de pijl B en is in ingrijping met de tanden 26a, 26b, ... 26n op de binnenzijde 16b van de getande snaar 16 (zie fig. 8) en trekt het onderste part 16c van de getande snaar 16 in de richting van de pijl D naar voren. De buitenzijde 16a van de getande snaar 16 is met de van het garnituur afgekeerde zijde 14c van het eindkopdeel 14a in ingrijping. De snaar 16 drukt de eindkopdelen 14a op de glijgeleiding 17. Tegenover het snaarwiel 15b ligt een gebogen geleidings- en vasthoudelement 18 waardoor de dekselstaven 14 bij het omkeren worden vastgehouden. Het snaarwiel 15a (zie fig. 1) draait in de richting van de pijl A en is met de tanden 26a, 26b, ... 26n aan de binnenzijde 16b van de getande snaar 16 in ingrijping en trekt het bovenste part 16d van de snaar 16 in de richting van de pijl E. De dekselstaven 14 resp. de eindkopdelen 14a liggen los op de buitenzijde 16a van het bovenste part 16d van de snaar 16. Tegenover het tandwiel 15a ligt een gebogen geleidings- en vasthoudelement 19, door middel waarvan de dekselstaven 14 bij het omkeren worden vastgehouden.
Volgens fig. 3 wordt het bovenste part 16d gedragen door twee steunrollen 20, 21 en door een vlak steunvlak 22. De draagrollen 20, 21 zijn uitgevoerd als snaarwielen, die met de binnenzijde 16b van de snaar 16 in ingrijping zijn.
Volgens fig. 4a vertoont de dekselstaaf 14 een draaglichaam 14d met een garnituuropneemdeel 14e en een rugdeel 14f. Het draaglichaam 14d is een strengpersprofiel uit aluminium dat een inwendige holle ruimte 14g vertoont. Elke dekselstaaf vertoont twee eindkopdelen 14a' en 14a'1 (zie fig. 4c). Het eindkopdeel 14a' resp. 14a'' bestaat telkens uit twee pennen 23', 23'1 en een verbindingselement 24. De pennen 23 zijn met het ene eind bevestigd in een boring 25 in het eindvlak 14H van het draaglichaam I4d. De onderste begrenzing van de pennen 23 bevindt zich op een afstand a onder het voetvlak 14e van het draaglichaam 14d.
De pennen 23 (volgens de fig. 4a tot 4c zijn vier pennen 23 op de dekselstaaf 14 aanwezig) bestaan uit gehard staal en hebben een cirkelvormige doorsnede. Het oppervlak van de pennen 23 is geslepen, fijn geslepen of gepolijst, dat wil zeggen glad. Het verbindingselement 24 vertoont aan de ene zijde twee half open uitsparingen 24', 24'' die qua vorm sluiten om de pennen 23', 23''. Het verbindingselement 24 bestaat uit kunststof en is bevestigd op de pennen 23*, 23’1 bijvoorbeeld door klemmen. De andere zijde van het verbindingselement 24 is in ingrijping met de zijde 16a van de getande snaar 16. Het verbindingselement 24 vertoont in het midden een doorgaande boring 24 1 1 1, waarin telkens een uitsteeksel 25a van de getande snaar 16 grijpt. Op deze wijze zijn de pennen 23', 23'' indirect in ingrijping met de getande snaar 16. Het verbindingselement 24 vertoont aan het ene eindvlak een uitsteeksel 44, bijvoorbeeld een plug, die is bevestigd in een boring 26 in het eindvlak 14h van het draaglichaam 14d. Het verbindingselement 24 ligt op een afstand b van het voetvlak 14e, waarbij a kleiner is dan b.
