NL8000595A - Inrichting voor het bewerken van op een registratie- medium opgetekende digitale signalen. - Google Patents

Inrichting voor het bewerken van op een registratie- medium opgetekende digitale signalen. Download PDF

Info

Publication number
NL8000595A
NL8000595A NL8000595A NL8000595A NL8000595A NL 8000595 A NL8000595 A NL 8000595A NL 8000595 A NL8000595 A NL 8000595A NL 8000595 A NL8000595 A NL 8000595A NL 8000595 A NL8000595 A NL 8000595A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
data
digital signals
recorded
circuit
words
Prior art date
Application number
NL8000595A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Priority claimed from JP950079A external-priority patent/JPS55105872A/ja
Priority claimed from JP949879A external-priority patent/JPS55105871A/ja
Priority claimed from JP1065079A external-priority patent/JPS55105875A/ja
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8000595A publication Critical patent/NL8000595A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/02Editing, e.g. varying the order of information signals recorded on, or reproduced from, record carriers
    • G11B27/031Electronic editing of digitised analogue information signals, e.g. audio or video signals
    • G11B27/032Electronic editing of digitised analogue information signals, e.g. audio or video signals on tapes
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B20/00Signal processing not specific to the method of recording or reproducing; Circuits therefor
    • G11B20/10Digital recording or reproducing
    • G11B20/18Error detection or correction; Testing, e.g. of drop-outs
    • G11B20/1806Pulse code modulation systems for audio signals
    • G11B20/1809Pulse code modulation systems for audio signals by interleaving
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/02Editing, e.g. varying the order of information signals recorded on, or reproduced from, record carriers
    • G11B27/031Electronic editing of digitised analogue information signals, e.g. audio or video signals
    • G11B27/036Insert-editing
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B27/00Editing; Indexing; Addressing; Timing or synchronising; Monitoring; Measuring tape travel
    • G11B27/02Editing, e.g. varying the order of information signals recorded on, or reproduced from, record carriers
    • G11B27/031Electronic editing of digitised analogue information signals, e.g. audio or video signals
    • G11B27/038Cross-faders therefor
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B2220/00Record carriers by type
    • G11B2220/90Tape-like record carriers
    • G11B2220/91Helical scan format, wherein tracks are slightly tilted with respect to tape direction, e.g. VHS, DAT, DVC, AIT or exabyte
    • G11B2220/913Digital audio tape [DAT] format

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Multimedia (AREA)
  • Signal Processing (AREA)
  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
  • Signal Processing Not Specific To The Method Of Recording And Reproducing (AREA)
  • Management Or Editing Of Information On Record Carriers (AREA)

