NL8002624A

NL8002624A - Klemconstructie.

Info

Publication number: NL8002624A
Application number: NL8002624A
Authority: NL
Original assignee: Oetiker Hans
Priority date: 1979-05-08
Filing date: 1980-05-07
Publication date: 1980-11-11
Also published as: AU535500B2; AR219244A1; DK190180A; PT71142A; ES257615U; NL186403C; IL59866A; GB2050494B; BE883139A; ATA243480A; ES257615Y; DE3017667C2; NO164197C; CH647586A5; DK153721C; IL59866A0; IT1131157B; DK153721B; SE8003423L; FR2456278A1

Description

* .

¥ N/29.53>tM/H0 r

Klemconstructie.

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een klemconstructie met een zone van overlapping, en meer in het bijzonder op een slangklem die is gemaakt uit bandmateriaal waarvan de overlappende vrije einden zijn verbonden met elkaar en/of met een slangklem met 5 een inzetstuk.

Het Amerikaanse oetrooischrift 3,286.413 toont een klemconstructie waarin de overlappende vrije einden van de band mechanisch zijn verbonden door een klinknagelconstructie. De klemconstructie volgens dit Amerikaanse oetrooischrift werd vervaardigd en verkocht in 10 zeer grote hoeveelheden tot honderden van miljoenen klemmen en is uitermate suceesvol gebleken in talrijke toepassingen. Om bovendien mogelijke lekkageproblemen tengevolge van het optreden van een stap in de zone van overlapping te vermijden, die het gevolg is van de overlapping van de vrije bandeinden en die ongeveer zou kunnen overeenkomen met de dikte van 15 het bandmateriaal, toont het Amerikaanse oetrooischrift 3*286.314 in figuur 4 ook een kleine stapvormige schouder of verspringing in het buitenste banddeel, waardoor het buitenste overlappende banddeel in de in het algemeen radiale richting woiat verplaatst over ongeveer de dikte van het bandmateriaal, zodat het overlappende binnenbanddeel met het 20 buitenste banddeel een voortzetting van de ringvorm van de klemconstructie vormt.

Hoewel de klemconstructie volgens het Amerikaanse oetrooischrift 3*286.314 volkomen bevredigend bleek bij de toen bestaande slangmaterialen in praktisch alle toepassingen gedurende vele jaren, 25 maakt de tendens naar plastic slangen met een betrekkelijk hogere graad van hardheid van bijvoorbeeld 90 Shore of meer in plaats van de vroeger gebruikte, meer elastische rubberachtige slangmaterialen, het steeds noodzakelijker dat een spleetloos binnenvlak wordt geboden door de klemconstructie aan het plastic slangmateriaal om met zekerheid lekkage te 30 vermijden. Dit is zo, daar zelfs betrekkelijk kleine spleten of discontinuïteiten in de omtreksrichting op het deel van het binnenvlak van de klemconstructie een lekkageprobleem kunnen veroorzaken bij de toepassing van deze betrekkelijk harde plastic slangmaterialen die recent zijn verschenen op de markt voor gebruik, bijvoorbeeld, bij ashoezen en benzine-55 leidingen in de autoindustrie.

De onderhavige uitvinding beoogt dus op een eenvoudige en betrouwbare manier de tekortkomingen en nadelen te vermijden die 800 2 6 24 J* - 2 - optreden bij de bekende kleraconstructies en een nieuwe klemconstructie van het bovenbeschreven type te verschaffen die een althans nagenoeg spleetvrije overgang in de omtreksrichting binnen de zone van de overlapping van binnenste en buitenste delen verzekert.

5 De onderliggende problemen worden volgens de onder havige uitvinding opgelost, doordat een tongdeel is verschaft aan het vrije eind van het binnenste banddeel en kan grijpen in een opening die is aangebracht op een corresponderende plaats van het buitenste banddeel. Als resultaat daarvan wordt een althans nagenoeg spleetvrije en stap-10 vrije overgang in de omtreksrichting verzekerd, zelfs als één banddeel het andere banddeel overlapt.

