NL8702522A - Oorloze klemconstructie. - Google Patents

Description

NL 34.591-Me/tk

A

Oorloze klemconstructie

De uitvinding heeft betrekking op een oorloze klemconstructie van het open type, in het bijzonder voor gebruik in toepassingen waarbij de ruimtelijke omstandigheden geen uitstekende delen, zoals plastisch deformeerbare oren, toe-5 laten en waarbij in de gemonteerde toestand de overlappende bandgedeelten onderling zijn verbonden door mechanische verbindingsorganen.

Plastisch deformeerbare oren van het type dat bekend is geworden als ,,0etiker"-oor zijn tot nu toe met groot succes 10 toegepast in een grote verscheidenheid van klemconstructies, zoals bijvoorbeeld bekend zijn uit de Amerikaanse octrooi-schriften 2.614.304, 3.082.498, 3.465.793, 3.523.337 en 3.510.918. In sommige toepassingen laten ruimtelijke omstandigheden evenwel geen uitstekende delen, zoals plastisch 15 deformeerbare oren, toe, zodat in die gevallen oorloze klemconstructies vereist zijn. Het Amerikaanse octrooischrift 4.492.004 beschrijft een oorloze klemconstructie, die zeer succesvol is gebleken. Bij de uit dit octrooischrift bekende oorloze klemconstructie zijn buitenwaarts verlopende uit-20 drukkingen 24 en 25 aangebracht, die uit het bandmateriaal zijn geperst en althans gedeeltelijk een cilindrische vorm bezitten. Vanwege ruimtelijke eisen moeten deze uitdrukkingen relatieve kleine hoogten bezitten, zodat deze uitdrukkingen speciale gereedschappen vereisen, die zijn uitgevoerd met 25 puntige uiteinden voor de ingrijping in de door de uitdrukkingen gevormde openingen. Afgezien van de kosten voor het vervaardigen van dergelijke speciale gereedschappen, leiden deze bovendien nog tot het nadeel, dat hun verwachte levensduur beperkt is ten gevolge van het slijten en/of breken van 30 de puntige uiteinden.

Voorts zijn er beperkingen aan de hoogte, in het bijzonder met betrekking tot de binnenste uitdrukking 25, omdat deze uitdrukking door de sleuf 27 moet kunnen steken, zodat een beperkte hoeveelheid materiaal beschikbaar is voor 35 de deformatie, hetgeen wederom de hoogte van de uitdrukking van het binnenste bandgedeelte beperkt indien een zekere dikte en daarmede sterkte van de uitdrukking moet worden behouden.

Dienovereenkomstig is het een doel van de onder- 8702522 -2- havige uitvinding een klemconstructie van het oorloze type te verschaffen, die op eenvoudige wijze de in het voorgaande genoemde tekortkomingen en nadelen van de bekende klemcon-structies vermijdt en die kan worden gespannen door het 5 gebruik van gebruikelijke nijptangen of combinatietangen.

Dit doel wordt volgens de uitvinding daardoor bereikt, dat de gereedschapsaangrijpingsvlakken op het binnenste bandgedeelte zijn gevormd door lipvormige organen, die zich althans ongeveer in de langsrichting van de klemconstruc-10 tie uitstrekken en uit het bandmateriaal van het binnenste bandgedeelte zijn geperst. De gereedschapsaangrijpingsvlakken zijn daarbij gevormd op de zijde van de lipvormige organen, die tegenovergesteld is aan het vrije uiteinde van het binnenste bandgedeelte. Deze lipvormige organen bezitten een 15 zodanige vorm en zijn zodanig in het binnenste bandgedeelte geplaatst, dat zij door een opening in het buitenste bandgedeelte nabij het tegenovergestelde uiteinde daarvan kunnen steken, wanneer de kleraband zich in zijn gemonteerde toestand bevindt, waarbij de binnenste en buitenste bandgedeelten 20 elkaar overlappen. In een bij voorkeur toegepaste uitvoering van de onderhavige uitvinding zijn de lipvormige organen gevormd door twee lipvormige delen, die in de dwarsrichting op een afstand van elkaar zijn aangebracht die ten hoogste ongeveer gelijk is aan de breedte van de opening. De 25 lipvormige delen zijn daarbij zodanig uit het bandmateriaal geperst, dat de in het bandmateriaal achtergebleven openingen tussen een betreffend lipvormig deel en de bijbehorende langszijde van de klemband zijn gelegen.

In een voorkeursuitvoering van de onderhavige uit-30 vinding zijn de lipvormige delen symmetrisch ten opzichte van het langsmidden van de klemband gelegen, zodat althans nagenoeg gelijke hoeveelheden bandmateriaal aan elke zijde zijn overgelaten. De lipvormige delen bezitten daarbij, gezien in de axiale richting van de klemband, een althans ongeveer 35 driehoekige vorm.

De gereedschapsaangrijpingsvlakken in het buitenste klemgedeelte bezitten daarbij de vorm van een buitenwaarts verlopende uitdrukking, die een in de langsrichting verlopende tunnel vormt, zoals volgens het Amerikaanse octrooischrift 40 4.492.004. Als alternatief kunnen de gereedschapsaangrijpings- 8702522 * -3- l vlakken in het buitenste bandgedeelte evenwel eveneens zijn gevormd door lipvormige delen, die gelijken op die welke in het binnenste bandgedeelte zijn gebruikt.

De klemconstructie volgens de onderhavige uitvin-5 ding kan eveneens zijn uitgevoerd met geschikte middelen voor het vermijden van elke trede of discontinuïteit langs de binnenste het voorwerp aangrijpende oppervlakken van de klemconstructie, in het bijzonder wanneer deze wordt toegepast bij dunnere en hardere kunststofmaterialen. Deze middelen 10 kunnen zijn uitgevoerd volgens de Amerikaanse octrooischrif-ten 4.299.012 en 4.315.348 en omvatten een tongvormige verlenging aan het vrije uiteinde van het binnenste bandgedeelte, dat in een de tong opnemende groef volgens de twee laatstgenoemde octrooischriften kan grijpen.

15 De mechanische verbinding wordt tot stand gebracht door ten minste êên koud-vervormde steunhaak, zoals bekend is uit het Amerikaanse octrooischrift 4.299.012. Voor het centreren en geleiden van het buitenste bandgedeelte ten opzichte van het binnenste bandgedeelte kan een klein uit-20 steeksel in het midden van de zijde van de opening dat zich het dichtst bij het uiteinde van het buitenste bandgedeelte bevindt, zijn aangebracht, dat geschikt is om onder de koud-vervormde uitgeperste steunhaak te grijpen wanneer de klem is gespannen.

25 Deze en andere doelen, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen blijken uit de hierna volgende beschrijving aan de hand van de tekening, die twee uit-voeringsvoorbeelden van de uitvinding weergeeft.

Figuur 1 is een bovenaanzicht van een klemconstruc-30 tie volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 2 is een zijaanzicht van de klemconstructie volgens figuur 1.

Figuur 3 is een onderaanzicht van klemconstructie volgens figuur 1.

35 Figuur 4A is een dwarsdoorsnede onder een rechte hoek met de axiale richting van de klemconstructie, zoals deze wordt gemonteerd voor het spannen van een slang op een nippel.

Figuur 4B is een met figuur 4A overeenkomende 40 dwarsdoorsnede, die de klemconstructie in de gemonteerde, 8702522 * -4- gespannen toestand weergeeft.

Figuur 5 is een bovenaanzicht van een gewijzigde uitvoering van een klemconstructie volgens de onderhavige uitvinding.

5 Figuur 6 is een zijaanzicht van de kleraconstructie volgens figuur 5.

In de tekeningen zijn gelijke onderdelen aangeduid met dezelfde verwijzingscijfers. In de figuren 1 tot 3 is te zien, dat een in zijn geheel met verwijzingscijfer 10 aange-10 duide klemband aan zijn ene uiteinde is voorzien van een tongvormige verlenging 11 die in een in zijn geheel met verwijzingscijfer 12 aangeduid tong opnemend orgaan kan grijpen, dat is gevormd door een trede 13 in het buitenste wandgedeel-te en een uitgeperst bandgedeelte 14 in het midden van het 15 buitenste bandgedeelte dat een groef 14' vormt (figuur 3) die van het gebied van de trede 13 naar een tweede trede 15 verloopt. Insnijdingen 16, die eveneens kunnen bestaan uit onderbroken insnijdingen, maken het mogelijk dat het bandgedeelte 14 wordt uitgeperst op zodanige wijze dat aan beide zijden 20 daarvan niet uitgeperste gedeelten 17a en 17b achter blijven. De tongvormige verlenging 11 en het tongopnemende orgaan 12 waarborgen een zonodig traploze vorm van het binnenoppervlak van de klemconstructie, zoals is beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.299.012 en 4.315.348.

