NL9002060A - Klemconstructie. - Google Patents

Description

Klemconstructie

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een klemconstructie, en in het bijzonder op een oorloze klem die elasticiteit in de langsrichting van de klemband vertoont.

Oorloze klemmen zijn als zodanig in de stand van de techniek bekend. Zij worden gebruikt in toepassingen waar ruimtelijke omstandigheden het gebruik van uitstekende delen, zoals zogenaamde "Oetiker" oren voor het spannen van de klem om een daardoor te bevestigen voorwerp niet toestaan. Het Amerikaanse octrooischrift 4.492.004 openbaart een staploze, oorloze klem die zeer succesvol is gebleken. De bekende oorloze klemmen bezitten evenwel zekere nadelen ten opzichte van de klemmen die zijn uitgevoerd met zogenaamde "Oetiker" oren. Dit is een gevolg van het feit dat klemmen met "Oetiker" oren elastische compensatie in de klem verschaffen voor het compenseren van toleranties in de uitwendige afmetingen van de slang en/of van veranderingen van de temperatuur en/of druk van het door de slang stromende medium. De inherente elasticiteit in dergelijke klemconstructies na plastische deformatie van een zogenaamde "Oetiker" oor is een aanzienlijk voordeel van hun gebruik onder veranderende omstandigheden.

Daarentegen dienen oorloze klemmen van het type zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.492.004, die zijn verstoken van enige elastische rekbaarheid van het bandmateriaal in de langsrichting daarvan, nauwkeurig te worden vervaardigd voor voorafbepaalde slangafmetingen en bieden derhalve weinig speelruimte in hun veeleisende ontwerpvoor-waarden en verschaffen in de praktijk slechts compensatie van afmetingstoleranties van de slang ten koste van de dichtheid van de gemonteerde klem. Bovendien verschaffen zij na montage over een slang geen elastische compensatie voor temperatuur-en/of drukveranderingen.

Het is derhalve een hoofddoel van de onderhavige uitvinding een oorloze klem van de beschreven soort te verschaffen, waarbij door eenvoudige middelen de bovengenoemde tekortkomingen en nadelen van de stand van de techniek worden vermeden en die een elasticiteit in de klemband zelf biedt teneinde druk- en/of temperatuurveranderingen te compenseren.

De onderliggende problemen worden volgens de onderhavige uitvinding opgelost, doordat de klemband is uitgevoerd met een of meer secties die de klemband elastische rekbaarheid in de langsrichting van de klemband verlenen. Dit wordt bereikt door een verwijdering van materiaal in elke dergelijke sectie van de klemband, en in het bijzonder in het midden en langs de zijden daarvan op zodanige wijze dat niet-rechtlijni-ge zijdelingse bandgedeelten worden overgelaten, die op afstand van elkaar liggen door middel van een uitgesneden, venstervormige opening, waarbij de zijdelingse bandgedeelten vanaf elk uiteinde van de venstervormige opening naar elkaar toe convergeren. Dit kan op voordelige wijze worden gerealiseerd in een enkele stamp- of ponsbewerking in de loop waarvan de venstervormige opening in het midden van een dergelijke sectie wordt uitgesneden en bandmateriaal langs de zijden binnen het gebied van de venstervormige opening wordt verwijderd teneinde de kromlijnige zijdelingse bandgedeelten over te laten. De venstervormige opening bezit bij voorkeur de vorm die lijkt op een zandloper, terwijl de uitwendige zijden van de zijdelingse bandgedeelten althans ongeveer evenwijdig verlopen aan de inwendige zijden daarvan, die worden bepaald door de vorm van de venstervormige opening.

De breedte van de zijdelingse bandgedeelten in een richting dwars op de langsrichting van de klemband bedraagt minder dan 40 % van de volle klembandbreedte en bij voorkeur minder dan 30 %. De breedte kan worden gekozen als functie van de beschreven elastische rekbaarheid en de krachten die naar verwachting in een gegeven bandmateriaal optreden. Voorts zijn de hoeken tussen elk eindoppervlak van de venstervormige opening en de zijden daarvan bij voorkeur afgerond teneinde spanningspieken te minimaliseren.