Tussen de vrije eindvlakken van de pennen 23', 23'1 en het verbindingselement 24 is een kleine afstand c aanwezig. De boven aanwezige vrijblijvende gedeelten c van de pennen 23 zijn bij het terugvoeren van de dekselstaven 14 in ingrijping met de vlakke ondersteuning 22 (steunelement). De onderste gedeelten (bereiken) van de pennen 23 glijden op de glijgeleidingen 17. Daarbij kan de aanraking ongeveer lijnvormig plaatsvinden. De glijgeleidingen 17 kunnen bestaan uit een zogenaamde zelfsmerende kunststof, bijvoorbeeld een hoog moleculaire lage druk polyethyleen, zodat een loopbaan voor het bewegende deksel ontstaat die geen toezicht vereist. Voor de glijgeleiding 17 kan ook een ander materiaal met een geringe slijtage, een lange levensduur, goede glij-eigenschappen en kleine wrijvingsverliezen worden gebruikt. De glijgeleiding kan bestaan uit een metalen materiaal. Het oppervlak van de glijgeleiding 17 is evenals het oppervlak van de pennen 23 glad.
Volgens fig. 4c bestaat de dekselstaaf 14 uit een draaglichaam 14d en twee eindkopdelen 14a' en 14a'·, dat wil zeggen uit drie samengestelde constructiedelen, dat wil zeggen de dekselstaaf 14 bestaat uit een aantal delen. De eindkopdelen 14a', 14a'' bestaan telkens uit twee pennen 23', 23''en een verbindingsdeel 24, dat wil zeggen uit drie afzonderlijke delen.
Volgens fig. 5 strekt het verbindingselement 24 zich over de volle lengte uit boven de pennen 23', 23 ' '. Boven het verbindingselement 24 is extra een korte pen 23 * 1 * aangebracht, die in ingrijping is met het draagvlak 22 bij het terugvoeren.
Fig. 6 komt in hoofdzaak overeen met fig. 5; in plaats van de pen 23'1 is een kram 27 uit gehard staal aanwezig.
Volgens fig. 7 vertoont het verbindingselement 24 aan de onderzijde borstelharen 28 die met de glijgeleiding 17 samenwerken en deze schoonhouden. De borstelharen 28 zijn bijvoorbeeld 1 mm langer dan de afstand b. De borstelharen 28 houden de glijgeleiding 17 vrij van zand, krullen en dergelijke. Voor het reinigen van de borstelharen 28 kan aan de terugvoerzijde een (niet afgeheelde) schoonmaakwals aanwezig zijn.
Fig. 8 laat de snaar 16 zien, die aan de buitenzijde 16a uitsteeksels 25a, 25b, .... 25n, bijv. van rubber vertoont. De uitsteeksels 25a tot 25n grijpen in bedrijf van bovenaf in de bijbehorende boringen 24111 in de verbindingselementen 24. Aan de binnenzijde 16b van de snaar 16 zijn tanden 26a, ... 26n aanwezig. De snaar 16 is in langsrich-ting gewapend door middel van inwendige trekvaste en buigzame staaldraden 33.
Fig. 11 laat een dekselstaaf 14 zien, waarbij het draaglichaam 14d en de eindkopdelen 14a' (resp. 14a'') als een stuk zijn uitgevoerd, bijv. uit door strengpersen vervaardigd aluminium. Het vlak 14c vertoont een doorgaande boring 29 voor het opnemen van de uitsteeksels 25 van de getande snaar 16. Op de bij het voetvlak 14e behorende zijde van de eindkopdelen 14a' zijn tegen slijtage bestand zijnde plateringen 30', 30’' vast aangebrcht, welke plateringen in ingrijping zijn met de glijgeleiding 17.
Over de breedte van de kaarde is aan beide zijden van het bewegende deksel 13 telkens een eindloze rondgaande getande snaar 16 aanwezig, dat wil zeggen het bewegende deksel 14 vertoont twee getande snaren 16.
De materialen van het draagelement en van de glijgeleiding is paarsgewijs zo gekozen dat een wrijvingsarme glijbeweging plaats vindt, dat een geringe slijtage optreedt en dat de inrichting in bedrijf weinig of geen toezicht vereist.
Volgens fig. 9a f 9b vertoont de pen 23 een rechthoekig vlak 23v met breedte d en lengte e, dat bijv. wordt verkregen door afslijpen. Het vlak 23v glijdt op de glijgeleiding 17. Op deze wijze is de vlaktedruk kleiner. Bovendien is de spleet tussen het convexe mantelvlak van de pen 23 en de glijgeleiding 17 kleiner geworden, hetgeen van belang is omdat zich in de spleet verontreinigingen kunnen verzamelen en kunnen gaan vastzitten.
