NL8701400A - Verfsamenstelling voor menselijke keratinevezels in de vorm van schuim op basis van 5,6-dihydroxyindool, alsmede werkwijze voor het verven van menselijke keratinevezels. - Google Patents

Description

m N.0. 34574 -

Verfsamenstelling voor menselijke keratinevezels in de vorm van schuim op basis van 5,6-dihydrox/indool, alsmede werkwijze voor het verven van menselijke keratinevezels._

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een nieuwe samenstelling voor het verven van menselijke keratinevezels en in het bijzonder van haar met 5,6-dihydroxyindool en op een werkwijze onder toepassing van deze samenstelling.

5 Het is welbekend, dat de natuurlijke biosynthese van de eumelani-nen uit tyrosine in verschillende trappen plaatsheeft. Een daarvan bestaat uit de vorming van 5,6-dihydroxyindool, dat geoxydeerd wordt onder vorming van een pigment, dat een van de hoofdbestanddelen van eume-lanine is.

10 Men heeft in het verleden reeds talrijke verfmethoden voor haar voorgesteld onder toepassing van 5,6-dihydroxyindool of bepaalde derivaten daarvan.

Aldus brengt men volgens het Franse octrooi schrift 1.166.172 op het haar een oplossing van 5,6-di hydroxy indool bij een zure pH geduren-15 de 5 tot 60 minuten aan en zonder spoelen ontwikkelt men na het uitwringen de kleur door tussenkomst van een oxydatiemiddel, dat in het bijzonder waterstofperoxide kan zijn.

Volgens het Franse octrooischrift 1.133.594 brengt men op het haar een alkalische oplossing aan, die 5,6-dihydroxyindool bevat, met even-20 tueel een oxydatiemiddel of een oxydatiekatalysator. Men heeft eveneens in de Franse octrooiaanvrage 2.536.993 een verfmethode in verscheidene trappen aanbevolen, gescheiden door spoel behandelingen en bestaande uit het aanbrengen in een trap van een oplossing met alkalische pH van een metaalzout en in een andere trap een oplossing van 5,6-dihydroxyin-25 dool.

Deze twee trappen worden, na spoelen of shampooën, al of niet gevolgd door het aanbrengen van waterstofperoxide om de eindnuance door opheldering te regelen.

Deze werkwijzen van de stand der techniek hebben verschillende na-30 delen, voorzover zij tot weinig krachtige nuances leiden of tot het verkrijgen van krachtige nuances, maar die een lange rusttijd vereisen. Een ander nadeel van deze werkwijzen is de noodzaak verscheidene trappen toe te passen of de te mengen samenstelling voor toepassing in verscheidene gescheiden houders te bewaren.

35 Aanvraagster heeft gevonden, dat het mogelijk is het haar in een enkele trap te verven met een samenstelling, die 5,6-dihydroxyindool • % 2 bevat, waarbij de verfsamenstelling in een onder druk gebrachte aerosol inrichting wordt geconditioneerd en bewaard, bij aanwezigheid van een stuwmiddel en een schuimvoortbrengingsmiddel onder zodanige omstandigheden, dat een schuim wordt gevormd door uitzetting aan de vrije 5 lucht.

Verrassenderwijze heeft aanvraagster geconstateerd, dat het optrekken van de verf, verdeeld in de vorm van een schuim uit een aerosol inrichting, duidelijk beter is dan die van dezelfde samenstelling aanwezig in de klassieke vorm van oplossing of emulsie tot op heden ge-10 bruikt voor het verven van haar met 5,6-dihydroxyindool.

Het gedrag van 5,6-dihydroxyindool in schuimvorm is bijzonder verrassend door zijn specifiek karakter.

De in de vorm van een verf uit de aerosol inrichting verdeelde verf doet nuances ontstaan, die zich na een permanent niet wijzigen, boven-15 dien maakt zij minder vlekken op de hoofdhuid.

Het verfvermogen van 5,6-dihydroxyindool wordt opmerkelijk goed bewaard bij opslag onder een dergelijke toestand. De samenstelling volgens de uitvinding, verdeeld in de vorm van schuim uit een onder druk gebrachte aerosol inrichting, maakt het mogelijk anderzijds een minder 20 selectieve verving en een betere bedekking van het grijze haar te verkrijgen. Het gebruik ervan is bijzonder gemakkelijk en snel voorzover zij in een unieke conditionering wordt bewaard en in een enkele trap wordt aangebracht en dat de onder druk voortgebrachte schuim zich snel en gelijkmatig over het haar verdeelt.