Een klemband die is gemodificeerd in overeenstemming met de onderhavige uitvinding biedt op verrassende wijze een aanzienlijke elastische rekbaarheid in de langsrichting van de klemband bij de aanwezigheid van trekkrachten. Dit zal op zijn beurt mogelijk maken dat een oorloze klemband een inherente elasticiteit in de langsrichting bezit teneinde veranderingen van temperatuur en/of druk van het door de slang stromende medium te compenseren.

Het aantal elastische rekbaarheid verlenende secties kan in overeenstemming met de onderhavige uitvinding worden gekozen teneinde te voldoen aan de eisen in een bepaalde klem, dat onder andere afhankelijk is van de maat van de klem, het materiaal van de klemband enz. De plaats van elke dergelijke sectie kan ook willekeurig worden gekozen teneinde aan ontwerpeisen van de klem te voldoen. In het geval evenwel dat de venstervormige opening of openingen zouden kunnen toestaan dat een deel van de slang naar buiten wordt geperst, wordt de venstervormige opening of worden de venstervormige openingen bij voorkeur geplaatst in een staploze, oorloze klem van het type dat is beschreven in het in het voorgaande genoemde Amerikaanse octrooischrift, in het buitenste bandgedeelte van de overlappende uiteinden binnen het gebied tussen het gereedsschaps-aangrijpingsoppervlak en het centrale kanaal dat een tongvormige verlenging aan het vrije uiteinde van het binnenste rand-gedeelte kan opnemen. Op deze wijze is elke venstervormige opening volgens de onderhavige uitvinding op effectieve wijze afgedekt door het overlappende binnenste bandgedeelte.

De werkwijze voor het verlenen van elastische rekbaarheid aan de klemband bestaat uit het verwijderen van een hoeveelheid materiaal uit een voorafbepaalde sectie van de klemband in het midden en langs de zijden daarvan op zodanige wijze dat een opening in het midden is begrensd door een paar niet-rechtlijnige zijdelingse bandgedeelten die vanaf elk langsuiteinde van de opening naar elkaar toe convergeren. Het verwijderen van het materiaal kan in een enkele stap door het uitstampen of uitponsen van de bijbehorende delen van de sectie van het bandmateriaal. Deze stamp- of ponsbewerking kan daarbij plaatsvinden tegelijkertijd met de pons- of uitstamp-bewerking die normaal wordt uitgevoerd op het platte uitgangsmateriaal van de klemband teneinde de middelen voor de mechanische verbinding van de overlappende uiteinden en voor het spannen van de klem bij de montage op een te bevestigen voorwerp te verschaffen. De werkwijze voor het verlenen van elastische rekbaarheid aan de klemband is derhalve eenvoudig en verhoogt in principe niet in grote mate de kosten voor het vervaardigen van de klem, aangezien deze slechts enige wijzigingen in de stempels vereist.

De onderhavige uitvinding waarborgt derhalve een in- herente elasticiteit voor een oorloze klem teneinde temperatuur- en/of drukveranderingen te compenseren. Bovendien elimineert de onderhavige uitvinding verstrekkende, bestaande problemen tengevolge van maatvariaties van de slang, dat wil zeggen deze zal grotere toleranties in de slangdiameters voor een bepaalde klemconstructie accepteren. Dit is zo omdat de eis voor het nauwkeurig aan elkaar aanpassen van de binnendiameter van de klem en de buitendiameter van de slang, met inachtneming van de elasticiteit van het slangmateriaal en de krachten die de verbinding dient te weerstaan, bij de onderhavige uitvinding kan worden verlaagd. Dit houdt in dat een oorloze klem in overeenstemming met de onderhavige uitvinding kan worden gebruikt bij slangen met grotere diametertoleranties dan tot nu toe mogelijk was, in het bijzonder ook in verbinding met relatief harde slangmaterialen zoals thans bijvoorbeeld worden gebruikt bij ashoezen in de automobielindustrie.

Deze en andere doelen, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden uit de nu volgende beschrijving in samenhang met de bijgaande tekening, die enige uitvoeringsvoorbeelden van de onderhavige uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een oorloze, staploze klemconstructie volgens de onderhavige uitvinding.

Fig. 2 is een bovenaanzicht van het gebied van de mechanische verbinding van de oorloze klemconstructie van fig. 1, waarbij tevens de sectie van de klem die elastische rekbaarheid verschaft is weergegeven.

Fig. 3 is een bovenaanzicht van een plat uitgangsmateriaal voor een klemconstructie van het type dat is weergegeven in fig. 1 van het Amerikaanse octrooischrift 4.712.278, die is gemodificeerd teneinde de onderhavige uitvinding te omvatten.

Fig. 4 is een bovenaanzicht van een plat uitgangsmateriaal voor een klemconstructie van het type dat is weergegeven in fig. 5 van het Amerikaanse octrooischrift 4.712.278, die is gemodificeerd teneinde de onderhavige uitvinding te omvatten.

Fig. 5 is een perspectivisch aanzicht van nog een verdere uitvoering van een staploze, oorloze klemconstructie volgens de onderhavige uitvinding, die vergelijkbaar is met die volgens fig. 1, waarbij de delen in de gemonteerde toestand van de klemconstructie zijn weergegeven.

Fig. 6 is een axiaal aanzicht van de klemconstructie van fig. 5 in zijn voorgemonteerde toestand.

Fig. 7 illustreert een gedeelte van een klemband die is uitgevoerd met verschillende secties in overeenstemming met de onderhavige uitvinding voor het verlenen van elastische rekbaarheid aan de klem.

Fig. 8 illustreert een gedeelte van een klemband en de vorm van de secties daarvan indien deze worden onderworpen aan trekkrachten boven de elasticiteitsgrens van het bandmateriaal .

In de tekening zijn in de verschillende aanzichten dezelfde verwijzingscijfers gebruikt voor het aanduiden van dezelfde onderdelen. De fig. 1 en 2 van de tekeningen illustreren een klem van het type dat is weergegeven in de fig.

1-8 van het reeds genoemde Amerikaanse octrooischrift 4.492.004. Aangezien in de onderhavige aanvrage voor vergelijkbare onderdelen dezelfde verwijzingscijfers zijn gebruikt als in dit octrooischrift, kunnen details van de klem die hier niet zijn weergegeven aan dat octrooischrift worden ontleend.

Verwijzingscijfer 10 duidt in de fig. 1 en 2 een oorloze, staploze klemconstructie in zijn geheel aan, welke klemconstructie is voorzien van een klemband 11 met open uiteinden die mechanisch met elkaar kunnen worden verbonden wanneer de klem op te bevestigen voorwerp is gemonteerd. De mechanische onderlinge verbinding wordt bewerkstelligd door een buitenwaarts verlopende geleidingshaak 12 en twee koud-gedeformeerde steunhaken 13 die zijn aangebracht op het binnenste bandge-deelte 14 en die kunnen grijpen in openingen 15 die zijn aangebracht in het buitenste bandgedeelte 16. De geleidings- en steunhaken 12 en 13 kunnen zijn geconstrueerd zoals is geopenbaard in het Amerikaanse octrooischrift 4.299.012. De onderhavige uitvinding is evenwel op dezelfde wijze toepasbaar op enige andere soort mechanische verbinding die geschikt is voor het weerstaan van de verwachte krachten in de klemconstructie. Zo kan bijvoorbeeld in plaats van de geleidingshaak 12 en de steunhaken 13 ook een enkele koud-gedeformeerde steunhaak geschikt zijn. Als alternatief kan de mechanische verbinding ook zijn geconstrueerd zoals is geopenbaard in de Amerikaanse oc-trooischriften 4.622.720 en 4.711.001.

Teneinde de montage van de klem mogelijk te maken door het vastspannen hiervan om een te bevestigen voorwerp, zijn de buitenste en binnenste bandgedeelten 16 en 14 uitgevoerd met bijbehorende gereedschapsaangrijpingsdraagvlakken 24 en 25. De gereedschapsaangrijpingsdraagvlakken 24 en 25 bezitten de vorm van koud-gedeformeerde uitgeperste indrukkingen met een althans ongeveer halfcirkelvormige dwarsdoorsnede. De uitgeperste gereedschapsaangrijpingsindrukking 24 in het buitenste bandgedeelte 16 is daarbij qua vorm in wezen half cilindrisch met dwarsverlopende draagoppervlakken 24a en 24b, waardoor zijn cilindrische wanden één geheel vormen met het buitenste bandgedeelte 16 in de axiale richting. De koud-gedeformeerde uitgeperste gereedschapsaangrijpingsindrukking 25 van het binnenste bandgedeelte 14 bezit slechts één gereed-schapsaangrijpingsdraagoppervlak 25a en vormt één geheel met het binnenste bandgedeelte 14 over in hoofdzaak zijn overblijvende omtrek. Het buitenste bandgedeelte 16 is tevens uitgevoerd met een langgerekte sleuf of opening 27 tussen zijn uitgeperste indrukking 24 en de opening 15. De opening 27 bezit daarbij een zodanige breedte dat het uitgeperste gereedschapsaangr ij pingsdraagvlak 25 van het binnenste bandgedeelte 14 daar doorheen zich kan uitstrekken. De binnenste en buitenste uitgeperste indrukking 25 en 24 zijn daarbij van complementaire afmetingen en vorm zodat de uitgeperste indrukking 25 van het binnenste bandgedeelte 14 onder de uitgeperste indrukking 24 van het buitenste bandgedeelte 16 kan schuiven wanneer de klem wordt gespannen door middel van een spangereedschap zoals is geopenbaard in het in het voorgaande genoemde Amerikaanse octrooischrift 4.492.004. De uitgeperste haak 28 van een of andere geschikte vorm en constructie dient daarbij als voor-montagehaak wanneer deze op de dwarseindwand 27a van de opening 27 aangrijpt.

Teneinde een staploos inwendig oppervlak van de klem te bereiken is het vrije uiteinde van het binnenste bandgedeelte 14 uitgevoerd met een tongvormige verlenging 31 die in een tongopnemend kanaal kan grijpen. Het tongopnemende kanaal is gevormd door het uitpersen van het centrale bandgedeelte 35 na het aanbrengen van langssneden 34 en 34' die beginnen bij de stap 33, zodat zijdelingse bandgedeelten 36 aan beide zijden van de sneden 34 en 34' overblijven. De details van de klemconstructie zoals tot nu toe beschreven komen overeen met die van het Amerikaanse octrooischrift 4.299.012.

Teneinde elastische rekbaarheid aan de klemconstructie te verschaffen in aanwezigheid van trekkrachten omvat de klemband 11 in overeenstemming met de onderhavige uitvinding een bandsectie die in zijn geheel is aangeduid door verwij-zingscijfer 50, en die zodanig is geconstrueerd en ingericht dat aan de anders in wezen niet-rekbare klemband 11 een begrensde elastische rekbaarheid wordt verleend. In het bijzonder wordt dit bereikt door het zodanig ponsen of uitstampen van de klembandsectie 11 dat niet-rechtlijnige zijdelingse bandgedeelten 52 overblijven. In de weergegeven uitvoering van de fig. 1 en 2 is een venstervormige opening 53 verschaft die gelijkt op een zandloper. De venstervormige opening 53 begrenst daarbij de binnenzijden 54 van de zijdelingse bandgedeelten 52 terwijl de uitwendige zijden 51 daarvan zijn verkregen door sneden die een meer of minder segmentvormig gebied verwijderen (fig. 2). In de getoonde uitvoering verlopen de oppervlakken 54 en 51 daarbij in wezen evenwijdig aan elkaar zodat de breedte van de zijdelingse bandgedeelten in wezen constant is. De meer of minder vlakke uiteinden 56 die zijn gevormd door de venstervormige snede 53 gaan over in de zij-oppervlakken 54 via afgeronde gedeelten. De zijdelingse bandgedeelten 52 convergeren derhalve naar elkaar toe vanaf elk uiteinde 56 van de venstervormige opening 53 op een wijze waarbij de convergerende steilte geleidelijk afneemt, zoals is weergegeven, terwijl de oppervlakken 51 en 54 van elk zijdelings bandgedeelte 52 een gebogen concave vorm bezitten, zoals is weergegeven. Wanneer de klemconstructie wordt onderworpen aan trekkrachten, bijvoorbeeld door het verhogen van temperatuur of druk, zullen de niet-rechtlijnige zijdelingse bandgedeelten 52 trachten zich uit te strekken, waardoor het rekken van de klemband 11 in zijn langsrichting wordt mogelijk gemaakt, waarbij tengevolge van de elasticiteit de zijdelingse bandgedeelten elastisch naar hun oorspronkelijke kromlijnige vorm zullen terugkeren.

In een klemconstructie van het staploze type, zoals is weergegeven in de fig. 1 en 2 hiervan, verdient het de voorkeur de sectie of secties 50 die elastische rekbaarheid aan de klemband verlenen binnen het gebied tussen de indruk-king 24 en de stap 33 te plaatsen. De venstervormige opening 53 waar doorheen de rubberachtige slang tijdens bedrijf zou kunnen worden uitgeperst is daardoor bedekt door het overlapte binnenste bandgedeelte 14.

Fig. 3 toont de onderhavige uitvinding in zijn toepassing met de klemconstructie van het type zoals is geopenbaard in fig. 1 van het Amerikaanse octrooischrift 4.712.278. Onderdelen die vergelijkbaar zijn met overeenkomstige onderdelen van de fig. 1 en 2 van de onderhavige aanvrage zijn aangeduid door dezelfde verwijzingscijfers, terwijl verwijzings-cijfers met een accentteken zijn gebruikt voor het aanduiden van die delen in fig. 3 die verschillen van die in fig. 1 en 2 van de onderhavige aanvrage.

Verschillend van de fig. 1 en 2 is de indrukking 25 van de fig. 1 en 2 in fig. 3 vervangen door twee lipvormige organen 25' die althans ongeveer symmetrisch op afstand zijn geplaatst ten opzichte van het langsmidden van de klemband 11, zodat nagenoeg gelijke hoeveelheden bandmateriaal tussen bijbehorende openingen en de overeenkomstige langszijden van de band zijn overgelaten. De lipvormige organen 25' bezitten een ongeveer driehoekige vorm, gezien in de axiale richting van de klemconstructie. Zij kunnen evenwel ook elke andere geschikte vorm bezitten, die voldoet aan de eisen voor het weerstaan van de spankrachten en die de vervaardiging daarvan vergemakkelijkt. De lipvormige organen 25' zijn daarbij op zodanige afstand geplaatst dat zij zich door de opening 27 kunnen uitstrekken. Ook verschillend van de mechanische verbinding die bestaat uit de tanden 12 en 13 die grijpen in openingen 15 van de fig. 1 en 2 van de onderhavige aanvrage, verschaft de uitvoering van fig. 3 een mechanische verbinding door de toepassing van een klein uitsteeksel 15'a dat althans ongeveer in het midden van het in dwarsrichting verlopende uiteinde 27a van de opening 27 is gelegen. Het kleine uitsteeksel 15'a is daarbij werkzaam als geleidings- en centreerorgaan voor de ingrijping van het overlappende bandgedeelte en als extra grendelorgaan wanneer de koud-gedeformeerde steunhaak 13 in ingrijping is met zijn krachtaangrijpingsoppervlak tegen het in de dwarsrichting verlopende uiteinde 27a van de opening 27.

Tot nu toe is de klem vergelijkbaar met die van fig. l van het Amerikaanse octrooischrift 4.712.278. Verschillend daarvan omvat de klem van fig. 3 volgens de onderhavige uitvinding een sectie die in zijn geheel is aangeduid door verwijzingscijfer 50 en die, in het geval van een staploze klem, bij voorkeur is gelegen tussen de indrukking 24 en de stap 33 teneinde elastische rekbaarheid aan de klem te verlenen. De elastische, rek verlenende sectie 50 kan daarbij op overeenkomstige wijze als de sectie 50 van de fig. 1 en 2 zijn geconstrueerd.

Fig. 4, die de toepassing van de onderhavige uitvinding bij een klemconstructie van het type volgens fig. 5 van het Amerikaanse octrooischrift 4.712.278 toont, verschilt van fig. 3 van de onderhavige aanvrage door de vervanging van de indrukking 24 van fig. 3 door twee lipvormige organen 24'. De middelen voor het verlenen van elastische rekbaarheid aan de klemconstructie omvatten daarbij twee secties die in hun geheel zijn aangeduid door verwijzingscijfer 50 en die op een vergelijkbare wijze als die volgens fig. 1 en 2 zijn geconstrueerd. Het lijfgedeelte 58 tussen de twee secties 50, dat aangrenzende uiteinden 56 van de venstervormige openingen 53 vormt, verloopt over de gehele breedte van de klemband 11 en bezit een breedte in de langsrichting van de klemband die althans ongeveer gelijk is aan de breedte van de zijdelingse bandgedeelten 52 of groter is dan de laatste.

De fig. 5 en 6 illustreren nog een andere gemodificeerde uitvoering van een staploze, oorloze klem volgens de onderhavige uitvinding, waarin de indrukking 25 ook dient ten behoeve van de voormontage van de klem, terwijl de mechanische verbinding bestaat uit een enkele koud-gedeformeerde steunhaak 28 die samenwerkt met een uitsteeksel (niet weergegeven) dat vergelijkbaar is met het uitsteeksel 15'a van fig. 3 van deze aanvrage. De middelen voor het verlenen van elastische rekbaarheid aan de klem omvatten een sectie 50 die vergelijkbaar is met die van de fig. 1 en 2, die wederom is gelegen tussen de indrukking 24 en de stap 33 waar het tongopnemende kanaal 35 begint.

Fig. 7 illustreert een klemband die is uitgevoerd met verschillende rekbaarheid verlenende secties 50 van het type volgens de fig. 1 en 2 van deze aanvrage, waarvan het aantal is gekozen in afhankelijkheid van de hoeveelheid elastische rekbaarheid die gewenst is voor een klem met een gegeven maat en vervaardigd van een zeker bandmateriaal.

Fig. 8 toont een klemband die is uitgevoerd met drie secties 50 die voorbij de elasticiteitsgrens van het materiaal van de klemband zijn gerekt. In feitelijke herhalingsproeven zou evenwel een elastische verlenging van een in de handel beschikbaar roestvrij stalen bandmateriaal kunnen worden verkregen door de toepassing van de onderhavige uitvinding zonder nadelig effect op de elasticiteit. Het veereffect, dat wil zeggen de maximale elastische verlenging, hangt af van een aantal secties 50 dat wordt gebruikt in een klem, daarbij geldt dat hoe groter het aantal secties 50 is des te langer de veerweg wordt. Een elastische verlenging van 0,4 mm zou kunnen worden verkregen met een enkele sectie 50 en een veerweg van 5 mm met een passend aantal van dergelijke secties, alle zonder enige vermoeiing in de elasticiteit.

De werkwijze voor het verlenen van elastische rekbaarheid aan een klemband is zowel eenvoudig als economisch, aangezien deze in een enkele stamp- of ponsbewerking kan worden uitgevoerd. Deze stamp- of ponsbewerking kan daarbij plaatsvinden tegelijkertijd met het stampen of ponsen dat normaal vereist is voor een plat uitgangsmateriaal voor het verschaffen van de noodzakelijke sneden, uitsnijdingen en/of deformaties in de klemconstructie, bijvoorbeeld voor de mechanische verbindingen van de overlappende uiteinden enz. Alles dat noodzakelijk is, is het modificeren van de stempel of de stempels die worden gebruikt voor een dergelijke stamp- of uit-ponsbewerking. De venstervormige opening 53 alsmede de delen van de klemband die de concave uitwendige zij-oppervlakken 51 overlaten kunnen daarbij in één en dezelfde bewerking worden uitgesneden.

De uitvinding is niet beperkt tot de in het voorgaande beschreven en in de tekening weergegeven uitvoeringsvoor-beelden, die op verschillende manieren binnen de kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd. Het aantal elastische rekbaarheid verlenende secties alsmede de bijzondere vorm van de uitsnijdingen kunnen worden gevarieerd teneinde te worden aangepast aan het materiaal en de gewenste veerwerking van de klemband. Voorts kunnen de vorm van de uitsnijdingen, dat wil zeggen van de venstervormige opening en van de zij-oppervlak- ken van de secties 50, alsmede het aantal in een gegeven klem-constructie zodanig worden gekozen dat een gewenste elastische rekbaarheid voor een bepaalde klemmaat wordt verkregen. De venstervormige opening 53 alsmede de vorm van de zijden 51 kunnen worden gevarieerd teneinde de bijzondere gewenste karakteristieken te verkrijgen. De verandering in de convergentie, respectievelijk divergentie kan ook worden gevarieerd in afhankelijkheid van het materiaal en de gewenste rekbaarheid in een bepaalde klemconstructie. Bovendien behoeven de, de zijdelingse bandgedeelten 52 begrenzende zijden 51 en 54 niet noodzakelijkerwijs evenwijdig te zijn, doch kunnen ook enigszins niet-evenwijdig zijn teneinde bijzondere resultaten te bereiken. Het verdient evenwel de voorkeur indien alle over-gangen in inwendige en/of uitwendige oppervlakken van de secties 50 glad en kromlijnig zijn teneinde lokale spanningscon-centraties te vermijden. Bovendien kan de onderhavige uitvinding ook op enig ander deel worden toegepast, dat in zijn aard niet-rekbaar is in een bepaalde richting en waaraan elastische rekbaarheid dient te worden verleend.

Claims (24)

1. Klemconstructie, in het bijzonder een klemcon-structie van het oorloze type, die is voorzien van een klem-band met eindgedeelten die elkaar kunnen overlappen wanneer de klemconstructie is gemonteerd teneinde een binnenste en buitenste klembandgedeelte te verschaffen, mechanische verbin-dingsorganen voor het mechanisch met elkaar verbinden van het binnenste en buitenste klembandgedeelte, krachtaangrijpingsop-pervlakorganen in het binnenste en buitenste klembandgedeelte teneinde een uitwendige spankracht te kunnen aanbrengen bij het monteren van de klemconstructie op een daardoor te bevestigen voorwerp, en voorts middelen in de klemband zelf voor het verlenen van elastische rekbaarheid aan de klemband in de langsrichting daarvan teneinde een automatische compensatie voor temperatuur- en/of drukveranderingen te verschaffen door elastische veranderingen in de lengte van de klemband.

2. Klemconstructie, met het kenmerk, dat de genoemde middelen zijn gevormd door ten minste één centraal aangebracht venster in de klemband.

3. Klemconstructie volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat een betreffend venster een vorm heeft die althans ongeveer lijkt op een zandloper.

4. Klemconstructie volgens een der conclusies 1 tot 3, met het kenmerk, dat de zijden van de klemband binnen het gebied van een betreffend venster concaaf zijn gebogen.

5. Klemconstructie volgens een der conclusies 1 tot 4, met het kenmerk, dat elk van de twee zij-oppervlakken van de klemband zodanig zijn gevormd, dat zij althans ongeveer de vorm van de aangrenzende zijde van het venster volgen.

6. Klemconstructie volgens een der conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de twee zijdelingse klembandgedeelten zijn gevormd tussen een betreffend zij-oppervlak en de bijbehorende aangrenzende zijde van het venster, waarbij elk van de twee zijdelingse klembandgedeelten een althans ongeveer constante breedte over een aanzienlijk deel van de lengte daarvan bezit.

7. Klemconstructie volgens een der conclusies 1 tot 6, met het kenmerk, dat de klemband is vervaardigd van relatief plat bandmateriaal dat in de vorm van een klem kan worden gebogen, waarbij de genoemde middelen zijn gevormd door ten minste één paar op afstand gelegen zijdelingse bandgedeelten in een sectie van de klemband zelf onder het daartussen vrijlaten van een opening, terwijl elk van de zijdelingse bandgedeelten een breedte bezit die minder is dan de helft van de breedte van het bandmateriaal, waarbij de twee zijdelingse bandgedeelten van een betreffend paar zodanig in de langsrich-ting van het bandmateriaal zijn gevormd dat zij in de richting van elkaar convergeren naar een punt van minimale breedte in de opening en daarna van elkaar af divergeren.

8. Klemconstructie volgens een der conclusies 1 tot 7, met het kenmerk, dat de zijdelingse bandgedeelten, in bovenaanzicht gezien, onderling tegenovergesteld gerichte, concaaf vormige vormen bezitten.

9. Klemconstructie volgens een der conclusies 1 tot 8, met het kenmerk, dat de zijdelingse bandgedeelten een althans ongeveer constante breedte over een aanzienlijk deel van hun lengte in de langsrichting van de band bezitten.

10. Klemconstructie volgens een der conclusies 1 tot 9, met het kenmerk, dat de zijdelingse bandgedeelten van een betreffend paar in hun punten van maximale onderlinge afstand met de volledige bandbreedte samenvallend zijn geplaatst.

11. Klemconstructie volgens een der conclusies 1 tot 10, met het kenmerk, dat de genoemde middelen zijn voorzien van ten minste twee secties, elk met een paar zijdelingse bandgedeelten en een lijfgedeelte tussen elke aansluitende sectie.

12. Klemconstructie volgens een der conclusies 1 tot 11, met het kenmerk, dat de afmeting van het lijf dwars op de langsrichting van de band in hoofdzaak overeenkomt met de volledige bandbreedte, waarbij de breedte van een lijfgedeelte, gezien in de langsrichting van de band, althans ongeveer gelijk is aan de breedte van een zijdelings bandgedeelte, gezien in dwarsrichting van de band.

13. Klemconstructie zonder stap volgens een der conclusies 1 tot 12, voorzien van een tongvormige verlenging aan het vrije uiteinde van het binnenste bandgedeelte en een tong opnemend orgaan dat start in het gebied van een stap in het buitenste bandgedeelte en dat zich uitstrekt weg van de stap in een richting tegenovergesteld aan het vrije uiteinde van het buitenste bandgedeelte, met het kenmerk, dat de genoemde middelen zijn gelegen in het buitenste bandgedeelte binnen het gebied tussen de stap en zijn krachtaangrijpingsoppervlakorga-nen zodat de genoemde middelen inwendig zijn bedekt door het overlapte binnenste bandgedeelte.

14. Klemconstructie volgens een der conclusie volgens een der conclusies 1 tot 13, met het kenmerk, dat alle hoeken van een zandloper-vormig venster zijn afgerond.

15. Klemconstructie volgens een der conclusies 1 tot 14, met het kenmerk, dat de klemband is vervaardigd van een roestvrij of gegalvaniseerd stalen bandmateriaal.

16. Werkwijze voor het verlenen van elastische rekbaarheid aan een relatief plat deel dat in wezen is verstoken van elasticiteit in zijn langsrichting, met het kenmerk, dat een voorafbepaalde hoeveelheid materiaal uit een sectie van het deel wordt verwijderd in het midden en langs de zijden daarvan op zodanige wijze dat een opening in het midden wordt begrensd door een paar niet-rechtlijnige zijdelingse gedeelten die vanaf elk langsuiteinde van de opening naar elkaar toe convergeren en die elk een breedte in de richting dwars op de langsrichting bezitten die kleiner is dan 40 % van de breedte van het deel, waardoor het aanbrengen van een spankracht op het deel in de langsrichting daarvan elastische rekbaarheid zal verlenen wanneer de niet-rechtlijnige zijdelingse gedeelten trachten meer rechtlijnig te worden en bij het wegnemen van de spankracht naar een voorafgaande meer niet-lineaire vorm zullen terugkeren.

17. Werkwijze volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat het platte deel een plat deel is dat in hoofdzaak tot zijn gewenste lengte uit bandmateriaal is gesneden, waarbij het verwijderen van het materiaal wordt bewerkstelligd door het uitstoten of uitponsen van gedeelten van de sectie van het bandmateriaal.

18. Werkwijze volgens conclusie 16 of 17, met het kenmerk, dat als bandmateriaal een stalen bandmateriaal wordt gekozen zoals wordt gebruikt voor klemmen.

19. Werkwijze volgens een der conclusies 16 tot 18, met het kenmerk, dat het verwijderen van de voorafbepaalde hoeveelheid materiaal is uitgevoerd tegelijk met het snijden en verwijderen van materiaal, vereist voor de mechanische verbinding van de overlappende uiteinden van de klem en het span- nen van de klem om een daardoor te bevestigen voorwerp.

20. Werkwijze volgens een der conclusies 16 tot 19, met het kenmerk, dat het materiaal in het midden in de vorm van een zandloper-vormige opening wordt verwijderd.

21. Werkwijze volgens een der conclusies 16 tot 20, met het kenmerk, dat elk van de zijdelingse gedeelten wordt begrensd door twee althans ongeveer evenwijdig verlopende oppervlakken.

22. Werkwijze volgens een der conclusies 16 tot 21, met het kenmerk, dat ten minste twee paar in langsrichting op afstand gelegen zijdelingse gedeelten zijn gevormd tijdens het verwijderen van het materiaal, die op een afstand van elkaar zijn gelegen door een lijf dat de normale afmetingen van het deel in een richting dwars op de langsrichting bezit en een breedte in de langsrichting van het deel in dezelfde orde van grootte als de breedte van de zijdelingse delen.

23. Oorloze klem, vervaardigd met de werkwijze volgens conclusie 19.

24. Plat deel met elastische rekbaarheid in zijn langsrichting en vervaardigd door de werkwijze volgens conclusie 16.