NL8801222A - Klemconstructie. - Google Patents

Description

* NL 35.036-Me/tk a)

Klemconstructie

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een slangklem en meer in het bijzonder op een slangklem met overlappende banddelen die verstoken is van enige stap of discontinuïteit voor het waarborgen van een althans ongeveer 5 spleetvrije en staploze overgang in de omtreksrichting van het binnenste banddeel naar het overige ringvormige gedeelte van de klem die wordt gevormd door zijn klemband.

Bij de toepassing van de meer elastische, rubberachtige slangmaterialen zoals werden toegepast in het ver-10 leden, kunnen kleine discontinuïteiten of stappen gemakkelijk worden opgenomen, daar het elastische materiaal deze discontinuïteiten of stappen in het slangopneemoppervlak van de klem zonder gevaar van lekkage gemakkelijker compenseert. Bij gebruik van betrekkelijk harde kunststof slangmaterialen met 15 een hardheid van 90 Shore of meer of bij het gebruik van zeer dunwandige harde of zachte slangmaterialen met een dikte van de orde van 1 mm of enkele millimeters of minder, die in het recente verleden beschikbaar zijn geworden, wordt het belangrijk een althans nagenoeg staploze en spleetloze overgang 20 tussen de overlappende bandeinden te verschaffen, dus een continu of ononderbroken glad, met de slang in aanraking komend binnenoppervlak te verschaffen zonder stappen of discontinuïteiten om met zekerheid lekkageproblemen te vermijden. Daar overlappende banddelen normaal een stap 25 hebben die overeenkomt met de dikte van het materiaal als geen andere maatregelen worden genomen, of een spleet (discontinuïteit), als een stapschouder of verspringing is verschaft die leidt naar het overlappende buitenste banddeel.

De onderliggende problemen worden volgens de onder-30 havige uitvinding opgelost door een tongvormig verlengstuk aan het vrije eind van het binnenste banddeel, dat kan grijpen in een tongopneemmiddel dat is aangebracht op de overeenkomstige plaats van het buitenste banddeel. Het buitenste banddeel is daardoor voorzien van een zich 35 buitenwaarts uitstrekkend stapvormig deel, zodat het buitenste banddeel is verplaatst ten opzichte van het binnenste banddeel over een radiale afstand die ongeveer gelijk is aan de dikte van het bandmateriaal, waardoor het ,8801222 *

-2 -A

tongopneemmiddel ten minste binnen het gebied van het stap-vormige deel is gevormd en in afhankelijkheid van de lengte van het tongvormige verlengstuk in de omtreksrichting verloopt over een afstand die voldoende is om de gehele lengte 5 van het tongvormige verlengstuk op te nemen wanneer het oor of de oren geheel zijn samengetrokken.

Het tongopneemmiddel volgens de uitvinding bestaat bij voorkeur uit een kanaalvormige verhoging of verdieping met een meer of minder convexe dwarsdoorsnede. Een dergelijke 10 kanaalvormige verhoging in de middenzone van de band heeft evenwel de neiging om de klemband tegen buiging te verstijven in vergelijking met de geringere buigstijfheid van het platte bandmateriaal. Dit verschil in buigsterkte verhindert op zijn beurt het aanhouden van een zuivere cirkelvorm van de klem-15 constructie tijdens het samentrekken van het oor. Om dit probleem te verminderen is reeds voorgesteld sleufvormige dwarssneden aan te brengen in een dergelijke verhoging om een weerstand tegen buiging in de verhoogde zone te verkrijgen die ongeveer gelijk is aan het platte niet-verhoogde band-20 materiaal. Deze uitvoering brengt het probleem mee, dat een tongvormig verlengstuk dat glijdt in de kanaalvormige verhoging tijdens de samentrekking van het oor kan stuiten in een van de dwarssneden, waardoor het klemvermogen van de klem-constructie in gevaar komt. Ten einde dit nadeel te vermijden 25 zou men kunnen overwegen het vrije eind van het tongvormige verlengstuk naar binnen te buigen op de manier van een punt van een ski. Dit zou echter het nadeel meebrengen, dat de naar binnen gebogen punt kan snijden in het plastic slang-materiaal dat daardoor beschadigd wordt. Ten einde deze 30 nadelen te vermijden, stelt de onderhavige uitvinding een tongopneemkanaal voor in de vorm van een uitgeperste verhoging of uitsparing die zich in de omtreksrichting binnen de middenzone van de band uitstrekt. Het tongopneemkanaal kan worden gescheiden van het overige bandmateriaal aan de beide 35 zijden daarvan door langssneden. Als de sneden worden onderbroken, zal het tongopneemkanaal een geheel vormen met het bandmateriaal aan de beide zijden van het tongopneemkanaal langs betrekkelijk korte banddelen die worden gevormd door de onderbroken langssneden aan beide zijden van het uitgedrukte 40 tongopneemkanaal. Het uitgespaarde tongopneemkanaal kan .8601222 i -3 - verschillende vormen in dwarsdoorsnede bezitten afhankelijk van de dwarsdoorsnede van het tongvormige verlengstuk en kan dus meer of minder plat zijn. Dit maakt het mogelijk een uitgespaard tongopneemkanaal te verschaffen dat betrekkelijk 5 plat is binnen de zone van de bodem van de uitsparing die is begrensd door de langssneden en die althans nagenoeg dezelfde stijfheid tegen buiging biedt als het oorspronkelijke bandmateriaal, waar die kan worden uitgespaard ten opzichte van het overige bandoppervlak voor het opnemen van het tongvormige 10 verlengstuk ten einde een spleetloze overgang te waarborgen.

Dit type klemconstructie kan worden vervaardigd op zeer goedkope manier door middel van geschikte gereedschappen waardoor een spleetloze en staploze overgang is verzekerd zonder het gevaar dat een tongvormig deel stuit in een dwarsdoorsnede of * 15 zonder de noodzaak van een skipuntvormige uitvoering van het eind van het tongvormige deel. De langssneden kunnen daardoor beginnen binnen de zone van een stapvormig deel in de band die leidt naar het buitenste banddeel en kunnen eindigen in de zone van een ander stapvormig deel van de kanaalvormige 20 uitsparing, waardoor de uitgedrukte bodem van de kanaalvormige uitsparing het stapvormige deel in de band niet volgt en dus de vorming van het tongopneemkanaal mogelijk maakt. Bovendien vermijdt het tongopneemkanaal met de uitsparing volgens de onderhavige uitvinding niet alleen het onaantrekkelijk uit-25 steken van het tongdeel door een opening, maar vermijdt ook het gevaar van letsel als gevolg van het uitsteken van het tongdeel buitenwaarts voorbij het buitenste banddeel.

De onderhavige uitvinding verzekert een althans nagenoeg spleetvrije overgang in de omtreksrichting van een 30 binnenste banddeel naar de ringvorm van de door de klemband gevormde klemconstructie voor een klemconstructie met een klemband met open einden die mechanisch kunnen worden verbonden door buitenwaarts uitstekende haken in het binnenste banddeel die werkzaam zijn om te grijpen in overeenkomstige 35 openingen in een buitenste banddeel bij samentrekking van een zogenaamd "Oe-tiker" oor. Hiertoe verschaft de onderhavige uitvinding een tongvormige verlengstuk aan het vrije eind van het binnenste banddeel dat werkzaam is om te grijpen in een tongopneemmiddel in de overeenkomstige zone van het buitenste 40 banddeel. In een uitvoeringsvorm is een ophanghaak aangebracht .8801222 % -4 - die kan uitsteken door een overeenkomstige opening en die werkzaam is voor het geleiden van het binnenste en buitenste banddeel ten opzichte van elkaar tijdens de aanvankelijke samentrekking van het oor, terwijl verder tenminste één steun-5 haak is aangebracht met een krachtaangrijp-aanligoppervlak dat werkzaam is voor het opnemen van de door samentrekking van het oor veroorzaakte omtrekskrachten.

Het tongvormige deel kan in dwarsdoorsnede plat zijn maar ook gebogen, bijvoorbeeld concaaf of bij voorkeur 10 convex gebogen zijn, zodat de op het te bevestigen voorwerp aangrijpende krachten worden geconcentreerd op de meer of minder puntvormige buiteneindzones van het gebogen gedeelte van het tongvormige deel, waardoor de druk wordt vergroot in de contactzone van het tongvormige deel met het te bevestigen 15 voorwerp dat dus met grotere kracht wordt geklemd binnen deze zone tegen het betrekkelijk vaste deel, zoals een nippel of dergelijke.

De onderhavige uitvinding maakt het dus mogelijk een cirkel in diameter te verkleinen zonder afwijkingen van 20 de cirkelvorm van de klem en zonder overgangsstappen of -spleten die lekkage veroorzaken, speciaal bij betrekkelijk harde kunststofslangen of bij zeer dunwandige harde of zachte slangmaterialen, doch vermijdt de noodzaak van axiale plaatsing van de klem, hetgeen een belangrijke vooruitgang op 25 het gebied van de klemtechniek betekent.

In het bijzonder wanneer het voor de klemconstructie toegepaste bandmateriaal betrekkelijk dun is, kan het binnenste banddeel zijn voorzien van ten minste een zich in de omtreksrichting uitstrekkende, convex gevormde verhoging 30 binnen de zone onder de opening van het oor, ten einde te worden aangegrepen door de hoekvormige overgangen tussen de band en de naar buiten uitstekende benen van het "Oetiker" oor tijdens de samentrekking daarvan. De hoekvormige overgangen lopen op de verhoging tijdens de samentrekking van het 35 oor, waardoor het binnenste banddeel onder de opening van het oor sterker tegen het slangmateriaal wordt gedrukt, waardoor het uitknikken van betrekkelijk dun bandmateriaal tot in de spleet onder het oor wordt vermeden.

De klemband kan een laddervormige band zijn volgens 40 het Amerikaanse octrooischrift 2.847.742 voor het verkrijgen .8801222 -5 - y van verschillende diameters van de klemconstructie. Ten einde een tongopneemmiddel voor de tongvormige delen aan de vrije einden van het rugvormige klemdeel te verkrijgen, is het alleen noodzakelijk de dunne lijfdelen uit te buigen, ten 5 einde in feite een tongopneemkanaal te vormen dat de relatief smalle tongvormige verlengstukken kan opnemen, waarmede wederom een spleetvrije overgang in de omtreksrichting is gewaarborgd.

De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de 10 hand van de tekening, die verschillende uitvoeringsvoorbeelden van de uitvinding weergeeft.

Fig. 1 is een zijaanzicht van een uitvoering van een klemconstructie van het open type met een mechanische verbinding en met middelen die een althans nagenoeg spleetvrije 15 overgang verzekeren van het vrije eind van het binnenste band-deel met een overlapping van de opening onder het oor naar de ringvorra van de klemconstructie die is bepaald door de band daarvan.

Fig. 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn ÏI-II

20 in fig. 1.

Fig. 3 is een perspectivisch aanzicht van de klemconstructie van fig. 1 in de open stand.

Fig. 4 is een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een eind van een laddervormige klemband waarin een tong-25 opneemkanaal is gevormd door de banddelen daarvan uit te buigen.

Fig. 5 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn V-V in fig. 4.

Fig. 6 is een perspectivisch aanzicht van een ge-30 wijzigde uitvoering van de klemconstructie volgens de uitvinding, waarmede aanzienlijke diametervariaties mogelijk zijn.

Fig. 7 is een perspectivisch aanzicht en toont een klemconstructie van fig. 6 in de gesloten stand.

35 Fig. 8 is een perspectivisch aanzicht en toont een klemconstructie die enigszins overeenkomt met de klemconstruc-ties van fig. 6 en 7, doch is voorzien van korte bandsecties die de overblijvende zijdelen vah het bandmateriaal met de bodem van de kanaalvormige uitsparing verbinden.

40 Fig. 9 is een gedeeltelijk bovenaanzicht volgens de . 8 8 0 1 : -6 - 'η lijn IX-IX in fig. 8.

Fig. 10 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn X-X

in fig. 9.

Fig. 11 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn XI-XI

5 in fig. 9.

Thans verwijzend naar de tekening, waarin gelijke verwijzingscijfers in de verschillende figuren zijn gebruikt om gelijke onderdelen aan te duiden, en meer in het bijzonder naar de figuren 1-3 daarvan, duidt het verwijzingscijfer 60 10 in fig. 1 in zijn geheel een klemconstructie aan, die is voorzien van een platte klemband 11 van plaatmetaal of staalstrip-materiaal met een buitenste einddeel 11a en een binnenste einddeel 11b, die elkaar overlappen. Bovendien heeft de klemconstructie 60 aangrenzend aan het buitenste einddeel 11a een 15 typisch'"Oetiker" oor, dat in zijn geheel is aangeduid door het verwijzingscijfer 13 en dat is voorzien van in hoofdzaak naar buiten stekende beendelen 14 en 15 die zijn verbonden door een brugdeel 16. De overlappende binnenste en buitenste banddelen zijn bedoeld om met elkaar verbonden te worden door 20 een mechanische verbinding die in zijn geheel is aangegeven met het verwijzingscijfer 20 en die is voorzien van naar buiten stekende haken 31 en 32 in het binnenste banddeel 11b die kunnen grijpen in verschillende openingen 35 die zijn aangebracht in het buitenste banddeel 11a. De haak 31 heeft 25 de vorm van een meer of minder rechthoekige lip die is gebogen uit het bandmateriaal volgens een aanvankelijk ongeveer ü-vormige snede die de lip vormt, terwijl de haken 32 koud-vervormde haken zijn ten einde een bevredigend vast-houdvermogen van de klem te waarborgen.

30 Een kanaalvormige uitsparing 63 is aangebracht met een diepte, breedte en lengte die voldoende zijn voor het opnemen van een tongvormig verlengstuk 61 aan het vrije eind van het binnenste banddeel 11b. De kanaalvormige uitsparing 63 is gevormd door een uitgeperst bodemdeel in de middenzone 35 van de band 11, dat is gevormd door zich in hoofdzaak in de omtreksrichting uitstrekkende sneden 64 (fig. 2 en 3) die in de dwarsrichting op afstand liggen en aan beide zijden zich in de langsrichting uitstrekkende banddelen 11 1 aan beide zijden van het bodemdeel 63 overlaten. Zoals in het bijzonder 40 is te zien in fig. 3, beginnen de sneden 64 in het buitenste .8801222 -7 - t 5 banddeel 11a binnen de zone en bij voorkeur slechts kort voor het stapvormige deel 67 en lopen ze zonder onderbreking door tot het tweede stapvormige deel 65. Ten gevolge van de twee stapvormige delen 67 en 65 kan de bodem 63 worden uitgeperst 5 ten opzichte van het bandmateriaal, doordat de uitgeperste bodem 63 de stap 67 niet volgt maar in plaats daarvan langs dezelfde diameter of zelfs met een iets grotere diameter dan het buitenste banddeel 11a voortgaat tot de tweede stap 65.

De volle breedte van het buitenste banddeel 11a is aldus weer 10 aanwezig na de stap 67 ten einde een radiaal buitenwaartse beweging van het tongvormige verlengstuk te verhinderen.

Indien het laddervormige bandmateriaal voor de klem-band 71 betrekkelijk dun is, dan is het niet noodzakelijk een langwerpig tongopneemmiddel te vormen, daar het tongvormige 15 verlengstuk 77, zoals is afgebeeld in de fig. 4 en 5, de band-delen 74 in de klemband 71 zal buigen voor het verschaffen van een kanaalvormige uitsparing voor het opnemen van het tongvormige verlengstuk 77.

In de uitvoering volgens fig. 6 is een aantal 20 openingen 35 in het buitenste banddeel 11a aangebracht, dat aanzienlijk groter is dan het aantal haken, bijvoorbeeld eén ophanghaak 31 en twee steunhaken 32, ten einde de realisatie van klemconstructies met verschillende diameters mogelijk te maken. Het tongvormige verlengstuk 61 evenals de kanaalvormige 25 tongopneemuitsparing 63 moeten overeenkomstig worden verlengd voor het verschaffen van een althans nagenoeg spleetvrije overgang voor elke diameter van de klemconstructie, die daarmede te realiseren is.

Fig. 7 toont de klemconstructie van fig. 6 in de 30 verbonden stand.

Fig. 8 toont een soortgelijke klemconstructie als de klemconstructie van fig. 6, doch deze is voorzien van meerdere onderbroken langssneden 68 waartussen betrekkelijk korte baansecties 69 overblijven die de overige zijdelen 11' 35 van de klemband 11 verbinden met het tongopneemkanaal 63.

De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening weergegeven en in het voorgaande beschreven uitvoeringsvormen, die op verschillende wijzen binnen het kader van de uitvinding kunnen worden gevarieerd.

. 880 1222

Claims (9)

1. Klemconstructie, die is voorzien van klemband-middelen met open einden, middelen die mechanisch de open einden van de bandmiddelen met inbegrip van daar buiten stekende haken in een binnenste banddeel, die kunnen grijpen 5 in overeenkomstige openingen in een buitenste banddeel, en ten minste êên middel in de klemconstructie voor het vastzetten van de klembandmiddelen om een te bevestigen voorwerp, gekenmerkt door een tong aan het vrije eind van het binnenste banddeel, die kan grijpen in een tongopneemmiddel 10 dat is aangebracht ten minste binnen het gebied van een buitenwaarts verlopend stapvormig deel in het buitenste banddeel ten einde een althans nagenoeg spleetvrije en staploze overgang in de omtreksrichting te verzekeren van het binnenste banddeel naar de door de band bepaalde ringvorm van de klem-15 constructie, wanneer de klemconstructie wordt vastgezet door de vastzetmiddelen, waarbij het tongopneemmiddel is gevormd door een kanaalvormige uitsparing in de middenzone van het buitenste banddeel terwijl aan de betreffende zijden van de uitsparing zijwaartse buitenste banddelen overblijven, welke 20 uitsparing in de omtreksrichting verloopt van een stapvormig deel in de middenzone naar het eerstgenoemde stapvormige deel dat meer nabij het vrije eind van het buitenste banddeel is gelegen, ten einde de zijdelingse buitenste banddelen naar de hoogte van de kanaalvormige uitsparing te laten overgaan.

2. Klemconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de eerstgenoemde stap het buitenste banddeel ten opzichte van de binnen de overlapping door het buitenste banddeel gevormde ringvorm verplaatst over een radiale afstand die ongeveer gelijk is aan de dikte van 30 het bandmateriaal.

3. Klemconstructie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het tongvormige verlengstuk in dwarsdoorsnede plat is.

4. Klemconstructie volgens conclusie 1 of 2, met 35 h e t kenmerk, dat het tongvormige verlengstuk in dwarsdoorsnede in hoofdzaak convex gebogen is.

5. Klemconstructie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het tongvormige verlengstuk in .8801222 J -9 - i dwarsdoorsnede in hoofdzaak concaaf gebogen is.

6. Klemconstructie volgens een der conclusies 1-5, met het kenmerk, dat het tongopneemmiddel een kanaalvormige uitsparing is met een voldoende diepte, breedte 5 en lengte om de tong op te nemen.

7. Klemconstructie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de kanaalvormige uitsparing is gevormd door een uitgeperst deel in het middengebied van de band en is begrensd door in dwarsrichting op afstand van 10 elkaar liggende, zich in de omtreksrichting uitstrekkende sneden.

8. Klemconstructie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de sneden onderbroken zijn en daartussen delen zijn overgebleven die de rest van de band f- 15 met het uitgedrukte deel verbinden.

9. Klemconstructie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de sneden beginnen in de zone van een stapvormig deel in de band en eindigen in de zone van een ander stapvormig deel van de uitsparing, waarbij het uitge- 20 drukte deel van de uitsparing het eerstgenoemde stapvormige deel niet volgt. .8801222