NL8303973A

NL8303973A - Oorloze klemconstructie.

Info

Publication number: NL8303973A
Application number: NL8303973A
Authority: NL
Original assignee: Oetiker Hans
Priority date: 1982-12-03
Filing date: 1983-11-18
Publication date: 1984-07-02
Also published as: ATA409883A; GB2131478B; SE8306604D0; JPH0563641B2; SE8803376D0; ES276105Y; BR8306563A; SE8803376L; AT388419B; MX157480A; NL192464C; ES276105U; GB8614414D0; JPS59137610A; IT1167044B; NL192464B; DE3343927A1; BE898358A; SE8306604L; CA1225232A

Description

N/31.758-tM/f.

Oorloze klemconstructie.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een klemconstructie en meer in het bijzonder op een klemconstructie, die kan worden gebruikt in gevallen, waarin de ruimtelijke omstandigheden geen uitstekende delen, zoals 5 plastisch vervormbare oren of spanorganen voor het samentrekken van de klemconstructie om een te bevestigen voorwerp toelaten ..

Plastisch vervormbare oren van het type, die bekend zijn geworden als "Oetiker"oren zijn tot nu toe 10 met groot sukses in verschillende klemconstructies toegepast. Bij deze klemconstructies moet men onderscheid maken tussen zogenaamde eindloze klemconstructies en open klemconstructies, die kunnen worden gesloten bij montage om het te bevestigen voorwerp. Hoewel de eerstgenoemd® slechts axiaal 15 kunnen worden gemonteerd, laten de laatstgenoemd® zowel een axiale of radiale montage toe. De Amerikaanse octrooi-schriften 2.614.304 en 3.082.498 zijn representatief voor het eerstgenoemde type klemmen, terwijl de Amerikaanse oc-trooischriften 3.465.793, 3.523.337 en 3.510.918 representa-20 tief zijn voor het laatstgenoemde type. Verder zijn slang-klemmen bekend met spanorganen van het zogenaamde schroef-type, waarbij de bandeinden door het verdraaien van een schroef naar elkaar worden getrokken. Al deze bovengenoemde klemtypen hebben echter het nadeel, dat ze zijn voorzien 25 van buitenwaarts uitstekende delen, die in bepaalde gevallen de toepassing van dergelijke klemtypen verhinderen.

Meer in het bijzonder moeten klemmen, die worden gebruikt bij ashoezen inde'auto-industrie, in bepaalde gevallen, vrij zijn van uitstekende delen tengevolge van 30 ruimtelijke eisen. Dientengevolge werden tot nu toe gesloten koperringen gebruikt in de auto-industrie, die op de ashoe-zen werden gekrompen door gebruik van "Magnafom" machines.

Afgezien de hoge kapitaalkosten voor de machines, die nodig zijn om de magnetische krimpbewerking uit te voeren op me-35 taalringen, zoals ringen van staal of koper, brengt deze benadering bepaalde beperkingen mee, daar de koperringen alleen axiaal kunnen worden gemonteerd. Bovendien is het voor onderhoudswerkzaamheden, wanneer de koperring nog in— 8303973 f 's ' ' -2- takt is, nodig om de koperring te vernietigen ten einde de toegang te verkrijgen tot de ruimte onder de ashoes, waarvoor dan de axiale montage van een nieuwe koperring nodig wordt, die moet worden gekrompen om de ashoes. Daar de 5 machines, die nodig zijn om de koperringen op de ashoezen te krimpen gewoonlijk niet beschikbaar zijn bij de onder-houdsorganisatie van een handelaar, met het oog op de daaraan verbonden hoge kosten, is het gebruikelijk voorgemonteerde asdelen met reeds op de ashoezen gekrompen koper-10 ringen in voorraad te houden ter vervanging van overeenkomstige onderdelen in een wagen, die onderhoud nodig heeft. Deze ingewikkelde en dure benadering bij het onderhoud van assen met ashoezen, die zijn bevestigd met gekrompen koperringen, werd dus veroorzaakt doordat de koperringen niet 15 opnieuw konden worden gebruikt.

Het belangrijkste doel van de onderhavige uitvinding is derhalve het verschaffen van een klemconstruc- . tie, die kan worden gebruikt in gevallen, waarin de ruimtelijke omstandigheden geen uitstekende delen toelaten, welke 20 klemconstructie door eenvoudige middelen bovengenoemde nadelen van de bekende stand van de techniek vermijdt.

De onderliggende problemen worden volgens de uitvinding opgelost, doordat een klemconstructie met open einden mechanisch wordt verbonden aan de open einden en is 25 voorzien van gereedschapaangrijpende verdikkingen in een binnenste en buitenste banddeel, welke verdikkingen zijn gevormd door koudvervormde uitgeperste delen, die zich in het algemeen in de omtreksrichting uitstrekken, zodat elk uitgeperst deel ten minste aan beide zijden daarvan ëên 30 geheel vormt met het betreffende overige banddeel. Dientengevolge kunnen spankrachten van meerdere honderden kg gemakkelijk worden uitgeoefend door gebruik te maken van een gereedschap, zodat de klemconstructie stevig kan worden gespannen om het te bevestigen voorwerp zonder gebruik te 35 maken van een ander spanmiddel in de klemconstructie zelf.

Volgens een ander kenmerk van de onderhavige uitvinding is het buitenste banddeel bij zijn uitgeperste gereedschapaangrijpende verdikking voorzien van een langwerpige opening met zodanige breedte, dat de uitge-40 perste gereedschapaan<jrijpende verdikking van het binnenste 8303973 -3- / Λ i banddeel zich daardoorheen kan uitstrekken- De gereedschap aangrijpende verdikkingen van het binnenste en buitenste banddeel zijn bij voorkeur complementair gevormd, zodat de binnenste uitgeperste gereedschapaangrijpende verdikking 5 kan glijden onder de buitenste uitgeperste gereedschapaangrijpende verdikking tijdens het spannen van de klemcon-structie, waardoor een zijwaartse beweging van het binnenste banddeel ten opzichte van het buitenste banddeel in de axiale richting van de klemconstructie wordt verhinderd.

10 Volgens weer een ander kenmerk van de onderhavige uitvinding kan het binnenste banddeel zijn voorzien van een zich buitenwaarts uitstrekkende haak, die op een zodanige afstand van de uitgeperste gereedschapaangrijpende verdikking ligt, dat de haak, wanneer deze zich uitstrekt door de opening, 15 een voormontage toelaat bij aangrijping op het eindvlak van de opening tegenover de gereedschapaangrijpende verdikking in het buitenste banddeel.

In een voorkeursuitvoering van de onderhavige uitvinding hebben de koudvervormde, uitgeperste 20 gereedschapaangrijpende verdikkingen een ten minste bij benadering cirkelvormige gedaante in axiale dwarsdoorsnede door de klemconstructie, zodat elk uitgeperst gedeelte een geheel vormt met het betreffende binnenste of buitenste banddeel langs ten minste de twee zijden daarvan.

25 Volgens weer een verder kenmerk van de onderhavige uitvinding zijn het binnenste en buitenste banddeel voorzien van een verder middel, dat op doelmatige wijze een stap in de overlappingszone ervan vermijdt, welk middel is gevormd door een tongvormig uitsteeksel aan het 30 vrije eind van het binnenste banddeel, dat in ingrijping kan komen met een tongopnemende opening of kanaal, dat is gevormd door een buitenwaarts gerichte stap in het buitenste banddeel aan de zijde van zijn gereedschapaangrijpende verdikking tegenover de opening. Een bijzonder eenvoudige 35 constructie wordt verkregen, doordat slechts een zich buitenwaarts uitstrekkende koudvervormde haak met een ingrijpt en aanlegvlak, dat geleidings- en steunfuncties vervult, zich uitstrekt uit het vlak van het binnenste banddeel maar één geheel daarmee vormt over ten minste een aan-40 zienlijk deel van zijn overige contour, door zijn ingrijping 8303373

____J

tf V

-4- in een overeenkomstige opening zorgt voor de mechanische verbinding tussen het binnenste en buitenste banddeel.

De ingrijp- en aanlegvlakken van deze koudvervormde haak zijn derhalve ongeveer V-vormig, gezien in bovenaanzicht.

5 Als het binnenste en buitenste banddeel standaardonderdelen zijn en geschikt zijn om mechanisch te worden verbonden met een klemband van geschikte lengte, is het mogelijk een klemconstructie van elke gewenste diameter te verkrijgen door slechts de band op een geschikte 10 lengte af te snijden en openingen uit te ponsen, bij de twee einden ervan door ingrijping met de haken in het overeenkomstige deel van het binnenste en buitenste banddeel. Hierdoor wordt een eenvoudige doe-het-zelf benadering mogelijk, waarbij slechts twee standaardonderdelen nodig zijn 15 en een voorraad klembanden, die geschikt zijn om te worden afgesneden en gereed gemaakt door een daarvoor ontworpen gereedschap.

Deze en andere doelen, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker 20 worden uit de volgende beschrijving aan de hand van de bijgaande tekeningen, die, slechts voor illustratiedoelein-den, meerdere uitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige uitvinding tonen, waarin fig. 1 is een perspectivisch aanzicht 25 van een oorloze klemconstructie volgens de onderhavige uitvinding ? fig. 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II van fig. 1; fig. 3 is een dwarsdoorsnede volgens 30 de lijn III-III van fig. 1; fig. 4 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn IV-IV van fig. 1? fig. 5 is een bovenaanzicht op de zone van de mechanische verbinding van de oorloze klemconstruc-35 tie volgens fig. 1, waarbij de twee einden ervan mechanisch zijn verbonden; fig. 6 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn VI-VI van fig. 5; fig. 7 is een dwarsdoorsnede volgens de 40 lijn VII-VII van fig. 5; 8303973 * » -5- fig. 8 is een axiaal aanzicht op een deel van de klemconstructie van fig. 1 en toont de montage-wijze door gebruikmaking van een klemgereedschap; fig. 9 is een bovenaanzicht van een ge-5 wijzigde uitvoering van een klemconstructie volgens de onderhavige uitvinding, waarin het binnenste banddeel is voorzien van twee steunhaken en van een aanvullende koud-vervormde haak, die geleidings- en steunfuncties vervult? fig. 10 is een zijaanzicht van het deel 10 van de klemconstructie, dat is afgebeeld in fig. 9; fig. 11 is een bovenaanzicht van een deel van een nog verder gewijzigde uitvoering van een klemconstructie volgens de onderhavige uitvinding, waarin het binnenste banddeel is voorzien van twee steunhaken en een 15 verdere haak, die geleidings- en steunfuncties vervult.

fig. 12 is een zijaanzicht van het deel van de klemconstructie, dat is afgebeeld in fig. 11? fig. 13 is een bovenaanzicht van een gewijzigde uitvoering van een oorloze driedelige klemconstruc-20 tie volgens de onderhavige uitvinding, die bestaat uit twee standaardonderdelen en een klemband; fig. 14 is een zijaanzicht van de onderdelen van de klemconstructie, die is afgebeeld in fig. 13; fig. 15 is een bovenaanzicht van de klem-25 constructie van fig. 13 en toont de twee standaardonderdelen, die zijn gemonteerd op de klemband, terwijl de twee standaardonderdelen nog niet mechanisch met elkaar zijn verbonden; fig. 16 is een zijaanzicht van de klem-30 constructie van fig. 15; fig. 17 is een bovenaanzicht van de driedelige klemconstructie van fig. 13-16 en toont alle onderdelen ervan in de gemonteerde toestand; fig. 18 is een zijaanzicht van de ge-35 monteerde klemconstructie van fig. 17.

Thans verwijzend naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers in de verschillende figuren worden gebruikt om gelijke onderdelen aan te geven, en meer in het bijzonder naar fig. 1-8, geeft het verwij-40 zingscijfer 10 in fig. 1 in het algemeen een oorloze klem- 8303S73 9 > -6- constructie aan, die is voorzien van een klemband 11 met open einden, die geschikt zijn om mechanisch met elkaar te worden verbonden. De mechanische verbinding wordt bewerkstelligd door een buitenwaarts uitstekende geleidingshaak 12 en 5 twee steunhaken 13, die zijn aangebracht op het binnenste banddeel 14 en die geschikt zijn om te grijpen in openingen 15, die zijn aangebracht in het buitenste banddeel 16. De geleidings- en steunhaken 12 en 13 kunnen daarbij zijn uitgevoerd, zoals is beschreven in het Amerikaanse octrooi-10 schrift 4.299.012.

Om het spannen van de klemconstructie om een te bevestigen voorwerp mogelijk te maken met gebruikmaking van een spangereedschap, dat in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 20 (fig. 8) en naar elkaar toe 15 gekeerde einddelen 21 en 21' op het eind van de klauwen 22 en 22' van het tangvormige spangereedschap 20 heeft, zijn het buitenste en binnenste banddeel elk voorzien van een gereedschapaangrijpaanslag 24 resp. 25 in de vorm van koud-vervormde uitgeperste verdikkingen met ten minste bij bena-20 dering een halfcirkelvormige dwarsdoorsnede (fig. 3 en 4).

De uitgeperste gereedschapaangrijpende verdikking 24 in het buitenste banddeel 16 is daarbij in hoofdzaak halfcilindrisch met dwarse aanslagvlakken 24a en 24b, terwijl zijn cilindrische wanden in de axiale richting 25 één geheel vormen met het buitenste banddeel 16. De koudver-vormde uitgeperste gereedschapaangrijpende verdikking 25 van het binnenste banddeel 14 daarentegen heeft slechts één gereedschapaangrijpend aanslagvlak 25a, terwijl het één geheel vormt met het binnenste banddeel 14, althans nagenoeg 30 over zijn overige contour. Het buitenste banddeel 16 is ook voorzien van een langwerpige sleuf of opening 27 tussen zijn uitgeperste verdikking 24 en de openingen 15, welke sleuf een zodanige breedte heeft, dat de uitgeperste gereedschapaangri jpende aanslag 25 van het binnenste banddeel 14 zich 35 daardoorheen kan uitstrekken. De binnenste en buitenste uitgeperste verdikking 25 en 24 zijn bovendien complementair gevormd (fig. 7), zodat de uitgeperste verdikking 25 van het binnenste banddeel 14 kan glijden onder de uitgeperste verdikking 24 van het buitenste banddeel 16 tijdens het vast-40 spannen van de klem door middel van het spangereedschap 20.

