NL1018994C2 - Transporteur. - Google Patents

Description

Transporteur

De uitvinding heeft betrekking op een transporteur voor transport van stukgoederen en dergelijke over een in hoogterichting verlopende schroeflijnvormige baan (ook wel spiraal transporteurs) .

5 Dergelijke transporteurs zijn in verschillende uitvo eringen uit de praktijk bekend, bijvoorbeeld uit EP-A-1 009 692. Dergelijke transporteurs zijn zeer geschikt voor het overbruggen van een betrekkelijk grote hoogte zonder al te grote spoed van de windingen van de schroeflijn doordat een groot 10 aantal windingen kan worden gebruikt. Dergelijke transporteurs met een uit lamellen bestaande transportband zijn echter niet geschikt voor sommige toepassingen, zoals bijvoorbeeld in de voedselindustrie en bottelarijen, waar goed reinigbare, resp. fijnmazige transportbanden benodigd zijn.

-j_5 Weliswaar zijn dergelijke transportbanden beschikbaar, zoals bijvoorbeeld geopenbaard in US-B-6,216,854. Deze transportbanden zijn echter niet bruikbaar in spiraaltransporteurs.

Het doel van de onderhavige uitvinding is het verschaffen van een transporteur, waarbij de genoemde problemen op 20 doeltreffende wijze zijn opgeheven.

Hiertoe verschaft de uitvinding een transporteur zoals gedefinieerd in conclusie 1.

De transporteur volgens de uitvinding maakt gebruik van een transportband met direct verbonden steunorganen die een 25 gesloten oppervlak bieden en ook eenvoudig geschikt kunnen worden gemaakt voor gebruik in de voedselindustrie. Door de toepassing van een versterkingselement en van geleidingsrollen is het mogelijk deze transportbanden in een schroeflijnvorm te geleiden zonder dat te hoge wrijvingsweerstanden ontstaan, die 30 tot het gevreesde stropeffect kunnen leiden. Ook zorgen de geleidingsrollen en het versterkingselement ervoor dat hoge 2 krachten kunnen worden weerstaan en hoge snelheden mogelijk zijn.

Het is gunstig indien de draaiassen van de geleidings-rollen ten opzichte van het frame gezien buitenwaarts van het 5 radiale midden van de steunorganen zijn geplaatst, bij voorkeur nabij de radiaal buitenste rand daarvan. Nog gunstiger is het indien het geleidingsoppervlak en het steunoppervlak van het frame zijn aangebracht op een profiel dat boven het geleidingsoppervlak is uitgevoerd met een schouder waaronder de gelei -10 dingsrollen grijpen.

Door deze maatregelen ontstaat een stabiele radiale ondersteuning van de transportband met lage wrijvingskrachten. Tevens dienen de geleidingsrollen voor het tegengaan van een bovenwaartse beweging van de transportband. Hierdoor zijn geen 15 extra organen voor dit doel nodig.

Een bijzondere uitvoering van de transportband volgens de uitvinding, die in het bijzonder geschikt is voor toepassing in een spiraaltransporteur, is die, waarbij de steunorganen segmentvormig zijn uitgevoerd en zodanig met elkaar zijn ver-20 bonden dat de steunorganen onderling maximaal beweegbaar zijn tussen een stand waarin de transportband althans ongeveer recht is en een stand waarin de krommingsstraal van de transportband althans ongeveer overeenkomt met die van de schroeflijnvormige band.

25 De uitvinding zal hierna verder worden toegelicht aan de hand van de tekeningen die een uitvoeringsvoorbeeld van de transporteur volgens de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een algemeen, schematisch zijaanzicht van het uitvoeringsvoorbeeld van de transporteur volgens de uitvin-3 0 ding.

Fig. 2 is een bovenaanzicht van de transporteur van fig. 1.

Fig. 3 is een op grotere schaal weergegeven dwarsdoorsnede van de transporteur van fig. 1 en 2.

