NL8900805A - Inrichting met een invoeropening van een standaardafmeting. - Google Patents

Inrichting met een invoeropening van een standaardafmeting. Download PDF

Info

Publication number
NL8900805A
NL8900805A NL8900805A NL8900805A NL8900805A NL 8900805 A NL8900805 A NL 8900805A NL 8900805 A NL8900805 A NL 8900805A NL 8900805 A NL8900805 A NL 8900805A NL 8900805 A NL8900805 A NL 8900805A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
blocking
standard
cassettes
detection means
cassette
Prior art date
Application number
NL8900805A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8900805A priority Critical patent/NL8900805A/nl
Priority to EP90200732A priority patent/EP0391465B1/en
Priority to DE69022614T priority patent/DE69022614T2/de
Priority to KR1019900004387A priority patent/KR0169104B1/ko
Priority to JP2087635A priority patent/JPH02287966A/ja
Publication of NL8900805A publication Critical patent/NL8900805A/nl
Priority to US08/234,502 priority patent/US6046880A/en
Priority to HK169196A priority patent/HK169196A/xx

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B19/00Driving, starting, stopping record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor; Control thereof; Control of operating function ; Driving both disc and head
    • G11B19/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B19/12Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing distinguishing features of or on records, e.g. diameter end mark
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B17/00Guiding record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor
    • G11B17/02Details
    • G11B17/04Feeding or guiding single record carrier to or from transducer unit
    • G11B17/041Feeding or guiding single record carrier to or from transducer unit specially adapted for discs contained within cartridges
    • G11B17/043Direct insertion, i.e. without external loading means
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/675Guiding containers, e.g. loading, ejecting cassettes
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B19/00Driving, starting, stopping record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor; Control thereof; Control of operating function ; Driving both disc and head
    • G11B19/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B19/00Driving, starting, stopping record carriers not specifically of filamentary or web form, or of supports therefor; Control thereof; Control of operating function ; Driving both disc and head
    • G11B19/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B19/10Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing presence or absence of record in accessible stored position or on turntable
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/03Containers for flat record carriers
    • G11B23/0301Details
    • G11B23/0311Wrong insertion preventing means
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/28Indicating or preventing prior or unauthorised use, e.g. cassettes with sealing or locking means, write-protect devices for discs
    • G11B23/287Indicating or preventing prior or unauthorised use, e.g. cassettes with sealing or locking means, write-protect devices for discs by mechanical lock
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B25/00Apparatus characterised by the shape of record carrier employed but not specific to the method of recording or reproducing, e.g. dictating apparatus; Combinations of such apparatus
    • G11B25/06Apparatus characterised by the shape of record carrier employed but not specific to the method of recording or reproducing, e.g. dictating apparatus; Combinations of such apparatus using web-form record carriers, e.g. tape
    • G11B25/066Apparatus characterised by the shape of record carrier employed but not specific to the method of recording or reproducing, e.g. dictating apparatus; Combinations of such apparatus using web-form record carriers, e.g. tape adapted for use with containers of different sizes or configurations; adaptor devices therefor

Description

N.V. Philips* Gloeilampenfabrieken te Eindhoven "Inrichting met een invoeropening van een standaardafmeting"
De uitvinding betreft een inrichting met een wanddeel met een invoeropening van een standaardafmeting voor het invoeren van voorwerpen van een standaardsoort met standaardbreedte en -hoogte.
Inrichtingen van de bovengenoemde soort zijn in velerlei uitvoeringsvormen bekend. De invoeropening kan bijvoorbeeld dienen voor het inbrengen van een cassette of een diskette van gestandaardiseerde afmetingen en vorm teneinde een registratiedrager in het inwendige van een inrichting te kunnen uitlezen en/of te beschrijven. Een bekende inrichting wordt bijvoorbeeld beschreven in aanvraagsters eerdere Nederlandse octrooiaanvrage 8.802.763 (PHN 12.736, herewith incorporated by reference). Het betreft hier een apparaat geschikt voor samenwerking met een cassette voorzien van een informatieschijf. Andere bekende apparaten zijn bijvoorbeeld video-magneetbandrecorders, zogenaamde compact-cassette audiomagneetbandrecorders en personal computers.
In sommige gevallen komt het voor dat, als gevolg van de verkrijgbaarheid van cassettes van verschillende soort, de consument in verwarring gebracht kan worden en ertoe zou kunnen komen om cassettes, die niet geheel de juiste gestandaardiseerde afmetingen bezitten maar wel enigszins lijken op de vereiste cassette, in een niet bijbehorend apparaat aan te brengen. Dit lukt uiteraard alleen wanneer de gebruikte cassette zodanige afmetingen heeft dat deze door de invoeropening van het niet bijbehorende apparaat kan worden gebracht. De afmetingen van de gebruikte cassette dienen dus in minstens één dimensie kleiner te zijn dan de afmetingen van de vereiste cassette. Door het inbrengen van een verkeerde cassette in een apparaat of, meer in het algemeen, door het inbrengen van een verkeerd voorwerp in een inrichting kunnen ongewenste effecten optreden. Zo is het soms moeilijk om het verkeerde voorwerp weer uit de inrichting te verwijderen. Het kan ook zijn dat schade in de inrichting wordt aangericht, doordat het voorwerp niet op de juiste wijze met de inrichting kan samenwerken. De inrichting zal meestal met het verkeerde voorwerp niet functioneren, of verkeerd functioneren.
Sinds enige tijd worden bij personal computers magneet-schijfcassettes -zogenaamde diskettes- toegepast die zijn voorzien van een flexibele magneetschijf -of floppy disk- met een diameter van 3 1/2". Het ligt in de bedoeling ook optische schijven op de markt te brengen met een diameter van 3 1/2”, ondergebracht in een cassette die qua afmetingen in hoofdzaak slechts in de dikterichting van de genoemde 3 1/2" diskettes afwijkt. Ook de cassettes met optische schijven zijn bedoeld voor gebruik in personal computers. Het gevaar is aanwezig dat een gebruiker van een personal computer in de mening zou kunnen verkeren dat de invoeropening aanwezig in de computerbehuizing dient voor het in de computer aanbrengen van een floppy-disk diskette, terwijl de inrichting slechts geschikt is voor samenwerking met een cassette voorzien van een optische schijf. Door het aanbrengen van een floppy-disk diskette kan ernstige schade aan de optische pick-up en aan het loopwerk in de personal computer worden aangericht. In ieder geval zal de computer niet op de gewenste wijze functioneren.
De uitvinding beoogt een inrichting van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen waarbij vergissingen van de beschreven soort als gevolg van verwarring van de gebruiker in belangrijke mate kunnen worden vermeden en heeft tot kenmerk, dat de inrichting is voorzien van blokkeermiddelen voor het blokkeren van het invoeren van voorwerpen met een kleinere breedte en/of hoogte. Door de aanwezigheid van de blokkeermiddelen zal een gebruiker een voorwerp van kleinere breedte en/of hoogte niet in het apparaat kunnen inbrengen zodat schade en/of onjuiste werking wordt voorkomen.
Een uitvoeringsvorm van de uitvinding heeft tot kenmerk, dat detectiemiddelen aanwezig zijn voor het detecteren van de aanwezigheid van een voorwerp, welke detectiemiddelen bij detectie van een voorwerp van de standaardsoort samenwerkt met de blokkeermiddelen voor het opheffen van de blokkering. De detectiemiddelen kunnen in principe van iedere denkbare soort zijn, bijvoorbeeld optisch, magnetisch, pneumatisch, etc. en op iedere denkbare wijze samenwerken met de blokkeermiddelen. Uitgaande van een denkbeeldige ruimte die wordt begrensd door de afmetingen van een standaardvoorwerp is een uitvoeringsvorm van de uitvinding van interesse, die tot kenmerk heeft dat de detectiemiddelen functioneren in één of meer tolerantievelden binnen de omhulling van een denkbeeldige ruimte die wordt begrensd door de afmetingen van een standaardvoorwerp en gelegen nabij de begrenzing van de omhulling. Bij deze uitvoeringsvorm is het de functie van de detectiemiddelen om te detecteren of zich al dan niet binnen de genoemde tolerantievelden een stoffelijk voorwerp bevindt.
Is de inrichting voorzien van een veelhoekige invoeropening, bijvoorbeeld vierhoekig, dan kan met voordeel een uitvoeringsvorm van de uitvinding tot toepassing komen die tot kenmerk heeft dat de detectiemiddelen zich bevinden nabij minstens één der hoeken van de genoemde ruimte. Een andere interessante uitvoeringsvorm, die vooral tot voordeel heeft dat op het aantal benodigde sensoren kan worden bespaard, heeft het kenmerk dat drangmiddelen aanwezig zijn voor het naar één kant van de invoeropening dringen van een voorwerp en dat de detectiemiddelen zich bevinden aan een tegenoverliggende kant. Door toepassing van de drangmiddelen bevindt zich het eerdergenoemde tolerantieveld altijd op een gedefinieerde plaats, zodat althans aan één zijde van de invoeropening geen sensor nodig is.
Verrasend eenvoudige uitvoeringsvormen van de uitvinding zijn mogelijk indien deze het kenmerk hebben: dat de detectiemiddelen mechanische detectiemiddelen omvatten die door het invoeren van een voorwerp van de standaardsoort verplaatsbaar zijn vanuit een nulpositie naar een eindpositie, dat de blokkeermiddelen mechanische blokkeermid-delen omvatten die verplaatsbaar zijn tussen een blokkeerpositie en een vrije positie en dat mechanische overbrengingsmiddelen aanwezig zijn die de verplaatsingen van de detectiemiddelen overbrengen op de blokkeermiddelen, zodat een verplaatsing van de detectiemiddelen van de nulpositie naar de eindpositie resulteert in een verplaatsing van de blokkeermiddelen van de blokkeerpositie naar de vrije positie en vice versa. Bij deze uitvoeringsvorm bestaan de detectiemiddelen uit mechanische onderdelen die door de kracht waarmee door een gebruiker het voorwerp wordt ingebracht worden verplaatst en die mechanisch gekoppeld zijn met mechanische blokkeermiddelen. Bijvoorbeeld kan deze uitvoeringsvorm nog het verdere kenmerk bezitten dat de detectiemiddelen en de blokkeermiddelen met elkaar vereend zijn tot gecombineerde middelen en een zwenkbaar orgaan omvatten voorzien van een blokkeer-orgaan alsmede drangmiddelen die het genoemde zwenkbare orgaan naar de nulstand/blokkeerstand dringen. Bij deze uitvoeringsvorm zijn in een enkel onderdeel deteetiemiddelen en blokkeermiddelen verenigd. Hierdoor is een vermindering van het aantal benodigde onderdelen mogelijk.