25 Het oogmerk van de onderhavige uitvinding wordt dus gevormd door een verfsamenstelling voor menselijke keratinevezels, en in het bijzonder haar, op basis van 5,6-dihydroxyindool en van tenminste een schuim-voortbrengend middel, onder druk in een aerosol inrichting bij aanwezigheid van een stuwmiddel geconditioneerd, onder zodanige omstandigheden, 30 dat na verdeling uit de aerosol inrichting een verfschuim wordt gevormd.

Een ander oogmerk van de uitvinding wordt gevormd door de werkwijze voor het verven van menselijke keratinevezels en in het bijzonder van haar onder toepassing van de uit de aerosol inrichting verdeelde 35 schuim.

Andere oogmerken van de uitvinding verschijnen bij het lezen van de beschrijving en de voorbeelden die volgen.

Het produkt volgens de uitvinding wordt in hoofdzaak gekenmerkt door het feit, dat het is samengesteld uit een samenstelling, die in 40 een aanvaardbaar cosmetisch waterig milieu tenminste 5,6-dihydroxyin-

.* *- '·. ,'*S

V ' -> * M

3 dool en tenminste 0,1 gew.% van een schuimvoortbrengend middel, bij aanwezigheid van een stuwmiddel onder druk in een aerosol inrichting geconditioneerd, zodanig dat na verdeling uit de inrichting een verf-schuim met een volumieke massa kleiner dan of gelijk aan 0,4 g/cm^ 5 wordt gevormd.

Het 5,6-dihydroxyindool is in de samenstelling volgens de uitvinding aanwezig met concentraties gelegen tussen 0,1 en 5 gew.% betrokken op het totale gewicht van de onder druk te brengen samenstelling en bij voorkeur tussen 0,5 en 2%.

10 Men noemt een schuimvoortbrengend middel een produkt, bij voorkeur een oppervlakte-actief middel of een schuimend polymeer of een mengsel daarvan, dat bij 1% in water de vorming van een schuim mogelijk maakt met een volumieke massa kleiner dan of gelijk aan 0,4 g/cm^.

De volumieke massa wordt volgens de volgende methode bepaald: 15 men conditioneert het cosmetische milieu in een uit een stuk vervaardigde aluminiumbus met ogiefkraag (45 x 128) met een precisieklep P 73 zonder dompel buis met een axiale drukknopdiffusor voor konische beker (021550). De spuitbus wordt in de verhouding van 90 g van het te onderzoeken cosmetisch milieu en 10 g stuwgas Freon F 114/F 12 (43/57) 20 gevuld. De bewerking wordt 24 uren na het onder druk brengen van de spuitbussen in een op 20°C ± 1° geconditioneerde ruimte uitgevoerd, waarbij het materiaal en het monster dezelfde temperatuur bezitten. Een cilindervormige bak wordt onder vacuum gebracht (P 1 is het gewicht ervan) en daarna direct door het door de spuitbus voortgebrachte schuim 25 gevuld. Elke spuitbus wordt voor de toepassing geschud om het stuwgas te emulgeren.

Voor een gelijkmatige verdeling van de schuim in de bak, worden de spuitbussen omgekeerd in een draaiende en regelmatige beweging gebruikt.

30 Vanaf het einde van de uitzetting van de schuim, vlakt men onmiddellijk en snel met behulp van een spatel af en men weegt de bak opnieuw (P 2 is het gewicht ervan).

Men bepaalt de volumieke massa van de schuim volgens de volgende formule: 35 o P 2 - P 1 volumieke massa bij 20 C =-ψ-— (V is het volume van de bak). Men voert drie bepalingen voor elk milieu uit, waarbij de aangenomen waarde de gemiddelde waarde van deze bepa- 4 1ingen is (in g/cm3).

Het oppervlakte-actieve middel zal onder de niet-ionogene, aniono-gene, kationogene of amfotere oppervlakte-actieve middelen, die in de stand der techniek welbekend zijn, worden gekozen. Deze middelen worden 5 in de samenstelling volgens de uitvinding gebruikt in hoeveelheden, die gelegen zijn tussen 0,1 en 55 gew.ft en bij voorkeur tussen 1 en 40 gew.% betrokken op het totale gewicht van de onder druk te brengen samenstelling.

