NL1011074C2 - Transporteur, alsmede transportband en ketting voor een transportband. - Google Patents

Description

Transporteur, alsmede transportband en ketting voor een transportband

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een transporteur voor transport van stukgoederen alsmede op een transportband en ketting voor toepassing daarin.

Transporteurs die zijn voorzien van lamellen of an-5 dersoortige draagorganen hebben het voordeel dat deze gemakkelijk in een bocht kunnen worden geleid en grote transport-snelheden kunnen halen, waardoor zij in principe voor veel toepassingen geschikt zouden kunnen zijn. Een nadeel is echter dat de geluidsproduktie relatief hoog is, waardoor de 10 huidige transporteurs niet geschikt zijn voor stille toepassingen, zoals bij distributiecentra van de posterijen, waar een geluidsniveau van maximaal 65 dB vereist is.

De onderhavige uitvinding beoogt thans een transporteur van de in de aanhef van conclusie 1 genoemde soort 15 te verschaffen, waarbij de geluidsproduktie aanzienlijk kan worden gereduceerd.

Hiertoe wordt de transporteur volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat aan de van het transportvlak afgekeerde zijde van de draagorganen een spanorgaan is aange-20 bracht dat de aangrenzende draagorganen naar elkaar toe voorspant.

De spankracht van het spanorgaan zal de draagorganen naar elkaar toe trekken, zodat weerstand ontstaat tegen uitrekking van de transportband. In spanningsloze trajecten, 25 in het bijzonder in het tërügvoerpart direct na het aan- drijfwiel, zal worden verhinderd dat overlengte in de transportband ontstaat die tot geluidsoverlast leidt. Door de spanning, resp. weerstand wordt de eventuele overlengte van de transportband gecompenseerd en daarmede wordt de geluids- 1011074 2 opbrengst aanzienlijk beperkt. Ook de noodzaak van het her-spannen van de transportband vervalt.

In het geval van lamellen als draagorganen wordt door de toepassing van het spanorgaan de flexibiliteit van 5 de draagorganen, c.q. lamellen onderling minder. Hierdoor hebben de lamellen de neiging naar hun middenstand te worden voorgespannen, waardoor een geringe weerstand bestaat tegen buiging. Dit dempt eventuele trillingen in de lamellen, die worden opgewekt door het contact met het glijvlak, het pro-10 dukt of de baanovergangen. Ook deze vorm van geluid wordt derhalve door het spanorgaan volgens de uitvinding verminderd.

Bij voorkeur is het spanorgaan voorzien van een kunststof snaar, bij voorkeur een platte snaar die tegen de 15 draagorganen is geklemd. In het geval de draagorganen, c.q. lamellen onderling door een ketting zijn verbonden, verdient het de voorkeur dat het spanorgaan tussen de ketting en de lamellen is geklemd.

Doordat het spanorgaan de verbindende schalmen -20 tussen twee met aangrenzende lamellen verbonden schakels van de ketting - van de lamel afdrukt, wordt de daarin aanwezige speling die noodzakelijk is voor de zijdelingse buiging naar één zijde weggedrukt. Hierdoor kunnen deze schalmen niet meer onafhankelijk rammelen, zodat een verdere geluidsbron 25 wordt opgeheven. Ook ontstaat er door het spanorgaan een dempende werking op de plaats waar de rollen van de ketting in contact komen met een kettingwiel.

Daarbij is het gunstig, in het geval de ketting in een transportbaan over een aantal kettingwielen met tussen 30 de rollen van de ketting grijpende tanden is geleid, dat de dikte van de snaar, respectievelijk het verloop van de snaar tussen de rollen van de ketting zodanig is dat de toppen van de tanden van een kettingwiel in aanraking komen met de i 1011074 3 snaar.

In deze uitvoering zal het eerste contact tussen de kettingrollen en het kettingwiel worden opgevangen door de aanraking van de betreffende tandpunten van het kettingwiel 5 met de zachte snaar. Deze zal iets deformeren, waarna bij toenemende radiaalkracht ..op de ketting, de rollen en het kettingwiel op normale wijze met elkaar in ingrijping zullen komen. De snaar werkt derhalve als een soort dempingskussen.

De uitvinding is toepasbaar op allerlei andere 10 soorten overbrengings- of transportkettingen die zijn voorzien van een aantal met elkaar verbonden schakels.

De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen, die uitvoeringsvoorbeelden van de transporteur volgens de uitvinding weergeven.

15 Fig. 1 is een algemeen, zeer schematisch zijaan zicht van een uitvoeringsvoorbeeld van de transporteur volgens de uitvinding.