8303973 , / * -7-

Om een soort voormontage mogelijk te maken, is een verder buitenwaarts uitstekende haak 28 aangebracht op het binnenste banddeel 14 bij de uitgeperste verdikking 25 en deze haak is ook geschikt om zich uit te strekken door de 5 opening 27 en verschaft een voormontage, wanneer deze komt aan te liggen tegen het eindvlak 27a van de opening 27. De haak 28 kan daarbij een eenvoudige uitgeponste lipvormige * haak zijn.

Daar het steeds belangrijker wordt bij de 10 dunnere en hardere plastic slangmaterialen een stap of discontinuïteit langs de op het voorwerp aangrijpende binnenvlakken van de klemconstructie te vermijden, is de klemcon-structie volgens de onderhavige uitvinding voorzien van een verder middel, dat een stap vermijdt. Deze middelen zijn ge-15 lijk aan de middelen, die zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.299.012 en 4.315.348 en omvatten een tongvormig uitsteeksel 31 aan het vrije eind van het binnenste banddeel 14, dat geschikt is om aan te grijpen in een tongvormig kanaal 32 (fig. 2), dat is gevormd door een stap 20 33 en twee langssneden 34 en 34', die de vorming van het ka naal 32 toelaten door naar buiten persen van het centrale banddeel 35 ten opzichte van de twee zijwaartse banddelen 36, die aan beide zijden van de sneden 34 en 34' overblijven.

Zoals vollediger is beschreven in de bovengenoemde octrooi-25 schriften, zal in de gemonteerde toestand (fig. 8) het tongvormige uitsteeksel 31 aangrijpen in het kanaal 32, zodat een stap op doelmatige wijze daardoor is vermeden. De middelen voor het vermijden van een stap of discontinuïteit kunnen natuurlijk ook worden gewijzigd zoals beschreven is in de ' 30 bovengenoemde octrooischriften.

Fig. 9 toont een voorkeursuitvoering volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de geleidingshaak 12 van de uitvoering van fig. 1-8 is vervangen door een koudver-vormde haak 112, die geleidings- en steunfuncties vervult.

35 Deze haak 112 is daarbij koud vervormd uit het binnenband-materiaal 14 op zodanige wijze, dat deze is gescheiden van het binnenste banddeel 14 slechts langs de geleidings- en aanligvlakken 112a en 112b, die althans nagenoeg V-vormig zijn gezien in bovenaanzicht in fig. 9. Langs de rest van 40 zijn contour vormt de koudvervormde haak 112 één geheel met 8303973 . * -8- het binnenste banddeel.

In de uitvoering van fig. 11 en 12 is de ge-leidingshaak 12 van de uitvoering van fig. 1-8 vervangen door een geleidings- en steunhaak 212, die lipvormig is en is 5 uitgeperst uit het bandmateriaal en zich in het algemeen uitstrekt in de omtreksrichting en is voorzien van een ge-leidingsvlak 212a, veelal op de wijze van de lip 4 van het Amerikaanse octrooischrift 3.286.314.

De gewijzigde uitvoering van een oorloze 10 klemconstructie, die is afgebeeld in fig. 13-18, waarin gelijke verwijzingscijfers vermeerderd met 100 worden toegepast voor het aanduiden van onderdelen, die overeenkomen met die van de klemconstructie van fig. 1-12, bestaat uit drie onderdelen, namelijk een klemband 111 en twee verbin-15 dingsdelen, die in het algemeen zijn aangegeven door verwij zingscijfers 114 en 116 en die worden gevormd door overeenkomstige banddelen. De open einden van de klemband 111 zijn daarbij geschikt om mechanisch te worden verbonden met een betreffend banddeel 114 en 116, terwijl deze laatsten 20 geschikt zijn om mechanisch met elkaar te worden verbonden op een wijze, die gelijk is aan de mechanische verbinding, die is beschreven in verband met de uitvoering van fig. 1- 12. Meer in het bijzonder is het banddeel 116 mechanisch verbonden met de klemband 111 door middel van een geleidings-25 haak 112' en twee steunhaken 113, die zijn aangebracht op het deel 116 en die geschikt zijn om aan te grijpen in ope-ningen 117 bij een eind van de klemband 111. Evenzo is het banddeel 114 geschikt om mechanisch te worden verbonden met het tegenovergestelde eind van de klemband door middel van 30 een geleidingshaak 112’ en twee steunhaken 113, die geschikt zijn om aan te grijpen in openingen 117 op de wijze, die vollediger is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4,299.012. Om een voormontage mogelijk te maken is een verdere ongeveer L-vormige haak 118 aangebracht op elk van de 35 banddelen 114 en 116 (fig. 13 en 14) en deze haak is geschikt om te worden gebogen over het overeenkomstige eind van de klemband 111, zoals is afgebeeld in fig. 15 en 16, om de delen 114 en 116 in hun stand ten opzichte van de klemband 111 vast te houden.