Het schuimende polymeer kan een anionogeen, niet-ionogeen, amfo-10 teer, kationogeen polymeer ofwel een mengsel daarvan zijn met een molecuul gewicht van 500 tot 3.000.000.

Men kan als kationogene schuimende polymeren vermelden: gekwaterniseerde copolymeren van vinylpyrrolidon/dialkyl al minoal-kylacrylaat en -methacrylaat, meer in het bijzonder beschreven in het 15 Franse octrooi schrift 2.077.143, zoals bijvoorbeeld de produkten verkocht onder de namen "GAFQUAT 734 of 735" door de firma GENERAL ANILINE; cellulose-etherderivaten, die kwaternaire ammoniumgroepen dragen, zoals die beschreven in het Franse octrooi schrift 1.492.597, zoals bijvoorbeeld de polymeren verkocht onder de namen "JR of LR", waaronder 20 men de polymeren genoemd "JR 125", "JR 400", "JR 30 M", "LR 400", "LR 30 M" kan vermelden, door de firma UNION CARBIDE; de met een in water oplosbare kwaternaire ammoniumgroep geënte copolymeren van cellulose of celluiosederivaten, zoals bijvoorbeeld de produkten verkocht onder de namen "CELQUAT L 200" en "CELQUAT H 100" door de firma 25 NATIONAL STARCH; de gepolyoxyethyleneerde polyaminen zoals die verkocht onder de naam "POLYQUART H" door de firma HENKEL.

De anionogene schuimende polymeren kunnen meer in het bijzonder onder de volgende polymeren gekozen worden: de niet verknoopte polymeren van acryl zuur of methacrylzuur of de 30 zouten ervan; de copolymeren van crotonzuur/vinylacetaat geënt op po-lyalkyleenglycolen zoals het produkt verkocht onder de naam "ARISTOFLEX A" door de firma HOECHST; de polymeren van malefnezuur of maleïnezuuranhydride met methacrylzuur of de polymeren van maleTne-zuuranhydride en vinyl ether zoals de produkten in de handel gebracht 35 onder de namen "GANTREZ ES of AN“ door de firma GAF en meer in het bijzónder het produkt verkocht onder de naam "GANTREZ ES 425"; de copolymeren van al of niet gesubstitueerd acrylamide en onverzadigde carbon-zuren zoals het terpolymeer N-tert-butylacrylamide/N-hydroxymethyl-acrylamide/acrylzuur beschreven in het Franse octrooi schrift 40 2.432.528.

, -y w «r- » 5

Onder de niet-ioncgene schuimende polymeren, bruikbaar volgens de uitvinding, kan men de partieel geacetyleerde polyvinylalcoholen vermelden en in het bijzonder het produkt verkocht onder de naam "M0WI0L 40.88" door de firma HOECHST en hun ethers zoals verkocht onder 5 de namen "GANTREZ Mu door de firma GAF.

Onder de volgens de uitvinding bruikbare schuimende amfotere polymeren kan men als voorbeelden vermelden de methacrylcopolymeren van het type betaïne zoals de hars verkocht onder de naam "AMPHOSET" door de firma MITSUBISHI PETROCHEMICAL ofwel de acrylterpolymeren zoals het 10 produkt verkocht onder de naam "AMPHOMER" door de firma NATIONAL STARCH.

De schuimende polymeren zijn in de samenstellingen volgens de uitvinding in hoeveelheden aanwezig, die gelegen zijn tussen 0,1 en 5 gew.ï betrokken op het totale gewicht van de onder druk te brengen sa-15 menstelling.

Het aanvaardbare cosmetische waterige milieu heeft bij voorkeur een pH gelegen tussen 4 en 11 en meer in het bijzonder tussen 5 en 9,5 en het wordt ingesteld door de gebruikelijke alkalisch of zuur makende middelen, die gebruikt worden in de haarverfsamenstellingen.

20 Het waterige cosmetische milieu, dat een schuimvoortbrengend middel bevat, moet de vorming van een schuim met een volumieke massa van minder dan of gelijk aan 0,4 g/cm^, bepaald zoals hierboven aangegeven, in elk geval mogelijk maken.

Deze samenstellingen kunnen eveneens naast water op het cosmeti-25 sche vlak aanvaardbare oplosmiddelen en in hoeveelheden, die de vorming van schuim niet beïnvloeden, bevatten. Men kan als voorbeeld kleine Cj-C4 al kano!en, zoals ethanol, isopropanol, tert-butanol, de mono-methyl-, mono-ethyl- of monobutylethers van ethyleenglycol en het acetaat van de mono-ethylether van ethyleenglycol vermelden. Deze oplos-30 middelen zijn in hoeveelheden van bij voorkeur minder dan 50 gew.% betrokken op het totale gewicht van de onder druk te brengen samenstelling en meer in het bijzonder kleiner dan 20¾ aanwezig.

De onder druk te brengen samenstellingen kunnen met de verdikkingsmiddelen gekozen uit natriumalginaat, arabische gom, guargom of 35 johannisbroodgom, heterobiopolymeren zoals xanthangom, pectinen, cellu-losederivaten zoals methylcellulose, hydroxyethylcellulose, hydro*ypro-pylmethylcel1ulose, hydroxypropylcel 1ulose, carboxymethylcel1ulose, verknoopte acrylzuurderivaten met verdikkingseigenschappen ofwel anorganische verdikkingsmiddelen zoals bentoniet, verdikt worden. Deze ver-40 dikkingsmiddelen worden bij voorkeur in de samenstellingen volgens de ' Λ Λ

. - U

wr 6 uitvinding in hoeveelheden gelegen tussen 0,1 en 5 gew.% en in het bijzonder tussen 0,5 en 3 gew.% betrokken op het totale gewicht van de onder druk te brengen samenstelling gebruikt.

Deze samenstellingen kunnen eventueel een kleine hoeveelheid re-5 ductiemiddel bevatten, bij voorkeur minder dan 0,5%, gekozen uit de thiolzuren of ascorbinezuur.

De samenstellingen van de uitvinding kunnen andere in haarverfsa-menstellingen gebruikelijke toevoegsels bevatten, zoals penetratiemid-delen, opzwel middel en, sequestreermiddelen, filmvormende middelen, an-10 ti-oxydatiemiddelen, buffers, elektrolyten, parfums enz. Het spreekt vanzelf, dat deze verschillende toevoegsels in zodanige hoeveelheden moeten worden gebruikt, dat zij niet de schuimvorming na verdeling van het produkt onder druk uit de aerosol inrichting verhinderen.

De tezamen met de verfsamenstellingen in de aerosol inrichting ge-15 bruikte stuwmiddelen zijn vluchtige koolwaterstoffen zoals butaan, iso-butaan, propaan en bij voorkeur butaan, partieel of geheel gefluoreerde koolwaterstoffen zoals de produkten verkocht onder de naam "FREON" door de firma DU PONT DE NEMOURS en meer in het bijzonder dichloordifluorme-thaan (F12), l,2-dichloor-l,l,2,2-tetrafluorethaan, afzonderlijk of in 20 combinatie bijvoorbeeld in de vorm van een mengsel 40:60 tot 80:20.

De onder druk gebrachte aerosol inrichtingen zijn bij voorkeur inrichtingen met een enkele houder.

De verfschuim, die een ander oogmerk van de uitvinding vormt, wordt verkregen na expansie aan de lucht van de hiervoor gedefinieerde 25? onder druk gebrachte samenstelling, die een volumieke massa kleiner dan of gelijk aan 0,4 g/cm^ heeft.

Het verfproces van de menselijke keratinevezels, en in het bijzonder haar, bestaat uit het op de vezels aanbrengen van de schuim, die uit de aerosol inrichting verdeeld is. De vezels kunnen al of niet na 30 het aanbrengen van de verfschuim worden gespoeld. Wanneer zij worden gespoeld wordt de in de vorm van schuim aangebrachte samenstelling gedurende 5 minuten tot 30 minuten afhankelijk van de gewenste nuance in contact gehouden. Het is volgens een uitvoeringsvorm van de uitvinding mogelijk, een progressieve verving te bewerkstelligen, dat wil zeggen 35 een verving in verscheidene trappen door opeenvolgende aanbrengingen van dezelfde samenstelling.

Aanvraagster heeft geconstateerd, dat de presentatie in de vorm van schuim een bijzonder gemakkelijke toepassing geeft en een goede verdeling van de verfsamenstelling mogelijk maakt.

40 De volgende voorbeelden zijn bestemd om de uitvinding toe te lich- : , - . · \ i I’ ':·· / V i ‘ï V V· -¾ 7 ten zonder overigens een beperkend karakter te hebben.

Yoorbeeld I

- ethyleenglycolmono-ethylether 10 g 5 - 5,6-dihydroxyindool 0,5 g - mengsel van cetylstearylalcohol en natrium!auryl-sulfaat verkocht onder de naam "SINNOWAX SX" door de firma HENKEL 0,9 g - gepolyethoxyleerde C10-C12 alcohol (3 mol ethy- 10 leenoxide) verkocht onder de naam "MERGITAL AL 309“ door de firma HENKEL 1,3 g - gepolyethoxyl eerde C^q-C^ alcohol (5 mol ethy-leenoxide) verkocht onder de naam "MERGITAL AL 589" door de firma HENKEL 0,9 g 15 - oleocetyldimethyl hydroxyethylammoniumchloride 2,3 g - mono-ethanol amine q.s.p. pH: 8,7 - thioglycolzuur 0,3 g - water q.s.p. 100 g 20 Deze samenstelling wordt in een eenvoudige aerosol met enkele houder geconditioneerd.

- samenstelling zoals hierboven 90 g - stuwmiddel: FREONS 12/114 (57/43) 10 g 25 totaal: 100 g

Men brengt de schuim direct op het haar aan. De schuim wordt bij het aanbrengen snel verdeeld. Men laat 5 tot 10 minuten met rust, daarna spoelt men met water. Op het haar met een voor 90¾ lichtgrijze on-30 dergrond, verkrijgt men na herhaald aanbrengen een progressieve kleuring van het grijze haar in een natuurlijke tint.

Voorbeelden II-III

Men herhaalt voorbeeld I

- onder toepassing van 1 g 5,6-dihydroxyindool in plaats van 0,5 g 35 om op het haar met een gemiddelde grijze ondergrond van 90¾ een progressieve kleuring van het grijze haar een natuurlijke tint te krijgen, - onder toepassing van 1,5 g 5,6-dihydroxyindool in plaats van 0,5 g om door herhaald aanbrengen op het haar met een voor 90% donkergrijze 40 ondergrond een progressieve kleur van het grijze haar in een natuurlij- 8 ke tint te verkrijgen.

Tabel A

Samenstelling _Voorbeelden_

5 _IV V VI VII VIII IX

5,6-dihydroxyindool in g% 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 met 2 mol ethyleenoxide geëthoxyleerd natrium!aurylethersulfaat in g% MA 3 3 N,N-di ethylami nolactaat-polyoxyethyl-10 carboxylaat van copra met 4 mol ethyleenoxide 3 3 triethanolamine-alkyl 0χ2"^14 su^“ faat in g% MA 3 natriumlaurylsarcosinaat 3 15 ethanol, g 10 10 10 10 10 10 citroenzuur q.s.p. pH 5,5 5,5 2-amino-2-methylpropanol-1 q.s.p. pH 8,5 8,5 8,5 8,5 water q.s.p. g 100 100 100 100 100 100 9

Tabel B

Samenstelling _Voorbeelden_

_X XI XII XIII XIV XV

5 5,6-dihydroxyindool in g% 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 0,5 dinatriumsulfosuccinaat van rici-noleylmono-ethanolami de 3 natri umlaureth-13-carboxylaat 3 ol eocetyl di methyl hydroxyethyl -10 ammoniumchloride 3 octyl fenol met 10 mol ethyleenoxide 3

CH2-CH20H

R-C-NH-CH2-CH2-N®-CH2C00® 0 CH2C00Na 15 R-C = rest van copravetzuur 3 u 0 dodecaandiol gepolyglyceroleerd met 3,5 mol 3 ethanol in g 10 10 10 10 10 10 20 2-amino-2-methylpropanol-1 q.s.p. pH 8,5 8,5 8,5 8,5 8,5 8,5 water q.s.p. g 100 100 100 100 100 100

Voorbeeld XVI

25 - 5,6-dihydroxylndool 1 g - copolymeer van hydroxyethylcellulose geënt door diallyldimethylammoniumchloride verkocht onder de naam “CELQUAT L 200“ door de firma

NATIONAL STARCH 0,8 g MA

30 - pH: 5,7 spontaan - water q.s.p. 100 g ίο

Voorbeeld XVII

- 5,6-dihydroxyindool 1,5 g - tri ethylammoniumalkyl (talg) chloride verkocht als mengsel met isopropanol bij een concentratie van

5 50¾ onder de naam "ARQUAD T 50" door de firma ARMAK 1 g MA

- polymeer van hydro^yethylcellulose en epichloorhy-drine gekwaterniseerd met trimethyl amine verkocht onder de naam "JR 400" door de firma UNION CARBIDE 0,5 g - pH: 5,3 spontaan 10 - water q.s.p. 100 g

De samenstellingen van de tabellen A en B en die van de voorbeelden XVI en XVII worden in een eenvoudige aerosol inrichting met enkele houder geconditioneerd.

15 - samenstelling (4 tot 15) hierboven 90 g - Freon 12/114 (57/43) 10 g totaal: 100 g 20 Men brengt de schuim op analoge wijze aan die van voorbeeld I op het haar aan. Het grijze haar neemt na verschillende toepassingen een natuurlijke kleur aan.

Voorbeeld XVIII

25 - 5,6-dihydroxyindool 2 g - isopropanol 5 9 - natriumlaureth-13-carboxylaat 2 9 - natriumlaurylsarcosinaat 2 9 - water q.s.p. 100 9 30 - pH spontaan: 7

Aerosolcondi ti oneri ng: - samenstelling zoals hierboven: 90 g - Freon 12/114 (57/43): 10 g 35 totaal 100 g

Men brengt de schuim op voor 90¾ natuurlijk grijs haar aan. Men laat 10 minuten inwerken en men spoelt met water.

Na een toepassing is het haar in een natuurlijke grijze nuance ge-40 verfd.

11

Voorbeeld XIX

- 5,6-dihydroxyindool 0,8 g - ethyleenglycolmono-ethylether 4 9 - xanthangom verkocht onder de naam "RHQDQPOL SC" 5 door de firma RHONE POULENC 0,5 g - niet-ionogeen oppervlakte-actief middel verkregen volgens het Franse octrooischrift 71.17206 door condensatie van 3,5 mol glycidol met een a-Cn-C^- diol 1 9 10 - triethanolamine q.s.p. pH: 7 - water q.s.p. 1°0 g

Aerosolconditionering: - samenstelling zoals hierboven: 90 g 15 - Freon 12/114 (57/43): 10 g totaal: 100 g

Men brengt de schuim op voor 90¾ natuurlijk grijs baar aan. Na een niet door spoeling gevolgde toepassing is het haar in een natuurlijke 20 grijze nuance geverfd.

Voorbeeld XX

- 5,6-di hydroxy indool 2 g - ethanol 5 g 25 - gepolyoxyethyleneerd polyamine verkocht onder de naam "POLYQUART H" door de firma HENKEL 1j5 g - NaOH q.s.p. pH: 7 - water q.s.p. 100 9 30 Aerosolcondi ti oneri ng: - samenstelling zoals hierboven: 90 g - Freon 12/114 (57/43): 10 g totaal 100 g 35 Men brengt de schuim op voor 90% natuurlijk grijs haar aan. Men laat 10 minuten inwerken. Men spoelt met water. Na drie opeenvolgende toepassingen is het haar in een natuurlijke gemiddelde grijze nuance geverfd.

Claims (15)

1. Verfsamenstening voor menselijke keratinevezels en in het bijzonder voor haar, met het kenmerk, dat zij in een aanvaardbaar cosmetisch waterig milieu tenminste 5,6-dihydroxyindool en tenminste 0,1 5 gew.% van een schuimvoortbrengend middel bevat en dat zij onder druk in een aerosol inrichting bij aanwezigheid van een stuwmiddel onder zodanige omstandigheden is geconditioneerd, dat uit de inrichting een verf-schuim met een volumieke massa kleiner dan of gelijk aan 0,4 g/cm3 wordt gevormd.

2. Samenstelling volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het 5,6-dihydro>^yindool in hoeveelheden gelegen tussen 0,1 en 5 gew.% en bij voorkeur 0,5 en 2 gew.% met betrekking tot het totale gewicht van de onder druk te brengen samenstelling aanwezig is.

3. Samenstelling volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat 15 het schuimvoortbrengende middel een anionogeen, niet-ionogeen, amfo- teer, kationogeen oppervlakte-actief middel of een mengsel van deze op-pervlakte-actieve middelen is.

4. Samenstelling volgens een van de conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat het oppervlakte-actieve middel in concentraties gelegen 20 tussen 0,1 en 55 gew.% en bij voorkeur tussen 1 en 40 gew.% met betrekking tot het totale gewicht van de onder druk te brengen samenstelling aanwezig is.

5. Samenstelling volgens een van de conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat het schuimvoortbrengende middel een anionogeen, kationo- 25' geen, niet-ionogeen of amfoteer schuimend polymeer is.

6. Samenstelling volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat het schuimende polymeer gekozen is uit: (1) de gekwaterniseerde copolymeren van vinylpyrrolidon/dialkyl-aminoalkylacrylaat en -methacrylaat, cel!ulose-etherderivaten, die kwa- 30 ternaire ammoniumgroepen bevatten, met een in water oplosbare kwater-naire ammoniumgroep geënte copolymeren van cellulose of cellulosede-rivaten, gepolyo^yethyleneerde polyaminen, (2) niet-verknoopte polymeren van acryl- of methacrylzuur of zouten daarvan, copolymeren van crotonzuur/vinylacetaat geënt op polyal- 35 kyleenglycolen, polymeren van maleïnezuur of maleïnezuuranhydride met methacrylzuur of polymeren van maleinezuuranhydride en vinyl-ether, copolymeren van al of niet gesubstitueerd acrylamide en onverzadigde carbonzuren, (3) betafnehoudende methacrylcopolymeren of amfotere acrylterpo- 40 lymeren, • . ... V ''"’S (4) partieel geacetyleerde polyvinylalcoholen en polyvinylalcohol-ethers.

7. Samenstelling volgens conclusie 5 of 6, met het kenmerk, dat het schuimende polymeer in hoeveelheden gelegen tussen 0,1 en 5 gew.% 5 betrokken op het totale gewicht van de onder druk te brengen samenstelling aanwezig is.

8. Samenstelling volgens een van de conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat het waterige milieu een pH heeft, die tussen 4 en 11 en bij voorkeur tussen 5 en 9,5 gelegen is.

9. Samenstelling volgens een van de conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat het milieu organische en aanvaardbare cosmetische oplosmiddelen bevat gekozen uit kleine (4-C4 alkanolen, monomethyl-, mo-no-ethyl- of monobutylethers van ethyleenglycol en het acetaat van de mono-ethylether van ethyleenglycol in hoeveelheden lager dan 50%, en 15 bij voorkeur lager dan 20 gew.%, met betrekking tot het totale gewicht van de onder druk te brengen samenstelling.

10. Samenstelling volgens een van de conclusies 1 tot 9, met het kenmerkdat zij eveneens verdikkingsmiddelen bevat in hoeveelheden gelegen tussen 0,1 en 5 gew.% betrokken op het totale gewicht van de on- 20 der druk te brengen samenstelling.

11. Samenstelling volgens een van de conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat het stuwmiddel een vluchtige koolwaterstof gekozen uit butaan, isobutaan, propaan, partieel of geheel gefluoreerde koolwaterstoffen, alleen of als mengsel gebruikt, is.

12. Yerfschuim verkregen door verdeling van de samenstelling onder druk volgens een van de conclusies 1 tot 11 uit een aerosol inrichting en die een volumieke massa lager dan of gelijk aan 0,4 g/cm3 heeft.

13. Werkwijze voor het verven van menselijke keratinevezels en in het bijzonder van haar, met het kenmerk, dat men op de vezels een 30 schuim volgens conclusie 12 verdeeld uit een aerosol inrichting, met de in een van de conclusies 1 tot 11 gedefinieerde samenstelling, aanbrengt.

14. Werkwijze voor het verven van menselijke keratinevezels en in het bijzonder van haar, met het kenmerk, dat men op de vezels een 35 schuim verdeeld uit een aerosol inrichting met de in een van de conclusies 1 tot 11 gedefinieerde samenstelling aanbrengt en dat men na een inwerktijd van 5 tot 30 minuten een spoel behandeling uitvoert.

15. Werkwijze volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat men verscheidene keren op achtereenvolgende wijze de verfschuim aanbrengt. +++++++ : J