NL8001277A - Buisklem. - Google Patents
Buisklem. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8001277A NL8001277A NL8001277A NL8001277A NL8001277A NL 8001277 A NL8001277 A NL 8001277A NL 8001277 A NL8001277 A NL 8001277A NL 8001277 A NL8001277 A NL 8001277A NL 8001277 A NL8001277 A NL 8001277A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- clamping ring
- pipe clamp
- clamp according
- strip
- radial projection
- Prior art date
Links
Classifications
-
- F—MECHANICAL ENGINEERING; LIGHTING; HEATING; WEAPONS; BLASTING
- F16—ENGINEERING ELEMENTS AND UNITS; GENERAL MEASURES FOR PRODUCING AND MAINTAINING EFFECTIVE FUNCTIONING OF MACHINES OR INSTALLATIONS; THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L—PIPES; JOINTS OR FITTINGS FOR PIPES; SUPPORTS FOR PIPES, CABLES OR PROTECTIVE TUBING; MEANS FOR THERMAL INSULATION IN GENERAL
- F16L3/00—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets
- F16L3/08—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
- F16L3/12—Supports for pipes, cables or protective tubing, e.g. hangers, holders, clamps, cleats, clips, brackets substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing comprising a member substantially surrounding the pipe, cable or protective tubing
Landscapes
- Engineering & Computer Science (AREA)
- General Engineering & Computer Science (AREA)
- Mechanical Engineering (AREA)
- Clamps And Clips (AREA)
- Flanged Joints, Insulating Joints, And Other Joints (AREA)
- Joints With Sleeves (AREA)
Description
N/29.519-Jb/hf - 1 -
Buisklem.
v
De uitvinding heeft betrekking op een buisklem, in " het bijzonder voor verwarmingsbuizen, gasbuizen, waterleidingbuizen, regenwaterpijpen of dergelijke, bestaande uit een om de buis grijpende klemring, die aan zijn omtrek een beves-5 tigingsinrichting, uitgevoerd als een radiaal uitsteeksel of aanzetstuk, en tenminste een radiaal uitstekende sluitinrich-ting met in elkaar grijpende delen bezit.
Bij de bekende buisklemmen van deze soort (Duits Offenlegungsschrift 2.441.279, Duits Offenlegungsschrift 10 2.703.344, Duits Gebrauchsmuster 7.705.460, Duits Offenlegungsschrift 2.45Ö.175, Duits Gebrauchsmuster 7.714.454 en Duits Gebrauchsmuster 7.622.159) is de bevestigingsinrich-ting voor de buisklem uitgevoerd als een radiaal uitsteeksel, dat rechtstreeks aan de klemring is aangebracht, respectieve-15 lijk gevormd. In het algemeen neemt deze bevestigingsinrich-ting een aanzienlijk gedeelte van de breedte van de klemring in, zodat in deze klemring aangebrachte inlegelementen met zijdelingse, op het buitenvlak van de klemring aangrijpende vasthoudflenzen, in het gebied van de bevestigingsinrichting 20 aan deze vasthoudflenzen moeten worden uitgesneden of in het gebied van de bevestigingsinrichting slechts gebrekkig in de klemring zijn ingebed.
De onderhavige uitvinding beoogt, een buisklem van de in de aanhef genoemde soort belangrijk te verbeteren, 25 doordat een inlegelement met zijdelingse, op het buitenvlak van de klemring aangrijpende vasthoudflenzen zonder uitsnijdingen op bedrijfszekere wijze glad in de klemring kan worden ingebed, ohafhankelijk van op de klemring aanwezige radiale uitsteeksels.
30 Hiertoe wordt de buisklem volgens de uitvinding daardoor gekenmerkt, dat langs de beide zijranden van de klemring een rondom de klemring verlopend, strookvormig opneem-gebied voor de op de buitenzijde van de klemring aangrijpende vasthoudflens van een inlegelement voor de klem is gevormd, 35 waarbij de radiaal uitstekende delen beperkt zijn tot de tussen deze strookvormige opneemgebieden liggende oppervlakte-gebieden van de klemring.
800 1 2 77 ’ ' - 2 -
Hierdoor wordt een gemakkelijk en bedrijfszeker inleggen van een inlegelement mogelijk, zonder dat uitsnijdingen aan hun randdelen, respectievelijk flenzen moeten worden aangebracht. De hierdoor bereikte arbeidsbesparing bij 5 het inleggen van het inlegelement leidt tot een vermindering van de montagekosten. Het belangrijkste voordeel is evenwel, dat de ligging van het inlegelement in het inwendige van de klemring glad en bedrijfszeker is en geheel onafhankelijk is van alle aan de klemring gevormde radiale uitsteeksels, onaf-10 hankelijk of deze naar binnen of naar buiten zijn gericht.
Volgens de uitvinding kan een naar buiten uitstekend, radiaal uitsteeksel als drager voor een bevestigings-element in de klemring zijn gevormd, terwijl de strookvormige opneemgebieden zich aan weerszijden langs dit radiale uit-15 steeksel uitstrekken.
Met het in de klemring uitwendig gevormde radiale uitsteeksel wordt het op dit uitsteeksel aangebrachte beves-tigingselement zo ver van het buitenvlak van de klemring verwijderd, dat het onafhankelijk van zijn grootte voldoende 20 radiale afstand en plaats verschaft aan de rondom de klemring gevormde strookvormige opneemgebieden, om op de buitenzijde van de klemring aangrijpende vasthoudflenzen van een inlegelement tussen het bevestigingselement en het buitenvlak van de klemring aan te kunnen brengen.
25 Bij voorkeur is het radiale uitsteeksel van de klem ring uitgevoerd als een voetstuk met een aan een raakvlak van de klemring evenwijdige bodemwand en met een van diens omtrek rondom gesloten in de klemring overgaande omtrekswand van het voetstuk, terwijl de strookvormige opneemgebieden zich rondom 30 de klemring uitstrekkende ringstroken zijn en de zijdelingse gedeelten van de omtrekswand van het voetstuk steeds in een van deze ringstroken overgaan.
In deze uitvoering munt de buisklem volgens de uitvinding uit door een bijzonder hoge stabiliteit en spanver-35 mogen in de omtreksrichting.
Hierbij kan het voetstuk zijn gevormd op een tussen de ringstroken buitenwaarts uitstekende verstijvingsdoordruk-king, welke in hoofdzaak dezelfde breedte als het voetstuk bezit.
40 Het voetstuk, dat op deze verstijvingsdoordrukking 800 1 2 77 - 3 - k is gevormd/ is dus nog over deze doordrukking verder naar buiten verplaatst. Hierdoor wordt een zeer grote verstijving van de klemring, in het bijzonder in het gebied van de beves-tigingsinrichting, verkregen.
5 Volgens een andere uitvoering van de uitvinding, waarbij geringere eisen aan de stabiliteit en het spanvermogen van de klemring in de omtreksrichting worden gesteld, kan het radiale uitsteeksel een zich dwars uitstrekkende vervorming zijn van de klemring met een'U^vormig profiel met een bödem-10 wand en met hiervan in de kromming van de klemring overgaande eindwanden, waarbij tenminste in de zijrandgebieden van deze eindwanden de zich rondom de klemring uitstrekkende strook-vormige opneemgebieden doorgeleid zijn.
Hierbij kunnen in de zijrandgebieden van de eind-15 wanden uitsparingen als doorleidingen voor de strookvormige opneemgebieden zijn aangebracht.
Het is evenwel ook mogelijk, dat de bodemwand en de eindwanden van het radiale uitsteeksel aan weerszijden over de breedte van de strookvormige opneemgebieden ten op-20 zichte van de klemring zijn versmald.
Ook in deze uitvoering kan de klemring met tenminste één zich in de omtreksrichting uitstrekkende, buitenwaarts uitstekende, verstijvingsdoordrukking zijn uitgevoerd, die tot in de eindwanden van het radiale uitsteeksel door-25 loopt.
Ken verdere verstijving van het radiale uitsteeksel kan in deze uitvoering nog daardoor worden verkregen, dat in de bodemwand van het radiale uitsteeksel in hoofdzaak in de omtreksrichting van de klemring verlopende, bij voorkeur bin-30 nenwaarts uitstekende, verstijvingsdoordrukkingen zijn aangebracht.
In beide uitvoeringen van de uitvinding kan het be-vestigingselement een op de bodemwand van het radiale uitsteeksel bevestigde, bijvoorbeeld vastgelaste, zeskantige 35 moer zijn.
Evenwel komen ook alle andere mogelijkheden voor deze bevestigingselementen in aanmerking.
Verder kan op tenminste een plaats van de omtrek van de klem een sluiting voor de klemring zijn aangebracht, 40 welke een op de buitenzijde van het andere klemringuiteinde 800 1 2 77 ί * - 4 - over een neus grijpende, met een doorlaat voor deze neus uitgevoerde sluitlip omvat, waarbij deze stuitlip is uitgevoerd met zijdelingse uitsparingen, die in hooidzaak de breedte van het strookvormige opneemgebied bezitten.
5 De uitvinding zal hierna worden toegelicht aan de hand van de tekening.
Fig. 1 is een perspectivisch aanzicht van een uitvoering van de buisklem volgens de uitvinding.
Fig. 2 is een bovenaanzicht op het voetstuk met het 10 bevestigingselement.
Fig. 3 is een zijaanzicht van het aan de klemring gevormde voetstuk met het bevestigingselement.
Fig. 4 is een doorsnede volgens het vlak IV - IV in tig. 2.
15 Fig. 5 is een tangentiaal zijaanzicht van het voet stuk met een bevestigingselement, dat voorbij de breedte van het voetstuk uitsteekt.
Fig. 6 toont een geopende buisklem met een ingelegde buis.
2ü Fig. 7 is een perspectivisch aanzicht van een U- vormig voetstuk aan de klemring met uitsparingen aan de zijwanden.
Fig. 8 is een perspectivisch aanzicht van een U-vormig voetstuk met verstijvingsdoordrukkingen aan de klemring, 25 dat aan weerszijden ten opzichte van de breedte van de klemring naar binnen toe versmald is.
Fig. 9 is een aanzicht in axiale richting van het U-vormige voetstuk aan de klemring met een doorlopende, vanaf de klemring tot aan de eindwanden van het radiale uitsteeksel 30 verlopende, verstijvingsdoordrukking.
Fig. 10 is een perspectivisch aanzicht van een aan de klemring radiaal voorgesneden voetstuk.
Fig. 1 toont een uitvoering van de buisklem 10 volgens de uitvinding met een uit een stuk gevormde klemring 11, 35 die tot de verlangde diameter, is gebogen en die met verstij-vingsdoordrukkingen 12 en 13, welke aan beide zijden vanaf de uiteinden van de klemring 11 verlopen, naar buiten gekromd is uitgevoerd. De buisklem 10 heeft in dit gebied een sluiting met een aan de verstijvingsdoordrukking 12 gevormde neus 20. 40 Voor het opnemen, respectievelijk fixeren van deze neus 20 800 1 2 77 - 5 - " is in een sluitlip 22 een doorlaat 2i voor deze neus gevormd.
voor het bevestigen van de buisklem door middel van een bevestigingselement 25, bijvoorbeeld een zeskantige moer, is op de doordrukking 12 een naar buiten uitstekend voetstuk 5 26 gevormd, dat in het weergegeven uitvoeringsvoorbeeld dezelfde breedte als de doordrukking 12 bezit. Men zou verwachten, dat door dit uitstekende voetstuk, in de doordrukking 12 het materiaal teveel uitgerekt zou worden en de stabiliteit van de klemring 11 achteruit zou gaan. Het tegendeel blijkt 10 evenwel door deze uitvoering te worden bereikt. De klemring bezit in zijn geheel een nog grotere stabiliteit, dan zonder het gevormde voetstuk 26.
Het voetstuk 26 is ais volgt uitgevoerd: üp de doordrukking 12 bevindt zich het voetstuk 26 15 volgens de uitvinding, waarvan het platte draagvlak 28 tangen-tiaal ten opzichte van de doordrukking 12, respectievelijk ten opzichte van de klemring 11 ligt. In het weergegeven voorbeeld komt de breedte van het voetstuk overeen met de breedte van de doordrukking 12. Het draagvlak 28 gaat over in 20 zijn zich rondom uitstrekkende omtrekswand 29, die zelf weer in-het lichaam van de klemring 11, respectievelijk van de doordrukking 12 overgaat. In de omtreksrichting gaat de omtrekswand 29 van het voetstuk door middel van overgangsstraien 27 tangentiaal over in de doordrukking 12. De zijdelingse 25 gedeelten van de omtrekswand 29 van het voetstuk gaan over in de zijvlakken van de doordrukking 12 en laten hiermede nog zijdelingse ringstroken aan de klemring 11 over.
Zoals uit fig. 4 blijkt, kan als bevestigingselement 25 bijvoorbeeld een zeskantige moer worden toegepast.
10 De wijze van aanbrengen van het bevestigingselement 25 kan afhankelijk van het toepassingsgebied van de buisklem 10 worden gekozen. Behalve met de onlosmakelijke verbindingen, zoals solderen, en kleven, kan het bevestigingselement 25, bijvoorbeeld een zeskantige moer, ook door puntlassen met het 35 voetstuk 26 worden verbonden. De bij het aanbrengen, bijvoorbeeld puntlassen, van het bevestigingselement 25 onvermijdelijke warmtebehandeling en daardoor structuurverandering van het materiaal en de hierdoor optredende achteruitgang in de veerspanning, wordt - bepaald door de geometrische uitvoering 4U van het voetstuk volgens de uitvinding - voor de klemring ge- 800 1 2 77 I 1 - 6 - neutraliseerd.
De betrekkelijk groot uitgevoerde hoogte 31 van het voetstuk van de buisklem 10 is bijzonder voordelig bij toepassing van geluid- en trillingdempende inlegbanden 32, die met 5 een randbeschermingsstrook zijn uitgevoerd. Indien bevesti-gingselementen nodig zijn, bijvoorbeeld een zeskantige moer, welke voorbij de breedte van de verstijvingsdoordrukking 12 uitsteekt, daar dit om constructieve en statische redenen noodzakelijk is, zie fig. 5, dan leidt dit tot geen enkel lü probleem, daar de uitwendige diameter van de randbeschermingsstrook onder het draagvlak van het voetstuk blijft.
Indien geringere eisen aan de stabiliteit en het spanvermogen in de omtreksrichting van de klemring worden gesteld, dan kan het radiale uitsteeksel een zich in de dwars-15 richting uitstrekkende u-vormige vormgeving bezitten, zoals uit de fig. 7-9 blijkt. Fig. 7 toont een aan de klemring 11 gevormd U-vormig voetstuk 40, dat door de in de kromming van de klemring 11 overgaande eindwanden 41 en de bodemwand 42 wordt begrensd.
20 De uitsparingen 43, die in de zijranden van de eind wanden 41 zijn gevormd, zijn wat hun radiale afmeting vanuit het midden van de klemring betreft, afgestemd op de triiling-dempende inlegband 32, waarbij de breedte van de uitsparing 43 geschikt is voor het opnemen van de op de buitenzijde van 25 de klemring aangrijpende vasthoudflens van de inlegband 32.
Een andere uitvoering volgens de uitvinding is in fig. 8 weergegeven. Hierbij wordt de klemring 11 door een radiale en in het midden over de omtrek verlopende doordruk-king 44 verstijfd. Het U-vormig uitgevoerde voetstuk 4ü bezit 30 eveneens voor de verstijving dienende doordrukkingen 45, welke in de bodemwand 42 zijn gevormd. Om een plat oplegvlak voor het aanbrengen van een bevestigingselement te verkrijgen, zijn de doordrukkingen 45 concaaf in de bodemwand 42 gevormd. In plaats van de uitsparingen 43, welke in fig. 7 zijn weergege-35 ven, kan het voetstuk aan zijn beide zijden versmald zijn.
Zoals in fig. 8 is weergegeven, verloopt de, de vasthoudflens opnemende rand 46, in axiale richting van de klemring 11 zo ver binnenwaarts, dat de over de klemring grijpende vasthoudflens vrij tot aanligging kan komen.
4u Fig. 9 toont een klemring 11, waarbij een verstij- 800 1 2 77 - 7 - vingsdoordrukking 47 radiaal aan de omtrek tot in de eindwan-den 41 van het voetstuk 40 verloopt. Bovendien kan nog een verdere verstijving van de klemring 11 worden verkregen, door in de bodemwand 42 een in de omtreksrichting van de klemring 5 11 verlopende doordrukking 48 te vormen.
Een verdere uitvoering volgens de uitvinding is in fig. 10 afgeheeld, waarin het aan de klemring 11 gevormde voetstuk 40 twee snijranden 50 bezit, die radiaal over de klemring 11 verlopen. Door deze snijranden 50 wordt het vormen 1U van het voetstuk in de omtrekswand van de klemring 11 vergemakkelijkt. Deze uitvoering wordt bij voorkeur toegepast, indien geen al te grote eisen aan de stabiliteit van het voetstuk 40 worden gesteld.
zoals in het bijzonder uit fig. 1 blijkt, is het 15 lipvormig uitgevoerde uiteinde van de klemring 11, dat de doorlaat 26 voor de neus bezit, aan beide zijden versmald, teneinde op deze wijze aan het hierdoor overlapte uiteinde van de klemring 11, dat de neus 20 bezit, zijdelingse stroken 30 vrij te laten, waarop de achterste vasthoudlippen van een 20 inlegelement kunnen grijpen. Deze zijdelingse stroken 30 strekken zich dan aan weerszijden van de klemring 11 over de omtrek uit, zonder in het gebied van de sluiting een overlapping te vertonen. Hierdoor krijgt een inlegelement 32 een gladde, vouwloze ligging, ook in het sluitgebied van de klem.
25 In het kader van de uitvinding is het voorts bij zonder voordelig, indien de klemring uit een stuk is gevormd, zoals dit bijzonder duidelijk in fig. 6 is weergegeven. Teneinde te bewerkstelligen, dat de klemring rondom glad op de op te nemen buis of dergelijke tot aanligging komt, kan men 30 een verlangd buiggebied 14 vormen, dat in het weergegeven uit-voeringsvoorbeeld tussen de beide verstijvingsdoordrukkingen 12 en 13 ligt en zelf geen doordrukking bezit, zodat het om de buis 19 of dergelijke gebogen kan worden, terwijl de van doordrukkingen voorziene gedeelten van de klemring 11 hun 35 schaalvorm bij het sluiten van de klem behouden. Het verlangde buiggebied 14 moet zo mogelijk niet zijn verzwakt, doch praktisch dezelfde grootte van de dwarsdoorsnede bezitten als de overige gedeelten van de klemring 11. Hierbij lopen de strook-vormige opneemgebieden 30 over dit verlangde buiggebied 14 40 door, waardoor een glad en vouwloos aanliggen van de inleg- 800 1 2 77 i z - 8 - band 32 tegen de buis 19 en de klemring 11 gewaarborgd wordt.
Door de uitvoering van de klemring 11 uit een stuk, eventueel met de verlangde buigplaats 14, wordt in het weergegeven uitvoeringsvooorbeeld verder bereikt, dat de met de 5 neus 20, respectievelijk de doorlaat 26 voor de neus uitgevoerde uiteinden van de klemring rechtlijnig en glad op elkaar komen te liggen en ook bij belasting hun gladde, niet geschrankte, onderlinge aanligging blijven behouden.
De uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening 10 weergegeven uitvoeringsvoorbeelden, welke op verschillende manieren binnen het kader der uitvinding kunnen worden gevarieerd.
800 1 2 77
Claims (17)
1. Buisklem, in het bijzonder voor verwarmingsbuizen, gasbuizen, waterleidingbuizen, regenwaterpijpen of dergelijke, bestaande uit een om de buis grijpende klemring, die aan zijn omtrek een bevestigingsinrichting, uitgevoerd 5 als een radiaal uitsteeksel of aanzetstuk, en tenminste een radiaal uitstekende sluitinrichting met in elkaar grijpende delen bezit, met het kenmerk, dat langs de beide zijranden van de klemring (11) een rondom de klemring (11) verlopend, strookvormig opneemgebied (30) voor de op de bui-10 tenzijde van de klemring aangrijpende vasthoudflens van een inlegelement (32) voor de klem is gevormd, waarbij de radiaal uitstekende delen beperkt zijn tot de tussen deze strookvor-mige opneemgebieden (30) liggende oppervlaktegebieden van de klemring (11).
2. Buisklem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat een naar buiten uitstekend, radiaal uitsteeksel (26) als drager voor een bevestigingselement (25) in de klemring (11) is gevormd, terwijl de strookvormige opneemgebieden (30) zich aan weerszijden langs dit radiale 20 uitsteeksel (26) uitstrekken.
3. Buisklem volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het radiale uitsteeksel van de klemring (11) is uitgevoerd als een voetstuk (26) met een aan een raakvlak van de klemring (lij evenwijdige bodemwand (28) en met 25 een van diens omtrek rondom gesloten in de klemring (11) overgaande omtrekswand (2y) van het voetstuk, terwijl de strookvormige opneemgebieden (30) zich rondom de klemring uitstrekkende ringstroken zijn en de zijdelingse gedeelten van de omtrekswand van het voetstuk steeds in een van deze ringstro-30 ken overgaan.
4. Buisklem volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het voetstuk is gevormd op een tussen de ringstroken buitenwaarts uitstekende verstijvingsdoordrukking (12) , welke in hoofdzaak dezelfde breedte als het voetstuk 35 (26) bezit.
5. Buisklem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat bij een uit een stuk gevormde klemring (11) een verlangd buiggebied van de klemring ongeveer tangen- 800 1 2 77 * - 10 - tiaal in de omtrekskromming van de klemring overgaat, waarbij het voetstuk (26) volledig buiten het verlangde buiggebied in het gebied van de verstijvingsdoordrukking is gelegen.
6. Buisklem volgens conclusie 2, met het 5 kenmerk, dat het radiale uitsteeksel een zich dwars uitstrekkende vervorming is van de klemring (11) met een U-vormig profiel met een bodemwand (42) en met hiervan in de kromming van de klemring (11) overgaande eindwanden (41), waarbij tenminste in de zijrandgebieden van deze eindwanden 10 (41) de zich rondom de klemring (11) uitstrekkende strookvor-mige opneemgebieden (49) doorgeleid zijn.
7. Buisklem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat in de zijrandgebieden van de eindwanden (41) uitsparingen (43) ais doorleidingen voor de strook- 15 vormige opneemgebieden (49) zijn aangebracht.
8. Buisklem volgens conclusie 6, m e t het kenmerk, dat de bodemwand (42) en de eindwanden (41) van het radiale uitsteeksel (40) aan weerszijden (bij 46) over de breedte van de strookvormige opneemgebieden (49) ten 20 opzichte van de klemring (11) zijn versmald.
9. Buisklem volgens een der conclusies 6 - 8, m e t het kenmerk, dat de klemring (11) met tenminste êën zich in de omtreksrichting uitstrekkende, buitenwaarts uitstekende, verstijvingsdoordrukking (47) is uitgevoerd, die 25 tot in de eindwanden(41) van het radiale uitsteeksel (40) doorloopt.
10. Buisklem volgens een der conclusies 6-9, met het kenmerk, dat in de bodemwand (42) van het radiale uitsteeksel (40) in hoofdzaak in de omtreksrichting 30 van de klemring (11) verlopende, bij voorkeur binnenwaarts uitstekende, verstijvingsdoordrukkingen zijn aangebracht.
11. Buisklem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het bevestigingselement (25) een op de bodemwand van het radiale uitsteeksel bevestigde, 35 bijvoorbeeld vastgelaste, zeskantige moer is.
12. Buisklem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het, het bevestigingselement (25) dragende, radiale uitsteeksel tenminste zover buitenwaarts voorbij de kromming van de klemring (11) uitsteekt 40 als voor het invoeren van de over de zijranden van de klem- 800 1 2 77 t , - 11 - ring (11) op de strookvormige opneemgebieden (30} aangrijpende, lipvontiige bevestigings- en randbeschermingsstroken van een meegevend inlegelement (32) voor de klem tussen de strookvormige opneemgebieden (30) en de rand van het bevestigings-5 element (25) noodzakelijk is.
13. Buisklem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op tenminste een plaats van de omtrek van de klem een sluiting voor de klemring (11) is aangebracht, welke een op de buitenzijde van het andere klem- 10 ringuiteinde over een neus (20) grijpende, met een doorlaat (21) voor deze neus uitgevoerde sluitlip (22) omvat, waarbij deze sluitlip (22) is uitgevoerd met zijdelingse uitsparingen (23, 24), die in hoofdzaak de breedte van het strookvormige opneemgebied (30) bezitten.
14. Buisklem volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de zijdelingse uitsparingen (23, 24) zich over de overlappingsafstand van de sluitlip (22) met het, de neus (20) omvattende, uiteinde van de klemring (11) uitstrek-. ken, zodanig dat de zijdelingse opneemstroken op dit uiteinde 20 niet overlapt worden.
15. Buisklem volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de klemring (11) rondom uit een geheel is gevormd en bij voorkeur met een, zich aan de omtrek van de op te nemen buis of dergelijke aanpassende, 25 verlangde buigplaats (14) is uitgevoerd.
16. Buisklem volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de verlangde buigplaats (14) met eenzelfde grootte van het dwarsdoorsnedeoppervlak als de overige gebieden van de klemring (11) is uitgevoerd.
17. Buisklem volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de klemring uit een stuk uit metaalband bestaat en in schaalvormige gebieden met over de omtrek verlopende doordrukkingen (12, 13) is verstijfd en in het gebied van de verlangde buigplaats (14) onverstijfd is uitgevoerd. 800 1 2 77
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
DE19792911897 DE2911897C3 (de) | 1979-03-27 | 1979-03-27 | Rohrschelle |
DE2911897 | 1979-03-27 |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8001277A true NL8001277A (nl) | 1980-09-30 |
NL187654B NL187654B (nl) | 1991-07-01 |
NL187654C NL187654C (nl) | 1991-12-02 |
Family
ID=6066490
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8001277A NL187654C (nl) | 1979-03-27 | 1980-03-04 | Buisklem. |
Country Status (7)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | AT370224B (nl) |
BE (1) | BE882482A (nl) |
CH (1) | CH644680A5 (nl) |
DE (1) | DE2911897C3 (nl) |
FR (1) | FR2452626A1 (nl) |
GB (1) | GB2047324B (nl) |
NL (1) | NL187654C (nl) |
Families Citing this family (7)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3511261A1 (de) * | 1985-03-28 | 1986-10-09 | Unima Maschinenbau Gmbh, 6603 Sulzbach | Rohrschelle |
DE3906636A1 (de) * | 1989-03-02 | 1990-09-13 | Rasmussen Gmbh | Schlauchschelle |
DE3909367A1 (de) * | 1989-03-22 | 1990-09-27 | Toge Duebel A Gerhard Gmbh | Rohrschelle |
US6417758B1 (en) | 1999-01-08 | 2002-07-09 | Therm-O-Disc, Incorporated | Thermostat with spring clip for accommodating out-of-round tubing |
DE102006002031B4 (de) * | 2006-01-13 | 2008-01-24 | Edgar Emil Sinn | Rohrschelle mit integriertem Käfig für Gewindeelement |
DE102007000031A1 (de) | 2007-01-23 | 2008-08-28 | Hilti Ag | Rohrschelle |
DE102007000032A1 (de) | 2007-01-23 | 2008-08-28 | Hilti Ag | Rohrschelle |
Family Cites Families (20)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
GB191407554A (en) * | 1914-03-25 | 1914-11-05 | Montague Charles Payne | Improvements in or relating to Clip Joints for Pipes and Tubes. |
US2338145A (en) * | 1941-09-29 | 1944-01-04 | Adel Prec Products Corp | Line supporting clip |
DE802901C (de) * | 1949-06-23 | 1951-02-26 | Alfred Schwesig | Bandverbindung fuer Luttenenden |
GB800443A (en) * | 1955-10-03 | 1958-08-27 | Aeroquip Corp | Improvements in and relating to band clamps |
DE1150421B (de) * | 1958-05-10 | 1963-06-20 | Niedax Gmbh | Abstandskoerper |
DE1111257B (de) * | 1958-12-01 | 1961-07-20 | Hermann Pohl Fa | Kabelschnellverleger, bestehend aus einem U-foermigen Buegel, einer Druckwanne und einer Druckschraube |
DE1839697U (de) * | 1961-05-19 | 1961-10-19 | Johannes Jacob | Spannring zur verbindung von rohren u. dgl. |
CH399846A (de) * | 1962-12-27 | 1965-09-30 | Oetiker Hans | Ringförmige Klammer |
CH405027A (de) * | 1963-01-29 | 1965-12-31 | Oetiker Hans | Schlauchbride |
DE1930622U (de) * | 1964-12-08 | 1966-01-05 | Hans Zimmermann | Isoliereinlage fuer rohrschellen. |
US3370815A (en) * | 1965-09-13 | 1968-02-27 | Lamb Co F Jos | Shock absorbing pad for conduit clamping device |
US3510918A (en) * | 1968-09-24 | 1970-05-12 | Hans Oetiker | Clamping device |
DE1945024A1 (de) * | 1969-09-05 | 1971-03-11 | Werner Moritz | Hindernisspiel,insbesondere Klein- oder Minigolf |
CH580247A5 (nl) * | 1974-07-26 | 1976-09-30 | Oetiker Hans | |
DE2441297A1 (de) * | 1974-08-29 | 1976-03-18 | Wisan Import Ag | Befestigungssystem fuer rohre o.dgl. |
DE7622159U1 (de) * | 1976-07-14 | 1977-01-27 | Abflussrohrkontor Gmbh & Co Kg, 5000 Koeln | Rohrschelle |
DE2701014A1 (de) * | 1977-01-12 | 1978-07-13 | Jacques Weiss | Halterung fuer rohrleitungen |
DE2703344C2 (de) * | 1977-01-27 | 1985-11-21 | Müller, Franz, 6200 Wiesbaden | Rohrschelle |
DE7705460U1 (de) * | 1977-02-23 | 1977-06-16 | Messer, Antonius, 6384 Schmitten | Rohrschelle |
DE7714454U1 (de) * | 1977-05-06 | 1977-08-18 | Heinz Simon Gmbh & Co Kg, 8950 Kaufbeuren | Kunststoff-rohrschelle |
-
1979
- 1979-03-27 DE DE19792911897 patent/DE2911897C3/de not_active Expired - Lifetime
-
1980
- 1980-02-19 AT AT90580A patent/AT370224B/de not_active IP Right Cessation
- 1980-02-22 CH CH142380A patent/CH644680A5/de not_active IP Right Cessation
- 1980-03-04 NL NL8001277A patent/NL187654C/nl not_active IP Right Cessation
- 1980-03-27 FR FR8006860A patent/FR2452626A1/fr active Granted
- 1980-03-27 GB GB8010280A patent/GB2047324B/en not_active Expired
- 1980-03-27 BE BE0/199992A patent/BE882482A/fr unknown
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE2911897C2 (de) | 1982-09-23 |
FR2452626B1 (nl) | 1984-08-03 |
FR2452626A1 (fr) | 1980-10-24 |
GB2047324A (en) | 1980-11-26 |
GB2047324B (en) | 1983-04-20 |
DE2911897A1 (de) | 1980-10-02 |
BE882482A (fr) | 1980-09-29 |
AT370224B (de) | 1983-03-10 |
NL187654B (nl) | 1991-07-01 |
CH644680A5 (de) | 1984-08-15 |
NL187654C (nl) | 1991-12-02 |
ATA90580A (de) | 1982-07-15 |
DE2911897C3 (de) | 1990-03-29 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US4299012A (en) | Hose clamp | |
JPH0122481B2 (nl) | ||
CA1128734A (en) | Clamp structure, especially axle sleeve clamp | |
JPS59137610A (ja) | 耳なしクランプ構造体 | |
JP4005503B2 (ja) | ホースクランプ | |
CA2440170C (en) | Hose clamp | |
JPS5831513B2 (ja) | ホ−スクランプの插入部材 | |
AU2010357039B2 (en) | Hose clamp | |
US4750242A (en) | Band clamp | |
CA2204454C (en) | Bellows-type cover with integrated clamping member | |
NL8001277A (nl) | Buisklem. | |
JPH07117182B2 (ja) | メタルクランプ | |
JP3403741B2 (ja) | ばね作用を改良したクランプ構造体 | |
JP3513238B2 (ja) | 耳無しおよび段無しクランプ構造体 | |
JP4060907B2 (ja) | 改良された低い輪廓のクランプ | |
WO1994015133A1 (en) | Sealing device an a pipe and sealing ring therefor | |
KR950003647A (ko) | 밴드 클램프 체결구 | |
US6089624A (en) | Pipe lap joint with improved collapsible slot | |
JP6989601B2 (ja) | クランプクリップ | |
US20040080154A1 (en) | Connection of a hose clamp and a hose for pre-positioning the hose clamp | |
US4523789A (en) | Wheel cover and retention clip | |
USRE33934E (en) | Hose clamp | |
US5144726A (en) | Clamp having a reserve of capacity | |
US2968508A (en) | Barrel clamping ring and lug element | |
JPH11230448A (ja) | クリップ |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BA | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Lapsed because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20000304 |