Overeenkomstig fig. 10 zijn de pennen 231 tot 23IV in de werkrichting D geplaatst onder een hoek at ten opzichte van de langsas van het draaglichaam 14d op een zodanige wijze dat telkens het vrije eind van de pennen tegen de werkrichting D in is gericht. Daardoor worden verontreinigingen naar buiten achterwaarts door de pennen 23 weggeleid. Het binnen de boring 25 geplaatste deel van de pennen 23 (fig. 4b) kan in de richting van de langsas van het draaglichaam 14d zijn gericht, dat wil zeggen de pen 23 is hoekvormig omgezet.
Fig. 12 laat in een perspectivische afbeelding het draaglichaam 14d van een dekselstaaf zien als strengpersprofiel. De uitsparing 41*, 41'' en 43 zijn mee geëxtrudeerd en strekken zich evenwijdig aan elkaar over de gehele lengte van het draaglichaam l4d uit. De uitsparingen 41' en 41" dienen voor het opnemen van de elementen 23. De uitsparing 43 dient voor het opnemen van het uitsteeksel 44 (zie fig.
14) op het verbindingselement 24 of het element 23,,,. Boven de langssleuven 42 zijn de uitsparingen 41', 42'' en 43 naar buiten toe geopend. De van de onderzijde 14b van het draaglichaam 14d afgekeerde zijde 14c maakt ten opzichte van de onderzijde 14b een scherpe hoek om het aanbrengen en bevestigen van het niet afgebeelde garnituur te vergemakkelijken.
Fig. 13 toont dat de elementen 23 in de uitsparingen 41', resp. 41'' aan beide zijden zijn aangebracht. In het doorgesneden gedeelte is daarbij te zien dat extra tussen twee tegenover elkaar liggende elementen 23 op kleine afstand hiervan een verstijving 34 is aangebracht. Deze verstijving 34 zorgt enerzijds ervoor dat de langssleuf 42 niet naar binnen toe kan vervormen en zorgt verder ten gevolge van het hoge soortelijke gewicht, daar deze verstijving bestaat uit staal, dat het zwaartepunt naar beneden toe wordt verplaatst.
Fig. 14 toont het verbindingselement 24 met het uitsteeksel 44 dat in de uitsparing 43 wordt geperst. De geleidingen 24' en 241'1 klemmen daarbij om de pennen 23', 23' " .
Pig. 15a toont een alternatieve uitvoering. De pennen 23', resp. 23'1 zijn uitgerust met meenemers 45 die grijpen in uitsparingen 45' van de getande snaar.
Fig. 15b laat de getande riem 16 met de uitsparingen 45' zien.
Fig. 16a toont een eindkopdeel 14a dat is uitgevoerd als gietstuk. Het bevestigingsbereik bestaat uit twee stekkers 4011f 40111 die even als de meenemers 45' tot een geheel zijn gevormd met de eindkopdelen 14a.
Fig. 16b onderscheidt zich van fig. 16a doordat in plaats van de meenemer 45 in het eindkopdeel 14a een boring 241'' is aangebracht die dient voor het opnemen van de uitsteeksels 25 van de getande riem 16. Het bevestigingsbereik 40' is daarbij uitgevoerd als vlakke staaf. De gehele constructie van de eindkop 14a wordt door een gietstuk gevormd.
Fig. 17a toont de bij het draaglichaam 14a uit fig. 16a passend draaglichaam 14d, in de uitsparingen 41', 41'' waarvan de stekkers van het eindkopdeel 14a kunnen worden gestoken.
Fig. 17b laat een analoge uitvoering van het draaglichaam 14d zien die is bestemd voor het opnemen van een eindkopdeel 14a volgens fig. 16b. Het bevestigingsbereik 40' van het eindkopdeel 14a uit fig. 16b wordt daarbij in de voor het bevestigen dienende uitsparing 40a van het draaglichaam 14d geplaatst. De uitsparing 40a van het draaglichaam 14d strekt zich uit over de gehele lengte van het draaglichaam 14d en werd bij het strengpersen eveneens gevormd.