Een bijzonder doelmatige uitvoering van de onderhavige uitvinding wordt verkregen, als de opening is verschaft binnen het gebied van een buitenwaartse stapvormige schouder of verspringing 15 in het buitenste banddeel, waardoor de stap een zodanige vorm heeft, dat het buitenste banddeel ten opzichte van de ringvorm van de klem-constructie is verplaatst over een radiale afstand die ongeveer gelijk is aan de dikte van het bandmateriaal.

De onderhavige uitvinding verzekert een volkanen 20 bevredigende spleetvrije'overgang binnen de zone van overlapping van de vrije einden van de band, mechanisch verbonden door een klinknagelconstructie volgens het Amerikaanse octrooischrift 3.286.314, waarbij een zich in de omtreksrichting uitstrekkende lip uit het binnenste banddeel is gebogen en steekt door een omtrekssleuf in het buitenste banddeel en 25 is teruggebogen naar het bandmateriaal waardoor het bandmateriaal van het daaronderliggende buitenste banddeel naar binnen wordt verplaatst.

De uitvoering volgens de onderhavige uitvinding verzekert betrouwbaar een volkomen bevredigende lekvrije overgang op het punt van overlapping van de mechanisch verbonden bandeinden van de klem-30 constructie, wanneer zijn zogenaamd "Oetiker” oor bestaande uit twee zich in het algemeen buitenwaarts uitstrekkende benen die zijn verbonden door een zich in het algemeen in de omtreksrichting uitstrekkend brugdeel, wordt samengetrokken om de klemconstructie vast te zetten om het te bevestigen voorwerp. Minimale relatieve beweging in de omtreksrichting van 35 de overlappende banddelen die slechts een minimale spleet zou veroorzaken, wordt onwerkzaam en onschadelijk gemaakt door het tongdeel van de onderhavige uitvinding. Het oor zelf kan zijn voorzien van een zich in de omtreksrichting uitstrekkende versterkingsgroef in het brugdeel zoals be-. kend is uit de Amerikaanse octrooischriften 3*402.436 en 3*475*795* 800 2 6 24 t - 3 - *

Een andere mogelijke probleemzone voor lekkageplaat-sen is de kleine spleet in de omtreksrichting die kan overblijven onder het typische "Oetiker" oor, wanneer dit laatste volkomen wordt samengetrokken. Slangmateriaal dat ligt onder het oor kan worden verplaatst in 5 een overblijvende kleine spleet, waardoor weer een mogelijke lekkage wordt veroorzaakt, speciaal bij de hardere typen van tegenwoordige plastic slangmaterialen. Om dit nadeel te elimineren is reeds een inzetstuk voorgesteld in de Amerikaanse octrooischriften 3*303*669 en 3*789*4-63 om alle discontinuïteiten in de omtreksrichting onder het oor te elimi-10 neren die het resultaat zijn van deze kleine spleet. Om daardoor alle stappen of discontinuïteiten in de omtreksrichting te verkleinen die op hun beurt zouden kunnen worden veroorzaakt door het inzetstuk, was dit laatste gemaakt van betrekkelijk dun bandmateriaal, waardoor een versterkingsmiddel nodig was om uitknikken te verhinderen van het dunne 15 bandmateriaal in de spleet onder het oor die het inzetstuk moest overbruggen. De inzetstukken volgens de Amerikaanse octrooischriften 3.306*669 en 3·789.4·63 bleken weer zeer succesvol in vele toepassingen bij het gebruik van de betrekkelijk elastische slangmaterialen zoals eerder werden toegepast. Echter met de beschikbaarheid van de betrekke-20 lijk veel hardere plastic slangmaterialen, kon zelfs de kleine stap die werd gevormd dooi· een zeer dun bandmateriaal niet langer worden verwaarloosd In zover het mogelijke lekkageproblemen betreft,

De onderhavige uitvinding beoogt dus ook deze tekortkomingen en nadelen te vermijden door het verzekeren van een althans na-25 genoeg spleetvrije overgang in de omtreksrichting van de vrije einden van het inzetstuk naar de ringvorm die is gevormd door de aangrenzende band-delen van de klemconstructie. De onderliggende problemen worden opgelost door aan elk vrij eind van het inzetstuk een tongdeel te verschaffen dat tijdens de samentrekking van het zogenaamde "Oetiker" oor kan grijpen 30 in een opening die ligt in een corresponderende zone van het bovenliggende banddeel van de klemconstructie. Elke opening in het overeenkomstige banddeel ligt bij voorkeur tenminste binnen de zone van een buitenwaartse stapvormige schouder of verspringing in het betreffende banddeel, waardoor de stap een zodanige vorm heeft dat het banddeel binnen de zone van 35 de overlapping met het inzetstuk wordt verplaatst over een radiale afstand die ongeveer gelijk is aan de dikte van het materiaal waaruit het Inzetstuk is gemaakt.

‘ Het tongdeel, dat wordt toegepast binnen de zone van de mechanische verbinding van een klemconstructie volgens de onderhavige 800 2 6 24 * - 4 - uitvinding en/of binnen de zone van de vrije einden van het inzetstuk volgens de onderhavige uitvinding, kan in dwarsdoorsnede plat zijn. Elk tongdeel kan echter in dwarsdoorsnede ook gebogen, bijvoorbeeld concaaf gebogen zijn maar is bij voorkeur convex gebogen in dwarsdoorsnede, zodat 5 de zones van aanraking van een betreffend tongdeel met het te bevestigen voorwerp zullen worden geconcentreerd in de buitenste eindzones van de gebogen vorm, die meer of minder puntvormig zijn, zodat hogere specifieke vastzetkrachten worden verkregen in de radiale richting. De onderhavige uitvinding elimineert dus met zekerheid alle lekkageproblemen die kunnen 10 worden veroorzaakt door zelfs de kleinste spleten of discontinuïteiten in de omtreksriehting tengevolge van het bestaan van overlappende delen in een klemconstructie die is bedoeld voor toepassing bij slangmaterialen die een betrekkelijk hoge graad' van hardheid hebben of bij betrekkelijk dunwandige harde of zachte slangmaterialen met een dikte van de orde van 15 één of enkele millimeters of nog minder, waarbij dezelfde problemen optreden als bij de betrekkelijk dikkere harde plastic slangmaterialen die hierboven zijn genoemd. Bovendien kan de onderhavige uitvinding gemakkelijk worden gefabriceerd door massaproduktieteehnieken zonder belangrijke vergroting van fabricagekosten over bestaande klemconstructies en zender 20 belangrijke toename in bandmateriaal dat de prijs ervan zou kunnen verhogen.

Deze en andere doelen, kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen duidelijker worden uit de volgende beschrijving in samenhang met de bijgaande tekening, die, alleen voor illustratie-25 doeleinden, verschillende uitvoeringen in overeenstemming met de onderhavige uitvinding toont en waarin :

Figuur 1 is een zijaanzicht van een bekende klemconstructie met een klinknagelachtige verbinding van de overlappende einden van de banddelen volgens het Amerikaanse octrooischrift 5*286.514.

50 Figuur 2 is een dwarsdoorsnede volgens de lijn II-II

van figuur 5 en toont de bekende klinknagelachtige verbinding in de gemonteerde toestand.

Figuur 5 is een perspectivisch aanzicht van een bekende klemconstructie met een buitenwaartse schoudervormige stap voor 55 het verminderen van discontinuïteiten van het binnenste klemvlak van de klemconstructie.

Figuur 4a is een gedeeltelijk zijaanzicht op grotere schaal en toont de zone van overlapping van de binnenste en buitenste banddelen in een uitvoering zoals is afgebeeld in figuur 5 voorafgaand 800 2 6 24 • " - 5 - aan de samentrekking van een zogenaamd "Oetiker" oor.

Figuur 4b is een zijaanzicht en toont op overdreven manier het mogelijke lekkageprobleem dat kan optreden bij de uitvoering van figuur 3 en 4a wanneer het 'Oetiker'' oor wordt samengetrokken.

5 Figuur 5 is een zijaanzicht van een klemconstructie volgens de onderhavige uitvinding.

Figuur 6 is een gedeeltelijk bovenaanzicht op grotere schaal op de ongevouwen overlappende einden van de binnenste en buitenste banddelen in een klemconstructie volgens de uitvinding.

10 Figuur 7a is een dwarsdoorsnede volgens de lijn VII- VII van figuur 6 en toont een uitvoering van een tongdeel volgens de uitvinding.

Figuur 7b is een dwarsdoorsnede, ook volgens de lijn VII-VII van figuur 6 en toont een gewijzigde uitvoering van het tongdeel 15 volgens de uitvinding.

Figuur 7c is een dwarsdoorsnede ook volgens de lijn VII-VII van figuur 6 en toont weer een andere uitvoering van het tongdeel volgens de uitvinding.

Figuur 8 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede volgens 20 de lijn VIII-VIII van figuur 6.

Figuur 9 is een perspectivisch aanzicht van de buitenzijde en van boven -en toont de mechanische verbinding van een klemconstructie volgens de uitvinding.

Figuur 10 is een perspectivisch aanzicht van de binnen-25 zijde en toont de mechanische verbinding van een klemconstructie volgens de uitvinding.

Figuur 11 is een soortgelijke dwarsdoorsnede als figuur 8 met de delen in de geassembleerde toestand.

Figuur 12 is een perspectivisch aanzicht van een 30 klemconstructie volgens de uitvinding met een inzetstuk volgens de uitvinding dat een spleetvrije overgang verzekert.

Figuur 13 is een gedeeltelijke dwarsdoorsnede door de zone van het oor en het inzetstuk van de klemconstructie van figuur • 12 en toont de onderdelen in de gemonteerde toestand daarvan maar voor 35 samentrekking van het zogenaamde "Oetiker" oor.

Figuur 14 is een perspectivisch aanzicht van een slangklem van het schroeftype met een inzetstuk volgens de uitvinding.

Thans verwijzend naar de tekening waarin gelijke ver-wijzingscijfers in de verschillende figuren worden gebruikt om gelijke 800 2 6 24 * - 6 - onderdelen aan te geven, en meer in het bijzonder naar figuur 1 en 2, correspondeert de in deze twee figuren afgebeelde klemeonstructie in wezen met de klemeonstructie die bekend is uit het Amerikaanse octrooi-schrift 3*286.314·· De in het algemeen met het verwijzingscijfer 10 aan-5 geduide klemeonstructie heeft weer een van een open eind voorzien ring-deel dat is gemaakt uit plat bandmateriaal zoals plaatmetaal of strip-staal, waarvan de overlappende binnen- en buiteneinden zijn aangegeven met de verwijzingscijfers 11a en 11b. De klemeonstructie 10 heeft ook een typisch "Oetiker" oor dat in het algemeen is aangegeven met het ver-10 wijzingscijfer 13 en bestaat uit zich in het algemeen buitenwaarts uitstrekkende delen 14 en 15 die zijn verbonden door een brugdeel 16 dat kan zijn voorzien van een zich in de omtreksrichting uitstrekkende verst erkingsgr oef 17*

De in het algemeen met het verwijzingscijfer 20 aan-15 gegeven klinknagelachtige mechanische verbinding voor de vrije overlappende bandeinden 1 Ta en 11b bestaat uit een in het algemeen rechthoekige lip 21 die is geponst uit het binnenste bandmateriaal 11b en na volgens een rechte hoek gebogen te zijn steekt door een zich in de omtreksrichting uitstrekkende sleuf 22 in het buitenste banddeel 11a, waardoor de lip 21 20 zoals in figuur 2 is afgebeeld, in de richting van de pijl 23 is teruggebogen in de positie 21a waardoor het buitenste bandmateriaal 24 daaronder naar binnen is verplaatst (figuur 2). Daar de overlappende einden 11a en 11b normaal een stap 26 (figuur 1) omvatten die overeenkomt met de dikte van het bandmateriaal, werd reeds in het Amerikaanse octrooi-25 schrift 3*286.314 voorgesteld om een schoudervormige stap of verspringing 27 (figuur 3) te vormen die het buitenste banddeel 11a radiaal naar buiten verplaatst over een afstand die ongeveer overeenkomt met de dikte van het bandmateriaal. Het doel daarvan was de stap 26 van figuur 1 te elimineren en daardoor het binnenvlak zoals in figuur 4a is afgebeeld te 30 verbeteren teneinde stappen en/of discontinuïteiten te verminderen. Zelfs al kan de uitvoering van figuur 4a een kleine spleet vertonen die bij gelegenheid in lengte toeneemt in de omtreksrichting wanneer het zogenaamde "Oetiker" oor van de klem werd samengetrokken, tengevolge van een zeer geringe beweging van de banddelen 11a en 11b ten opzichte van elkaar, was 35 deze spleet praktisch zonder betekenis bij de betrekkelijk meer elastische slangmaterialen die werden toegepast in het verleden. Echter, met de recente beschikbaarheid van plastic slangmaterialen met een relatief hoge graad van hardheid, van de orde van 90 Shore en meer, of met de toepassing van zeer dunwandige harde of zachte slangmaterialen, kunnen de kleine 800 2 6 24 - 7 - spleten die van tijd tot tijd kunnen zijn opgetreden in de uitvoering van figuur 3 niet langer worden verwaarloosd, zoals is afgebeeld in figuur 4b, waarin de mogelijke lekkagezone 28 schematisch op een overdreven manier is geïllustreerd. Om een volkomen bevredigende werking 5 van de klemconstructie volgens figuur 1 en 3 te verzekeren werd het probleem van een spleetvrije overgang, dus zonder discontinuïteiten in het, met het voorwerp in aanraking komende inwendige omtreksvlak van de klemconstructie steeds belangrijker.

Om de bovengenoemde tekortkomingen van de bekende 10 stand van de techniek te vermijden, maakt de onderhavige uitvinding, zoals is afgebeeld in figuur 5 - 11* waarin dezelfde verwijzingscijfers worden gebruikt voor overeenkomstige onderdelen als in figuur 1 - 4b, gebruik van een tongdeel 31 dat zich uitstrekt in de omtreksrichting vanaf het vrije eind van het binnenste banddeel 11b en kan grijpen in een 15 sleufvormige opening 32 die zich ook uitstrekt in de omtreksrichting en is aangebracht in het buitenste banddeel 11a. Als een schoudervormige stap of verspringing 27 is aangebracht in het buitenste banddeel 11a, ligt de sleufvormige opening 32 bij voorkeur tenminste binnen de zone van de stap 27; echter, afhankelijk van de lengte van het tongdeel 31 * 20' zal de sleufvormige opening 32 zich uitstrekken over een corresponderende afstand in de omtreksrichting van de band 11 om het tongdeel op te nemen in de geassembleerde toestand. Het tongdeel 31 kan plat zijn in dwarsdoorsnede zoals is afgebeeld in figuur 7a, maar is bij voorkeur convex gebogen in dwarsdoorsnede zoals is afgebeeld in figuur 7b, zodat de aan-25 rakingszones van het tongdeel 31 met het slangmateriaal meer of minder zijn geconcentreerd op de binnenwaarts uitstekende meer of minder puntvormige einddelen 311 binnen de buitenste zones van de gebogen vorm, waardoor de specifieke bevestigingskrachten die werken op het slangmateriaal worden vergroot en dus het houdvermogen van het tongdeel 31 bin-30 nen de kritische zones wordt verbeterd. Als alternatief kan het tongdeel 31 ook concaaf gebogen zijn zoals is afgebeeld in figuur 7c waardoor een beter houdvermogen wordt verkregen dan in figuur 7a.

Figuur 9 toont de klemconstructie volgens de onderhavige uitvinding voordat de lip 21 die steekt door de sleufvoraige ope-35 ning 22 op zichzelf wordt teruggebogen, terwijl figuur 10 en 11 de uitvoering volgens de onderhavige uitvinding tonen nadat de klinknagel-aehtige mechanische verbinding is voltooid.

‘ Zoals te zien is in figuur 11, verzekert het tong vormige deel 31 dat zich uitstrekt door de sleufvormige opening 32 een 800 2 6 24 - 8 - volkomen spleetvrije overgang van het binnenste banddeel 11b naar het aangrenzende deel van de klemband 11 zonder spleten, discontinuïteiten of verspringingen die een lekkageprobleem zouden kunnen veroorzaken, daar het slangmateriaal wordt gedrukt tegen het voorwerp waarop het be-5 vestigd moet worden, zoals een nippel, over de gehele omtreksuitgestrekt-heid van de mechanische verbinding 20 met inbegrip van zijn overlappende bandeinden. Dit wordt gerealiseerd door de aanwezigheid van het tongdeel 31 dat aangrijpt op de slang binnen de zone van de stap of verspringing 2-7 om daardoor een volkomen dichtheid te verzekeren; de lengte van het 10 tongdeel 31 wordt daardoor zo gekozen, dat deze voldoende de zijdelen 11c (figuur 10) overlapt die overblijven in de band 11 aan beide zijden van de sleuf vormige opening 32, wanneer het "Oetiker" oor wordt samengetrokken.

Figuur 12 en 13 tonen de onderhavige uitvinding bij 15 toepassing met een inzetstuk dat in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 35 en dat is bedoeld om de spleet onder het typische "Oetiker” oor 13 te overbruggen, wanneer dit laatste wordt samengetrokken. Zoals te zien is in figuur 12, omvat het inzetstuk 35 tongdelen 36 aan de vrije einden daarvan die kunnen grijpen in sleufvormige openingen 20 37 in het bandmateriaal 11. Als het bandmateriaial 11 weer is voorzien van stapvonrf &ε schouders of verspringingen 27 om de buitenste banddelen 11a in de radiale richting naar buiten te verplaatsen over een dikte die ongeveer overeenkomt met de dikte van het inzetstuk 35, liggen de sleufvormige openingen 37 bij voorkeur weer tenminste binnen de zone van de 25 stapvormige schouders of verspringingen 27 en in de afgebeelde uitvoering strekken ze zich over een voldoende afstand in de omtreksrichting binnen het bandmateriaal 11 uit voor het opnemen van de lengte van de tongdelen 36, wanneer het "Oetiker" oor 13 wordt samengetrokken. De tongdelen 36 kunnen in dwarsdoorsnede plat zijn zoals is aangegeven in figuur 12, maar 30 ze zijn bij voorkeur in dwarsdoorsnede convex gebogen volgens figuur 7b voor redenen die hierboven zijn aangegeven.

Zoals in figuur 13 is afgebeeld, verzekert de uitvoering van de onderhavige uitvinding met de tongdelen 36 die kunnen grijpen in openingen 37 een volkomen spleetvrije overgang binnen de 35 zone van overlapping van het inzetstuk 35 en van de buitenste banddelen 11a. Bovendien behoeft het bandmateriaal voor het inzetstuk 35 niet langer zeer dun te worden gekozen maar kan het aanzienlijk dikker worden gemaakt dan tot nu toe mogelijk was, bijvoorbeeld kan het dezelfde dikte hebben als het bandmateriaal dat wordt gebruikt in de klem zelf of nog 800 2 6 24 - 9 - dikker zijn. Dit vermindert het gevaar van samenklappen of knikken van het inzetstuk 35 bij de spleet onder het oor 13. Om de aangrijpkraeht binnen de zone van het inzetstuk 35 onder de opening van het oor 13 tijdens het sluiten van dit laatste te vergroten kan het inzetstuk 35 5 verder zijn voorzien van een buitenwaartse verhoging 39> die in aanraking komt met de hoeken 14' en 15' die de overgangen vormen tussen de benen 13 en 14 enerzijds en de buitenste banddelen 11a anderzijds, wanneer de hoeken 1V en 15’ lopen op de verhoging 39 tijdens de samentrekking van het oor 13· De verhoging 39 is bijzonder gunstig, als het in-10 zetstuk 35 is gemaakt van betrekkelijk dunner bandmateriaal, daar het in dat geval het knikken van het bandmateriaal van het inzetstuk 35 in de spleet of opening onder het oor 13 zal verhinderen. In plaats van êên althans nagenoeg centraal gelegen verhoging 39 kunnen verder ook meerdere' verhogingen'zij aan zij in dezelfde zone worden aangebracht. Wanneer het 15 oor 13 wordt samengetrokken, wordt de slang 29 onder het oor 13 sterker omlaag gedrukt door de verhoging 39 die zich buitenwaarts onder het oor uitstrekt, zodat een volkomen bevredigende afdichting ook wordt verzekerd onder het oor 13.

Hoewel figuur 12 en 13 een inzetstuk met tongdelen 20 volgens de onderhavige uitvinding toont dat is toegepast bij een klem-constructie met een klinknagelachtige'verbinding-van de overlappende vrije einden volgens de onderhavige uitvinding, zal het duidelijk zijn, dat het inzetstuk volgens de onderhavige uitvinding ook kan worden toegepast bij andere typen klemconstructies met zogenaamde "Oetiker" oren, 25 bijvoorbeeld bij een klem die is gemaakt uit eindloos ringmateriaal of bij een klem waarbij de vrije einden mechanisch op een andere manier met elkaar zijn verbonden, bijvoorbeeld door puntlassen, door naar binnen of buiten stekende haken of door andere mechanische verbindingsmiddelen. Bijvoorbeeld kan de onderhavige uitvinding ook worden toegepast bij een 3>0 bekende klem van het schroeftype die in het algemeen is aangegeven met het verwijzingscijfer 110, die bestaat uit een plat banddeel 111 dat aan de vrije einden daarvan voorzien is van zich in het algemeen radiaal buitenwaarts uitstrekkende benen 114 en 115 die elk zijn voorzien van een boring 114' en 115' om daardoorheen een schroef of bout 118' op te 35 nemen die dient om de klem vast te zetten en vanaf één zijde van de klem wordt gestoken door openingen 115' en 114’ en daarna in een moer 119 wordt geschroefd. Om de opening tussen de twee benen 114 en 115 te overbruggen kan een inzetstuk 135 worden aangebracht dat weer tongdelen 136 bevat die kunnen grijpen in sleuf vormige openingen 137. Daar de klem- 8 0 0 2 6 24 - 10 - constructie van figuur 1½ wordt vastgezet door de benen 114 en 115 samen te trekken door middel van de schroef en moer 118, 119* zullen de tong-delen 136 grijpen in de sleufvormige openingen 157* waardoor weer een spleetvrije overgang wordt verzekerd tussen de einden van het inzetstuk 5 155 en de door de band 111 gevormde cirkelvorm van de slangklem. Verder kan een tongvormig verlengstuk dat kan grijpen in een sleufvormige opening van de klemband ook worden toegepast met dezelfde voordelen bij een slangklem van het schroeftype met een wormaandrijving.

10 800 2 6 24

Claims

1. KL erneonstruetie, voorzien van klembandmiddelen en tenminste één middel voor het vastzetten van de klemconstructie om een te bevestigen voorwerp, waarbij tenminste één overlapping bestaat 5 tussen een buitenste banddeel en het vrije eind van inwendig bandmateriaal, dat een discontinuïteit kan veroorzaken in de gladde inwendige ringvorm van de klemconstructie, gekenmerkt door verdere middelen met inbegrip van tongvormige middelen aan het vrije eind van het inwendige bandmateriaal en sleufvormige openingsmiddelen in de over-10 eenkomstige overlappingszone van het buitenste banddeel voor het opnemen van de tongvormige middelen tijdens het vastzetten van de klemconstructie voor het verzekeren van een althans nagenoeg gladde, spleetvrije overgang in de omtreksrichting van elk vrij eind van het binnenste bandmateriaal naar de door het aangrenzende banddeel van de bandmiddelen gevormde ring-15 vorm,

2. Klemconstructie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een tong is gevormd aan elk vrij eind van het overlapte inwendige bandmateriaal en een sleufopening is gevormd in een overeenkomstige zone van elk overlappend buitenste banddeel, en 20 de betreffende tong daarin kan grijpen tijdens het vastzetten van de klemconstructie,

3. Klemconstructie volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat het vrije eind van het overlapte inwendige bandmateriaal is gevormd door een binnenste banddeel van de bandmiddelen 25 zelf,

4. Klemconstructie volgens conclusie 1, 2 of 3, waarbij de bandmiddelen bestaan uit bandmateriaal dat tot een ring kan worden verbonden waarvan het buitenste banddeel het vrije eind van het binnenste bandmateriaal overlapt, waarbij tenminste één plastisch ver- 30 vormbaar samentrekbaar oor is aangebracht in de omtrek daarvan als middel voor het vastzetten van de klemconstructie om een te bevestigen voorwerp, met 'het kenmerk, dat de tongvormige middelen en de sleufvormige openingsmiddelen van de verdere middelen zijn aangebracht binnen de zone van de overlapping van binnenste en buitenste delen van het 35 bandmateriaal om een althans nagenoeg spleetvrije overgang in de omtreksrichting te verzekeren van het vrije eind van het binnenste banddeel naar de ringvorm van het aangrenzende buitenste banddeel wanneer de klemconstructie wordt vastgezet door vervorming van het oor.

5. Klemconstructie volgens conclusie 1 of 2, met 800 2 6 24 - 12 - het kenmerk, dat het vrije eind van het binnenste overlapte , bandmateriaal is gevormd door een vrije eind van een inzetstuk dat is voorzien van een tong.

6. Klemconstructie volgens conclusie 5* met 5 het kenmerk, dat een tong is aangebracht aan elk vrij eind van het inzetstuk en een sleufvormige opening is aangebracht in overeenkomstige zones van buitenste banddelen van het bandmiddel en de tongen daarin worden opgenomen tijdens het vastzetten van de klemcon-·· structie.

7. Klemconstructie volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het inzetstuk is aangebracht in de klemconstructie binnen de zone van een opening onder het middel voor het vastzetten van de klemconstructie en aangrenzende banddelen van het bandmiddel.

8. Klemconstructie volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de middelen voor het vastzetten van de klemconstructie bestaan uit twee zich buitenwaarts uitstrekkende banddelen van het bandmiddel die saraengetrokken kunnen worden.

9- Klemconstructie volgens conclusie 8, met 20 het kenmerk, dat de twee benen deel uitmaken van een plastisch vervormbar oor, dat verder is voorzien van een brugdeel dat de benen verbindt.

10. Klemconstructie volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de twee benen deel uitmaken van een klem 25 van het schroeftype en samengetrokken kunnen worden door sehroefdraad-middelen.

11. Klemconstructie volgens êên der conclusies 1-10, met het kenmerk, dat het buitenste banddeel is voorzien van een zich buitenwaarts uitstrekkende stap, waarbij de sleufvormige /50 opening tenminste binnen de zone van deze stap is aangebracht.

12. Klemconstructie volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de stap het buitenste banddeel ten opzichte van de ringvorm van de klemconstructie verplaatst over een radiale afstand die tenminste ongeveer gelijk is aan de dikte van het bandmateriaal. 35

13· Klemconstructie volgens conclusie 1-12, met het kenmerk, dat de tong in dwarsdoorsnede plat is.

14. Klemconstructie volgens êên der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de tong in dwarsdoorsnede convex gebogen is om de op het te bevestigen voorwerp uitgeoefende aangrijpkrach- 800 2 6 24 - 13 - ten te concentreren op de buitenste eindzones van de gebogen tong.

15. KLemconstructie volgens één der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de tong in dwarsdoorsnede concaaf gebogen is.

16. KLemconstructie volgens één der conclusies 1-12, met het kenmerk, dat de overlappende vrije einden van het bandmiddel mechanisch zijn verbonden door klinknagelachtige middelen,

17. KLemconstructie volgens conclusie 16, met 10 het kenmerk, dat de klinknagelachtige middelen zijn gevormd door een zich in de omtreksrichting uitstrekkende lip die is gevormd uit het binnenste banddeel en zich uitstrekt door een zich in de omtreksrichting uitstrekkende sleuf in het buitenste banddeel, waarbij de lip, wanneer deze wordt teruggebogen in het bandmateriaal, het 15 daaronderliggende bandmateriaal van het buitenste banddeel binnenwaarts verplaatst. 800 2 6 24