NL8003055A - Fotoeelektrische inrichting voor het aftasten van voorwerpen, zoals hindernissen bij machines, automatische deuren, zelfrijdende transportwerktuigen en dergelijke. - Google Patents

Description

“k N/29.759-dV/f. ' .

Fotoelektrische inrichting voor het aftasten van voorwerpen, zoals hindernissen bij machines, automatische deuren, zelf-rijdende transportwerktuigen en dergelijke.

De uitvinding heeft betrekking op een fotoelektrische inrichting voor het aftasten van voorwerpen, zoals hindernissen bij machines, automatische deuren, zelf-rijdende transportwerktuigen en dergelijke.

5 Bij de tegenwoordig voor dit doel gebruikte fotocelsystemen is het licht tot een relatief smalle stralenbundel gefocusseerd. Dit betekent, dat het aftastgebied klein en puntvormig wordt. Voorts verkrijgt men een met de opper-' vlaktestructuur en het reflectievermogen van het materiaal 10 van de hindernis variërende aftastafstand.

In het algemeen is het echter gewenst een hindernis binnen een breed gebied te kunnen ontdekken.

De uitvinding beoogt een fotoelektrische inrichting van de genoemde soort te verschaffen, waarmee dit 15 mogelijk is.

Hiertoe heeft de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de inrichting een aantal elementen omvat, welke divergerende bundels van een vooraf bepaalde elektromagnetische straling emitteren en in een rij met een 20 zodanige onderlinge afstand zijn aangebracht, dat de stra-lingsbundels van naburige elementen elkaar op een gewenste minimale afstand van het af te tasten voorwerp overlappen, waarbij voorts een aantal voor voorafbepaalde elektromagnetische stralinggevoelige elementen langs de genoemde rij zijn 25 aangebracht, welke zodanig zijn geschakeld, dat elk van deze gevoelige elementen bij bekrachtiging door elk van de emitterende elementen door reflectie van het voorwerp de aanwezigheid van het voorwerp aangeeft.

Hierdoor worden ten opzichte van de bekende 30 systemen o.a. de volgende voordelen bereikt: a)„ de strooing van het licht en de uitbreiding van de lichtgevoelige vlakken geven zowel in de diepte als in zijdelingse richting een homogeen en goed gecontroleerd aftastgebied, 35 bl de invloed van verschillende reflectie- eigenschappen van de hindernis wordt gereduceerd, 800 3 0 55 , -2- / c) bij volledig reflecterende vlakken is een veel grotere hoekafwijking toelaatbaar.

De uitvinding wordt hierna nader toegelicht aan de hand van de tekening, waarin een uitvoeringsvorm van 5 de inrichting volgens de uitvinding is weergegeven en waarbij nog enkele gunstige aspecten van de inrichting ter sprake zullen komen.

De afgebeelde inrichting bestaat uit een · reeks infraroodlicht emitterende halfgeleiderelementen, 10 z.g. lichtemitterende dioden a en een aantal voor infrarood-gevoelige elementen, zoals fototransistoren b. Deze beide elementsoorten kunnen van een gebruikelijk type zijn en elk in een rij zigzagvormig zijn opgesteld, zodanig, dat elk tweede element een lichtemitterende diode en het andere ele-15 ment een fototransistor is. Elke lichtemitterende diode a zendt een divergerende, stralenbundel met een zo grote stralingshoek ^ uit, dat naburige bundels op een voorafbepaalde minimale aftastsnelheid van de hindernis elkaar overlappen. Het divergerende gezichtsveld van elke fototransistor b 20 heeft een zodanige openingshoek P , dat naburige gezichtsvelden op een voorafbepaalde minimale afstand van de hindernis elkaar overlappen. De hoeken ¢4 en p zijn bij voorkeur relatief groot, bijvoorbeeld 90° of meer. De lichtemitterende dioden a zijn in serie geschakeld en worden gevoed met een 25 pulserende gelijkstroom met geschikte frequentie, welke door een impulsgenerator c wordt geleverd. De fototransistoren b zijn parallel geschakeld en aangesloten op de ingang van een versterker d. Het signaal van de fototransistoren b wordt na versterking gelijk gericht en kan dan bijvoorbeeld 30 een relais bekrachtigen.

Doordat alle lichtemitterende dioden a met hetzelfde signaal worden gevoed en de signaalspanning van alle fototransistoren b op de gemeenschappelijke versterker d wordt opgedrukt, kan elke willekeurige lichtemitterende 35 diode door reflectie van een hindernis e elke willekeurige fototransistor bekrachtigen en derhalve de versterker d uitsturen.

Bij een praktische toepassing van de inrichting volgens de uitvinding wordt aan beide zijden van een 40 tochtdeur een inrichting volgens de uitvinding horizontaal 800 3 0 55 Λ -3- Ν gemonteerd, waarbij de éne inrichting uitgevoerd is voor het openen van de deur als een persoon de deur van de éne zijde af nadert en in het aftastgebied van de inrichting komt, terwijl de andere inrichting het openen van de deur verhindert, 5 als zich een andere persoon of een voorwerp binnen het aftastgebied bevindt van de aan de tegenovergestelde zijde van de deur gemonteerde inrichting.

800 3 0 55

Claims (5)

1. Fotoelektrische inrichting voor het aftasten van voorwerpen, zoals hindernissen aan machines, automatische deuren, zelfrijdende transportwerktuigen en dergelijke, met het kenmerk, dat de inrichting een aantal 5 elementen omvat, welke divergerende bundels van een vooraf bepaalde elektromagnetische straling emitteren en in een rij met een zodanige onderlinge afstand zijn aangebracht, dat de stralingsbundels van naburige elementen elkaar op een gewenste minimale afstand van het af te tasten voorwerp overlappen, 10 waarbij voorts een aantal voor voorafbepaalde elektromagnetische stralinggevoelige elementen langs· de genoemde rij zijn aangebracht, welke zodanig zijn geschakeld, dat elk van deze gevoelige elementen bij bekrachtiging door elk van de emitterende elementen door reflectie van het voorwerp de aanwezig- 15 heid van het voorwerp aangeeft.

2. Inrichting volgens conclusie 1, m e t h et kenmerk, dat de gevoelige elementen divergerende gezichtsvelden bezitten, waarbij de gezichtsvelden van naburige elementen elkaar op een gewenste minimale aftastafstand over- 20 lappen.

3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de emitterende elementen en de gevoelige elementen elk in een rij zijn opgesteld, zodanig, dat deze beide elementtypen een zigzagpatroon vormen. 25

4. Inrichting volgens één der conclusies 1- 3, met het kenmerk, dat de emitterende elementen in serie op een impulsgenerator zijn aangesloten, terwijl de gevoelige elementen parallel op een gemeenschappelijke versterker 'zijn aangesloten. 30

5. Inrichting volgens ëën der conclusies 1- 4, met het kenmerk, dat de emitterende elementen straling buiten het gebied van het zichtbare licht emitteren. 80 0 3 0 55