Claims (52)

1. Dekselstaaf voor een kaarde, die een draaglichaam met een garnituuropneemdeel en een rugdeel vertoont, waarbij bij het draaglichaam twee eindkopdelen zijn aangebracht, die op een glijgeleiding glijden en in ingrijping zijn met een eindloos aandrijfelement, waarbij de dekselstaven aan de andere zijde ervan weer worden teruggevoerd, met het kenmerk, dat de eindkopdelen (14a, 14a', 14a'') ten minste een element (23, 23', 23'', 23111) vertonen, dat ten minste een glijbereik (14b; 23v) dat in aanraking is met de glijgeleiding (17) en ten minste een bevestigingsbereik (40) dat in ingrijping is met het draaglichaam (I4d) van de dekselstaaf (14) en tegelijkertijd het glijbereik vasthoudt, omvat.
2. Dekselstaaf volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het element (23) in een stuk is uitgevoerd.
3. Dekselstaaf volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het element (23) rechtstreeks in ingrijping is met het draaglichaam (14d).
4. Dekselstaaf volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het element (23) via een op zichzelf bekende hulpdrager in het bereik van het eindvlak met het draaglichaam (14d) in ingrijping is.
5. Dekselstaaf volgens een der conclusies l tot 4, met het kenmerk, dat het element (23) onlosmaakbaar is verbonden met de hulpdrager.
6. Dekselstaaf volgens een der conclusies l tot 5, met het kenmerk, dat elk eindkopdeel (14a, 14a’, 14a·') twee elementen (23) vertoont.
7. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat het element (23) in ingrijping is met de flexibele snaar (16).
8. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat het glijbereik (14b) van het element (23) in hoofdzaak lijnvormig is uitgevoerd.
9. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat het glijbereik (14b) is uitgevoerd als glijvlak (23v) .
10. Dekselstaaf volgens een der conclusies l tot 9, met het kenmerk, dat het bevestigingsbereik (40) een cilinder is.
11. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat het bevestigingsbereik (40) een veel-vlak is.
12. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat het glijbereik (14b, 23v) van het element (23) bestaat uit een tegen slijtage bestand zijnd materiaal.
13. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 12, met het kenmerk, dat de elementen (23) in het eindvlak (14h) van het voetdeel (14d) van het holle strengpersprofiel (14d) zijn bevestigd.
14. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 13, met het kenmerk, dat de elementen (23, 23', 23 M, 23··') worden gevormd door pennen uit gehard staal of dergelijke.
15. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 14, met het kenmerk, dat het glijvlak (14b, 23v) van de elementen (23, 23', 23''., 23111) geslepen, fijngeslepen en/of gepolijst is.
16. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 15, met het kenmerk, dat de elementen (23) met het bevestigingsbereik (40) zijn bevestigd in uitsparingen (25, 41', 41'') van het draaglichaam (14d).
17. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 16, met het kenmerk, dat de elementen (23, 23', 23'1, 23,,!) met het bevestigingsbereik (40) zijn bevestigd in een boring (25) in het eindvlak (14h.) van het draaglichaam (14d) .
18. Dekselstaaf volgens een der conclusies l tot 17, met het kenmerk, dat de onderste begrenzing van de elementen (23, 23', 23 1 1, 23 1 1 ') zich bevindt op een afstand a boven het voetvlak (41e) van het draaglichaam (14d).
19. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 18, met het kenmerk, dat de elementen (23) in werkrichting (D) onder een hoek öi ten opzichte van de langsas van het draaglichaam (I4d) zodanig zijn geplaatst dat de glijbereiken (14b, 23v) ten opzichte van de bevestigingsbereiken (40) tegen de werkrichting (D) in zijn gericht.
20. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 19, met het kenmerk, dat het draaglichaam (14d) een strengpersprofiel uit een licht metaal, bijvoorbeeld aluminium of uit een licht-metaallegering is.
21. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 20, met het kenmerk, dat het strengpersprofiel (14d) een hol profiel is.
22. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 21, met het kenmerk, dat in het voetdeel (14e) van het streng-persprofiel (14d) over de gehele lengte doorgaande uitsparingen (41', 42*', 43) aanwezig zijn.
23. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 22, met het kenmerk, dat de uitsparingen (41) zich evenwijdig aan elkaar uitstrekken.
24. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 23, met het kenmerk, dat de uitsparingen (41) een doorgaande sleuf (42) vertonen.
25. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 24, met het kenmerk, dat de doorsnede van de uitsparingen (41) cirkelvormig is.
26. Dekselstaaf volgens een der conclusies l tot 25, met het kenmerk, dat in de uitsparing (41) tussen de elementen (23) telkens een verstijving (34) is aangebracht.
27. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 26, met het kenmerk, dat de doorsnede van de uitsparingen (41) veelhoekig is.
28. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 27, met het kenmerk, dat de verstijving (34) wordt gevormd door een staalprofiel.
29. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 28, met het kenmerk, dat ten minste een eindloze flexibele snaar (16) aanwezig is voor het aandrijven van de dekselstaven (14, 14', ... I4n) waarbij de buitenzijde (16a) van de flexibele snaar (16) en het niet met de glijgeleiding (17) in aanraking zijnde deel van de eindkopdelen (14a, 14a', 14a'·) van de dekselstaven (14, 14', ... 14n) qua vorm met elkaar in ingrijping zijn.
30. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 29, met het kenmerk, dat de verbindingselementen (24, 24a, 24b) aanwezig is dat in ingrijping is met de elementen (23, 23', 23'·) en met de flexibele snaar (16).
31. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 30, met het kenmerk, dat het verbindingselement (24) met het ene eind in of aan het eindvlak (14h) van het draaglichaam (14d) is bevestigd.
32. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 31, met het kenmerk, dat de elementen (23, 23', 23'') tussen de vrije eindvlakken en het verbindingselement (24) een afstand c vertonen.
33. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 32, met het kenmerk, dat ten minste aan een dekselstaaf (14) de verbindingselementen (24, 24a, 24b) borstelharen (28), borstels, elastische veegelementen of dergelijke vertonen, die reinigend samenwerken met de glijgeleiding (17).
34. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 33, met het kenmerk, dat het bovenste bereik (14) van het voet-deel (14e) onder een scherpe hoek alfa met de verticaal is geplaatst.
35. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 34, met het kenmerk, dat het aan de bovenzijde vrijblijvende bereik van de elementen (23, 23', 231 *) bij het terugvoeren van de dekselstaven (14) samenwerken met een steunelement (22) .
36. Dakselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 35, met het kenmerk, dat het draaglichaam (14d) en de eindkopde-len (14a, 14a', 143'') ten minste drie samengevoegde con-structiedelen vormen.
37. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 36, met het kenmerk, dat de flexibele snaar (16) rechtstreeks in ingrijping is met de tegen slijtage bestand zijnde eindkop-delen (14, 14a’, 14a1').
38. Dekselstaaf volgens een der conclusies l tot 37, waarbij het draaglichaam en de eindkopdelen als een stuk zijn uitgevoerd, met het kenmerk, dat de elementen (23, 23’, 23", 23111) zijn bevestigd in of aan de eindkopdelen (14a, 14a', 14a").
39. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 36, waarbij het draaglichaam en de eindkopdelen zijn uitgevoerd als een stuk, met het kenmerk, dat de elementen (23, 23', 23", 23'") een tegen slijtage bestand zijnde bekleding, plattering (30', 30") vertonen die is gelegen op het glij-bereik (14b).
40. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 39, met het kenmerk, dat de elementen (23) rechtstreeks in ingrijping zijn met de flexibele snaar (16).
41. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 40, met het kenmerk, dat de onderste bereiken (14b) van de elementen (23, 23', 23") glijden op de glijgeleidingen (17).
42. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 41, met het kenmerk, dat het uitsteeksel (44) van het verbindingselement (24) in ingrijping is met de uitsparing (26, 43).
43. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 42, met het kenmerk, dat het verbindingselement (24) een doorgaande boring (24"') vertoont, waarin een uitsteeksel (25a) van de getande snaar (16) grijpt.
44. Dekselstaaf volgens een der conclusies l tot 43, met het kenmerk, dat het verbindingselement (24) op de elementen (23, 23', 23") is bevestigd, bijvoorbeeld door vastklemmen of vastlijmen.
45. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 44, met het kenmerk, dat de elementen (23) door een perspassing zijn verbonden met de uitsparingen (25, 41', 41").
46. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 45, met het kenmerk, dat de elementen (23) door een verende klemming zijn verbonden met de uitsparingen (25, 41', 41").
47. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 46, met het kenmerk, dat de elementen (23) door lijmen zijn verbonden met de uitsparingen (25, 41', 41").
48. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 47, met het kenmerk, dat de vlakheid van de glijvlakken (23v) van een dekselstaaf (14) wordt verkregen door het afslijpen van de glijbereiken (14b) na het verbinden van de elementen (23) met de drager (14d).
49. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 48, met het kenmerk, dat de eindkopdelen (14a) gietstukken zijn.
50. Dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 49, met het kenmerk, dat de eindkopdelen spuitgietstukken zijn.
51. Werkwijze voor het vervaardigen van een dekselstaaf volgens een der conclusies 1 tot 50, met het kenmerk, dat uit een strengpersprofiel het draaglichaam wordt afgesneden en als elementen pennen in de uitsparingen ervan worden geplaatst.
52. Werkwijze volgens conclusie 51, met het kenmerk, dat het draaglichaam en/of de pennen zijn aangebracht aan het verbindingselement.
NL9300556A 1992-04-30 1993-03-29 Kaardinrichting met omloopdek en daarbij toe te passen kaardstaaf. NL194399C (nl)

