NL9001737A - Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van flessen en dergelijke. - Google Patents

Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van flessen en dergelijke. Download PDF

Info

Publication number
NL9001737A
NL9001737A NL9001737A NL9001737A NL9001737A NL 9001737 A NL9001737 A NL 9001737A NL 9001737 A NL9001737 A NL 9001737A NL 9001737 A NL9001737 A NL 9001737A NL 9001737 A NL9001737 A NL 9001737A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
bottles
feed
thrust
compartments
transport
Prior art date
Application number
NL9001737A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Kronseder Hermann
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kronseder Hermann filed Critical Kronseder Hermann
Publication of NL9001737A publication Critical patent/NL9001737A/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B08CLEANING
    • B08BCLEANING IN GENERAL; PREVENTION OF FOULING IN GENERAL
    • B08B9/00Cleaning hollow articles by methods or apparatus specially adapted thereto 
    • B08B9/08Cleaning containers, e.g. tanks
    • B08B9/20Cleaning containers, e.g. tanks by using apparatus into or on to which containers, e.g. bottles, jars, cans are brought
    • B08B9/205Conveying containers to or from the cleaning machines

Description

Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van flessen en diergelijke.
t
De uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het toevoeren van flessen en dergelijke naar een verwerkings-machine, in het bijzonder een reinigingsmachine, waarvan het fles-opnamedeel een reeks naast elkaar opgestelde overneeminrichtingen voor het afzonderlijk na elkaar overnemen van flessen omvat, waarbij tenminste één stroom van flessen door een toevoerorgaan op een vóór de overneeminrichtingen opgesteld transportvlak geleid wordt en de flessen door vakken in een rij toegevoerd worden naar de afzonderlijke overneeminrichtingen en waarbij de stroom flessen over de breedte van de vakkenopstelling opgestuwd wordt voor gelijkmatige levering aan de vakken. Voorts heeft de uitvinding betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze.
De invoer in een flessenreinigingsmachine is met betrekking tot de geluidsontwikkeling, de belasting van de flessen en de storingsgevoeligheid een van de meest kritieke plaatsen van een vulinstallatie. De over meerdere sporen op een toevoerinrich-ting, doorgaans met een rechte hoek ten opzichte van de langsas van de reinigingsmachine aangevoerde flessen moeten omgezet en over de overgeeftafel gevoerd worden. Door de transportinrichting van de overgeeftafel, bij voorkeur een bandtransporteur, worden de flessen op afzonderlijke wijze in de vakken geschoven, waar zij bijvoorbeeld door middel van ronddraaiende nokkenschijven geheven worden en vervoerd worden in cellen van ronddraaie.nde flessekorven.
Om te verzekeren dat op de overgeeftafel een stroom flessen overeenkomstig de breedte van de vakkenopstelling opgestuwd wordt zodat alle vakken op voldoende wijze met flessen gevuld worden en door de nokkenmschijven geheven kunnen worden, wordt een bepaalde druk uitgeoefend op de flessen. Deze doorgaans hoge stuwdruk leidt vaak tot breuk van flessen en tot het vast raken van flessen, in het bijzonder vóór de vakken, die daarom bewaakt moeten worden door een bedieningspersoon.
Om dit probleem op te lossen werden reeds verschil lend voorstellen gedaan:
In het Duitse octrooischrift 10.09.517 wordt een inrichting beschreven, waarbij tussen de overgeeftafel en de toe-voerinrichting een overschuifplaat voorzien is, die oscillerende bewegingen uitvoert om de flessenstroom los te werken respectievelijk te verbreden. Bij moderne flessenreinigingsmachines met bijvoorbeeld 40 tot 50 vakken wordt door een dergelijke maatregel het bovengenoemde nadeel slechts in zeer beperkte mate verminderd. Bij vastgeraakte flessen is de wrijvingskracht tussen de flessen en de overschuifplaat voor het verschuiven van de flessen niet meer voldoende.
Uit de Duitse octrooiaanvrage 14.32.358 is een inloop voor een wasmachine bekend, waarbij aan de van de wasmachine afgekeerde langszijde van de toevoerinrichting meerdere op geregelde wijze beweegbare stootkleppen opgesteld zijn, met behulp waarvan een groepsgewijs, opstoppingsarm verschuiven van de flessen mogelijk moet worden gemaakt· Deze inrichting werkt intermitterend, zodat een voldoende vulling van de reinigingsmachine niet gewaarborgd is bij een grote doorzet. Bovendien moeten de stoter en de aandrijf inrichtingen daarvoor mechanisch zeer stabiel om weerstand te kunnen bieden aan de optredende krachten. Bij te volle banden kan de stoter geblokkeerd raken.
