NL8002691A - Inrichting voor het kantelen van getransporteerde artikelen. - Google Patents

Description

* Ν.Ο. 29.ΟΟ9 1

Inrichting voor het kantelen van getransporteerde artikelen.

Be uitvinding heeft "betrekking op een inrichting voor het kantelen van artikelen van in het algemeen rechthoekige vorm met tegenover elkaar gelegen langere zijkanten en tegenover elkaar gelegen kortere zijkanten waarhij de artikelen allereerst worden getranspor-5 teerd in een rechtop staande positie gesteund op een van de achter-zijkanten ervan en daarna worden onderworpen aan een voorwaartse kantelactie naar een toestand waarin ze verder worden getransporteerd in een liggende positie waarin ze steunen op een van de langere zijkanten.

10 Een inrichting van bovengenoemde soort wordt in het bijzonder toegep'astvoor het invoeren van groepen biscuits van de betreffende vorm in de gewenste oriëntatie in een omwikkelmachine uitgaande van » een groep afmeetmachine. Biscuits van een dergelijke vorm worden in het algemeen gelegerd door een groep afmeetmachine in rechtop staan-15 de positie en het is gebruikelijk om de afgemeten groepen biscuits in liggende toestand toe te voeren en de omwikkelmachine. Het is derhalve noodzakelijk om de door de afmeetmachine gelegerde groepen vanuit hun rechtopstaande positie naar een liggende positie te brengen voordat ze de omwikkelmachine binnengaan.

20 In een bekende inrichting, bestemd om deze verandering uit te voeren en beschreven in het Amerikaanse Octrooischrift 4*122.938 worden de groepen in rechtop staande positie getransporteerd door een toevoertransporteur langs een plat vlak voorzien van een gedeelte dat in de bewegingsrichting opwaarts geland verloopt en een dis-25 continuïteit in het oppervlak vormt. Elke groep wordt door- de toevoertransporteur over dit opwaarts hellende gedeelte geduwd en wanneer het zwaartepunt een punt heeft bereikt voorbij de rand van dit opwaarts hellende gedeelte dan valt de groep en neemt een liggende positie in op het oppervlaktegedeelte voorbij het hellende 30 gedeelte. Be gekantelde groepen worden daarna verder door de toevoertransporteur getransporteerd in de richting van de omwikkelmachine. Beze inrichting is echter moeilijk te bedrijven bij hoge snelheden, bijvoorbeeld met meer dan 120 kanteloperaties per minuut omdat de groepen de neiging hebben om in de rechtop staande positie 35 te blijven als ze van het einde van het hellende gedeelte vallen als gevolg van hun moment.

In de verbeterde inrichting beschreven in het Amerikaanse 0c-trooischrif 4*122.938 is het hellende gedeelte geëlimineerd en 800 2 6 91

V

2 wordt de discontinuïteit in het oppervlak waarover de groepen biscuits door de toevoertransporteur worden voortbewogen, gevormd door een transversale spleet in het oppervlak. Een bovenliggend roterend element, aangedreven in een gesloten weg, komt in aanraking met het 5 achtervlak van elke groep en zorgt samen met de discontinuïteit voor het kantelen van de groep vanuit zijn rechtop staande positie naar de liggende positie waarin de groep verder door de toevoertransporteur wordt getransporteerd. Indien deze inrichting met hoge snelheid wordt bedreven dan kan de slagwerking van het roterend element lei-10 den tot beschadiging van de biscuits en het is niet onwaarschijnlijk dat de maatregelen nodig om ervoor te zorgen dat het roterende element in contact komt met het achtervlak van de groepen precies op het moment dat deze worden beïnvloed door de discontinuïteit in het oppervlak, hetgeen essentieel is voor het produceren van de kantel-15 werking in de groep, leiden tot moeilijkheden.

De uitvinding heeft nu ten doel een kantelinrichting van bovengenoemde soort te verschaffen welke met hoge snelheid effectief kan worden bedreven. De uitvinding verschaft daartoe een inrichting voor het kantelen van een opeenvolging van artikelen van in het 20 algemeen rechthoekige vorm met tegenover elkaar liggende langere en kortere zijkanten, voorzien van een toevoertransporteur met duw-elementen die contact maken met de opeenvolgende artikelen in de reeks, teneinde deze in een rechtop staande positie langs een stilstaande plaat voort te bewegen, en verder steunmiddelen aangebracht 25 voorbij het einde van de stilstaande plaat voor het ondersteunen van de onderoppervlakken van de artikelen wanneer ze de stilstaande plaat verlaten en door de duwelementen verder worden voortbewogen, welke steunmiddelen en duwelementen een relatief moment hebben dat ervoor zorgt dat de artikelen in voorwaartse richting tuimelen van 30 de ondersteuningsmiddelen en een steunelement dat zodanig gepositioneerd is dat de artikelen die in voorwaartse richting tuimelen van de ondersteuningsmiddelen worden ontvangen op een niveau waarop een verder transport langs het steunelement van de genoemde artikelen door de genoemde duwelementen mogelijk is.

35 In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding worden de ondersteuningsmiddelen gevormd door een kettingtransporteur die wordt aangedreven met een lagere snelheid dan de toevoertranspor- . teur en die voorzien is van een aantal gescheiden platforms welke individueel de opeenvolgende artikelen afkomstig van de stilstaande 40 plaat ondersteunen, waarbij het steunelement aangebracht is voorbij 800 2 6 91 3 het uiteinde van de kettingtransporteur. Elk van deze.platforms kan gevormd worden door een paar staven die in de "bewegingsrichting van de artikelen op afstand van elkaar zijn geplaatst. De kettingtransporteur kan voorzien zijn van stangen aangebracht tussen de plat-5 forms voor het in schuine positie ondersteunen van de artikelen die in voorwaartse richting zijn gekanteld onder invloed van hun eigen moment als gevolg van het stoppen van de inrichting.

In een andere uitvoeringsvorm worden de ondersteuningsmiddelen gevormd door één enkel heen en weer bewegend platforn&at achtereen-10 volgens elk van de artikelen afkomstig van de stilstaande plaat ondersteund.

Bij voorkeur wordt het steunelement gevormd door een hellend vlak met een opwaarts verlopende helling in de bewegingsrichting van de artikelen.

15 Twee uitvoeringsvormen van de uitvinding zullen in het volgende aan de hand van de begeleidende figuren worden beschreven.

Eig* 1 toont een gedeeltelijke doorsnede door een eerste uitvoeringsvorm van de uitvinding.

Fig. 2 toont een korresponderend bovenaanzicht.

20 Eig. 3>4>5 en 6 tonen aanzichten ter illustratie van diverse stadia in het bedrijf van de inrichting getoond in de fig. 1 en 2.

Eig. 7 toont een doorsnede door een tweede’ uitvoeringsvorm van de inrichting volgens de uitvinding.

Eig. 8 toont een aanzicht volgens de lijn 8-8 in fig. 7· 25 Eig. 9 toont een nieuwe toepassing van de tweede uitvoerings vorm wanneer de biscuits geen zuivere rechthoekige vorm bezitten.

In de diverse figuren zijn overeenkomstige onderdelen aangeduid met overeenkomstige referentiecijfers.

Zoals getoond is in de fig. 1 en 2 worden groepen 11 van 50 rechthoekig gevormde biscuits overgedragen vanaf een groep afmeet-inrichting, bijvoorbeeld van het type zoals getoond is in het Britse Octrooischrift 1.379*884 naar een kantelpositie 12 in rechtop staande positie langs een stilstaande plaat 17 door middel van duw-stangen 15 verlopend tussen en bevestigd aan een paar continu aan-35 gedreven kettingen 1-4 gemonteerd op kettingwielen 16. Zijgeleidings-elementen 18 zijn aangebracht voor het geleiden van de groepen 11 in de lengterichting.

Als elk van de groepen 11 de kantelpositie 12 nadert dan wordt de groep vanaf de stilstaande plaat 17 overgebracht op een van een 40 reeks steunplatforms welke de groep ondersteunen totdat de kantel- 800 2 6 91 4 * positie 12 wordt bereikt. Elk platform wordt gevormd door een voorste stang 19 en een achterste stang 21 gescheiden door een spleet 20 voor het doorlaten van biscuitkruimels. De stangen 19 en 21 verlopen tussen en zijn bevestigd aan een paar continu aange-5 dreven kettingen 22 gemonteerd op de kettingwielen 23 en 24, waarbij de kettingen 22 worden aangedreven met een lagere snelheid dan de kettingen 14· In het geïllustreerde voorbeeld zijn er drie steunplatformen 19,21 aangebracht op onderling gelijke intervallen op de kettingen 22 en zijn hulpsteunstaven 26 bevestigd aan de ket-10 tingen 22 tussen de platforms.

Yoorbij het kettingwiel 24 bevindt zich een hellend vlak 27 dat in de bewegingsrichting van de groepen schuin opwaarts verloopt en waarop de groepen 11 achtereenvolgens vallen op de nog-nader te beschrijven wijze en zoals geïllustreerd is in fig. 5 en van-15 waar ze vervolgens door de duwstangen 13 naar het afleverplatform 28 worden getransporteerd. Als elke duwstang 13 zijn beweging rond het kettingwiel 16 begint dan komt een heen en weergaand duwelement 29 in aanraking met de achterzijde van de groep 11 om als vervolg op de duwstang de groep te transporteren van het afleverplatform 20 28 naar-~een (niet getoond) omwikkelmechanisme welk duwelement 29 tevens een wikkel meevoert aangebracht in de bewegingsweg van de groep in het omwikkelmechanisme.

Tijdens bedrijf worden de opeenvolgende groepen 11 van biscuits overgebracht door de duwstangen 13 vanaf de stilstaande 25 plaats 17 naar de platforms 19, 21 en als gevolg van de lagere bewegingssnelheid van de kettingen. 22 ten opzichte van de bewe · gingssnelheid van de kettingen 14 zorgt de doorgaande beweging van de duwstangen 13 voordat elk van de overgedragen groepen over het ondersteunende oppervlak van zijn platform wordt geduwd zoals ge-30 toond is in fig. 3· Het relatieve moment van de kettingen 14 en 24 is zodanig dat op het moment dat een groep 11 arriveert bij de kantelpositie 12 de groep voorwaarts is geduwd totdat zijn zwaartepunt voor de voorste rand van de staaf 19 is komen te liggen zoals getoond is in fig. 4· He groep bevindt zich nu in een niet stabiele 35 toestand ®n voortgaande beweging in voorwaartse richting resulteert in een voorwaartse rotatie van de groep rond een horizontale as totdat de langere zijkanten van de biscuits in de groep in contact komen met het hellende vlak 27 zoals getoond is in fig. 5 maar op de groep blijft totdat de duwstang 13 weer in contact komt met de 40 groep en de groep transporteert naar het afleverplatform 28.

800 2 6 91 5 *

JP

Bij het stoppen van de inrichting kan het gebeuren dat een groep 11 die juist werd getransporteerd door een platform 19»21 als gevolg van zijn moment voorwaarts kantelt. Als dit gebeurt dan zal de groep 11 worden ondersteund tussen de staven 26 en 19 zoals 5 getoond is in fig. 6 zodat het naar beneden vallen van de groep wordt voorkomen. Als de inrichting opnieuw wordt gestart dan zal deze groep op deze wijze ondersteund worden getransporteerd naar de kantelpositie 12 totdat de staaf 26 rond de kettingwielen 24 passeert waarbij de groep 11 in de korrekte toestand op het aan de vlak 10 27 zal vallen. De uitvoeringsvorm die getoond is in de fig. 7 en 8 werd in het algemeen op dezelfde wijze als de reeds beschreven uitvoeringsvorm. Het hellende vlak is echter vervangen door een horizontaal afleverplatform JOjLaax op de groepen 11 in liggende positie .vallen en waarlangs zij door de duwstaven 13 getransporteerd 15 kunnen worden. Bovendien zijn de kettingtransporteur en zijn ondersteunende platforms vervangen door één enkel heen en weergaand platform 31 dat dienst doet voor het ondersteunen van elk van de groepen 11 tijdens de beweging ervan vanaf de stilstaande plaat 17·

Het platform 31 is gemonteerd op een slee 32 waarvan de uiteinden 20 ’ verlopen door horizontale sleuven 33 in klompen 34 die vanaf de stilstaande plaat 17 in benedenwaartse richting verlopen. De slee 32 is via een verbindingsstang 35 gekoppeld met de armen 36 gemonteerd op een as 37» waaraan tevens een arm 41 bevestigd is die een volgeenheid 38 draagt welke door middel van een veer 39 in contact 25 wordt gehouden met een kamelement 40.

Het platform 31 wordt dus door het kamelement 40 langs een horizontale weg,’ heen en weer bewogen. De kam kan zodanig uitgevoerd zijn dat het platform 31 voorwaarts beweegt met een lagere snelheid dan de duwstangen 13 zodat de groepen 11 worden gekanteld en op 30 de plaat 30 vallen op dezelfde wijze als in de uitvoeringsvorm getoond in de fig. 1 tot en met 6. Ook kan het platform 31 voorwaarts bewegen met dezel*fde snelheid als de duwstangen 13 en wordt het kantelen van elke groep gerealiseerd door het terugtrekken van het platform onder de groep uit.

35 Alhoewel in het bovenstaande de inrichting in het bijzonder is beschreven voor het transporteren en kantelen van groepen biscuits zal het duidelijk zijn dat de inrichting ook gebruikt kan worden voor andere rechthoekig gevormde artikelen, zoals doosjes of pakjes sigaretten, en in het algemeen in al die gevallen waarin 40 het nodig is om de artikelen vanuit een rechtop staande positie 800 2 6 91 6 naar een liggende positie te kantelen.

Ook kan de inrichting worden gebruikt met biscuits die geen zuiver rechthoekige vorm bezitten maar bijvoorbeeld voorzien zijn van geschulpte randen, vooropgesteld dat de biscuits in hun alge-5 meenheid voorzien zijn van een platte kortere rand zodat het mogelijk is om de biscuits in rechtop staande positie over de stilstaaade plaat 17 en de ondersteuningsmiddelen waardoor ze worden ondersteund tijdens de kanteloperatie, te verplaatsen. De biscuits kunnen dus bijvoorbeeld de vorm hebben die in fig. 9 met 11A is aange-10 duid.

· -t t 800 2 6 91

Claims (8)

1. Inrichting voor het kantelen van een opeenvolging van artikelen met een in het algemeen rechthoekige vorm en voorzien van tegenoverelkaar gelegen langere zijkanten en tegenoverelkaar gelegen kortere zijkanten, voorzien van een toevoertransporteur met 5 duwelementen die in aanraking komen met de opeenvolgende artikelen in de reeks teneinde de artikelen in rechtop staande positie voorwaarts te bewegen langs een stilstaande plaat, ondersteuningsmid-delen aangebracht voorbij het einde van de stilstaande plaat en bestemd voor het ondersteunen van de ondervlakken van de artikelen 10 als ze de stilstaande plaat verlaten en door de duwelementen verder voorwaarts worden bewogen, welke ondersteuningsmiddelen uit zodanige relatieve beweging vertonen dat de artikelen vervolgens in voorwaartse richting van de ondersteuningsmiddelen tuimelen, terwijl verder een steunelement aanwezig is bestemd voor het ontvan-15 gen van de artikelen in liggende positie nadat deze voorwaarts getuimeld zijn vanaf de ondersteuningsmiddelen op een niveau waarop verder transport van de artikelen door middel van de genoemde duwelementen mogelijk is.

2. Inrichting volgens conclusie 1,met het kenmerk, 20 dat de ondersteuningsmiddelen voorzien zijn van een kettingtrans- porteur die met een lagere snelheid dan de toevoertransporteur wordt aangedreven en voorzien zijn van een aantal op afstand van elkaar geplaatste platforms die individueel de opeenvolgende artikelen afkomstig van de stilstaande plaat ondersteunen waarbij het steun-25 element is aangebracht voorbij het einde van de kettingtranspor-teur.

3. Inrichting volgens'cocnlsuie 2, met het kenmerk, dat elk platform is voorzien van een paar staven die op afstand van elkaar in de bewegingsrichting van de artikelen zijn gepositi-• 30 oneerd.

4· Inrichting volgens conclusie 2 of 3» met het kenmerk, dat de kettingtransporteur voorzien is van staven aangebracht tussen de platformen voor het in een schuine positie ondersteunen van de artikelen wanneer deze onder invloed van een 35 eigen moment en als gevolg van het stoppen van de inrichting voorwaarts zijn gekanteld.

5. Inrichting volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de ondersteuningsmiddelen worden gevormd door één enkel heen 800 2 6 91 4 8 en weer bewegend platform dat achtereenvolgens elk van de artikelen afkomstig van de stilstaande plaat ondersteund.

6. Inrichting volgens één der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het steunelement bestaat uit een opwaarts 5 hellend vlak gezien in de voortbewegingsrichting van de artikelen.

7· Inrichting volgens conclusie 1, uitgevoerd zoals beschreven is aan de hand van de fig. 1-6.

8. Inrichting volgens conclusie 1, uitgevoerd zoals beschreven is aan de hand van de fig. 7 en 8. 800 2 6 91