Description

. '4 X/Sch/lh/1101
Inrichting voor het bewerken van op een registratiemedium opgenomen digitale signalen..
De uitvinding betreft een inrichting voor het bewerken van op een registratiemedium opgenomen digitale signalen en in het bijzonder op een dergelijke inrichting, waarin digitale signalen, bijvoorbeeld pulskodegemoduleerde 5 audiosignalen elektronische worden bewerkt voor het uitvoeren van een invoegbedrijf of een samenvoegbedrijf.
Op het terrein van de magnetische registratie zijn twee soorten bewerkingen bekend: fysieke bewerking, waarbij op een magneetband registreerde informatie, bijvoorbeeld 10 audio-informatie, en op een andere magneetband geregistreerd de informatie worden gecombineerd door het mechanisch hechten van de twee banden; verder de elektrische bewerking, waarbij van een afzonderlijke bron afkomstige informatie elektronisch wordt gecombineerd met vooraf op een magneet-15 band geregistreerde informatie. De fysieke bewerkingstechniek wordt in hét algemeen, toegepast, wanneer de op de magneetband geregistreerde informatie van het relatief laag-frequente type 'is, bijvoorbeeld geregistreerde audiosignalen. .
20 In het algemeen wordt elektronische' bewerking gebruikt, wanneer de 'op de magneetband geregistreerde informatie van het relatief hoogfrequente type, bijvoorbeeld videosignalen.
De laatste tijd zijn audio-opnamen van hoge kwali-- 25 teit uitgevoerd door het digitaal koderen van de audiosignalen tot bijvoorbeeld het pulskodemodulatie (PCM)-formaat het het vervolgens registreren van deze PMC-gekodeer&e audiosignalen. Volgens de in een Amerikaanse octrooiaanvrage, no. 771.350, ingediend op 23 februari 1977, be-30 schreven techniek worden het met het linker en het rechter-kanaal overeenkomende audiosignaal bemonsterd, gekodeerd tot PMC-formaat, welke PCM-signalen vervolgens door middel van een gebruikelijk videobandapparaat op magneetband wor- -2- den geregistreerd. Diverse verbeteringen in de digitale PCM-registratietechniek zijn voorgesteld met het oog op het tegengaan of verminderen van fouten, die kunnen optreden tengevolge van signaaluitval, salvofoutvervorming, en der-5 gelijke. Deze verbeteringen hebben betrekking op diverse soorten foutkorrektie, en een aantal zijn beschreven in de Amerikaanse octrooiaanvrage 905.894, ingediend op 15 mei 1978, en de Amerikaanse octrooiaanvrage 30.652, ingediend op 16 april 1979.
10 In het geval, waarin audio-informatie door de bovengenoemde digitale registratietechnieken is opgenomen, is het moeilijk gebruik te maken van fysieke bewerking, of hechting, met dergelijke geregistreerde signalen. Zelfs indien een digitaal opgenomen band met goed gevolg kan wor-15 den gehecht, zal de aanwezigheid van een hechtnaad fouten in ëën of meer van de digitale signalen, of de audio-informatie weergevende datawoorden introduceren. Er is derhalve bepaald behoefte aan een elektronische bewerkingstechniek voor het bewerken van op een dergelijke magneetband geregi-20 streerde digitale signalen.
Volgens de uitvinding wordt een inrichting verschaft voor het bewerken van digitale signalen, bijvoorbeeld PCM-gekodeerde audiosignalen, die ‘op een registratiemedium zijn opgenomen. De digitale signalen worden uitgelezen en 25 met een voorafbepaald bedrag vertraagd. Digitale bewer-kingssignalen, die door een bron worden afgegeven, worden gemengd met de vertraagde^ uitgelezen digitale signalen, enwe.1 onder het geleidelijk verminderen van de waarde van de één en het tegelijkertijd geleidelijk vermeerderen van . 30 de waarde van de 'ander en het zodanig combineren van de afnemende en de toenemende signalen, dat het ene digitale signaal geleidelijk wordt vervangen door het andere. De resulterende gemengde digitale signalen worden vervolgens geregistreerd door een opneemtransducent, die ‘op een met de 35 voorafbepaalde tijdvertraging corresponderende afstand is aangebracht vanaf de uitleestransducent. In één uitvoerings-voorbeeld worden de digitale signalen gevormd uit een kanaal datawoorden, die in afzonderlijke evenwijdige sporen zijn 80 0 0 5 95 /Λ % ,+ -3- opgenomen; bijvoorbeeld zijn de oneven woorden in het spoor geregistreerd en de even woorden in het andere spoor. Voorafgaand aan de eigenlijke bewerkingsbehandeling worden de oorspronkelijke geregistreerde digitale signalen uitgelezen 5 en voor her-registratie toegevoerd aan de opneemtransducent. Teneinde te voorkomen, dat schakelruis op beide sporen gealigneerd wordt opgenomen, wordt de her-registratie in het ene spoor ingeschakeld met een voorloop ten opzichte van het her-opneraen in het andere spoor. In het ander uitvoe-10 ringsvoorbeeld zijn de oorspronkelijk geregistreerde data-woorden in één spoor verplaatst ten opzichte van de samenhangende oorspronkelijk geregistreerde datawoorden in het andere spoor. Zelfs indien in dit alternatieve uitvoerings-voorbeeld het her-registreren van de oorspronkelijke data-15 woorden voor beide sporen tegelijkertijd wordt ingeschakeld maakt het verplaatsen of verschuiven van de samenhangende datawoorden in êën spoor ten opzichte van die in het andere het herstel van uitgewiste informatie (tengevolge van geregistreerde schakelruis) mogelijk.
20 Verder kenmerken en bijzonderheden van de uitvin ding zullen worden genoemd en toegelicht aan de hand van de bijgevoegde tekening. Hierin tonen:
Figuur 1 een blokschema van een. uitvoeringsvoor-beeld ban een bewerkingsinrichting volgens de uitvinding; 25 Figuur 2 een' blokschema van een mengschakeling, die kan worden toegepast in samenhang met de bewerkingsinrichting volgens de uitvinding;
De figuren 3A en 3B schematische weergaven van de werking van de mengschakeling volgens figuur 2; 30 Figuur 4 een schematische weergave van een spoor op magneetband, waarop een invoegbewerking is toegepast;
De figuren 5A en 5B de rangschikking van data, die door de inrichting volgens figuur 1 kunnen worden geregistreerd; 35 Figuur 6 een blokschema van een dekodeerinrichting, die kan worden toegepast in samenhang met het uitvoerings-voorbeeld volgens figuur 1;
Figuur 7 een blokschema van een kodeerinrichting, 8000595 -4- die kan worden toegepast in samenhang met het uitvoerings-voorbeeld volgens figuur 1;
De figuren 8A en 8B schema's ter toelichting van de- werking van de dekodeerinrichting volgens figuur 6 en 5 de kodeerinrichting volgens figuur 7;
Figuur 9 een blokschema van een ander uitvoerings-voorbeeld van de bewerkingsinrichting volgens de uitvinding;
De figuren 10A en 10B een schematische weergave van de werking van de mengschakeling in het uitvoerings-10 voorbeeld volgens figuur 9;
Figuur 11 een schema ter toelichting van de samenhang tussen de diverse door het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 9 geregistreerde ëignalen;
De figuren 12A t/jn 12E het dataformaat van de 15 door de inrichting volgens figuur 9 bewerkte digitale signalen?
Figuur 13 een blokschema van een kodeerinrichting, die kan worden toegepast in samenhang met het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 9? 20 Figuur 14 een blokschema van een dekodeerinrich ting, die kan worden toegepast in het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 9;
Figuur 15 een schema ter toelichting van de werking van de dekodeerinrichting volgens de figuren' 13 en 25 14;
Figuur 15 een blokschema van weer een ander uit-voeringsvoorbeéld van de bewerkingsinrichting volgens de uitvinding;
Figuur 17 een blokschema van een kodeerinrichting, - 30 die kan worden toegepast in de samenhang met het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 16;
Figuur 18 een blokschema van een dekodeerinrichting die kan worden toegepast in samenhang met het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 16; 35 De figuren 19A-19F het dataformaat van de digi tale signalen, zoals die zijn bewerkt door het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 16; en
Figuur 20 een schema ter toelichting van de werking 8000595 ^ 4.+ -5- van de kodeerinrichting volgens figuur 17 en de dekodeer-inrichting volgens figuur 18.
Voor de nuvolgende beschrijving is aangenomen, dat de bewerkingsinrichting volgens de uitvinding wordt ge-5 bruikt voor het bewerken van digitale signalen. Deze digitale signalen bevatten bijvoorkeur audio-informatie en kunnen van het zogenaamde PCM-gekodeerde audiosignaalfor-maat zijn. Het zal duidelijk zijn, dat de digitale signalen evenwel ook desgewenst andere informatie kunnen bevatten.
10 Voor een goed begrip van de uitvinding wordt verder aangenomen, dat de digitale signalen op een magneetband zijn opgenomen. Ook andere voor het registeren van informatie geschikte registratiemedia kunnen evenwel worden toegepast. Verder zijn voor het opnemen van digitale signalen op mag-15 neetband de opneem- en weergeeftransducenten of -koppen in de tekening als vast weergegeven, terwijl de magneetband daarlangs passeert. Het zal de vakman'evenwel duidelijk zijn, dat de transducenten eveneens van het roterende type kunnen zijn, zoals die gewoonlijk worden toegepast in 20 video-bandapparaten, en dat de magneetband beweegbaar kan zijn in een schroeflijnvormig patroon, zodanig, dat de roteerbare koppen in staat zijn tot het volgen van schroeflijnvormige aftastsporen langs de band.
Nu wordt verwezen naar figuur 1?. oorspronkelijk 25 geregistreerde digitale signalen zijn gerègistreerd bp een magneetband, die beweegbaar is in de met dé pijl Λ aangeduide richting. Toegevoegd aan de band 1 zijn een weergeef-transducent of -kop 2, een opneemtransducent 3 en een be-wakingstransducent 4. Zoals boven is vermeld, kunnen deze 30 transducenten stationair zijn en kan de magneetband 1 daarlangs passeren; ook kunnen deze transducenten van het roterende type zijn voor het uitvoeren van schr'oeflijnvor-mige aftastbewegingen in sporen langs de band. In de tekening is niet weergegeven dat een wistransducent of -kop 35 aanwezig kan zijn voor het wissen van de in één of meer sporen op de magneetband 1 opgenomen signalen.
De bewerkingsinrichting volgens één uitvoerings-voorbeeld van de uitvinding omvat een dékodeereenheid 6, 800 0 5 95 -6- een vertragingsschakeling 7, een bewerkingsschakeling 8, een kodeereenheid 10, een opneempoart of -schakelaar 11 en een besturingsschakeling 13.
Tijdens bedrijf worden op een magneetband 1 opge-5 nomen digitale signalen uitgelezen door een weergeeftrans-ducent 2. Deze weergegeven digitale signalen kunnen worden gekodeerd in één van de genoemde formaten en eveneens zijn voorzien van foutkorrektiesignalen, zoals te doen gebruikelijk bij het registreren van digitale informatie. De weer-gegeven digitale signalen worden versterkt door de weergeef-versterker 5 en toegevoerd aan de dekodeereenheid 6. De in de dekodeereenheid 6 aanwezige demodulator demoduleert de weergegeven digitale signalen; bijvoorbeeld herstelt de demodulator de binaire kode van het NR3I-,3PI1-, NFM-, of dergelijk formaat, waarin de digitale signalen zijn geregistreerd. De gedemoduleerde digitale, bijvoorbeeld binaire signalen worden vervolgens onderworpen aan tijdbasiskorrek-tie voor het verwijderen van een mogelijke tijdbasisfout daaruit. In het geval, waarin in de digitale signalen fouten 2Q zijn geïntroduceerd, bijvoorbeeld door signaaluitval, salvo-fouten, of dergelijke, worden verder de foutkorrektiesignalen, die eveneens zijn geregistreerd met de datawoorden van de digitale signalen, in een geschikte 'foutkorrektieschakeling toegepast voor het herstellen van de oorspronkelijk gere-22 gistreerde data. Deze herstelde data, nog steeds in digitaal formaat, bijvoorbeeld een binaire kode, wordt afgegeven aan de uitgang van de dekodeereenheid 6 in de vorm van digitale signalen S^. Deze digitale signalen zullen verder worden aangeduid als de oorspronkelijke digitale signalen.
. 20 Veronderstel, dat nog geen bewerkingsbedrijf is ingeleid. Derhalve wordt geen stort/stop-bewerkingsbesturings-puls :P2 opgewekt door de besturingsschakeling 13; deze schakeling wekt ook geen schakelbesturingspuls op. Derhalve worden de oorspronkelijke digitale signalen via de __ vertragingsschakeling 7 aan de bewerkingsschakeling 8 toege-voerd. Deze vertraagde oorspronkelijke digitale signalen worden niet gemengd met digitale bewerkingssignalen S2, die kunnen worden toegevoerd aan de ingangsaansluiting 9, ten- 8000595 .-. t * -7- gevolge van de afwezigheid van de start/stop-bewerkings-besturingspuls *9 Derhalve passeren, zoals later zal wor-den beschreven, de oorspronkelijke digitale signalen na vertraging in de vertragingsschakeling 7 de bewerkings-5 schakeling 8 zonder daarin een wijziging te ondergaan. Deze oorspronkelijke digitale signalen verschijnen aan de uitgang van de bewerkingsschakeling als de digitale signalen S^. Deze digitale signalen worden toegevoerd aan de kodeerschakeling 10, die foutcontrolewoorden opwekt en 10 afgeeft voor combinatie daarmee. Behalve het combineren van de digitale signalen met foutcontrolewoorden worden de gecombineerde digitale signalen gemoduleerd in een geschikt registratieformaat (bijvoorbeeld NRZI, 3PM, J1FI1, en dergelijke). De gemoduleerde digitale signalen worden 15 door de kodeereenheid 10 toegevoerd aan de opneempoort 11.
Op dit moment blokkeert evenwel in afwezigheid van een schakelbesturingspuls P^ de opneempoort de van de kodeereenheid 10 afkomstige gemoduleerde, digitale signalen, zodat deze niet kunnen worden toegevoerd aan de opneem-20 transducent 3. Op deze wijze worden de op de magneetband 1 oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen niet gewijzigd of bewerkt. Desgewenst kunnen deze opgenomen digitale signalen worden bewaakt door de bewakingstrans-ducent 4, die dienst doet als weergeeftransducent. De van 25 de bewakingstransducent 4 afkomstige digitale signalen worden versterkt door eén bewakingsversterker 14 en kunnen vervolgens worden gedekodeerd en’ omgezet in analoog formaat voor herstel van de opgenomen audio-informatie. Deze audio-informatie kan vervolgens worden toegevoerd aan bijvoorbeeld 30 een luidspreker of dergel'ijke.
In het geval, waarin een bewerking dient te worden uitgevoerd, wordt de besturingsschakeling 13 bekrachtigd voor opwekking en afgifte van een schakelbesturingspuls P^ en na een vertragingstijd daaropvolgend een start-35 bewerkingsbesturingspuls P2. De 'opneempoort 11 wordt bestuurd door de schakelbesturingspuls P1 voor toevoer van de aan de uitgang van de kodeereenheid 10 beschikbare digitale signalen aan de 'opneemtransducent 3. Aangezien de 800 0 5 95 -8- startbewerkingsbesturingspuls P2 nog niet is opgewekt, wijzigt de bewerkingsschakeling 8 de daaraan toegevoerde digitale signalen niet. Derhalve zijn de aan de uitgang van de'kodeereenheid 10 beschikbare digitale signalen in 5 hoofdzaak gelijk aan de aan de ingang van de dekodeereenheid 6 toegevoerde digitale signalen, afgezien van de door de vertragingsschakeling 7 geïntroduceerde vertraging. Doel van deze vertragingsschakeling 7 is het "aanpassen,,van de vertraging, overeenstemmend met de verplaatsing vanaf 10 een voorafbepaald punt. van de band 1 van de weergeeftrans-ducent 2 tot de opneemtransducent 3. De 'oorspronkelijke digitale signalen worden namelijk in de vertragings-schakeling 7 zodanig vertraagd, dat ze 'aan de 'opneemtransducent 3 worden toegevoerd op hetzelfde tijdstip, waarop 15 het punt, vanwaar de oorspronkelijke digitale signalen waren uitgelezen, deze opneemtransducent bereiken. Derhalve wordt de informatie, die oorspronkelijk op de magneetband 1 was opgenomen en door de weergeeftransducent was weergegeven, heropgenomen op zijn oorspronkelijke plaats op de magneet-20 band 1 door de opneemtransducent 3. Het behoeft geen betoog, dat de door de vertragingsschakelïng 7 geïntroduceerde tijdvertraging dient te worden gekozen in afhankelijkheid van de snelheid, waarmee de band 1 wordt aangedreven, en de afstand tussen de 'opneem- en de weergeeftransducent.
25 Nu volgt aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld van de bewerkingsschakeling een uiteenzetting over de wijze, waarop de bewerkingsschakeling 8 werkt onder besturing van de startbewerkingsbesturingspuls P2. De in figuur 2 weergegeven bewerkingsschakeling 8 omvat twee vermenigvuldigers - 30 16a en 16b, een vermenigvuldigingskonstante-generator 17 en een sommeerschakeling 19. De vermenigvuldigers 16a en 16b zijn van het bekende digitale type. De vermenigvuldiger 16a is verbonden met. een ingangsaansluiting 15a voor ontvangst van de oorspronkelijke, vertraagde digitale signalen S^, 35 die door de weergeeftransducent 2 worden uitgelezen van de magneetband 1. De vermenigvuldiger 16b is verbonden met een ingangsaansluiting 15b voor ontvangst van de digitale be-werkingssignalen S2, die daaraan worden toegevoerd door een 8000595 κ * -9- (niet getekende)bron.
De vermenigvuldigingskonstante-generator 17 omvat een besturingsingang 18 voor ontvangst van de start/stop-bewerkingsbesturingspuls p£. De vermenigvuldigingskonstante-5 generator kan een telschakeling, bijvoorbeeld een digitale teller, omvatten, die zodanig wordt bestuurd door een startbewerkingsbesturingspuls, dat hij een digitaal telresultaat genereert met incrementen van de ene naar de andere waarde. Bijvoorbeeld kan deze telwaarde afnemen 10 vanaf een voorafbepaalde waarde, bijvoorbeeld 1, enwel stapsgewijze tot nul. Dit telresultaat verschijnt als vermenigvuldigingskonstante cK; het complement van deze r. » vermenigvuldigingskonstante wordt eveneens afgegeven door de vermenigvuldigingskonstante-generator 17 als het comple-15 mentaire signaal (1-°Q . Op deze wijze neemt, wanneer de waarde van de vermenigvuldigingskonstante geleidelijk afneemt, die van het complement van de vermenigvuldigingskonstante, d.w.z. (1-οφ, geleidelijk af. Omgekeerd wekt als reaktie op een stopbewerkingsbesturingspuls de ver-20 menigvuldigingskonstante-gerierator 17 een progressief toenemende vermenigvuldigingskonstante o< en een progressief af nemend complement (1 -o<) op. Bij voorkeur variëren de progressief variërende konstanten «f en (l-°0 tussen de waarde nul en de waarde ëéhv. Desgewenst kunnen ook andere 25 waarden worden gekozen.
De door de vermenigvuldigingskonstante-generator 17 opgewekte vermenigvuldigingskonstante o( wordt toegevoerd aan een vermenigvuldiger 16a? het complement (l-©0 daarvan wordt toegevoerd aan een vermenigvuldiger 16b.
• _ 30 Elk van deze vermenigvuldigers is ingericht en aangesloten voor het vermenigvuldigen van de konstanten, die daaraan zijn toegevoerd door de vermenigvuldigingskonstante-genera-tor 17 en het digitale signaal (S of S^5 λ dat daaraan is toegevoerd vanaf de ingangsaansluitingen resp. 15a en 15b.
35 De door de vermenigvuldigingsschakelingen opgewekte pro-dukten, als uitkomst van de vermenigvuldigingsbewerking, worden toegevoerd aan de sommeerschakeling 19, waardoor ze digitaal worden opgeteld, zodanig, dat een gemengd digitaal 80 0 0 5 95 -10- signaal wordt opgewekt. Dit gemengde digitale signaal wordt toegevoerd aan een uitgangsaansluiting 20.
Nu zal aan de hand van de figuren 3A en 3B worden beschreven, hoe de getekende bewerkingsschakeling 8 werkt 5 in context van figuur 1. Stel, dat op het tijdstip Tq de besturingsschakeling 13 wordt bekrachtigd en een schakel-besturingspuls P^ afgeeft. Daardoor wordt de opneempoort 11 geactiveerd voor afgifte van de kodeereenheid 10 afkomstige digitale signalen aan de opneemtransducent 3. Zoals in g figuur 3A is weergegeven, bezit op het tijdstip Tg de vermenigvuldigingskonstante o( de waarde 1, en bezit het complement (l-oö daarvan de waarde nul. Op deze wijze worden de van de magneetband 1 uigelezen, oorspronkelijke digitale signalen in de vermenigvuldiger 16a vermenigvuldigd j. met 1; de aan ê bewerkingsschakeling toegevoerd digitale bewerkingssignalen S2 worden met nul vermenigvuldigd. Het zal daarmee duidelijk zijn, dat het op het tijdstip TQ afgegeven, gemengde digitale signaal gelijk is aan het oorspronkelijke digitale signaal S^, aangezien : 20 S3 = c<S1 + (1-oQ S2 800 0 5 95 -11- dat, naar mate de waarde van de vermenigvuldigingskonstante o( geleidelijk afneemt, de waarde van het door de vermenigvuldiger 16a aan de sommeerschakeling 19 toegevoerde, vermenigvuldigde digitale signaal eveneens afneemt. Naar 5 mate het complement (1-σΟ van de vermenigvuldigingskonstante geleidelijk toeneemt in waarde, neemt tegelijkertijd de waarde van de door de vermenigvuldiger 16b afgegeven, vermenigvuldigde digitale bewerkingssignalen (l-oOS2 eveneens toe. Gedurende de geleidelijke verandering in de waarden 10 van deze konstanten bevatten derhalve de gemengde digitale signalen Sg, zoals die door de sommeerschakeling 19 aan de uitgangsaansluiting 20 worden toegevoerd, in afnemende mate het originele digitale signaal en in toenemende mate het digitale bewerkingssignaal Sg. Dit houdt in, dat het 15 originele digitale signaal geleidelijk wordt weggeregeld en het digitale bewerkingssignaal wordt ingeregeld.
