NL7903046A - Slangklem met inzetstuk. - Google Patents

Slangklem met inzetstuk. Download PDF

Info

Publication number
NL7903046A
NL7903046A NL7903046A NL7903046A NL7903046A NL 7903046 A NL7903046 A NL 7903046A NL 7903046 A NL7903046 A NL 7903046A NL 7903046 A NL7903046 A NL 7903046A NL 7903046 A NL7903046 A NL 7903046A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
insert
ear
insert according
clamp
shaped
Prior art date
Application number
NL7903046A
Other languages
English (en)
Other versions
NL186977B (nl
NL186977C (nl
Original Assignee
Oetiker Hans
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Oetiker Hans filed Critical Oetiker Hans
Publication of NL7903046A publication Critical patent/NL7903046A/nl
Publication of NL186977B publication Critical patent/NL186977B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL186977C publication Critical patent/NL186977C/nl

Links

Classifications

    • FMECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
    • F16ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16LPIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
    • F16L33/00Arrangements for connecting hoses to rigid members; Rigid hose connectors, i.e. single members engaging both hoses
    • F16L33/02Hose-clips
    • F16L33/025Hose-clips tightened by deforming radially extending loops or folds
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/14Bale and package ties, hose clamps
    • Y10T24/1457Metal bands
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10TTECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER US CLASSIFICATION
    • Y10T24/00Buckles, buttons, clasps, etc.
    • Y10T24/14Bale and package ties, hose clamps
    • Y10T24/1457Metal bands
    • Y10T24/1478Circumferentially swagged band clamp

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • General Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Joints That Cut Off Fluids, And Hose Joints (AREA)
  • Clamps And Clips (AREA)