25 De in zijn geheel met verwijzingscijfer 20 aange duide mechanische verbinding (figuur 4B) van de oorspronkelijk geopende klem omvat ten minste êên koud-vervormde uit het binnenste bandgedeelte geperste steunhaak 21, die een kracht-draagvlak 22 verschaft, dat in wezen dwars op de langsrichting 30 van de band verloopt, zoals meer volledig is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.299.012. Het zal uiteraard duidelijk zijn, dat in plaats van slechts êên steunhaak twee of meer van dergelijke steunhaken kunnen worden toegepast en wel op zichzelf staand of in samenwerking met een gecombi-35 neerde geleidings- en steunhaak, zoals bijvoorbeeld is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 4.492.004. Het eindvlak 24 (figuur 1 en 3) van een rechthoekige opening 25 is daarbij bedoeld om tegen de draagvlakken 22 aan te komen wanneer de klem zich in zijn gemonteerde toestand bevindt.

40 Een althans ongeveer in het midden van de zijde 24 van de 8702522 -5- * opening 25 geplaatst klein uitsteeksel 26 fungeert daarbij als geleidings- en centreringsorgaan voor de aangrijping van de overlappende bandgedèelten en als extra grendelorgaan voor het verhinderen van het losraken hiervan.

5 Ten einde het spannen van de oorloze klem mogelijk te maken, is het buitenste bandgedeelte uitgevoerd met een in zijn geheel met verwijzingscijfer 30 aangeduide koud-vervormde uitdrukking, die uit het buitenste bandgedeelte is geperst, ten einde een tunnelvormige opening met een ten minste gedeel-10 telijk cilindervormige vorm te verschaffen, die zich in de langsrichting van de klemconstructie uitstrekt en is voorzien van gereedschapsaangrijpingsvlakken 31 aan zijn binnenste uiteinde, d.w.z. afgekeerd van het vrije uiteinde van het buitenste bandgedeelte. De uitdrukking 30 kan daarbij gelijk zijn 15 aan de uitdrukking 24, zoals is weergegeven in het Amerikaanse octrooischrift 4.492.004. In tegenstelling tot het laatstgenoemde octrooischrift zijn de binnenste gereedschapsaangrij-pingsvlakken 33 evenwel gevormd door twee in hun geheel met verwijzingscijfer 32 aangeduide, uitgeperste lipvormige 20 delen, die in de langsrichting van de klemconstructie verlopen, waarvan de van de tongvormige verlenging 11 afgekeerde eindvlakken 33 de gereedschapsaangrijpingsvlakken vormen.

De twee lipvormige delen 32 zijn daarbij op een afstand van elkaar gelegen die bij voorkeur enigszins kleiner is dan de 25 breedte van de opening 25, ten einde het samenvoegen van de klemconcstructie te vergemakkelijken. Deze lipvormige delen 32 zijn daarbij althans ongeveer symmetrisch op een afstand van het langsmidden van de klemband gelegen, zodat nagenoeg dezelfde hoeveelheden bandmateriaal tussen een betreffende 30 opening en de bijbehorende langszijde van de band is achtergelaten. De lipvormige delen 32 bezitten, gezien in de axiale richting van de klemconstructie, een althans ongeveer driehoekige vorm. Zij kunnen evenwel ook elke andere geschikte vorm bezitten, die voldoet aan de eisen voor het weerstaan 35 van de spankrachten en die de vervaardiging daarvan vergemakkelijkt.