In het Duitse octrooischrift 26.14.711 wordt een reinigingsmachine beschreven, waarbij de toevoerinrichting de flessen schuin ten opzichte van de langsas van de reinigingsmachine aanvoert. Hierdoor laat de benodigde stuwdruk zich enigszins verminderen. Nadelige invloed heeft echter een relatief brede, zaagtandvormig getande overschuifplaat, die nodig is bij schuine aanvoer van de flessen en een groot aantal aanloopkanten vormt, die het overschuiven van de flessen belemmeren. Bovendien is een naar verhouding brede toevoerinrichting nodig, waardoor de toegankelijkheid naar de overgeeftafel in sterke mate belemmerd wordt, hetgeen zeer nadelig is wanneer vóór de vakken vastgeklemd geraakte flessen losgemaakt moeten worden of door omgevallen flessen voor de vakken gevormde bruggen opgeheven moeten worden.
Ben inrichting voor het toevoeren van flessen van de in de aanhef genoemde soort is beschreven in het drukwerk "Seitz-Information" 1977. Bij deze inrichting wordt de stuwdruk verminderd doordat het tafelvlak van de overgeeftafel verdeeld is in meerdere stuwgebieden, die afzonderlijk door toevoerinrichtingen gevuld worden met flessen. De door deze maatregelen bereikte verlaging van de stuwdruk is echter bij vele toepassingen, in het bijzonder bij zeer hoge flessendoorzet en grote flessendiameter, echter niet voldoende.
Doel van de uitvinding is om een werkwijze voor het toevoeren van flessen van de in de aanhef genoemde soort en een inrichting voor het uitvoeren van deze werkwijze te verschaffen, waarmee de flessen storingsvrij overgenomen worden in de machine en in het bijzonder het vastgeklemd raken van de flessen en het optreden van flessenbrugen als gevolg van hoge stuwdruk vóór en in de vlakken vermeden wordt.
Volgens de uitvinding wordt dit doel bereikt doordat op doorlopende wijze op de flessen op het transportvlak een tegen de transportrichting gerichte kracht uitgeoefend wordt. De overeenkomstige inrichting volgens de uitvinding is voorzien van een naar de overneeminrichtingen omhoog hellend transportvlak.
Door de werkwijze volgens de uitvinding, waarbij de opstuwing respectievelijk de verdeling van de flessen over de breedte van de vakkenopstelling op het transportvlak op verrassende wijze ondersteund wordt door de van de f lesopname af gerichte kracht wordt door deze, door de helling van het stuwvlak veroorzaakte kracht een verlaging van de voortdrijfkracht respectievelijk de stuwdruk van de flessen in en direct vóór de vakken bewerkstelligd. Daardoor wordt het optreden van flessenbruggen, een ongewenst opheffen van de volgende flessen door de reeds overgenomen flessen, het vastraken van flessen in of vóór de vakken en overige storingen in deze bijzonder risicovolle gebieden op vergaande wijze vermeden. Raken in deze gebieden de flessen toch vastgeklemd, dat kan dit als gevolg van de geringe stuwdruk met een geringe inspanning opgeheven worden. De bandtransporteurs, waarvan de oppervlakken de stuwvlak- ken vormen, kunnen daarbij continu doorlopen; een verlaging van de snelheid of zelfs een kortstondige stilstand van deze bandtranspor-teurs is niet meer nodig.
De toevoer van flessen op het transportvlak door de toevoerorganen kan op voordelige wijze zodanig plaatsvinden, dat aan beide zijden van de zich voor de vakken opeenhopende stroom flessen p het transportvlak flesvrije bufferzones in stand gehouden worden. Deze bufferzones houden ook bij bepaalde schommelingen in de toevoer het transportvlak drukvrij en vergemakkelijken de regeling van de flestoevoer door de toevoerorganen.
Hellinghoeken van het transportvlak van 3 tot 5° ten opzichte van de horizontaal zijn bijzonder geschikt gebleken. In een voordelige uitvoering van de uitvinding kan ook voorzien worden dat de toevoerinrichting voorzien is van een toevoervlak, dat in het bijzonder onder een zelfde hoek helt als het transportvlak. Dit onder een hoek geplaatste gebied zorgt voor een voldoende ontlasting van de flessen kort voor en in de vakken. Anderzijds wordt de stuwdruk in het eindgebied van de toevoerinrichting en in het beneden gelegen gebied van de stuwvlakken, dus in gebieden waarin de flessen toch al niet vastgeklemd kunnen raken, niet noemenswaardig verhoogd.
In een verdere voordelige uitvoering van de uitvinding kan voorzien worden dat de lengten van de vakken een profiel bezitten met een tegen de opgestuwde stroom flessen uitstekende punt. Door een dergelijke lengteverdeling van de vakken wordt het verwijden van de stroom flessen overeenkomt!g de breedte van de vakkenopstelling in aanzienlijke mate ondersteund. Verdere voordelige uitvoeringsmogelijkheden volgens de uitvinding volgen uit de afhankelijke conclusies.
De uitvinding wordt nu nader verduidelijkt en beschreven aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld en de bijgevoegde tekeningen.
Getoond wordt in:
Figuur 1 een bovenaanzicht op een uitvoeringsvoorbeeld voor een inrichting voor het toevoeren van flessen volgens de uitvinding, waarbij de inrichting voorzien is van vier stuwvlak-ken.
Figuur 2 een in hoofdzaak een enkel stuwvlak bezittend deel van de in figuur 1 getoonde inrichting volgens de uitvinding in bovenaanzicht.
Figuur 3 het in figuur 2 weergegeven deel van de inrichting volgens de uitvinding in zij-aanzicht.
