NL8500741A - Thiocyaanpyrimidinederivaat, werkwijze voor het bereiden daarvan en land- en tuinbouwkundig fungicide preparaat. - Google Patents

Thiocyaanpyrimidinederivaat, werkwijze voor het bereiden daarvan en land- en tuinbouwkundig fungicide preparaat. Download PDF

Info

Publication number
NL8500741A
NL8500741A NL8500741A NL8500741A NL8500741A NL 8500741 A NL8500741 A NL 8500741A NL 8500741 A NL8500741 A NL 8500741A NL 8500741 A NL8500741 A NL 8500741A NL 8500741 A NL8500741 A NL 8500741A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
compound
none
compounds
preparation
derivative
Prior art date
Application number
NL8500741A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Mitsui Toatsu Chemicals
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Mitsui Toatsu Chemicals filed Critical Mitsui Toatsu Chemicals
Publication of NL8500741A publication Critical patent/NL8500741A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01NPRESERVATION OF BODIES OF HUMANS OR ANIMALS OR PLANTS OR PARTS THEREOF; BIOCIDES, e.g. AS DISINFECTANTS, AS PESTICIDES OR AS HERBICIDES; PEST REPELLANTS OR ATTRACTANTS; PLANT GROWTH REGULATORS
    • A01N43/00Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds
    • A01N43/48Biocides, pest repellants or attractants, or plant growth regulators containing heterocyclic compounds having rings with two nitrogen atoms as the only ring hetero atoms
    • A01N43/541,3-Diazines; Hydrogenated 1,3-diazines
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07DHETEROCYCLIC COMPOUNDS
    • C07D239/00Heterocyclic compounds containing 1,3-diazine or hydrogenated 1,3-diazine rings
    • C07D239/02Heterocyclic compounds containing 1,3-diazine or hydrogenated 1,3-diazine rings not condensed with other rings
    • C07D239/24Heterocyclic compounds containing 1,3-diazine or hydrogenated 1,3-diazine rings not condensed with other rings having three or more double bonds between ring members or between ring members and non-ring members
    • C07D239/28Heterocyclic compounds containing 1,3-diazine or hydrogenated 1,3-diazine rings not condensed with other rings having three or more double bonds between ring members or between ring members and non-ring members with hetero atoms or with carbon atoms having three bonds to hetero atoms with at the most one bond to halogen, directly attached to ring carbon atoms
    • C07D239/46Two or more oxygen, sulphur or nitrogen atoms
    • C07D239/58Two sulfur atoms

Landscapes

  • Organic Chemistry (AREA)
  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Plant Pathology (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Dentistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Wood Science & Technology (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Pest Control & Pesticides (AREA)
  • Agronomy & Crop Science (AREA)
  • Agricultural Chemicals And Associated Chemicals (AREA)
  • Plural Heterocyclic Compounds (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)

Description

k ^ » - 1 -
Thiocyaanpyrimidinederivaat, werkwijze voor het bereiden. daarvan en land- en tuinbouwkundig fungicide preparaat.
5 De uitvinding heeft betrekking op nieuwe thiocyaan- pyrimidinederivaten, hun bereiding en land- en tuinbouwkundige fungicide preparaten, die deze derivaten als aktieve bestanddelen bevatten.
Er bestaat in de land- en tuinbouw reeds lang be-10 hoefte aan de ontwikkeling van fungiciden ter bestrijding van late pest en donsmeeldauw, die ernstige ekonomische schade veroorzaken.
Aangezien de pyrimidinering een zekere rol bij de wisselwerking met dit organisme schijnt te spelen, heeft men tot 15 dusver een aantal pyrimidinederivaten onderzocht, hetgeen tot de synthese van een groot aantal verbindingen heeft geleid. Vele verbindingen bleken bepaalde kenmerkende fysiologische werkingen te hebben op het terrein van de landbouwchemicalien en de geneesmiddelen. Men heeft echter tot dusver nog geen onderzoek gedaan 20 naar land- en tuinbouwkundige fungiciden op basis van thiocyaan-pyrimidinederivaten, verkregen door de invoering van een thio-cyaangroep in de pyrimidinering. Er is zeer weinig literatuur omtrent de synthese van pyrimidinederivaten met thiocyaangroepen.
Hun biologische werking is ook nauwelijks bekend. Zij zijn slechts 25 in zodanige mate bekend, dat bepaalde thiocyaanpyrimidinederiva-ten en hun antimikrobiele werking in vitro zijn beschreven in Yakugaku Zasshi, 83, 1086 (1963). In deze literatuur worden vijftien thiocyaanpyrimidinederivaten en hun antimikrobiele werking beschreven. Men zegt, dat 2-(of 6-)chloor-4-methyl-6(of 2-)thio-30 cyaanpyrimidine (hierna aangehaald als 2-chloor-4-methyl-6-thio-cyaanpyrimidine) de aktiefste verbinding is en de antimikrobiele werking van de verbindingen met een substituent op de 5-plaats van de pyrimidinering in het algemeetFerin®is. Van de vijftien in bovengenoemde literatuur beschreven verbindingen bevat slechts 35 bovengenoemde verbinding een halogeenatoom, dat wil zeggen van 8500741 « i · - 2 - thiocyaanpyrimidinederivaten met 2 halogeenatomen is niets bekend.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op thiocyaanpyrimidinederivaten met 2 halogeenatomen en bovendien een alkylthiogroep op de 5-plaats. Er werd gevonden, dat deze deri-5 vaten een uitstekende werking hebben tegen talrijke plantenziekten van het soort als late pest en donsmeeldauw en hun werking aanzienlijk kan worden opgevoerd door de invoering van een alkylthiogroep op de 5-plaats.
De thiocyaanpyrimidinederivaten van de uitvinding 10 hebben de algemene formule 1, waarin R een alkylgroep met 1-3 kool stof atomen voorstelt en X een halogeenatoom voorstelt.
Men kan deze verbindingen bereiden door een pyrimi-dinederivaat met de algemene formule 2, waarin R en X bovengenoemde betekenis hebben, in een organisch zuur te laten reageren met 15 een thiocyanaat met de algemene formule 3, waarin M een alkali-metaal of ammonium voorstelt.
De land- en tuinbouwkundige fungicide preparaten van de uitvinding bevatten als aktief bestanddeel een thiocyaanpyri-midinederivaat met bovengenoemde formule 1.
20 Aangezien de verbindingen van de uitvinding 2 halo geenatomen bevattenjkan men een extra thiocyaangroep invoeren.
De verbindingen met 2 thiocyaangroepen hebben echter een zeer minderwaardige werking. Zo vertoont bijvoorbeeld 2,3-dichloor-5-methylthio-6-thiocyaanpyrimidine, dat een verbinding met de for-25 mule 1 is, een sterke fungicide werking met een breed spektrum tegen plantenziekten. Anderzijds is de werking van 4,6-bisCthio-cyaan)-2-chloor-5-methylthiopyrimidine zeer minderwaardig.
Kenmerkende aspekten van de werking van de verbindingen van de uitvinding worden nader beschreven. Allereerst kan 30 worden vermeld, dat zij bij talrijke typen plantenziekten kunnen worden toegepast. Zo vertonen de verbindingen van de uitvinding bijvoorbeeld als stuifseis en korrels of bij behandeling van de bodem een uitstekende werking tegen plantenziekten, die worden veroorzaakt door zogenaamde Oomycetes, zoals late aardappelpest 35 (Phytophthora infestans), late tomatenpest (Phytophthora infestans), 8500741 - 3 - * zwarte tabaksrot (Phytophthora parasitica var, nicotiana), peper-pest (Phytophthora capsici), komkommerdonsmeeIdauw (Pseudoperonos-pora cubensis)en wijndonsmeeIdauw (Plasmopara viticola), en met inbegrip van bladvlek (Alternaria mali), zwarte peervlek (Alter-5 naria kikuchiana), vroege tomatenpest (Alternaria solani), poeder-meeldauw, grijze schimmel (Botrytis cinearea), tarwestengelroest (Puccinia graminis) en rij stbrand (Pyricularia oryzae).
Ten tweede is hun werking bijzonder sterk. Zij vertonen bijvoorbeeld zelfs bij gebruik in hoeveelheden aktieve be-10 standdelen, die veel kleiner zijn dan bij ethyleenbis(zinkdithio-carbamaat), dat men gebruikt voor de bestrijding van late tomatenpest (Phytophthora infestans) een uitstekende fungicide werking.
Ten derde zijn zij absoluut veilig voor cultuurplanten. Zij vertonen bijvoorbeeld geen enkele fytotoxiciteit tegen 15 tomaten, komkommers, aardappelen, enzovoort.
Ten vierde zijn zij uitermate weinig toxisch voor dieren.
Men kan de verbindingen van de uitvinding volgens bijgaand reaktieschema A bereiden. Zo kan men bijvoorbeeld een 20 2,4,6-trihalogeenpyrimidinederivaat met de formule 2, waarin X chloor of broom is, gemakkelijk bereiden door fosforoxychloride of fosforoxybromide te laten reageren met een barbituurzuurderi-vaat met de formule 4 in aanwezigheid van N,N-dimethylaniline.
Als R voor een methylgroep staat, kan men de verbinding ook uit 25 de ylideverbinding met de formule 5 bereiden volgens de werkwijze, beschreven in Chemical Abstracts, T2, 3499s.
Mien kan een verbinding met de formule 2f, die overeenkomt met de formule 2, waarin X jodium voor stelt, gemakkelijk bereiden door reaktie van geconcentreerd jodiumwaterstofzuur met 30 een verbinding met de formule 2, waarin X chloor of broom voorstel t (hierna zullen de verbindingen met de formules 2 en 2' algemeen "trihalogeenderivaten" worden genoemd).
Men kan een verbinding met de formule 1 bereiden door reaktie van een trihalogeenderivaat met de formule 2 of 2' met 35 thiocyanaat met de formule 3. Als thiocyanaat gebruikt men bijvoor- 8500741 I · - 4 - beeld kaliumthiocyanaat, natriumthiocyanaat, ammoniumthiocyanaat, enzovoort. Men bereikt goede resultaten ongeacht welk thiocyanaat men gebruikt. Het type oplosmiddel beïnvloedt de reaktie aanzienlijk. Bij reaktie in een alkohol, zoals methanol of ethanol, ver-5 loopt de reaktie zelfs bij verwarming aan een terugvloeikoeler traag. Bovendien verkrijgt men ook harsachtige bijprodukten en is de opbrengst zeer gering. Bij reaktie in een aprotisch polair oplosmiddel, zoals aceton, dimethylsulfoxyde, N,N-dimethylform-amide of 1,3-dimethyl-2-imidazolidon, verkrijgt men verbindingen 10 met 2 of meer thiocyaansubstituenten of isothiocyanaten door omlegging van de thiocyaangroep. Aldus is de opbrengst aan de beoogde verbinding met de formule 1 laag. Er werd echter gevonden, dat men de opbrengst in grote mate kan opvoeren als men de reaktie uitvoert in een organisch zuur als mierenzuur, azijnzuur of pro-15 pionzuur. Soms kunnen er kleine hoeveelheden 4,6-bis(thiocyaan)-derivaten als bijprodukten optreden, afhankelijk van het als oplosmiddel gebruikte type organisch zuur. Deze derivaten zijn slechts oplosbaar in een oplosmiddel, dat men ter herkristallisa-tie van de beoogde verbinding met de formule 1 gebruikt. Men moet 20 ter verwijdering van dergelijke bijprodukten enkele malen her- kristalliseren of ze door kolomchromatografie afscheiden. Men kan echter het optreden van 4,6-bis-(thiocyaan)-bijprodukten tot spore-hoeveelheden beperken als men de reaktie uitvoert met mierenzuur als oplosmiddel. Mïerenzuur is dan ook het beste oplosmiddel ter 25 bereiding van de verbindingen van de uitvinding. Hoewel de reaktie-temperatuur van 10°C tot het kookpunt van het oplosmiddel kan variëren, is het ter onderdrukking van het optreden van bijprodukten en ter verkrijging van een geschikte reaktietijd gewenst de reaktie bij een temperatuur van 20-60°C uit te voeren. De reaktietijd 30 hangt van de reaktietemperatuur af. Ruwweg is een tijd van 0,5-10 uur geschikt. Soms verloopt de reaktie in betrekkelijk korte tijd als men mierenzuur als oplosmiddel gebruikt. Mierenzuur is dus ook om deze reden het beste oplosmiddel.
Na voltooiing van de reaktie laat men onmiddellijk 35 een precipitaat ontstaan door het resulterende vloeibare reaktie- 85 00 741 • % - 5 - mengsel in een grote hoeveelheid water uit te gieten. Door winning en droging van de vaste stof verkrijgt men ruwe kristallen van het beoogde produkt met de formule 1 met een opbrengst van 90% of meet
Hoewel de ruwe kristallen op zichzelf tamelijk zuiver zijn, kan 5 men een gezuiverd produkt verkrijgen door ze te herkristalliseren uit een gebruikelijk oplosmiddel als benzeen, tolueen, isopropyl- ether, chloroform, tetrachloorkoolstof, ethylacetaat, ethanol of methanol, indien men dit nodig acht.
Bovenstaande reaktie kan worden voorgesteld met re- 10 aktieschema B^dat nader zal worden beschreven.
Er is een kans, dat er een verbinding met de formule 1 of 1' en als bijprodukt een verbinding met de formule 6 of 6 * optreedt, indien men bij bovenstaande reaktie 1 mol thiocyanaat met het trihalogeenderivaat laat reageren. Hoewel het zeer moei- 13 15 lijk was hun strukturen te bepalen^werd met C-NMR gevonden dat, wanneer men het thiocyanaat laat reageren met 5-methylthio-2,4,6-trichloorpyrimidine (formule 2, R =* methyl, X * Cl), de strukturen van de beoogde verbinding en het bijprodukt respektievelijk worden gegeven door de formules 1 en 6. Er werden namelijk zes 13 20 signalen waargenomen in een C-NMR spektrum van het beoogde produkt. De gebieden van deze zes signalen waren van dezelfde intensiteit. Aangezien alle koolstoffen niet als equivalent te beschouwen zijn, werd gevonden, dat de beoogde verbinding de formule 1 heeft. Indien zij de formule 1' zou hebben, zou men vijf signalen 25 waarnemen met een signaal met twee maal de intensiteit van de 13 rest. Anderzijds werden er door C-NMR van het bijprodukt vijf signalen waargenomen, waarvan er twee signalen twee maal de intensiteit van de rest hadden. Aangezien er twee reeksen equivalente koolstoffen aanwezig waren, bleek het bijprodukt de formule 6 te 30 hebben.
De bereiding van de verbindingen van de uitvinding wordt nu toegelicht aan de volgende bereidingsvoorbeelden: ' 35 8500741 « - 6 - I ·
Bereidingsvoorbeeld I:
Bereiding van 2,4-dichloor-5-methylthio-6-thiocyaan-pyrimidine (verbinding no. 1).
5 In een 50 ml vierhalskolf, voorzien van thermometer, terugvloeikoeler en roerder bracht men 2,30 g (0,010 mol) 5-methylthio-2,4,6-trichloorpyrimidine en 15 ml mierenzuur. Terwijl men de inhoud bij kamertemperatuur roerde}voegde men 1,07 g (0,011 mol) kaliumthiocyanaat toe. Daarna verwarmde men het re-10 sulterende mengsel en roerde het vervolgens 1 uur bij 50°C. Na afkoeling van het reaktiemengsel goot men het in een grote hoeveelheid water uit. Men filtreerde de geprecipiteerde vaste stof af en droogde haar onder verkrijging van 2,34 g ruwe kristallen (opbrengst; 92,9%). Men herkristalliseerde een deel van de ruwe 15 kristallen uit ethylacetaat onder verkrijging van een gezuiverd produkt. Smeltpunt 143-144,5°C.
Elementairanalyse (als CgH^Cl^N^S^):
C H Cl N S
Berekend (%) 28,58 1,20 28,12 16,67 25,43 20 Gevonden (%) 28,83 1,04 28,35 16,63 25,22 IR (KBr); 2160 cnf1 (-S-C=N).
13C-NMR£^13 (ppm); 17,7(C-1), 105,5(C-2), 125,7(C-5), 159,8(C-3), 25 166,0(0-4), 171,3(C-6).
De verbinding heeft de formule 7.
Tabel A heeft betrekking op verbindingen met de formule 1 die op soortgelijke wijze zijn bereid en hun fysische gegevens.
30 8500741 - 7 - • ft ft
y-N
sO Mf 00 t'» £ vo so <f -d* Λ λ d £ £ c o <0 S oo 00 aJ mm μ é~\ /~s <u mosO'ooO'O'Om pa oo-^-coot^-oor^ v, ζ/2 ******** ö <r<fcn<Nm'Ïeooo (U NCSNN'-'-'-’· T3 „ C <r 'J σ' £ o m Ό — co
> p—i * « « * I I I I
dj cj so so m m
o CM CM CM CM
T— OS'— φ (B Ό N CO
/-s 00r-'O<Js<?'s0C0CM
IO 2 ********
w mmm<rososcMcM
T- T- 1— *— ·—·-· cn _ _
ö \OOs<r<ffv'OcrscN
aj so oo <r m so i— coo >> a; «*«·>**>"·* (U T-^-csesiooO'- 60 _ ni mosvoosmi'-coos
oo r-mmcsmm’-iN
ajo ««o*»*** Μ >> (Ίηηπ'-’-Μ^ r—i • CÖ «— C ·· ··
CM CM ·· CM
m μ CO CO CM CO
3 .h CM CM CO CM
3 Λ rM ^ CM μ
i 4J u o M PQ
μ Ö « « -P -P
0 üi 2 z 2 2 uj π m r*» co co < ** 3 BS BS S3„ BS ;
<U i-l Γ-» CO so sO
£ ^ w 8 3 8 8
« U
< CU
S
1 i .u/i •S g u CJ 00 o· tt-j I o o m cu c je i>* m *- w o ,5 p«. so I o _3 I I m ^
μ (μ <r co JP S
« o ^ ό ~ u co 8.
^ 4J4J -U 4J Q S CM
0,0, O, S* CJ H
BB S B μ© co co ca co • 4J »-i ·-* ij * c x O υ w « <u 3 u •μ μ CO M .
Xt 0-i 3 « i I „2 s co 2 ω ·η I S 35 oo c Ό c: •pi
μ . CM CO -3" cO
CU o > 2 850074t - 8 - f *
Hoewel men de verbindingen van de uitvinding zonder enig toevoegsel als land- en tuinbouwkundig fungicide kan gebruiken, worden ze gewoonlijk vermengd met een drager, en, indien nodig, andere toevoegsels en verwerkt tot preparaatvormen, die 5 men gewoonlijk als land- en tuinbouwkundige fungiciden toepast en de aktieve stoffen bevatten in een hoeveelheid van 0,01 tot 90 gew%, bijvoorbeeld stuifsels (aktieve stofconcentratie 1-10 gew%), grof stuifsel (aktieve stofconcentratie 1-10 gew%), mikrokorrels (aktieve stofconcentratie 1-25 gew%), korrels (aktieve stofcon-10 centratie 2-30 gew%), bevochtigbaar poeder (aktieve stofconcentratie 20-80 gew%), suspensie in olie (aktieve stofconcentratie 10-70 gew%), rookmiddel (aktieve stofconcentratie 2-70 gew%), mikrocapsules (aktieve stofconcentratie 10-80 gew%), vervloeibare preparaten (aktieve stofconcentratie 20-60 gew%), enzovoort.
15 Men de uitdrukking "drager” wordt hier een syntheti sche of natuurlijke,anorganische of organische stof bedoeld, die men in land- en tuinbouwkundige fungicide preparaten opneemt, teneinde te bevorderen, dat de aktieve bestanddelen de te behandelen lokaties bereiken en teneinde opslag, transport en hantering van 20 de aktieve bestanddelen te vergemakkelijken.
Vaste dragers, die voor gebruik bij de uitvinding geschikt zijn, zijn bijvoorbeeld kleiaarden als montmorilloniet en kaoliniet, anorganische stoffen, zoals diatomeenaarde, terra alba, talk, vermiculiet, gips, calciumcarbonaat, silicagel, ammo-25 niumsulfaat en dergelijke, organische stoffen van plantaardige oorsprong zoals sojabloem, zaagsel, tarwebloem en dergelijke, ureum, enzovoort.
Voorbeelden van vloeibare dragers zijn aromatische koolwaterstoffen als benzeen, tolueen, xyleen,, cumeen, enzovoort, 30 alkaankoolwaterstoffen als keroseen, minerale olie en dergelijke, halogeenkoolwaterstoffen als tetrachloorkoolstof., chloroform, di-chloorethaan, enzovoort, ketonen als aceton, methylethylketon, f enzovoort, ethers als dioxan, tetrahydrofuran en dergelijke, alko-holen als methanol, propanol, ethyleenglykol en dergelijke, di-' 35 methylformamide, dimethylsulfoxyde, water, enzovoort.
85 0 0 7 41 • * % - 9 -
Men kan teneinde het effekt van de verbindingen van de uitvinding op te voeren een of meer onder genoemde toevoegsels in het fungicide preparaat opnemen afhankelijk van de preparaat-vorm en het beoogde doel. Voorbeelden van op te nemen toevoegsels 5 zijn anionogene oppervlakteaktieve stoffen als alkylsulfaten, arylsulfonaten, succinaten, polyethyleenglykolalkylarylether-sulfaten, enzovoort, kationogene oppervlakteaktieve stoffen als alkylaminen, polyoxyethyleenalkylaminen, enzovoort, nietionogene oppervlakteaktieve stoffen als polyoxyethyleenglykolethers, poly-10 oxyethyleenglykolesters, polyesters, enzovoort en amfotere oppervlakteaktieve stoffen.
Daarnaast kan men als stabilisatoren, kleefmiddelen, smeermiddelen, enzovoort, isopropylwaterstoffosfaat, calcium-stearaat, was, caseinelijm, natriumalginaat, methylcellulose, 15 carboxymethylcellulose, arabische gom, enzovoort gebruiken.
Men kan de verbindingen van de uitvinding als fun-giciden tegelijkertijd of vermengd met andere landbouwkundige chemicaliën gebruiken, zoals insekticiden, andere fungiciden, acariciden, nematociden, antivirusmiddelen, herbiciden, plante-20 groeiregelaars en lokmiddelen, bijvoorbeeld organofosforverbin-dingen, verbindingen van het carbamaattype, verbindingen van het dithiocarbamaattype, verbindingen van het thiolcarbamaattype, organische chloorverbindingen, dinitroverbindingen, antibiotica, verbindingen op ureumbasis, verbindingen van het triazinetype, 25 kunstmest, enzovoort.
Men kan allerlei preparaten^die boven beschreven aktieve stoffen van de uitvinding bevatten^op de gebruikelijke wijze in de landbouw toepassen, namelijk door ze aan te brengen op de oppervlakken van velden, planten en dergelijke (bijvoor-30 beeld door ze te versproeien als vloeibare preparaten, te vernevelen, te verstuiven, door ze als korrels toe te passen of door dompeling). Voorts kan men ze door roken toepassen en ze in de bodem aaribrengen (bijvoorbeeld door vermenging of drenking) of op de bodem aanbrengen (bijvoorbeeld door bekleding, hesprenke-35 ling en indoping), alsmede volgens andere methoden.
8500741 ♦ » - 10 -f
De toegepaste hoeveelheid hangt af van het type ziekte en het groeistadium van de oogst of de planten. Men kan de stoffen echter toepassen in een hoeveelheid van 0,2-4 kg per hectare en gewoonlijk van 0,5-2 kg per hectare, berekend op de 5 aktieve stof.
Enige voorbeelden van land- en tuinbouwkundige fungicide preparaten, die de verbindingen van de uitvinding als aktieve bestanddelen bevatten, zullen nu worden beschreven. De verbindingen van de uitvinding, die als aktieve stoffen worden 10 gebruikt, zullen worden aangeduid met het nummer, waarmee ze in bovenstaande tabel A worden gegeven. Wanneer wordt gesproken over "delen" zijn hiermee "gewichtsdelen" bedoeld.
Preparaatvoorbeeld I: Bevochtigbaar poeder.
15 Men bereidde bevochtigbaar poeder, dat 30% verbin ding no. 1 als aktief bestanddeel bevatte, door gelijkmatige vermaling en vermenging van 300 delen verbinding no. 1, 440 delen diatomeenaarde, 200 delen terra alba, 25 delen natriumlignosul-fonaat, 15 delen natriumalkylbenzeensulfonaat (alkylgroepen met 20 10-15 koolstof atomen) en 20 delen polyoxyethyleennonylfenylether (polymerisatiegraad van de polyoxyethyleenrest: 5-10).
Preparaatvoorbeeld II: Korrels.
Men bereidde korrels, die 10% verbinding no. 2 als 25 aktief bestanddeel bevatten, door vermenging van 10 delen verbinding no. 2, 62 delen bentoniet, 20 delen talk, 2 delen natrium-dodecylbenzeensulfonaat en 1 deel natriumlignosulfonaat, kneding van het resulterende mengsel met een geschikte hoeveelheid water en vervolgens granulering van de aldus geknede massa met een ex-30 trusiegranuleermachine op een op zichzelf in de techniek bekende wijze.