Ten tijde tg (zie figuur 3) is de waarde van de vermenigvuldigingskonstante tot nul gedaald en is de waarde van het complement (l-°() van de vermenigvuldigings-20 konstante tot 1 gestegen. Derhalve is op het tijdstip tg slechts het aan de uitgangsaansluiting 20 beschikbare gemengde digitale signaal Sg gelijk aan het digitale bewerkingssignaal Sg. Het inregelen van het digitale bewerkingssignaal, gepaardgaande met de uitregeling van het originele digitale 25 signaal gedurende het interval t^-tg za^ ver^er worden aangeduid als kruis-regeling (cross-fade operation). De aandacht wordt erop gevestigd, dat het digitale bewerkingssignaal S2 vanaf het tijdstip t2 aan de kodeerschakeling 10 wordt toegevoerd, totdat een stopbewerkingsbesturingspuls ' 30 is afgegeven.
Stel, dat de stopbewerkingsbesturingspuls Pg op het tijdstip tg wordt opgewekt en afgegeven. De besturings-schakeling 13 kan deze puls automatisch opwekken onder besturing van bijvoorbeeld het vrijgeven van een bewerkings-35 besturingsschakeling danwel in afhankelijkheid van de activering van een STOP-bewerkingsschakelaar of dergelijke.
In elk geval wordt vanaf het tijdstip tg tot het tijdstip t4 de bovenbeschreven kruisregeling herhaald, met dien ver- o η λ λ c n e -12- stand e, dat de vermen! vu ld igingskons tante stapsgewijze toeneemt terwijl het complement (1-q9 van deze vermenig-vuldigingskonstante stapsgewijze afneemt. Gedurende het interval t-^-t^ resulteert op deze wijze de kruisregeling 5 in. het inregelen van het digitale oorspronkelijke signaal S.^, dat is uitgelezen van de magneetband 1, en het gelijktijdig uitregelen van het digitale bewerkingssignaal S2· . Op deze wijze worden gedurende dit interval tg-t^ de gemengde digitale signalen Sg in toenemende mate gevormd door het 10 oorspronkelijke digitale signaal S.^ en in afnemende mate door het digitale bewerkingssignaal Sg.
Op het tijdstip t^ is de waarde van de. vermenig-vuldigingskonstante teruggekeerd tot 1 en is de waarde van de complement (l-°0 daarvan teruggekeerd tot nul. Van-15 . af het tijdstip tA wordt derhalve het gemengde digitale signaal Sg uitsluitend gevormd door het oorspronkelijke geregistreerde digitale signaal S^. Aan de hand van het in figuur 1 bovenbeschreven uitvoeringsvoorbeeld blijkt, dat vanaf het tijdstip t4 dit aan de uitgang van de bewerkings-20 schakeling 8 beschikbare oorspronkelijk geregistreerde digitale signaal opnieuw op de magneetband 1 wordt opgenomen. Door de werking van de vertragingsschakeling 7 wordt verder het oorspronkelijke digitale signaal op exact dezelfde ] ·.>· positie heropgenomen als waarvanuit het was uitgelezen.
25 Verder wordt aan de hand van figuur 3B veronder steld, dat óp het tijdstip tgde schakelbesturingspuls P^ eindigt. Hierdoor komt een einde aan de bekrachtigings-toestand van de poort 1.1, zodat deze verder opnemen van digitale signalen door de opneemtransducent 3 verder blok-- 30 keert. Hiermee is de bewerking voltooid.
Figuur 4 toont schematisch een spoor la op magneetband 1, waarop de door de in figuur 1 weergegeven bewerkingsinrichting bewerkte digitale signalen zijn geregistreerd. In de gebieden in het spoor la, die door het 35 met getrokken arseringen weergegeven gebied worden aangeduid, zijn de oorspronkelijke digitale signalen geregistreerd. In die gedeelten van het spoor' la, die met de onderbroken arserihg zijn aangeduid, zijn de gemengde 800 0 5 95 -13- digitale signalen Sg opgenomen. Tenslotte is in dat gedeelte van het spoor la, dat door het niet-gearseerde oppervlak is weergegeven, het digitale bewerkingssignaal S2 geregistreerd .
5 Aangenomen is, dat de plaats TQ op het spoor la correspondeert met het tijdstip tg, waarop de schakelbe-sturingspuls wordt afgegeven. Er wordt aan herinnerd, dat op dit tijdstip de opneempoort 11 zodanig wordt bestuurd, dat het oorspronkelijk geregistreerde digitale signaal Sg, 10 dat door de weergeeftransducent 2 uit het spoor la wordt uitgelezen, door de opneemtransducent 3 op exact dezelfde plaats op dit spoor wordt geregistreerd. Op deze wijze wordt ' ï vanaf de plaats Tg het gemengde digitale Sg geregistreerd, maar = S^. Op de plaats Tg start de zoge-15 naamde binnendringbewerking (cut-in of punch-in).
Op het tijdstip t^ wordt de startbewerkings-besturingspuls Pg afgegeven. De plaats T^ langs het spoor la correspondeert met het tijdstip t^, waar de kruisregeling start. Dat wil zeggen, zoals boven beschreven is, wordt 20 vanaf de plaats T^ het gemengde digitale signaal Sg gevormd door het oorspronkelijk geregistreerde digitale signaal van progressief afnemende waarde en het digitale bewerkings-signaal S2 met progressief toenemende waarde. Vanaf de plaats T^ tot de plaats T2 wordt derhalve het gemengde 25 digitale signaal Sg geregistreerd, waarbij Sg = S1+S2·
Op het tijdstip t2 eindigt de genoemde kruisregeling. Dit tijdstip correspondeert met de plaats T2 op het spoor la. Derhalve wordt vanaf de lokatie T2 tot de lokatie Τ^ het digitale bewerkingssignaal Sg geregistreerd. Op het 30 tijdstip tg, dat correspondeert met de plaats Tg langs het spoor la, wordt opnieuw de kruisregeling gestart. Nu echter, zoals reeds is besproken onder verwijzing naar figuur 3D, wordt het niveau van een digitale bewerkingssignaal S2 geleidelijk verminderd, terwijl het niveau van het oor-35 spronkelijk geregistreerde digitale signaal S^ wordt verhoogd. Dit staat bekend als de zogenaamde terugtrekbewer-king (cut-out of punch-out). Bij deze terugtrekbewerking vanaf de plaats T~ - T. wordt het gemengde digitale signaal 800 0 5 So -14- opgenomen, waarbij = + S^.
OP het tijdstip t^ eindigt de kruisregeling. Derhalve wordt vanaf de plaats uitsluitend het oorspronkelijk geregistreerde digitale signaal opgenonien. De 5 terugtrekbewerking eindigt op het tijdstip t^, overeenkomende met de plaats Tj-, waarbij de schakelingsbesturingspuls P^ dienst doet voor het in de blokkerende toestand brengen van de opneempoort 11. Derhalve wordt vanaf de plaats het via de kodeereenheid 10 toegevoerde uitgangssignaal 10 van de bewerkingsschakeling 8 niet langer opgenomen. Dat betekent, dat de totale bewerkingsbehandeling is voltooid en verder geen opname optreedt, totdat een verdere bewerkingsbehandeling wordt gestart.
Figuur 5A toont een signaalfornaat, waarin de op 15/ de magneetband 1 geregistreerde digitale signalen kunnen zijn gerangschikt. De digitale signalen die informatie weergeven, zoals audio-informatie, bijvoorbeeld de PCM-ge-kodeerde audiosignalen, zijn tot woorden gevormd, die zullen worden aangeduid als datawoorden W^. Elk van deze data-20' woorden kan bijvoorbeeld 16 bits omvatten. Bijvoorbeeld kan elk 16-bits datawoord een monster van een linker-kanaal audiosignaal en een rechter-kanaal audiosignaal representeren. Als ander voorbeeld kan het 16-bits datawoord een enkelvoudig gekodeerd monster van een analoog signaal re-25 presenteren. Indien de door de datawoorden weergegeven analoge informatie langzaam varieert, of indien deze informatie relatief redundant is, hangen de aangrenzende datawoorden in voldoende mate met elkander samen, om de door éên exem-plaat weergegeven informatie in hoofdzaak door interpolatie 30 te kunnen afleiden. Bijvoorbeeld het datawoord hangt in voldoende mate samen met zijn aangrenzende datawoorden en W3 om te zorgen, dat de daardoor weergegeven informatie in hoofdzaak door interpolatie (of middeling) van de datawoorden en kan worden hersteld.
35 De op de magneetband 1 opgenomen datawoorden zijn gerangschikt in opeenvolgende blokken van datawoorden. In een eenvoudig voorbeeld daarvan omvat elk blok datawoorden twee aangrenzende datawoorden, bijvoorbeeld de datawoorden 800 0 5 95 -15- en W^r gevolgd door een foutenkontrolewoord dat is toegevoegd aan de twee in dat blok vervatte datawoorden. Een foutenkontrolewoord, weergegeven als wordt afgegeven door de zogenaamde volledige-optelkode, waarbij de daaraan-5 toegevoegde datawoorden worden gesommeerd. Het foutencontrole-woord P^ is namelijk een 17-bits woord en wordt afgegeven als de volledige-optelkode P. = (W. + W. , .). Op deze wijze bestaat het in figuur 5 eerst getekende datablok uit twee opeenvolgende, samenhangende datawoorden en hun fouten-10 kontrolewoord, weergegeven als W^, Wq, P_^. Het sequentieel volgende datablok wordt weergegeven als W^, en P^. Het sequentieel daar weer opvolgende datablok wordt weergegeven als W37 W4 en P^. Zoals in figuur 5A is getekend, zijn de magneetband 1 opgenomen digitale signalen in opeenvolgende 15 databloks gerangschikt, welke databloks bestaan uit sequentiële datawoorden W^, terwijl elk datablok in het getekende voorbeeld twee datawoorden W., W. , .en hun foutenkontrole-woord omvat, welk kontrolewoord het volledige-optelkode-woord is.
20 Indien bij het in figuur 5 weergegeven signaal- formaat het ene of het andere datawoord^een bepaald datablok is vervormd of uitgewist, kan dat woord niettemin worden uitgelezen door het uitvoeren van een aftrekbewerking, waarbij het onvervormde datawoord wordt afgetrokken van het 25 samenhangende foutenkontrolewoord. Indien bijvoorbeeld het datawoord W2 is vervormd, kan het niettemin worden hersteld door het uitvoeren van de foutenkorrektiebehandeling W2 = (P^ - Op dezelfde wijze kan, indien het datawoord W1 is vervormd, dit woord worden hersteld door het aftrekken 30 van het datawoord W2 van het foutenkontrolewoord P^. Indien weer verder de door de datawoorden weergegeven informatie langzaam varieert, of redundant is, kan een goede benadering van de twee datawoorden in een bepaald datablok worden bepaald, zelfs indien beide datawoorden zijn vervormd, door 35 bepaling van het gemiddelde van hun samenhangende foutenkontrolewoord. Indien dus beide datawoorden en W2 zijn vervormd, kan een goede benadering daarvan worden verkregen door middeling van hun samenhangende foutenkontrolewoord 800 0 5 95 -16- waarbij Ρ^2 = ^wi + W2)/2.
Het zal duidelijk zijn dat, indien alle digitale woorden binnen een datablok zijn vervormd, d.w.z., indien in dit uitvoeringsvoorbeeld beide datawoorden en bun fouten-5 kontrolewoord zijn vervormd, het moeilijk is, deze datawoorden te herstellen. Dit type vervorming kan optreden tengevolge van signaaluitval, een salvofout en dergelijke. Voor het verminderen van het effekt van een dergelijke fout wordt er de voorkeur aangegeven, het foutenkontrole-10 woord te registreren in een datablok op afstand van het datablok waarin de met dat foutenkontrolewoord samenhangende datawoorden zijn opgenomen. Dat wil zeggen dat, in plaats van registratie van een foutenkontrolewoord P^^ in hetzelfde datablok als de datawoorden en W2, het foutenkontrale- 15 woord wordt opgenomen in een ander blok op afstand daarvan. Zoals bijvoorbeeld in figuur 5B is weergegeven, is een foutenkontrolewoord P1 in hetzelfde blok opgenomen als de datawoorden + 23 eh W2 + 2d* deze wijze is het datablok, waarin het foutenkontrolewoord Pj is opgenomen, 20 d datablokken verwijderd van het datablok, waarin de daarmee samenhangende datawoorden en zijn geregistreerd. In dit voorbeeld bevat het datablok waarin de datawoorden en W2 zijn opgenomen eveneens het foutenkontrolewoord P1-2d zoals in figuur 5B is getekend. Het datablok, waarin een 25 fountenkontrolewoord is geregistreerd, bezit een effectieve vertraging van d blokken vanaf ;het datablok, waarin zijn samenhangende datawoorden zijn opgenomen. Anders gezegd, de foutenkontrolewoorden zijn vertraagd, en vervolgens tussengevoegd in de sequentie van datawoorden. Indien derhalve _ 30 een signaaluitval, een salvofout of dergelijke vervorming van volledig datablok verootzaakt, kunnen de datawoorden in dat gevormde blok niettemin goed worden benaderd door het middelen van het vertraagde samenhangende foutenkontrolewoord, dat vanzelfsprekend in een afzonderlijk blok is 35 opgenomen en niet zal zijn vervormd.
Hoewel dat niet in figuur 5 is weergegeven, kan een verdere verlaging van fouten tengevolge van vervormingen worden verkregen door het opnemen van samenhangende data- 8000595 -17- woorden in verschillende datablokken. Bijvoorbeeld kunnen de datawoorden met even rangnummer zijn vertraagd ten opzichte van de datawoorden met oneven rangnummer, en deze vertraagde datawoorden kunnen worden ingevoegd tussen de 5 niet-vertraagde datawoorden, en eveneens tussen de vertraagde foutenkontrolewoorden. Dit zal bijvoorbeeld het gevolg hebben, dat het datawoord wordt geregistreerd in het ene datablok, terwijl het samenhangende datawoord wordt geregistreerd in een ander datablok en het daarmee ëamen-hangende foutenkontrolewoord P^ wordt opgenomen in weer een verder datablok. Zelfs indien een volledig datablok is gevormd, zal in dit signaalformaat slechts één van de digitale woorden W^, W2 en P1 vervormd zijn. De overige twee digitale woorden kunnen makkelijk zodanig worden bewerkt, ^ dat het vervormde woord wordt hersteld.
Bij voorkeur worden, hetgeen in de figuren 5A en 5B niet is weergegeven, een foutendetectiekode, bijvoorbeeld een CRC-kode en een pariteitskode ingevoegd na elk voorafbepaald aantal datablokken.
2q Een uitvoeringsvoorbeeld van de dekodeereenheid 6, die kan worden toegepast in samenhang met het in figuur 5B weergegeven opneemfornaat, in figuur 6 getekend. De dekodeereenheid 6 omvat een demodulator 22, een tijdbasis-korrektieschakeling 23, een verdelings- of scheidingsschake-ling 24, een vertragingsschakeling 25 en een foutenkorrektie-schakeling 26.
De uitgang van de tijdsbasiskorrektieschakeling 23 is verbonden met de verdelings- of scheidingsschakeling 24. Deze scheidingsschakeling doet dienst voor het afschei-den of demultiplexeren van de in figuur 5B weergegeven sequentiële datablokken. In het bijzonder doet de schakeling 24 dienst voor het scheiden van de datawoorden van de foutenkontrolewoorden P^ in de sequentieel ontvangen datablokken. De schakeling 24 vertoont twee uitgangen, waaraan 2^ resp. de afgescheiden, datawoorden en de foutenkontrolewoorden beschikbaar zijn. De uitgang, waaraan de sequentie » van datawoorden beschikbaar is, is verbonden met de vertragingsschakeling 25, en de andere uitgang, waaraan de 800 0 5 95 -18- foutenkontrolewoorden beschikbaar zijn, is verbonden met de foutenkorrektieschakeling 26. De vertragingsschakeling 26 is ingericht voor het vertragen van de sequentie van datawoorden met een met d datablokken corresponderend be-5 drag, dat wil zeggen, de vertraging tussen het optreden van een datablok waarin een foutenkontrolewoord aanwezig is en het optreden van een datablok waarin de met dat kontrolewoord samenhangende datwoorden 'aanwezig zijn. Deze vertraging of afstand tussen deze datablokken is in figuur 10 5B weergegeven.
De foutenkorrektieschakeling 26 is ingericht voor het gebruiken van het foutenkontrolewoord, dat daaraan door de verdelingschakeling 24 wordt toegevoerd, voor het corrigeren van fouten, die aanwezig kunnen zijn in êên of 15 beide van de vertraagde datawoorden, die samenhangen met dat foutenkontrolewoord en zijn afgegeven door de vertragingsschakeling 25. De uitgang van de foutenkorrektieschakeling 26 is verbonden met een uitgangsaansluiting 27.
Het zal duidelijk zijn, dat de verdelingsschake- 20 ling 24 de sequentiele datawoorden W^, W2 en ......W^ + 2d/ ^2 + 2d aan vertra9in9sscliaIcelin9 25 toevoert.
Wanneer op de in figuur 5B aangeduide wijze de datawoorden en W2 worden ontvangen, geeft vanzelfsprekend de ver-delingsschakeling 24 een foutenkontrolewoord P^^ _ 2<j af 25 aan de foutenkorrektieschakeling. Indien de datawoorden W^ en W^ worden ontvangen, geeft de schakeling 24 het foutenkontrolewoord _ 2^ af, aan de foutenkorrektieschakeling. Wanneer de datawoorden W^ + 2^ en W2 + 2(j worden ontvangen, geeft op dezelfde wijze de verdelings-30 schakeling het foutenkontrolewoord P^ af aan de fouten- korrektieschakeling 26. De vertagingsschakeling 25 vertraagd de sequentie van de datawoorden in voldoende mate om te zorgen, dat op het tijdstip waarop de vertraagde datawoorden W1 en W2 aan de foutenkorrektieschakeling 26 worden toege-35 voerd d blokken van datawoorden zijn ontvangen door de verdelingsschakeling 24, waarna de verdelingsschakeling nu het foutenkontrolewoord P^ aan de foutenkorrektieschakeling toevoert. Op deze wijze doet de vertragingsschakeling 25 8000595 -19- dienst voor toevoer van de datawoorden aan de foutenkorrek-tieschakeling 26, in hoofdzaak in tijd-alignering met hun bijbehorende foutenkontrolewoord, dat van de magnetische band is uitgelezen op een later tijdstip dan de uitlezing 5 van de bijbehorende datawoorden. Zelfs met de in figuur 5B weergegeven tussengevoegde rangschikking worden derhalve aan de foutenkorrektieschakeling 26 de juiste data- en foutenkontrolewoorden toegevoerd voor het herstellen van een datawoord, dat kan zijn vervormd tengevolge van signaal-10 uitval, een salvofout, of dergelijke. Zelfs indien het in figuur 5B weergegeven signaalformaat op de magneetband is geregistreerd, doen derhalve de verdelingsschakeling 24 en de vertragingsschakeling 25 dienst voor.het hergroeperen van dit formaat ter verkrijging van het in figuur 5A weer-15 gegeven formaat.
De foutenkorrektieschakeling 26 voert de oorspronkelijk geregistreerde, aan foutenkorrektie onderworpen digitale signalen toe aan de vertragingsschakeling 7 (figuur 1). Het zal duidelijk zijn, dat deze digitale sig-20 nalen worden gevormd door sequentiele datwoorden W^, ..... Deze digitale signalen worden door de bewerkings- schakeling 8 op de boven in detail beschreven wijze gemengd met de digitale bewerkingssignalen S2 ter uitvoering van een bewerkingsbehandeling. De door de bewerkingsschakeling 25 afgegeven, resulterende gemengde digitale signalen S3 ver tonen de vorm van sequentiele datawoorden, en deze. sequentie van datawoorden wordt toegevoerd aan de kodeereenheid 10.
Een uitvoeringsvoorbeeld van een kodeereenheid 10, die in staat is tot het hergroeperen van de sequentiele 30 datawoorden tot het in figuur 5D weergegeven formaat is in figuur 7 weergegeven. De kodeereenheid omvat een fouten-kontrolewoordgenerator 29, een vertragingsschakeling 30, een samenstellingsschakeling 31 en een modulator 32. De foutenkontrolewoordgenerator 29 is verbonden met een ingangs-35 aansluiting 28 voor ontvangst van de daaraan door de bewer-kingsschakeling 8 toegevoerde gemengde digitale signalen Sg. De foutenkontrolewoordgenerator is ingericht en aangesloten voor opwekking en afgifte van de hele-optelkode 8000595 -20- onder besturing door twee opeenvolgende datawoorden. Een dergelijke foutenkontrolewoordgenerator is de vakman bekend en behoeft geen nadere beschrijving.
De uitgang van de foutenkontrolewoord-generator 5 is verbonden met de vertragingsschakeling 30, die is ingericht en aangepast voor het introduceren van een vertraging van d blokken aan de daaraan toegevoerde foutenkontrole-woorden P^. Het uitgangssignaal van deze vertragingsschake-ling wordt, te zanten met de sequentiele datawoorden vanaf 10 de ingangsaansluiting 28, toegevoerd aan resp. ingangen van de samenstellingsschakeling 31. Deze samenstellings-schakeling, die kan werken als multiplexeer- of tussenvoeg-schakeling, is ingericht voor het insteken of tussenvoegen van de daaraan door de vertragingsschakeling 30 toegevoerde, 15 vertraagde foutenkontrolewoorden in de sequentie van datawoorden. In overeenstemming met in figuur 5B getoonde formaat, wordt een foutenkontrolewoord na elke twee datawoorden tus s engevoegd.
De uitgang van de samenstellingsschakeling 31 is 20 verbonden met de modulator 32 voor toevoer daaraan van sequentiele datablokken van het in figuur 5B getoonde type.
De modulator kan van een gebruikelijk type zijn en zijn aangepast voor modulatie van de daaraan door de samenstellingsschakeling 31 toegevoerde digitale signalen tot een 25 gewenste registratiekode, bijvoorbeeld de reedsgenoemde kodes NRZ.I, 3PM,MFM, en dergelijke. De uitgang van een modulator 32 is verbonden met een uitgangsaansluiting 33, die op zijn beurt is verbonden met de opneempoort 11 (zie figuur 1).
30 Hoewel dat niet in figuur 7 is getekend, kan tussen de samenstellingsschakeling 31 en de modulator 32 een CRC-kodegenerator zijn aangebracht voor opwekking en afgifte van een CRC-kodesignaal en het invoegen daarvan na elk voorafbepaald aantal datablokken.