Description

. ·» N/29. O27-Jb-tM/f.
Hans Oetiker, Horgen, Zwitserland.
Slangklem met inzetstuk.
De onderhavige uitvinding heeft betrekkiig op een inzetstuk voor een slangklem en op het samenstel van een slangklem en een dergelijk inzetstuk.
Slangklemmen van het type met êên of 5 meer vervormbare oren, elk bestaande uit twee in het alge meen buitenwaarts uitstekende benen, die met elkaar zijn verbonden door een zich in het algemeen in de omtreksrich-ting uitstrekkend verbindingsdeel worden vaak aangeduid als zogenaamde "Oetiker" klemmen vanwege deze bijzondere 10 oorvorm en zijn bekend, bijvoorbeeld uit de Amerikaanse octrooischriften 2.614.304 en 3.082.498.
Om te verzekeren dat deze klemmen de slangen onder alle omstandigheden dicht op de nippels houden zonder gevaar van lekkage, die zou kunnen optreden 15 omdat het slangmateriaal radiaal naar buiten wordt gedrukt in de opening onder het oor zijn reeds verschillende voorstellen gedaan zoals de toepassing van een inzetdraad (Zwitsers octrooischrift 401.611), de toepassing van een inzetstuk met een binnenwaarts uitstekende omtreksgroef 20 (Amerikaans octrooischrift 3.303.669) en brugdelen, die kunnen worden geklemd op de klem om de opening onder het oor te overbruggen (Amerikaans octrooischrift 3.789.463).
Deze eerdere voorstellen bleken zeer bevredigend onder de meeste werkomstandigheden maar hadden bepaalde beperkingen 25 wat betreft het type en/of de dikte van het materiaal, dat daarvoor gebruikt kan worden.
Het is bekend, dat natuurrubber en soortgelijke rubberachtige materialen bij slangen het voordeel hebben, dat ze buitengewoon elastisch zijn en 30 daarom gemakkelijk kunnen worden vastgeklemd op een nip pel, daar ze tengevolge van hun eigen elasticiteit op alle open plaatsen gemakkelijk kunnen worden vervormd; natuur- 7903046 * Λ 2 rubber kan echter in vele gevallen niet worden toegepast omdat het niet bestand is tegen de te vervoeren vloeistof, zoals olie, zuren e.d. en/of omdat het niet bestand is tegen hitte. Derhalve worden kunststoffen steeds meer toege-5 past omdat ze buitengewoon goede eigenschappen hebben, zoals ongevoeligheid voor een groot aantal produkten, die rubber aantasten, en een hoge weerstand tegen warmte over een breed temperatuursgebied van bijvoorbeeld - 40°C tot + 100°C zonder verandering in hun Shore hardheid.
10 Hoewel deze kunststoffen dus belangrijke voordelen in de bovengenoemde opzichten bieden, hebben ze het nadeel, dat vaak bepaalde moeilijkheden optreden bij pogingen om ze te bevestigen op nippels zonder gevaar van lekkage, speciaal bij hogere drukken.
15 Daarbij komt de steeds aanwezige wens om materialen voor de klemmen en speciaal ook voor inzet-stukken te kunnen toepassen, die een kostenverlaging mogelijk maken. Een vermindering van de dikte van het materiaal, dat kan worden gebruikt voor ringvormige inzetstuk-20 ken blijft'dus een zeer wenselijk doel. Hoe dunner het materiaal voor het inzetstuk, hoe groter het probleem om te verhinderen, dat het wordt verplaatst of gedrukt in de opening onder het oor, wanneer dit,laatste wordt vervormd om de klem vast te zetten en aldus .ondichtheid te voorko-25 men op die plaatsen, waar een meer of minder nauwe spleet zich kan vormen tussen de nippel en de slang. In dit verband is absolute dichtheid een strikte eis bij talrijke toepassingen zoals bijvoorbeeld bij benzineleidingen voor voertuigmotoren met inwendige verbranding.
30 De onderhavige uitvinding beoogt de bovengenoemde problemen en nadelen van de bekende stand van de techniek te vermijden en een inzetstuk te verschaffen, dat met zekerheid lekkage in de zone onder het oor verhindert, zelfs wanneer betrekkelijk dun bandmateriaal 35 wordt toegepast.
De hieraan ten grondslag liggende 7903046 • «f * 3 problemen worden volgens de onderhavige uitvinding opgelost doordat middelen worden verschaft in het ringvormige inzetstuk, die verhinderen, dat het inzetstukdeel, dat onder het oor ligt, buitenwaarts ontsnapt in de opening 5 binnen de zone van het oor tijdens de samentrekking van het oor, zodat daardoor lekkage binnen deze zone wordt voorkomen.
Volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding, speciaal bij toepassing van betrekkelijk 10 dun bandmateriaal voor het ringvormige inzetstuk, is het inzetstuk voorzien van tenminste één buitenwaarts uitstekende indrukking, die zich in het algemeen in de omtreks-richting uitstrekt en stevig naar binnen kan worden gedrukt bij plaatsing onder de opening van een oor door 15 de hoeken, die de overgangen vormen van het oor naar het banddeel van de slangklem tijdens de vervorming van het oor bij het naar elkaar toedrukken van de hoeken. Als het oor is voorzien van een binnenwaarts uitstekende ver-sterkingsgroef, die zich uitstrekt in de omtreksrichting 20 binnen het verbindingsdeel daarvan, kan het geschikt zijn twee axiaal op afstand van elkaar liggende indrukkingen te verschaffen, die aan weerszijden liggen van het vlak, dat de versterkingsgroef bevat, zodat elke hinder tussen de binnenwaarts uitstekende versterkingsgroef van het oor 25 en de buitenwaarts uitstekende indrukking van de inzetring wordt verhinderd. De indrukking of de indrukkingen hebben in de omtreksrichting bij voorkeur een lengte, die past bij de breedte van de omtreksopening in het oor, wanneer het oor in de niet-samengetrokken toestand is, en die 30 bij voorkeur niet de breedte van deze omtreksopening overschrijdt, maar iets korter is om een zelfcentrerende werking voor de indrukking ten opzichte van het oor en daarmede voor het inzetstuk ten opzichte van de slangklem te verkrijgen. Bovendien liggen de indrukking of indrukkingen 35 bij voorkeur asymmetrisch ten opzichte van het midden van de inzetring, dus dichterbij één eind van de ring dan het 7903045 « ^ 4 andere, zodat de zone van de mechanische verbinding van de klem, zoals beschreven is in het Amerikaanse octrooi-schrift 3.286.314 bedekt is om een volledige dichtheid ook binnen deze zone te verzekeren.
5 In een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan het als open. ring uitgevoerde inzetstuk zo zijn uitgevoerd, dat ëën eind is voorzien van twee benen, waartussen een langwerpige opening is gevormd, waarin de tong, die zich in de omtreksrichting van 10 het andere eind van de ring uitstrekt, kan schuiven tij dens het vastzetten van de klem door de samentrekking van het oor. Deze uitvoering biedt het voordeel van een ringvormig inzetstuk, dat een praktisch perfekte cirkelvorm kan behouden tijdens het vastzetten van de klem. Het 15 inzetstuk kan daardoor worden voorzien van een centraal gelegen binnenwaarts uitstekende indeuking, die zich uitstrekt vanaf het binneneind van de opening over de gehele omtrek van de ring met inbegrip van de tong. Binnen de zone van de.langwerpige opening kunnen bovendien soortgelijke 20 binnenwaarts uitstekende indeukingen worden aangebracht in elk been en zich tenminste over een deel van het been uitstrekken tot een punt voorbij het binneneind van de opening. Tenslotte kunnen de buiteneinden van de benen met elkaar zijn verbonden door een strook, waarvan de vorm 25 complementair is aan de dwarsdoorsnede van de tong, waar- ·, door het uitspreiden van de benen met zekerheid wordt vermeden .
Bij weer een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding bestaat het ringvormig in-30 zetstuk niet langer uit betrekkelijk dun bandmateriaal maar is het gemaakt uit draad met een massieve dwarsdoorsnede, bijvoorbeeld een cirkelvormige, ovale, vierkante, rechthoekige of soortgelijke dwarsdoorsnede. Door een deel van het ringmateriaal radiaal buitenwaarts te ver-35 plaatsen binnen een voorafbepaalde zone, bijvoorbeeld door het ringvormige inzetstuk met cirkelvormige dwarsdoorsnede 7903046 0 » 5 te pletten binnen een beperkte zone met toepassing van gebruikelijke technieken voor koude vervorming/ kan een segmentvormige uitwendige vorm van de inzetring worden verkregen binnen deze zone, die hetzelfde doel vervult als 5 de indrukking van de eerstgenoemde uitvoeringsvorm.
Bij nog een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding zijn buitenwaarts uitstekende puntvormige of knopvormige uitsteeksels door koude vervorming aangebracht in de inzetring op een afstand van elkaar in 10 de omtreksrichting, welke afstand ongeveer gelijk aan maar weer bij voorkeur iets kleiner is dan de opening onder het niet-samengetrokken oor, zodat het inzetstuk naar binnen wordt geperst door aanraking van de hoeken, die de over-gangen vormen van het oor in het banddeel met deze uit-15 steeksels, wanneer het oor wordt vervormd doordat de hoeken naar elkaar toe worden gedrukt.
Bij weer een andere uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding kan het ringvormige inzetstuk zijn voorzien van meerdere openingen,die op afstand van 20 elkaar in de omtreksrichting zijn aangebracht, zodat bij het vastzetten van de klem het slangmateriaal in deze openings wordt geperst en daardoor het inzetstuk tegen relatieve beweging ten opzichte van het slangmateriaal verankert. Het inzetstuk kan zijn vervaardigd uit elk geschikt 25 buigbaar materiaal, zoals kunststof, plaatmetaal, koolstof-., staal of roestvrij staal e.d. en kan de vorm hebben van een halve maan of bandmateriaal met geschikte dikte. Deze uitvoering verhindert ook, dat het inzetstuk naar buiten in het oor wordt gedrukt, speciaal als dun materiaal wordt 30 toegepast voor het inzetstuk.
Om axiale beweging tussen het inzetstuk en de klem te verhinderen worden verschillende uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding voorgesteld. Bij êën uitvoeringsvorm volgens de uitvinding is het inzetstuk 35 wijder gemaakt dan de klem en zijn zijn zijdelen naar buiten gebogen volgens een hoek met de axiale richting. Anders 7903046 6 « kan de klem, als het inzetstuk minder breed is dan de klem, zijn voorzien van binnenwaarts uitstekende puntvormige of knopvormige uitsteeksels, die zijn vervaardigd door koude vervorming en die op een zodanige afstand in 5 de axiale richting zijn geplaatst, dat het inzetstuk daar tussen kan worden opgenomen en vastgehouden.
Derhalve is het doel van de onderhavige uitvinding het verschaffen van een ringvormig inzetstuk en een samenstel van dit inzetstuk met een slangklem, 10 waarbij met eenvoudige'middelen de bovengenoemde tekort komingen en nadelen van de bekende stand van de techniek zijn vermeden.
Een ander doel van de onderhavige uitvinding bestaat in een inzetstuk en een samenstel van het in-15 zetstuk met een slangklem, waarbij op betrouwbare wijze elke lekkage is uitgeschakeld, zelfs bij toepassing van betrekkelijk hard kunststof slangmateriaal en/of dun inzet-ringmateriaal.
Een verder doel van de uitvinding be-20 staat in een inzetring en een samenstel van de inzetring en een slangklem, die kunnen worden vervaardigd op betrekkelijk goedkope wijze met eenvoudige middelendtoepassing van betrekkelijk goedkope materialen.
Weer een verder doel van de onderhavige 25 uitvinding bestaat in een ringvormig inzetstuk en een sa menstel van het inzetstuk en een slangklem, die alle bovengenoemde doelen op bevredigende wijze vervullen, maar 'beschadiging van het slangmateriaal in de geïnstalleerde vastgeklemde toestand uitsluiten en betrekkelijk hoge 30 drukken kunnen weerstaan.
De&e en. ahdere doelen, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden uit de volgende beschrijving aan de hand van de bijgaande tekening, die alleen voor illustratiedoeleinden 35 verschillende uitvoeringsvormen volgens de onderhavige uitvinding toont en waarin: 7903045 ^ » 7 fig.la is een perspectivisch aanzicht van een typische bekende slangklem van het zogenaamde "Oetiker" type, fig. 1b is een perspectivisch aanzicht 5 van een typisch ringvormig inzetstuk, zoals wordt toegepast in de bekende stand van de techniek, fig. 2 is een axiaal zijaanzicht van de slangklem en de inzetring van fig. la en 1b in de samengestelde toestand, waarbij het oor nog niet is samenge-10 trokken, fig. 3 is een dwarsdoorsnede overeenkomstig fig. 2 en toont de verschillende bekende onderdelen in de geïnstalleerde toestand, wanneer voor het vastklemmen van de slang op een nippel het oor van de klem is 15 samengetrokken door plastische vervorming van het oor, fig. 4 is een met fig. 3 overeenkomend aanzicht en toont op grotere schaal details van de verschillende onderdelen in de geïnstalleerde toestand van het samenstel, waarbij het oor van de klem is samenge- 20 trokken, fig. 5 is een perspectivisch aanzicht van een ringvormig inzetstuk uit betrekkelijk dun bandmateriaal, dat is voorzien van een indrukking volgens de onderhavige uitvinding, 25 fig. 6 is een dwarsdoorsnede op grotere, schaal volgens de lijn VI-VI van fig. 5, fig. 7 is een gedeeltelijk zijaanzicht, gedeeltelijk dwarsdoorsnede en op grotere schaal, van een ringvormig inzetstuk volgens de onderhavige uitvinding bij 30 toepassing met een slangklem van het in fig. la afgeheelde type, waarbij de geleidelijke verplaatsing van de onderdelen tijdens het sluiten van het oor is afgebeeld, fig. 8 is een met fig. 6 overeenkomende dwarsdoorsnede en toont een gewijzigde uitvoeringsvorm 35 van een inzetstuk volgens de onderhavige uitvinding, fig. 9 is een perspectivisch aanzicht 7903046 * v ^ 8 van een gewijzigde uitvoering van een ringvormig inzet-stuk volgens de onderhavige uitvinding, dat een bijna perfekte cirkelvorm van de inzetring onder alle omstandigheden verzekert, 5 fig. 10 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn X-X van fig. 9, fig. 11 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn XI-XI van fig. 9, fig. 12 is een dwarsdoorsnede volgens 10 de lijn XII-XII van fig. 9, fig. 13 is een gedeeltelijk perspectivisch aanzicht van een gewijzigde uitvoeringsvorm van het inzetstuk van fig. 9, fig. 14 is een dwarsdoorsnede volgens 15 de lijn XIV-XIV van fig. 13, fig. 15 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn XV-XV van fig. 13, fig. 16 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn XVI-XVÏ van fig. 13, 20 fig. 17 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn XVII-XVII van fig. 13, fig. 18 is een perspectivisch aanzicht van een gewijzigde slangklem met vasthoudmiddelen volgens de onderhavige uitvinding voor het inzetstuk, 25 fig. 19 is een dwarsdoorsnede op grotere schaal volgens de lijn XIX-XIX van fig. 18, fig. 20 is een perspectivisch aanzicht van een ringvormig inzetstuk volgens de onderhavige uitvinding voor toepassing bij de slangklem van fig. 18, 30 fig. 21 is een perspectivisch aan zicht van een gewijzigd ringvormig inzetstuk voor toepassing bij de slangklem van fig. 18, fig. 22 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn XXII-XXII van fig. 21, 35 fig. 23 is een gedeeltelijk perspec tivisch aanzicht en toont een gewijzigde slangklem oorcon- 7903046 9 r- 4 structie volgens de onderhavige uitvinding, die dient om schade aan het slangmateriaal te voorkomen als een nauwere inzetring wordt toegepast, fig. 24 is een perspectivisch aan-5 zicht van weer een verdere gewijzigde uitvoeringsvorm van een slangklem met één oor voor toepassing bij de onderhavige uitvinding, fig. 25 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn XXV-XXV van fig. 24 en toont de slangklem en het 10 ringvormige inzetstuk volgens de onderhavige uitvinding, fig. 26 is een axiaal zijaanzicht van het ringvormige inzetstuk, dat wordt toegepast bij de slangklem van fig. 24 en 25, fig. 27 is een bovenaanzicht van weer 15 een verder gewijzigde uitvoeringsvorm van een ringvormig inzetstuk, dat is plat geslagen in het vlak van de tekening en is voorzien van verankeringsopeningen volgens de onderhavige uitvinding, fig. 28 is een dwarsdoorsnede en toont 20 het samenstel van een slangklem en een inzetstuk van fig.
27 in combinatie met een op een nippel gemonteerde slang, waarbij de verschillende onderdelen ervan zijn afgebeeld in de geïnstalleerde toestand voordat de slang op de nippel wordt vastgezet door samentrekking van het oor.
25 Thans verwijzend naar de tekening, waarin dezelfde verwijzingscijfers in de verschillende figuren worden toegepast om gelijke onderdelen aan te geven, en meer in het bijzonder naar fig. la, 1b en 2 geeft het verwijzingscijfer 10 in het algemeen daarin een typische 30 zogenaamde "Oetiker" klem met ëén oor aan, welke klem bestaat uit een plat banddeel 11 en een oor, dat in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 12 en is gevormd door twee in het algemeen buitenwaarts uitstekende benen 12a en 12b, die onderling zijn verbonden door een 35 verbindingsdeel 12c. Een versterkingsgroef 13, die zich in de omtreksrichting uitstrekt, is aangebracht in het ver- 7903046 10 bindingsdeel 12c.
De volgens de bekende stand van de techniek uitgevoerde inzetring van fig. lb, die in het algemeen is aangegeven door het verwijzingscijfer 20, bestaat uit 5 een ringdeel 21, dat is vervaardigd uit plat bandmateriaal. Om het platte banddeel 21 axiaal op zijn plaats te houden in de voorafgemonteerde toestand (fig. 2), zijn omhoog gebogen zijdelen 22a en 22b aangebracht. ,Hoewel de inzetring van fig. lb vrij bevredigend is gebleken bij toepassing 10 van geschikt materiaal, bijvoorbeeld bij bandmateriaal met een dikte van 0,50 mm, treden problemen op bij de toepassing van dunner bandmateriaal, bijvoorbeeld met een dikte van ongeveer 0,25 mm, omdat het deel van de inzetring, dat dan onder het oor 12 van de slangklem 10 ligt, waar- t 15 schijnlijk in de opening 15 onder het oor 12 wordt uitge- perst, zoals in fig. 3 en 4 is afgeheeld, wanneer dit laatste door vervorming wordt samengetrokken. Als de inzetring 20 naar buiten wordt geperst met zijn deel 20a door de opening 15 in het oor, zal de op een nippel 18 gemon-20 teerde slang 17 min of meer de verplaatsing van de inzetring 20 - althans enigszins - volgen zoals is aangegeven bij 18a (fig. 4), waardoor ter plaatse van de schematisch aangegeven zone 19 lekkage wordt veroorzaakt.
Om deze tekortkoming van de bekende 25 stand van de techniek te vermijden is het ringvormige inzet stuk volgens de onderhavige uitvinding, zoals in fig. 5 is afgeheeld, waar het weer in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 20, voorzien van een buitenwaarts uitstekende indrukking 25, die een zodanige lengte in de 30 omtreksrichting heeft als ongeveer overeenkomt met de opening onder een oor in de niet-samengetrokken toestand van dit laatste. Zoals boven werd vermeld, is de lengte van de indrukking 25 in de omtreksrichting echter bij voorkeur kleiner dan de opening in het niet-samengetrokken 35 oor, zodat een zekere zelfcentrering van het inzetstuk ten opzichte van de klem wordt verkregen. De indrukking 25 7903046 11 moet dus bij voorkeur zodanig zijn, dat de hoeken 14 (fig.
1 en 7), die de overgangen vormen van de buitenwaarts uitstekende poten 12a en 12b naar het omtreksbanddeel 11, op de indrukking 25 lopen, wanneer het oor wordt gevormd 5 om de klem vast te zetten door het naar elkaar toedrukken van de hoeken 14, waarbij de hoeken niet alleen verhinderen, dat de inzetring 20 naar buiten in de opening 15 wordt gedrukt, maar feitelijk de inzetring 20 naar binnen drukken en daardoor het verkrijgen van een vloeistofdichte 10 verbinding zelfs bij betrekkelijk hoge drukken bevorderen. Fig. 7 toont de voortgang tijdens het sluiten van het oor 12, waarbij een tussenstand is afgebeeld in streepjeslijnen en de vorm van het oor in zijn gesloten stand bij benadering is afgebeeld met streepstippellijnen. üit 15 fig. 7 is gemakkelijk te zien, dat de hoeken 14 een radiaal binnenwaarts gerichte druk uitoefenen op de indrukking 25 en daardoor de inzetring 20 tegen de slang (niet afgebeeld) en daarmede deze laatste tegen de nippel (niet afgelS&T.·
Om een relatief axiale beweging tussen de 20 inzetring 20 en de slangklem 10 te verhinderen, kan de inzetring evenals de inzetring van fig. 5 en 5a van het Amerikaanse octrooischrift 3.303.669 breder in de axiale richting worden gemaakt dan de slangklem 10. Het is niet nodig de zijdelen 22a en 22b (fig. 6) rechthoekig om te 25 buigen, maar voldoende is deze te buigen met een hoek van bijvoorbeeld ongeveer 30 tot ongeveer 60° om dezelfde resultaten te bereiken. Bij voorkeur is de indrukking 25 asymmetrisch in de band geplaatst, dus dichter bij het éne eind van de band dan het andere, waardoor een zodanige 30 stand van de inzetring 20 ten opzichte van de klem 10 wordt verzekerd, dat de mechanische verbinding, die normaal tegenover het oor van een klem met één oor ligt, en de door de overlapping van de twee bandeinden van de klem cpvormde stap worden bedekt door een deel van de in-35 zetting.
Fig. 8 toont een gewijzigde uitvoerings- * 7903046 12 vorm van de in fig. 5 afgeheelde inzetring, waarbij inplaats van een centraal aangebrachte indrukking 25 twee in-drukkingen 25a en 25b zijn aangebracht aan weerszijden van het middenvlak 26 op zodanige wijze, dat elke mogelijke 5 hinder met de versterkingsgroef 13 in het verbindingsdeel 12c van het oor 12 van de slangklem wordt vermeden. Bij voorkeur liggen de indrukkingen weer asymmetrisch in de inzetring.
De uitvoeringsvorm van fig. 9 maakt 10 gebruik van een gwijzigd ringvormig inzetstuk,dat in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 30 en dat weer kan zijn gemaakt van betrekkelijk dun bandmateriaal en dat een praktisch perfekte cirkelvorm onder alle omstandigheden verzekert. De inzetring 30,die weer een plat band-15 deel 31 en omhoog gebogen zijdelen 32a en 32b heeft, is voor dat doel bij een eind ervan voorzien van twee benen 35a en 35b, waartussen een langwerpige opening 34 is gevormd,, Het tegenovergestelde eind van het inzetstuk 30 is voorzien van een zich in de omtreksrichting uitstrekkende 20 tong 37, die bij samentrekking van de slangklem kan glijden in de opening 34. In een bijzonder geschikte uitvoeringsvorm kan een binnenwaarts uitstekende indeuking 33 zijn aangebracht, die zich in de omtreksrichting in het banddeel 31 als voortzetting van de groefvormige dwars-25 doorsnede van de tong 37 uitstrekt van het binneneind daarvan naar het binneneind van de opening 34. De tong 37 heeft in wezen een soortgelijke dwarsdoorsnede (fig. 12) als de indeuking 33 (fig. 10). Verder zijn de benen 35a en 35b voorzien van binnenwaarts uitstekende versterkingsin-30 deukingen 36a en 36b, die zich uitstrekken in de benen van het punt bij het vrije eind daarvan tot in het bandmateriaal van de inzetring 30 voorbij het binneneind van de opening 34. Om een relatieve beweging tussen hetinzetstuk en de slangklem (niet afgebeeld) in de axiale richting te 35 verhinderen, kan het inzetstuk weer iets breder in de axiale richting zijn gemaakt dan de slangklem en kunnen de f 7903046 13 zijdelen 32a en 32b van het bandmateriaal 31 weer volgens een hoek zijn omgebogen. Fig. 11 en 12 tonen dat de diepte "h" van de indeukingen in de delen 31, 33, 37 en 36a, 36b, ongeveer overal hetzelfde is. De indeuking 33 en/of de 5 indeukingen 36a en 36b kunnen natuurlijk ook worden wegge laten, als het dunne bandmateriaal binnen deze zones niet versterkt behoeft te worden en als ze niet nodig zijn om een stevige klemverbinding te verzekeren.
In fig. 13, die een gewijzigde uitvoe-10 ringsvorm van het inzetstuk van fig. 9-12 toont, heeft het inzetstuk, dat in het algemeen is aangegeven met het ver-wijzingscijfer 40 weer een banddeel 41 van betrekkelijk dun bandmateriaal en omhoog gebogen zijdelen 42a en 42b.
De benen 45a en 45b waartussen de langwerpige opening 44 15 is gevormd, zijn in tegenstelling met de uitvoeringsvorm van fig. 9-12 onderling verbonden bij hun vrije eind door een strook 46. De strook heeft een zodanig ingedeukte vorm dat deze ten minste bij benadering complementair is aan de dwarsdoorsnedevorm van de tong 47, die dezelfde construc-20 tie heeft als de tong 37 in fig. 12. Tengevolge van de aan wezigheid van de strook 46 kunnen de versterkingsindeukin-gen 36a en 36b van fig. 9 worden weggelaten. Bovendien is het niet nodig de centraal gelegen zich in de omtreksrich-ting uitstrekkende indeuking 43 ver voorbij het eind van de •25 tong 47 te laten uitstrekken, maar het is mogelijk deze een korte afstand binnenwaarts daarvan te laten uitlopen. Zoals in fig. 14, 15 en 16 is afgebeeld, zijn de zijdelen 42a en 42b weer omhoog bewogen om een relatieve beweging in de axiale richting tussen de slangklem (niet afgebeeld) 30 en het inzetstuk 40 te verhinderen.
De uitvoeringsvorm van fig. 18 toont een typische "Oetiker" klem met twee oren, die in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 110 en twee tegenoverelkaar liggende oren 112 heeft, die gelijk zijn 35 aan het oor 12 in fig. 1-3. Als verschil met het banddeel 11 van fig. la en 2 is het banddeel 111 van fig. 18 en 19 7903046 « ·% 14 voorzien van een aantal in de omtreksrichting verdeelde paren axiaal op afstand van elkaar aangebrachte binnenwaarts, uitstekende puntvormige of knopvormige uitsteeksels 111', die bijvoorbeeld kunnen zijn vervaardigd door koude vervor-5 ming en die in de axiale richting op een afstand d (fig.
19) van elkaar zijn geplaatst, zodat een inzetstuk, dat in fig; 19 met streepstippellijnen is afgebeeld en is aangeduid met het verwijzingscijfer 120 op zijn plaats wordt gehouden tussen de knopvormige uitsteeksels 111' in het 10 banddeel 111.
Het ringvormige inzetstuk 120 (fig. 20) dat kan worden toegepast bij de klem met twee oren van fig. 18 heeft in het algemeen over het grootste deel van zijn omtrek een cirkelvorm en bezit twee delen 121 en 122 15 die radiaal buitenwaarts uitstekende, ongeveer segment vormige uitsteeksels vormen en die bijvoorbeeld zijn verkregen door buitenwaarts verplaatsing van het materiaal van de inzetring 120 met toepassing van gebruikelijke middelen. Door gebruikmaking van een geschikt pletgereed-20 schap kan dit bijvoorbeeld worden bereikt zonder de cir- kelvormige binnen'vorm van de inaetring 120 te beïnvloeden. Bovendien is de inzetring 120 open en voorzien van afgeplatte overlappende einddelen 120a en 120b.
Tijdens hetvastzetten van het samen-25 stel van de inzetring en de slangklem door vervorming van het oor 112 zullen de hoeken 114 van elk oor 112 lopen op de segmentvormige buitenwaarts uitstekende uitsteeksels 121 en 122 en daardoor veroorzaken, dat de inzetring 120 naar binnen wordt gedrukt, waardoor lekkage binnen de zo-30 nes van de opening onder de oren wordt verhinderd.
Fig.21 en 22 tonen een gewijzigde uitvoeringsvorm van een ringvormig inzetstuk, dat in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 130 en dat is vervaardigd uit plat materiaal met een breedte f, 35 die kleiner is dan de afstand d in fig. 19. Inplaats van de buitenwaartse materiaalverplaatsing van fig. 20 is het in- 7903046 15 zetstuk 130 echter voorzien van twee buitenwaarts uitstekende knopvormige uitsteeksels 131 binnen de zone van elk oor en deze uitsteeksels zijn op een zodanige afstand van elkaar in de omtreksrichting geplaatst, dat de hoeken 114 5 van het oor op deze uitsteeksels lopen tijdens de samentrekking van het oor en daardoor niet alleen het uitwijken van het inzetstuk in de opening onder het oor zullen verhinderen maar ook het inzetstuk 130 radiaal binnenwaarts zullen drukken om een dichte verbinding te bevorderen. De inzet-10 ring 130 is weer voorzien van elkaar overlappende einden 130a en 130b, die in de axiale richting zijn versmald. In plaats van de knopvormige uitsteeksels 131 kan ook een enkel cirkelvormig of ovaalvormig knopvormig uitsteeksel met geschikte afmeting worden aangebracht in het inzetstuk 15 130 binnen de zone van elk oor om te verhinderen, dat het materiaal van het inzetstuk naar buiten wordt geperst in de opening onder een oor tijdens de samentrekking van dit laatste.
Fig. 23 toont een gewijzigde slangklem, 20 die bijvoorbeeld wordt toegepast in de uitvoering van fig.18, die is voorzien van smalle insnijdingen of groeven 116 aan de hoek van elke overgang tussen een buitenwaarts uitstekend been 112a en 112b en het banddeel 111. Deze uitvoering vermindert het gevaar van beschadiging van de slang bij de 25 aanwezigheid van een inzetstuk, dat nauwer in breedte is dan de breedte van de klem tengevolge van mogelijke scherpe randen binnen deze zone.
Bovendien vergemakkelijken de insnijdingen of groeven 116 het buigen van het omtreksbanddeel van 30 de klem, zodat dit bijvoorbeeld geschiedt in fig. 14-17 om de slang te beschermen tegen beschadiging door de zijwaartse klemranden.
Fig. 24 toont een slangklem, die in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 210 en die 35 is voorzien van een in het algemeen met het verwijzingscijfer 212 aangegeven oor van het typische "Oetiker" type, dat 7903046 16 weer bestaat uit twee buitenwaarts uitstekende benen 212a en 212b/ die onderling zijn verbonden door een brugdeel 2120/ dat op zijn beurt is voorzien van een langsgroef 213. Terwijl de slangklemmen van fig.la en 18 bestonden 5 uit plat materiaal,, is de slangklem 210 van fig. 24 daarentegen in dwarsdoorsnede ongeveer V-vormig, waarbij de zijdelen 210' en 210'' daarvan radiaal binnenwaarts uitsteken volgens een hoek, zodat daarbinnen ten minste # een deel van het inzetstuk 220. kan worden opgenomen, dat 10 elke geschikte vorm kan hebben, bijvoorbeeld in dwars doorsnede cirkelvormig kan zijn, zoals in fig. 20 is af-gebeeld. Zoals duidelijk blijkt, zijn bij de gewijzigde vorm van de slangklem 210 geen andere middelen, zoals hierboven zijn beschreven, nodig om een relatieve axiale 15 beweging tussen het inzetstuk 220 en de slangklem 210 te verhinderen. De inzetring 220, die bijvoorbeeld van het in fig. 20 afgebeelde type kan zijn, is voorzien van slechts één, .-ongeveer segmentvormige buitenwaartse mate-riaalverplaatsing, die is aangegeven met het verwijzings-20 cijfer 221, daar de klem 210 van fig. 24 is voorzien, van slechts één oor. De inzetring 220 is weer voorzien van overlappende einden 220a en 220b, die voor dit doel op geschikte wijze in dikte verkleind zijn.
Fig. 27 en 28 tonen een ringvormig 25 inzetstuk, dat in het algemeen is aangegeven met het ver-·, wijzingscijfer 320 en dat in fig. 28 althans nagenoeg in de niet-gevouwen toestand is afgebeeld. De inzetring 320, die kan zijn vervaardigd uit elk geschikt buigbaar materiaal, zoals kunsthars of metallisch materiaal, is voor-30 zien van meerdere openingen 321, die op geschikte wijze in de omtreksrichting op afstand zijn geplaatst over die delen van de inzetring, die niet onder een oor van de slangklem komen te liggen.
Fig. 28 toont de inzetring 320 in com-35 binatie met een typische slangklem, die in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 310 en die is aan- 7903046 17 gebracht over een slang 317, die is gemonteerd op een nippel 318, zodat bij vastzetten van de klem 310 door samentrekking van het oor 312 het slangmateriaal in de ope-ningen 321 wordt geperst, zoals is aangegeven met de 5 streepstippellijnen bij 317', waardoor een relatieve bewe ging tussen het inzetstuk 320 en het slangmateriaal wordt verhinderd en waardoor ook een verplaatsing van het inzetstuk 320 in de opening onder het oor 312 bij het vastzetten van de slang 317 op de nippel 318 wordt verhinderd.
10 Hoewel het inzetstuk 320 van fig. 28 is afgebeeld met een wigvormige dwarsdoorsnede, kan het ook zijn gemaakt uit plat betrekkelijk dun bandmateriaal, mits zijn dikte in verhouding tot het slangmateriaal en de elasticiteit van dat laatste zodanig is, dat het slangmateriaal zichzelf 15 voldoende kan verankeren in de gaten 317.
Verder kan een indrukking, zoals in fig. 5 is afgebeeld, of een buitenwaarts uitstekend uitsteeksel of uitsteeksels, zoals in fig. 20 of 21 is afgebeeld, zijn aangebracht binnen de zone van het inzetstuk, 20 die komt te liggen over de mechanische verbinding van de vrije einden van de klem, wanneer deze laatste is uitgevoerd zoals in fig. 7 in het Amerikaanse octrooischrift 3.286.314. De indrukking en uitsteeksels, waarvan ook een enkele met ongeveer de vorm van een cirkel of ovaal vol-25 doende zou zijn, verzekeren een volkomen dichtheid ook binnen de zone van deze mechanische verbinding, zelfs bij betrekkelijk hoge drukken, daar elke indrukking of elk uitsteeksel de op de slang tijdens de samentrekking van een oor uitgeoefende binnenwaartse druk zal vergroten, 30 zelfs als een kleine stap aanwezig is in de klem binnen deze zone tengevolge van de overlapping van de vrije einden van de band, waaruit de klem is gemaakt.
Het blijkt dus, dat de onderhavige uitvinding een inzetstuk verschaft, dat op doelmatige wijze 35 op elke plaats lekkage uitsluit tengevolge van het feit, dat het inzetstuk met kracht binnenwaarts tegen de slang 7903046 18 * * wordt gedrukt in elke gevaarlijke zone, speciaal binnen de zone van de opening onder een oor, terwijl het oor wordt vervormd om de slangklem over de slang vast te klemmen en daardoor deze laatste op een nippel vast te zetten. 5 De uitvinding is niet beperkt tot de beschreven uitvoeringsvormen, die binnen het kader van de uitvinding gewijzigd kunnen worden.
7903046

Claims (40)

1. Als open ring uitgevoerd inzetstuk voor toepassing bij een slangklem van het type, dat is voorzien van een omtreksbanddeel en van ten minste één oor, dat buitenwaarts van het banddeel uitsteekt en kan worden 5 vervormd om de klem vast te klemmen om een te bevestigen voorwerp, met het. kenmerk, dat het inzetstuk is voorzien van middelen, die verhinderen, dat het deel van het inzetstuk onder het oor buitenwaarts in de opening binnen de zone van het oor uitwijkt tijdens de samentrek- 10 king van het oor, zodat lekkage binnen de zone van het oor wordt verhinderd.
2. Inzetstuk volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het inzetstuk is vervaardigd uit betrekkelijk dun bandmateriaal.
3. Inzetstuk volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat het materiaal niet dikker is dan 0,3 mm.
4. Inzetstuk volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het materiaal bestaat 20 uit hard gewalst roestvrij staal.
5. Inzetstuk volgens conclusie 4, m e t het kenmerk, dat het inzetstuk zich over tenminste de halve omtrek van de klem uitstrekt.
6. Inzetstuk volgens conclusie 1, me t ' 25 het kenmerk, dat het inzetstuk verder is voorzien van middelen, die althans nagenoeg verhinderen, dat het inzetstuk axiaal beweegt ten opzichte van de klem.
7. Inzetstuk met een banddeel met een in hoofdzaak plat oppervlak in de axiale richting volgens 30 conclusie 6,met het kenmerk, dat dit verdere middel bestaat uit een zijdeel aan elke zijde van het platte oppervlak, welke zijdelen zich uitstrekken in de buitenwaartse richting vanaf de as van de klem en een hoek vormen met het platte oppervlak.
8. Inzetstuk volgens conclusie 7, m e t 7903046 het kenmerk/ dat deze hoek ligt tussen ongeveer 30° en ongeveer 60°.
9. Inzetstuk volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het eerstgenoemde middel bestaat 5 uit ten minste êën buitenwaarts uitstekende indrukking, die wanneer deze onder de opening van een oor is geplaatst, naar binnen kan worden gedrukt door de hoeken, die de over-gangen van het oor naar het banddeel vormen, wanneer het oor wordt vervormd door het naar elkaar toedrukken van de 10 hoeken.
10. Inzetstuk volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat de indrukking ongeveer in het midden van de breedte van het inzetstuk in de axiale richting ligt.
11. Inzetstuk volgens conclusie 9, m e t het kenmerk, dat twee indrukkingen zijn aange-brach.t, die liggen aan weerszijden van een middenvlak, dat door het inzetstuk gaat en loodrecht op de axiale richting daarvan staat. 20
.12. Inzetstuk volgens conclusie. 9, 10 en 11, met het kenmerk, dat een indrukking zich in het algemeen in de omtreksrichting uitstrekt en in de omtreksrichting een lengte heeft, die op zijn hoogste gelijk is aan de breedte, van de omtreksopening onder een ^ overeenkomstig oor in de niet-samengetrokken toestand daar van.
13. Inzetstuk volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de indrukking asymmetrisch in de omtreksrichting van het inzetstuk dichterbij een ^0 eind van het inzetstuk dan bij het andere eind ervan ligt.
14. Inzetstuk volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het eerstgenoemde middel nabij een eind van het inzetstuk twee benen omvat, waartussen een langwerpige opening is gevormd, waarbij.een .centrale qc tong in de omtreksrichting uitsteekt van het andere eind van het inzetstuk, welke tong verschuifbaar is in de ope 7903046 ning bij het vastklemmen van de band wanneer het oor wordt samengetrokken.
15. Inzetstuk volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het inzetstuk in elk been 5 is voorzien van een groefvormige indeuking, waarbij deze groefvormige indeukingen vanaf een bepaald punt van het been uitstaken in de omtreksrichting naar een punt, dat op een bepaalde afstand voorbij het binneneind van de opening ligt, waarbij de tong een dwarsdoorsnede heeft, die 10 tenminste bij benadering gelijk is aan de dwarsdoorsnede van de groefvormige indeuking in het bijbehorende been.
16. Inzetstuk volgens conclusie 15, me t het kenmerk, dat de groefvormige indeuking van de tong zich in het midden van de ring over de rest van de 15 omtrek daarvan uitstrekt van het binneneind van de tong naar het binneneind van de langwerpige opening.
17. Inzetstuk volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de vrije einden van de benen niet met elkaar zijn verbonden.
18. Inzetstuk volgens conclusie 14 of 15, met het kenmerk, dat de vrije einden van de benen zijn verbonden door een strook.
19. Inzetstuk volgens conclusie 18, me t het kenmerk, dat de tong is voorzien van een groef- 25 vormige indeuking, waarbij de vorm van de strook ten minste, bij benadering complementair is aan de groefvormige indeuking in de tong.
20. Inzetstuk volgens conclusie 19, met het kenmerk, dat de groefvormige indeuking in de 30 tong zich in het midden uitstrekt over de rest van de omtrek van het ringdeel van het inzetstuk.
21. Inzetstuk volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat het inzetstuk in de axiale richting gezien ten minste bij benadering cirkelvormig is, 35 waarbij het eerstgenoemde middel een buitenwaarts uitstekend deel in het inzetstuk omvat, zodat de ring naar binnen 7903046 wordt gedrukt, doordat de hoeken, die de overgangen van een oor naar het banddeel vormen, in aanraking komen met het buitenwaarts uitstekende deel tijdens de vervorming van het oor door het naar elkaar toedrukken van de hoeken.
22. Inzetstuk volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat in het inzetstuk voor elk oor een buitenwaarts uitstekend deel is aangebracht door het materiaal daarvan in het algemeen radiaal buitenwaarts te verplaatsen.
23. Inzetstuk volgens conclusie 21 of 22,met het kenmerk, dat het buitenwaarts uitstekende deel ongeveer de vorm van een segment heeft met in de omtreksrichting een lengte, die op zijn hoogst gelijk is aan de omtreksopening onder het niet-samengetrokken oor.
24. Inzetstuk volgens conclusie 23, met het kenmerk, dat het inzetstuk afgeplatte overlappende einddelen heeft.
25. Inzetstuk volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat het inzetstuk is voorzien 20 van meerdere in de omtreksrichting op afstand van elkaar aangebrachte openingen, die deel uitmaken van het eerstgenoemde middel, waarbij het slangmateriaal bij het vastzetten van de klem over het slangmateriaal in deze openingen binnentreedt, waardoor het inzetstuk stevig ten opzichte 25 van het slangmateriaal wordt verankerd en wordt verhinderd, dat dit in de .opening onder het oor naar buiten wordt geperst.
26. Inzetstuk volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het inzetstuk is vervaar- 30 digd uit plat buigbaar metallisch of uit kunsthars bestaand bandmateriaal.
27. Inzetstuk volgens conclusie 25, met het kenmerk, dat het inzetstuk een halvemaanvormige dwarsdoorsnede heeft, die in dikte van de 35 vrije einden naar het midden ervan toeneemt.
28. Inzetstuk volgens conclusie 1, 7903046 V' * met het kenmerk, dat het eerstgenoemde middel ten minste twee buitenwaarts uitstekende knopvormige uitsteeksels omvat, die in de omtreksrichting op een afstand van elkaar liggen, die op zijn hoogst gelijk is aan de 5 opening in het niet-samengetrokken oor, zodat het inzet- stuk naar binnen wordt gedrukt doordat de hoeken, die de overgang van de buitenwaarts uitstekende benen van het oor naar het banddeel vormen,in aanraking komen met de knopvormige uitsteeksels tijdens dsvervorming van het oor, 10 wanneer de hoeken naar elkaar toe worden gedrukt.
29. Inzetstuk volgens conclusie 1, met he-t kenmerk, dat het eerstgenoemde middel ten minste één buitenwaarts uitstekend deel omvat, dat is aangebracht in het inzetstuk binnenwaarts van en binnen 15 de zone van elk vervormbaar oor.
30. Inzetstuk volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat een enkel buitenwaarts uitstekend deel met ongeveer de vorm van een cirkel of ovaal is aangebracht en het eerste middel vormt binnen de 20 zone van elk oor.
31. Inzetstuk volgens conclusie 30, met het kenmerk, dat twee buitenwaarts uitstekende delen, elk met ongeveer de vorm van een cirkel of ovaal, zijn aangebracht als het eerste middel binnen de 25 zone van elk oor.
32. Inzetstuk volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat het eerstgenoemde middel een bij benadering segmentvormig buitenwaarts uitstekend deel binnen de zone van elk oor omvat.
33. Inzetstuk volgens conclusie 29, met het kenmerk, dat het buitenwaarts uitstekende deel een groefvormige dwarsdoorsnede heeft en zich in het algemeen in de omtreksrichting uitstrekt en in de omtreksrichting een lengte heeft, die op zijn hoogst ge- 35 lijk is aan de breedte van de opening onder het bijbehorende oor in de niet-samengetrokken toestand van dit oor. 7903046 1 . ί»
34. Samenstel van een slangklem met een daarin aangebracht inzetstuk volgens ëën der conclusies 1, 2, 3/ 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10/ 11, 14, 15, 16, 19, 20, 21, 29, 30, 31, 32 of 33 m e t het kenmerk, dat tel-5 kens een eerstgenoemde middel is aangebracht in het inzetstuk binnenwaarts van en binnen de zone van elk vervormbaar oor.
35. Samenstel van een slangklem en een inzetstuk volgens conclusie 1 of 29,met het k e n- 10 merk, dat het eerstgenoemde middel in het inzetstuk dichter bij het éne eind daarvan dan het andere is aangebracht.
36. Samenstel van een slangklem en inzetstuk volgens conclusie 35,met het kenmerk, dat 15 het samenstel is voorzien van een verder middel om het inzetstuk door middel van de slangklem in de axiale richting vast te houden.
37. Samenstel volgens conclusie 36, me t het kenmerk, dat het inzetstuk in de axiale rich- 20 ting een kleinere afmeting heeft dan het banddeel en dat het verdere middel bij elke zijde van het banddeel meerdere paren binnenwaarts uitstekende knopvormige uitsteeksels omvat, die op afstand van elkaar in de omtreksrichting liggen, waarbij de afstand van de knopvormige uitsteeksels 25 in de axiale richting ten minste iets groter is dan de breedte van het inzetstuk.
38. Samenstel volgens conclusie 36, m e t het kenmerk, dat het banddeel van de slangklem in dwarsdoorsnede ongeveer U-vormig is, waarbij de benen 30 zich vanaf het radiaal buitenste deel schuin naar binnen uitstrekken om ten minste gedeeltelijk daartussen het . inzetstuk op te nemen en aldus het verdere middel te vormen.
39. Samenstel van een slangklem en een 35 inzetstuk volgens conclusie 36, met het kenmerk dat elk vervormbaar oor twee buitenwaarts uitstekende benen 7903046 , *< -54 heeft en een verbindingsdeel, dat de benen verbindt en is voorzien van een versterkingsgroef, die zich in het algemeen in de omtreksrichting van het verbindingsdeel uitstrekt.
40. Samenstel van een slangklem en een ringvormig inzetstuk volgens conclusie 29, 30, 31 of 32, waarbij de klem een mechanische verbinding heeft voor zijn vrije uiteinden van bandvormig materiaal, waaruit de klem is vervaardigd, met het kenmerk, dat het 10 inzetstuk ook een eerste middel binnen de zone van de mechanische verbinding omvat. 7903046
NLAANVRAGE7903046,A 1978-09-26 1979-04-19 Inzetstuk voor een slangklem en hiermede uitgevoerde slangklem. NL186977C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/945,835 US4312101A (en) 1978-09-26 1978-09-26 Hose clamp with insert member
US94583578 1978-09-26

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL7903046A true NL7903046A (nl) 1980-03-28
NL186977B NL186977B (nl) 1990-11-16
NL186977C NL186977C (nl) 1991-04-16

Family

ID=25483609

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NLAANVRAGE7903046,A NL186977C (nl) 1978-09-26 1979-04-19 Inzetstuk voor een slangklem en hiermede uitgevoerde slangklem.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4312101A (nl)
JP (1) JPS5831513B2 (nl)
BR (1) BR7903491A (nl)
CA (1) CA1140736A (nl)
DE (1) DE2920983C2 (nl)
ES (3) ES251720Y (nl)
FR (1) FR2437517B1 (nl)
GB (1) GB2031505B (nl)
IT (1) IT1112773B (nl)
MX (1) MX149655A (nl)
NL (1) NL186977C (nl)
SE (1) SE7903012L (nl)

Families Citing this family (40)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4315348A (en) * 1979-05-08 1982-02-16 Hans Oetiker Mechanical lock for clamps
USRE33639E (en) * 1979-05-08 1991-07-16 Hans Oetiker Ag Maschinen- Und Apparatefabrik Mechanical lock for clamps
USRE33934E (en) * 1979-05-08 1992-05-26 Hans Oetiker Ag Maschinen- Und Apparatefabrik Hose clamp
DE3210437A1 (de) * 1982-03-22 1983-09-22 Heide 6369 Schoeneck Horcher Schlauchschelle
JPS59173018U (ja) * 1983-05-06 1984-11-19 キヤノン株式会社 アタツチメントレンズ
US4987651A (en) * 1989-09-20 1991-01-29 Hans Oetiker Ag Maschinen- Und Apparatefabrik Earless clamp
US5111555A (en) * 1984-06-20 1992-05-12 Hans Oetiker High strength clamp structure
US5437081A (en) * 1984-06-20 1995-08-01 Hans Oetiker Ag Maschinen-Und Apparate-Fabrik Hose clamp
DE3425879C1 (de) * 1984-07-13 1985-10-10 Jean Walterscheid Gmbh, 5204 Lohmar Rohrverbindung
JPS62178916A (ja) * 1986-02-03 1987-08-06 Fuji Photo Optical Co Ltd 近軸色収差補正用アタツチメントレンズ
JPH0375715A (ja) * 1989-08-01 1991-03-29 Internatl Business Mach Corp <Ibm> 複数レーザ・ビーム走査光学装置および電子写真装置
US5195788A (en) * 1990-01-30 1993-03-23 Hans Oetiker Insert member for use with hose clamp arrangements
DE69103412T2 (de) * 1990-05-04 1995-02-23 Michael Aghion Am ausserende eines chirurgischen nagels zu befestigende vorrichtung.
US5138747A (en) * 1991-04-08 1992-08-18 Hans Oetiker Clamp structure with improved spring action
DE4323110A1 (de) * 1993-07-10 1995-01-19 Richter System Gmbh & Co Kg Anschlußschuh für Gipskartonplatte und damit erstellte Wand- und Deckenversteifung
US5742984A (en) * 1996-10-07 1998-04-28 Ford Global Technologies, Inc. Strap tensioning apparatus
FR2758604B1 (fr) * 1997-01-21 1999-04-02 Lionel Calmettes Collier de serrage
GB2326920A (en) * 1997-07-01 1999-01-06 Rasmussen Gmbh Clamp for clamping a hose on a pipe portion
DE19806235A1 (de) * 1998-02-16 1999-09-09 Rasmussen Gmbh Schellenanordnung
ES2179761B1 (es) * 2000-12-18 2004-04-01 Mikalor, S.A. Dispositivo para el cinchado de cintas constreñidoras.
US6463632B2 (en) * 2001-02-07 2002-10-15 Hans Oetiker Ag Maschinen-Und Apparatefabrik Guide arrangement for tightening tool emplacement in hose clamps provided with plastically deformable ears
EP1243836A1 (de) 2001-03-20 2002-09-25 Hans Oetiker AG Maschinen- und Apparatefabrik Schlauchklemme und Schliesswerkzeug
FR2827420B1 (fr) * 2001-07-10 2006-08-11 Ifm Electronic Gmbh Dispositif de fixation pour des detecteurs tels que des capteurs de proximite
DE20202076U1 (de) * 2002-02-12 2002-08-22 Finzer, Heinz, 79843 Löffingen Schlauchklemme mit Kralle
US6584654B1 (en) 2002-04-18 2003-07-01 Epicor Industries, Inc. T-bolt hose clamp
US20040134041A1 (en) * 2003-01-14 2004-07-15 Craig, Paul M. Open hose clamp with plastically deformable ear
CN201003665Y (zh) * 2007-01-19 2008-01-09 天津市润实科技发展有限公司 一种连接塑料管道与金属管接头的带塑料套的金属卡箍
US7845299B2 (en) * 2007-03-30 2010-12-07 Viv Suppression, Inc. Compliant banding system
JP5484665B2 (ja) * 2007-10-17 2014-05-07 Ntn株式会社 等速自在継手用ブーツ取付構造及び等速自在継手用シリコーン製ブーツ
US9032592B2 (en) * 2009-04-14 2015-05-19 Voss Industries, Inc. Band clamp
RS52340B (en) * 2010-01-05 2012-12-31 Geberit International Ag HOSE CLUTCH
FR2975435B1 (fr) * 2011-05-16 2016-09-02 Snecma Dispositif de degivrage d'un bec de separation de turbomachine
US8677571B2 (en) 2011-07-21 2014-03-25 Ideal Clamp Products, Inc. Hose clamp with rippled spring liner
US8650719B2 (en) 2011-07-21 2014-02-18 Ideal Clamp Products, Inc. Hose clamp with flat spring liner
EP2887111B1 (en) * 2013-12-20 2017-12-13 Axis AB Lens holder
JP2017020587A (ja) * 2015-07-13 2017-01-26 澤久工業株式会社 ホースクランプ
US11466803B2 (en) 2017-11-15 2022-10-11 Ideal Clamp Products, Inc. Hose clamp with spring liner and method
WO2020125969A1 (de) * 2018-12-19 2020-06-25 Oetiker Schweiz Ag Federbandschelle
LU500410B1 (en) * 2021-07-08 2023-01-13 Aliaxis Research & Tech Compression fitting
DE102022114750B4 (de) 2022-06-10 2024-02-15 Oetiker Schweiz Ag Klemme mit Zunge mit nicht flachem Querprofil

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US1482564A (en) * 1923-02-13 1924-02-05 Isachson Norman Hose clamp
FR680662A (fr) * 1928-08-22 1930-05-05 Franke Aktien Ges Geb Gâche pour la fixation des tuyaux
US3082498A (en) * 1959-01-06 1963-03-26 Oetiker Hans Compression band
US3151632A (en) * 1960-08-17 1964-10-06 Dresser Ind Pipe repair clamp
CH405027A (de) * 1963-01-29 1965-12-31 Oetiker Hans Schlauchbride
US3235925A (en) * 1964-01-23 1966-02-22 Republic Ind Corp Clamping bands
BE791521A (fr) * 1971-11-19 1973-03-16 Oetiker Hans Organe protecteur pour colliers de serrage de tuyaux souples
US3765066A (en) * 1972-04-14 1973-10-16 A Nitz Hose clamp
DE2830217C3 (de) * 1978-07-10 1982-01-21 Volkswagenwerk Ag, 3180 Wolfsburg Schlauchschelle

Also Published As

Publication number Publication date
SE7903012L (sv) 1980-03-27
ES251720U (es) 1981-04-01
ES251720Y (es) 1981-10-16
ES254761Y (es) 1982-06-16
DE2920983C2 (de) 1982-04-29
JPS5831513B2 (ja) 1983-07-06
ES254761U (es) 1982-01-16
GB2031505B (en) 1982-10-27
NL186977B (nl) 1990-11-16
FR2437517B1 (fr) 1985-09-27
MX149655A (es) 1983-12-08
US4312101A (en) 1982-01-26
BR7903491A (pt) 1980-10-07
CA1140736A (en) 1983-02-08
NL186977C (nl) 1991-04-16
ES254762Y (es) 1982-06-16
ES254762U (es) 1982-01-16
DE2920983A1 (de) 1980-03-27
FR2437517A1 (fr) 1980-04-25
JPS5547090A (en) 1980-04-02
IT1112773B (it) 1986-01-20
GB2031505A (en) 1980-04-23
IT7922283A0 (it) 1979-04-30

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL7903046A (nl) Slangklem met inzetstuk.
NL7904320A (nl) Slangklem.
NL8002624A (nl) Klemconstructie.
US4299012A (en) Hose clamp
NL194410C (nl) Gebalanceerde klemconstructie.
CA1288218C (en) Hose band
JPH0542598B2 (nl)
US5564167A (en) Reinforced ear structure for clamps
US5307541A (en) Clamping device
NL8702522A (nl) Oorloze klemconstructie.
US5390395A (en) Earless, stepless clamp structure
NL9002663A (nl) Slangklem.
CA2200791C (en) Improved puzzle-lock compression ring
SK149994A3 (en) Jack
JP4060907B2 (ja) 改良された低い輪廓のクランプ
SK282935B6 (sk) Svorka otvoreného typu
US5375299A (en) Clamping device
US6089624A (en) Pipe lap joint with improved collapsible slot
US5230126A (en) Stepless clamp
USRE33934E (en) Hose clamp
MXPA03005508A (es) Brida de apriete.
US6021551A (en) Wire clamping collar
NL8001277A (nl) Buisklem.
CA1302685C (en) Hose band
NL8801222A (nl) Klemconstructie.

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: OETIKER AG MASCHINEN- UND APPARATEFABRIK. HANS -

V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Free format text: 19990419