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE4214200 1992-04-30
DE4214200 1992-04-30
DE4304148 1993-02-12
DE4304148A DE4304148B4 (de) 1992-04-30 1993-02-12 Deckelstab für eine Karde

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL9300556A true NL9300556A (nl) 1993-11-16
NL194399B NL194399B (nl) 2001-11-01
NL194399C NL194399C (nl) 2002-03-04

Family

ID=25914399

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9300556A NL194399C (nl) 1992-04-30 1993-03-29 Kaardinrichting met omloopdek en daarbij toe te passen kaardstaaf.

Country Status (18)

Country Link
US (1) US5473795A (nl)
EP (1) EP0567747B1 (nl)
JP (1) JP3325946B2 (nl)
KR (1) KR100254149B1 (nl)
AR (1) AR247923A1 (nl)
BR (1) BR9301699A (nl)
CA (1) CA2095176C (nl)
CH (1) CH687706A5 (nl)
DE (2) DE4304148B4 (nl)
ES (1) ES2085208B1 (nl)
FR (1) FR2690693B1 (nl)
GB (1) GB2266539B (nl)
GR (1) GR930100169A (nl)
HK (1) HK8497A (nl)
IT (1) IT1272162B (nl)
MX (1) MX9302572A (nl)
NL (1) NL194399C (nl)
RU (1) RU2109089C1 (nl)

Families Citing this family (30)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE59405557D1 (de) * 1993-06-03 1998-05-07 Rieter Ag Maschf Wanderdeckelkarde
IT1273727B (it) * 1994-07-22 1997-07-09 Marzoli & C Spa Cappello strisciante perfezionato per dispositivi di cardatura e sistema per la sua guida e trascinamento
DE9414450U1 (de) * 1994-09-06 1994-11-10 Kändler Maschinenbau GmbH, 09247 Kändler Deckelkarde mit mindestens einem System umlaufend angetriebener Deckelstäbe
DE19534617A1 (de) * 1994-10-24 1996-04-25 Rieter Ag Maschf Deckelantriebssystem
DE59609284D1 (de) * 1995-07-14 2002-07-11 Rieter Ag Maschf Wanderdeckelkarde
IT1283184B1 (it) * 1996-03-04 1998-04-16 Marzoli & C Spa Carda a cappelli con trazione a cinghia dentata e guida superiore per i cappelli
IT1283183B1 (it) * 1996-03-04 1998-04-16 Marzoli & C Spa Dispositivo di guida ed accoppiamento tra cappello strisciante e cinghia di trascinamento in una carda a cappelli
EP0866153B2 (de) * 1997-02-24 2004-11-24 Maschinenfabrik Rieter Ag Hochleistungskarde
DE19825316B4 (de) * 1998-06-05 2009-11-26 TRüTZSCHLER GMBH & CO. KG Vorrichtung an einer Karde mit wanderndem Deckel (Wanderdeckel) aus mit Garnitur versehenen Deckelstäben
DE19854194A1 (de) * 1998-11-24 2000-05-25 Graf & Co Ag Verfahren zum Betreiben einer Karde
US6269522B1 (en) 1998-11-24 2001-08-07 Graf & Cie Ag Method of operating a card and a card flat for carrying out the method
DE19923420A1 (de) * 1999-05-21 2000-11-23 Truetzschler Gmbh & Co Kg Vorrichtung an einer Spinnereivorbereitungsmaschine, z. B. Karde, Reiniger o. dgl., zur Messung von Abständen an Gegenflächen
IT1319761B1 (it) * 2000-12-28 2003-11-03 Marzoli Spa Dispositivo di pulizia delle guide per i cappelli mobili in una cardaa cappelli
IT1319759B1 (it) * 2000-12-28 2003-11-03 Marzoli Spa Sistema di guida e trascinamento dei cappelli mobili in una carda acappelli
DE50208704D1 (de) * 2001-02-24 2006-12-28 Rieter Ag Maschf Clip für garniturstreifen
DE50204305D1 (de) 2001-06-21 2005-10-27 Rieter Ag Maschf Verriegelte Schnappverbindung zwischen Kardendeckel und Antriebsriemen
DE10140304B4 (de) 2001-08-16 2014-02-06 Trützschler GmbH & Co Kommanditgesellschaft Vorrichtung an einer Karde für Baumwolle, Chemiefasern u. dgl. bei der mindestens ein Deckelstab mit einer Deckelgarnitur vorhanden ist und Verfahren zur Herstellung eines Deckelstabes
DE10214390B4 (de) 2001-09-21 2018-06-07 Trützschler GmbH & Co Kommanditgesellschaft Vorrichtung an einer Karde für Baumwolle, Chemiefasern und dergleichen, bei der mindestens ein Deckelstab mit einer Deckelgarnitur vorhanden ist
DE10203853C5 (de) * 2002-01-31 2010-10-14 Graf + Cie Ag Deckelgarnitur für einen Kardendeckel
CN101109116B (zh) 2002-03-30 2011-10-05 特鲁菲舍尔股份有限公司及两合公司 装在梳理机上的装置
DE10216067A1 (de) * 2002-04-11 2003-10-23 Rieter Ag Maschf Deckelendkopf aus Polymerwerkstoff
DE10229172B4 (de) * 2002-06-28 2017-02-16 Trützschler GmbH & Co Kommanditgesellschaft Deckelstab für eine Karde, der einen Tragkörper und einen lösbaren Garniturteil aufweist
DE10251574A1 (de) 2002-11-06 2004-05-19 Trützschler GmbH & Co KG Vorrichtung an einer Spinnerei Vorbereitungsmaschine, z.B. Karde, Reiniger o. dgl., zur Messung von Abständen an Deckelgarnituren
DE10318966B4 (de) * 2003-04-26 2015-03-12 Trützschler GmbH & Co Kommanditgesellschaft Vorrichtung an einer Karde für Textilfasern, z.B. Baumwolle, Chemiefasern o. dgl., aus mit Garnitur versehenen umlaufenden Deckelstäben
DE10358257B4 (de) * 2003-12-11 2015-03-12 Trützschler GmbH & Co Kommanditgesellschaft Deckelstab für eine Karde, der einen Tragkörper mit einem Garnituraufnahmeteil aufweist, bei dem dem Tragkörper zwei Endkopfteile zugeordnet sind und Verfahren zu seiner Herstellung
US7111451B2 (en) * 2004-09-16 2006-09-26 Delphi Technologies, Inc. NOx adsorber diagnostics and automotive exhaust control system utilizing the same
CH713459A1 (de) * 2017-02-15 2018-08-15 Rieter Ag Maschf Verfahren zum Betreiben einer Karde sowie Karde.
CN108277559B (zh) * 2018-03-20 2023-08-04 武汉纺织大学 一种梳理机盖板、梳理机及以其进行柔性梳理纺纱的方法
KR20200135018A (ko) 2019-05-24 2020-12-02 주식회사 삼양바이오팜 섬유 웹, 피브릴상 섬유 집합체 또는 부직포를 제조하기 위한 장치 및 방법, 및 그에 의하여 제조된 섬유 웹, 피브릴상 섬유 집합체 또는 부직포
KR20210030330A (ko) * 2021-03-10 2021-03-17 주식회사 삼양바이오팜 섬유 웹, 피브릴상 섬유 집합체 또는 부직포를 제조하기 위한 장치 및 방법, 및 그에 의하여 제조된 섬유 웹, 피브릴상 섬유 집합체 또는 부직포

Family Cites Families (20)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE384195C (de) * 1922-10-14 1923-11-08 Eberhard Baltz Dipl Ing Deckel fuer Krempel
US2562998A (en) * 1951-03-28 1951-08-07 Composite card flat
GB870424A (en) * 1959-02-05 1961-06-14 Schubert & Salzer Maschinen Improvements in driving means for carding engine flats
CH385081A (it) * 1962-03-26 1965-02-26 Marzoli & C Spa Cappelliera di carda
US3494000A (en) * 1966-12-05 1970-02-10 Kenneth W Smith Flat end and chain cleaning card attachment for carding machines and the like
IT1031656B (it) * 1975-02-11 1979-05-10 Marzoli Ec Spa Flli Carda e cappelli mobili
DE2742420A1 (de) * 1977-09-21 1979-03-29 Truetzschler & Co Deckelstab
GB1543334A (en) * 1977-09-22 1979-04-04 Stewart & Sons Ltd W Carding apparatus
GB2033936B (en) * 1978-09-14 1982-10-20 English Card Clothing Flats for carding machines
EP0009342B1 (en) * 1978-09-14 1982-11-24 The English Card Clothing Company Limited. Improvements in or relating to flats for carding machines
ATE18263T1 (de) * 1981-05-16 1986-03-15 Carding Spec Canada Karden und wanderdeckel dafuer.
JPS60139824A (ja) * 1983-12-27 1985-07-24 Kanai Hiroyuki 梳綿機用フラツトバ−
DE3505254C2 (de) * 1985-02-15 1987-05-07 Schubert & Salzer Maschinenfabrik Ag, 8070 Ingolstadt Deckelstab
SU1493696A1 (ru) * 1987-04-20 1989-07-15 Ивановский энергетический институт им.В.И.Ленина Способ изготовлени чешущей гарнитуры шл пки чесальной машины из полос пильчатой ленты
EP0356795A3 (de) * 1988-08-23 1991-12-18 Maschinenfabrik Rieter Ag Reinigungsvorrichtung für Wanderdeckel der Karde
IT8921641A0 (it) * 1988-09-24 1989-09-06 Truetzschler & Co Dispositivo su una carda con cappello mobile fatto di sbarra provviste di guarnizioni.
DE3907396C2 (de) * 1988-09-24 1998-07-16 Truetzschler Gmbh & Co Kg Vorrichtung an einer Karde mit wanderndem Deckel aus mit Garnitur versehenen Deckelstäben
DE8915765U1 (de) * 1989-07-04 1991-05-23 Trützschler GmbH & Co KG, 4050 Mönchengladbach Vorrichtung an einer Karde mit wanderndem Deckel aus mit Garnitur versehenen Deckelstäben
US5090092A (en) * 1990-08-31 1992-02-25 John D. Hollingsworth On Wheels, Inc. Carding flat assembly
GB9103078D0 (en) * 1991-02-13 1991-03-27 Carclo Eng Group Plc Revolving-flats in carding machines