Fig. 2 is een bovenaanzicht van het frame van de transporteur van fig. 1.

20 Fig. 3 is een op grotere schaal weergegeven boven aanzicht van de lamellen van een klein gedeelte van de transportband van de transporteur van fig. 1 en 2 in de schroeflijnvormig baan, resp. een bocht.

Fig. 4 en 5 zijn op grotere schaal weergegeven 25 doorsneden volgens de lijn IV-IV, resp. V-V in fig. 3.

Fig. 6 is een op nog grotere schaal weergegeven doorsnede volgens de lijn VI-VI in fig. 3.

Fig. 7 is een met fig. 6 overeenkomende doorsnede van een uitvoeringsvarinrit.

30 Fig. 8-11 zijn een zij- en bovenaanzicht, resp.

doorsneden volgens de lijnen X-X, resp. XI-XI in fig. 8.

De tekening toont een transporteur die produkten, in het bijzonder stukgoederen, via een schroeflijnvormige 1011074 4 baan in hoogterichting kan transporteren. In de praktijk staan dergelijke transporteurs ook wel bekend als spiraal-transporteurs of wenteltransporteurs. Deze transporteurs kunnen produkten in een continue stroom transporteren, waar-5 bij deze produktenstroom kan zijn bedoeld voor verticaal transport of voor het bufferen in een procestraject. Toepassingsgebieden zijn bijvoorbeeld de voedingsmiddelenindustrie, distributiecentra, de grafische industrie en dergelijke. Allerlei andere vormen van transporteurs zijn vol-10 gens de uitvinding mogelijk, zoals bijvoorbeeld horizontale transporteurs met of zonder zijdelingse bochten of dergelijke.

De weergegeven transporteur is voorzien van een frame 1, dat in dit geval is voorzien van een centrale kolom 15 2 met voeten 3 en een om de kolom 2 verlopende en daaraan bevestigde, schroeflijnvormige geleidingsgoot 4. Uiteraard zijn ook allerlei andere frameconstructies denkbaar. Aan het bovenste en onderste uiteinde van de geleidingsgoot 4 is een eindrol 5, 6 aangebracht en tussen deze uiteinden van de 20 schroeflijnvormige geleidingsgoot 4 verloopt een terugvoer-goot 7 van het frame 1. In dit geval wordt derhalve de door het frame 1 ondersteunde transportband 8 in het transport-part en in het teruglooppart over een ander baan geleid. Er zijn echter ook uitvoeringen mogelijk, waarbij het trans-25 portpart aan de onderzijde van de geleidingsgoot 4 wordt teruggeleid.

In het weergegeven geval kan de aandrijfmotor aangrijpen op de eindrol aan het baaneinde van de transporteur, dat wil zeggen de eindrol 5 of 6, en desgewenst kunnen ook 30 nog hulpaandrijvingen op andere plaatsen in de transportbaan worden gebruikt. Ook een lineaire aandrijving voor de transportband 8 behoort tot de mogelijkheden. Bij de bovenste en l 1011074 5 onderste eindrol 5, 6 kan de transporteur worden aangesloten op verdere transporteurs.

Zoals in het bijzonder ook fig. 3 toont, is de transportband 8 voorzien van een groot aantal draagorganen 5 in de vorm van lamellen 9 die onderling zijn gekoppeld, ofwel direct ofwel via een eindeloos verbindingsorgaan. Ook een lamel 9 heeft een bovenste plat transportvlak en de lamellen sluiten in hun transportbaan zodanig nauw op elkaar aan dat produkten door een aantal grenzende lamellen 9 kun-10 nen worden ondersteund. De lamellen 9 zijn, zoals vermeld, direct of in dit geval via een nog nader te beschrijven eindeloos verbindingsorgaan onderling scharnierbaar verbonden, zodanig dat de lamellen 9 ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn, zowel om een eerste as evenwijdig aan hun trans-15 portvlak en loodrecht op de transportrichting, als om een tweede as loodrecht op het transportvlak en loodrecht op de transportrichting. Deze laatste scharnierbeweging maakt de spiraalbaan mogelijk, terwijl de eerstgenoemde scharnierbeweging de buiging van de transportband 8 om de eindrollen 5 20 en 6 mogelijk maakt. Doordat de lamellen 9 vanaf hun hartlijn nabij de uiteinden enigszins taps toelopen, hinderen de lamellen 9 elkaar niet in bochten. Andere vormen, zoals een ruitvorm, V-vorm een vertande vorm, en ook overlappingen of een combinatie daarvan zijn mogelijk. In een bijzonder geval 25 kunnen de lamellen 9 een segmentvorm bezitten, waarbij de transportband dan alleen een volledig gebogen traject kan doorlopen, doch in dat geval is wel een volledig gesloten oppervlak van de transportband 8 bewerkstelligd.