35 De foutenkontrolewoordgenerator 29 wekt een fou- tenkontrolwoord P^ op in afhankelijkheid van de twee daaraan toegevoerde datawoorden en + Op deze wijze wordt het foutenkontrolewoord P. opgewekt in afhankelijkheid 800 0 5 95 -21- van de datawoorden W^ en ΐ^; het foutenkontrolewoord wordt opgewekt in afhankelijkheid van de datawoorden en W^; enz. Deze foutenkontrelewoorden, die sequentieel worden opgewekt, worden over een met d datablokken corre-5 sponderend bedrag vertraagd. Wanneer de datawoorden W1 en W2 san de ingangsaansluiting 28, en daarmee aan de samen-stellingsschakeling 31, worden toegevoerd, voert tengevolge van deze vertraging derhalve de vertragingsschakeling 30 het foutenkontrolewoord _ 23 hoe aan de samenstellings-1Ó schakeling. Dit foutenkontrolwoord is natuurlijk vertraagd ten opzichte van de daarmee samenhangende datawoorden. Wanneer de datawoorden W^ + 23 en W2 + 2^ aan de ingangs aansluiting 28 worden ontvangen, voert op dezelfde wijze de vertragingsschakeling 30 het foutenkontrolewoord 15 P^ aan de samenstellingsschakeling 31 toe. Deze vertraagde foutenkontrolewoorden en de ontvangen datawoorden worden aan een tussenvoeg-bewerking onderworpen door de samenstellingsschakeling, zodanig, dat de sequentiele rangschikking volgens figuur 5B wordt verkregen. Na geschikte 20 modulatie door de modulator 32 wordt deze sequentie van datablokken toegevoerd aan de opneempoort 11 voor registratie op de magneetband 1 gedurende een bewerkingsbehandeling.
Wanneer de in figuur 1 weergegeven inrichting is voorzien van in figuur 6 weergegeven dekodeereenheid 25 en de in figuur 7 weergegeven kodeereenheid, bezitten de tijdens een bewerkingsbehandeling op de magneetband 1 geregistreerde digitale signalen, bijvoorbeeld tijdens een invoegbewerkingsbehandeling, het in figuur 5B weergegeven formaat? ze zijn schematisch weergegeven in de figuren 8A 30 en 8B. Figuur 8A toont de in het spoor IA opgenomen datawoorden? figuur 8B toont de in dit spoor geregistreerde foutenkontrolewoorden. De plaatsen corresponderen met die plaatsen, die boven zijn beschreven aan de hand van. de figuren 3 en 4, en hebben betrekking op de plaatsen, waarop 35 digitale signalen zijn geregistreerd, die op diverse tijdstippen gedurende de bewerkingsbehandeling zijn opgewekt. Bijvoorbeeld correspondeert de plaats Tq met het tijdstip, waarop de opneempoort 11 is geactiveerd. Zoals boven is 800 0 5 95 -22- beschreven, verschijnen, voorafgaand aan de plaats Tq, de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen op het spoor la. Vanaf de plaats Tq tot de plaats T^ worden deze digitale signalen opnieuw opgenomen. Op de plaats T^ wordt 5 de bewerkingsschakeling 8 bekrachtigd (zoals boven is beschreven met betrekking tot de figuren 2-4), waarna de gemengde digitale signalen + S2 zijn geregistreerd.
Er wordt aan herinnerd dat gedurende het interval T^ - T2 de kruisregeling plaatsvindt. Deze kruisregeling beëindigt 10 op de plaats T2, waarna slechts de digitale bewerkings-. signalen S2 worden geregistreerd.
Het zal aan de hand van de figuur 5B duidelijk zijn, dat een foutenkontrolewoord is geregistreerd in een datablok dat is vertraagd of op afstand geplaatst ten op-15 zichte van het datablok, waarin de samenhhngende datawoorden zijn geregistreerd. Deze afstand is gelijk aan d datablokken en is in figuur 8B weergegeven als de afstand D. Dat betekent dat, indien de datawoorden en W2 bijvoorbeeld zijn geregistreerd op de plaats Tq (zie figuur 8A), het met 20 deze datawoorden corresponderende foutenkontrolewoord zijn geregistreerd op een vertraagde plaats T'q, welke plaats een afstand D bezit ten opzicht evan de plaats Tq.
Gedurende het interval Tq - bestaan de gemengde digitale signalen uitsluitend uit de oorspronkelijk ge-25 registreerde digitale signalen S^. Het zal aan de hand van de voorafgaande bespreking ten aanzien van de werking van de bewerkingsinrichting volgens figuur 1 duidelijk zijn dat, zelfs indien de gemengde digitale signalen worden opgewekt en geregistreerd, deze gemengde digitale 30 signalen foutenkontrolewoorden bevatten. Zoals uit figuur 8B blijkt worden gedurende het interval T'q - T'1 die foutenkontrolwoorden geregistreerd, die samenhangen met de in het interval Tq - T^ opgenomen digitale signalen (S^ = S^). Het blijkt, dat het interval Tq - T^ op een afstand 35 D is gelegen vanaf het interval Tq - T^.
Gedurende het interval T*^ - T'2 (zie figuur 8B), worden de foutenkontrolewoorden geregistreerd, die samenhangen met de datawoorden in de in het interval T, - T_ 800 0 5 95 1 2 -23- geregistreerde digitale signaal S3 (S^ = + S2) . Terwijl de digitale bewerkingssignalen S2 in het interval T2 -op het spoor la worden geregistreerd, worden op dezelfde wijze de met deze digitale bewerkingssignalen samenhangende 5 foutenkontrolewoorden geregistreerd met interval T'2 ~ T'3. Dat betekent, dat de geregistreerde foutenkontrolewoorden zijn vertraagd of op afstand geplaatst ten opzichte van de daarmee samenhangende datawoorden, enwel over een afstand D, ongeacht het feit, of de datawoorden de oorspronkelijk 10 geregistreerde digitale signalen zijn, de gemengde, aan kruisregeling onderworpen digitale signalen of de digitale bewerkingssignalen.
De plaats T^ correspondeert met het begin van de kruisregeling voor het uitvoeren van de terugtrek-bedrijfs-15 toestand. Er wordt aan herinnerd, dat gedurende de terug-trekbedrijfstoestand de gemengde digitale signalen worden gevormd door een mengsel van de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen met progressief toenemende waarde en de digitale bewerkingssignalen S2 van progressief 20 afnemende waarde. Op deze wijze kunnen gedurende het inter val Tg - T4 de gemengde digitale signalen worden weergegeven als + s2* Bij het begin van de terugtrek-bedrijfs toestand, d.w.z. op de plaats 1^, hangt het in de digitale signalen S3 en de uitgang van de kodeereenheid 10 aanwezige 25 foutenkontrolewoord samen met een digitaal bewerkingssignaal, dat was geregistreerd vöór de plaats T^. Zoals in figuur 8B is weergegeven, hangen gedurende het interval - T' 3, welk interval correspondeert met de lengte D op het spoor la, de geregistreerde foutenkontrolewoorden samen met datawoor-30 den, die voorafgaand aan de plaats T^ waren opgenomen.
De gemengde digitale signalen (S^ = + S2) zijn geregistreerd in een interval - T^, en de met de datawoorden van deze gemengde digitale signalen samenhangende foutenkontrolewoorden zijn geregistreerd in het op afstand 35 geplaatste (of vertraagde) interval T*3 - T‘
De kruisregelbewerking eindigt op de plaats T^. Derhalve worden in het interval T^ - T^ door oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen S1 opnieuw opgenomen.
8000595 -24-
Ter plaatse van eindigt de eerder beschreven terugtrek-bedrijfstoestand. Op deze wijze worden vanaf de plaats Tc
D
en vervolgens de digitale signalen opgenomen. De met de digitale signalen samenhangende foutenkontrolewoorden 5 worden geregistreerd vanaf de plaats T'^ en vervolgens, zoals in figuur 8B is getekend.
Het blijkt derhalve dat, zelfs indien het in figuur 5B getoonde signaalfornaat wordt gebruikt, de bewer-kingsinrichting volgens de uitvinding de bewerkte data-10 signalen registreert, te zamen met hun samenhangende kontrole-woorden, zoals in figuren 8A en 8B is weergegeven. Op deze wijze voert de uitvinding een invoeg-bewerking uit zonder verlies van samenhangende foutenkontrolewoorden.
In het tot dusver beschreven uitvoeringsvoorbeeld 15 van de inrichting volgens de uitvinding zijn de datawoorden geregistreerd in een enkelkanaal of spoor. Dit kanaal van datawoorden kan zijn geregistreerd in afzonderlijke, evenwijdige sporen. Bijvoorbeeld kunnen de datawoorden om oneven rangnummers ....) in éën spoor zijn geregi- 20 streerd en de datawoorden met even rangnummers (VL,/ ...) in het andere, daarmee evenwijdige spoor. Het zal duidelijk zijn, dat deze tweespoortechniek een verdere vermindering betekent van verlies aan informatie, dat kan optreden als gevolg van signaaluitval of salvofouten in een enkel spoor.
25 In figuur 9 is een uitvoeringsvoorbeeld weergegeven van een bewerkingsinrichting, die kan worden toegepast met dergelijke tweespoors digitale signalen. Deze inrichting omvat twee weergeeftransducenten 42a en 42b, twee weergeef-versterkers 45a en 45b, een dekodeereenheid 46, een ver-30 tragingsschakeling 47, een bewerkingsschakeling 48, een kodeereenheid 50, twee opneempoorten 51a en 51b, twee opneemversterkers 52a en 52b en twee 'opneemtransducenten 43a en 43b. Verder zijn twee bewakingstransducenten 44a en 44b aanwezig, die zijn verbonden' met respectieve bewakings-35 versterkers 55a en 55b.
Nu zal aan de hand van de figuren 10. en 11 worden beschreven, op welke wijze een invoegbewerkingsbehandeling wordt uitgevoerd door de inrichting volgens figuur .9 voor 800 0 5 95 -25- het bewerken van de in de evenwijdige sporen op de magneetband 1 geregistreerde digitale signalen. Stel, dat de binnendringbewerking wordt gestart op het tijdstip tg. Derhalve wordt op elk moment de .schakelbesturingspuls 5 opgewekt. Deze schakelbesturingspuls activeert de opneem-poort 5la zodanig, dat de daaraan door de kodeereenheid 50 toegevoerde sequentie van datablokken bijvoorbeeld wordt geregistreerd op het spoor la van de magneetband 41, enwel door middel van de opneemtransducent 43a. Figuur 10A toont 10 de binnendring-bedrijfstoestand, en het zal duidelijk zijn dat, voorafgaand aan het ontvangen van de startbewerkings-besturingspuls P2, de bewerkingsschakeling 43 aan de kodeereenheid 50 slechts door oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen toevoert, zonder dat die zijn gewij-15 zigd door de digitale bewerkingssignalen S2.Derhalve worden vanaf de plaats Tg - T2 (deze laatste plaats correspondeert met het tijdstip, waarop de startbewerkingsbesturings-puls wordt afgegeven) de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen S1 opnieuw opgenomen. Dat betekent, dat 20 in het interval TQ - T2 de aan de kodeereenheid 50 toegevoerde signalen, die zijn aangeduid als de gemiddelde digitale signalen' S^, uitsluitend worden gevormd door de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen (bijvoorbeeld Sg = ).
25 Stel verder dat, tengevolge van de werking van de vertragingsschakeling 54, de schakelbesturingspuls Plb pas op het tijdstip t^ wordt opgewekt en afgegeven. Op deze wijze wordt vanaf het tijdstip t^ de opneempoort 51b geactiveerd voor toevoer van de van de kodeereenheid 50 afkom-30 stige sequentie van datablokken aan de 'opneemtransducent 43b. Dit is in figuur 11 weergegeven als de plaats T^, van waaraf de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen opnieuw worden opgenomen op het spoor lb.
Op het tijdstip t2 wordt de startbewerkings-35 besturingspuls afgegeven. Zoals in figuur 11 is weergegeven, worden op deze wijze in het interval Tq - T2 de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen opnieuw opgenomen op het spoor la en worden in het interval - T2 de oor- 80 0 0 5 95 -26- spronkelijk geregistreerde digitale signalen S.^ opnieuw opgenomen op het spoor lb. Vanaf de plaats T2 op beide sporen, d.w.z. vanaf het tijdstip t2 waarop de startbewer-kingsbësturingspuls P2 wordt afgegeven worden op beide 5 sporen de gemengde digitale signalen + S2 opgenomen.
Zoals in figuur 10A is getekend, wordt in de tijdspanne T2 - Tg de kruisregeling uitgevoerd. Deze tijdsduur correspondeert met het interval T2 - Tg op de magneetband 41.
Op deze wijze worden gedurende dit interval de sequentie 10 van de aan de opneempoort 51 toegevoerde datablokken en de sequentie van de aan de opneempoort 5lb toegevoerde datablokken geregistreerd op resp. de sporen la en lb. Er wordt aan herinnerd dat, gedurende deze kruisregeling tijdens de binnendring-bedrijfstoestand de waarde van de 15 oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen progressief afneemt en de waarde van de digitale bewerkingssignalen S2; progressief toeneemt. Vanaf de plaats Tg bestaan derhalve de op de respectieve sporen opgenomen gemengde digitale signalen Sg uitsluitend uit de digitale bewerkingssignalen 20 S2.
Stel, dat de terugtrek-bedrijfstoestand op het tijdstip t^ wordt begonnen, zoals in figuur 10B is getekend. Dit betekent dat, in het interval Tg - T^ op beide sporen la en lb, de sequenties van datawoorden, corresponderend 25 met de digitale bewerkingssignalen S2, worden geregistreerd. Gedurende de in de terugtrek-bedrijfstoestand vanaf het tijdstip t^ - tg uitgevoerde kruisregeling echter worden de gemengde digitale signalen Sg op de ‘sporen la en lb op-genomen. Zoals in figuur 11 is weergegeven, worden gedurende 30 het interval - Tg de gemengde digitale signalen Sg - S^ + S2 opgenomen. Uit figuur 10B blijkt dat, gedurende deze kruisregeling de waarde van de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen Sg progressief toeneemt en de waarde van de digitale bewerkingssignalen S2 progressief afneemt.
35 Op het tijdstip tg, d.w.z. bij de voltooiing van deze kruisregeling, bestaan de gemengde digitale signalen Sg uitsluitend uit door oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen . Derhalve worden vanaf de plaats Tg de oor- 800 0 5 95 -27- spronkelijk geregistreerde digitale signalen in elk van de sporen la en lb opgenomen.
De terugtrek-bedrijfstoestand is voltooid/ wanneer de schakelbesturingspulsen P^a en eindigen. Aan-5 genomen wordt, dat de schakelbesturingspuls P^a eindigt op het tijdstip tg en dat de schakelbesturingspuls eindigt op een ten opzichte daarvan vertraagd tijdstip, bijvoorbeeld ten tijde tj. Derhalve worden op de in figuur 11 weergegeven wijde gedurende het interval Tg - Tg de 10 oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen S1 opnieuw in het spoor la opgenomen, totdat de plaats Tg is bereikt, waarbij de opneempoort 51a wordt gedesactiveerd. Op dezelfde wijze worden vanaf de plaats Tg tot de plaats T? de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen S1 opnieuw 15 opgenomen, waarbij op het tijdstip t^ de opneempoort 51b wordt gedesactiveerd. Bij deactivering van de respectieve opneempoorten worden vanzelfsprekend de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen in de respectieve sporen niet opnieuw opgenomen of anderszins gewijzigd.
20 Uit figuur 11 blijkt, dat in het spoor la op de plaats Tq schakelruis kan worden opgenomen, welke plaats TQ correspondeert met de activering van de opneempoort 51a. Op dezelfde wijze kan in het spoor lb schakelruis worden opgenomen op de plaats T1# corresponderend met de activering 25 van de opneempoort 51b. Deze plaatsen zijn op afstand van elkaar geplaatst en verkeren derhalve niet in tijd-aligne-ring. Derhalve wordt eventuele vervorming van de digitale signalen in het spoor la tengevolge van deze opneemruis niet begeleid door vervorming van de digitale signalen in 30 het spoor lb en op dezelfde wijze wordt eventuele vervorming in de digitale signalen in het spoor lb tengevolge van eventuele in dit spoor geregistreerde schakelruis niet begeleid door daarmee gepaard gaande vervorming in de in het spoor la opgenomen digitale signalen. Wanneer de op-35 neempoorten worden gedesactiveerd, corresponderen met de plaatsen Tg en T?, gaat eveneens eventuele vervorming in de digitale signalen op één spoor tengevolge van die deactivering niet gepaard met vervorming in de in het andere 800 0 5 95 -28- spoor opgenomen digitale signalen. Dit betekent dat, indien een datawoord in het ene spoor samenhangt met een daarmee gealigneerd datawoord in het andere spoor vervorming van het datawoord in het ene spoor niet gepaard zal gaan met 5 vervorming in het samenhangende datawoord in het andere spoor. Zelfs indien een datawoord is vervormd kan het derhalve niettemin worden hersteld door gebruikmaking van het onvervormde daarmee samenhangende datawoord, dat daarmee is gealigneerd in het andere spoor, te zamen met het fou-10 tenkontrolewoord, dat met beide genoemde datawoorden samen hangt .
Hoewel dat in figuur 9 niet is weergegeven kunnen wiskoppen voor de sporen la en lb aanwezig zijn, welke wiskoppen tussen de opneem- en weergeeftransducenten kunnen 15 zijn geplaatst in alignering met deze sporen. Deze wiskoppen kunnen worden bekrachtigd door resp. een schakelbesturings-puls Pla en Plb.
Een schematische weergave van het signaalformaat, waarin de digitale signalen worden geregistreerd, en de 20 wijze waarop een dergelijk signaalformaat kan worden verkregen, is in de figuren 12A - 12E getekend. Indien het kanaal van de datawoorden voorafgaand aan het registeren op magneetband 41 de in figuur 12A getoonde configuratie bezit, en indien wordt aangenomen, dat het datawoord 25 samenhangt met de datawoorden · dat het datawoord samenhangt met de datawoorden W^, enz., wordt dit kanaal van datawoorden geregistreerd als de afzonderlijke sequenties op respectieve evenwijdige sporen, zoals in figuur 12B is getekend. Dat betekent dat bijvoorbeeld de oneven genum-30 merde datawoorden , ... op het spoor la worden gere gistreerd en de even genummerde datawoorden W^, ... op het spoor lb worden opgenomen. Samenhangende datawoorden worden in tijd-alignering met elkaar geregistreerd. Het zal nog worden uiteengezet, dat bewerkte digitale signalen 35 op dezelfde wijze in de in figuur 12E weergegeven dubbele .sequenties verschijnen. Het zal duidelijk zijn dat door vertraging van de activering van de opneempoorten 51a en 51b schakelruis, die een datawoord in één spoor kan vervormen, 800 0 5 95 -29- bijvoorbeeld het datawoord ΐ·^, niet gepaard zal gaan met schakelruis, die het gealigneerde, samenhangende datawoord Wg in het andere spoor zal vervormen.
Het registratieformaat volgens de figuren 12A-5 12E en in het bijzonder het registratieformaat volgens figuur 12E wordt geïmplementeerd door de kodeereenheid 15 en eveneens door de dekodeereenheid 46, specifieke uit-voeringsvoorbeelden waarvan zijn weergegeven in resp. figuur 13 en figuur 14. De kodeereenheid 50 omvat een verdelings-10 schakeling 63, een foutenkontrolewoordgenerator 64, een vertragingsschakeling 65, een verdeelschakeling 66, samen-stellingsschakelingen 67a, 67b en modulatoren 69a, 69b.
Nu zal aan de hand van de figuren 12A - 12E beschreven worden, hoe de kodeereenheid 50 werkt. Stel, dat 15 het kanaal van aan de verdelingsschakeling 63 toegevoerde datawoorden de met het kanaal Hg in figuur 12A aangeduide configuratie bezit. De verdelingsschakeling scheidt de sequentiele datawoorden in enerzijds een sequentie oneven datawoorden en anderzijds een sequentie van even data-15 woorden Hg, zoals in figuur 12D is getekend. Deze oneven en even sequenties worden toegevoerd aan de foutenkontrolewoordgenerator 64. Deze wekt een foutenkontrolewoord op als reaktie op de daaraan gelijktijdig toegevoerde datawoorden. Zoals in figuur 12C is weergegeven, wordt op deze 20 wijze een foutenkontrolewoord P^ opgewekt als reaktie op de datawoorden en \tfg, die door de verdelingsschakeling 63 gelijktijdig aan de foutenkontrolewoordgenerator 64 worden toegevoerd. Een foutenkontrolewoord Pg wordt opgewekt als reaktie op de datawoorden Wg en , een fouten-25 kontrolewoord Pg wordt opgewekt als reaktie op de datawoorden Wg en Wg, enz. Het blijkt op deze wijze, dat de foutenkontrolewoordgenerator 64 dienst doet voor opwekking van de sequentie van de in figuur 12C weergegeven foutenkon trolewoorden Hg. Er wordt op gewezen, dat natuurlijk 30 elk foutenkontrolewoord in deze sequentie Hg samenhangt met twee datawoorden, die in de datawoordsequenties en Hg in tijd-alignering verkeren.
De sequentie Hg van de foutenkontrolewoorden 800 0 5 95 -30- wordt vertraagd door de vertragingsschakeling 65. Indien bijvoorbeeld wordt aangenomen, dat 14 sequentiele data-woorden één groep of groepblok van datawoorden vormt, introduceert de vertragingsschakeling 65 een met 10 groep-5 blokken corresponderende vertraging. De door de vertragingsschakeling 65 opgewekte, vertraagde foutenkontrolewoorden worden weergegeven als de vertragingssequentie in figuur 12D. Het blijkt, dat de tijd van optreden van het foutenkontrolewoord P-j^ over 10 groepblokken is vertraagd 10 ten opzichte van de samenhangende datawoorden en .
Derhalve verkeert in de vertraagde sequentie het foutenkontrolewoord P_2?c) in tijd-alignering met de datawoorden en ΐ'J2 r verkeert het foutenkontrolewoord ^..077 in ti jd-alignering met de datawoorden W3 en W4, verkeert het fouten-15 kontrolewoord p_275 tijd-alignering met de datawoorden
We en W-, enz.
5 6
De verdelingsschakeling 66 verspreidt de sequentiele, vertraagde foutenkontrolewoorden in de sequentie H4 over de samenstellingsschakeling 67a en 67b. Het fouten- ’ 20 kontrolewoord: ;P_275 wordt namelijk toegevoerd aan de samenstellingsschakeling 67a, terwijl het foutenkontrolewoord P_277 wordt toegevoerd aan de samenstellingsschakeling 67b. De verdelingsschakeling 66 verspreidt of scheidt afwisselende foutenkontrolewoorden zodanig, dat ze worden toegevoerd 25 aan resp. de samenstellingsschakelingen 67a en 67b.
De samenstellingsschakeling 67a voegt een daaraan door de verdelingsschakeling 66 toegevoerd foutenkontrole-wocrd in na elke twee daaraan door de verdelingsschakeling 63 toegevoerde datawoorden. De samenstellingsschakeling 67b 30 werkt op een dergelijke wijze. Zoals in figuur 12E is weergegeven, voegt de samenstellingsschakeling 67a een foutenkontrolewoord P_279 volgend op de sequentiele datawoorden en W^; verder voegt de samenstellingschake-ling 67b een foutenkontrolewoord-£^77 in, volgend op de 35 sequentiele datawoorden W2 en Op dezelfde wijze wordt het aan de samenstellingsschakeling 67a toegevoerde volgende foutenkontrolewoord ^„275 ingevoegd na de sequentiele datawoorden en ; de samenstellingsschakeling 67b voegt 800 05 95 -31- het volgend ontvangen foutenkontrolewoord P_2yg na sequentiele datawoorden Wg en Wg. Op deze wijze wekt elke samenstellingsschakeling uit de daaraan toegevoerde data-en foutenkontrolewoorden sequentiele datablokken op, die 5 elk bestaan uit twee datawoorden, gevolgd door een fouten-kontrolewoord.
Door de werking van de vertragingsschakeling 65 bezit, zoals uit figuur 12Ξ blijkt, het foutênkontrolewoord een afstand van m datablokken ten opzichte van het 10 datablok, waarin het daarmee samenhangende datawoord W^ is geregistreerd. Op dezelfde wijze is het foutenkontrole-woord Pg vervat in een datablok, dat een afstand van m datablokken bezit ten opzichte van het datablok, waarin het daarmee samenhangende datawoord W^ is vervat.
15 De door de samenstellingsschakeling 67a en 67h opgewekt sequentie van datablokken worden toegevoerd aan de optelschakelingen 68a en 68b, waarin synchronisatie-signaalkodes en CRC-kodes worden tussengevoegd. Op deze wijze wekken de optelschakelingen 68a en 68b sequenties 20 en op, die, zoals in figuur 12E is weergegeven de synchronisatiesignaalkode SYNC en de CRC-kode bevatten.
In een weergegeven signaalfornaat, wordt de SYNC-kode gevolgd door n datablok, op hun beurt gevolgd door de CRC-kode Q.. Indien wordt aangenomen, dat een "tijdblok” wordt 25 begrenst door opeenvolgende SYNC-kodes, vertoont een fouten-kontrolewoord een afstand van 10 tijdblokken van het daarmee-samengehangende datawoord. Hieruit blijkt, dat één groep-blok door de werking van elk van de samenstellings- en optelschakelingen, wordt samengesteld tot één corresponderend 30 tijdblok.
De tijdbloksequenties en worden gemoduleerd door resp. de modulatoren 69a en 69b en toegevoerd aan de opneempoorten, resp. 51a en 51b. Deze sequenties en H.^ worden bij activering van de opneempoorten 5la en 51b ge-35 registreerd in de sporen la en lb, Aangezien, zoals boven is vermeld, de opneempoort 51b wordt geactiveerd op een tijdstip, dat is vertraagd ten opzichte van het activerings-tijdstip van de opneempoort 51a, wordt eventuele schakel- 800 0 5 95 -32- ruis, die één of meer data- of foutenkontrolewoorden in de sequentie zou kunnen vervormen, niet begeleid door vervorming van tijd-gealigneerde data- of foutenkontrolewoorden in de sequentie H^· Indien bijvoorbeeld het data-5 woord is vervormd, is het datawoord W2 dat niet. Aangezien verder het foutenkontrolewoord P^, dat samenhangt met de datawoorden en W2, is vervat in een in de tijd gescheiden datablok, zal het niet worden vervormd en kan derhalve worden gebruikt met het onvervormde datawoord 10 W2 voor het herstellen van het datawoord (bijvoorbeeld: W1 - P1 - V ·
Figuur 14 toont een uitvoeringsvoorbeeld van de dekodeereenheid 46, die kan worden gebruikt voor het herstellen van de van de sporen la en lb afkomstige, oorspron-15 kelijk geregistreerde digitale signalen S^. Aangenomen wordt, dat de door de dekodeereenheid 46 gedekodeerde digitale signalen van het type zijn, dat wordt weergegeven door de sequenties en H1o in figuur 12E. De sequentie ^ is bijvoorbeeld van het spoor la uitgelezen door de weergeef-20 transducent 42a en de sequentie H^2 uitgelezen uit het spoor lb door de weergeeftransducent 42b.
De dekodeereenheid 46 omvat twee demodulatoren 72a, 72b, twee synchronisatiekodescheidingseenheden 73a, 73b, twee tijdbasiskorrektieschakelingen 74a, 74b, twee 25 CRC-kodecontroleschakelingen 75a, 75b, twee verdelings- schakelingen 76a, 76b, twee vertragingsschakeling 77a, 77b, een foutenkórrektieschakeling 78, en een samenstellings-schakeling 79.
Tijdens bedrijf worden de op de sporen la en lb 30 geregistreerde digitale signalen uitgelezen door de opneem-transducenten 42a, 42b, versterkt door de weergeefversterkers 45a,-45b en via de ingangsaansluiting 71a en 71b toegevoerd aan de demodulatoren 72, 72b. De voor het het opnemen van deze digitale signalen toegepaste registratiekode 35 wordt gedemoduleerd, waarbij de demodulatoren 72a en 72b de in figuur 12E weergegeven sequenties en H12 afgeven. Elk sequentie bestaat uit seccessieve tijdblokken, elk van welke tijdblokken is voorzien van de SYNC-kode, gevolgd 800 0 5 95 -33- door n datablokken, gevolgd door de CRC-kode 0^. De syn-chronisatiekodescheidingseenheden 73a en 73b scheiden de SYNC-kodes af van de sequenties en H.^? de tijdbasis-korrektieschakeling 74a en 74b corrigeren tijdbasisfouten, 5 die in deze weergegeven digitale signalen kunnen zijn geïntroduceerd. Vervolgens worden de CRC-kodes in elke sequentie gecontroleerd door CRC -k od ekon tr o 1 es chak el ing en 75a en 75b teneinde te bepalen, of de data- en foutenkontro-lewoorden in elk tijdblok fouten bevatten. Foutsignalen, 10 die deze CRC-kodekontrolebehandeling weergeven, worden aan de foutenkorrektieschakeling 78 toegevoerd.
De CRC-kodekontroleschakelingen 75a en 75b kunnen eveneens de CRC-kodewoorden uit elk tijdblok verwijderen, hetgeen resulteert in opeenvolgende datablokken, die 15 aan elk van de verdelingsschakelingen 76a en 76b worden toegevoerd.
De verdelingsschakeling 76a verdeelt de data-en foutenkontrolewoorden in elk sequentieel datablok in opeenvolgende datawoorden H'1 en opeenvolgende foutenkon-20 trolewoorden ïï^. Op deze zelfde wijze verdeelt de verdelingsschakeling 76b de data- en foutenkontrolewoorden uit elk opeenvolgend datablok, afkomstig van de CRC-kode-kontroleschakeling 75b, voor opwekking van opeenvolgende datawoorden en opeenvolgende foutenkontrolewoorden H^.
25 De betrekking tussen de gescheiden data- en foutenkontrolewoorden kan gelijk zijn aan die, welke in de figuren 12B en 12D is weergegeven. De door elke verdelingsschakeling afgescheiden opeenvolgende foutenkontrolewoorden worden samengevoegd met de datawoorden, die uit het tiende voor-30 afgaande groepblok waren afgescheiden. Teneinde de afgescheiden datawoorden tot tijd-alignering te brengen' met de daarmee samenhangende foutenkontrolewoorden introduceren de vertragingsschakelingen 77a en 77b vertragingen, corresponderend met 10 groepblokken, in de opeenvolgende data-35 woorden. Op deze wijze worden aan de foutenkorrektieschakeling 78 tijd-gealigneerde data- en foutenkontrolewoorden toegevoerd. In het bijzonder ontvangt de foutenkorrektieschakeling een sequentie van datawoorden, corresponderend 800 0 5 95 -34- met de sequentie volgens figuur 12B en de sequentie van de foutenkontrolewoorden. Ook ontvangt de fouten-korrektieschakeling de sequentie H2 van datawoorden volgens figuur 12B, alsmede de tijd- gealigneerde sequentie 5 daarmee samenhangende foutenkontrolewoorden. Het zal duidelijk zijn, dat bijvoorbeeld de foutenkort.ektieschakeling het datawoord en het datawoord W2 ontvangt, te zamen met het foutenkontrolewoord in de sequenties resp. , H2 en , welke woorden in tijd-alignering aan de schake-10 ling worden toegevoerd. Op dezelfde wijze ontvangt de foutenkorrektieschakeling het datawoord in de sequentie H^, het datawoord in de sequentie H2 en het foutenkontrolewoord P^ in de sequentie H^, alle in onderlinge tijd-alignering. Op basis van deze data- en foutenkontrole-15 woorden, te zamen met de door de CRC-kodekontroleschake-lingen 75a en 75b afgegeven foutsignalen, worden eventueel in de datawoorden aanwezige fouten gekorrig§erd. Indien bijvoorbeeld het datawoord W een fout bevat, kan het juiste datawoord worden hersteld door het uitvoeren van de fout-20 korrektiebewerking = P1 - .
De aan fouterikorrektie onderworpen datawoorden in de sequenties en H2, zoals die worden afgegeven door de foutenkorrektieschakeling 78, worden tussengevoegd door de samenstellingsschakeling. 79. Deze samenstellingsschake-25 ling wekt op deze wijze het originele kanaal of de enkelvoudige stroom van datawoorden Hg volgens figuur 12A op.
Figuur 15 toont een schematische weergave van de sequentiele datawoorden en de sequentiele foutenkorrektie-woorden, die in de sporen la en lb van de magnetische band • 30 41 zijn geregistreerd. Het zal duidelijk zijn, dat een foutenkontrolewoord P^ éen afstand corresponderend met 10 groepblokken vertoont ten opzichte van het daarmee samenhangende datawoord (of + 1). Deze afstand wordt in figuur 15 met het symbool D aangeduid. Ter vereenvoudiging 35 van het begrip van de registratie van de data- en fouten- kontrolewoorden is eik spoor weergegeven als een bovenspoor, waarin de datawoorden zijn geregistreerd, en een onderspoor, waarin de foutenkontrolewoorden zijn geregistreerd. Het zal 800 0 5 95 -35- van zelf sprekend duidelijk zijn/ dat in de praktijk het boven- en het onderspoor in feite worden gevormd door ëén spoor, waarin zowel de data- als de foutenkontrolev/oorden zijn geregistreerd. Op deze wijze verschijnt figuur 15 als 5 een combinatie van de figuren 8 en 11.
Figuur 15 toont een invoegbewerkings-bedrijfs-toestand, waarbij de digitale signalen S2 worden ingevoegd in de sporen la en lb tussen twee segmenten van oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen S^. Aangenomen is, 10 dat de plaatsen op de sporen la en lb volgens figuur 15 die plaatsen weergegeven, waarop signalen zijn geregistreerd op tijdstippen, corresponderend met het tijdstip t^ volgens figuur 10. 2o wordt ten tijde tg de schakelaarbesturings-puls Pla afgegeven voor het activeren van de schakelaar 5la, 15 waardoor deze schakelaar wordt ingeschakeld en op het spoor la de digitale signalen kunnen worden opgenomen, die dan via de uitgangsaansluiting 70a (figuur 30) van de kodeer-eenheid 50 aan deze schakelaar worden toegevoerd. Er wordt aan herinnerd dat op dit tijdstip tg de bewerkingsschake-20 ling 48 nog niet is geactiveerd'^of bekrachtigd, zodat de aan de opneemschakelaar 51 toegevoerde signalen bestaan uit de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen Sj, die nu opnieuw worden geregistreerd op het spoor la. Deze hernieuwde opname van de oorspronkelijk geregistreerde 25 digitale signalen gaat door, totdat op het tijdstip t2 de bewerkingsschakeling wordt bekrachtigd. Op deze wijze worden op de in figuur 15 getoonde wijze de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen opnieuw geregistreerd op het spoor la, enwel vanaf de plaats Tg (corresponderend 30 met het tijdstip tg) tot * de plaats ^ (corresponderend met het tijdstip t2).
Er wordt aan herinnerd, dat de foutenkontrole-woorden ïb, die samenhangen met de in het spoor la geregistreerde datawoorden, zijn gelokaliseerd in datablokken, 35 die een afstand van m datablokken vertonen vanaf de datablokken, waarin het daarmee samenhangende datawoord is vervat. Deze afstand tussen de het datawoord en bijbehorende foutenkontrolewoord bevattende datablokken is in figuur 800 0 5 95 -36- 15 weergegeven met het symbool D. Indien dus wordt aangenomen, dat ter plaatse Tg het datawoord Wi in het spoor la wordt geregistreerd, wordt ter plaatse T'0, op een afstand D vanaf de plaatsen Tg het met dit datawoord 5 samenhangende foutenkontrolewoord geregistreerd. In het interval Tg - T'Q geregistreerde 'foutenkontrolewoorden hangen samen met datawoorden, die in een vergelijkbaar interval, stroomopwaarts ten opzichte van de plaats Tg, zijn geregistreerd.
10 Op het tijdstip t^ wordt de schakelaarbesturings- puls Plbtoegevoerd aan de opneemschakelaar 51b, waardoor deze schakelaar wordt ingeschakeld. Daardoor worden vanaf dit tijdstip de digitale signalen, die via de uitgangs-aansluiting 70b van de kodeereenheid 50 (zie figuur 13) 15 aan de opneemschakelaar 51b worden toegevoerd, op het spoor 1b geregistreerd. Uit figuur 15 blijkt, dat de plaats-T1 op het spoor lb correspondeert met het tijdstip t^, waarbij de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen S^ vanaf het spoor lb daarop opnieuw worden geregistreerd.
20 Indien de plaats T2 correspondeert met het tijdstip, waarop de bewerkingsschakeling 48 wordt geactiveerd of bekrachtigd, worden dan de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen opnieuw in het spoor lb geregistreerd gedurende het interval T^ - T2· Voorafgaande aan de plaats P^, d.w.z.
25 voorafgaand aan de bekrachtiging van de opneemschakelaar 51b, worden geen signalen opnieuw geregistreerd in het spoor lb. Dit is weergegeven door de getrokken arserings-lijnen, die eindigen op de plaats van T^, de plaats waarbij hernieuwde opname begint.
30 De in het spoor lb geregistreerde foutenkontrole woorden vertonen op dezelfde wijze als boven is besproken met betrekking tot het spoor la een afstand van hun bijbehorende datawoorden. Op deze wijze is van het datawoord, bijvoorbeeld W^, dat ter plaatse T^ is geregistreerd, het 35 bijbehorende foutenkontrolewoord P^ geregistreerd ter plaatse T^, welke laatste plaats een afstand D van de plaats T.^ bezit. De foutenkontrolewoorden, die in het interval T1 - T'^ in het spoor lb zijn geregistreerd, hangen 800 0 5 95 _ * " -37- samen met de datawoorden, die in eenzelfde interval stroomopwaarts vanaf de lokatie zijn geregistreerd. De in hèt interval Tj - T'2 geregistreerde foutenkontrolewoorden behoren bij de in het interval T^ - geregistreerde data-5 woorden.
Op het tijdstip t^ wordt de bewerkingsschakeling 48 bekrachtigd en start de kruisregelbewerking. Deze kruisregeling wordt uitgevoerd gedurende het tijdinterval t2 -tg. Daarbij worden de gemengde signalen = S1 + S2 op de 10 sporen la en lb geregistreerd in het interval T2 - T^.
Vanzelfsprekend worden de foutenkontrolewoorden, die behoren bij de in dit interval geregistreerde datawoorden, in het vertraagde interval T'2 - T'3 geregistreerd.
Ten tijde t3 is de kruisregeling voltooid en 15 bestaan de gemengde digitale signalen nu uitsluitend uit de bewerkingssignalen S2· Vanaf de plaats 3 worden derhalve de digitale bewerkingssignalen S2 op de respectieve sporen la en lb geregistreerd. Het foutenkontrolewoord, dat behoort bij het ter plaatse T3 opgenomen datawoord, 20 wordt op de in figuur 15 getoonde wijze geregistreerd bij de vertraagde plaats T'j.
Stel dat ten tijde t^ de kruisregelbewerking voor de terugtrekbedrijfstoestand wordt gestart. Deze kruisregeling vindt plaats in het interval T^ - T^. Der-25 halve worden in het corresponderende interval T^ - Tj- op de sporen la en lb de gedurende deze kruisregelbewerking afgegeven gemengde digitale signalen geregistreerd.
In het interval T^ - Tg worden namelijk de gemengde digitale signalen S3 = + S2 in de respectieve sporen la en lb 30 geregistreerd. De met deze datawoorden samenhangende foutenkontrolewoord en worden in beide sporen geregistreerd in het vertraagde interval T'4 - T',-.
Ten tijde tg is de kruisregeling voltooid. Ten tijde tg wordt de opneemschakelaar 51a gedesactiveerd of 35 uitgeschakeld; op het latere tijdstip tj wordt de opneemschakelaar 51b uitgeschakeld. Op deze wijze worden in het spoor la gedurende het interval Tg - Tg (corresponderend met het tijdinterval tg - tg) de oorspronkelijk geregistreer- 800 0 5 95 -38- de digitale signalen.· opnieuw opgenomen. In het spoor lb worden gedurende het interval - Ty (corresponderend met het tijdinterval tg - ty) de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen opnieuw geregistreerd. Het 5 zal duidelijk zijn, dat de foutenkontrolewoorden, die behoren bij het interval T5 - Tg geregistreerde datawoorden, worden geregistreerd in vertraagd interval, beginnend bij de plaats T' g, in het spoor la. Op dezelfde wij ze worden de foutenkontrolewoorden, die behoren bij de nieuw opgenomen 10 datawoorden in het interval Tg - Ty, in het spoor lb opnieuw opgenomen in het interval vanaf de plaats T'g.
Het zal duidelijk zijn dat door het vertragen van het begin van de kruisregeling van de binnendring-bedrijfs-toestand, volgend op de activering van de opneempoorten 15 51a en 51b, er geen verlies optreedt in de foutenkontrole- woorden, die behoren bij de oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen S^. Op dezelfde wijze is er door vertraging van de desactivering van deze opneempoorten, volgend op de voltooiing van de kruisregeling van de terugtrek-1* 20 bedrijfstoestand, geen vertraging in de foutenkontrolewoor- den, die behoren bij de gemengde digitale signalen + S2'
In de voorgaande bespreking is erop gewezen, dat de afstand D op de registratiesporen la en lb correspondeert 25 met de door de vertragingsschakeling 65 (zie figuur 13) aan de foutenkontrolewoorden^e sequentie H3 geïntroduceerde vertraging. In het in de figuren 12A-12E weergegeven voorbeeld is deze vertraging gelijk aan m datablokken, of 10 groepblokken, waarbij elk groepblok bestaat uit 7 3 0 datablokken.
Het blijkt, dat de kruisregeling in beide sporen la en lb in tijd-coincidentie wordt uitgevoerd. Verder worden de op deze beide sporen geregistreerde bewerkings-signalen S2 ook in tijd-coincidentie opgenomen. Het begin 35 van de bewerkingsbehandeling in het spoor la vindt plaats ter plaatse Tq en het begin van de bewerkingsbehandeling in het spoor lb vindt plaats ter plaatse T^. Op deze wijze wordt schakelruis, die het begin van de bewerkingsbehandeling 800 0 5 95 -39- kan begeleiden/ geregistreerd op verschillende plaatsen op het respectieve spoor. Indien derhalve data- of fouten-kontrolewoorden worden vervormd tengevolge van een dergélijke schakelruis, is deze vervorming verdeeld over de twee sporen, waarbij samenhangende datawoorden of bijbehorende foutenkontrolewoorden niet zijn vervormd. Op dezelfde wijze treedt het einde van de bewerkingsbehandeling op op verschillende plaatsen Tg en T^ op de sporen la en 1b, zodat een verdeling van de schakelruis optreedt, die tijdens dat einde kan worden geregistreerd. Tengevolge van deze verspreiding van schakelruis over de twee opneemsporen, is de mogelijkheid tot niet-herstelbare fouten in de data- en foutenkontrolewoorden sterk verlaagd.
Nu volgt aan de hand van de figuren 16-20 een beschrijving van een ander uitvoeringsvoorbeeld dat dienst kan doen voor het verspreiden van fouten of vervormingen in de in twee evenwijdige sporen geregistreerde data- en foutenkontrolewoorden voor het verlagen van vervormingen in de geregistreerde informatie. De inrichting volgens figuur 16 is soortgelijk aan die, welke hierboven is besproken aan de hand van figuur 9, en corresponderende componenten zullen worden aangeduid met dezelfde verwijzings-symbolen. Het voorbeeld volgens figuur 16 verschilt van dat volgens figuur 9 voor wat betreft de opbouw van de dekodeereenheid 46', de opbouw van de kodeereenheid 501, en het feit, dat de vertragingsschakeling 54 achterwege is gelaten. Op deze wijze worden in het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 16 de opneempoorten 51a en 51b in tijd-coin-cidentie geactiveerd of in- danwel uitgeschakeld door de schakelingsbesturingspuls P^, die daaraan wordt toegevoerd door de besturingsschakeling 53. Terwille van de kortheid, en aangezien een verdere beschrijving van het in figuur 16 getoonde uitvoeringsvoorbeeld overbodig zou zijn, is een verdere beschrijving achterwege gelaten. Nu volgt een ge-detaileerde beschrijving van de dekodeereenheid 46' en de kodeereenheid 50’.
800 0 5 95 -40-
Het formaat, waarin de digitale signalen door het in figuur 16 getoonde uitvoeringsvoorbeeld op de magneet worden geregistreerd, verschilt van het formaat van de door het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 9 bewerkte digitale 5 signalen. In het bijzonder bezitten de datablokken in spoor lb, die datawoorden bevatten, samenhangend met de datawoorden in de in het spoor la geregistreerde datablokken, een afstand of vertraging daarvan. Zoals bijvoorbeeld in figuur 19B is weergegeven is, hoewel de datawoorden en W2 samenhangen, 10 het datablok waarin het datawoórd in het spoort la is geregistreerd, op afstand geplaatst van het datablok, waarin in het spoor lb het datawoord W2 is geregistreerd. Deze vertraging of onderlinge afstand is weergegeven in'.'de figuren 19E en 19F. Indien wordt aangenomen, dat de sequentie Hl2 15 (zie figuur 19E) in het spoor lb is geregistreerd, dan is de sequentie H21 (figuur 19F) in het spoor la geregistreerd. Uit deze schematische voorstellingen blijkt, dat het datawoord W , hoewel het samenhangt met het woord W2, een afstand van q-datablokken daarvanaf vertoont. Terwijl de datawoorden 20 en W2 in de eerder beschreven uitvoeringsvoorbeelden in tijd-gealigneerde datablokken zijn geregistreerd, worden in het onderhavige uitvoeringsvoorbeeld de datablokken, waarin deze datawoorden vervat zijn, niet in een dergelijke tijd-alignering geregistreerd.
25 Figuur 17 toont een uitvoeringsvoorbeeld van een kodeereenheid 50', die kan worden gebruikt voor het rangschikken van de gemengde digitale signalen tot het in figuur 19 weergegeven registratieformaat. Het in figuur 17 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is gelijk aan dat volgens 30 figuur 13, met dien verstande, dat in het nu beschreven uitvoeringsvoorbeeld een vertragingsschakeling 90 is aangesloten tussen de optelschakeling 6Sa en de modulator 69a. Deze ver-tragingsschakeling is ingericht en aangesloten voor het introduceren van een vertraging ter grootte q-datablokken, 35 die bijvoorbeeld 5 tijdblokken vormen (figuur 19F) , elk van welke tijdblokken 7 datablokken bevat.
De overige elementen volgens figuur 17, dat wil zeggen de verdelingsschakeling 63, de foutenkontrolewoord- 800 0 5 95 f * -41- generator 64, de vertragingsschakeling 65, de verdelings-schakeling 66, de samenstellingsschakelingen 67a, 67b, de optelschakelingen 68a, 68b en de modulatoren 69a en 69b zijn dezelfde als de corresponderende elementen, die eerder 5 zijn beschreven aan de hand van figuur 13. Kortheidshalve zullen ze derhalve niet verder worden besproken.
Tijdens bedrijf worden de door de bewerkingsschake-ling 48 afgegeven gemengde digitale signalen in de vorm van de sequentie Hq (zie figuur 19A) aan de verdelingsschake-10 ling 63 toegevoerd..De opeenvolgende datawoorden W^, W2, W^, .... in de sequentie Hg worden gescheiden in sequenties en H2· Zoals in figuur 19B is weergegeven, worden de oneven datawoorden in.de sequentie ondergebracht en de even datawoorden in de sequentie H2. Samenhangende datawoorden 15 (d.w.z. en W2, en W^, enz.) zijn in onderlinge tijd- alignering.
De sequenties en H2 worden toegevoerd aan de foutenkontrolewoordgenerator 64, die sequentiele foutenkon-trolewoorden P^, P^, P^ opwekt, die de sequentie H3 vormen.
20 Elk foutenkontrolewoord is een hele-optellingskodewoord, zodat P^ = + ^i+Ί* Zoals in figuur 19C is weergegeven, verkeert derhalve elk foutenkontrolewoord in tijd-alignering met het bijbehorende datawoord.
De sequentie van foutenkontrolewoorden wordt 25 over m datablokken vertraagd door de vertragingsschakeling 65. Zoals is weergegeven in figuur 19D is deze vertraging van m datablokken equivalent met 10 groepblokken, waarbij elk groepblok bestaat uit 14 opeenvolgende oneven of even datawoorden. Er wordt aan herinnerd, dat twee opeenvolgende 30 datawoorden in een datablok aanwezig zijn, waarbij datablokken worden gevormd, bestaande uit de datawoorden en , en W^, enz; zoals in figuur 19 is weergegeven is ëën groepblok gelijk, aan 7 datablokken. De vertraagde sequentie van foutenkontrolewoorden bevat de sequentie (figuur 19), 35 en afwisselende exemplaren van deze vertraagde foutenkontrolewoorden worden, na elke twee datawoorden ingevoegd in de sequenties en H2· Op deze wijze voert de verdelingsschake-ling 66 afwisselende exemplaren van de in de sequentie Hi 800 0 5 95 -42- aanwezige foutenkontrolwoorden toe aan de samenstellings-schakeling 67a, en de resterende foutenkontrolewoorden aan de samenstellingsschakeling 67b. De respectieve samenstellings-schakelingen zijn werkzaam voor het uitvoeren van een tussen-5 voegbewerking op de daaraan toegevoerde data- en foutenkontrolewoorden. Op deze wijze vormt de samenstellingsschakeling 67a de sequentie van datablokken, die verschijnen als W1, Wg, P-279? W5' W7# P-275; *** W27l' W283# Pl? en der9elijke.
Op deze wijze vormt de samenstellingsschakeling 67a datablok- 10 ken, bestaande uit oneven datawoorden en tussengevoegde foutenkontrolewoorden, waarbij elk tussengevoegd foutenkon-trolewoord behoort bij datawoorden, die m eerdere datablokken waren gepresenteerd. Op een soortgelijke wijze vormt de samenstellingsschakeling 67b datablokken van de even 15 genummerde datawoorden.en tussengevoegde foutenkontrolewoorden, hetgeen resulteert in datablokken W^, W^, P_277?
Wg, Wg, P_273? **'· W2827 W284' P3; en der?eli3ke.
De respectieve door de samenstellingsschakelingen 67a en 67b afgegeven sequenties van datablokken, worden toe-20 gevoerd aan resp. de optelschakelingen 68a en 68b, waarin op de in figuur 19E getoonde wijze SÏNC-kodewoorden en CRC-kodewoorden worden ingevoegd. Op deze wijze geeft de optel-schakeling 68a de sequentie H^, bestaande uit opeenvolgende groepblokken af,, waarbij elk groepblok bestaat uit het 25 SÏNG-kodewoord, gevolgd door n datablokken, gevolgd door het CRC-kodewoord Q^. Op dezelfde wijze vormt de optelschake-ling 68b de sequentie Hl2. Uit figuur 19E blijkt, dat samenhangende datawoorden. in de respectieve datablokken van de sequenties en in onderlinge tijd-alignering verkeren.
30 Vanzelfsprekend hangt het foutenkontrolewoord én elk data-blok samen met tijd-gealigneerde, samenhangende datawoorden in de sequenties H11 en H.^/ die op afstand zijn gelegen van het in dat foutenkontrolewoord aanwezige datablok.
Er wordt aan herinnerd, dat de sequenties Hi;l en Η^2, 35 zoals die bijvoorbeeld in hoofdzaak in figuur 19E zijn weergegeven, zijn geregistreerd door middel van de in figuur 9 getekende inrichting. In de hier besproken uitvoeringsvorm evenwel wordt de sequentie H voorafgaand aan toevoer 800 0 5 95 -43- aan de modulator 69a, vertraagd door de vertragingsschakeling 90. De vertraagde sequentie H21 is in figuur 19F getekend.
De vertragingsschakeling 90 introduceert een tijdvertraging in de sequentie H.^, die vergelijkbaar is met q-datablokken.
5 Indien wordt aangenomen, dat een tijdblok is gedefinieerd door opeenvolgende SYNC-woorden (figuur 19E) , dan is de door de vertragingsschakeling 90 geïntroduceerde tijdvertraging gelijk aan bijvoorbeeld 5 tijdblokken. De vertraagde sequentie van tijdblokken en de niet-vertraagde sequentie H^2 10 worden door de modulatoren 69a en 69b gemoduleerd tot een geschikt registratiemodulatieformaat, en deze gemoduleerde sequenties worden door de opneempoorten 51a en 5lb toegevoerd aan resp. de opneemtransducent 43a, 43b. Op deze wijze worden de vertraagde sequentie H21 en de niet-vertraagde sequentie 15 Hj2 geregistreerd in resp. het spoor la en lb.
Door de werking van de vertragingsschakeling 20 zijn de in het ene spoor geregistreerde datawoorden niet in tijd-alignering met de daarmee samenhangende datawoorden in het andere spoor. Op deze wijze kunnen de opneempoorten 20 51a en 5lb beide worden geactiveerd of tegelijkertijd worden ingeschakeld, en zelfs indien opneemruis. door deze activering van de opneempoorten wordt geïntroduceerd, kan deze opneemruis vervorming of uitwissen van tijd-gealigneerde datawoorden in de respectieve sporen veroorzaken; dergelijker ver-25 vormde, datawoorden hangen evenwel niet met elkaar samen.
Zelfs indien deze datawoorden dus in beide sporen zijn vervormd, kunnen ze worden hersteld op basis van het onvervormde, samenhangende datawoord en bijbehorende foutenkontrole-woord, die op afstand daarvan zijn gelegen. Stel bijvoorbeeld 30 dat het eerste datablok in beide sporen la en lb is vervormd. Verwijzend naar de figuren 19E en 19.F betekent dit, dat de datawoorden W2 en W4 en het foutenkontrolewoord ^277 in het spoor lb is vervormd. Tevens betekent dit, dat de datawoorden W_i39 en w_237' alsmede het foutenkontrolewoord in 35 het spoor la zijn vervormd. Dit veroorzaakt evenwel geen vervorming van de datawoorden en W^, die in het spoor la stroomopwaarts zijn gelegen ten opzichte van de vervormde datawoorden. en evenmin vervormt dit de foutenkontrolewoorden 800 05 95 -44- en P^, die eveneens stroomopwaarts zijn gelegen ten opzichte van de vervormde datawoorden. Daardoor kunnen de vervormde datawoorden W2 worden hersteld aan de hand van de bewerking W2 = P.^ - . Op dezelfde wijze kan het ver- 5 vormde datawoord worden hersteld op basis van = P^ -
V
De in het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuur 16 toegepaste dekodeereenheid 46' is in figuur 18 getekend.
Het blijkt, dat de kodeereenheid 46' in hoofdzaak gelijk 10 is aan de eerder beschreven dekodeereenheid 46, met dien verstande, dat in de nu beschreven uitvoeringsvorm een vertragingsschakeling 92 is aangesloten tussen de tijdbasis-korrektie-eenheid 74b en de CRC-kontrolschakeling 75b.
In figuur 18 zijn verder eenvoudigheidshalve de synchroni-15 satiescheidingsschakelingen 73a en 73b niet weergegeven.
Ter vermijding van een dubbele beschrijving is een verdere uiteenzetting met betrekking tot de op van de dekodeereenheid 46' weggelaten.
Tijdens bedrijf worden de in de 'sporen la en lb 20 weergegeven sequenties H21 en Hl2 (zie de figuren 19F en 19A) uitgelezen door resp. de weergeeftransducent 42 a en 42b, en deze sequenties worden gedemoduleerd en aan tijd-basiskorrektie onderworpen door resp. de demodulatoren 72a, 72b en de tijdbasiskorrektie-eenheden 74 en 74b. De sequentie 25 die, zoals men zich zal herinneren, bij registratie niet was vertraagd, wordt nu door de vertragingsschakeling vertraagd, enwel met een bedrag van q-datablokken. Deze vertraging heeft tengevolge, dat de samenhangende datawoorden in de respectieve sequenties tot onderlinge tijd-30 alignering worden gebracht. Op deze wijze zijn de aan de CRC-kontroleschakelingen 75a en 75b toegevoerde sequenties gelijk aan de in figuur 19E getekende sequenties en Hl2* ^ deze wijze verkeren de aan de CRC-kontroleschakelingen 75a en 75b toegevoerde datawoorden, resp. en W2, 35 in onderlinge tijd-alignering. De overige samenhangende datwoorden worden eveneens in onderlinge tijd-alignering toegevoerd aan de CRC-kontrolschakelingen. Het zal daarmee duidelijk zijn, dat de· door de vertragingsschakeling 92 8000595 * -45- introduceerde vertraging gelijk is aan de door de vertra-gingsschakeling 90 geïntroduceerde vertraging, bijvoorbeeld 5 tijdblokken, zoals in figuur 19F is getekend.
De CRC-kontroleschakeling 75a en 75b werken op 5 de bovenbeschreven wijzen voor het afgeven van foutsignalen in het geval, dat een fout aanwezig is aan een daaraan toegevoerd tijdblok. Deze foutsignalen worden toegevoerd aan en gebruikt door de foutenkorrektieschakeling 78. De CRC-kontroleschakelingen 75a en 75b voeren eveneens sequen-10 tiele datablokken toe aan resp. de verdelingsschakeling 76a en 76b. Deze verdelingsschakelingen verwijderen de ingevoegde foutenkontrolewoorden uit de daaraan toegevoerde datablokken, dit onder scheiding van de datawoorden en de foutenkontrolewoorden. Op deze wijze geeft de verdelings-15 schakeling 76a aan zijn bovenste uitgang successieve exemplaren van de oneven genummerde datawoorden , Wg, ... af ? de verdelingsschakeling 75b geeft aan zijn bovenste uitgang successieve exemplaren af van de even genummerde datawoorden, W2, enz. Op het moment, dat de verdelings- 20 schakeling 76a de datawoorden en Wg afscheidt uit het daaraan toegevoerde datablok, geeft hij aan zijn onderste uitgang eveneens het foutenkontrolewoord P_279 af. Op het moment, dat de verdelingsschakeling 76b de datawoorden W2 en afscheidt uit het daaraan toegevoerde datablok, 25 geeft hij op dezelfde wijze aan zijn onderste uitgang het foutenkontrolewoord P_277 a^* De oneven genummerde datawoorden en de even genummerde datawoorden worden door resp. de vertragingsschakeling 77a, 77b, vertraagd met een met d datablokken vergelijkbaar bedrag. Deze vertraging 30 brengt het foutenkontrolewoord P^, afgescheiden door de verdelingsschakeling 76a, tot tijd-alignering met het vertraagde datawoord Wj en het vertraagde datawoord W2, welke datawoorden 'worden afgegeven aan de uitgangen van resp. de vertragingsschakelingen 77a en 77b. Op dezelfde 35 wijze wordt het door de verdelingsschakeling 76b afgescheiden foutenkontrolewoord tot tijd-alignering gebracht met de vertraagde datawoorden en W^, die zijn afgegeven aan resp. de uitgangen van de vertragingsschakelingen 77a 800 0 5 95 -46- βη 77b.
Het zal duidelijk zijn, dat vertraagde, samen-hangende datawoorden aan de foutenkorrektieschakeling 78 worden toegevoerd in tijd-alignering met de daarmee samen-5 hangende foutenkontrolewoorden. Dat wil zeggen, dat de vertragingsschakeling 77a en 77b datawoorden en W2 toevoeren aan de foutenkorrektieschakeling 78 in tijd-alignering met het foutenkontrolewoord Ρχ. Deze vertragings-schakelingen verschaffen eveneens datawoorden en W4 aan 10 de foutenkorrektieschakeling in tijd-alignering met het foutenkontrolewoord P^. Het is de combinatie van deze data-en foutenkontrolewoorden, te zamen met de CRC-kontrolescha-kelingen 75a en 75b opgewekte foutensignalen, die de foutenkorrektieschakeling 78 vrijgeeft voor afgifte aan de 15 resp. uitgangen van gecorrigeerde datawoorden. Bijvoorbeeld worden aan foutenkorrektie onderworpen oneven genummerde datawoorden afgegeven aan de bovenste uitgang van de foutenkorrektieschakeling 78, terwijl aan foutenkorrektie onderworpen even genummerde datawoorden worden afgegeven 20 aan de onderste uitgang daarvan. De samenstellingsschake-ling 79 weeft deze aan foutenkorrektie onderworpen datawoorden dooreen voor het herstel van de oorspronkelijke sequentie van datawoorden Hg, zoals in figuur 19a is weergegeven.
25 Er wordt aan herinnerd, dat de aan foutenkorrektie onderworpen sequentie Hg wordt toegevoerd aan de bewerkings-schakeling 48, waarin deze oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen worden gemengd met bewerkingssignalen, zodanig, dat de gemengde digitale signalen worden ver-30 kregen. De gemengde digitale signalen worden vervolgens op de bovenbeschreven wijze in de vorm van de sequentie Hg toegevoerd aan de dekodeereenheid 50’.
Een schematische weergave van de registratiespo-ren la en lb, zoals die voor registratie zijn gebruikt 35 door het in figuur 16 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, is weergegeven in figuur 20. Deze figuur 20 is in die zin gelijk aan de beschreven figuur 15, dat elk registratie-spoor schematisch is weergegeven als bovenste spoor, waarin 800 0 5 95 -47- de datawoorden zijn geregistreerd, en een onderste spoor, waarin de foutenkontrolewoorden zijn geregistreerd. In de praktijk bestaat vanzelfsprekend elk van de sporen la en lb uit één enkel spoor, waarin zowel de data- als de fouten-5 kontrolewoorden zijn geregistreerd.
Meer in detail: ten tijde tg (corresponderend met de plaats Tg) worden de opneemschakelaars 51a en 5lb gelijktijdig geactiveerd of ingeschakeld door de schakelaar-besturingspuls . Wanneer deze opneemschakelaars op deze 10 wijze zijn geactiveerd, worden de oorspronkelijk:;geregistreerde digitale signalen S^, die van de magneetband zijn uitgelezen door de weergeeftransducenten 42a en 42b, via de kodeereenheid 50 en de geactiveerde opneemschakelaars voor her-opname toegevoerd aan de magneetband. Vanzelfsprekend 15 zijn door de werking van de vertragingsschakeling 65 de in het spoor la geregistreerde foutenkontrolewoorden, evenals de in het spoor lb geregistreerde foutenkontrolewoorden, vertraagd ten opzichte van de daarmee samenhangende datawoorden. Deze vertraging is weergegeven als de af-20 stand D2 vanaf de plaats Tg tot de plaats Tvq. Zoals boven aan de hand van figuur 15 is besproken, worden gedurende de interval Tg-T'g de foutenkontrolewoorden geregistreerd, welke foutenkontrolewoorden samenhangen met de datawoorden, die voorafgaand aan de plaats Tg waren geregistreerd.
25 Op de plaats T^ begint het registreren op spoor 1 van de door de bewerkingsschakeling 48 afgegeven gemengde digitale signalen Sg = + S2. Uit figuur 17 blijkt even wel, dat de vertragingsschakeling 90 een vertraging ter grootte introduceert in deze gemengde digitale signalen 30 Sdie in het spoor la moeten worden geregistreerd. Op deze wijze worden de gemengde digitale signalen pas vanaf de plaats la in het spoor la geregistreerd. De afstand tussen de plaatsen T^ en Tla is gelijk aan Uit figuur 20 blijkt tevens, dat het foutenkontrolewoord, dat 35 samenhangt met het op de plaats T^ geregistreerde data- woord, in het spoor lb wordt geregistreerd op de vertraagde plaats waarbij Tlb-T'lb gelijk is de afstand T2* Op dezelfde wijze wordt, zoals eveneens in figuur 20 is weer- 800 0 5 95 -48- gegeven, het foutenkontrolewoord, dat samenhangt met het ter plaatse T,_ geregistreerde datawoord in het spoor la, op de vertraagde plaats T'la geregistreerd. Deze vertraging in het registreren van de foutenkontrolewoorden ten opzichte 5 van de daarmee samenhangende datawoorden wordt vanzelfsprekend bepaald door de vertragingsschakeling 65.
De kruisregelbewerking voor de binnendring-bedrijfstoestand wordt voor het spoor lb uitgevoerd gedurende het interval - ^b' De kruisregelbehandeling voor 10 de binnendring-bedrijfstoestand wordt voor het spoor la uitgevoerd gedurende het interval T - T2a. Dit laatste interval vertoont een vertraging of afstand ter grootte D^ vanaf het eerstgenoemde interval - T^. Deze afstanden D2 wordt bepaald door de vertraging, die door de ver-15 tragingsschakeling 90 is geïntroduceerd in de in het spoor la geregistreerde digitale signalen. Vanzelfsprekend worden de met deze gemengde digitale signalen samenhangende foutenkontrolewoorden geregistreerd op een vertraagd tijdstip, dat wil zeggen, gedurende resp. de intervallen T’^ 20 - T'2b en T'la - r2a.
Volgend op de kruisregeling in elk spoor worden de digitale bewerkingsscianglen S2 geregistreerd. Dit is weergegeven door de blanko gedeelten in de sporen la en lb volgens figuur 20. Wanneer vervolgens de kruisregeling tij-25 dens de binnendring-bedrijfstoestand wordt gestart, worden in het spoor lb gedurende het interval de digitale genoemde signalen geregistreerd, voorafgaand en aan het opnemen van deze gemengde digitale signalen in het spoor la. Zoals in figuur 20 is getekend, wordt het opnemen van 30 de digitale signalen voor de kruisregeling in het spoor la vertraagd ten opzichte van het spoor lb met de door de vertragingsschakeling 90 (figuur 17) geïntroduceerde vertraging. De foutenkontrolewoorden die samenhangen met de datawoorden, dat wil zeggen de gemengde digitale signalen S3, 35 die zijn geregistreerd gedurende deze kruisregelbehandeling, worden met tijdvertraging geregistreerd, zoals is weergegeven door de onderste sporen, die samenhangen met resp. de sporen la en lb. Op deze wijze worden de foutenkontrole- 8000595 -49- woorden, die samenhangen met de gemengde digitale signalen die in het interval in het spoor lb zijn gere gistreerd, gedurende het interval T' ^ - T'^ geregistreerd. Op dezelfde wijze worden de foutenkontrolewoorden die 5 samenhangen met de gedurende het interval T^a - T^a in het spoor la geregistreerde datawoorden gedurende het interval T'2a - T'4a 9ere?istreert*
Aan het einde van de terugtrek-bedrijfstoestand, dat wil zeggen ter plaatse , eindigt de schakelaarbe-10 sturingspuls waardoor de opneemschakelaar 5la en 51b gelijktijdig worden gedesactiveerd. Vanaf de plaats tot de plaats worden de, oorspronkelijk geregistreerde digitale signalen opnieuw opgenomen. Vanaf de plaats T4a, die een vertraging ter grootte vanaf de plaats 15 vertoont, corresponderend met de door de vertragingsschake-ling 90 geïntroduceerde vertraging, worden de oorspronke-lijk geregistreerde digitale signalen opnieuw opgenomen. De met deze in spoor lb opnieuw opgenomen digitale signalen samenhangende foutenkontrolewoorden worden gedurende het 20 interval T'^ - geregistreerd; de met de in spoor la opnieuw opgenomen digitale signalen samenhangende foutenkontrolewoorden worden gedurende het interval T'4a -geregi s treerd.
Het blijkt dat in overeenstemming met de werking 25 van het in figuur 16-18 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld, de opneempoorten 51a en 51b gelijktijdig kunnen worden geactiveerd en gedesactiveerd, maar de resulterende schakel-ruis, die daardoor kan optreden en de in de sporen la en lb geregistreerde data kan vervormen, zal niettemin geen 30 herstel van deze vervormde data belemmeren. Dat betekent, dat vervorming tengevolge van bijvoorbeeld signaaluitval, salvofouten, en dergelijke, slechts één van de twee samenhangende datawoorden zal beïnvloeden, aangezien deze datawoorden in de respectieve sporen aanzienlijk van elkaar 35 gescheiden zijn. Verder zijn de foutenkontrolewoorden, die samenhagen met deze bijbehorende datawoorden, daarvan op afstand gelegen, hetgeen een verdere verlaging betekent van de kans, dat totaal wordt belemmerd, dat vervormde 800 0 5 95 -50- data worden hersteld door de foutenkorrektiemiddelen. Op deze wijze voert het uitvoeringsvoorbeeld volgens figuren 16-18 een funktie uit, analoog aan die van het in de figuren 9-14 weergegeven uitvoeringsvoorbeeld. Het grote ver-5 schil tussen deze twee uitvoeringsvoorbeelden is, dat de opneempoorten volgens figuur 9 op verschillende tijdstippen werken, terwijl deze opneempoorten in de figuur 16 gelijk’ tijdig werken.
De uitvinding is in het bijzonder weergegeven en 10 beschreven onder verwijzing naar diverse uitvoeringsvoorbeelden, waarbij de bewerking wasaangeduid als invoeg-bewerking; het zal evenwel duidelijk zijn, dat ook een samenvoeg-bewerking volgens de uitvinding kan worden uitgevoerd .
800 0 5 95

Claims (11)

1. Inrichting voor het bewerken van op een registratiemedium geregistreerde digitale signalen onder gebruikmaking van bewerkingssignalen, omvattende een weergeef transducent voor het uitlezen van de digitale signalen 2 van het registratiemedium, alsmede een opneemtransducent voor het registreren van digitale signalen op dat registratiemedium, welke opneemtransducent op afstand is geplaatst van de weergeef transducent, gekenmerkt door: een vertragingsschakeling (7;47) voor het vertraag gen van de van het registratiemedium uitgelezen digitale signalen met een bedrag, dat wordt bepaald door de onderlinge afstand tussen de opneemtransducent en de weergeef-transducent; een mengschakeling (8;48; figuur 2) voor het ^2 mengen van de vertraagde, uitgelezen digitale signalen en de digitale bewerkingssignalen door het geleidelijk doen afnemen van de waarde van de ene onder het gelijktijdig geléidelijk doen toenemen van de waarde van de andere en het combineren van de afnemende en toenemende signalen 2Q op zodanige wijze, dat het ene digitale signaal geleidelijk wordt vervangen door het andere; en een schakeling (10, 11; 50, 51a, 51b; 50', 51a, 51b) voor toevoer van de gemengde digitale signalen aan de opneemtransducent.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de mengschakeling omvat: een eerste vermenigvuldigingsschakeling (16a) voor het vermenigvuldigen van de vertraagde uitgelezen digitale signalen (S^) met een vermenigvuldigingskonstante 20 («0 , waarvan de waarde geleidelijk verandert met de tijd; een tweede vermenigvuldigingsschakeling (16b) voor het vermenigvuldigen van de genoemde digitale bewerkingssignalen (S2) met het complement (1-cK) van de genoemde vermenigvuldigingskonstante; en 35 een sommeerschakeling (19) voor het sommeren van de vermenigvuldigde digitale signalen ter verkrijging van de gemengde digitale signalen (S^). son n5 qr -52-
3. Inrichting volgens conclusie 1, waarvan de schakeling voor toevoer van de gemengde digitale signalen aan de opneemtransducent is gekenmerkt door: een> ischakeleenheid (11; 51a, 51b) en 5 een start- en stopbewerkingsbesturingssignaalgene- rator voor opwekking en afgifte van start-r en stopbewerkings-besturingssignalen (P2) en schakelaarbesturingssignalen (P^; Pla, P^), welk startbewerkingsbesturingssignaal (P2) werkzaam is voor het activeren van de mengschakeling (8? 48) 10 en welk stop-bewerkingsbesturingssignaal (P2) werkzaam is voor het desactiveren van de mengschakeling (8;48), en welke schakelaarbesturingssignalen (P1; Pla, P.^) werkzaam zijn voor het vrijgeven van de schakeleenheid (11; 51a, 51b), voorafgaand aan de activering van de mengschakeling (8; 48) , 15 waardoor de vertraagde uitgelezen digitale signalen (S^) opnieuw worden geregistreerd op het registratiemedium, en werkzaam zijn voor het blokkeren van de schakeleenheid (11; 5la, 5lb) , volgend op de desactivering van de mengschakeling (8; 48), waarbij de gemengde digitale signalen (S^), 20 gevolgd door de bewerkingssignalen (S2) , gevolgd door de gemengde digitale signalen (S3) , gevolgd door de vertraagde uitgelezen digitale signalen (S^), op het registratiemedium worden geregistreerd.
4. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, 25 dat de op het registratiemedium geregistreerde digitale signalen bestaan uit een sequentie van datablokken (figuur 5B) , elk van welke datablokken een aantal datawoorden (V7 -W2) en een foutenkontrolewoord (P^^) omvat' welke fouten-kontrolewoord samenhangt met de datawoorden in het data-30 blok en een afstand ten opzichte daarvan van d datablokken vertoont.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de uitgelezen datablokken worden toegevoerd aan een scheidingsschakeling (24) voor het scheiden van de data- 35 woorden (W^W2) en het foutenkontrolewoord (P^_2£) datablok; dat de gescheiden datawoorden in een vertragings-schakeling (25) met een met d datablokken corresponderend bedrag worden vertraagd; en dat een foutenkorrektieschake- 800 0 5 95 -53- ling (26) is ingericht en aangesloten voor ontvangst van de vertraagde datawoorden in een blok en het afgescheiden foutenkontrolewoord voor het opwekken van aan foutenkorrek-tie onderworpen datawoorden in afhankelijkheid van het 5 ontvangen foutenkontrolewoord.
6.Inrichting volgens conclusie 5, waarbij de schakeling voor toevoer van de gemengde digitale signalen aan de opneemtransducent is ingericht en aangesloten voor ontvangst van de gemengde digitale signalen.in een sequentie 10 van datawoorden en is gekenmerkt door een foutenkontrolewoordgenerator (29) voor ontvangst van de sequentie van datawoorden (ï^W^) en voor opwekking en afgifte van een foutenkontrolewoord (P^£.in afhankelijkheid van een voorafbepaald aantal van de genoemde data-15 woorden; een vertragingsschakeling (30) voor het over een met d datablokken corresponderend bedrag vertragen van de opgewekte foutenkontrolewoorden; en een samenstellingsschakeling (31) voor het samen-20 stellen van opeenvolgende datablokken door het invoegen van een vertraagd foutenkontrolewoord (Ρ^_2^)f volgend op het voorafbepaalde aantal datawoorden (W^W^), welke datablokken sequentieel aan de opneemtransducent worden toegevoerd.
7. Inrichting volgens conclusie 1, waarbij de op het registratiemedium geregistreerde digitale signalen één enkel kanaal van datawoorden vormen, met het kenmerk, dat het genoemde kanaal is geregistreerd in een aantal evenwijdige sporen (la, 1b), waarbij elk spoor een sequentie 30 van datablokken (Η^,Η^) bevat en elk datablok een aantal datawoorden omvat (figuur 12E; figuur 19E, 19F).
8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een datawoord (W^) in een datablok in ëën spoor behoort bij een corresponderend datawoord (W^) in een corre-35 sponderend datablok in een ander spoor, en dat elk datablok bovendien is voorzien van een foutenkontrolewoord (P_279)t welk foutenkontrolewoord behoort bij een datawoord (W_279) in een datablok, dat is geregistreerd in een gemeen- -54- schappelijk spoor en een afstand daarvan van ra datablokken bezit, en eveneens behoort bij een datawoord (W_2*7g) in een datablok, corresponderend raet het genoemde op afstand gelegen datablok en in een ander evenwijdig spoor is gere-5 gistreerd.
9. Inrichting volgens conclusie 8, raet het kenmerk, dat de uitgelezen datablokken worden toegevoerd aan een herstelschakeling.(72-79) voor het herstellen van de van evenwijdige sporen afkomstige datablokken en het opnieuw 10 vormen van een enkelkanaal van datawoorden; en dat de schakeling (50,51) voor toevoer van de gemengde digitale signalen aan de opneeratransducent een scheidingsschakeling (63) omvat voor het scheiden van de gemengde digitale signalen in een eerste sequentie (H^) van datawoorden en een 15 tweede sequentie (H2) van datawoorden, waarbij meerdere datawoorden (W^W^; W^, W^) in elke sequentie in een datablok aanwezig zijn, terwijl een eerste schakeling (51a) werkzaam is voor afgifte van de eerstgenoemde sequentie (H^) van datablokken voor registratie in een eerste spoor 20 (la), een tweede schakeleenheld (51b) werkzaam is voor afgifte van de tweede sequentie (H^2) van datablokken voor registratie in het tweede evenwijdige spoor (lb), alsmede een schakelaarbestüringseenheid (53,54) voor het vertragen van de werking van de tweede schakeleenheid (51b) ten op-25 zichte van de eerste sbhakeleenheid (5la).
10. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat een datawoord (W1) in ëën datablok in ëén spoor behoort bij een corresponderend datawoord (W2) in een datablok in een ander spoor, welk datablok in het genoemde 30 andere spoor op een afstand van q-datablökken is gelegen van het genoemde ene datablok (figuren 19E, 19F), en dat elk datablok bovendien is voorzien van een foutenkontrole-woord (p_279? P_4ig)' waarbij het genoemde foutenkontrole-woord (P_279^ behoort bij een datawoord (^279) in een 35 datablok, dat in een gemeenschappelijk spoor is geregistreerd en ten opzichte daarvan een afstand van m datablokken bezit, en eveneens behoort bij een datawoord (W_2^g) in een in het 800 05 95 -55- andere spoor geregistreerd datablok.
11. Inrichting volgens conclusie 10, waarbij de schakeling voor toevoer van de gemengde digitale signalen aan de opneemtransducent is gekenmerkt door een scheidings-5 schakeling (87) voor het scheiden van de gemengde digitale signalen (Hq) in eerste sequenties (H^) en tweede sequenties (H2) van de datawoorden, waarbij meerdere datawoorden (W^ W^; W2W4) in elke sequentie zijn opgenomen in een datablok (Η,^,Η^); een vertragingsschakeling (93) voor vertraging 10 van de ene sequentie (H.^) van datablokken ten opzichte van de andere sequentie (H^) niet een met q-datablokken corresponderend bedrag; alsmede een eerste en een tweede schakeleenheid (51a, 51b) voor toevoer van de vertraagde sequentie (H^) en niet-vertraagde sequentie (H^) van 15 datablokken aan de opneemtransducent voor het gelijktijdig registreren daarvan in resp. het eerste en het tweede evenwijdige spoor (la,lb). 800 05 95
NL8000595A 1979-01-30 1980-01-30 Inrichting voor het bewerken van op een registratie- medium opgetekende digitale signalen. NL8000595A (nl)

Applications Claiming Priority (6)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP949879 1979-01-30
JP950079 1979-01-30
JP950079A JPS55105872A (en) 1979-01-30 1979-01-30 Editing device for pcm signal
JP949879A JPS55105871A (en) 1979-01-30 1979-01-30 Editing device for pcm signal
JP1065079 1979-01-31
JP1065079A JPS55105875A (en) 1979-01-31 1979-01-31 Editing device for pcm signal

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8000595A true NL8000595A (nl) 1980-08-01

Family

ID=27278513

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8000595A NL8000595A (nl) 1979-01-30 1980-01-30 Inrichting voor het bewerken van op een registratie- medium opgetekende digitale signalen.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4327382A (nl)
AT (1) AT371263B (nl)
AU (1) AU535800B2 (nl)
CA (1) CA1133639A (nl)
DE (1) DE3003134A1 (nl)
FR (1) FR2448209A1 (nl)
GB (1) GB2043984B (nl)
NL (1) NL8000595A (nl)

Families Citing this family (23)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2912481C2 (de) * 1979-03-29 1983-10-20 Polygram Gmbh, 2000 Hamburg Verfahren zur störsignalfreien Aneinanderfügung bzw. Ein- oder Überblendung
JPS5792472A (en) * 1980-11-25 1982-06-09 Sony Corp Editing method for pcm signal
JPS5744272A (en) * 1980-08-28 1982-03-12 Sony Corp Electronic editing method
JPS5760576A (en) * 1980-09-26 1982-04-12 Hitachi Ltd Pcm recorder
JPH07101482B2 (ja) * 1982-01-23 1995-11-01 ソニー株式会社 ディジタル信号記録装置
JPS58139315A (ja) * 1982-02-13 1983-08-18 Sony Corp テープレコーダの編集装置
JPS58141483A (ja) * 1982-02-17 1983-08-22 Sony Corp 異種デ−タの接続処理装置
JPS58188307A (ja) * 1982-04-27 1983-11-02 Matsushita Electric Ind Co Ltd 記録再生装置
DE3233287A1 (de) * 1982-09-08 1984-03-08 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Verfahren zum speichern digital codierter bildsynchroner tonsignale
JPH0722401B2 (ja) * 1984-01-31 1995-03-08 ソニー株式会社 ビデオ信号記録再生装置
EP0158055A1 (de) * 1984-03-06 1985-10-16 WILLI STUDER AG Fabrik für elektronische Apparate Verfahren zur Ueberblendung digitaler Audiosignale, sowie Vorrichtung zur Durchfahrung des Verfahrens
GB2167889B (en) * 1984-11-28 1988-05-11 Sony Corp Video tape recorders
JP2570254B2 (ja) * 1985-07-09 1997-01-08 ソニー株式会社 Pcm信号の記録再生装置
JPS6386980A (ja) * 1986-09-30 1988-04-18 Toshiba Corp 周期ノイズ除去装置
EP0282209B1 (en) * 1987-02-27 1996-12-11 Pioneer Electronic Corporation Data reproducing device
US5225945A (en) * 1988-02-24 1993-07-06 Sony Corporation Apparatus for editing pcm signals reproduced at different speeds from two memories
US4956806A (en) * 1988-07-12 1990-09-11 International Business Machines Corporation Method and apparatus for editing source files of differing data formats using an edit tracking file
JP2701364B2 (ja) * 1988-09-22 1998-01-21 ソニー株式会社 Pcmオーディオデータ記録再生装置
JPH0373454A (ja) * 1989-04-28 1991-03-28 Sony Corp ビデオテープレコーダ
JP3318823B2 (ja) * 1995-12-27 2002-08-26 ソニー株式会社 ディジタル信号処理装置及び方法
JPH10154388A (ja) * 1996-09-24 1998-06-09 Victor Co Of Japan Ltd 情報記録再生装置及び方法
US6292516B1 (en) * 1997-02-13 2001-09-18 Cisco Technology, Inc. Communication system using packets stuffed with test words for evaluating data reception characteristics while providing increased data throughput
US6608730B1 (en) * 1999-11-18 2003-08-19 Storage Technology Corporation Appended data recording on magnetic tape

Family Cites Families (9)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
BE445117A (nl) *
US2402095A (en) * 1944-04-22 1946-06-11 Rca Corp Automatic rerecording method and system
US3190969A (en) * 1960-03-28 1965-06-22 Edward M Mattis Method for stereophonic re-recording
JPS4938054B1 (nl) * 1968-05-09 1974-10-15
DE2133324A1 (de) * 1971-07-05 1973-01-25 Olympia Werke Ag Verfahren und schaltungsanordnung zur korrektur und zur abspeicherung von informationen auf magnetbaendern
JPS5529482B2 (nl) * 1974-04-01 1980-08-04
JPS5381222A (en) * 1976-12-27 1978-07-18 Sony Corp Digital signal transmitting system
JPS5542384A (en) * 1978-09-21 1980-03-25 Mitsubishi Electric Corp Pcm sound reproducer
US4211997A (en) * 1978-11-03 1980-07-08 Ampex Corporation Method and apparatus employing an improved format for recording and reproducing digital audio

Also Published As

Publication number Publication date
ATA48580A (de) 1982-10-15
GB2043984A (en) 1980-10-08
FR2448209A1 (fr) 1980-08-29
FR2448209B1 (nl) 1983-12-30
DE3003134C2 (nl) 1992-03-05
CA1133639A (en) 1982-10-12
AT371263B (de) 1983-06-10
US4327382A (en) 1982-04-27
AU5503880A (en) 1981-07-09
GB2043984B (en) 1983-01-06
DE3003134A1 (de) 1980-09-11
AU535800B2 (en) 1984-04-05

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8000595A (nl) Inrichting voor het bewerken van op een registratie- medium opgetekende digitale signalen.
KR880000322B1 (ko) 시간축 보정장치
KR920005272B1 (ko) 인터리이브방법
US4479150A (en) Methods and arrangements for changing the audio information in an audio/video recording/reproduction system
NL8104959A (nl) Werkwijze en inrichting voor transmissie, meer in het bijzonder opname en weergave, van een videosignaal.
NL192706C (nl) Werkwijze voor het redigeren van een naast een besturingssignaal op een registratiemedium opgenomen, digitaal signaal.
US4800446A (en) Video disk recorded with video and digital data and recording/reproducing apparatus therefor
US5428486A (en) Rotary head type recording and reproducing apparatus having postrecording mode
US4467370A (en) PCM Recorder with pause controlled signal rearranging
JP3416227B2 (ja) 磁気記録担体上のトラックにディジタル信号を記録する装置
JP3991532B2 (ja) ディジタル信号記録再生装置
JPS61168101A (ja) 記録装置
JP2724632B2 (ja) 多トラックデジタルテープレコーダ
JP3371154B2 (ja) ディジタル情報記録及び/又は再生装置
JPS6123595B2 (nl)
JPH10154388A (ja) 情報記録再生装置及び方法
JPS6177159A (ja) 記録装置
JPH0377564B2 (nl)
KR100283144B1 (ko) 디지털 기록/재생장치
JPH0198176A (ja) 磁気記録再生装置
JP2675085B2 (ja) 回転ヘッド形pcmレコーダの記録再生方法
KR100246369B1 (ko) 영상기록재생장치의 다채널 데이타 기록재생방법
JPH0745006A (ja) 磁気記録装置及びこれにより記録された記録媒体
JPH0239036B2 (nl)
JPS6013359A (ja) Pcm記録再生装置

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed