NL8402283A - Transportinrichting. - Google Patents

Description

* > I - -1- 24027/CV/tl

Korte Aanduiding: Transportinrichting.

De uitvinding heeft betrekking op een transportinrichting voorzien van productdragers,die met hun einden zijn gekoppeld met eindloze 5 kettingen,welke zijn geleid om om horizontale assen draaibare en op verschillende niveau's gelegen kettingwielen,zodanig,dat de product-dragers tijdens bedrijf op of neer en/of heen of weer verplaatsbaar zijn met behulp van de kettingen.

Bij dergelijke transportinrichtingen ,die bijvoorbeeld worden ge-10 bruikt in zogenaamde transport- buffersystemen zijn de beide de productdragers ondersteunende kettingen met de deze kettingen geleidende kettingwielen zodanig opgesteld,dat gezien in de richting van de draaiingsassen van de kettingwielen de kettingen recht achter elkaar zijn gelegen en de draaiingsassen van op dezelfde hoogte gelegen kettingwielen 15 in eikaars verlengde zijn gelegen. Daarbij liggen ook de aankoppelpunten van de productdragers aan de kettingen in lijn met elkaar.

Een probleem dat hierbij optreedt,is dat ,in het bijzonder indien de bewegingssnelheid van de ketting toeneemt en/of bij het ronden van de kettingwielen de productdragers de neiging hebben om te gaan slingeren.

20 Om daarbij te voorkomen,dat de slingerende productdragers ondersteund door verschillende naast elkaar gelegen parten van de kettingen met elkaar in contact komen is het bij de bekende inrichtingen dan ook gebruikelijk can de op en neer gaande parten van de kettingen op een verhoudingsgewijs grote afstand van elkaar aan te brengen,daar het aanbrengen 25 van het schommelen tegengaande geleidingen bijzonder gecompliceerd en duur zal* zijn.

Met de uitvinding wordt nu beoogd een inrichting van bovengenoemde soort te verkrijgen,waarbij een ongewenst schommelen van de productdragers op eenvoudige en doelmatige wijze kan worden voorkomen.

30 Volgens de uitvinding kan dit worden bereikt doordat gezien in de richting van de draaiingsassen van de kettingwielen de kettingwielen ,de kettingen alsmede de aan de uiteinden van de productdragers gelegen aankoppelpunten van de productdragers aan de kettingen ten opzichte van elkaar zijn versprongen.

* 35 Door toepassing van de constructie volgens de uitvinding wordt een schommelen van de productdragers tegengegaan,waardoor de afstand tussen de 8402283 t ·" > Λ -2- 24027/CV/tl op en neer gaande kettingparten en de met deze parten verbonden product-dragers kleiner kan worden gehouden dan bij de gebruikelijke inrichtingen, hetgeen een aanzienlijke besparing aan ruimte met zich mee zal brengen, terwijl verder ook grotere snelheden van de transportkettingen kunnen 5 worden toegepast dan bij de gebruikelijke inrichtingen.

De uitvinding zal hieronder nader worden uiteengezet aan de hand van een in bijgaande figuren schematisch weergegeven uitvoeringsvoorbeeld van de constructie volgens de uitvinding.

Fig. 1 toont schematisch een transportinrichting waarbij de verschil-10 lende onderdelen van de transportinrichting in een eerste stand zijn weergegeven.

Fig. 2 toont de in fig.1 weergegeven transportinrichting met verschillende onderdelen van de transportinrichting in een andere stand.

Fig. 3 toont schematisch de opstelling van de eindloze kettingen 15 en kettingwielen.

Fig. 4 toont schematisch in perspectief een productdrager.

In de fig.1 en 2 is schematisch een transportinrichting weergegeven, welke tevens als buffermachine kan worden toegepast.

Gebruikelijk omvat een dergelijke transportinrichting een tweetal 20 op afstand van elkaar gelegen eindloze transportkettingen 1 en 1',die nabij de bovenzijde van de inrichting zijn geleid over een aantal om vast opgestelde horizontale draaiingsassen draaibare kettingwielen 2,2' en aan de onderzijde van de inrichting om vast opgestelde horizontale draaiingsassen draaibare kettingwielen 3,3’. Telkens tussen twee kettingwielen 2 ,2* is een zogenaamde 25 loper 4 opgesteld,welke een tweetal om horizontale draaiingsassen draaibare kettingwielen 5,5* en 6,6' ondersteund.Daarbij wordt een tussen twee opeenvolgende kettingwielen 2 resp.2' gelegen gedeelte van een ketting 1.1' onder het bovenste kettingwiel 5 ,5' van een tussen deze kettingwielen 2,2’ gelegen loper gevoerd,terwijl het part vah de ketting,dat zich uitstrekt tussen 30 de beide nabij de onderzijde van de inrichting en recht onder de genoemde kettingwielen 2 ,2' gelegen kettingwielen 3,3' over het onderste- ke'ttirfg-wiel 6,6' vari de desbetreffende loper 4 wordt geleid.

Tussen de beide op afstand van elkaar gelegen transportkettingen 1 zijn productdragers aangebracht,die met behulp van de kettingen kunnen 35 worden verplaatst in de richting volgens pijl A.

De producten worden aan de productdragers toegevoerd in een toevoer- 8402283 -3- 24027/CV/tl 'Sc Ί*» d * station 7 en van de productdragers af genomen in een afvoerstation 8.

De beladen productdragers worden ondersteund door het met dikke zwarte lijnen aangegeven gedeelte van de transportkettingen, terwijl de lege productdragers worden ondersteund door het met twee op afstand van elkaar 5 gelegen dunne lijnen weergegeven gedeelte van de transportkettingen.

Indien de afvoer van producten bij het afvoerstation 8 moet worden Onderbroken wordt daar de transportketting tegengehouden,maar de toevoer van producten in toevoerstation 7 kan doorgaan doordat in een dergelijk geval het producten opnemende gedeelte van de transportket-10 ting wordt verlengd door het achtereenvolgens naar beneden bewegen van de lopers 4,hetgeen gepaard gaat met een verkorting van de geen producten dragende productdragers ondersteunende gedeelten van de transportkettingen 1,1' zoals duidelijk zal zijn uit fig.2.

De opstelling van de transportkettingen en de uitvoering van de 15 produtdragers volgens de uitvinding is nader schematisch aangegeven in fig.3 ai 4.

Zoals uit fig.3 blijkt is de ene transportketting 1 met de deze transportketting geleidoide kettingwielen 2 en 3 over een afstand x in een richting verplaatst ten opzichte van de andere eindloze 20 ketting 1’ en de deze ketting geleidende kettingwielen 2* én 3*.

Op soortgelijke wijze zijn de in de loper gelegerde kettingwielen 5 en 5' en 6 en 6’ van de beide andloze kettingen 1 en 1' over een afstand x in een richting ten opzichte van elkaar verplaatst.

In fig,4 is schematisch een productdrager 9 weergegeven. Zoals uit 25 deze figuur blijkt zijn ook de aankoppelpunten 10 en 11 voor het aankoppelen van de productdrager 9 aan de kettingen 1 en 1' over een afstand x ten opzichte van elkaar versprongen opgesteld.

Zoals in het bijzonder uit fig.3 duidelijk zal zijn wordt bij toepassing van de constructie volgens de uitvinding bewerkstelligd,dat de 30 aankoppelpunten 10 en 11 waarmede een productdrager met de eindloze transportkettingen 1 en 1' is gekoppeld niet in eikaars verlengde zijn gelegen,terwijl de aankoppelpunten toch steeds in een vlak blijven liggen,zodat de juiste stand van-de productdragers steeds gehandhaafd blijft tijdens de beweging van de productdrager door de machine en 35 behoudens eventuele speling in de ophangpunten 10 en 11 een schommelen van de productdrager is uitgesloten.

8402283

Claims (2)

1. Transportinrichting voorzien van productdragers,die met hun einden zijn gekoppeld met eindloze kettingen,welke zijn geleid om om horizontale assen draaibare en op verschillende niveau’s gelegen kettingwielen,zodanig, dat de productdragers tijdens bedrijf op of neer en/of heen of weer ver-5 plaatsbaar zijn met de kettingen,met het kenmerk,dat gezien in de richting van de draaiingsassen van de kettingwielen de kettingwielen,de kettingen alsmede de aan de uiteinden van de productdragers gelegen aankoppelpunten van de productdragers aan de kettingen ten opzichte van elkaar zijn versprongen. 10

2. Transportinrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk,dat de kettingen zijn geleid om in lopers gelegerde kettingwielen,waarbij de kettingwielen in de lopers voor de verschillende kettingen gezien in de richting van de draaiingsassen van de kettingwielen ten opzichte van elkaar zijn versprongen. 15 » 8402283