In figuur 1 is een reinigingsraachine voor flessen 15 en dergelijke in het algemeen aangeduid met het verwijzingscij-fer 1. De reinigingsmachine is langs de met 26 aangegeven lijn voorzien van naast elkaar opgestelde (in figuur 1 niet weergegeven), een flesopnamevormende overneeminrichtingen voor de achtereenvolgende overname van afzonderlijke flessen. De flessen worden volgens de richting van de met 10 aangeduide pijl overgenomen in de machine.
Voor de f lesopname is een over geef taf el 2 opgesteld, waarop in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld vier door zijbegrenzingen 3 alsook door scheidingslijven 5 gescheiden stuw-vlakken 4 tot 4 ’ ' 1 voor door de machine over te nemen flessen gevormd zijn. De stuwvlakken zijn, zoals nog nader verduidelijkt wordt aan de hand van figuur 3, op vergaande wijze uitgevoerd als beweegbare transportvlakken, door welke de flessen naar de flesop-name bewogen worden. De zijbegrenzingen en de scheidingslijven, door welke de flessen binnen de afzonderlijke stuwvlakken gehouden worden, kunnen uitgevoerd zijn als uit stangen respectievelijk staven bestaande relingen of als doorgaand uitgevoerde stroken. Met 7 zijn door vaklijven 28 gevormde vakken aangeduid, door welke vakken de flessen in een rij na elkaar toegevoerd worden naar de afzonderlijke overneeminrichtingen. De vaklijven 28 kunnen, zoals de zijbe-grenzingen, bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als stangrelingen of als doorgaande metalen stroken. Zoals te zien is, hebben in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld de vaklijven 28 binnen de afzonderlijke stuwvlakken 4 tot 411' een verschillende lengte, waarbij steeds het middelste lijf de grootste lengte bezit en de lengte van de lijven lineair afneemt naar de zijden toe. De vaklijven kunnen over de stuwvlakken verbonden zijn met een (in figuur 1 niet weergegeven) vasthoudinrichting. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld hellen de stuwvlakken 4 tot 4111 met een hoek van 4° omhoog naar de flesopname toe.
Een flessentransportinrichting is in het algemeen aangeduid met 27 en vormt steeds een afzonderlijke toevoerinrichting voor elk van de stuwvlakken 4 tot 4'''. De transportinrichting 27 is voorzien van vier, via een gemeenschappelijke as door een motor 13 aangedreven bandtransporteurs 6. De naar boven gekeerde oppervlakken van de bandtransporteurs vormen een gemeenschappelijk vlak, dat direct op hetzelfde niveau in zijwaartse richting aansluit op de vier stuwvlakken en dat in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld, net zoals de stuwvlakken, met 4° naar de opname toe afloopt dwars op de looprichting van de bandtransporteurs. Door de helling worden ter plaatse van de overgang naar de stuwvlakken aan-loopplaatsen voor de flessen vermeden en wordt het van richting veranderen op de stuwvlakken vergemakkelijkt. Met 25 zijn zijgelei-dingen voor de afzonderlijke toevoerorganen aangeduid. De overeenkomstig een uit een dubbele rij bestaande transportstroom, op afstand van elkaar aangebrachte zij geleidingen 25 kunnen bijvoorbeeld uitgevoerd zijn als staafvormige relingen. Voor het vasthouden van de zij geleidingen kunnen tussen de afzonderlijke bandtransporteurs 6 (in figuur 1 niet weergegeven) overeindstaande vasthoudelementen of boven de banden opgestelde vasthoudorganen voorzien zijn. Door de helling van de banden liggen de flessen steeds met een verlaagde aandrukkracht aan tegen één van de zijgeleidingen, hetgeen voordelig is met betrekking tot de geluidsontwikkeling en voor een bepaalde voorordening van de flessen zorgt. De zij geleidingen 25 zijn aan de einden steeds onder het schuin oversteken van de bandtransporteurs 6 naar de overgeeftafel 2 gebogen, zodat een richtingsver-andering van de aangevoerde flessen, onder voortgaande beweging door de steeds dichter bij de overgeeftafel opgesteld, bandtransporteurs 6, plaatsvindt tot de toevoerinlaten van de stuwvlakken. De zijgeleidingen 25 zijn aan hun einden voorzien van aftakkingen 30, door middel waarvan een te sterke verwijding van de transport- breedte tussen deze zij geleidingen/ direct vóór de toevoerinlaat vermeden wordt. De einden van de zij geleidingen 25 gaan steeds onder vorming van afgronde randen over in eindbegrenzingen 29 van de stuwvlakken 4 of zijn direct tot op de einden van deze eindbegrenzingen gevoerd. Op overeenkomstige wijze eindigen de zij geleidingen 25 alsook de aftakkingen 30 aan het einde van de zijbegrenzing 3 respectievelijk de einden van de scheidingslijven 5. In het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld als mechanische tasters uitgevoerde op-stoppingssensoren voor het aangeven van een opstopping op de afzonderlijke toevoerorganen zijn aangeduid met 8. De met 9 aangeduide pijl geeft de transportrichting aan van de flessentransportinrich-ting 27, die met een rechte hoek ten opzichte van de pijl 10 verloopt.
Een andere transportinrichting is in het algemeen met 31 aangeduid, waarbij de transportrichting overeenkomstig pijl 32 loodrecht verloopt ten opzichte van de transportrichting van de transportinrichting 27. De transportinrichting 31 is voorzien van vier naast elkaar opgestelde, telkens afzonderlijk door een aandrijf motor 14 aangedreven bandtransporteurs 33. Zij geleidingen zijn aangeduid met 11, waarbij de afstand tussen de zijgeleidingen geschikt is voor een f lessentransport in één rij. De zij geleidingen zijn aan hun eind gebogen voor het omzetten van de flessen op de transportinrichting 27, waarbij de zij geleidingen 11 telkens eindigen tussen twee van de zij geleidingen 25 van de transportinrichting 27 en de overgang vastleggen naar flessentransport in twee rijen*
Een schematisch weergegeven beladingsinrichting voor het vullen van de transportinrichting 31 is aangeduid met 12, in welke beladingsinrichting de flessen of dergelijke uit trans-porthouders genomen worden en op de banden 33 geplaast worden.
In de figuren 2 en 3 is in hoofdzaak het eerste stuwvlak 4 van de overgeeftafel 2 van figuur 1 weergegeven. Met 16 zijn als roterende nokkenschijven uitgevoerde, slechts voor een deel weergegeven inschuifelementen aangeduid, waarmee de in de vakken 7 dichterbijkomende flessen 15 volgens de door de pijl 34 aangegeven richting langs glijbanen 20 geheven worden. De dubbele pijl 36 moet aangeven dat de vaklijven 28 in bepaalde mate dwars op de transportstroom van de flessen beweegbaar zijn om het inlopen van de flessen in de vakken, waarvan de breedte enigszins groter is dan de diameter van de flessen, te vergemakkelijken. Met 17 en 18 zijn afgeronde randen aangeduid, die gevormd zijn ter plaatse van de verbindingsplaatsen tussen de zijbegrenzing 13 van het stuwvlak 4 en de zij geleiding 25 van het toevoerorgaan respectievelijk tussen de eindbegrenzing 29 en de in een boog 19, schuin over de (in figuur 1 niet weergegeven) bandtransporteur 6 geleide andere zij geleiding 25. Met 23 is een over de rollen 21 en 22 geleide bandtransporteur aangeduid, die intermitterend of continu aan te drijven is in de pijlrichting. De bandtransporteurs 23, waarvan het aantal met 1 groter is dan het aantal van de vakken 7, zijn zodanig opgesteld dat de flessen 15 in de vakken steeds op de randgebieden van twee aangrenzende bandtransporteurs staan en de nokkenschijven 16 tussen de bandtransporteurs kunnen heengrijpen en de voorste fles kunnen heffen. Het op vergaande wijze door de bandtransporteurs 23 gevormde stuwvlak 4 is ter plaatse van de aansluiting op het toevoerorgaan voorzien van een overschuifplaat 24, teneinde te verhinderen dat de flessen kantelen bij het overgeven aan de overgeef taf el. De overschuifplaat zou bij overeenkomstige verkorting van de bandtransporteurs 23 ook breder uitgevoerd kunnen zijn. De in figuur 3 aangegeven hoek, die de hellingshoek van de stuwvlakken aangeeft, bedraagt in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld 4°.
De in de beladingsinrichting 12 op de transportinrichting 31 geladen flessen 15 geraken, via de afzonderlijke toe-voerorganen van de transportinrichtingen 31 en 27, op de stuwvlakken 4 tot 4111. Bij gegeven overneemsnelheid door de overneemin-richtingen 16, 20 van de reinigingsmachine 1 vormt zich overeenkomstig de toevoer op de stuwvlakken 4 tot 41 ' ' een opstuwing, waardoor de stroom flessen verdeeld wordt over de breedte van de vakkenopstelling, zodat de vakken gelijkmatig met flessen gevuld worden. Door de opstuwingssensoren 8 kunnen signalen verkregen worden, die de draaisnelheid van de motoren 14 en daarmee de transportsnel-heid van de banden 33 regelen, zodat een toevoerregeling zodanig plaatsvindt, dat door de toestroom aan flessen op de stuwvlakken slechts een kleine extra stuwdruk veroorzaakt wordt· Daar de stuw-vlakken 4 tot 41^ en in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld voor een deel ook de transportinrichting 27 hellen onder 4°, wordt enerzijds de op de in het hoge gedeelte van de stuwvlakken staande flessen, door de bandtransporteurs 23 en 26 uitgeoefende voortstu-wingskracht verminderd, zodat de flessen zich gemakkelijk in de vakken invoegen, daarin zonder vast te raken opschuiven en zonder problemen opgeheven kunnen worden door de nokkenschijven. Anderzijds zorgt de op de flessen inwerkende, langs de helling gerichte neerwaartse kracht over een zo kort mogelijk traject voor een verbreding van de op de transportinrichting 27 toegevoerde stroom flessen tot op de breedte van het stuwvlak 4, waardoor een bijzonder compacte constructie met goede toegankelijkheid mogelijk wordt.
De opstuwing van de stroom flessen over de breedte van de vakkenopstelling wordt voordelig ondersteund doordat de vakken een zodanig lengteprofiel bezitten, dat een tegen de richting van de stroom flessen uitstekende punt gevormd wordt. Een voordelig effect hebben ook de met 17 en 18 aangeduide randen, door welke de vorming van vrije tussenruimten 35 bevorderd wordt. Deze vrije ruimten vormen bufferzones, die een sterk stijgen van de stuwdruk op de stuwvlakken bij schommelingen in de toevoer verhinderen en daardoor de regeling van de toevoer vergemakkelijken.

Claims (24)

1. Werkwijze voor het toevoeren van flessen en dergelijke aan een verwerkingsmachine, in het bijzonder een reini-gingsmachine, waarvan de (flessen)opname een reeks naast elkaar opgestelde overneeminrichtingen voor het afzonderlijk na elkaar overnemen van flessen omvat, waarbij tenminste één stroom flessen door een toevoerorgaan op een vóór de overneeminrichtingen opgesteld transportvlak geleid wordt en de flessen door vakken in een rij toegevoerd worden naar de afzonderlijke overneeminrichtingen en waarbij de stroom flessen over de breedte van de vakkenopstelling opgestuwd wordt voor gelijkmatige levering aan de vakken, met het kenmerk, dat doorlopend een tegen de transportrichting gerichte kracht uitgeoefend wordt op de flessen op het transportvlak.
2. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens conclusie 1, met een overgeeftafel (2), die tenminste één aan de flesopname grenzend, van een randbegrenzing (3, 5) voorzien stuwvlak (4) omvat, waarbij in een gebied vóór de opname vakken (7) overeenkomstig de opstelling van de overneeminrichtingen (16, 20) voorzien zijn en tegenover de vakken (7) een toevoerinlaat voorzien is, en waarbij het stuwvlak (4) tenminste gedeeltelijk gevormd is door een naar de flesopname toe transporterend transportvlak, bij voorkeur een bandtransporteurvlak, met telkens een voor één stuwvlak voorziene toevoerorgaan (27) voor de toevoer van flessen door de toevoerinlaat, waarbij het toevoerorgaan een tenminste over de lengte van de toevoerinlaat op dezelfde hoogte aan het stuwvlak aangrenzend toevoertransporteurvlak (6), bij voorkeur een bandtransporteurvlak, bezit, met het kenmerk, dat het stuwvlak (4) van de overgeeftafel (2) omhoog helt naar de flesopname toe.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de helling van het stuwvlak (4) 3 tot 5° bedraagt.
4. Inrichting volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het toevoertransportvlak (6) tenminste ter plaatse van de aansluiting op het stuwvlak (4) hellend uitgevoerd is·
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat het toevoertransporteurvlak (6) van het toevoerorgaan (27) onder een zelfde helling aangebracht is als het stuwvlak (4) van de overgeeftafel (2).
6. Inrichting volgens één der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat het tafelvlak van de overgeeftafel (2) onderverdeeld is in stuwvlakken (4, 4', 41', 4111^ die direct aan elkaar grenzen.
7. Inrichting volgens één der conclusies 2-6, met het kenmerk, dat de toevoerorganen voor de stuwvlakken (4) gevormd zijn door een tenminste ter plaatse van de toevoerinlaat zijwaarts aan de stuwvlakken (4) grenzende, loodrecht op de transport-richting van het transportvlak van de stuwvlakken (4) transporterende bandtransporteur (6) en door in hoofdzaak langs de bandtrans-porteur (6) verlopende zijgeleidingen (25, 30), in aantal overeenkomstig het aantal toevoerorganen, waarbij twee aangrenzende toevoerorganen van elkaar gescheiden zijn door een gemeenschappelijke zijgeleiding en waarbij de zijgeleidingen (25, 30) voor omleiding van de flessen aan hun einden onder schuin oversteken van de band naar de stuwvlakken afgebogen zijn en tot de rand van de toevoerinlaat doorgezet zijn.
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de bandtransporteur (6) overeenkomstig het aantal toevoerorganen onderverdeeld is in via een gemeenschappelijke aandrijfas aangedreven deelbanden.
9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het kenmerk, dat aan de rand van de toevoerinlaat de randbegrenzin-gen (3, 5) van de stuwvlakken (4) en de zij geleidingen (25, 30) steeds onder vorming van randen (17, 18) in elkaar overgaan of direct aan elkaar grenzen.
10. Inrichting volgens één der conclusie 2-9, met het kenmerk, dat de toevoerorganen voorzien zijn van opstuwings-sensoren (8) voor regeling van de toevoer.
11. Inrichting volgens één der conclusies 2-10, met het kenmerk, dat de toevoerorganen gevormd zijn door een aan de over geef taf el (2) grenzende eindtransporteur (27) en een naar de eindtransporteur transporterende hoofdtransporteur (31).
12. Inrichting volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de eindtransporteur (27) de opstuwingssensoren (8) voor regeling van het transport van de hoofdtransporteur (31) naar de eindtransporteur omvat.
13. Inrichting volgens één der conclusies 2-12, met het kenmerk, dat de stuwvlakken (4) in hoofdzaak rechthoekige vlakken zijn.
14. Inrichting volgens een der conclusies 2-13, met het kenmerk, dat de vakken (7) gevormd zijn door evenwijdige, op afstand van elkaar gelegen geleidingslijven (28).
15. Inrichting volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de lengte, waarover de geleidingslijven (28) zich vanaf de naar de opname toegekeerde zijde van de stuwvlakken (4) tegen de transportrichting in uitstrekken, vanaf een maximale waarde steeds naar de zijde toe afneemt.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat een lineaire afname van de lengten van de geleidingslijven (28) aanwezig is.
17. Inrichting volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat een middelste geleidingslijf (28) de maximale lengte bezit.
18. Inrichting volgens één der conclusies 13-17, met het kenmerk, dat de beide buitenste vakken (7) steeds gevormd worden door één van de beide buitenste geleidingslijven (28) alsook door één der beide aan de zijde gelegen randbegrenzingen (3, 5) van de stuwvlakken (4).
19. Inrichting volgens één der conclusies 13-17, met het kenmerk, dat de lengte van de toevoerinlaat zich onge veer over de helft van de tegenover de flesopname liggende recht-hoekszijde van de stuwvlakken (4) uitstrekt.
20. Inrichting volgens één der conclusies 2-19, met het kenmerk, dat de overgeef taf el (2) vier stuwvlakken (4—41'') met elk acht vakken (7) omvat.
21. Inrichting volgens één der conclusies 2-20, met het kenmerk, dat de transportbreedte van de toevoerorganen (27) ongeveer twee flessendiameters bedraagt.
22. Inrichting volgens één der conclusies 14-21, met het kenmerk, dat de geleidingslijven (28) van de vakken (7) in een bepaalde mate dwars op de transportrichting van de flessen verschuifbaar zijn.
23. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de toevoer van flessen door de toevoerorganen (27) op het transportvlak zodanig plaatsvindt, dat aan beide zijden van de vóór de vakken (7) opgestuwde stroom flessen op het transportvlak flessenvrije bufferzones (35) in stand gehouden worden.
24. Werkwijze volgens conclusie 1 of 23, met he kenmerk, dat de flessen zodanig door de toevoerorganen (27) toegevoerd worden naar het transportvlak dat de stuwdruk tenminste in de vakken (7) nagenoeg gelijk aan nul is.
NL9001737A 1989-08-12 1990-08-01 Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van flessen en dergelijke. NL9001737A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3926735 1989-08-12
DE3926735A DE3926735A1 (de) 1989-08-12 1989-08-12 Verfahren und vorrichtung zum zufuehren von flaschen oder dgl.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9001737A true NL9001737A (nl) 1991-03-01

Family

ID=6387035

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9001737A NL9001737A (nl) 1989-08-12 1990-08-01 Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van flessen en dergelijke.

Country Status (9)

Country Link
US (1) US5038917A (nl)
JP (1) JPH0736905B2 (nl)
BE (1) BE1004127A3 (nl)
CA (1) CA2022968A1 (nl)
DE (1) DE3926735A1 (nl)
FR (1) FR2650806B1 (nl)
GB (1) GB2234727B (nl)
IT (1) IT1241541B (nl)
NL (1) NL9001737A (nl)

Families Citing this family (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP2978642B2 (ja) * 1992-08-03 1999-11-15 ジェネシス・マシネリー・プロダクツ・インコーポレーテッド 瓶の洗滌装置
ITMI981247A1 (it) * 1998-06-03 1999-12-03 Ronchipack S R L Apparecchiatura per la regolazione della posizione relativa di sponde di guida per contenitori in macchine per la formazione di matrici di
US6415903B1 (en) * 2000-08-29 2002-07-09 William Zinno Container tipping device and associated method
US7467708B2 (en) * 2002-02-11 2008-12-23 Dematic Corp. Belt conveyor and method of converting a roller conveyor to a belt conveyor, and retrofit kit
US6811018B2 (en) * 2002-02-11 2004-11-02 Rapistan Systems Advertising Corp. Belt conveyor
US20040000464A1 (en) * 2002-07-01 2004-01-01 Busse/Sji, Corp. Article row former
DE20214153U1 (de) 2002-09-12 2003-03-06 Heuft Systemtechnik Gmbh Vorrichtung zum Aufteilen eines ungeordneten Stromes von zylindrischen Gegenständen, zum Beispiel Getränkeflaschen, auf mehrere Gassen
DE102005011456A1 (de) * 2005-03-12 2006-09-14 Khs Ag Behälteraufgabe
PL1762513T3 (pl) * 2005-09-13 2009-11-30 Khs Gmbh Stacja przesuwania na maszynach do obróbki pojemników
FR2907437B1 (fr) * 2006-10-24 2009-07-03 Sidel Participations Table de repartition de bouteilles a l'entree de couloirs a file unique
DE102010019797A1 (de) * 2010-05-06 2011-11-10 Krones Ag Förderstrecke zum Transport von Artikeln
CN102390563A (zh) * 2011-07-08 2012-03-28 于龙泉 自动理瓶装箱机
CN104984966B (zh) * 2015-06-24 2017-12-19 东莞市天美新自动化设备有限公司 热水器内胆自动喷淋酸洗系统的上、下件装置及其系统
EP3184181B1 (en) 2015-12-23 2021-06-23 Sidel End of Line & Tunnels Solutions Srl Washing unit loading
DE102018114157A1 (de) * 2018-06-13 2019-12-19 Khs Gmbh Vorrichtung und Verfahren zum Transportieren von Behältern
IT201800007794A1 (it) * 2018-08-03 2020-02-03 Corazza Spa Dispositivo per l'alimentazione di prodotti alimentari solidi
WO2020164847A1 (de) 2019-02-15 2020-08-20 Khs Gmbh Vorrichtung und verfahren zum fördern von behältern

Family Cites Families (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1004103B (de) * 1954-01-14 1957-03-07 Standard Elektrik Ag Einrichtung zum Aufteilen von Massenartikeln
DE1009517B (de) * 1955-12-06 1957-05-29 Seitz Werke Gmbh Einrichtung zum Zufuehren von Gefaessen zu Reinigungsmaschinen mit Reihenbeschickung
GB819745A (en) * 1956-10-08 1959-09-09 Basil George Tolley Conveying and feeding means for bottles, jars, cans or like receptacles
DE1158396B (de) * 1961-10-11 1963-11-28 Enzinger Union Werke Ag Vortisch fuer Gefaessbehandlungsmaschinen
US3220532A (en) * 1962-11-13 1965-11-30 Meyer Geo J Mfg Co Container handling apparatus
DE1432358B2 (de) * 1964-05-30 1973-04-19 Holstein & Kappert Maschinenfabrik Phönix GmbH, 4600 Dortmund Verfahren und vorrichtung zum betrieb einer draengelaufgabe zur beschickung einer flaschenreinigungsmaschine oder eines pasteurisierapparates oder eines flascheneinpackers mit gefaessen
DE1244644B (de) * 1964-08-24 1967-07-13 Holstein & Kappert Maschf Einlauf an Einpackmaschinen fuer Flaschen od. dgl.
DE1532596A1 (de) * 1966-03-14 1972-01-27 Hideo Tatibana Vorrichtung zur Handhabung von Ampullen
US3465868A (en) * 1967-09-18 1969-09-09 Solar Eng & Equipment Co Single file column forming apparatus
US3444980A (en) * 1967-09-27 1969-05-20 Emhart Corp Method and means for reorienting nested articles on a conveyor to form laterally aligned columns
DE1913730C3 (de) * 1968-03-22 1975-10-02 Barry-Wehmiller Co., Saint Louis, Mo. (V.St.A.) Flaschenförderer
DE1902018B2 (de) * 1969-01-16 1974-08-22 Seitz-Werke Gmbh, 6550 Bad Kreuznach Abgabevorrichtung für insbesondere kontinuierlich arbeitende Flaschenreinigungsmaschinen
US3710918A (en) * 1971-01-28 1973-01-16 Barry Wehmiller Co Container feeding apparatus for washers
DK132654C (da) * 1974-02-13 1976-06-14 Forenede Bryggerier As Transportbane mellem to behandlingsstationer for genstande, sasom flasker
SU521219A1 (ru) * 1974-07-23 1976-07-15 Мелитопольский Ордена Трудового Красного Знамени Завод Продовольственного Машиностроения Им.Воровского Устройство дл загрузки стеклотары в носители моечной машины
DE2535064A1 (de) * 1975-08-06 1977-02-24 Holstein & Kappert Maschf Abgabevorrichtung fuer gefaesse aus reinigungsmaschinen
DE2614711C2 (de) * 1976-04-06 1986-03-20 Seitz Enzinger Noll Maschinenbau Ag, 6800 Mannheim Vorrichtung zum Zutransportieren von Behältern zu Behandlungs- oder Einpackmaschinen, insbesondere Flaschenreinigungsmaschinen
US4060166A (en) * 1976-11-05 1977-11-29 Hartness Thomas P Container separator
US4173276A (en) * 1976-11-17 1979-11-06 Standard-Knapp, Inc. Apparatus for detecting and clearing a jam of articles
US4199049A (en) * 1978-06-23 1980-04-22 Niagara Bottle Washer Manufacturing Co. Bottle unscrambler and loader
DE3006490C2 (de) * 1980-02-21 1982-10-28 Krones Ag Hermann Kronseder Maschinenfabrik, 8402 Neutraubling Transportvorrichtung für Glasgefäße, insbesondere für Flaschen
DE3505253C2 (de) * 1985-02-15 1995-04-27 Seitz Enzinger Noll Masch Flaschenverteilstation zum Umformen eines angeförderten einspurigen Flaschenstroms zu einem abzufördernden breiten Flaschenstrom
DE3639834A1 (de) * 1986-11-21 1988-05-26 Holstein & Kappert Maschf Transportvorrichtung fuer gefaesse
NL8603212A (nl) * 1986-12-17 1988-07-18 Speciaalmachinefabriek J H Van Inrichting voor het toevoeren van houders aan een behandelingsinstallatie daarvoor.
US4895245A (en) * 1988-07-06 1990-01-23 Standard-Knapp, Inc. Round container orienting system

Also Published As

Publication number Publication date
DE3926735A1 (de) 1991-02-21
FR2650806B1 (fr) 1994-10-14
CA2022968A1 (en) 1991-02-13
DE3926735C2 (nl) 1991-09-12
GB2234727A (en) 1991-02-13
BE1004127A3 (fr) 1992-09-29
GB2234727B (en) 1993-07-07
IT9048221A0 (it) 1990-08-10
IT1241541B (it) 1994-01-17
JPH03101882A (ja) 1991-04-26
FR2650806A1 (fr) 1991-02-15
IT9048221A1 (it) 1992-02-10
GB9017440D0 (en) 1990-09-26
JPH0736905B2 (ja) 1995-04-26
US5038917A (en) 1991-08-13

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL9001737A (nl) Werkwijze en inrichting voor het toevoeren van flessen en dergelijke.
CN112203956B (zh) 以夹持方式向积聚表面或从积聚表面的产品的转移
US4413724A (en) Horizontal accumulator
US4513858A (en) Horizontal accumulator
US5255773A (en) Accumulator for conveyor system
US4986407A (en) Apparatus for controlling the path of transportation of articles
US5147023A (en) Method and apparatus for converting a multi-row container into, a single row stream
US3845852A (en) Carton loader
US6793064B2 (en) Retractable transfer device metering and product arranging and loading apparatus and methods
US4496040A (en) Apparatus for widening and slowing down a stream of upright bottles
US4981205A (en) Carriage and apparatus for transporting articles
NL8301506A (nl) Inrichting voor het overbrengen van op een transportband toegevoerde rijen voorwerpen op een dwarslopende transportband.
US4679685A (en) Accumulating commodity conveyor
US20220250855A1 (en) Method and device for distributing and/or grouping containers
NL9101254A (nl) Werkwijze voor het regelen van de voortbeweging van voorwerpen in een transportsysteem, in het bijzonder een automatische verpakkingsinrichting, alsmede het betreffende systeem.
US5450941A (en) Apparatus for separating, conveying and grouping flat items
US20150239681A1 (en) Egg chain gripper actuating device and egg transfer device
US5577595A (en) Accumulator for conveyor system
US3104753A (en) osborne
FI3914546T3 (en) Parcel or package sorting/handling system comprising a tray sorting conveyor loaded by a slat conveyor with pusher shoes
US5465824A (en) Stacking device
US5697201A (en) Cartoner clean out method
US6808355B2 (en) Chain store and process for unloading it
US20120067694A1 (en) Product redistribution apparatus
NL2029652B1 (en) Handling device

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed