NL8000248A - Rijenzaaimachine. - Google Patents
Rijenzaaimachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8000248A NL8000248A NL8000248A NL8000248A NL8000248A NL 8000248 A NL8000248 A NL 8000248A NL 8000248 A NL8000248 A NL 8000248A NL 8000248 A NL8000248 A NL 8000248A NL 8000248 A NL8000248 A NL 8000248A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- machine according
- storage container
- travel
- running wheels
- seed
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01C—PLANTING; SOWING; FERTILISING
- A01C15/00—Fertiliser distributors
- A01C15/005—Undercarriages, tanks, hoppers, stirrers specially adapted for seeders or fertiliser distributors
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01C—PLANTING; SOWING; FERTILISING
- A01C7/00—Sowing
- A01C7/20—Parts of seeders for conducting and depositing seed
- A01C7/208—Chassis; Coupling means to a tractor or the like; Lifting means; Side markers
Landscapes
- Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
- Soil Sciences (AREA)
- Environmental Sciences (AREA)
- Sowing (AREA)
- Fertilizing (AREA)
- Agricultural Machines (AREA)
Description
* , ·ί « * VO 8869
Titel : Rij enZaaimachine.
De uitvinding heeft betrekking op een rij enzaaimachine, voorzien van een raam, dat tijdens bedrijf via loopwielen steunt op de grond, alsmede van een dwars op de rijrichting langwerpige voor-raadhouder, waarvan het onderste gebied dwars op de rijrichting 5 horizontaal loopt en is uitgerust met uitlaatopeningen, alsmede aangedreven doseerelementen, waardoor het in de voorraadhouder • zich bevindende zaaigoed via leibuizen en daarop aangesloten zaai-scharen in de grond wordt gebracht.
Een dergelijke rijenzaaimachine is bekend uit het Duitse Offen-10 legungsschrift 1.557*959· Bij deze rijenzaaimachine bevinden de loopwielen zich aan weerszijden buiten de buitenste einden van het raam en de voorraadhouder.
Door deze uitvoering ontstaat het nadeel, dat de voor het rijden van landbouwkundige machines op openbare straten en wegen vol-15 gens de wet toegelaten maximale totale breedte—afmeting, niet volledig kan worden benut voor het inhoudsvermogen van de voorraadhouder en voor de werkbreedte van de rijenzaaimachine, dat wil zeggen, dat hiervoor de breedte van de loopwielen en de monteringen daarvan, verloren gaat. Hierbij moet rekening worden gehouden 20 met het feit, dat op zachte en losse gronden ten behoeve van een groter verspreidingsvlak, en op voor het inzaaien slecht voorbereide velden met een zware grond voor het voorkomen van rijstoten, zo breed mogelijke loopwielen met lage drukbanden moeten worden gebruikt. Dergelijke loopwielen kunnen echter met het oog op de 25 maximaal toegelaten totale breede-afmeting bij de bekende rijenzaaimachine niet worden aangebracht, zodat bij een zachte grond een aanzienlijke slip en bij een harde grond een sterk stoten optreedt, hetgeen leidt tot een onrustige loop van de rijenzaaimachine. In het geval van de op zichzelf voordelige aandrijving van de doseer-30 elementen door de loopwielen, is dit nadeel ook nog ongunstig merkbaar in de manier van het uit de voorraadhouder brengen van het 8000248 2 ...........’ ...... ..........
zaaigoed, zodat de hiervoor gewenste regelmatigheid niet kan worden bereikt.
Verder is uit het Duitse Auslegeschrift 1.757.^27 een rijen-zaaimachine bekend, waarbij de uithouders aan weerszijden van het 5 raam naar buiten stekend en de loopwielen binnen het door de voor-raadhouder zijdelings begrensde bereik zijn aangebracht, waarbij de loopwiel rollen in het rijspoor van de, de rijenzaai-machine trekkende trekker. Hierdoor ontstaat het voordeel, dat de werk-breedte van deze rijenzaaimachine aanzienlijk groter kan zijn dan 10 de voor het door rijden transporteren op openbare stralen en wegen volgens de wet maximaal toegestane totale breedte-afmeting van landbouwkundige machines,zonder dat voor dit transport door rijden bijzondere voorzieningen moeten worden getroffen voor lang transport.
Verder is deze rij enzaaimachine gekenmerkt door een bijzonder rus-15 tige loop bij het toepassen daarvan, en derhalve ook een regelmatig naar buiten brengen van het zaaigoed door de doseerelementen.
Deze voordelen worden echter bij deze rijenzaaimachine duur betaald door een bijzonder ingewikkelde en hoge constructie, hetgeen in het bijzonder een ongunstige uitwerking heeft met het oog 20 op de mogelijkheid van het vullen van de voorraadhouder en de mogelijkheid van het schoonmaken, alsmede op de werking van de rijen zaaimachine volgens een laaglijn op een helling. Teneinde het zonder storingen vrij stromen van het zaaigoed in de leibuizen naar ook de aan weerszijden buitenste zaaischaren te verzekeren, zijn verder 25 de doseerelementen aangebracht aan een verdeelhouder, die zich boven de voorraadhouder bevindt en waarin het zaaigoed met behulp van een transportinrichting moet worden getransporteerd. Hierdoor ontstaat het verdere nadeel, dat de zijwanden van de voorraadhouder naar de onderste inlaatopening van de transportinrichting trechtervor-30 mig moeten verlopen, zodat een grote ruimte verloren gaat voor het inhoudvermogen van de voorraadhouder.
Aan de uitvinding ligt thans de opgave ten grondslag om de in de aanhef beschreven, bekende rijenzaaimachine zodanig te verbeteren, dat door eenvoudige constructieve middelen onder alle bij 7 35 toepassing op het veld aanwezige omstandigheden een rustige loop 8000248 3 ~ " .....
* 4 wordt bereikt met een regelmatig naar buiten brengen van het zaaigoed en een groot oppervlaktevermogen.
Deze opgave wordt volgens de uitvinding opgelost, doordat het raam en de voorraadhouder dwars op de rijrichting een breedte heb-5 ben, die althans ongeveer even groot is als de voor het rijden van landbouwkundige machines op openbare straten en wegen volgens de wet toegelaten maximale totale breedte-aflneting, en doordat de loopwielen binnen het door de voorraadhouder zijdelings begrensde bereik, alsmede voor de zaaischaren zijn aangebracht. Als gevolg 10 van deze maatregelen kan de binnen de voor het door rijden transporteren volgens de wet voorgeschreven maximale totale breedte-afmeting boven de doseerelementen ter beschikking staande ruimte, nagenoeg volledig worden benut voor het inhoudsvermogen van de voorraadhouder, Verder kunnen de loopwielen vooraf worden aange-15 past aan de bij het landbouwkundige werk overheersende gr ondomst andigheden, zonder dat bij toepassing van bijzonder brede loopwielen een beperking van bet inhoudsvermogen van de voorraadhouder op de koop toe moet worden genomen. Het voordeel van dergelijke brede loopwielen bestaat in bet bijzonder bij de uitrusting 20 daarvan met lage drukbanden, uit bet feit, dat deze loopwielen bij eenzelfde belasting aanmerkelijk minder diep in de grond dringen, en de aandrijving met een duidelijk mindere slip overdragen op de doseerelementen. Dit voordeel heeft in het bijzonder betekenis bij de toepassingsgevallen, waarbij de rij enzaaimachine in een doeltref-25 fend samenstel met een daarvoor rijdend bodembewerkingstoestel, wordt toegepast.
Verder voorziet de uitvinding, dat op een op zichzelf bekende wijze aan het raam zijdelings naar buiten stekende en met zaaischaren uitgevoerde uitleggers zwaaibaar kunnen worden aangebracht.
30 Door deze maatregelen wordt het voordeel verschaft, dat de werk-breedte en zodoende het oppervlaktevermogen van de rijenzaaimachi-ne nog aanzienlijk kan worden vergroot, en dit zonder de noodzaak om voor het door rijden transporteren van de rijenzaaimachine op openbare straten en wegen, een bijzondere inrichting voor lang ~ 35 transport te moeten toepassen. Wanneer hierbij de doseerelementen 8000248 k zich. op een. zodanige hoogte hoven de grond, bevinden, dat de heihuizen voor het zaaigoed hij een werkbreedte van de rijenzaai-maehine van 1(,0 i, een hellingshoek van althans U0° hebben, wordt ook bij deze grote werkbreedte een foutloos en zonder storingen 5 glijden bereikt, van het· zaaigoed vanuit de voorraadhouder naar de zaaischaren, en zodoende een regelmatige zaaiverking.
Een aanzienlijke vermindering van het aantal stilstanden voor het bijvullen van de voorraadhouder en zodoende een bijzonder groot oppervlaktevermogen van de rijen-zaaimachine, zelfs bij grotere 10 werkbreedten, wordt volgens de uitvinding bereikt, doordat de bovenste rand van de voorraadhouder een vulhoogte van 1,60 tot 1,80 m boven de grom heeft . Ook is het voor het zonder moeilijkheden glijden van. het zaaigoed in de heihuizen voordelig gebleken, wanneer de doseerelementen zich op een hoogte van in hoofdzaak 1,20 m 15 boven de grond bevinden. Hierdoor kunnen overigens ook de naar de buitenste zaaischaren leidende leibuizen een hellingshoek van meer dan 1+0° hebben.
- Teneinde thans in het bijzonder bij de hiervoor weergegeven hoge voorraadhouder, het vullen op een aanvullend voordelige wijze 20 aanzienlijk, te vergemakkelijken, is het bij een door het Duitse octrooischrift 2.008.1TT geopenbaarde rijen-zaaimachine op zichzelf bekend om aan de achterzijde van de voorraadhouder een laadvonder te voorzien. Ook wordt door dit octrooischrift geopenbaard, dat de laadvonder bestaat uit een laadplatform en althans een zwaai-25 baar daaraan aangebracht laadplatform. Zoals hierna in de figuur-besehrijving wordt verduidelijkt, ontstaat hierbij een verdere vergemakkelijking van het vullen, doordat het laadplatform dwars op de rijrichting aanzienlijk breder is dan het oprijvlak.
In de praktijk hebben zich overigens veelal onregelmatigheden 30 voorgedaan, van het naar buiten brengen van het zaaigoed en het in de grond brengen daarvan via de zaaischaren, die zich bevinden in de door de trekker- en machineloopwielen ingedrukte sporen. Teneinde deze nadelen te voorkomen, moeten volgens de uitvinding op een door het Duitse Auslegeschrift 2.063.908 op zichzelf bekende 35 wijze tussen de loopwielen en de daarachter zich bevindende zaai- 8000248 s % 5 scharen, spoorlosmaakorganen zijn voorzien.
Verder is het voor het storingsvrij zaaien van de rijenzaai-aachine op bijzondere zachte grond noodzakelijk om de aan de rijen-zaaimachine aanwezige loopwielen, te vervangen door grotere en/of 5 bredere loopwielen. Voor het snel uitvoeren van dit omschakelen voor ziet de uitvinding verder, dat de loopwielen gemakkelijk losmaakbaar zijn aangebracht aan assen, waarvan de naar elkaar gekeerde binnenste einden een grotere onderlinge afstand hebben, en die aan de van elkaar afgekeerde zijden van de loopwielen, draaibaar 10 zijn gelegerd aan het raam. Teneinde hierbij de loopwielen te kunnen instellen op de twee genormaliseerde trekkerspoorbreedten van 1,50 en 1,80 meter,, hebben de loopwielen volgens de uitvinding een indruk-diepte van althans ongeveer 75 mm.
De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de teke-15 dng, waarin : fig. 1 een achteraanzicht is van de onderhavige rijenzaai- machine, fig. 2 een aanzicht is van de montering van een loopwiel en de aandrijfinrichting voor de doseerelementen van de rijenzaaimachine, 20 fig. 3 een lengtedoorsnede toont van de rijenzaaimachine, fig. I* een lengtedoorsnede toont van een andere uitvoering van een voor het monteren van de rijenzaaimachine voorziene schaar-monteerlijst, en fig. 5 een bovenaanzicht is van de rijenzaaimachine volgens 25 fig* 1 met een andere laadvonder.
De rijenzaaimachine 1 is uitgerust met een raam 2 en een voor-raadhouder 3, die een dwars op de in fig. 3 door de pijl ^ aangeduide rijrichting, langwerpige vorm heeft. Aan de buitenzijde wordt de voorraadhouder 3 afgesloten door de twee vertikaal naar beneden 30 reikende zijwanden 5, waarvan de buitenste einden 6 U-vormig naar buiten zijn ongebogen, en waaraan de buisvormige dwarsdrager J van het raam 2 is gelast. Hierbij heeft de voorraadhouder 3 met inbegrip van de twee zijwanden daarvan, dwars op de rijrichting 4 een breedte B, die overeenkomt met de voor het door rijden transporteren Γ 35 van landbouwkundige machines op openbare straten en wegen volgens 8000248 de wet toegelaten maximale totale breedte-afmeting.
Verder is bet raam 2 uit gerust met vier in hoofdzaak naar beneden reikende schoren 8 en 9, waarvan de twee binnenste schoren 8 zi«jn gelast aan de dwarsdrager 7, en voorzien van de aanbouw-• 5 tappen 10 voor de onderste stuur armen van de driepuntskrachtheffer van een voor het voortbewegen van de rij enzaaimachine 1 voorziene trekker. Daarentegen zijn de twee buitenste schoren 9 met behulp van de beugelschroeven TT zijdelings verschuifbaar aangebracht aan de dwarsdrager 7, alsmede uitgerust met de loopwielen 12, via welke 10 de rij enzaaimachine 1 gedurende de toepassing daarvan rust op de grond 13', en die een spoorbreedte S hebben, die overeenkomt met de spoorbreedte van de voor de rijenzaaimachine 1 voorziene trekker.
Zoals weergegeven in fig. 2, zijn de loopwielen 12 elk draai-vast aangebracht aan een as il·, die enerzijds draaibaar is gelegerd 15 in het aan een buitenste schoor 9 zich bevindende leger 15, en anderzijds in het aan een zijwand 5 aangebrachte leger 16. Hierbij hebben de binnenste einden van de assen 1 1+ onderling een grotere afstand A. Verder is elk loopwiel 12 uitgerust met een velg 17, die een inpersdiepte T bezit van 75 mm, en door een bekende split-20 pen 18 axiaal tegen verschuiven op de as 1^ is gegrendeld. Hierbij is de as 1U nog voorzien van gaten 19 voor het opnemen van de splitpen 18.
Voor het omschakelen van de in de tekening weergegeven, genormaliseerde spoorbreedte van 1,50 m op de andere genormaliseerde 25 spoorbreedte van 1,80 m, moeten de loopwielen 12 na het uittrekken van de splitpennen 18 slechts van de assen 1k naar binnen te worden losgetrokken, en na het draaien over 180° weer op de assen 1b te worden geschoven. Wanneer echter de voor de rijenzaaimachine 1 voorziene trekker een andere spoorbreedte heeft, vindt de aanpassing 30 van de spoorbreedte S van de loopwielen 12 op eenvoudige wijze plaats, doordat de beugelschroeven 11 worden losgeschroefd en de buitenste schoren 9 na het uittrekken van de splitpennen 18 zijdelings op de dwarsdrager 7 zodanig ver worden verschoven, dat de loopwielen 12' weer rollen in het rijspoor 20 van de trekkerwielen. -I
35 Verder zijn in het midden tussen de twee binnenste schoren 8 8000248 # * 7 de mont ering s element en 21 voor de bovenste stuurstangen van de driepuntskrachtheffer van een voor de rijenzaaimachine 1 voorziene trekker, gelast aan de dvarsdrager 7· Opdat de rijenzaaimachine 1 bij gebruik daarvan zich kan aanpassen aan eventueel aanwezige on-5 effenheden van de grond, zijn in de binnenste schoren voor de aan-bouvtappen 10, de sleuven 22 voorzien. Bovendien zijn aan de dvarsdrager 7 voor het bereiken van een stabiele constructie, nog twee schoren 23 gelast, die schuin naar boven reiken en het middengebied steunen van de voorraadhouder 3.
10 In het onderste gebied van de voorraadhouder 3, vaarvan de on derste afsluitrand 2h dwars op de rijrichting ^ horizontaal loopt, is een aantal uïtlaatopeningen 27 voorzien, voor welke openingen zich de doseerelementen 26 bevinden in de vorm van nokkenvielen, die draaivast zijn aangebracht aan de zaai-as 27. Zoals is te zien 15" in fig. 2, wordt deze zaai-as 27 aangedreven vanaf het rechterloop-viel 12 via de as 1U, de kettingoverbrenging 28, het traploos instelbare regeldrijfwerk 29 en de kettingoverbrenging 30. Hierbij is het regeldrijfwerk 29 aan de binnenzijde aangebracht van de rechter zij wand 5· 20 Verder worden vanaf het rechter loopwiel 12 via de ketting- overbrengingen 28 en 31, de in de voorraadhouder 3 zich bevindende roerinrichting 32 aangedreven, evenals vanaf de zaai-as 27 via de kettingoverbrenging 33 de eveneens in de voorraadhouder 3 aangebrachte behandelingsmiddeistrooier 3^. Hierbij bevinden de ket-25 tingoverbrengingen 28, 30, 31 en 33 van de aandrijfinrichting 35 zich tussen de omgebogen einden 6 van de rechter zijwand 59 velke einden 6 aan de buitenzijde van de aandrijfinrichting 35 zijn verbonden met behulp van de afdekplaat 36 voor het beschermen van de aandrijfinrichting tegen vervuiling.
30 Achter de loopwielen 12 bevindt zich de dwarsbalk 37, aan de buitenste einden waarvan de uithouders 38 rond de zwaai-as 39 in vertikale vlakken zwaaibaar zijn aangebracht. Deze zvaai-assen 39 lopen zodanig schuin naar achter, dat de buitenste einden van de uithouders 38, zoals rechts in fig. 1 is weergegeven, zich in de 35 naar boven gezwaaide transportstand 38’, achter de voorraadhouder 3 8000248 ' ' 8..........................
"berinden.
Verder zijn overeenkomstig de veergeving in fig. 3aan de dwarsbalk 3T en de twee uit houders 38, de instelplaten ij-0 gelast, waaraan de schaarmonteerlij sten Ui en b2 rond een dwars op de rijrich-5 ting b lopende zwaai-as U3 draaibaar zijn gelegerd. Voor het vastzetten van de schaarmonteerlij sten Ui en b2 in verschillende draai-standen., zijn de instelplaten Uo uitgerust met een aantal boringen Ui, in elk waarvan een aan de schaarmonteerlijsten bl, b2 gelaste hefboom. b5 met een aanzetstuk b6 daarvan kan aangrijpen.
10. Aan de schaarmonteerlij sten Ui, b2 zijn de zaaischaren bj af wisselend via een korte schaarhouder U8 en een lange schaarhouder b9 in een vertikaal vlak zwaaibaar aangebracht. Aan de schaarhouder s -bQ, i+9 enerzijds en de schaarmont eerlij sten Ui, b2 anderzijds, zijn de veerkrachtige elementen 50 in spanning nastelbaar 15 aangebracht., welke elementen op elk der zaaischaren U7 een kracht uitoefenen in de richting naar de grond 13. Hierbij zijn voor het aanbrengen van de veerkrachtige elementen 50 aan de schaarmonteerlij sten blb2, de star daarmede verbonden houders 51 voorzien.
Als gevolg van deze uitvoering kunnen de door de veerkrachtige 20 elementen 50 op de zaaischaren U7 uitgeoefende drukken, zowel afzonderlijk als door het draaien van de schaarmonteerlijsten Ui, b2 in groepen gemeenschappelijk worden veranderd.
Verder zijn de zaaischaren U7 uitgerust met de schuin naar boven reikende buisstompen 52, waarin de op een door het Duitse 25 Auslegesehrift 2.063.909 op zichzelf bekende wijze uit slangen bestaande en op de doseerelementen 26 aangesloten leibuizen 53 los met het onderste einde daarvan naar binnen reiken. Hierbij hebben alle leibuizen 53 een hellingshoek (A. , die groter is dan Uo°.
Teneinde ook bij grotere werkbreedten een aangepast grote 30 hellingshoek te bereiken, bevinden overeenkomstig fig. 1 de doseerelementen 26 zich op een hoogte H van 1,20 m boven de grond 13. Voor de twee buitenste leibuizen 53 is het hierbij voordelig, dat de uithouders 38 in de rijrichting b zich in een voor de dwarsbalk 37 liggend vlak. bevinden. f 35 In fig. U is een andere uitvoering weergegeven van de schaar- 8000248 * « 9 lijst Ui aan de dwarsbalk 37, welke uitvoering ook kan zijn voorzien bij de met de uithouders 38 verbonden schaarmonteerlijst 1+2.
Bij deze uitvoering is de schaarmont eerlij st 1+1 via de instelplaat 1+0 draai vast verbonden met de dwarsbalk. 37. Onder de schaarmon-5 t eerlij st 1+1 is om de eveneens dwars op de rijrichting 1+ lopende zwaai-as 55 een. lijst 5l+ draaibaar gelegerd. Aan deze lijst 5I+ zijn de houders 56 gelast voor de veerkrachtige elementen 50, waarbij de lijst 5I+ zelf draaivast is verbonden met de hefboom 1+5.
Het voordeel van deze uitvoering ten opzichte van de in fig. 3 10 weergegeven draaibare uitvoering van de schaarmonteerlijst 1+1, wordt gevormd, doordat bij het veranderen van de spanning van de veerkrachtige elementen door het zwaaien van de hefboom 1+5, de schaar-houders 1+8 en 1+9 en zodoende de zaaischaren 1+7 de stand daarvan ten opzichte van de grond 13 behouden. Bovendien kan de rijenzaai-15 machine 1 ook met deze in groepen gemeenschappelijke verstelinrich-ting voor de spanning van de veerkrachtige elementen 50, naderhand worden uitgerust.
Zoals is weergegeven in fig. 3, bevinden zich achter de loopwielen 12 en voor de zaaischaren 1+7, de in hoogte verstelbaar aan 20 de dwarsbalk 37 aangebrachte spoorlosmaakorganen 57. Hierdoor worden zowel de rijsporen 20 van de trekkervielen als die van de loopwielen 12' zodanig losgeaaakt, dat het zaaigoed ook op deze plaatsen in een losse en kruimelige grond kan worden gebracht.
Teneinde ook op oneffen grondoppervlakken een voldoende regel-25 matige stelhoek te bereiken van de zaaischaren 1+7 ten opzichte van de grond 13, zijn aan de buitenste einden van de uithouders 38, steunwielen 58 met behulp van de bevestigingsbouten 59 gemakkelijk losmaakbaar aangebracht. Een dergelijke uitvoering is voor de linker uithouder 38 in fig. 1 weergegeven. Deze naar keuze en ge-30 makkelijk losmaakbare mogelijkheid van aanbrengen is in het bijzonder van voordeel voor de toepassingen, waarbij de steunwielen 58 voor het. bewerken van de velden doelmatig zijn, maar bij het bewerken van de veldrandstroken van althans een uithouder 38 moeten - worden afgenomen. r 35 Verder is het op goed losgemaakte grond voor het voorkomen van 8000248 '10 een grote slip van de loopwielen 12’ als "bijzonder voordelig gebleken, wanneer de aandrijf inrichting 35 naar keuze krachtoverbrengend kan worden verbonden met een van of beide loopwielen 12.
Op grond hiervan kan overeenkomstig de weergeving in fig. 2, ^ aan elk der naar elkaar gerichte einden van de assen 14, een verbindingsas 60 worden aangesloten, waarbij de bevestiging daarvan aan de assen 1¼ plaats vindt met behulp van een door de betrokken buitenste boring 19 gestoken splitpen 18.
Voor het bereiken van een zo groot mogelijk oppervlaktever-10 mogen heeft de bovenste rand 6i van de voorraadhouder 3 overeenkomstig fig. 1, een valhoogte E van 1,80 m boven de grond 13.
Teneinde bij een dergelijke grote vulhoogte, de voorraadhouder 3 nog gemakkelijk te kannen vullen met zaaigoed, is aan de achterzijde daarvan de laadvonder 62 voorzien, die het via de schoren 63 15 op de dwarsbalk 37 steunende laadplatform 6U heeft. Bovendien is het laadplatform 6b uitgerust met de dwarsbuis 65, waaraan zwaai -baar en zijdelings verschuifbaar het oprijvlak 66 is aangebracht.
Dit oprijvlak 66 is in fig. 1 weergegeven in de naar boven gezwaaide en met behulp van de haak 67 aan de laadvonder 62 vastgezette 20 transportstand, waarbij dit vlak in fig. 3 is weergegeven in de naar beneden gezwaaide bedrijfsstand.
Zoals verder is te ontlenen aan fig. 3, heeft het laadplatform 6b een in de richting van de pijl 68 naar voren en terug zwaai -baar aangebrachte klep 69, opdat de voor het afdraaien van de rij-25 enzaaimaehine 1 voorziene opvangtrog 70 ook kan worden bediend vanaf de laadvonder 62 of de doseerelementen 26 van hieruit toegankelijk zijn.
In fig. 5 is het vullen weergegeven van de voorraadhouder 3 van de rij enzaaimaehine 1 vanaf een transportvoertuig 71» waarbij 30 aan de dwarsbalk 65 van het laadplatform 6b de twee oprijvlakken 72 in een vertikaal vlak zwaaibaar en dwars op de rijrichting b verschuifbaar zijn aangebracht. Deze uitvoering heeft het voordeel, dat de dwarsbuis 65 zijdelings en in het midden via de houders 73 kan steunen op het laadplatform 6bt zodat een bijzonder stabiele ; 35 constructie wordt verschaft van de totale laadvonder 62.
8000248 11 r
Bovendien is "bij dit uitvoeringsvoorbeeld de rijenzaaimachine 1 uitgerust met de zaaikam 7^ teneinde de door de zaaischaren ^7 gevormde zaalvormen te kannen dichtstrijken en het in de grond gebrachte zaaigoed ten. behoeve van een snel opkamen, in voldoende 5 mate met grond te bedekken.
Voor het voeden van de voorraadhouder 3 van de rij enzaaimachine 1 wordt, elke op het laadvlak 75 van het transportvoertuig 71 zich bevindende en met zaaigoed gevulde zak 76 op de zakkenkrui-vagen 77 gekanteld. Vervolgens wordt de zakkenkruiwagen 77 met een 10 zak j6 in de rïehting van de pijl 78 teruggetrokken en aansluitend in de riehting van de pijl 79 over een van de oprijvlakken 72 geschoven., totdat de wagen zieh dicht voor de voorraadhouder 3 bevindt.
Ha het wegkantelen van de zak 76 over de bovenste rand 61 van de voorraadhouder 3 en het openseheuren van het einde van de zak j6 15 aan de zijde van de machine, loopt het zaaigoed in de richting van de pijl 80 in de voorraadhouder 3.
Als gevolg van de mogelijkheid tot verschuiven van de oprijvlakken 66 en 72, kan het zaaigoed regelmatig worden verdeeld over het gehele bereik van de voorraadhouder 3, zonder dat hiervoor een aan-20 vullende verdeling met de hand nodig is.
• 'TT
8000248
Claims (24)
1, Rijenzaaimachine, -voorzien van een raam, dat in de bedrijfs-stand via loopwielen steunt op de grond, alsmede van een dwars op de rijrichting langwerpige voorraadhouder, waarvan het onderste bereik, dwars op de rijrichting horizontaal loopt, en is uitge-5 rust met uitlaadopeningen, alsmede aangedreven doseerelementen, door welke elementen het in de voorraadhouder zich bevindende . . zaaigoed via leibuizen en daarop aangesloten zaaischaren in de grond wordt gebracht met het kenmerk, dat het raam (2)en de voorraadhouder (3) dwars op de rijrichting (k) een breedte (B) hebben, 10 die althans in hoofdzaak even groot is als de voor het rijden van landbouwkundige machines op openbare straten en wegen volgens de wet toegelaten maximale totale breedte-afmeting, waarbij de loopwielen (12) zijn aangebracht binnen het door de voorraadhouder zijdelings begrensde bereik, alsmede voor de zaaischaren (^7).
2. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat aan het raam (2) zijdelings naar buiten reikende en met zaaischaren (Uj) uitgeruste uithouders (38) zwaaibaar kunnen worden aangebracht.
3. Machine volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk, dat de do-seerelementen' (26) zich op een zodanige hoogte (H) boven de grond 20 (13) bevinden, dat de leibuizen (53) voor het zaaigoed bij een werkbreedte van de rijenzaaimachine (1) van h,0 m, een hellings-hoek (. ^) hebben van althans k0°. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de loopwielen (12) rollen in het rijspoor (20) van de voor de rijenzaaimachine 25 (1) voorziene trekker.
5· Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de bovenste rand. (6l) van de voorraadhouder (3), een vulhoogte (E) van 1,60 tot 1,80 m boven de grond (13) heeft.
6. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de doseerele-30 menten (26) zich op een hoogte (H) van in hoofdzaak 1,20 m boven de grond (13) bevinden.
7- Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat aan de achter- -Ί zijde van de. voorraadhouder (3), een laadvonder (62) is voorzien. 5000248 13.
8. Machine volgens conclusie 7 met liet kenmerk, dat de laadvonder (62) bestaat uit een laadplatform (6k) en althans een zwaaibaar daaraan aangebracht opri jvlak (66, 72), waarbij het laadplatform dwars op de rijrichting (k) aanzienlijk breder is dan het oprij-5 vlak.
9· Machine volgens conclusie 7 en 8 met het kenmerk, dat het laadplatform (6k) dwars op de rijrichting (b) zich over althans in hoofdzaak de breedte (B) van de voorraadhcruder (3) uit strekt, en aan de achterzijde daarvan is uitgerust met een aantal zwaaibaar 10 aangebrachte oprijvlakken (72).
10. Machine volgens conclusie 8 of 9 met het kenmerk, dat het oprij-vlak (66) of de -vlakken (72) dwars op de rijrichting (k) verschuifbaar zijn aangebracht.
11. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat in de rij-15 riehting (k) tussen de loopwielen (12) en de daarachter zi<bbevindende zaaischaren (k7), spoorlosmaakorganen (57) zijn voorzien.
12. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de loopwielen (12) gemakkelijk losmaakbaar zijn aangebracht aan assen (ik), waarvan de naar elkaar gekeerde binnenste einden een grote onder- 20 linge afstand (A) hebben, en die aan de van elkaar afgekeerde zijden van de loopwielen, draaibaar zijn gelegerd aan het raam (2).
13. Machine volgens conclusie 12 met het kenmerk, dat de loopwielen (12.) een indrukdiepte (T) hebben van althans in hoofdzaak 75 mm. 1k. Machine volgens conclusie 1 met het kenmerk, dat de zijwanden 25 (5) van de voorraadhouder (3) voorbij de voorraadhouder naar bene den reiken en zowel aan de voorkant als de achterkant naar buiten U-vormig zijn omgebogen, waarbij het raam (2) een dwars op de rijrichting (k) lopende, buisvormige dwarsdrager (7) heeft, die is bevestigd aan de zijwanden van de voorraadhouder, alsmede uitge-30 rust met vier in hoofdzaak naar beneden reikende schoren (8, 9), waarvan de twee buitenste schoren (9) de binnenste legers (15) dragen voor de assen OM van de loopwielen (12), waarbij de buitenste legers (16) voor de assen van de loopwielen zijn aangebracht .3· in de zijwanden van de voorraadhouder, en de twee binnenste schoren Z 35 zijn uigerust met de aanbouwtappen (10') voor de onderste stuurarmen 8000248 f 1U yan de driepuntskr aeht heffer van een voor de ri j enzaaimachine. (1) voorziene trekker.
15. Machine volgens* conclusie 1 *J- met liet kenmerk, dat de loopwielen (12') verschuifbaar zi$.n aangebraeht aan de assen (1*0, evenals 5 de twee buitenste schoren (9) aan de dwarsdrager (T) en deze assen.
16. Machine volgens- conclusie 1*J- met. het kenmerk, dat de aanbouw-tappen (10}'voor de onderste stuurarmen van de driepuntskrachthef-fer in hoogte beweegbaar zijn aangebracht aan de twee binnenste schoren (8).
17. Machine volgens conclusie 1¾ met. het kenmerk, dat aan de dwars drager (7}» de monteerelementen (21) zijn aangebracht voor de bovenste stuurstang van de trekker, alsmede althans twee andere schoren (23), die in hoofdzaak naar boven reiken en waarop het middengebied steunt van de voorraadhouder (3). 15' 18. Machine volgens conclusie 1 en il· met het kenmerk, dat voor het aandrijven van de doseerelementen (16), een tussen de zijwanden (5) van de voorraadhouder (3) zich bevindend regeldrijfwerk (29) is voorzien, dat in aandrijfoverbrengende verbinding staat met de as (1*0 van een loopwiel (12), waarbij de aandrijfinrichting (35) 20 naar de doseerelementen (26) zich uitstrekt binnen de naar buiten omgebogen einden (6) van een zijwand.
19. Machine volgens conclusie 18 met het kenmerk, dat via de aandrijf inrichting (35) een in de voorraadhouder (3) zich bevindende roerinrichting (32) kan worden aangedreven, alsmede een behande- 25 lingsmiddelstrooier (3*0.
20. Machine volgens conclusie 18 of 19 met het kenmerk, dat de aandrijf inrichting (35) tussen de omgebogen einden (6) van een zijwand (5)j de kettingoverbrengingen (28, 30, 31, 33) heeft, waarbij de naar buiten omgebogen einden van de zijwand tuiten de aandrijf- 30 inrichting kunnen worden verbonden met behulp van een afdekplaat(36). 21!; Machine volgens een der conclusies 18-20 met het kenmerk, dat de aandrijfinrichting (35) naar keuze krachtoverbrengend kan worden verbonden met het aan de ene zijde of met de aan weerszijden voorziene loopwielen (12). ~2
22. Machine volgens conclusie 1 en 2 met het kenmerk, dat in het 8000248 1? β ·ί "buitenste gebied van de uithouders (38), steunvielen (58) kunnen worden aangebracht.
23. Machine volgens- conclusie 2 of 22. met het kenmerk, dat de zwaai-assen (39) van de uithouders (38) zodanig in de rijrichting 5 (4) naar’ achter hellen, dat de buitenste einden van de uithouders in de naar. boven gezwaaide transportstand (38*) achter de voorraad-houder (3) liggen. 2k. Maehine volgens conclusie 1 met' het kenmerk, dat de leibuizen (53) bestaan uit veerkrachtige slangen, waarbij de zaaischaren 10 (1+7) zijn uitgerust met schuin naar boven reikende buisstampen (52), waarin, de onderste einden van de leibuizen los naar binnen hangen.
25. Maehine volgens conclusie Ί en 2 met het kenmerk, dat de zaaischaren (1+7) via sè&aarhouders (1+8, 1*9) in een vertikaal vlak zwaaihaar zijn aangebracht aan dwars op de rijrichting (h) zich 15; uit strekkende schaarmonteer lij sten (1+1, 1+2), waarbij tussen de schaarhouders en de schaarmonteerlij sten zich veerkrachtige, alsmede op de zaaischaren in de richting naar de grond (13) werkzame elementen (50) bevinden, en de middelste schaarmonteer lijst (1+1) is aangebracht aan een star met de dvarsdrager (7) verbonden 20 dwarsbalk (37), en de zijdelingse schaarmonteer lij sten (1+2) aan de uithouders (38).
26. Maehine volgens conelusie 25 met het kenmerk, dat de veerkrachtige elementen (50) afzonderlijk voor wat betreft de spanning daarvan veranderbaar zijn aangebracht.
27. Machine volgens conclusie 25 of 26 met het kenmerk, dat de schaarmonteerlijsten (1+1, 1+2) elk om een dwars op de rijrichting (1+) zich uitstrekkende zwaai-as (1+3) draaibaar zijn aangebracht, alsmede in verschillende draaistanden vastzetbaar aan de dwarsbalk (37) of aan de uithouders (38), waarbij voor de veerkrachtige 30 elementen, draaivast met de schaarmonteerlijsten verbonden houders (51) zijn voorzien.
28. Maehine volgens conclusie 25 of 26 met het kenmerk, dat de schaarmonteerlijsten (1+1, 1+2) draaivast zijn aangebracht aan de .£ dwarsbalk (37) of de uithouders (38), waarbij de houders (56) 3 35 voor de veerkrachtige elementen (50) eveneens draaivast zijn aan- 8000248 16.....' ................ .......... gebracht aan de lijsten (5^·)» die elk om een. dwars op de rijrichting (¾] zich. uitstrekkende zwaai-as (55) draaibaar en in verschillende draaistanden vastzetbaar zijn aangebracht.
29. Machine volgens een der conclusies 23 - 28 met het kenmerk, 5 dat de uithouders (38) zich in de rijrichting (k) in een voor· de dwarsbalk (37) liggend vlak bevinden. * «I 8000248
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
FR7900911 | 1979-01-15 | ||
FR7900911A FR2446053A1 (fr) | 1979-01-15 | 1979-01-15 | Semoir mecanique |
Publications (1)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8000248A true NL8000248A (nl) | 1980-07-17 |
Family
ID=9220763
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8000248A NL8000248A (nl) | 1979-01-15 | 1980-01-15 | Rijenzaaimachine. |
Country Status (5)
Country | Link |
---|---|
AT (1) | AT366872B (nl) |
DE (1) | DE3000959A1 (nl) |
FR (1) | FR2446053A1 (nl) |
NL (1) | NL8000248A (nl) |
SE (2) | SE8000269L (nl) |
Families Citing this family (11)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
DE3117786C2 (de) * | 1981-05-06 | 1983-12-22 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | Drillmaschine |
DE3141078C1 (de) * | 1981-10-16 | 1982-12-16 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | Drillmaschine |
DE3149982A1 (de) * | 1981-12-17 | 1983-06-30 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | "drillmaschine" |
DE3214897C1 (de) * | 1982-04-22 | 1983-12-29 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | Saemaschine |
DE3249910A1 (de) * | 1982-04-22 | 1988-01-07 | Amazonen Werke Dreyer H | Saemaschine |
DE3419191C2 (de) * | 1984-05-23 | 1986-08-14 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | Verteilmaschine, insbesondere Drillmaschine |
DE3438011A1 (de) * | 1984-10-17 | 1986-04-17 | Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 4507 Hasbergen | Saemaschine |
GB2177885A (en) * | 1985-07-25 | 1987-02-04 | Massey Ferguson Mfg | Agricultural drills |
DE3616022A1 (de) * | 1986-05-13 | 1987-11-19 | Amazonen Werke Dreyer H | Saemaschine |
DE19836741A1 (de) * | 1998-08-13 | 2000-02-17 | Amazonen Werke Dreyer H | Ladesteg |
CN112042323B (zh) * | 2020-09-15 | 2021-07-27 | 广州新标农业科技有限公司 | 一种农业机械手 |
Family Cites Families (6)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
FR1278923A (fr) * | 1961-01-20 | 1961-12-15 | Usines Edouard De Saint Hubert | Semoir |
FR1423045A (fr) * | 1964-11-18 | 1966-01-03 | Roger Freres S A R L | Semoir porté |
DE1943012A1 (de) * | 1969-08-23 | 1971-03-04 | Amazonen Werke Dreyer H | Vorrichtung zum Ausbringen von gekoerntem oder pulverfoermigem Material ueber kleinere Parzellen |
FR2260273A1 (en) * | 1974-02-13 | 1975-09-05 | Amazonen Werke Dreyer H | Tractor-towed seed-drill with central hopper - flanked by wheel-supported pivoting jib-arms |
DE2623035A1 (de) * | 1976-05-22 | 1977-12-08 | Amazonen Werke Dreyer H | Maschine zum ausbringen von saatgut und duengemitteln |
DE2656202A1 (de) * | 1976-12-11 | 1978-06-15 | Amazonen Werke Dreyer H | Saemaschine |
-
1979
- 1979-01-15 FR FR7900911A patent/FR2446053A1/fr active Granted
-
1980
- 1980-01-12 DE DE19803000959 patent/DE3000959A1/de not_active Ceased
- 1980-01-14 AT AT15980A patent/AT366872B/de not_active IP Right Cessation
- 1980-01-14 SE SE8000269D patent/SE8000269L/xx not_active Application Discontinuation
- 1980-01-14 SE SE8000269A patent/SE439570B/sv not_active IP Right Cessation
- 1980-01-15 NL NL8000248A patent/NL8000248A/nl not_active Application Discontinuation
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
DE3000959A1 (de) | 1980-07-17 |
FR2446053B1 (nl) | 1983-07-18 |
ATA15980A (de) | 1981-10-15 |
SE439570B (sv) | 1985-06-24 |
AT366872B (de) | 1982-05-10 |
SE8000269L (sv) | 1980-07-16 |
FR2446053A1 (fr) | 1980-08-08 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
US3611956A (en) | Means for agricultural seeding | |
US3635495A (en) | Telescoping implement tongue | |
NL8000248A (nl) | Rijenzaaimachine. | |
US11317554B2 (en) | Implement support apparatus | |
NL192558C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
US3208536A (en) | Folding agricultural implement | |
NL8204705A (nl) | Grondbewerkingsrol. | |
US3610185A (en) | Planting machine | |
US4008833A (en) | Chemical applicator | |
EP2635103B1 (fr) | Semoir monograine avec un chassis repliable et au moins une tete de repartition disposee a l'arriere du semoir | |
NL8903162A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8601529A (nl) | Zaaimachine. | |
NL8302688A (nl) | Landbouwinrichting, in het bijzonder een inrichting voor het verspreiden van verspreidbaar materiaal. | |
US3331341A (en) | Fertilizer distributor | |
US947538A (en) | Manure-distributer and dump-cart. | |
GB2042314A (en) | Seed drill | |
NL9200243A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL1005026C1 (nl) | Landbouwmachine. | |
NL8300901A (nl) | Zaaimachine. | |
FR2551308A1 (fr) | Machine pour travailler le sol munie de moyens de relevage perfectionnes | |
NL8401700A (nl) | Inrichting voor het verspreiden van verspreidbaar materiaal en werkwijze voor het gebruik van de inrichting. | |
DE19933900A1 (de) | Landwirtschaftliche Bestellkombination | |
EP0159762B1 (en) | An agricultural machine | |
US645136A (en) | Road-scraper. | |
PL239470B1 (pl) | Segment wału kołowego maszyny siewnej |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1A | A request for search or an international-type search has been filed | ||
BB | A search report has been drawn up | ||
BV | The patent application has lapsed | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BV | The patent application has lapsed |