In fig. 4, 5 en 6 is te zien dat de lamellen 9 on-30 derling zijn verbonden door een, bij voorkeur stalen, ketting 10, bijvoorbeeld een zogenaamde "side-bow" ketting of ruimteketting die een buiging in twee richtingen en torsie toestaat, zodat de ketting 10 de schroeflijnvormige baan kan 1011074 6 doorlopen. Op gebruikelijk wijze zijn de hoofdschalmen 11 van de ketting 10 uitgevoerd met verlengde pennen 16 die in gaten 17 van verticale flenzen 12 van de lamellen 9 ter weerszijden van de ketting 10 zijn geklikt. Bij voorkeur zit 5 elke hoofdschalm aan een lamel 9, zodat de ketting 10 niet kan gaan uithangen tussen aangrenzende lamellen 9 en een kleine radius van de schroeflijnbaan mogelijk is zonder overbelasting van de ketting.

In de fig. 4, 5 en 6 is verder te zien dat een ex-10 tra element is aangebracht in de vorm van een spanorgaan 13. Het spanorgaan 13 bestaat in dit geval uit een kunststof snaar van bijvoorbeeld polyurethaan of een andere taaie en veerkrachtige kunststof. De snaar 13 loopt over de gehele lengte van de transportband 8 door en kan een gesloten vorm 15 bezitten of een open vorm. De snaar kan uit één stuk bestaan of uit een aantal, al dan niet onderlinge verbonden, discrete stukken. Van belang is dat het spanorgaan 13 enigszins onder voorspanning staat en blijft zodanig dat dit de aangrenzende lamellen 9 naar elkaar toe voorspant en in ieder 20 geval de eventuele speling, voornamelijk veroorzaakt door de ketting, compenseert in het geval geen trekkrachten op de transportband worden uitgeoefend, hetgeen in het bijzonder in het terugvoerpart het geval is.

De dikte van de bij voorkeur platte, respectieve-25 lijk met een althans ongeveer rechthoekige doorsnede uitgevoerde snaar 13 is zodanig dat de snaar wordt ingeklemd tussen de van het transportvlak 14 afgekeerde zijde 15 van de lamel 9 en de buitenste bus 18 van de rollen van de ketting 10 en op deze wijze met de lamellen 9 is verbonden en aan-30 grenzende lamellen 9 naar elkaar toe kan voorspannen. Door deze inklemming van de snaar 13 tussen de onderzijde 15 van de lamel 9 en de bus 18 van de ketting 10 wordt ook door i 1011074 7 speling tussen de bus 18 en de pen 16 van de ketting 10 naar één zijde gedrukt hetgeen het rammelen hiervan tegengaat.

Fig. 7 toont een uitvoeringsvariant van de uitvinding, waarbij elke lamel 9 aan de van het transportvlak 14 5 afgekeerde zijde 15 is voorzien van een verhoging op een plaats tussen de gaten 17 en pennen 16 van de ketting 10. Door deze verhoging 19 wordt de snaar 13 tussen de bussen 18 van de ketting 10 in een bocht gedwongen, waardoor enerzijds de snaar 13 beter is gefixeerd ten opzichte van de lamellen 10 9 en anderzijds de snaar 13 kan dienen als dempingskussen voor tanden 20 van kettingwielen 21 van de transporteur. Hierdoor zal de transportband 8 met minder lawaai over de kettingwielen 21 lopen.

De fig. 8-11 tonen nog een verdere uitvoeringsva-15 riant van de uitvinding, waarbij de ketting 10 zelfstandig van de snaar 13 is voorzien zonder dat een ander onderdeel van de transporteur nodig is voor het tegen de ketting klemmen van de snaar 13. Hiertoe zijn de verbindingsschalmen 22 van de ketting 10 voorzien van armen 23 zodanig dat de snaar 20 13 met voorspanning onder de armen 23 kan doorlopen en zo doende tegen bussen 18 van de ketting 10 wordt geklemd, waardoor de bevestiging van en voorspanning door de snaar 13 onafhankelijk van andere onderdelen mogelijk is. Deze ketting kan voor allerlei transport- en transmissiedoeleinden 25 worden benut. Als voorbeeld kan worden genoemd de toepassing in bandbochten waar de ketting aan de buitenste zijde van de transportband wordt bevestigd door het in de juiste vorm geleiden van de transportband.

De uitvinding verschaft een spanorgaan, waarmede op 30 verrassend eenvoudige wijze een grote geluidsreductie in transporteurs en aandrijf- en transportkettingen kan worden bereikt. In het geval van een lamellentransporteur wordt daardoor het toepassingsgebied verruimd, doordat deze nu ook 1011074 8 bruikbaar is in omgevingen waar een laag geluidsniveau vereist is, bijvoorbeeld bij postdistributiecentra.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekeningen weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoerings-5 voorbeelden, die op verschillende manieren binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd.

1011074

Claims (11)

1. Transporteur voor transport van stukgoederen en dergelijke over een baan, voorzien van een frame (1), een door het frame ondersteunde en door aandrijfmiddelen aangedreven, eindeloze transportband (8) met een transportpart en 5 een terugvoerpart, welke transportband is voorzien van een aantal in dwarsrichting langgerekte, in hoofdzaak stijve draagorganen (9) die direct of indirect met elkaar zijn verbonden voor het in het transportpart vormen van een trans-portvlak (14), welke draagorganen (9) ten opzichte van el-10 kaar scharnierbaar zijn ten minste om een as evenwijdig aan het transportvlak en loodrecht op de transportrichting, met het kenmerk, dat aan de van het transportvlak (14) afgekeerde zijde (15) van de draagorganen (9) een spanorgaan (13) is aangebracht dat de aangrenzende draagorganen (9) naar elkaar 15 toe voorspant.

2. Transporteur volgens conclusie 1, waarbij het spanorgaan (13) is voorzien van een kunststof snaar, bij voorkeur een platte snaar.

3. Transporteur volgens conclusie 1 of 2, waarbij 20 het spanorgaan (13) tegen de draagorganen (9) is geklemd.

4. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de draagorganen (9) zijn uitgevoerd als lamellen die door een ketting (10) onderling zijn verbonden, en waarbij telkens ten minste een schalm van de ketting aan een 25 lamel is bevestigd, terwijl het spanorgaan (13) tussen de ketting en de lamellen is geklemd.

5. Transporteur volgens conclusie 2 en 4, waarbij elke lamel (9) aan de van het transportvlak (14) afgekeerde zijde (15) op een plaats tussen de rollen (16, 18) van een 30 kettingschalm in is voorzien van een verhoging (19).

6. Transporteur volgens conclusie 4 of 5, waarbij de ketting (10) in de transportbaan over een aantal ketting- 1011074 wielen (5, 6) met tussen de rollen (16, 18) van de ketting (10) grijpende tanden (20) is geleid, en waarbij de dikte van de snaar (13), resp. het verloop van de snaar tussen de rollen van de ketting zodanig is dat de toppen van de tanden 5 van een kettingwiel in aanraking komen met de snaar.

7. Transporteur volgens conclusie 6, waarbij een aantal over de lengte van de transportband (8) verdeelde spanorganen (13) is aangebracht.

8. Transportband voor transport van stukgoederen en 10 dergelijke over een baan, voorzien van een aantal in dwars- richting langgerekte, in hoofdzaak stijve draagorganen (9) die direct of indirect met elkaar zijn verbonden voor het vormen van een transportvlak (14), welke draagorganen (9) ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn ten minste om een 15 as evenwijdig aan het transportvlak en loodrecht op de transportrichting, met het kenmerk, dat aan de van het transportvlak (14) afgekeerde zijde (15) van de draagorganen (9) een spanorgaan (13) is aangebracht dat de aangrenzende draagorganen (9) naar elkaar toe voorspant.

9. Ketting (10) voor aandrijving en/of geleiding van een transportband (8) van een transporteur, welke ketting is voorzien van een aantal met elkaar verbonden schalmen, gekenmerkt door een spanorgaan (13) dat zich in de langsrichting van de ketting (10) uitstrekt en daaraan is 25 bevestigd en de schalmen van de ketting naar elkaar toe voorspant.

10. Ketting volgens conclusie 9, waarbij ten minste een aantal schalmen is voorzien van armen (23) voor het met voorspanning tegen rollen (16, 18) van de schalmen klemmen 30 van het spanorgaan (13).

11. Transporteur voor toepassing in bochten, voorzien van een om, bij voorkeur conische, omkeerrollen gevoerde transportband, welke omkeerrollen met hun langsassen onder een hoek ten opzichte van elkaar staan, welke 35 transportband ten behoeve van de geleiding aan de buitenzij- 1011074 de van de bocht is voorzien van een ketting volgens conclusie 8 of 9. 1011074