Also Published As

Publication number Publication date
US5473795A (en) 1995-12-12
IT1272162B (it) 1997-06-11
KR930021840A (ko) 1993-11-23
FR2690693A1 (fr) 1993-11-05
ES2085208R (nl) 1997-06-01
CH687706A5 (de) 1997-01-31
GR930100169A (el) 1993-12-30
NL194399C (nl) 2002-03-04
MX9302572A (es) 1994-07-29
ES2085208B1 (es) 1998-01-01
GB2266539A (en) 1993-11-03
EP0567747A1 (de) 1993-11-03
JP3325946B2 (ja) 2002-09-17
DE59307043D1 (de) 1997-09-11
JPH06166917A (ja) 1994-06-14
ITMI930600A0 (it) 1993-03-29
EP0567747B1 (de) 1997-08-06
RU2109089C1 (ru) 1998-04-20
NL194399B (nl) 2001-11-01
KR100254149B1 (ko) 2000-05-01
DE4304148B4 (de) 2008-03-13
GB2266539B (en) 1996-10-09
ES2085208A2 (es) 1996-05-16
DE4304148A1 (de) 1993-11-04
HK8497A (en) 1997-01-31
ITMI930600A1 (it) 1994-09-29
CA2095176C (en) 2005-07-26
FR2690693B1 (fr) 1995-01-06
GB9308812D0 (en) 1993-06-09
CA2095176A1 (en) 1993-10-31
BR9301699A (pt) 1993-11-03
AR247923A1 (es) 1995-04-28

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9300556A (nl) Dekselstaaf voor een kaarde.
JP4814871B2 (ja) 動く歩道等のパレット構造
JP3205386B2 (ja) サスペンションコンベアシステム及びその駆動装置
US7370748B2 (en) Conveyor
US5489020A (en) Smooth-driving conveyor chain
AU592714B2 (en) Belt cleaner and its scraper
US3685087A (en) Rear view mirror wiper mechanism
JP2007537113A (ja) コンベアマット用モジュールと組み立てコンベアマット
FI894133A0 (fi) Foerbaettrat svaenghjul foer anvaendning vid elektromekaniskt drivverktyg foer faesten.
NL1003061A1 (nl) Inrichting voor het samenpersen van lege drankhouders.
NL8902732A (nl) Transporteur voor een behandelingsinstallatie.
NL9001746A (nl) Inrichting voor het scheiden van botachtig materiaal uit een vleesstuk.
US5373931A (en) Conveyor belt cleaning arrangement
EP0893200A3 (de) Abstreifeinrichtung
EP0945651A2 (de) Mechanischer Kettenspanner
KR950017713A (ko) 승객 이송 장치용 일체형 빗살무늬판
EP0893708A3 (de) Lichtleiter mit Vorwärtsstreuung
NL9401442A (nl) Verlichtingsafscherming met prijskaartjeshouder.
JPH08324757A (ja) チェーンコンベア
NL1006561C2 (nl) Transporteur voor leadframes en transportsamenstel.
FR2583393A1 (fr) Bande plastique de friction pour support des chaines a godets, en particulier les chaines avec maillons plastiques
JPH08143262A (ja) 乗客コンベアの踏段清掃体
NL1011074C2 (nl) Transporteur, alsmede transportband en ketting voor een transportband.
DE9306323U1 (de) Deckelstab für eine Karde
SU967345A1 (ru) Наклонный сепарирующий транспортер уборочной машины

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20130329