40 Om het spannen van de klemconstructie om het 8303973 -9- te bevestigen voorwerp mogelijk te maken door gebruikmaking van een spangereedschap zoals het gereedschap 20, dat is af- . gebeeld in fig. 8, zijn de banddelen 116 en 114 elk voorzien van een gereedschapaangrijpende aanslag 124 resp. 125/ die 5 zijn gevormd door koudvervormde uitgeperste verdikkingen met een ten minste bij benadering cirkelvormige gedaante in dwarsdoorsnede, waardoor de uitgeperste gereedschapaangrijpende verdikking 24 in het banddeel 116 in hoofdzaak half-cilindrisch is met dwarse aanslagvlakken 124a en 124b, ter-10 wijl zijn cilindrische langswanden ëën geheel vormen met het buitenste banddeel 116. De koudvervormde uitgeperste gereedschapaangrijpende verdikking 125 van het banddeel 114 heeft daarentegen slechts ëën gereedschapaangrijpend aanslagvlak 125a en vormt ëën geheel met het banddeel 114 over althans 15 nagenoeg zijn overige contour.

Het banddeel 116 is weer voorzien van een langwerpige opening 127 met een zodanige breedte, dat de uitgeperste gereedschapaangrijpende aanslag 125 van het banddeel 114 zich daardoorheen kan uitstrekken. Een buiten-20 waarts uitstekende haak 128 is ook weer aangebracht in het banddeel 114-bij de uitgeperste verdikking 125 en is geschikt om zich uit te strekken door de opening 127 om te zorgen voor een voormontage wanneer deze aanligt tegen het eindvlak 127a van de opening 127. De binnenste en buitenste 25 uitgeperste verdikkingen 125 en 124 zijn bovendien weer complementair gevormd, zoals is afgebeeld in fig. 7, zodat de uitgeperste verdikking 125 van het binnenste banddeel 114 kan glijden onder de uitgeperste verdikking 124 van het buitenste banddeel 116 tijdens het spannen van de klemcon-30 structie door het spangereedschap.

De mechanische verbinding tussen de banddelen 114 en 116 wordt daarbij bewerkstelligd door een koudvervormde uitgeperste haak 112, die gelijk is aan de haak 112 van fig. 9 en die zowel leidings- als steunfuncties ver-35 vult en voor dit doel een ongeveer V-vormige gedaante heeft met schuine vlakken 112a en 112b gezien in bovenaanzicht (fig. 13). De geleidings- en steunhaak 112, die geschikt is om te grijpen in de opening 115a in het banddeel 116 is tengevolge van zijn bijzondere vorm en constructie voldoende om 40 weerstand te bieden tegen de aanzienlijke spankrachten, die 8303973 -10- nodig zijn voor het monteren van de klemconstructie ;zonder gebruikmaking van een oor of dergelijke, welke krachten, afhankelijk van de dikte en breedte van de band een grootte van 500 kg en meer kunnen bereiken om een klemconstructie 5 te verkrijgen, die volkomen bevredigend afdicht.

Om een stap of discontinuïteit te vermijden langs de gehele binnenvlakken van de klemconstructie, die in aanraking zijn met het voorwerp, is de klemconstructie volgens de onderhavige uitvinding, zoals is afgebeeld in 10 fig. 13-18, voorzien van een verder middel voor het vermijden van stappen in de overlappingszone tussen het banddeel 114 en het banddeel 116, tussen het wanddeel 114 en ëën eind van de klemband 111 en tussen het banddeel 116 en het tegenovergestelde eind van de klemband 111. Om een derge-15 lijke stap te vermijden tussen de banddelen 114 en 116 is meer in het bijzonder het banddeel 114 weer voorzien van een tongvormig uitsteeksel 131, dat geschikt is om aan te grijpen in een tongopnemend kanaal, dat is gevormd door de stap 133 en de langssnede 134, die de vorming van het tongopnemende 20 kanaal toelaten door het naar buiten persen van het centrale deel 135 met zijwaartse banddelen 136 aan beide zijden daarvan .

Om een stap in de overlappingszone tussen de twee einden van de klemband 111 en de banddelen 114 en 116 25 te vermijden zijn deze laatsten elk voorzien van een tongvormig uitsteeksel 137, dat geschikt is om te grijpen in een opening 138 aan de zijde van de stap 139 tegenover de ope-ningen 117. Deze middelen zijn weer gelijk aan de middelen, die zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 30 4.299.012 en 4.315.348.

De klemconstructie volgens fig. 13-18 biedt het aanvullende voordeel, dat deze het verkrijgen van een klemconstructie met elke gewenste diameter toelaat door gebruikmaking van een zogezegde doe-het-zelf benadering.

35 Voor dit doel is het slechts nodig om als standaardonderdelen de banddelen 114 en 116 en een rol klemband 111 in voorraad te houden om daarna de klemband af te snijden op een vooraf-bepaalde lengte en openingen 117 en 138 daarin te vormen door gebruikmaking van een gereedschap, zoals bijvoorbeeld 40 is beschreven in hdt Amerikaanse octrooischrift 4.050.154, 8303973 -11- dat ook kan worden gewijzigd om de stap 139 te verkrijgen. Door aldus gebruik te maken van een driedelige klemconstruc-tie, bestaande uit twee standaardonderdelen, is het mogelijk om ter plaatse een klemconstructie met de gewenste afmetin-5 gen te maken door bijvoorbeeld gebruik te maken van een tabel, die de lengte van de klemband aangeeft, die moet worden afgesneden voor een bepaalde diameter bij toepassing van de gestandaardiseerde onderdelen 114 en 116.

De uitvinding is niet beperkt tot de 10 beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de uitvinding gewijzigd kunnen worden.

S3 0 3 9 7 3

Claims

1. Klemconstructie, speciaal voor gebruik in gevallen, waarin de ruimtelijke omstandigheden geen uitstekende delen, zoals plastisch vervormbare oren toelaten, met een klemband met open einden en middelen, die mechanisch 5 de open einden van de band met elkaar verbinden, voorzien van zich buitenwaarts uitstekende hoekmiddelen, die kunnen aangrijpen in openingmiddelen in de gemonteerde toestand van de klemconstructie, met het kenmerk, dat de middelen, die mechanisch de open einden met elkaar ver-10 binden het spannen van de bandmiddelen om een te bevestigen voorwerp mogelijk maken en zijn voorzien van gereedschap-aangrijpende middelen, die zijn aangebracht op het binnenste en buitenste banddeel, welke gereedschapaangrijpende middelen zijn gevormd door uitgeperste delen, die zich in het al-15 gemeen in de omtreksrichting uitstrekken, zodat elk uitgeperst deel ten minste aan beide zijden daarvan één geheel vormt met het betreffende banddeel, waarbij de gereedschap-aangrijpende middelen weerstand kunnen bieden aan aanzienlijke krachten in de omtreksrichting, die het stevig spannen 20 van de klemconstructie om het te bevestigen voorwerp toelaten. zonder gebruikmaking van andere spanmiddelen in de klemconstructie.

2. Klem volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het buitenste banddeel bij zijn uitge- 25 perste gereedschapaangrijpende middelen is voorzien van een langwerpige opening, die zich uitstrekt in de richting naar het eind van het buitenste banddeel en, aangrenzend aan deze opening van openingmiddelen voor het opnemen van de haak-middelen, waarbij de opening een zodanige breedte heeft, 30 dat het uitgeperste gereedschapaangrijpende middel van het binnenste banddeel zich daardoorheen kan uitstrekken.

3. Klemconstructie volgens conclusie 1 of 2,met het kenmerk, dat het binnenste banddeel is voorzien van een buitenwaarts uitstekende haak, die op 35 een afstand ligt van de uitgeperste gereedschapaangrijpende middelen daarvan in de omtreksrichting vanaf het vrije eind daarvan, welke haak een zodanige breedte heeft, dat deze zich kan uitstrekken door deze opening bij aangrijping op het eindvlak van de opening tegenover de gereedschapaangrij- 8303973 -13- pende middelen om een voorgemonteerde toestand van de twee gereedschapaangrijpende middelen te verkrijgen.

4. Klemconstructie volgens conclusie 1/2 of 3/ m e t het kenmerk, dat de uitgeperste ge-5 reedschapaangrijpende middelen van het binnenste en buitenste banddeel complementair gevormd zijn, zodat het binnenste uitgeperste gereedschapaangrijpende middel kan glijden onder het buitenste uitgeperste gereedschapaangrijpende middel tijdens het spannen vvan de klemconstructie.

5. Klemconstructie volgens een der conclu sies 1-4, met het kenmerk, dat de uitgeperste gereedschapaangrijpende middelen in axiale dwarsdoorsnede over de klemconstructie bij ten minste één eind van elk uitgeperst gereedschapaangrijpend middel een althans bij 15 benadering halfcirkelvormige gedaante heeft voor het opnemen van een puntig eind van een tangvormig spangereedschap.

6. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het uitgeperste gereedschapaangrij.pende middel van het binnenste banddeel 20 gescheiden is van het binnenste banddeel door een zich in het algemeen dwars uitstrekkende snede maar in het algemeen één geheel vormt met het binnenste banddeel over zijn overige contour.

7. Klemconstructie volgens een der conclu- 25 sies 1-5, met het kenmerk, dat het uitgeperste gereedschapaangrijpende middel van het buitenste banddeel gescheiden is van het buitenste banddeel door twee in het algemeen zich in dwarsrichting uitstrekkende sneden, maar één geheel vormt met het buitenste banddeel langs zijn twee 30 zijden.

8. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-7, met het kenmerk, dat het binnenste en buitenste banddeel zijn voorzien van verdere middelen, die op doelmatige wijze een stap in de overlappingszone van het 35 vrije eind van het binnenste banddeel en van het daarboven liggende buitenste banddeel vermijden.

9. Klemconstructie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat het verdere middel is voorzien van een tongvormig uitsteeksel aan het vrije eind van 40 het binnenste banddeel, welk uitsteeksel kan grijpen in een 33 0 3 97 3 « 7- . 4 ' -14- tongopneemmiddel, dat ten minste gedeeltelijk is gevormd door een buitenwaarts gerichte stap in het buitenste banddeel aan de zijde van zijn gereedschapaangrijpmiddel tegenover de opening.

10. Klemconstructie volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat het tongopneemmiddel is gevormd door twee langssneden in het buitenste banddeel, die zich uitstrekken vanaf de stap in de omtreksrichting vanaf het gereedschapaangrijpende middel, welke sneden een zij- 10 waarts met het voorwerp in aanraking komend banddeel aan elke zijde en een ten opzichte van de zijwaartse banddelen buitenwaarts gelegen centraal banddeel overlaten, zodat een kanaal wordt gevormd om daarin het tongvormige uitsteeksel op te nemen.

11. Klemconstructie volgens een der conclu sies 1-10, met het kenmerk, dat ten minste één haakmiddel is gevormd door een koudvervormde haak met een. aangrijp- en aanligvlakmiddel, dat geleidings- en steunfuncties vervult en zich uitstrekt buiten het vlak van het 20 overeenkomstige banddeel en ëën geheel daarmee vormt over ten minste een aanzienlijk deel van zijn overige contour.

12. Klemconstructie volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat het aangrijp- en aanligvlakmiddel in bovenaanzicht gezien ongeveer V-vormig is.

13. Klemconstructie volgens een der conclu sies 1-12, met het kenmerk, dat het binnenste en buitenste banddeel één geheel vormen met het bandmiddel en ten minste één haakmiddel een koudvervormde steunhaak is met een krachtopnemend aanslagvlak, dat zich uitstrekt 30 buiten het vlak van het binnenste banddeel en één geheel daarmee vormt over ten minste een aanzienlijk deel van zijn overige contour.

14. Klemconstructie volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat een ander haakmiddel een 35 geleidingsfunctie vervult voor het geleiden van het binnenste en buitenste banddeel ten opzichte van elkaar tijdens het spannen van de klemconstructie.

15. Klemconstructie volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het andere haakmiddel een 40 lipvormige ophanghaak is, die zich in het algemeen dwars 8303973 * - -r . -15- op de omtreksrichting uitstrekt en is gescheiden van het betreffende binnenbanddeel 'door sneden langs zijn zijden en eind.

16. Klemconstructie volgens conclusie 14, 5 met het kenmerk, dat het andere haakmiddel een lipvormige haak is, die is gebogen uit het binnenbandmate-riaal en zich in het algemeen in de omtreksrichting uitstrekt en die een schuin eindvlak heeft, dat een geleidingsfunctie vervult.

17. Klemconstructie volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat een ander haakmiddel is gevormd door een koudvervormde haak met een aangrijp- en aanligvlakmiddel, dat een geleidings- en steunfunctie vervult en zich uit het vlak van het overeenkomstige banddeel 15 uitstrekt en één geheel daarmee vormt over ten minste een aanzienlijk deel van zijn overige contour.

18. Klemconstructie volgens conclusie 17, met het kenmerk, dat het aangrijp- en aanligvlakmiddel in bovenaanzicht ongeveer V-vormig is.

19. Klemconstructie volgens een der con clusies 1-12, met het kenmerk, dat het binnen-en buitenbanddeel zijn gevormd door twee banddelen, die afzonderlijk zijn van het bandmiddel, maar dit overlappen, welke twee banddelen zijn voorzien van de gereedschapaan-25 grijpende middelen en waarbij elk van de banddelen mechanisch is verbonden met een betreffend eind van het bandmiddel door buitenwaarts uitstekende haakmiddelen, die aangrijpen in overeenkomstige openingmiddelen.

20. Klemconstructie volgens conclusie 19, 30 met het kenmerk, dat de laatstgenoemde haakmiddelen zijn aangebracht in de banddelen en de openingmiddelen zijn aangebracht bij de einden van de bandmiddelen.

21. Klemconstructie volgens conclusie 20, met het kenmerk, dat elk banddeel is voorzien 35 van een ongeveer L-vormige voormontagehaak bij het binnenste haakmiddel, welke haak omlaag kan worden gebogen in de richting naar en over het vrije eind van het bandmiddel om dit in de voorgemonteerde toestand ten opzichte van het overeenkomstige banddeel te houden, wanneer de haakmiddelen 40 van het banddeel in ingrijping zijn met de openingmiddelen 8303973 -16- van het bandmiddel.

22. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-4 en 19-21, met het kenmerk, dat de banddelen en het bandmiddel zijn voorzien van verdere mid- 5 delen, die op doelmatige wijze stappen in de overlappings-zone van de banddelen en de betreffende einden van het bandmiddel vermijden, waarbij de verdere middelen zijn voorzien van een tongvormig uitsteeksel aan elk eind van het bandmiddel om te grijpen in 'een tongopnemend middel, dat is 10 gevormd ten minste gedeeltelijk door een buitenwaarts gerichte stap in het bandmiddel.

23. Klemconstructie volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat in de gemonteerde toestand waarin de klemconstructie is gespannen om het te bevestigen 15 voorwerp de twee banddelen mechanisch met elkaar zijn verbonden door een buitenwaarts uitstekend haakmiddel in het binnenste banddeel, dat tegelijk een geleidings- en steunfunctie vervult, wanneer het grijpt in een openingmiddel, dat is verschaft in het buitenste banddeel.

24. Klemconstructie volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het laatstgenoemde haakmiddel een koudvervormde haak is met een aangrijp- en aanlig-vlakmiddel, dat zich uitstrekt buiten het vlak van het overeenkomstige banddeel en één geheel daarmee vormt over ten 25 minste een aanzienlijk deel van zijn overige contour.

25. Klemconstructie volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat het aangrijp- en aanligvlak-middel in bovenaanzicht ongeveer V-vormig is.

26. Klemconstructie volgens conclusie 25, 30 met het kenmerk, dat slechts een enkele koudvervormde haak, die grijpt in één opening, de twee banddelen mechanisch met elkaar verbindt.

27. Driedelige klemconstructie volgens conclusie 1, die bestaat uit twee standaarddelen en een 35 band met een lengte, die afhangt van de gewenste diameter van de klemconstructie in de gemonteerde toestand, wanneer deze is gespannen om een te bevestigen voorwerp, met het kenmerk, dat de twee door de banddelen gevormde delen mechanisch met elkaar kunnen worden verbonden in de 40 overlappingszone daarvan 'door, ten minste één buitenwaarts 8303973 %* « * -17- uitstekend haakmiddel in het binnenste banddeel, dat grijpt in een openingmiddel in het buitenste banddeel, waarbij een betreffend banddeel mechanisch is verbonden met het overeenkomstige eind van het bandmiddel door haakmiddelen, die 5 grijpen in openingmiddelen, en waarbij het binnenste en buitenste banddeel zijn voorzien van gereedschapaangrijp-middelen, die een aanzienlijke weerstand in de omtreksrich-ting hebben, waarbij klemconstructies met verschillende diameter kunnen worden verkregen door een bandmiddel met 10 geschikte lengte te kiezen.

28. Klemconstructie volgens conclusie 27, met het kenmerk, dat de uitgeperste gereedschap-aangrijpende middelen van de binnenste en buitenste band-delen complementair gevormd zijn, zodat het binnenste uit- 15 geperste gereedschapaangrijpmiddel kan glijden onder het buitenste uitgeperste gereedschapaangrijpmiddel tijdens het spannen van de klemconstructie.

29. Klemconstructie volgens conclusie 27, 28,met het kenmerk, dat binnen elke overlap- 20 pingszone van een banddeel en het bandmiddel verdere middelen zijn verschaft om op doelmatige wijze een stap daartussen bij een vrij binneneind te vermijden.

30. Klemconstructie volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat het verdere middel is 25 voorzien van een tongvormig uitsteeksel aan elk binneneind van één van de drie dèlen, dat kan grijpen in een tongopne-mend middel, dat ten minste gedeeltelijk is gevormd door een buitenwaarts gerichte stap in het betreffende bovenliggende banddeel.

31. Mechanische verbinding tussen twee elkaar overlappende banddelen, die deel uitmaken van een klemconstructie, die kan worden gespannen om een te bevestigen voorwerp, waarin ten minste één buitenwaarts uitstekend haakmiddel in het binnenste banddeel vormsluitend kan 35 grijpen in een openingmiddel, dat is aangebracht in het buitenste banddeel, met het kenmerk, dat het haakmiddel een geleidings- en steunfunctie vervult als het grijpt in het openingmiddel en is gevormd door een koudver-vormde haak met een aangrijp- en aanligvlakmiddel, dat zich 40 uitstrekt buiten het vlak van het binnenste banddeel en één 8303973 V- * -18- geheel daarmee vormt over ten minste een belangrijk deel van de overige contour.

32. Mechanische verbinding volgens conclusie 31/ m e t het kenmerk, dat het aangrijp- 5 en aanligvlakmiddel in bovenaanzicht ongeveer V-vormig is.

33. Mechanische verbinding volgens conclusie 32, m e t het kenmerk, dat slechts een enkel dergelijk haakmiddel wordt toegepast voor de mechanische verbinding. 8303973