Een uitvoeringsvorm van de uitvinding kan worden toegepast die tot kenmerk heeft dat het zwenkbare orgaan is voorzien van een detectieprofiel dat bij invoeren van een voorwerp van de standaardsoort in een contactpunt contact met het voorwerp maakt, zodat tijdens het invoeren het contactpunt langs het detectieprofiel verschuift waardoor het zwenkbare orgaan verzwenkt en het blokkeerorgaan zich naar de vrije stand verplaatst. Volgens een verder kenmerk kunnen het zwenkbare orgaan en het blokkeerorgaan tezamen behoren tot een enkel gecombineerd orgaan uit plaatmateriaal en strekt het blokkeerorgaan zich dwars op het overige deel van het orgaan uit.
De eerder genoemde Nederlandse octrooiaanvrage 88.027.360 beschrijft een systeem met standaardcassettes van standaardafmetingen en een bijbehorende inrichting, welk systeem minstens twee soorten in hoofdzaak gelijke cassettes omvat die echter van elkaar verschillende onderscheidingskenmerken van een eerste, respectievelijk een tweede soort bezitten. Het systeem omvat minstens twee soorten inrichtingen, waaronder een eerste soort inrichting die wel cassettes van de eerste maar niet van de steede soort accepteert en een tweede soort inrichtingen die wel cassettes van de tweede maar niet van de eerste soort accepteert, voor zover althans de cassettes in een juiste oriëntatie zijn aangebracht. In alle andere gevallen worden de cassettes geblokkeerd door daartoe aanwezige blokkeermiddelen. Een systeem van deze soort kan in hoofdzaak identieke cassettes omvatten, waarbij de eerste soort cassettes is voorzien van een niet-beschrijfbare optische plaat en de tweede soort kan zijn voorzien van een wel beschrijfbare optische plaat. Elk der twee soorten platen is slechts compatibel met een van de beide soorten inrichtingen zodat middelen in de genoemde inrichtingen aanwezig zijn die zorgen voor een selectieve acceptatie van standaardcassettes in overeenstemming met de aanwezige onderscheidingskenmerken. Voorkomen moet verder in ieder geval worden dat geheel niet tot het systeem behorende cassettes in de inrichtingen van het systeem kunnen worden gestoken. Verrassenderwijs kunnen de toegepaste blokkeermiddelen gemakkelijk worden gebruikt in combinatie met de uitvinding, door toepassing van een uitvoeringsvorm die tot kenmerk heeft, dat de inrichting behoort tot een systeem met standaardcassettes van standaardafmetingen volgens de eerdere octrooiaanvrage 88 027 360 (PHN 12.736), omvattende minstens twee soorten in hoofdzaak gelijke cassettes echter met van elkaar verschillende onderscheidingskenmerken van een eerste, respectievelijk een tweede soort en minstens twee soorten inrichtingen waaronder een eerste soort inrichtingen die wel cassettes van de eerste maar niet van de tweede soort accepteert en een tweede soort inrichtingen die wel cassettes van de tweede maar niet van de eerste soort accepteert, voor zover de cassettes in een juiste oriëntatie zijn aangebracht en die in andere gevallen de cassettes blokkeren en dat de genoemde blokkeermiddelen voor het blokkeren van het invoeren van voorwerpen van een kleinere breedte en/of hoogte tevens dienen voor het blokkeren van standaardcassettes in de genoemde gevallen.
De uitvinding zal nu nader worden besproken aan de hand van de tekening die schematisch en uitsluitend bij wijze van voorbeeld enkele mogelijke uitvoeringsvormen van de uitvinding toont en waarin: Figuur 1 een perspectivisch aanzicht is van een inrichting (gedeeltelijk) met een invoeropening, alsmede een in de inrichting in te voeren voorwerp met standaardafmetingen,
Figuur 2 een vooraanzicht is, niet op schaal, van de invoeropening van de inrichting van figuur 1 en een in de invoeropening aanwezig voorwerp met een afwijkende breedte die geringer is dan de standaardbreedte, alsmede daarnaast gelegen en door arcering aangegeven tolerantievelden voor de plaatsing van sensoren voor de vaststelling van de aanwezigheid van een voorwerp,
Figuur 3 een aanzicht is afgeleid van figuur 2, waarbij het voorwerp in de richting van de pijl naar een positie gelegen aan de omtrek van de invoeropening wordt gedrukt,
Figuur 4 soortgelijk is aan figuur 2, waarbij nu echter het voorwerp een afwijkende dikte bezit,
Figuur 5 soortgelijk is aan figuur 3 maar is afgeleid van figuur 4,
Figuur 6 soortgelijk is aan figuur 1 en figuur 4, waarbij nu echter het voorwerp zowel een afwijkende breedte als een afwijkende dikte bezit,
Figuur 7 soortgelijk is aan de figuren 3 en 5, nu echter is afgeleid van figuur 6,
Figuur 8A-15B schematische aanzichten zijn van met elkaar samenwerkende delen van een ter invoering aangeboden voorwerp en sensor-/blokkeringsmiddelen van een inrichting,
Figuur 16 een perspectivisch aanzicht is van een schijf-cassette van gestandaardiseerde afmetingen,
Figuur 17A-B onder- en bovenaanzichten zijn van onderscheidingskenmerken zoals die voor kunnen komen op de in figuur 16 binnen een met een ellips omgrensde hoek van een schijfcassette en,
Figuur 18A-20D aanzichten zijn zoals in figuur 8A-T5B maar nu van andere uitvoeringsvormen, waarbij het voorwerp wordt gevormd door een cassette als in figuur 16.
In figuur 1 is een gedeelte zichtbaar van een inrichting 1 met een wanddeel 2 met een invoeropening 3 van een standaardbreedte W en standaardhoogte H. In de invoeropening 3 kan een voorwerp 4 met standaardbreedte en standaardhoogte W4, respectievelijk H4 worden ingebracht. Bekend zijn bij benadering doosvormige cassettes die via een bij benadering rechthoekige opening in een bijbehorende inrichting of speler ingevoerd kunnen worden. Figuur 1 toont schematisch een dergelijke speler 1 en cassette if. Het is gewenst een bescherming aan te brengen tegen het invoeren in de speler van afwijkende cassettes met afwijkende afmetingen. Het invoeren van cassettes met een grotere breedte en/of grotere hoogte kan worden belet door de breedte en de hoogte van de invoeropening niet groter te kiezen dan noodzakelijk,
De onderhavige uitvinding betreft middelen tegen het invoeren van voorwerpen zoals bijvoorbeeld bij benadering doosvormige cassettes met zodanig afwijkende afmetingen dat de zojuist beschreven voorziening geen bescherming biedt. Dit is het geval als de breedte en/of de hoogte van de afwijkende cassette kleiner is dan van de cassette 4, dus minstens één van de afmetingen kleiner is dan de breedte W4 of de hoogte H4 van de cassette 4. Een afwijkende cassette zal met de nog te beschrijven blokkeermiddelen worden geblokkeerd.
De uitvinding kan sensoren omvatten die de aanwezigheid van een cassette in de invoeropening 3 van de speler 1 kunnen detecteren. Deze sensoren kunnen bijvoorbeeld optisch, elektrisch, magnetisch, mechanisch of nog anders van aard zijn. Wordt een te accepteren cassette gedetecteerd, dan wordt een blokkering opgeheven. Bijvoorbeeld wordt een motorisch aangedreven invoermechanisme ingeschakeld, zodat de gedetecteerde cassette ingevoerd kan worden. Opdat de sensoren slechts de standaard cassettes detecteren en afwijkende cassettes negeren, dienen deze zich op bepaalde plaatsen in de invoeropening te bevinden.
Figuur 2 toont een invoeropening 3 in vooraanzicht, met daarin een cassette 5 met een te geringe breedte. In elk van de aan weerszijden van de cassette gearceerde gebieden 6 en 7 bevindt zich een sensor (niet getekend). De cassette 5 is hooguit in staat één van beide sensoren gelijktijdig te activeren. Het gelijktijdig activeren van beide sensoren is echter noodzakelijk om als bijbehorende cassette geaccepteerd te worden. Figuur 3 toont dezelfde invoeropening 3 met dezelfde cassette 5. Nu wordt de cassette echter, bijvoorbeeld door veerdruk, naar één zijde van de invoeropening gedrukt. In deze situatie kan volstaan worden met één sensor in het gearceerde gebied 8, die slechts geactiveerd kan worden door een cassette met voldoende breedte. Een voordeel is dat het tolerantiegebied voor de plaatsing van de sensor groter is dan de gebieden 6 en 7.
Figuur 4 en 5 zijn equivalent aan respectievelijk figuur 2 en 3, met dien verstande dat nu een cassette 9 op voldoende hoogte gecontroleerd wordt, in plaats van op voldoende breedte.
Het is mogelijk cassettes zowel op voldoende hoogte als op voldoende breedte te controleren. Figuur 6 toont de situatie die ontstaat door combinatie van de situaties in de figuren 2 en 4. De cassette TO is zowel te smal als te laag. Door het combineren van een breedte-sensor en een hoogte-sensor in één sensor zou volstaan kunnen worden met drie sensoren totaal, één in elk gearceerd gebied 11, 12 en 13· Slechts een cassette met voldoende breedte en voldoende hoogte is in staat alle drie de sensoren gelijktijdig te activeren. Als op een of andere wijze scheefstelling van de cassette uitgesloten wordt, zou zelfs volstaan kunnen worden met twee sensoren, elk geplaatst in één van beide diagonaal ten opzichte van elkaar gelegen gearceerde gebieden 11 en 13 in figuur 6. Bij gebruik van drie sensoren zoals hierboven beschreven is scheefstelling geen bezwaar.
Figuur 7 toont de situatie die ontstaat door combinatie van de situaties in de figuren 3 en 5. Door het combineren van de breedte-sensor en de hoogtesensor zou volstaan kunnen worden met slechts één enkele sensor in het gearceerde gebied 14.
Een voordelige uitvoering van de uitvinding ontstaat wanneer de funkties detecteren en deblokkeren geïntegreerd worden. Er zullen nu een aantal uitvoeringsvoorbeelden getoond worden, waarbij gebruik is gemaakt van een mechanische sensor die geïntegreerd is met de deblokkering. Alle voorbeelden betreffen een controle op het voldoende zijn van de kleinste van de twee afmetingen breedte en hoogte, in het vervolg zullen we dit de hoogte noemen. Er bestaat echter geen wezenlijk verschil tussen controle van de kleinste en controle van de grootste afmeting, en evenmin tussen controle van de breedte en controle van de hoogte. In het nu volgende zal een figuurnummer gevolgd door een A betrekking hebben op een bovenaanzicht, en een figuurnummer gevolgd door een B op een zijaanzicht. Wanneer de richting van het aanzicht niet specifiek van belang is wordt de toevoeging A of B weggelaten .
De figuren 8 en 9 tonen een uitvoering waarbij gebruik is gemaakt van pallen 15 en 16 die kunnen zwenken in een horizontaal vlak om assen 17 en 18. De pallen worden in de getekende positie gehouden middels veerdruk en aanslag (eenvoudigheidshalve niet getekend).
De pallen 15 en 16 vormen mechanische detectiemiddelen die door het invoeren van een voorwerp van de standaardsoort verplaatsbaar zijn vanuit een nulpositie naar een eindpositie. De blokkeermiddelen omvatten mechanische blokkeermiddelen die verplaatsbaar zijn tussen een blokkeerpositie en een vrije positie. Mechanische overbrengingsmiddelen zijn aanwezig, die de verplaatsingen van de detectiemiddelen overbrengen op de blokkeermiddelen, zodat een verplaatsing van de detectiemiddelen van de nulpositie naar de eindpositie resulteert in een verplaatsing van de blokkeermiddelen van de blokkeerpositie naar de vrije positie en vice versa.
De detectiemiddelen en de blokkeermiddelen zijn met elkaar vereend tot gecombineerde middelen omvattende een zwenkbare organen in de vorm van pallen 15 en 16, voorzien van blokkeerorganen 22 en 23· De niet getekende drangmiddelen die de pallen naar hun nulstand drukken bestaan bijvoorbeeld uit druk- of trekveertjes, magneten, torsieveren ter plaatse van de zwenkassen 17 en 18, etc.
De zwenkbare organen in de vorm van de pallen 15 en 16 zijn voorzien van detectieprofielen 24, 25 die bij invoeren van het voorwerp 4 van de standaardsoort in een contactpunt (bijvoorbeeld 26) contact met het voorwerp maken, zodat tijdens het invoeren het contactpunt langs het detectieprofiel verschuift en de pal verzwenkt en daardoor het blokkeerorgaan zich naar de vrije stand verplaatst.
De pallen 15 en 16 bestaan uit plaatmateriaal met een blokkeerorgaan 22, 23 dat zich uitstrekt dwars op het overige deel van de pal.
De uitvoering van figuur 8 is gebaseerd op het principe van figuur Slechts een cassette van voldoende hoogte is in staat bij invoer beide pallen 15 en 16 tegen veerdruk in opzij te drukken om de cassette ongehinderd te laten passeren. Een cassette met onvoldoende hoogte zal hooguit één van beide pallen opzij kunnen drukken, en zal dan door het omgebogen einde van de andere (of beide) pallen geblokkeerd worden.
De uitvoering van figuur 9 is gebaseerd op het principe van figuur 5. Slechts een cassette H van voldoende hoogte is in staat bij invoer een enkele pal 4 opzij te drukken om de cassette ongehinderd te laten passeren. Een cassette met onvoldoende hoogte zal de pal 27 niet opzij kunnen drukken, omdat de cassette tegen de tegenoverliggende zijde van de invoeropening gedrukt wordt. Door het omgebogen einde 28 van de pal zal de cassette geblokkeerd worden.
Figuur 10 toont een situatie waarin een cassette met voldoende hoogte de pal van figuur 9 juist gepasseerd heeft.
Figuur 11 toont een situatie waarin een cassette 9 met onvoldoende hoogte door pal 27 geblokkeerd wordt. De werking van de uitvoering zoals getoond in figuur 8 kan hieruit ook begrepen worden.
De figuren 12 t/m 15 zijn equivalent aan respectievelijk de figuren 8 t/m 11, met dien verstande dat in deze uitvoeringsvoorbeelden gebruik wordt gemaakt van pallen 29, 30, 35 die kunnen zwenken in een verticaal vlak om assen in breedterichting. De pallen hebben nokken 31, 32, 35 en detectieprofielen 33, 3^> 37·
Hierboven is beschreven op welke wijzen bescherming kan worden geboden tegen het invoeren van cassettes met afwijkende afmetingen. Tevens wordt bescherming geboden tegen het invoeren van een cassette die onjuist georiënteerd is, bijvoorbeeld 90 graden gedraaid rond een willekeurige as, ervan uitgaande dat de relevante afmetingen niet gelijk zijn. Er zijn echter ook rotaties van 180 graden rond een drietal ten opzichte van elkaar loodrechte assen mogelijk, waarbij de bijbehorende cassette achterstevoren en/of ondersteboven gekeerd wordt, waarna invoer nog wel mogelijk is, In de genoemde eerdere Nederlandse octrooiaanvrage 88 027 360 wordt beschreven hoe tegen het achterstevoren en/of ondersteboven invoeren van de cassette bescherming wordt geboden bij een systeem met standaardcassettes van standaardafmetingen, omvattende minstens twee soorten in hoofdzaak gelijke cassettes echter met van elkaar verschillende onderscheidingskenmerken.
De hier beschreven blokkeermiddelen voor het blokkeren van het invoeren van voorwerpen van een kleinere breedte en/of hoogte kunnen tevens dienen voor het blokkeren van standaardcassettes, afhankelijk van de aanwezige onderscheidingskenmerken.
Als uitvoeringsvoorbeeld wordt in de figuren 18, 19 en 20 getoond hoe het uitvoeringsvoorbeeld van figuur 9 (verklaard in de figuren 10 en 11) gemodificeerd kan worden met een uitvoeringsvoorbeeld van een cassette zoals beschreven in de genoemde eerdere Nederlandse octrooiaanvrage 88 027 360. Hiermee worden de volgende funkties gerealiseerd: - bescherming tegen invoer van cassettes met afwijkende hoogte, - beschermnng tegen invoer van cassettes met de standaard hoogte, maar met afwijkende onderscheidingskenmerken, - bescherming tegen invoer van cassettes met standaard hoogte en bijbehorende onderscheidingskenmerken, maar onjuiste oriëntatie ten opzichte van de invoeropening.
Opvallend is, dat al deze funkties gerealiseerd kunnen worden met slechts één enkele pal per speler. Er zal nu verklaard worden hoe het uitvoeringsvoorbeeld van de figuren 18, 19 en 20 functioneert. In figuur 16 wordt een cassette 38 getoond zoals beschreven in de genoemde eerdere octrooiaanvrage. Figuur 17 toont de onderscheidingskenmerken waarvan de cassette 38 van figuur 16 in het gebied 39 voorzien kan zijn. De onderscheidingskenmerken omvatten een afschui-ning 40 die zich over de helft van de hoogte van de cassette uitstrekt. In de andere helft bevindt zich een uitsparing 44 die begrensd wordt door een, evenwijdig aan de voorzijde 42 van de cassette verlopende , aanslagwand of aanslag 43» De getekende cassette is van het type dat is voorzien van een schuif 44 voor het verschaffen van toegang tot een informatieschijf 45.
Figuur 18 toont de cassette 38 en de wijze waarop deze samenwerkt met de pal 48 in de invoeropening van een apparaat. Figuur 18 toont de uitgangssituatie in bovenaanzicht. De pal 46 wordt middels veerdruk en een aanslag (niet getekend) in deze positie gehouden.
Figuur 18B toont de positie waar de pal naartoe wordt gedrukt als de ingevoerde cassette voldoende hoogte bezit, vergelijkbaar met de situatie die in figuur 10 getoond wordt. Als de cassette onvoldoende hoogte bezit, blijft de pal in de positie van figuur 18A, en wordt de cassette geblokkeerd, vergelijkbaar met de situatie die in figuur 11 getoond wordt. Het deel van de pal dat de blokkering veroorzaakt is in de uitgangspositie van figuur 18A zo ver van het hoekpunt van de cassette verwijderd, dat een cassette met onvoldoende hoogte die voorzien is van een afschuining van dezelfde hoogte als die van cassette 38 de pal niet door samenwerking tussen'de afschuining en de nok 47 opzij kan drukken. Figuur 18C toont de positie waar de pal naartoe wordt gedrukt als de cassette behalve voldoende hoogte ook het juiste onderscheidingskenmerk bezit en tevens juist geöriënteerd is. In dat geval komt de pal in aanraking met de afschuining 48, waardoor de pal tegen de veerdruk in opzij gedrukt kan worden, waarna de cassette de pal kan passeren. Als de cassette niet het juiste onderscheidingskenmerk bezit, of onjuist geöriënteerd is, dan zal de pal in de positie van figuur 18B blijven staan, en daarbij de doorgang van de cassette blokkeren. In dat geval komt de pal niet in aanraking met een afschuining zodat de pal niet opzij gedrukt zal worden. Figuur 18D tenslotte toont een zijaanzicht van de situatie van figuur 18C,
Figuren 19 en 20 tonen soortgelijke situaties als die van figuur 18, echter nu met cassettes 48 en 49 met afwijkende onderscheidingskenmerken en daartoe aangepaste afwijkende pallen 50 en 51 met nokken respectievelijk 52 en 53.
De onderscheidingskenmerken van de cassette 48 bestaan weer uit een afschuining 54 over de halve hoogte, een uitsparing 55 en een aanslag 56. Deze bevinden zich nu op plaatsen die ten opzichte van de onderscheidingskenmerken van cassette 38 van figuur 16 zijn verwisseld.
De cassette 49 in figuur 20 bezit een afschuining 57 over de gehele hoogte. Deze cassette zal, in de getekende oriëntatie, door geen der pallen 46, 50 of 61 worden geblokkeerd. De pal 51 met nok 53 is zodanig van vorm, dat geen der cassettes 38, 48 of 49 in de getoonde oriëntatie zal worden geblokkeerd.
In het voorgaande zijn bepaalde details, zoals de ruimte- lijke vorm van de gebruikte pallen, kortheidshalve niet in extenso beschreven, daar deze voor de vakman door de verschillende in de tekening getoonde aanzichten volledig en op eenduidige wijze worden geopenbaard.
Binnen het kader van de uitvinding zijn velerlei andere dan de beschreven uitvoeringsvormen mogelijk. Dit geldt met name voor de soort, afmetingen en vorm van de te accepteren standaardvoorwerpen, de gebruikte sensoren en de toegepaste blokkeermiddelen. Onder "blokkeren” moet in dit verband bij motorisch aangedreven invoermiddelen ook verstaan worden het niet bekrachtigen van de invoermiddelen en het daardoor effectief beletten van invoer.

Claims (10)

1. Inrichting met een wanddeel met een invoeropening van een standaardafmeting voor het invoeren van voorwerpen van een standaardsoort met standaardbreedte en -hoogte, met het kenmerk, dat de inrichting is voorzien van blokkeermiddelen voor het blokkeren van het invoeren van voorwerpen met een kleinere breedte en/of hoogte.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat detectiemiddelen aanwezig zijn voor het detecteren van de aanwezigheid van een voorwerp, welke detectiemiddelen bij detectie van een voorwerp van de standaardsoort samenwerken met de blokkeermiddelen voor het opheffen van de blokkering.
3. Inrichting volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen functioneren in één of meer tolerantievelden binnen de omhulling van een denkbeeldige ruimte die wordt begrensd door de afmetingen van een standaardvoorwerp en gelegen nabij de begrenzing van de omhulling.
4. Inrichting volgens conclusie 2 met een veelhoekige invoeropening, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen zich bevinden nabij minstens één der hoeken van de genoemde ruimte.
5. Inrichting volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat drang-middelen aanwezig zijn voor het naar één kant van de invoeropening dringen van een voorwerp en dat de detectiemiddelen zich bevinden aan een tegenoverliggende kant.
6. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen mechanische detectiemiddelen omvatten die door het invoeren van een voorwerp van de standaardsoort verplaatsbaar zijn vanuit een nulpositie naar een eindpositie, dat de blokkeermiddelen mechanische blokkeermiddelen omvatten die verplaatsbaar zijn tussen een blokkeerpositie en een vrije positie en dat mechanische overbrengingsmiddelen aanwezig zijn, die de verplaatsingen van de detectiemiddelen overbrengen op de blokkeermiddelen, zodat een verplaatsing van de detectiemiddelen van de nulpositie naar de eindpositie resulteert in een verplaatsing van de blokkeermiddelen van de blokkeerpositie naar de vrije positie en vice versa.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de detectiemiddelen en de blokkeermiddelen met elkaar vereend zijn tot gecombineerde middelen en een zwenkbaar orgaan omvatten voorzien van een blokkeerorgaan alsmede drangmiddelen die het genoemde zwenkbare orgaan naar de nulstand/blokkeerstand dringen,
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het zwenkbare orgaan is voorzien van een detectieprofiel dat bij invoeren van een voorwerp van de standaardsoort in een contactpunt contact met het voorwerp maakt, zodat tijdens het invoeren het contactpunt langs het detectieprofiel verschuift waardoor het zwenkbare orgaan verzwenkt en het blokkeerorgaan zich naar de vrije stand verplaatst,
9. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het zwenkbare orgaan en het blokkeerorgaan behoren tot een enkel gecombineerd orgaan uit plaatmateriaal en het blokkeerorgaan zich uitstrekt dwars op het overige deel van het orgaan.
10. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de inrichting behoort tot een systeem met standaardcassettes van standaardafmetingen volgens de Nederlandse octrooiaanvrage 88 027 360 (PHN 12.736), omvattende minstens twee soorten in hoofdzaak gelijke cassettes echter roet van elkaar verschillende onderscheidingskenmerken van een eerste, respectievelijk een tweede soort en minstens twee soorten inrichtingen waaronder een eerste soort inrichtingen die wel cassettes van de eerste maar niet van de tweede soort accepteert en een tweede soort inrichtingen die wel cassettes van de tweede maar niet van de eerste soort accepteert, voor zover de cassettes in een juiste oriëntatie zijn aangebracht en die in andere gevallen de cassettes blokkeren en dat de genoemde blokkeermiddelen voor het blokkeren van het invoeren van voorwerpen van een kleinere breedte en/of hoogte tevens dienen voor het blokkeren van standaardcassettes in de genoemde gevallen.
NL8900805A 1989-04-03 1989-04-03 Inrichting met een invoeropening van een standaardafmeting. NL8900805A (nl)

Priority Applications (7)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900805A NL8900805A (nl) 1989-04-03 1989-04-03 Inrichting met een invoeropening van een standaardafmeting.
EP90200732A EP0391465B1 (en) 1989-04-03 1990-03-28 Device having a standard-size loading aperture
DE69022614T DE69022614T2 (de) 1989-04-03 1990-03-28 Einrichtung mit einer Einführungsöffnung einer Standardgrösse.
KR1019900004387A KR0169104B1 (ko) 1989-04-03 1990-03-31 표준칫수 적재 개구를 가진 장치
JP2087635A JPH02287966A (ja) 1989-04-03 1990-04-03 標準寸法ローディング開孔を有する装置
US08/234,502 US6046880A (en) 1989-04-03 1994-04-28 Device for blocking insertion of undersized objects
HK169196A HK169196A (en) 1989-04-03 1996-09-12 Device having a standard-size loading aperture

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8900805 1989-04-03
NL8900805A NL8900805A (nl) 1989-04-03 1989-04-03 Inrichting met een invoeropening van een standaardafmeting.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8900805A true NL8900805A (nl) 1990-11-01

Family

ID=19854399

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8900805A NL8900805A (nl) 1989-04-03 1989-04-03 Inrichting met een invoeropening van een standaardafmeting.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US6046880A (nl)
EP (1) EP0391465B1 (nl)
JP (1) JPH02287966A (nl)
KR (1) KR0169104B1 (nl)
DE (1) DE69022614T2 (nl)
HK (1) HK169196A (nl)
NL (1) NL8900805A (nl)

Families Citing this family (11)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH07262674A (ja) * 1990-12-19 1995-10-13 Pioneer Electron Corp マガジンディスクプレーヤ
US5502704A (en) * 1991-03-29 1996-03-26 Sony Corporation Disc recording and/or reproducing apparatus
EP0702828B1 (en) * 1993-06-08 1998-04-08 Minnesota Mining And Manufacturing Company Mechanically incompatible magnetic recording tape cartridges having the same form factor
US5497955A (en) * 1994-03-16 1996-03-12 Hewlett-Packard Company Mechanical lock-out for preventing tape cartridge insertion into incompatible drives
US5558291A (en) 1994-05-16 1996-09-24 Imation Corp. Drive for handling multiple size information storage media cartridges and cartridges therefor
US6141180A (en) * 1998-10-16 2000-10-31 Hewlett-Packard Method and apparatus for a digital linear tape lockout system
JP2001250363A (ja) * 2000-03-02 2001-09-14 Sony Corp ディスクカートリッジ装置及びディスクカートリッジ
WO2005045824A1 (ja) * 2003-11-11 2005-05-19 Hitachi Maxell, Ltd. テープドライブ
JP2008165891A (ja) * 2006-12-27 2008-07-17 Toshiba Corp 光ディスク装置
US8139315B2 (en) * 2008-06-27 2012-03-20 International Business Machines Corporation Storage slot for data storage cartridges of differing dimensions
US11335377B1 (en) * 2021-08-09 2022-05-17 International Business Machines Corporation Blocking mechanism for a storage cartridge to prevent insertion into a storage drive

Family Cites Families (47)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
CA930469A (en) * 1968-12-09 1973-07-17 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Magnetic recording and reproducing apparatus
US3755641A (en) * 1970-02-05 1973-08-28 M Rackman Mating configurations for connectable components
US3766687A (en) * 1972-02-16 1973-10-23 Docutel Corp Apparatus for entry control
US3779542A (en) * 1972-08-22 1973-12-18 Ibm Gate mechanism for card reader
US3820796A (en) * 1972-09-29 1974-06-28 Alps Motorola Two channel and four channel autoselector device for cartridge type tape players
US3839736A (en) * 1972-11-24 1974-10-01 T Hoshall Record tape cartridges
DE2547136B2 (de) * 1974-10-21 1978-05-24 Olympus Optical Co., Ltd., Tokio Magnetband-Kassette
JPS5151312A (en) * 1974-10-31 1976-05-06 Matsuki Seisakusho Jugen 8 toratsukugatateeputo kasetsutoteepuno rokuonsaiseisochi
JPS53123909A (en) * 1977-04-04 1978-10-28 Funai Electric Co Device for preventing wrong insertion of cassette
US4268877A (en) * 1979-03-23 1981-05-19 Minnesota Mining And Manufacturing Company Recording and/or playback machine which affords use of various sized magazines
JPS56130853A (en) * 1980-03-14 1981-10-14 Victor Co Of Japan Ltd Playback device for disc shape information medium
US4385958A (en) * 1981-08-06 1983-05-31 E. I. Du Pont De Nemours And Company Label cassette and system for mounting same
US4482929A (en) * 1982-06-22 1984-11-13 International Business Machines Corporation Magnetic recording disk cartridge
JPS5938963A (ja) * 1982-08-25 1984-03-03 Canon Inc 記録媒体装填制御装置
USH79H (en) * 1983-05-23 1986-07-01 Magnetic recording disk cartridge
US4723185A (en) * 1983-09-17 1988-02-02 Canon Kabushiki Kaisha Recording and/or reproducing apparatus
JPS6066358A (ja) * 1983-09-20 1985-04-16 Sanyo Electric Co Ltd カセット誤插入防止機構
JPS60106092A (ja) * 1983-11-14 1985-06-11 Hitachi Maxell Ltd テ−プカ−トリツジ
JPS60131669A (ja) * 1983-12-20 1985-07-13 Matsushita Electric Ind Co Ltd カセツト収納装置
JPS60195790A (ja) * 1984-03-16 1985-10-04 Matsushita Electric Ind Co Ltd テ−プカセツト
US4760476A (en) * 1984-05-15 1988-07-26 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Drive mechanism for a magnetic disk reading head
US4685095A (en) * 1984-07-11 1987-08-04 Filenet Corporation Optical storage and retrieval device
JPS6171463A (ja) * 1984-09-14 1986-04-12 Pioneer Electronic Corp 記録デイスク情報再生装置
JPS61168168A (ja) * 1985-01-18 1986-07-29 Matsushita Electric Ind Co Ltd テ−プカセツトのロ−デイング装置
JPH0227757B2 (ja) * 1985-02-15 1990-06-19 Clarion Co Ltd Jikikirokusaiseisochi
JPS61206992A (ja) * 1985-03-11 1986-09-13 Hitachi Ltd 蓋開閉装置
JPS61206993A (ja) * 1985-03-11 1986-09-13 Hitachi Ltd 蓋開閉装置
JPS61214186A (ja) * 1985-03-19 1986-09-24 Seiko Epson Corp カ−トリツジ
US4860128A (en) * 1985-04-24 1989-08-22 Nintendo Co., Ltd. Recordable data device having identification symbols formed thereon and cooperating data processing system having registering symbols
JPS6214368A (ja) * 1985-07-11 1987-01-22 Victor Co Of Japan Ltd デイスク駆動装置
JPH0740392B2 (ja) * 1985-08-28 1995-05-01 株式会社日立製作所 カセット挿入機構
JPS62164262A (ja) * 1986-01-14 1987-07-20 Shintomu Kk デイスクプレ−ヤ−における插入口部の開閉機構
GB2187879B (en) * 1986-03-11 1990-04-11 Mitsubishi Electric Corp Cassette recording and/or reproducing apparatus
JPH0740397B2 (ja) * 1986-04-11 1995-05-01 松下電器産業株式会社 磁気記録再生装置
JPH0789423B2 (ja) * 1986-06-27 1995-09-27 松下電器産業株式会社 記録部材の挿入方向検出装置
US4736356A (en) * 1986-07-14 1988-04-05 Optotech, Inc. Optical disk drive
DE3788637T2 (de) * 1986-07-18 1994-04-28 Matsushita Electric Ind Co Ltd Bandkassette.
JPS63112890A (ja) * 1986-10-28 1988-05-17 Sanyo Electric Co Ltd 磁気記録再生装置のドア開閉装置
JPS63142561A (ja) * 1986-12-04 1988-06-14 Toshiba Corp フロントロ−デイング装置
JPS63148457A (ja) * 1986-12-12 1988-06-21 Canon Inc カセツト装着装置
NL8701279A (nl) * 1987-05-29 1988-12-16 Polygram Int Holding Combinatie van magneetbandcassetteapparaat, voorzien van een laadorgaan, en een magneetbandcassette, alsmede magneetbandcassetteapparaat behorende bij een dergelijke combinatie.
GB2208330B (en) * 1987-07-27 1991-12-04 Hitachi Ltd An optical disc cartridge and a mechanism for preventing an incorrect insertion of a cartridge.
US4918550A (en) * 1987-11-05 1990-04-17 Ampex Corporation Mis-insertion apparatus for a tape transport capable of receiving cassettes of varying sizes for play
JPH07118125B2 (ja) * 1988-05-23 1995-12-18 松下電器産業株式会社 磁気記録再生装置
US5121271A (en) * 1988-10-31 1992-06-09 Matsushita Electric Industrial Co., Ltd. Cassette holder device capable of receiving large and small size cassettes
JPH0610530Y2 (ja) * 1989-01-24 1994-03-16 ティアツク株式会社 カートリッジ誤挿入防止機構
JPH064438Y2 (ja) * 1989-04-21 1994-02-02 ティアツク株式会社 光磁気ディスク装置

Also Published As

Publication number Publication date
KR900017002A (ko) 1990-11-15
KR0169104B1 (ko) 1999-03-20
HK169196A (en) 1996-09-20
US6046880A (en) 2000-04-04
JPH02287966A (ja) 1990-11-28
DE69022614D1 (de) 1995-11-02
EP0391465B1 (en) 1995-09-27
EP0391465A1 (en) 1990-10-10
DE69022614T2 (de) 1996-05-15

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0617425B1 (en) Combination of a cartridge adaptor and a cartridge to be accommodated in the adaptor
NL8900805A (nl) Inrichting met een invoeropening van een standaardafmeting.
NL8802763A (nl) Systeem voor het registreren en/of uitlezen van signalen op informatiedragers in cassettes.
US20020024761A1 (en) High-density flexible disk drive having a function of facilitating correct insertion of a large-capacity flexible disk thereinto without an insertion error
TWI228706B (en) CD drivng device
US6075763A (en) Disk cartridge and disk device using the same
US5164935A (en) Magneto-optical disk storage having erroneous insertion prevention mechanism
EP0533181B1 (en) Cassette loading and unloading mechanism and cassette for use in the same
US5184261A (en) Various-sized-cassette housing shelf
US6418114B1 (en) Optical disk cartridge
JP3590651B2 (ja) カートリツジの装填器具
TW509892B (en) Disk cartridge apparatus and disk cartridge background of the invention
JP2550294B2 (ja) データキャリア用のホルダー
JP3017239U (ja) 記録担体のための保管装置
JP3374422B2 (ja) カセット・オートチェンジャー
JP3371451B2 (ja) カセット・オートチェンジャー
US6392986B1 (en) Optical disk cartridge
JP2500575B2 (ja) 記録媒体の収納ケ―ス
TW409243B (en) Disc cartridge
JP3503144B2 (ja) カセット・オートチェンジャー
JP2607054B2 (ja) ディスクカートリッジ
JP3374421B2 (ja) カセット・オートチェンジャー
EP0601247A1 (en) Picker apparatus
JPS61206707A (ja) 可動部品動作機構
JPH0778440A (ja) ディスクカートリッジおよびドライブ装置ならびにディスクカートリッジ連結装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed