NL8003327A - Gestel voor landbouwwerktuigen. - Google Patents

Gestel voor landbouwwerktuigen. Download PDF

Info

Publication number
NL8003327A
NL8003327A NL8003327A NL8003327A NL8003327A NL 8003327 A NL8003327 A NL 8003327A NL 8003327 A NL8003327 A NL 8003327A NL 8003327 A NL8003327 A NL 8003327A NL 8003327 A NL8003327 A NL 8003327A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
tractor
implement
frames
parallelogram
Prior art date
Application number
NL8003327A
Other languages
English (en)
Other versions
NL190658C (nl
NL190658B (nl
Original Assignee
Kuhn Sa
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Kuhn Sa filed Critical Kuhn Sa
Publication of NL8003327A publication Critical patent/NL8003327A/nl
Publication of NL190658B publication Critical patent/NL190658B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL190658C publication Critical patent/NL190658C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D43/00Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing
    • A01D43/10Mowers combined with apparatus performing additional operations while mowing with means for crushing or bruising the mown crop
    • A01D43/107Mounting means
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B59/00Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements
    • A01B59/04Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor
    • A01B59/048Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor having pulling or pushing means arranged on the front part of the tractor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D67/00Undercarriages or frames specially adapted for harvesters or mowers; Mechanisms for adjusting the frame; Platforms
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S56/00Harvesters
    • Y10S56/10Uneven terrain compensation

Description

Ί* ί • ί ί VO 516
Titel: Gestel voor landbouwwerktuigen.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een gestel voor landbouwwerktuigen en wel in het bijzonder van de soort, welke kan worden aangekoppeld aan de voorzijde van een trekker.
Zoals bekend is het bijzonder voordelig een landbouwwerktuig, 5 in het bijzonder een maaimachine, aan de voorzijde van een trekker aan t'e koppelen. Aldus kan het gemaaide gewas · tussen de wielen van de trekker passeren, terwijl bovendien een andere machine op de gebruikelijke wijze achter de trekker kan worden aangekoppeld ter verhoging van de maaicapaciteit, zodat men tijd wint en op brandstof bespaart.
10 Bij het aankoppelen van een werktuig aan de voorzijde van een trekker dienen evenwel bepaalde regels in acht genomen te worden. Met name betreft het hier bepaalde wettelijke bepalingen betreffende het wegverkeer, welke een maximum voorschrijven voerde afstand tussen de bestuurdersplaats en het voorste uiteinde van een aan de voorzijde van 15 de trekker aangekoppeld werktuig. Het doel van deze maatregel is een goed uitzicht te verzekeren bij het besturen, in het bijzonder bij weg-kruisingen.
Voorts is het bij het aankoppelen van een landbouwwerktuig aan de voorzijde van een trekker voordelig als dit werktuig zich zo .dicht 20 mogelijk bij de voorwielen van de trekker bevindt. Hoe korter de afstand tussen het werktuig en de voorwielen van de trekker, hoe gemakkelijker oneffenheden van de bodem kunnen worden gevolgd.
Het probleem van de aanpassing aan de bodem van een aan de voorzijde van een trekker aangekoppeld werktuig wordt doeltreffend opgelost 25 dankzij de toepassing van een parallelogramverbinding tussen het werktuig en de aankoppelinrichting van de trekker.
Deze manier van verbinden door middel van stangenparallelogrammen, waarvan de stangen zijn verbonden door middel van scharnieren met horizontale as loodrecht op de rijrichting van de trekker, bezit verscheide-30 ne nadelen.
Met name is het zo, dat de parallelogramstangen, welke zich gezien in de rijrichting naar voren en naar achteren uitstrekken, met het aangekoppelde werktuig zijn verbonden door middel van hun benedenste uiteinde, terwijl hun bovenste uiteinden met de aankoppelinrichting van 35 de trekker zijn verbonden. Deze wijze van aankoppelen vergroot de afstand 8003327 g' - r -2- tussen de "bestuurdersplaats en het voorste punt van het aangekoppelde werktuig. Omdat de parallelogramstangen cm cilindrische assen scharnieren kan het daarmede verbonden werktuig voorts uitsluitend evenwijdig aan zich zelf in een ·verticaal vlak worden bewogen.
5 Wanneer derhalve een van de uiteinden van het werktuig een ob stakel ontmoet wordt het gehele werktuig evenwijdig aan zichzelf opgeheven om dit obstakel te kunnen passeren. Is het werktuig een maai-machine, dan zal het gewas over de gehele breedte van de machine dus minder kort worden afgesneden. Bij elk obstakel dat de machine passeert 10 ontstaat dus in zekere mate een golf in het gewas, welke zich over de gehele breedte van het werktuig uitstrekt. Dit betekent vermindering van de oogst en kan het weer aangroeien van het gewas belemmeren.
Voorts beschrijft het werktuig zelf bij het opheffen een cirkelboog in voorwaartse richting. Als het werktuig een obstakel ontmoet 15 moet het zich dus in voorwaartse zin bewegen cm te kunnen worden opgeheven, zodat het obstakel de vereiste beweging belemmert7
Be in het voorgaande beschreven aankoppelinrichting bezit tenslotte bet bezwaar dat de scharnieren van de parallelogramstangen aan grote spanningen blootstaan. Met name ontstaan deze spanningen plotse-20 ling bij een verandering van rijrichting als het aangekoppelde werktuig zich in de werkstand bevindt. Genoemde scharnieren dienen dus fors te worden gedimensioneerd, hetgeen zowel het gewicht als de prijs van de machine vergroot.
Men heeft wel de cylindrische scharnieren van de parallelogram-25 stangen vervangen door kogelscharnieren, welke een verplaatsing van het werktuig t.o.v. de aankoppelinrichting van de trekker toelaten, met name in vlakken evenwijdig aan en loodrecht op de rijrichting.
Deze kogelscharnieren moeten ook toelaten dat het werktuig t.o.v. de aankoppelinrichting van de trekker wordt vastgezet als het een zekere 30 mate van verplaatsing heeft ondergaan. Zulks is met name noodzakelijk als de machine een bocht neemt. Deze bijkomende functie voor de kogel-schamieren onderwerpt deze aan aanzienlijke spanningen.
De genoemde bezwaren worden ondervangen door de onderhavige uitvinding, welke een gestel verschaft, waarmede een landbouwwerktuig, 35 b.v. een maai werktuig, aan de voorzijde van een trekker zo dicht mogelijk 800 33 27 *v -3- « bij de voorwièlen kan worden aangekoppeld, en dat opheffing van het werktuig hij achterwaartse verplaatsing toelaat en wel uitsluitend in het gebied van een ontmoet obstakel. Het is aldus mogelijk machines met een aanzienlijke werkbreedte toe te passen zonder kans cp het vormen 5 van golven van minder kort gesneden gewas die zich. over de gehele snij-breedte van de machine uitstrekken. Bovendien kunnen met het gestel volgens de uitvinding de spanningen in de scharnieren van de parallelo-gramconstruetie worden uitgeschakeld, welke door richtingsveranderingen van de machine in de werkstand ontstaan.
10 Het gestel volgens de uitvinding omvat twee raamwerken, het ene verbonden met de aahkoppelinridating aan de voorzijde van een trekker en het andere verbonden met een landbouwwerktuig. De beide raamwerken zgn onderling verbonden door middel van parallelogramconstructies, waarvan de stangen zich, gezien in de rijrichting, naar voren en naar boven 15 tóe uitstrekken. Het onderuiteinde van de stangen is verbonden met het raamwerk dat vast is verbonden met het landbouwwerktuig, terwijl het bovenuiteinde van de stangen verbonden is met het raamwerk dat kan worden verbonden met de aankoppelinrichting aan de voorzijde van de trekker.
20 Volgens de uitvinding kunnen bepaalde delen van het ene raam werk in aanslag komen met bepaalde delen van het andere raamwerk, zonder spanningen te veroorzaken in de scharnieren van de parallelogramcon-structie. Daartoe is een van de raamwerken tenminste gedeeltelijk binnen het andere raamwerk gelegen. Ondanks de aanwezigheid van de parallelo-25 grammen is het daardoor mogelijk het werktuig relatief dicht bij de voorwielen van de trekker te plaatsen, waardoor de plaatsruimte van het gestel volgens de uitvinding slechts beperkt is.
Om het mogelijk te maken dat de genoemde raamwerken met elkaar in aanslag kunnen komen worden voor de parallelogramconstructie kogelt 30 scharnieren toegepast. Deze maken het mogelijk dat het werktuig de oneffenheden van de bodem nauwkeurig kan volgen, b.v. door slechts aan êén zijde te worden opgelicht. Deze verschillende bewegingen veroorzaken evenwel geen enkele spanning in de kogelschamieren omdat deze slechts een beperkte beweging behoeven te ondergaan- dankzij het met elkaar in 35 aanslag kernen van de beide raamwerken.
800 3 3 27 r# -b-
Andere kenmerken en voordelen van de onderhavige uitvinding zullen hierna worden verduidelijkt aan de hand van een- uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding onder verwijzing naar de tekeningen,waarin: fig. 1 een zijaanzicht voorstelt van een aan de voorzijde van 5 een tr.ekker aangekoppeld werktuig onder gebruikmaking van een gestel volgens de uitvinding; fig. 2 een achteraanzicht voorstelt van het werktuig weergegeven in fig. 1; fig. 3 een bovenaanzicht voorstelt van het werktuig weergegeven 10 in de fig. 1 en 2; fig. b een doorsnede op grotere schaal voorstelt volgens de lijn I7-3Y in fig. 1.
Zoals weergegeven in de figuren omvat de volgens de uitvinding uitgeruste machine een maaibalk 1 met vier maai schijven 2, elk voor-15 zien van twee diametraal tegenover elkaar opgestelde messen 3. De.
schijven 2 worden aangedreven in de zin van de pijlen f en ï" door middel van overbrengingsorganen, zoals een stel met elkaar samenwerkende tandwielen, welke zich bevinden in de tandwielkast U van de maaibalk 1.
Twee met de uiteinden van de tandwielkast k verbonden armen 5 20 strekken zich achterwaarts uit buiten de baan t van de messen 3. Armen 6 in de vorm van een omgekeerde L liggen in een in wezen verticaal vlak. Deze armen 6 zijn vastgelast aan de armen 5. Zij strekken zich naar boven uit terwijl hun boveneinden naar elkaar toe gebogen zijn. Een U-vormig raamwerk 7 (fig. 3) draagt de vrije uiteinden van de armen 6.
25 De benen van de ü, gevormd door het raamwerk 7 strekken zich achterwaarts uit in een in wezen horizontaal vlak, zodanig, dat het vooreinde, in de rijrichting gezien (Avan het raamwerk zich boven en voor het werkgebied t van de messen 3 bevindt.
Binnen het raamwerk 7 bevindt zich een tweede raamwerk 8 van 30 in wezen rechthoekige vorm, dat zich verticaal uitstrekt, loodrecht op de rijrichting. Het raamwerk 8 omvat twee horizontale buizen 9, welke zijn vastgelast aan twee verticale tussenstukken 10. Deze tussenstukken 10 snijden het vlak van het U-vormige raamwerk 7, waarbij de afstand tussen de benen van de U wat groter is dan de lengte van het raamwerk 8. 35 Aan het raamwerk 8 is een aankoppelinrichting bevestigd voor ver- 800 33 27 *S.
-5- binding met een trekker, waarvan in fig. 1 slechts de ontrek van het voorwiel 11 is weergegeven. Bij het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding bestaat deze aankoppelinrichting uit een van de elementen 12 van een snelaankoppelinrichting. Het andere element 13 van 5 deze aankoppelinrichting, bestemd cm samen te werken met het element 12, zoals in fig. 1 te zien is, is verbonden met de trekker door tussenkomst van de aankoppeIstangen ll· en een stang 15 van regelbare lengte.
De verbinding tussen de beide raamwerken 7 en 8 van het gestel vsahet maaiverktuig is verkregen door middel van de beide parallelo-'10 gramconstructies l6 en 17, welke hierna in detail beschreven worden.
Aan beide uiteinden van de bovenste buis 9 van het raamwerk 8 bevindt zich een steunplaat 18. Op elk der steunplaten 18 zijn twee assen 19 door lassen bevestigd, welke zich horizontaal uitstrekken, loodrecht op de rijrichting (A). "Öp elk der assen 19 scharniert door 15 middel van een kogelschamier 20 (fig. U) een van de uiteinden van de stangen 21, 22, welke zich achterwaarts en benedenwaarts uitstrekken. Elk van de stangen 21, 22 is aan het andere uiteinde eveneens door middel van een kogelschamier 20 verbonden aan een as 19, welke is bevestigd aan de steunplaat 23, welke aan het U-vormige raamwerk 7 20 is vastgelast.
Het raamwerk 7, waarmede het maaiwerktuig 1 stijf is verbonden, kan derhalve vrij op en neer bewegen t.o.v. het raamwerk 8, dat vast is verbonden met de trekker. Dankzij de kogelscharnieren 20 aan de uiteinden van de stangen 21, 22 van de parallelogramconstructies 16, 25 17 kan het raamwerk 7 bovendien in dwarsrichting vrij bewegen t.o.v.
het raamwerk 8. De dwarsbewegingen t.o.v. elkaar van de raamwerken 7 en 8 worden echter beperkt tot de grootte van de speling j tussen de raamwerken 7 en 8. Ha doorlopen van deze speling j komt het raamwerk 7 in aanslag met het raamwerk 8, waarna de raamwerken 7 en 8 zich ver-30 volgens als een stijf geheel gedragen. Bij een verandering van rijrichting b.v. zal het raamwerk 8 zich in dwarsrichting verplaatsen voor zover de speling j zulks toelaat. Het ondereinde van de balken 10 kant dan in aanraking met de binnenamtrek van het U-vormige raamwerk 7·
Op dat ogenblik steunt het raamwerk 8 tegen het raamwerk 7 en kan zijn 35 bewegingsrichting worden veranderd. Omdat de scharnieren 20 van de 800 33 27 -6- parallelogramcons tucties 16, IJ kogelschamieren zijn worden zij hierbij niet belast, evenmin als hun assen 19 en de steunplaten l8, 23, behalve door de trekbelasting afkomstig vanhet maaiwerktuig 1.
Het raamwerk 8 bevindt zich met voordeel boven de maaischijven 2 5 van het maaiverktuig. Daardoor is het mogelijk het maaiverktuig dichter bij de voorvielen 11 van de tractor te brengen en bijgevolg de afstand tussen de bestuurdersplaats en het frcmtvan het aangekoppelde verktuig te verminderen.
Het raamverk 8 draagt eveneens een tandwielkast 2h, welke wordtn 10 aangedreven door een transmissi eas 25, die is verbonden met de af takas 26 van de trekker. De tandwielkast 2b drijft door middel van een teles-coperende cardanas 27 een tweede tandwielkast 28 aan, welke is bevestigd aan het raamwerk 7 boven een van de buitenste schijven 2 van de maaibalk 1. Een as verbindt deze tandwielkast 28 met de genoemde 15 buitenste maaischijven. Om geheel te vermijden dat het gewas zich rond deze as wikkelt is een trommel 29 aan de buitenste maaischijf 2 gelast, welke zich naar boven toe practisch tot aan het raamwerk 7 uitstrekt.
Mede door deze trommel 29 is het ook mogelijk de breedte van het door de maaibalk 1 gevormde zwad: zodanig te beperken, dat het tussen de wielen 20 van de trekker kan passeren. Met hetzelfde oogmerk is een tweede trommel 30 van geringere hoogte aangebracht boven de andere buitenste maaischijven 2 van de maaibalk 1.
De in het voorgaande beschreven inrichting werkt als volgt.
Als het werktuig, in dit geval een cirkelmaaier 1, is aangekoppeld aan 25 de voorzijde van de trekker, welke zich in de pijlzin (A) voortbeweegt, werkt de wrijving langs de bodem, welke de sleden 31 van de kast van het maaiwerktuig ondervindt, de voortbeweging van de machine tegen. Als gevolg van deze weerstand heeft het m.aaiwerktuig de neiging te worden opgetild, en wel omdat het is opgehangen aan het raamwerk 8 door middel 30 van de parallelogramconstructies l6 en 17, waarvan de stangen 21 en 22 zich gezien in de rijrichting naar boven en naar voren uitstrekken.
De opwaartse kracht op het maaiwerktuig heeft tot gevolg dat de druk op de bodem wordt verminderd en als gevolg daarvan ook de rijweerstand. Zodra de glijweerstand kleiner wordt dan de duwkracht van de trekker 35 kan het werktuig zich glijdend over de bodem verplaatsen. Als het een 8003327 -7- ) hindemis ontmoet zal de bewegingsweerstand toenemen en zal het werktuig worden opgetild terwijl het zich tevens achterwaarts "beweegt. Dankzij dë kogelscharnieren 20 zal de grootte van dezaopheffing verschillend zijn al naar gelang het werktuig in het middeft of aan een van de uit- / 5 einden een hindernis raakt. In het laatste geval neemt het werktuig een stand in, waarbij het een zekere hoek maakt met de bodem, waardoor het in staat is aan het andere einde door te gaan met het kort afsnijden van het gewas·.
De kogelschamieren 20 staan-het maaiwerktuig eveneens toe te 10 werken op een akkergedeelte dat een hoek maakt met het andersteunings-vlak van de trekker. Het maaiwerktuig kan aldus over de gehele snij-breedte in innig contact blijven met de bodem onafhankelijk van de positie van de trekker.
Als het werktuig en de trekker op hetzelfde vlak werken,-ver-15 dient het de voorkeur dat het raamwerk 7, dat het werktuig draagt, goed gecentreerd is t.o.v. het raamwerk 8, dat met de trekker is verbonden. In beginsel behoeven de beide raamwerken 7 δη 8 niet met elkaar in aanraking te kamen. Hiertoe is op het ene raamwerk de onderlinge afstand van de overeenkomstige scharnieren 20 bij tenminste een van 20 de stangenparen 21 of o22 van de parallelogramconstructies 16, 17 groter dan op het andere raamwerk. Zoals te zien is in de fig. 2 en 3 is bijgevolg de afstand.H tussen de met het raamwerk 7 verbonden onderuiteinden van de stangen 22 van de parallelogramconstructies 16, 17 groter dan de afstand 1 tussen de boveneinden van die stangen 22.
25 Binnen het kader van de uitvinding kunnen de stangen 21 op dezelfde wijze zijn uitgevoerd. Het is eveneens mogelijk de stangen 21 en/of 22 zodanig uit te voeren, dat de afstand 1 groter is dan de afstand L.
Bij de gegeven opstelling van de parallelogramconstructies l6, 17, welke zich, gezien in de rijrichting, schuin naar voren en naar boven 30 uitstrekken, zal hierdoor het raamwerk 8 bij het in de pijlzin A
voortbewegen van de -brekker het raamwerk 7 meetrekken. Het raamwerk 7 heeft bijgevolg de neiging zich automatisch te centreren t.o.v. het raamwerk 8, zodanig dat aan weerszijden tussen de raamwerken 8 en 7 een ongeveer gelijke speling j zal ontstaan.
35 Dankzij de parallelogramkoppeling tussen de raamwerken 7 en 8 kan 800 33 27
JK
« r"
V
-8- het werktuig zich onafhankelijk van de trekker op en neer bewegen wanneer het een hindernis ontmoet. Teneinde deze relatieve verplaatsingen te beperken kan het raamwerk 7 zijn voorzien van aangelaste stuitnokken 32, 33. Als men het werktuig bij vervoer over de weg in 5 de geheven stand wenst, is het voorts mogelijk de raamwerken 7 en 8 vast met elkaar te verbinden, b.v. met behulp van aan het raamwerk'7 bevestigde pennen, welke door het raamwerk 8 kunnen worden gestoken.
Als de herinrichting van de trekker, waarmede het raamwerk 8 vast is verbonden, in werking wordt gesteld wordt aldus eveneens het raam-10 werk 7 met het daaraan vast verbonden maaiwerktuig opgeheven.
Alhoewel de onderhavige uitvinding is toegelicht aan de hand van een aan de voorzijde van een trekker bevestigd maaiwerktuig, kan men , zonder buiten het kader van de uitvinding te treden, dit maaiwerktuig vervangen door cm het even welk ander landbouwwerktuig.
15 De inrichting volgens de uitvinding kan eveneens aan de achterzijde of aan de zijkant van de trekker worden aangekoppeld.
Het zal duidelijk zijn dat men aan het onderhavige uitvoerings-voorbeeld van de uitvinding allerlei verbeteringen, veranderingen of toevoegingen kan aanbrengen, eveneens zonder buiten het kader 20 van de onderhavige uitvinding te treden.
n <3 800 3 3 27

Claims (7)

1. Gestel voor landbcuwwerktuigen van een soort welke een eerste raamwe'rk(8) cm vat, bestemd om te worden verbonden met de hef inrichting van een trekker, welk raamwerk (8) door middel van tenminste een paralle-logramconstructie (l6, 17) beweegbaar is verbonden met een tweede rasm- 5 werk (7), dat een landbcuwwerktuig draagt, met het kenmerk, dat middelen aanwezig zijn, welke de verplaatsingen van de beide raamwerken (7,8) t.o.v. elkaar beperken.
2. Gestel volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat genoemde middelen worden gevormd door delen van de raamwerken (7*8) welke met elkaar 10 in aanraking komen.
3· Gestel volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat een van de raamwerken (8) tenminste gedeeltelijk binnen het andere raamwerk (7) is gelegen. k. Gestel volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat het raamwerk (7), 15 dat het landbouwwerktuig (l) draagt, een U-vormig gedeelte omvat, waarbinnen het met de hef inrichting van de trekker verbonden raamwerk (8)~ is gelegen.
5. Gestel volgens conclusie 3'of U, met het kenmerk, dat het het landbouwwerktuig (l) dragen U-voraige raamwerk (7) zich uitstrekt in 20 een in wezen horizontaal vlak, terwijl het met. de hefinrichting van de trekker verbonden raamwerk (8) zich in een in wezen verticaal vlak uitstrekt .
6. Gestel volgens conclusie 3, h of 5, met het kenmerk, dat het met de hefinrichting van de trekker verbonden raamwerk (8) zich in wezen 25 'boven de werkzame organen (2) van het landbouwwerktuig (l) bevindt.
7. Gestel volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de scharnieren (20) van de de raamwerken (7,8) dragende parallelo-gramconstructies (l6, 17) zijn uitgevoerd als bolschamieren.
8. Gestel volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat de onderlinge 30 afstand van de overeenkomstige scharnieren (20) bij tenminste één van de stangenparen (21, of 22) van de parallelogramconstructies (l6, 17) op het ene raamwerk (7,8) groter is dan op het andere raamwerk (8,7)· 35 800 33 27
NL8003327A 1979-06-19 1980-06-06 Maaimachine. NL190658C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR7916486A FR2458981A1 (fr) 1979-06-19 1979-06-19 Bati de machine agricole
FR7916486 1979-06-19

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8003327A true NL8003327A (nl) 1980-12-23
NL190658B NL190658B (nl) 1994-01-17
NL190658C NL190658C (nl) 1994-06-16

Family

ID=9227128

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8003327A NL190658C (nl) 1979-06-19 1980-06-06 Maaimachine.

Country Status (6)

Country Link
US (1) US4343138A (nl)
DE (1) DE3022742A1 (nl)
FR (1) FR2458981A1 (nl)
GB (1) GB2052237B (nl)
IE (1) IE49688B1 (nl)
NL (1) NL190658C (nl)

Families Citing this family (54)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3335881A1 (de) * 1983-10-03 1985-04-11 Klöckner-Humboldt-Deutz AG Zweigniederlassung Fahr, 7702 Gottmadingen Maehwerk
DE3337654A1 (de) * 1983-10-17 1985-05-02 Maschinenfabriken Bernard Krone Gmbh, 4441 Spelle Anbaurahmen fuer bodenbearbeitungsgeraete
FR2566992B1 (fr) * 1984-07-06 1988-10-14 Kuhn Sa Faucheuse rotative.
FR2567710B1 (fr) * 1984-07-19 1987-05-07 Kuhn Sa Procede de transformation d'une machine de recolte pour l'amener d'une position de travail dans une position de transport, et machine de recolte utilisant ce procede
US5024052A (en) * 1985-07-09 1991-06-18 Doug Bragg Enterprises Ltd. Apparatus for harvesting berries on low plants
CA1249727A (en) * 1985-07-09 1989-02-07 Lloyd Weatherbee Blueberry harvester
US4685282A (en) * 1985-07-29 1987-08-11 Allen David R Hay rake assembly
DE3719725C1 (en) * 1987-06-12 1988-06-09 Case Gmbh J I Apparatus for connecting an appliance to the front of motor vehicles capable of being used for agriculture, especially farm tractors
EP0274853A1 (en) * 1986-12-22 1988-07-20 J.I. Case GmbH Apparatus for the frontal connection of equipment to agriculturally usable motor vehicles, in particular farming tractors
FR2618290B1 (fr) * 1987-07-21 1989-11-17 Conception Elabo Realisa Ensem Procede et machine pour le ramassage de produits, notamment de fruits sur le sol
GB2208581B (en) * 1987-08-14 1991-07-10 Agricultural Plant Hire Limite Crop lifters
DE8916172U1 (de) * 1988-03-14 1994-08-11 Nusser Josef Mäh- und Heumaschine
DE3835367C5 (de) * 1988-03-14 2016-09-29 Josef Nusser Vorrichtung für Mähwerke zur Bodenanpassung der Schneidwerke
NL8801040A (nl) * 1988-04-21 1989-11-16 Lely Nv C Van Der Landbouwmachine.
DE3814775A1 (de) * 1988-04-30 1989-11-09 Knuth Boedecker Traktorfrontzugmaulanhaengung mit hub/drucksystem fuer frontreifenpacker, frontwalzen u. a. frontgeraete
FR2642610B1 (fr) * 1989-02-07 1991-05-17 Kuhn Sa Faucheuse avec dispositif de securite a declenchement
DE3914085A1 (de) * 1989-04-28 1990-10-31 Claas Saulgau Gmbh Landw. anbaugeraet, insbesondere kreiselmaehwerk
DE8906546U1 (nl) * 1989-05-27 1989-07-06 Fella-Werke Gmbh, 8501 Feucht, De
NL8902527A (nl) * 1989-10-12 1991-05-01 Lely Nv C Van Der Landbouwmachine.
FR2654893B1 (fr) * 1989-11-24 1992-02-21 Kuhn Sa Machine agricole avec dispositif de suspension du groupe d'organes de travail perfectionne.
DE4105260A1 (de) * 1990-02-20 1991-10-17 Josef Nusser Vorrichtung fuer maehdrescher oder feldhaecksler
DE4007735C2 (de) * 1990-03-10 2000-06-21 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftliche Arbeitsmaschine zum Frontanbau an einen Schlepper
DE4013591A1 (de) * 1990-04-27 1991-10-31 Poettinger Alois Landmasch Landwirtschaftliche maschine
DE4212417A1 (de) * 1992-04-14 1993-10-28 Poettinger Alois Landmasch Tragrahmen mit landwirtschaftlicher Erntemaschine, insbesondere Rotationsmähwerk
IT1260424B (it) * 1992-12-07 1996-04-05 Falciatrice di foraggio
DK83793D0 (da) * 1993-07-13 1993-07-13 Freudendahl J Fab As Slaamaskine
NL9301441A (nl) * 1993-08-20 1995-03-16 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
FR2724689B1 (fr) * 1994-09-16 1997-01-24 Kuhn Sa Mecanisme de verrouillage destine a equiper principalement une machine agricole
US5628169A (en) * 1995-01-20 1997-05-13 Stiller; Daniel G. Method and apparatus for supporting a turf mower cutting unit
FR2736505B1 (fr) * 1995-07-13 1997-09-26 Kuhn Sa Faucheuse avec un dispositif d'andainage perfectionne
FR2743978B1 (fr) * 1996-01-31 1998-04-17 Kuhn Sa Faucheuse avec organe de depose perfectionne
FR2747879A1 (fr) * 1996-04-25 1997-10-31 Bovolenta & Laurenti Dispositif de montage des disques de coupe d'une machine pour le fauchage de l'herbe
FR2748187B1 (fr) * 1996-05-02 1998-07-31 Kuhn Sa Machine de coupe comportant des moyens simplifies permettant de la deposer et de l'atteler a un vehicule moteur
FR2762961B1 (fr) 1997-05-06 1999-07-16 Kuhn Sa Appareil ou machine comportant une unite de travail articulee par rapport a une structure porteuse et procede d'articulation
FR2767633B1 (fr) * 1997-09-02 1999-10-08 Kuhn Sa Dispositif de conditionnement ameliore, machine pour le conditionnement et faucheuse conditionneuse comportant un tel dispositif
FR2774853B1 (fr) 1999-02-15 2001-02-16 Kuhn Sa Organe de coupe pour une machine de coupe notamment une faucheuse
SG91859A1 (en) * 1999-04-05 2002-10-15 Marujun Juko Kabushikikaisha Rotary plant mowing apparatus
TWI224493B (en) * 1999-04-05 2004-12-01 Marujun Juko Kk Rotary plant mowing apparatus
FR2794934B1 (fr) 1999-06-17 2001-08-10 Kuhn Sa Machine agricole du type faucheuse ou faucheuse- conditionnneuse comportant un organe d'amortissement
DE29919025U1 (de) 1999-10-29 2000-02-03 Fella Werke Gmbh Führungseinrichtung für eine Landmaschine, insbesondere ein Anbaumähwerk
FR2802766B1 (fr) 1999-12-23 2002-09-27 Kuhn Sa Element de coupe d'une machine de coupe de vegetaux rotative et machine de coupe de vegetaux rotative comportant un tel element de coupe
FR2809593B1 (fr) * 2000-06-06 2005-04-08 Bugnot Ets Broyeur forestier adaptable sur un attelage trois points de tracteur
DE60224766T2 (de) * 2001-12-21 2009-01-15 Kverneland Asa Traggestell für Mäher
HU229564B1 (en) * 2007-01-26 2014-02-28 Optigep Kft Harvest adapter equipped with stalk crusher for cereals, mainly for sunflower
US7726109B2 (en) 2007-10-30 2010-06-01 Vermeer Manufacturing Co. Four-bar linkage for suspending a header for an agricultural implement
US7658056B2 (en) * 2007-10-30 2010-02-09 Vermeer Manufacturing Co. System for folding an agricultural machine with a floating work tool
US8261521B2 (en) * 2009-08-31 2012-09-11 Vermeer Manufacturing Company Self-leveling four-bar linkage for suspending a header of an agricultural implement
DE102011115266B3 (de) * 2011-09-29 2012-12-06 Maschinenfabrik Bernard Krone Gmbh Hubwerk
DE102011120990A1 (de) 2011-12-13 2013-06-13 Eckard Schlenker Ausgleichsvorrichtung zur Höhen- und Neigungsanpassung bei Konturnachführung von Geräten,insbesondere von Mäh- und Rechenwerken
DE102012014505A1 (de) 2012-07-20 2014-01-23 Eckard Schlenker Ausgleichsvorrichtung zur Höhen- und Neigungsanpassung bei Konturnachführung von Geräten, insbesondere von Schneid- und Rechenwerken
DE102013012529A1 (de) 2013-07-27 2015-01-29 Eckard Schlenker Ausgleichsvorrichtung zur Höhen- und Neigungsanpassung bei Konturnachführung von Geräten. insbesondere Mäh- und Rechenwerken
EP3297413B1 (en) * 2015-05-19 2020-11-25 McHale Engineering Coupling apparatus for coupling an agricultural implement to a prime mover
US10624261B2 (en) 2017-01-04 2020-04-21 Briggs & Stratton Corporation Mower suspension system and method
US10645874B2 (en) 2017-01-04 2020-05-12 Briggs & Stratton Corporation Outdoor power equipment suspension system

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2539934A (en) * 1948-02-27 1951-01-30 Smith Alexander Mowing machine
US2629219A (en) * 1948-08-03 1953-02-24 Wesley W Hooley Front mounted tractor mower
DE1008511B (de) * 1956-07-25 1957-05-16 Stoll Walter Dipl Ing Landwirtschaftliches Vorbaugeraet fuer Schlepper
GB1084783A (en) * 1964-09-16 1967-09-27 Weimar Werk Veb Root-crop harvesters
NL148482B (nl) * 1966-06-17 Lely Nv C Van Der Maaimachine.
DE1582348B2 (de) * 1967-08-25 1975-12-11 Maschinenfabrik Fahr Ag Gottmadingen, 7702 Gottmadingen Landwirtschaftliche Zugmaschine mit einer Mähvorrichtung
CH510975A (de) * 1969-05-19 1971-08-15 Bucher Guyer Ag Masch Heuerntemaschine
DE2722883A1 (de) * 1970-01-16 1978-11-23 Fella Werke Gmbh Anbaurahmen fuer die aufhaengung des starren tragrahmens eines maehwerkes
DE2019574C3 (de) * 1970-04-23 1974-03-28 Maschinenfabrik Fahr Ag Gottmadingen, 7702 Gottmadingen Anordnung eines landwirtschaftlichen Arbeitsgerätes an einem Schlepper
DE2053073C3 (de) * 1970-10-29 1981-01-29 Maschinenfabriken Bernard Krone Gmbh, 4441 Spelle Mähmaschine
DE2102911C3 (de) * 1971-01-22 1982-12-23 Maschinenfabrik Fahr Ag Gottmadingen, 7702 Gottmadingen Kreiselmähwerk
DE2151156A1 (de) * 1971-10-14 1973-04-19 Krone Bernhard Gmbh Maschf Maehmaschine mit stengelquetschvorrichtung
NL7304955A (nl) * 1973-04-10 1974-10-14
DE2652736A1 (de) * 1976-11-19 1977-12-01 Ernst Weichel Frontmaehwerk fuer landwirtschaftliche fahrzeuge

Also Published As

Publication number Publication date
GB2052237B (en) 1983-02-02
FR2458981A1 (fr) 1981-01-09
US4343138A (en) 1982-08-10
NL190658C (nl) 1994-06-16
DE3022742C2 (nl) 1989-07-13
FR2458981B1 (nl) 1983-10-28
GB2052237A (en) 1981-01-28
IE49688B1 (en) 1985-11-27
IE801262L (en) 1980-12-19
DE3022742A1 (de) 1981-01-15
NL190658B (nl) 1994-01-17

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8003327A (nl) Gestel voor landbouwwerktuigen.
CA2327995C (en) Mowing implement
EP0475021B1 (de) Mäher, insbesondere Frontmäher
EP1364569B1 (en) Mower
CA2147699C (en) Grass cutting mower
CA2280373C (en) V-rake with windrow width adjustment
EP1616474B1 (en) A towed mower comprising a running frame and two mowing aggregates
US5566536A (en) Mower-conditioner platform suspension including single upper arm and hydraulic cylinder for platform lift
AU760101B2 (en) Grass catcher support assembly for reel mower cutting unit
NL1036352C2 (nl) Tophef aankoppeling.
DE4409113C1 (de) Lenkbewegliche Arbeitsaggregatekombination an einem frontgelenkten Trägerfahrzeug
HU203440B (en) Collapsible trailed underframe for plough-land implements particularly rotary scythes
US4178746A (en) Rotary mowers
DE2160773C3 (de) Mähwerk zum Anbau an einen Schlepper
US2303043A (en) Ditcher attachment for tractors
NL1006945C2 (nl) Werktuigdrager.
NL9301441A (nl) Maaimachine.
GB1567939A (en) Mowers
GB1583983A (en) Harvesting machines
US4510742A (en) Flax straw buncher
NL8500758A (nl) Trekker.
EP2210473A1 (de) Mähwerk mit Querfördereinrichtung
EP0507408B1 (en) An agricultural machine
NL8001263A (nl) Landbouwwerktuig, in het bijzonder grondbewerkingsmachine.
DE3106929A1 (de) Anbau-frontmaeher mit hin- und hergehenden maehmessern

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19990101