NL8600734A - Transporteur. - Google Patents

Description

-1- VO 8118 Transporteur.

De uitvinding heeft betrekking op een transporteur, in het bijzonder een transporteur waarvan het draagvlak wordt gevormd door vrij draaiend gelegerde rollen die zich dwars op de transportrichting uitstrekken tussen 5 twee eindloze, om keer- en aandrijfwielen geslagen zijkettingen.

Bij een dergelijke bekende transporteur worden op de draagrollen rustende voorwerpen, zoals dozen, door de bewegende transporteur meegenomen zolang de voorwerpen 10 geen obstakel, althans een weerstand van enige betekenis ontmoeten. Zodra dit wel het geval is, b.v. wanneer de voorwerpen niet of in een lager tempo van de transporteur worden afgevoerd dan het tempo waarmee zij op de transporteur worden geplaatst, treedt bij het afvoer-15 einde een stuwing op waarbij de rollen gaan draaien en de transporteur onder de voorwerpen door rolt. Hiermee wordt slijtage van de onderzijde van de voorwerpen, resp. van de transporteur vermeden.

Doordat bij de bekende transporteur de rollen zijn 20 gelegerd in elementen van kettingen die een vaste onderlinge afstand hebben, b.v. in wielen die door afstandhouders met elkaar zijn verbonden, kan de bekende transporteur niet door een bocht bewegen.

De uitvinding beoogt een transporteur waarbij dit 25 nadeel is ondervangen.

Hiertoe zijn volgens de uitvinding de, de rollen door het transporttraject trekkende zijkettingen van het type met in, in hoofdzaak loodrecht op elkaar staande vlakken liggende, ineen grijpende delen die voor het 30 doorlopen van bochten door tijdelijk in elkaar te schuiven, een tijdelijke verkorting van een ketting toelaten.

In een constructief eenvoudige uitvoering van de *' -Λ· -2- uitvinding kunnen de rollen zijn gelegerd op spijlen die aan weerseinden zijn verbonden met kettingen van het scheepsankertype, d.w.z. met in zich gesloten, ineen grijpende schalmen, die in passende profielen 5 door gebogen trajecten kunnen worden geleid.

Teneinde rekening te houden met verschillen in omtreks-snelheid aan de binnenbochtzijde en aan de buitenbocht-zijde, van onder een stilstaand voorwerp doorrollende draagrollen, kunnen op elke spijl meerdere rollenstellen 10 of losse wielen zijn gelegerd.

In verband met een eenvoudige vervaardiging van de transporteur kunnen de rollen, rollenstellen of wielen, radiaal gespleten zijn uitgevoerd zodat zij, b.v. door een snap- of klikverbinding, op een gerede 15 spijlenband kunnen worden aangebracht.

Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de transporteur worden beschreven.

Fig. 1 is een bovenaanzicht van het bewegende deel 20 van een transporteur bij het ingaan van een bocht; fig. 2 is een eindaanzicht volgens de pijlen II-II in fig. 1; fig. 3 toont schematisch, in zij-aanzicht, de aandrijving van de zijkettingen; en 25 fig. 4 is een doorsnede van een kettinggeleidingspro- fiel volgens de pijlen IV-IV in fig. 3.

Volgens de tekening is de transporteur voorzien van twee eindloze zijkettingen 1 en 2, elk samengesteld uit staande schalmen 3 en liggende schalmen 4. De schal-30 men 3 en 4 van de zijkettingen zijn paarsgewijze verbonden door spijlen 5. De transporteur kan worden aangedreven door middel van kettingwielen 6 (zie fig. 3) met nokken 7 die op de liggende schalmen 4 aangrijpen.

Het geleiden van de transporteur geschiedt door middel 35 van passende profielen, zoals (zie fig. 4) een leigoot 8 waarin het benedendeel van de staande schalmen 3 -s n · ' 7 O !,) ·. ·.· ./ J “f

Ski-., * -3- is opgenomen, terwijl de liggende schalmen 4 over bovenranden 9 van de goot 8 glijden. Een opsluitprofiel 10 verhindert dat de ketting uit de goot 8 wordt gelicht.

Om de spijlenband 1-5 te laten functioneren als 5 zgn. krachtvrije transporteur, d.w.z., dat zodra een op de transportband liggend voorwerp 11 een weerstand W (zie fig. 3) ontmoet, de transportband onder het voorwerp 11 doorbeweegt zonder slijtage te veroorzaken, zijn volgens de uitvinding op de spijlen 5 vrij draaiend 10 rollenspellen 12 gemonteerd. In de tekening zijn drie stellen van elk drie wielen afgeheeld, echter het is duidelijk dat in plaats daarvan, ook losse wielen 13 kunnen zijn aangebracht, danwel een rol die zich over vrijwel de gehele lengte van een spijl 5 uitstrekt.

15 Verder kan, afhankelijk van de diameter en/of uitvoering van de rollen, om de andere spijl 5 met rollen zijn uitgerust, danwel iedere spijl, ofwel kunnen afwisselend verschillend uitgevoerde rollen worden toegepast. Ook kunnen de spijlen 5 afwisselend op verschillende hoogte 20 zijn aangebracht.

Hoofdzaak is dat de zijkettingen van het type zijn die zich voor het doorlopen van een bocht tijdelijk kunnen verkorten, b.v. zoals afgebeeld in fig. 1. Bij het uit het rechte traject R inlopen van de bocht B 25 worden de schalmen 3 en 4 van de zijketting 2 in elkaar geschoven. De maximale diameter van de rollen 12 wordt bepaald door de onderlinge inschuifbaarheid van de schalmen 3 en 4.

Claims (5)

1. Transporteur, in het bijzonder een transporteur waarvan het draagvlak wordt gevormd door vrij draaiend gelegerde rollen die zich dwars op de transportrichting uitstrekken tussen twee eindloze kettingen, die om 5 keer- enaandrijfwielen kunnen worden geslagen, met het kenmerk, dat de, de rollen door het transporttraject trekkende zijkettingen van het type zijn met in, in hoofdzaak loodrecht op elkaar staande vlakken liggende, ineen grijpende delen die voor het doorlopen van bochten 10 door tijdelijk in elkaar te schuiven, een tijdelijke verkorting van een ketting toelaten.

2. Transportband volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rollen zijn gelegerd op spijlen die aan weersein-den zijn verbonden met kettingen van het scheepsankertype, 15 d.w.z» met in zich gesloten, ineen grijpende schalmen, die in passende profielen door gebogen trajecten kunnen worden geleid.

3. Transportband volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat op een spijl meerdere rollenstellen of losse wielen 20 zijn gelegerd.

4. Transportband volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de rollen, rollenstellen of wielen radiaal gespleten zijn uitgevoerd zodat zij, b.v. door een snap- of klikverbinding, op een gerede spijlenband 25 kunnen worden aangebracht. ·*> \ fa .

‘\ * «.· “5^ <·$ * v «r * J