35 Fig. 4, 5 en 6 zijn op nog grotere schaal weergegeven boven-, voor- en zijaanzichten van de transportband uit de transporteur van de fig. 1-3.

3

De tekening toont een transporteur die produkten, in het bijzonder stukgoederen, via een schroeflijnvormige baan in hoogterichting kan transporteren. In de praktijk staan derge-lijke transporteurs ook wel bekend als spiraaltransporteurs of 5 wenteltransporteurs. Deze transporteurs kunnen produkten m een continue stroom transporteren, waarbij deze produktenstroom kan zijn bedoeld voor verticaal transport of voor het bufferen m een procestraject. De transporteur volgens de uitvinding is daarbij in het bijzonder doch niet uitsluitend geschikt voor 10 het transport van kleine goederen, zoals losse flessen en flesjes, blikjes, potjes en dergelijke. Toepassingsgebieden zijn bijvoorbeeld de voedingsmiddelenindustrie (bottelarijen, vleesverwerkende industrie, bakkerijen etc), distributiecentra, de grafische industrie en dergelijke. Bij dergelijke toepassingen 15 vindt het transport over het algemeen met hoge snelheid plaats, terwijl zeker in het geval van een groter aantal windingen grote krachten op de transportband worden uitgeoefend.

De weergegeven transporteur is voorzien van een frame 1, dat in dit geval is voorzien van een centrale kolom 2 met 20 voeten 3 en een om de kolom 2 verlopende en daaraan bevestigde, schroeflijnvormige geleidingsgoot 4. Uiteraard zijn ook allerlei andere frameconstructies denkbaar. Aan het bovenste en onderste uiteinde van de geleidingsgoot 4 is een omleidorgaan 5, 6 aangebracht (in dit geval een as met een aantal kettingwie-25 len) en tussen deze uiteinden van de schroeflijnvormige gelei-dingsgoot 4 verloopt een verticale terugvoergoot 7 van het frame 1. In dit geval wordt derhalve de door het frame 1 ondersteunde transportband 8 in het transportpart en in het terug-looppart over een ander baan geleid. Er zijn echter ook uitvoe-30 ringen mogelijk, waarbij het transportpart aan de onderzijde van de geleidingsgoot 4 wordt teruggeleid. In het weergegeven geval verloopt het terugvoerpart over een baan van ongeveer een kwartcirkel onder het transportpart, teneinde van de verticale terugvoergoot 7 naar het omleidorgaan 5 te worden geleid.

35 In het weergegeven geval omvat de schroeflijnvormige geleidingsgoot 4 vier windingen, doch dit aantal kan afhankelijk van het toepassingsgeval worden vergroot of verkleind.

4

Door de uitvinding is het nu juist mogelijk zonder aandrijfpro-blemen de transportband 8 over een groot aantal windingen (bijvoorbeeld maximaal 12 windingen) aan te drijven. In het weergegeven geval grijpt een aandrijfmotor 9 aan op het bovenste om-5 leidorgaan 6 aan het baaneinde van de transporteur, en desgewenst kunnen ook nog hulpaandrijvingen op andere plaatsen in de transportbaan worden gebruikt. Ook een lineaire aandrijving voor de transportband 8 behoort tot de mogelijkheden. Bij de bovenste en onderste omleidorganen 5, 6 kan de transporteur 10 zijdelings of kops worden aangesloten op verdere transporteurs. Bij de toepassing in bottelarijen zal in veel gevallen de aansluiting zijdelings zijn, waarbij een afschuiver de flessen zijwaarts naar een andere transporteur overbrengt. Het frame is daar ter plaatse versmald en zonder opstaande rand uitgevoerd. 15 Zoals in het bijzonder ook fig. 3 toont, is de trans portband 8 voorzien van een groot aantal steunorganen 10 die onderling zijn gekoppeld, in het bijzonder direct en bij voorkeur over de heel lengte van de aan elkaar grenzende randen, zodat een gesloten transportoppervlak ontstaat. Elk steunorgaan 20 heeft een bovenste plat transportoppervlak en de steunorganen 10 sluiten in hun transportbaan zodanig nauw op elkaar aan dat produkten door een aantal aangrenzende steunorganen kunnen worden ondersteund. De steunorganen 10 zijn, zoals vermeld, direct en in dit geval ook via een nog nader te beschrijven eindeloos 25 versterkingselement onderling scharnierbaar verbonden, zodanig dat de steunorganen 10 ten opzichte van elkaar scharnierbaar zijn, zowel om een eerste as evenwijdig aan hun transportoppervlak en loodrecht op de transportrichting, als om een tweede as loodrecht op het transportoppervlak en loodrecht op de trans-30 portrichting. Deze laatste scharnierbeweging maakt de spiraal-baan mogelijk, terwijl de eerstgenoemde scharnierbeweging de buiging van de transportband 8 om de eindrollen 5 en 6 mogelijk maakt.

Zoals in het bijzonder de fig. 2 en 3 tonen, omvat de 35 geleidingsgoot 4 van het frame 1 radiale spaken, waarop schroeflijnvormige profielen 11, 12 (van kunststof met een metalen kern) met een bovenste steunoppervlak 13, waarop de 5 steunorganen 10 met hun onderzijde rusten, zodat de steunorga-nen 10 bij hun beweging glijdend door de steunoppervlakken 13 worden ondersteund. Door een juiste keuze van de materialen van de (kunststof) profielen 11 en 12 en de (kunststof) steunorga-5 nen kunnen de wrijving en slijtage gering worden gehouden.

In fig. 4 is tevens te zien dat de steunorganen 10 bestaan uit langgerekte elementen met in dit geval twee rijen van tanden 15, 16 die in het langsmidden van het steunorgaan 10 zijn verbonden De tanden in de beide rijen zijn onderling ver-10 sprongen, zodanig dat naar elkaar toe gerichte tanden 15, 16 van aangrenzende steunorganen 10 in elkaar kunnen grijpen. Door de tanden 15, 16 heen, evenwijdig aan de aangrenzende randen van de steunorganen, zijn gaten aangebracht. De gaten 17 in de tanden 15 zijn rond en de gaten 17' in de tanden 16 zijn in de 15 transportrichting langgerekt. Door de gaten 17 en 17' steekt een, bij voorkeur stalen, pen 18 (zie Fig. 6) die aangrenzende steunorgenen 10 onderling koppelt, zodanig dat in de transportrichting speling tussen de aangrenzende steunorganen 10 aanwezig is welke is ontstaan door de speling van de pen 18 m de 20 langgerekte gaten 17'. Door deze pen-in-gat constructie zijn de hiervoor beschreven onderlinge scharnierbewegingen van de steunorganen 10 mogelijk gemaakt. Tevens is het m en uit elkaar schuiven van de steunorganen mogelijk.

De steunorganen 10 zijn uit kunststof vervaardigd en 25 zijn daarom bij hoge snelheden, respectievelijk hoge belastingen niet voldoende bestand tegen de optredende krachten. Daarom is de transportband 8 aan de radiaal buitenste rand, waar de krachten het grootst zijn, uitgevoerd met een versterkmgsele-ment 19, in dit geval voorzien van stalen schakels 19 die om de 30 aangrenzende pennen 18 zijn geleid, zodat in de maximaal uitgeschoven stand van de steunorganen 10 een geheel stalen verbinding tussen de steunorganen 10 en de transportband 8 ontstaat, die voor een grote sterkte zorgt. Door de langgerekte gaten in elke schakel 20 van het versterkingselement 19 blijft het in-en 35 uitschuiven van de steunorganen 10 mogelijk.

In het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de steunorganen 10 zijn de tanden 15 en 16 uitgevoerd met in de hoogte 6 richting doorlopende openingen in de vorm van sleuven 21. Deze sleuven 21 worden in dit geval gebruikt voor montage van gelei -dingsrollen 22 die op enige afstand van de radiaal buitenste rand van de transportband 8, in dit geval, aan de helft van de 5 steunorganen 10 zijn gemonteerd. De geleidingsrollen 22 bestaan in dit geval uit een kogellager of andersoortig wentellager met behulp van een schroef 23 aan een houder is bevestigd. De houder 23 is uitgevoerd met twee uitsteeksels 25 die in de sleuven 21 van twee aangrenzende tanden 15 grijpen. Voor het borgen van 10 de uitsteeksels 25 in de sleuven 21 grijpen de uitsteeksels 25 gedeeltelijk om de bijbehorende pen 18 die vast aan het betreffende steunorgaan 10 is gemonteerd. Elke pen 18 is immers zonder speling in de tanden 15 en met speling in de tanden 16 van het aangrenzende steunorgaan gemonteerd. De houder 23 van de 15 geleidingsrollen 22 is zodanig gevormd, dat de draaias van de geleidingsrollen 22 de langshartlijn van het betreffende steunorgaan 10 snijdt.

Zoals figuur 3 toont, is het schroeflijnvormige profiel 12 van het frame 1 naast het steunoppervlak 13 ook uitge-20 voerd met een althans ongeveer radiaal gericht geleidingsopper-vlak 14 waarlangs de geleidingsrollen 22 met de buitenomtrek kunnen rollen om zo een rollende geleiding en ondersteuning van het transportband 8 in radiale richting te verzorgen. Door plaatsing van de geleidingsrollen 22 nabij de radiaal buitenste 25 rand van het transportband 8 wordt een stabiele geleiding verschaft .

Het profiel 12 is boven het geleidingsoppervlak 14 uitgevoerd met een schouder 27 waaronder de geleidingsrollen 22 grijpen en die derhalve een neerhouder verschaft die het opwip-30 pen van de transportband 8 tegengaat. Deze neiging tot opwippen van de transportband 8 is het grootst nabij de radiaal buitenste rand van de transportband, zodat dit ook in dit geval gunstig is dat de geleidingsrollen 22 nabij de buitenrand zijn aangebracht.

35 In een bijzonder geval kunnen de steunorganen 10 seg mentvormig zijn uitgevoerd en zodanig met elkaar zijn verbonden dat de steunorganen onderling maximaal beweegbaar zijn tussen 7 een stand waarin de transportband althans ongeveer recht is en een stand waarin de krommingsstraal van de transportband althans ongeveer overeenkomt met die van de schroeflijnvormige baan. De transportband kan in dat geval met een kleinere krom-5 mingsstraal worden gebogen zodat transporteurs met kleinere diameters kunnen worden gebouwd. In dit geval kan het buitenste versterkingselement een niet in elkaar schuifbaar element zijn, zoals een sidebow ketting. De steunorganen 10 bezitten dan aan hun radiaal buitenste rand een in hoofdzaak vaste relatie tot 10 elkaar (in transportrichting), dat wil zeggen dat de steunorganen daar in hun maximaal uitgeschoven stand zijn vastgezet. Kromming van de transportband vindt plaats door het in elkaar schuiven van de steunorganen aan de radiaal binnenste rand. Overigens is dit ook met normale rechthoekige steunorganen te 15 bewerkstelligen.

Uit het voorgaande zal duidelijk zijn dat de uitvinding met eenvoudige en betrouwbare middelen mogelijk maakt dat een in een schroeflijnvormige baan geleide transportband, die is gevormd uit fijnmazige schakels, zonder aandrijfproblemen en 20 zonder negatieve invloed op de steunorgaanconstructie over een groot aantal windingen kan worden aangedreven.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvoor-beelden die op verschillende manieren binnen het kader van de 25 uitvinding kunnen worden gevarieerd.

Claims (11)

1. Transporteur voor transport van stukgoederen en dergelijke over een in hoogterichting verlopende schroeflijnvormige baan, voorzien van een frame, een door het frame ondersteunde en door aandrijfmiddelen aangedreven, eindeloze 5 transportband met een transportpart dat in de schroeflijnvormige baan is geleid en een terugvoerpart, welke transportband is voorzien van onderling beweegbaar gekoppelde, in hoofdzaak stijve steunorganen met een bovenste transportopper-vlak, welke steunorganen ten opzichte van elkaar scharnierbaar 10 zijn zowel om een eerste as evenwijdig aan het transportopper-vlak en loodrecht op de transportrichting als om een tweede as loodrecht op het transportoppervlak en loodrecht op de transportrichting, waarbij de steunorganen aan hun aan elkaar grenzende randen met elkaar zijn gekoppeld en tevens aan de radiaal 15 buitenste rand zijn verbonden met behulp van een zich in de transportrichting uitstrekkend versterkingselement, en waarbij het frame is voorzien van een schroeflijnvormig steunoppervlak voor het glijdend ondersteunen van de steunorganen in het transportpart, terwijl het frame voorts is voorzien van een 20 schroeflijnvormig geleidingsoppervlak voor het in hoofdzaak radiaal geleiden van de steunorganen in het transportpart, waarbij ten minste een aantal steunorganen is uitgevoerd met ten minste een geleidingsrol die draaibaar is om een draaias evenwijdig aan de tweede as en die kan rollen langs het genoemde 25 geleidingsoppervlak.

2. Transporteur volgens conclusie 1, waarbij de draai-assen van de geleidingsrollen ten opzichte van het frame gezien buitenwaarts van het radiale midden van de steunorganen zijn geplaatst.

3 0 3. Transporteur volgens conclusie 2, waarbij de draai- assen van de geleidingsrollen nabij de radiaal buitenste rand van de steunorganen zijn geplaatst.

4. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij het geleidingsoppervlak en het steunoppervlak van het frame zijn aangebracht op een profiel dat boven het geleidings-oppervlak is uitgevoerd met een schouder waaronder de gelei-dingsrollen grijpen.

5. Transporteur volgens conclusie 4, waarbij de gelei-5 dingsrollen cilindrisch zijn en het geleidingsoppervlak althans ongeveer verticaal, terwijl bij voorkeur de geleidingsrollen zijn uitgevoerd als wentellagers.

6. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij elke geleidingsrol is bevestigd aan een houder met ten 10 minste een uitsteeksel dat in een opening in de steunorganen is gestoken.

7. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steunorganen aan hun aan elkaar grenzende randen zijn gekoppeld met behulp van een langs deze randen van de 15 steunorganen verlopende pennen die bij voorkeur verlopen door openingen die speling ten opzichte van de pen hebben m een richting althans ongeveer evenwijdig aan het transportopper- vlak.

8. Transporteur volgens conclusie 6 en 7, waarbij de 20 betreffende pennen de openingen voor de uitsteeksels van de houders van de geleidingsrollen snijden en de uitsteeksels ten minste gedeeltelijk om de betreffende pennen grijpen.

9. Transporteur volgens een der voorgaande conclusies, waarbij de steunorganen segmentvormig zijn uitgevoerd en zoda- 25 nig met elkaar zijn verbonden dat de steunorganen onderling maximaal beweegbaar zijn tussen een stand waarin de transportband althans ongeveer recht is en een stand waarin de krom-mingsstraal van de transportband althans ongeveer overeenkomt met die van de schroeflijnvormige baan. 30

10.Transporteur volgens conclusie 9, waarbij de steun organen aan hun radiaal buitenste randen onderling althans ongeveer een constante afstand tot elkaar hebben.

11.Transporteur volgens conclusie 10, waarbij het ver-sterkingselement is voorzien van een sidebow ketting.