Tijdens het samenvoegen wordt de klem om een op een nippel 43 (figuur 4A) aangebrachte slang 42 geplaatst, terwijl een met een streep-stippellijn in figuur 4A aangeduid spange-40 reedschap op de gereedschapsaangrijpingsvlakken 31 en 33 wordt aangebracht ten einde de klem om de slang te spannen 8702522 'i -6-

V

totdat het kleine uitsteeksel 22 onder de koud-vervormde steunhaak 21 grijpt. De gereedschappen die voor het spannen en monteren van de klem volgens deze uitvinding kunnen worden toegepast, kunnen bestaan uit gebruikelijke nijptangen of 5 combinatietangen, die tegen relatief lage kosten commercieel beschikbaar zijn, waardoor de noodzaak van speciale gereedschappen vervalt.

De figuren 5 en 6 illustreren een gewijzigde klem-constructie volgens de onderhavige uitvinding, waarbij de uit-10 drukking 30 van de figuren 1-3 is vervangen door twee in hun geheel met verwijzingscijfer 130 aangeduide lipvormige delen, die gelijk zijn aan de lipvormige delen 32 en die zijn voorzien van gereedschapsaangrijpingsvlakken 131. Voor het overige is de klemconstructie volgens de figuren 5 en 6 gelijk aan 15 die van de figuren 1-3.

De klemconstructies volgens de uitvinding bieden bovendien nog het voordeel dat de klemmen opnieuw kunnen worden gebruikt, d.w.z. zonder vernieling weer kunnen worden gedemonteerd door het gebruik van hetzelfde gereedschap.

20 Alhoewel slechts twee uitvoeringen van de onder havige uitvinding zijn getoond en beschreven, dient te worden begrepen dat de uitvinding daartoe niet is beperkt, doch dat deze vatbaar is voor verschillende veranderingen en wijzigingen. Het is bijvoorbeeld mogelijk, dat in plaats van de 25 bevestiging van een kunststofslang op een relatief stationair deel, de onderhavige uitvinding eveneens wordt toegepast bij een pijpkoppeling, zoals is geopenbaard in het Canadese oc-trooischrift 1.064.544, indien in plaats van een platte band, een band met een althans ongeveer ü-vormige vorm wordt ge-30 bruikt, bijvoorbeeld indien de platte band volgens de figuren 1-3 als aanvulling langs hun zijden zijn voorzien van randge-deelten, die zich over een gewenste lengte en onder een voorafbepaalde hoek ten opzichte van het platte bandgedeelte uitstrekken. Derhalve is de uitvinding niet beperkt tot de hierin 35 getoonde en beschreven details, doch de beschermingsomvang wordt bepaald door bijgaande conclusies.

8702522

Claims (15)

1. Oorloze klemconstructie, waarvan de open uiteinden mechanisch met elkaar kunnen worden verbonden, voorzien van klemband die nabij zijn vrije uiteinden is voorzien van mechanische verbindingsorganen voor het mechanisch met elkaar 5 verbinden van de vrije uiteinden wanneer de klemconstructie zich althans ongeveer in de gemonteerde toestand bevindt, ten minste een koud-vervormde steunhaak die is uitgeperst aan het ene uiteinde van de klemband, terwijl nabij het andere uiteinde hiervan een opening is uitgeperst, waarbij de steunhaak 10 een draagvlak bezit dat in ingrijping kan komen met de zijde van de opening die zich dwars op de langsrichting van de band uitstrekt en zich dichter bij het andere uiteinde van dë band bevindt, gekenmerkt door twee verdere organen (30, 130; 32) in de band, die elk een gereedschapsaangrijpingsvlak 15 (31, 131; 33) omvatten dat zich althans ongeveer dwars op de langsrichting uitstrékt voor de ingrijping met een gereedschap voor het spannen van de klem, waarbij een (32) van de verdere organen tussen de steunhaak (21) en het ene uiteinde(11) is geplaatst en de vorm bezit van een althans ongeveer in de 20 langsrichting verlopend lipvormig orgaan (32), dat uit het bandmateriaal is geperst en dat is uitgevoerd met het gereedschapsaangrij pingsvlak (33) aan de zijde van het lipvormige orgaan tegenovergesteld aan het ene uiteinde, terwijl het andere verdere orgaan (30, 130) in het gebied van de tegen-25 over de eerstgenoemde zijde (24) van de opening (25) gelegen zijde is geplaatst, waarbij het lipvormige orgaan (32) een zodanige vorm bezit en zodanig in de band is geplaatst dat dit zich door de opening (25) kan uitstrekken met een beweegbaarheid in de omtreksrichting, ten einde het spannen van de 30 klemconstructie mogelijk te maken door het uitoefenen van onderling tegengesteld gerichte spankrachten op de gereedschapsaangrij pingsvlakken (31, 131, 33) totdat de steunhaak (21) met zijn draagvlak (26) in ingrijping kan komen bij de zijde (24) van de opening (25).

2. Klemconstructie volgens concusie 1, met het kenmerk, dat het lipvormige orgaan is voorzien van twee lipvormige delen (32) die in de dwarsrichting op een afstand van elkaar zijn gelegen, die ten hoogste ongeveer 8702522 -8- V gelijk is aan de breedte van de opening (25).

3. Klemconstructie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de lipvormige delen (32) zodanig uit het bandmateriaal zijn geperst dat de hierdoor achterge-5 laten openingen tussen een betreffend lipvormig deel en de bijbehorende langszijde van de band (10) zijn gelegen.

4 Klemconstructie volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat de lipvormige delen (32) althans ongeveer symmetrisch ten opzichte van het langsmidden van de 10 klemband zijn gelegen, zodat althans nagenoeg gelijke hoeveelheden bandmateriaal tussen een betreffende opening en de bijbehorende langszijde van de band zijn overgelaten.

5. Klemconstructie volgens conclusie 2, 3 of 4, met het kenmerk, dat de tussenruimte tussen de 15 lipvormige delen (32) kleiner is dan de breedte van de opening (25).

6. Klemconstructie volgens een der conclusies 2-5, met het kenmerk, dat de lipvormige delen (32), gezien in de axiale richting van de klemconstructie, een 20 ongeveer driehoekige vorm bezitten.

7. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-6, met het kenmerk, dat het andere verdere orgaan (30) is gevormd door een koud-vervormde uit de band geperste uitdrukking die een gereedschapsaangrijpingsvlak (31) aan de 25 zijde daarvan tegenover het andere uiteinde bezit.

8. Klemconstructie volgens conclusie 7, m e t het kenmerk, dat de uitdrukking (30) gezien in dwarsdoorsnede een althans ongeveer cirkelvormige vorm bezit.

9. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-6, 30met het kenmerk, dat het andere verdere orgaan (130) eveneens is gevormd door een verder lipvormig orgaan dat uit de band is geperst nabij de andere zijde van de opening (25).

10. Klemconstructie volgens conclusie 9, met 35 het kenmerk, dat het verdere lipvormige orgaan bestaat uit althans ongeveer in de langsrichting verlopende lipvormige delen die zijn geperst uit het bandmateriaal ongeveer in het verlengde van de langszijden van de opening (25).

11. Klemconstructie volgens een der voorgaande con- 40 clusies, met het kenmerk, dat een zijde (24) 8702522 < -9- van de opening (25) is uitgevoerd met een klein uitsteeksel (26) dat wegloopt van het andere uiteinde en dat in de onder de uitgeperste steunhaak (21) gevormde opening kan grijpen ten einde als geleidings- en centreringsorgaan te dienen.

12. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-11, met het kenmerk, dat de klemconstructie is voorzien van een inrichting voor het doelmatig elimineren van elke trede of discontinuïteit in het uiteindelijke overlap-pingsgebied, uitgevoerd met een tongvormige verlenging (11) 10 aan het ene uiteinde en een de tong opnemend orgaan (12), dat althans gedeeltelijk is gevormd door een buitenwaarts gerichte trede (15) in de band.

13. Klemconstructie volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat het de tong opnemende orgaan (12) 15 bestaat uit een groef (14') in het midden van de band, die is gevormd door een uitgeperst bandgedeelte (14) dat zich uitstrekt van het gebied van een eerste trede (13) tot het gebied van een tweede trede (15).

14. Klemconstructie volgens conclusie 13, met 20 h e t kenmerk, dat het uitgeperste bandgedeelte (14) is gescheiden van de band (10) door een langssnede aan elke zijde daarvan, die zich uitstrekt van het gebied van de eerste trede (15) tot het gebied van de tweede trede (13).

15. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-13, 25. e t het kenmerk, dat de band is vervaardigd van althans ongeveer plat bandmateriaal. 870 2 52 2