Preparaatvoorbeeld UI: Stuifsel.
Men bereidde stuifsel, dat 2% verbinding no. 2 als 35 aktief bestanddeel bevatte, door gelijkmatige vermaling en ver- 85 0 0 7 4f t* · % , - 11 - menging van 20 delen verbinding no. 2, 5 delen calciumstearaat, 5 delen poedervormig silicagel, 200 delen diatomeenaarde, 300 delen terra alba en 470 delen talk.
5 Preparaatvoorbeeld IV: Grof stuifsel.
Grof stuifsel, dat 5% verbinding no. 1 als aktief bestanddeel bevatte, werd verkregen door vermenging in een V-menger van 5 delen verbinding no. 1, die in een straalmolen was fijngemalen, 94,5 delen korrelvormig calciumcarbonaat (korrel-10 grootte: 0,1-0,25 mm) en 0,5 delen sojaolie.
Preparaatvoorbeeld V: Mikrokorrels.
Mikrokorrels, die 52 verbinding no. 3 als aktief bestanddeel bevatten, werden verkregen door vermenging in een 15 V-menger van 5 delen verbinding no. 3, die in een straalmolen was fijngemalen, 94,5 delen korrelvormig calciumcarbonaat (korrel-grootte: 0,3-0,6 mm) en 0,5 delen sojaolie.
Preparaatvoorbeeld VI: Vloeibaar preparaat.
20 Een vloeibaar preparaat, dat 401 verbinding no. 4 bevatte, werd verkregen door fijne vermaling in een zandmolen van 40 delen verbinding no. 4, 15 delen ethyleenglykol, 0,1 deel
R
Deltop (produkt van Takeda Chemical Industries, Ltd., organo-jodiumverbinding), 3 delen Demol-N^ (produkt van Kao Corporation, 25 speciaal naftaleencondensaat), 0,2 delen polyvinylpyrrolidon en 41,7 delen water.
Proef 1: Proef op de bestrijding van Alternaria bladvlek (Altemaria mali).
3Q Nieuw gegroeide takken van een appelboom (ras: Star
King) werden in 200 ml Erlenmeyerkolven gestoken en werden per drie takken besproeid met 50 ml chemisch preparaat van een voorafbepaalde concentratie (elke te beproeven verbinding was volgens de werkwijze van preparaatvoorbeeld I tot een bevochtigbaar poe-35 der verwerkt en daarna tot de voorafbepaalde concentratie verdund 8500741 9 v - 12 - met water), onder gebruikmaking van een spuitpistool (1,0 kg/cm2). Nadat men de takken aan de lucht had laten drogen werden ze besproeid en geent met een sporesuspensie van Alternaria Mali, die
R
vooraf 7 dagen gekweekt was in een cultuurmedium van "V-8" plan-5 tesap. De takken werden daarna 3 dagen bij 23-25°C en een vochtig heid van 95% of meer geincubeerd. Het aantal letsels werd geteld op elk van 7 bladeren aan elke tak. Het aantal letsels per tak werd daarna berekend met betrekking tot 3 takken in elke groep, waarop men een bestrijdingsgetal baseerde volgens de volgende 10 vergelijking:
Aantal letsels in
Bestrrj dmgsgetal = (1 ----—) x 100
Aantal letsels in onbehandelde groep 15
Bij het uitvoeren van bovenstaande proef gebruikte men de volgende verbindingen A en B ter vergelijking. Vergelijkingsverbinding A: 2-chloor-4-methyl-6-thioeyaanpyrimidine, een verbin-20 ding, beschreven in Yakugaku Zasshi, 83_, 1086 (1963).
Vergelijkingsverbinding B: N-(p-fluorfenyl)-dichloormaleimide, een verbinding, die in de handel als bestrijdingsmiddel voor Alternaria bladvlek (Alternaria mali) verkrijgbaar is.
25 De resultaten worden getoond in tabel B. 1 8500741 ί '« - 13 -TABEL Β
Beproefde Concentratie aktief Bestrijdings- Fytotoxi- verbinding No. bestanddeel (dpm) getal citeit 5 1 250 100 geen 2 250 100 geen 3 250 100 geen 4 250 100 geen 5 250 100 geen 10 Vergelijkings- verbinding A 250 20 geen
Vergelijkings- verbinding B 250 58 geen
Onbehandeld - 0 15
Zoals uit tabel B blijkt vertoonde de uit de literatuur bekende vergelijkingsverbinding 2-chloor-4-methyl-6-thio-cyaanpyrimidine geen enkele werking van betekenis. Ook blijkt, dat de verbindingen van de uitvinding een betere werking hebben 20 dan N-(p-fluorfenyl)dichloormaleimide, dat in de handel verkrijgbaar is als bestrijdingsmiddel voor Altemaria bladvlek (Alterna-ria mali).
Proef 2: Proef op bestrijding van grijze komkommer 25 schimmel (Botrytis cinerea).
Komkommerplanten (ras: Sagami-Hanjiro in het coty-ledonstadium)jdie afzonderlijk in potten in een broeikas waren gekweekt, werden per 3 potten besproeid met 20 ml chemisch preparaat van een voorafbepaalde concentratie (bereid door elke te 30 beproeven verbinding op dezelfde wijze als in preparaatvoorbeeld I tot bevochtigbaar poeder te verwerken en daarna het bevochtig-bare poeder met water tot de voorafbepaalde concentratie te verdunnen) onder gebruikmaking van een spuitpistool (1,0 kg/cm2) en daarna aan de lucht gedroogd. Hen bereidde een sporesuspensie 35 van Botrytis cinerea, dat vooraf gekweekt was op een PDA cultuur- 8500741 « - 14 - medium. De sporesuspensie werd op de komkommerplanten in de potten gesproeid en geent. De aldus geente komkommerplanten werden onmiddellijk gedurende 5 dagen geincubeerd bij temperaturen van 22-24°C en een vochtigheid·van 95% of meer. De mate van letsel- 5 ontwikkeling op de cotyledonen (zaadlobben) werd daarna onderzocht.
Men gebruikte de volgende beoordeling:
Letselindex % Aangetast bladoppervlak 0 0% 10 1 1-10% 2 11-25% 3 26-50% 4 51% en meer Letselindices werden bepaald voor alle cotyledonen, 15 waarop men gemiddelde waarden berekende, apart als letselindices voor de individuele groepen. Elke groep bestond uit 3 potten, die elk 5 planten bevatten.
Bij uitvoering van bovenstaande proef gebruikte men ter vergelijking bovengenoemde vergelijkingsverbinding Δ en boven- 2Q dien vergelijkingsverbinding C, teweten: methyl-1-butylcarbamoyl-2-benzimidazoolcarbamaat, een verbinding die in de handel als bestrijdingsmiddel voor grijze schimmel (Botrytis cinerea) verkrijgbaar is.
De resultaten worden gegeven in tabel C.
25 8500741 - 15 -
TABEL C
Beproefde Concentratie aktief Letsel- Fytotoxi- verbinding No. bestanddeel (dpm) index citeit 5 1 250 0 geen 2 250 0 geen 3 250 0 geen 4 250 0 geen 5 250 0 geen 10 Vergelijkings- verbinding A 250 3,5 geen
Vergelijkings- verbinding C 250 3,0 geen
Onbehandeld - 3,5 - 15
Zoals uit tabel C blijkt vertoonde de uit de literatuur bekende vergelijkingsverbinding 2-chloor-4-methyl-6-thio-cyaanpyrimidine geen enkele werking van betekenis. Methyl-1-butyl-carbamoyl-2-benzimidazoolcarbamaat, dat in de handel als bestrij-20 dingsmiddel voor grijze schimmel (Botrytis cinerea) verkrijgbaar is^vertoonde eveneens geen enkele werking van betekenis bij de onderhavige proef. Het is dus duidelijk, dat de verbindingen van de uitvinding een betere werking hebben.
25 Proef 3: Proef op bestrijding van late tomaatpest (Phytophthora infestans).
Tomatenplanten (ras: Sekaiichi, ongeveer 25 cm hoog) die in potten in een broeikas gekweekt waren werden per 3 potten besproeid met 50 ml van een chemisch preparaat van voorafbepaalde 30 concentratie (elke te beproeven verbinding was volgens de werk wijze van preparaatvoorbeeld I tot een bevochtigbaar poeder verwerkt en daarna met water tot de voorafbepaalde concentratie verdund) onder gebruikmaking van een spuitpistool. Men liet de planten daarna drogen aan de lucht. Men bereidde een zoosporesuspensie 35 uit Phytophthora infestans, dat 7 dagen vooraf op stukken aard- 85 00741 - 16 - appel gekweekt was. De met het chemische preparaat besproeide tomatenplanten werden met de zoosporesuspensie gesproeid en ge-ent. De monsterplanten werden 6 dagen bij temperaturen van 17-19 • °C en een vochtigheid van 95% of hoger geincubeerd. Daarna werd 5 de mate van letselontwikkeling onderzocht.
Men gebruikte de volgende beoordeling:
Letselindex % Aangetast bladoppervlak 0 0% 1 1-5% 10 2 6-25% 3 26-50% 4 51% en meer
Men bepaalde letselindices voor alle bladeren met uitzondering van twee nieuw ontwikkelde bladeren, op bovenstaan-15 de wijze, waarop men gemiddelde waarden berekende, apart als letselindices voor de individuele groepen.
Bij het uitvoeren van bovenstaande proef gebruikte men ter vergelijking bovengenoemde vergelijkingsverbinding A en voorts vergelijkingsverbinding D, teweten: 20 zinkethyleenbis(dithiocarbamaat), een verbinding, die in de handel verkrijgbaar is als bestrijdingsmiddel voor late to-matenpest (Phytophthora infestans) en late aardappelpest (Phytoph-thora infestans).
De resultaten worden gegeven in tabel D.
25 8500741 M' - 17 -
TABEL D
Beproefde Concentratie aktief Letsel- Fytotoxi- verbinding No. bestanddeel (dpm) index citeit 5 1 200 0 geen 2 200 0 geen 3 200 0 geen 4 200 0 geen 5 200 0 geen 10 Vergelijkings- verbinding A 200 3,9 geen
Vergelijkings- * verbinding D 200 2,0 geen
Onbehandeld - 4,0 - 15
Zoals uit tabel D blijkt, vertoonde de uit de literatuur bekende vergelijkingsverbinding, 2-chloor-4-methyl-6-thio- . cyaanpyrimidine geen enkele werking van betekenis. Het is ook duidelijk, dat de verbindingen van de uitvinding een betere wer-20 king hebben dan zinkethyleenbis(dithiocarbamaat)}dat in de handel als bestrijdingsmiddel voor late pest verkrijgbaar is.
Proef 4: Proef op bestrijding van late aardappeppest (Phytophthora infestans).
25 Aardappelplanten (ras: Danshaku, ongeveer 25 cm hoog), die afzonderlijk in potten in een broeikas waren gekweekt, werden per 3 potten besproeid met 50 ml chemisch preparaat van een voorafbepaalde concentratie (elke te beproeven verbinding was volgens de werkwijze van preparaatvoorbeeld I tot bevochtig-30 baar poeder verwerkt en daarna met water tot de voorafbepaalde concentratie verdund), onder gebruikmaking van een spuitpistool (1,0 kg/cm2). Men liet de planten daarna aan de lucht drogen.
Men bereidde een zoosporesuspensie uit Phytophthora infestans, dat vooraf 7 dagen op stukken aardappel gekweekt was. De met het 35 chemische preparaat besproeide aardappelplanten werden met de 8500741 ” - 18 - ψ zoosporesuspensie besproeid en geent. De monsterplanten werden 6 dagen bij temperaturen van 17—19°C en 95% of meer vochtigheid geincubeerd. Daarna onderzocht men de mate van letselontwikkeling.
De beoordeling en de berekeningsmethode van de let-5 selindices waren hetzelfde als bij proef 3.
Bij het uitvoeren van bovengenoemde proef gebruikte men boven beschreven vergelijkingsverbindingen A en D.
De resultaten worden gegeven in tabel E.
10 TABEL E
Beproefde Concentratie aktief Letsel- Fytotoxi- verbinding No. bestanddeel (dpm) index citeit 1 200 0 geen 15 2 200 0 geen 3 200 0 geen 4 200 0 geen 5 200 0 geen
Vergelijkings- 20 verbinding A 200 3,5 geen
Vergelijkings- verbinding D 200 2,6 geen
Onbehandeld - 4,0 - 25 Zoals uit tabel E blijkt, vertoonde de uit de lite ratuur bekende vergelijkingsverbinding, 2-chloor-4-methyl-6-thio-cyaanpyrimidine geen enkele werking van betekenis. Ook is het duidelijk, dat de verbindingen van de uitvinding beter werken dan zinkethyleenbis(dithiocarbamaat), dat in de handel als bestrij-30 dingsmiddel voor late pest verkrijgbaar is.
Proef 5: Proef op bestrijding van komkommerdonsmeel-dauw (Pseudoperonospora cubensis) Komkommerplanten (ras: Sagami-Hanjiro, in het twee-—35 bladsstadium), die afzonderlijk in potten in een broeikas gekweekt 85 00741 5 ^ - 19 - varen, werden per 3 potten besproeid met 30 ml chemisch preparaat van voorafbepaalde concentratie (bereid door elke te beproeven verbinding op dezelfde wijze als in preparaatvoorbeeld I tot be-vochtigbaar poeder te verwerken en daarna het bevochtigbare poe-5 der met water tot de voorafbepaalde concentratie te verdunnen), onder gebruikmaking van een spuitpistool (1,0 kg/cm2), waarna men ze aan de lucht liet drogen. Men verzamelde sporen van Pseudo-peronospora cubensis uit door donsmeeldauw aangetaste komkommer-bladeren. Onder gebruikmaking van de aldus gewonnen spore van 10 Pseudoperonospora cubensis en gedeioniseerd water bereidde men een sporesuspensie. De sporesuspensie werd op de komkommerplanten in de potten gesproeid en geent. De aldus geente komkommerplanten werden onmiddellijk 24 uur bij temperaturen van 17-19°C en een vochtigheid van 95% of meer geincubeerd en daarna overgebracht 15 naar een broeikas (temperatuur: 18-27°C). Na verloop van 7 dagen onderzocht men de mate van letselontwikkeling. Men gebruikte dezelfde beoordeling als bij proef 3.
Bij het uitvoeren van bovenstaande proef gebruikte men bovengenoemde vergelijkingsverbinding A en de volgende ver-20 gelijkingsverbinding £: N-(trichloormethylthio)-4-cyclohexeen-1,2-dicarboxi-mide, een verbinding, die in de handel verkrijgbaar is als bestrijdingsmiddel voor komkommerdonsmeeldauw (Pseudoperonospora cubensis).
25 De resultaten worden gegeven in tabel F.
8500741 - 20 -
TABEL F
Beproefde Concentratie aktief Letsel- Fytotoxi- verbinding No. bestanddeel (dpm) index citeit 5 1 200 0 geen 2 200 0 geen 3 200 0 geen 4 200 0 geen 5 200 0 geen 10 Vergelij kings- verbinding A 200 3,2 geen
Vergelijkings- verbinding E 200 2,4 geen
Onbehandeld - 3,7 15
Zoals uit tabel F blijkt, vertoonde de uit de literatuur bekende verbinding, 2-chloor-4-methyl-6-thiocyaanpyrimidi-ne geen enkele werking van betekenis. Ook N-(trichloormethylthio)-4~cyclohexeen-1,2-dicarboximide vertoonde niet veel werking.
20 Hieruit moet dan ook worden afgeleid, dat de verbindingen van de uitvinding beter zijn.
Proef 6: Proef op bestrijding van komkommerpoeder-meeldauw (Sphaerotheca fuliginea).
25 Komkommerplanten (ras: Sagami-Hanjiro, in het twee- b lads stadiuin)^ die afzonderlijk in potten in een broeikas gekweekt waren, werden per 3 potten besproeid met 30 ml chemisch preparaat van voorafbepaalde concentratie (bereid door elke te beproeven verbinding op dezelfde wijze als in preparaatvoorbeeld I tot be-30 vochtigbaar poeder te verwerken en daarna het bevochtigbare poeder met water tot de voorafbepaalde concentratie te verdunnen), onder gebruikmaking van een spuitpistool (1,0 kg/cm2) waarna men ze aan de lucht liet drogen. Men verzamelde sporen van Sphaerotheca fuliginea uit door poedermeeldauw aangetaste komkommerblade-35 ren. Onder gebruikmaking van de aldus gewonnen sporen van Sphaero- 8500741 - 21 - theca fuliginea en gedeioniseerd water, bereidde men een spore-suspensie. De sporesuspensie werd op de komkommerplanten in de potten gesproeid en geent. De aldus geente komkommerplanten werden in een broeikas geplaatst (temperatuur 18-27°C). Acht dagen 5 later werd de mate van letselontwikkeling onderzocht. De beoordeling was hetzelfde als boven gebruikt bij proef 3.
Bij het uitvoeren van bovenstaande proef gebruikte men bovengenoemde vergelijkingsverbinding A en de volgende ver— gelijkingsverbinding F: 10 dimethyl-4,4*-o-fenyleenbis(3-thioallofanaat), een in de handel verkrijgbare chemische stof ter bestrijding van kom-kommerpoedermeeldauw (Sphaerotheca fuliginea).
De resultaten worden gegeven in tabel 6.
15 TABEL G
Beproefde Concentratie aktief Letsel- Fytotoxi- verbinding No. bestanddeel (dpm) index citeit 1 250 0 geen 20 2 250 0,2 geen 3 250 0,3 geen 4 250 0,1 geen 5 250 0,1 geen
Vergelijkings- 25 verbinding A 250 2,4 geen
Vergelijkingsverbinding F 250 0,9 geen
Onbehandeld - 4,0 30 Proef 7: Proef op bestrijding van rijstbrand (Pyri- cularia Oryzae).
Padierijstzaailingen (ras: Sasanishiki, in het 5-6 bladsstadium), die men in potten in een broeikas had laten groeien, werden per 3 potten besproeid met 30 ml chemisch preparaat van 35 voorafbepaalde concentratie (bereid door elke te beproeven verbin- 85 00 7 41
/ V
- 22 - ding op dezelfde wijze als in preparaatvoorbeeld I tot bevochtig-baar poeder te verwerken en het bevochtigbare poeder daarna met water tot de voorafbepaalde concentratie te verdunnen), onder gebruikmaking van een spuitpistool (1,0 kg/cm2), waarna men ze aan 5 de lucht liet drogen. Pyricularia oryzae, dat vooraf op een cul- tuurmedium onder gebruikmaking van rijststengels was gekweekt, werd op de aldus behandelde padierijstzaailingen gesproeid en ge-ent in een vochtige ruimte met een vochtigheid van 90% of meer (temperatuur 24-28°C). Na 7 dagen bewaring in de vochtige ruimte 10 onderzocht men de mate van letselontwikkeling.
Men gebruikte de volgende beoordeling:
Letselindex Aantal letsels 0 geen letsel 1 1-2/blad 15 2 3-5/blad 3 6-10/blad 4 11 en meer
Men koos uit elke pot tien willekeurige bladeren.
Men bepaalde de letselindex op bovenstaande wijze 20 voor elk blad. Daarna berekende men een gemiddelde waarde als letselindex voor elke te beproeven groep.
Bij uitvoering van bovenstaande proef gebruikte men bovengenoemde vergelijkingsverbinding A en de volgende vergelij-kingsverbinding G: 25 0-ethyl-S,S-difenyldithiofosfaat, een in de handel ter bestrijding van rijstbrand (Pyricularia oryzae) verkrijgbare chemische verbinding.
De resultaten worden gegeven in tabel H.
30 85 Λ 0 7 4t - 23 - * TABEL Η
Beproefde Concentratie aktief Letsel- Fytotoxi- verbinding No. bestanddeel (dpm) index citeit 5 1 250 0 geen 2 250 0 geen 3 250 0,2 geen 4 250 0,2 geen 5 250 0,2 geen 10 Vergelijkings- verbinding A 250 2,6 geen
Vergelijkings- verbinding G 250 0 geen
Onbehandeld - 3,5 - 15
Proef 8: Proef op bestrijding van wijndonsmeeldauw (Plasmopara viticola).
Jonge wijnplanten (ras: Neomuscat, 2 jaar oud), die in potten gekweekt waren, werden per 2 potten besproeid met 100 20 ml chemisch preparaat van voorafbepaalde concentratie (bereid door elke te beproeven verbinding op dezelfde wijze als in preparaat-voorbeeld I tot bevochtigbaar poeder te verwerken en daarna het bevochtigbare poeder met water tot de voorafbepaalde concentratie te verdunnen) onder gebruikmaking van een spuitpistool (1,0 kg/ 25 cm2), waarna men ze aan de lucht liet drogen. Men verzamelde
Plasmopara viticola uit door donsmeeldauw aangetaste wijnbladeren. Onder gebruikmaking van aldus gewonnen Plasmopara viticola en ge-deioniseerd water bereidde men een sporesuspensie. De sporesuspen-sie werd op de wijnplanten gesproeid en geent. Na de aldus geente 30 wijnplanten 24 uur in een vochtige ruimte te hebben bewaard (vochtigheid 90% of meer, temperatuur 18-20°C)Jbracht men ze over naar een broeikas (temperatuur 18-25°C) teneinde de ontwikkeling van de ziekte te versnellen. De mate van letselontwikkeling werd 10 dagen later onderzocht. Men gebruikte dezelfde beoordeling als 35 bij proef 3.
8500741 , - 24 - m
Bij uitvoering van bovenstaande proef gebruikte men bovengenoemde vergelijkingsverbindingen A en D.
De resultaten worden gegeven in tabel I.
5 TABEL I
Beproefde Concentratie aktief Letsel- Fytotoxi- verbinding No. bestanddeel (dpm) index citeit 1 250 0 geen 10 2 250 0,2 geen 3 250 0 geen 4 250 0 geen 5 250 0 geen
Vergelijkings- 15 verbinding A 250 3,2 geen
Verge1ij kings- verbinding D 250 0,8 geen
Onbehandeld - 3,8 -
850074T

Claims (4)

1. Thiocyaanpyrimidinederivaat, met het kenmerk, dat het de algemene formule 1 heeft, waarin R een alkylgroep met 1-3 koolstofatomen voorstelt en X een halogeenatoom voorstelt.
2. Werkwijze voor het bereiden van een thiocyaan- 5 pyrimidinederivaat, met het kenmerk, dat men een verbinding bereidt met de algemene formule 1 als weergegeven in conclusie 1 door een pyrimidinederivaat met de algemene formule 2, waarin R en X bovengenoemde betekenis hebben, in een organisch zuur te laten reageren met een thiocyanaat met de algemene formule 3, 10 waarin M een alkalimetaal of ammonium voorstelt.
3. Werkwijze volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat men als organisch zuur mierenzuur gebruikt.
4. Land- en tuinbouwkundig preparaat met fungicide werking, met het kenmerk, dat het als aktief bestanddeel een thio- 15 cyaanpyrimidinederivaat met de algemene formule 1 als weergegeven . in conclusie 1 bevat. 85 00741
NL8500741A 1984-03-16 1985-03-14 Thiocyaanpyrimidinederivaat, werkwijze voor het bereiden daarvan en land- en tuinbouwkundig fungicide preparaat. NL8500741A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP4921884 1984-03-16
JP59049218A JPH0635450B2 (ja) 1984-03-16 1984-03-16 チオシアノピリミジン誘導体、その製造法および農園芸用殺菌剤

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8500741A true NL8500741A (nl) 1985-10-16

Family

ID=12824806

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8500741A NL8500741A (nl) 1984-03-16 1985-03-14 Thiocyaanpyrimidinederivaat, werkwijze voor het bereiden daarvan en land- en tuinbouwkundig fungicide preparaat.

Country Status (19)

Country Link
US (2) US4652569A (nl)
JP (1) JPH0635450B2 (nl)
KR (1) KR870000676B1 (nl)
CA (1) CA1236462A (nl)
CH (1) CH663021A5 (nl)
DD (2) DD234864A5 (nl)
DE (1) DE3509437A1 (nl)
ES (1) ES8601926A1 (nl)
FR (1) FR2561241B1 (nl)
GB (1) GB2157683B (nl)
HU (1) HU194693B (nl)
IL (1) IL74568A (nl)
IN (1) IN162075B (nl)
IT (1) IT1185067B (nl)
NL (1) NL8500741A (nl)
PL (2) PL140597B1 (nl)
RO (1) RO91593B (nl)
SU (2) SU1355125A3 (nl)
TR (1) TR22405A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPH0635450B2 (ja) * 1984-03-16 1994-05-11 三井東圧化学株式会社 チオシアノピリミジン誘導体、その製造法および農園芸用殺菌剤
JPS6345269A (ja) * 1986-04-28 1988-02-26 Mitsui Toatsu Chem Inc ジハロゲン置換チオシアノピリミジン誘導体、その製造法および農園芸用殺菌剤
JPH0710958B2 (ja) * 1988-10-07 1995-02-08 ソマール株式会社 スロット絶縁に好適なエポキシ樹脂粉体塗料
DE4025891A1 (de) * 1990-08-16 1992-02-20 Bayer Ag Pyrimidyl-substituierte acrylsaeureester
US20050032060A1 (en) * 2001-08-31 2005-02-10 Shishir Shah Arrays comprising pre-labeled biological molecules and methods for making and using these arrays
US6916621B2 (en) 2002-03-27 2005-07-12 Spectral Genomics, Inc. Methods for array-based comparitive binding assays

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2562948A (en) * 1947-11-01 1951-08-07 Koppers Co Inc Thiocyanophenols
US3303206A (en) * 1963-06-17 1967-02-07 Dow Chemical Co Halogenated thiocyanato phenols
US3423451A (en) * 1966-01-03 1969-01-21 Monsanto Res Corp N-(thiocyanatoalkyl)halophenoxyacylamides
DE1568490A1 (de) * 1966-02-02 1970-03-19 Bayer Ag Verfahren zur Herstellung von Fluoracylaminotrichlormethylmethan-Derivaten
GB1182584A (en) * 1966-03-31 1970-02-25 Ici Ltd Pyrimidine derivates and the use thereof as fungicides
DE2341925A1 (de) * 1973-08-20 1975-03-06 Thomae Gmbh Dr K Neue pyrimidinderivate und verfahren zu ihrer herstellung
AT340933B (de) * 1973-08-20 1978-01-10 Thomae Gmbh Dr K Verfahren zur herstellung neuer pyrimidinderivate und ihrer saureadditionssalze
US3987076A (en) * 1975-06-23 1976-10-19 Eli Lilly And Company 2,6-dinitro-3-thiocyanatoanilines
US3980689A (en) * 1975-12-03 1976-09-14 Morton-Norwich Products, Inc. N-(2,5-dichloro-4-thiocyanatophenyl)-β-alanine
DE2721917C2 (de) * 1977-05-14 1985-12-19 Basf Ag, 6700 Ludwigshafen 2-Trichlormethyl-4-nitrobenzolsulfensäurederivate und diese enthaltende Mikrozide
DE2747825A1 (de) * 1977-10-26 1979-05-03 Bayer Ag Aryl-thiocarbonsaeure-thiocyanmethylester
FR2459234A1 (fr) * 1979-06-20 1981-01-09 Ugine Kuhlmann Hydrazino (ou azido) alkylthio-5 pyrimidines, leurs procedes de preparation et leurs utilisations comme pesticides
JPS58124773A (ja) * 1982-01-20 1983-07-25 Mitsui Toatsu Chem Inc 5−メチルチオピリミジン誘導体とその製造法と農園芸用殺菌剤
JPS5949218A (ja) * 1982-09-14 1984-03-21 Matsushita Electric Works Ltd 熱硬化性樹脂成形材料の製造装置
JPH0635450B2 (ja) * 1984-03-16 1994-05-11 三井東圧化学株式会社 チオシアノピリミジン誘導体、その製造法および農園芸用殺菌剤

Also Published As

Publication number Publication date
IL74568A0 (en) 1985-06-30
IL74568A (en) 1988-04-29
US4652569A (en) 1987-03-24
CA1236462A (en) 1988-05-10
SU1355125A3 (ru) 1987-11-23
PL140597B1 (en) 1987-05-30
CH663021A5 (de) 1987-11-13
HUT36675A (en) 1985-10-28
IN162075B (nl) 1988-03-26
US4774335A (en) 1988-09-27
HU194693B (en) 1988-03-28
DD234864A5 (de) 1986-04-16
RO91593A (ro) 1987-07-30
ES541265A0 (es) 1985-12-01
GB8506770D0 (en) 1985-04-17
ES8601926A1 (es) 1985-12-01
JPS60193970A (ja) 1985-10-02
TR22405A (tr) 1987-04-13
FR2561241A1 (fr) 1985-09-20
GB2157683A (en) 1985-10-30
KR850006191A (ko) 1985-10-02
PL252376A1 (en) 1985-12-17
SU1514238A3 (ru) 1989-10-07
PL257564A1 (en) 1987-02-23
JPH0635450B2 (ja) 1994-05-11
DD246022A5 (de) 1987-05-27
FR2561241B1 (fr) 1987-12-11
IT1185067B (it) 1987-11-04
RO91593B (ro) 1987-07-31
DE3509437C2 (nl) 1988-07-28
DE3509437A1 (de) 1985-10-03
KR870000676B1 (ko) 1987-04-06
IT8519921A0 (it) 1985-03-15
GB2157683B (en) 1987-07-22
PL146019B1 (en) 1988-12-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8300193A (nl) 5-methylthiopyrimidinederivaten, werkwijze voor het bereiden daarvan en fungicide preparaten, die genoemde derivaten als aktieve bestanddelen bevatten.
NL8303808A (nl) Gesubstitueerde heteroarylverbindingen als fungiciden.
EP0224842B1 (en) Pyrazolesulfonamide derivative, process for its production and herbicide containing it
NL8500741A (nl) Thiocyaanpyrimidinederivaat, werkwijze voor het bereiden daarvan en land- en tuinbouwkundig fungicide preparaat.
CN112390759B (zh) 一种哒嗪醇类化合物及其衍生物、制备方法、除草组合物和应用
KR910006988B1 (ko) 2-알콕시아미노설포닐벤젠-설포닐우레아의 제조방법
CA1056405A (en) Nitrodiphenylether herbicidal compounds
JPS63287750A (ja) プロペン酸化合物、その製造法及びそれを含有する殺菌組成物
JPS6314711B2 (nl)
NL8202973A (nl) Herbicidefenoxybenzoezuurverbindingen.
CA1267144A (en) Dihalogen-substituted thiocyanopyrimidine derivatives, process for preparation thereof, and agricultural and horticultural fungicidal compositions containing same
NL8500276A (nl) N-gesubstitueerde aminopropaansulfonzuurderivaten.
JPH10338673A (ja) イソニコチン酸ヒドラジド誘導体および有害生物防除剤
HU195906B (en) Fungicidal compositions comprising nicotinamide derivatives as active ingredient and process for producing the nicotinamide derivatives
JPH0346469B2 (nl)
JPS6314712B2 (nl)
NL8002944A (nl) Zouten van herbicide 1.2.4-thiadiazolyl-5-ureum- derivaten en de toepassing ervan.
JPS6253973A (ja) ハロゲノチオシアノピリミジン誘導体、その製造法および農園芸用殺菌剤
JPS6039266B2 (ja) N−置換ベンゾイル−n′−トリクロロエチリデンヒドラジン誘導体および該誘導体を含有する農園芸用殺菌剤
JPS6251673A (ja) ジアルコキシチオシアノピリミジン誘導体、その製造法および農園芸用殺菌剤
JPH0373544B2 (nl)
JPS6253974A (ja) 2−アルキル−6−チオシアノピリミジン誘導体、その製造法および農園芸用殺菌剤
JPS58198472A (ja) 2,4−ジメトキシ−5−メチルチオピリミジン誘導体とその製造法と農園芸用殺菌剤
JPH0410470B2 (nl)
JPS63196568A (ja) 新規ピラゾ−ル誘導体、その製造法および農園芸用殺菌剤

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed