NL2001903C - Werkwijze voor het overbrengen en plaatsen van hielsamenstellen voor banden, inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze en spacer te gebruiken in een dergelijke werkwijze en/of inrichting. - Google Patents

Description

Nr. NLP183868A

Werkwijze voor het overbrengen en plaatsen van hielsamen- stellen voor banden, inrichting voor het uitvoeren van een dergelijke werkwijze en spacer te gebruiken in een derge lijke werkwijze en/of inrichting

ACHTERGROND VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een werkwijze voor het overbrengen en plaatsen van hielsamen- 5 stellen voor banden, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een hielsamenstelopslageen-heid waarin een aantal hielsamenstellen verticaal gestapeld is met tussenplaatsing van spacers, - het verschaffen van een verzameleenheid voor 10 lege spacers, welke verzameleenheid geplaatst wordt in de nabijheid van de hielsamenstelopslageenheid, - het verschaffen van een bandenbouwmachine voor het daarop ontvangen van de hielsamenstellen, - het verschaffen van een hielsamenstelhoudmiddel 15 voor het oppakken en houden van een hielsamenstel, waarbij het hielsamenstelhoudmiddel voorzien is van aangrijpbekken die op gelijke hoekafstand in een omtreksrichting op het hielsamenstelhoudmiddel zijn aangebracht, waarbij de aangrijpbekken in radiale richting worden voortbewogen of 20 teruggetrokken, - het verschaffen van een spacerhoudmiddel voor het oppakken en houden van een spacer, en 2 - het aanbrengen van het hielsamenstelhoudmiddel en het spacerhoudmiddel op een gemeenschappelijk overbreng-middel.

Een dergelijke werkwijze is bekend uit EP-B1-5 0567652. Hierin worden het spacerhoudermiddel gevormd door radiaal buiten de hielsamenstelaangrijpbekken geplaatst aantrekkende middelen, die door middel van vacuüm of magnetische kracht de spacers kunnen oppakken en houden. Hiertoe zijn de aantrekkende middelen omhoog en omlaag beweegbaar 10 uitgevoerd.

SAMENVATTING VAN DE UITVINDING

De onderhavige uitvinding heeft onder meer als 15 doel een alternatieve werkwijze voor het overbrengen en plaatsen van hielsamenstellen voor banden te verschaffen.

Hiertoe wordt volgens de uitvinding een werkwijze van de in de aanhef genoemde soort, gekenmerkt doordat de werkwijze de stappen omvat van: 20 - het voorzien van het spacerhoudmiddel van ten minste twee spaceraangrijpbekken die op gelijke hoekafstand in een omtreksrichting op het spacerhoudmiddel zijn aangebracht, waarbij de spaceraangrijpbekken in radiale richting worden voortbewogen of teruggetrokken. Door in plaats van de 25 bekende omhoog en omlaag beweegbare, met behulp van vacuüm of magneetkracht werkende, aantrekkende middelen volgens de uitvinding radiaal voortbeweegbare of terugtrekbare spaceraangrijpbekken te gebruiken, wordt een alternatieve werkwijze verschaft die relatief eenvoudig en nauwkeurig 30 uitgevoerd kan worden.

In een uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding omvat de werkwijze de stappen van: - het voorzien van het spacerhoudmiddel van twee tegen over elkaar geplaatste spaceraangrijpbekken, waarbij 35 de aangrijpbekken in radiale richting worden voortbewogen of teruggetrokken, en - het voorzien van het spacerhoudmiddel van twee 3 tegen over elkaar geplaatste balanspennen die op gelijke hoekafstand tussen de spaceraangrijpbekken zijn geplaatst. Op deze wijze wordt het spacerhoudmiddel uitgevoerd met een relatief gering aantal beweegbare delen, waardoor de werk-5 wijze relatief eenvoudig uitgevoerd kan worden.

In een verdere uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding, bevat de werkwijze de stappen van: - het voorzien van de spacer van een centraal gat, waarbij de spacer voorzien is van een binnenring 10 definiërende het centrale gat, - het plaatsen van de spaceraangrijpbekken radiaal in het centrale gat, - het in radiale richting voortbewegen van de spaceraangrijpbekken tot deze in aangrijping komen met de 15 binnenring. Op deze wijze wordt het spacerhoudmiddel compact uitgevoerd en is voor het oppakken van de spacers slechts een geringe verplaatsing van de spaceraangrijpbekken nodig, waardoor de werkwijze relatief snel uitgevoerd kan worden.

In een verdere uitvoering van een werkwijze 20 volgens de uitvinding bevat de werkwijze de stappen van: - het voorzien van de spacer met een conisch oppervlak, welk conisch oppervlak een spacerhoek insluit met een waarde gelegen in een bereik van ongeveer 8° tot ongeveer 20°, 25 - het onder die spacerhoek in radiale richting voortbewegen of terugtrekken van de spaceraangrijpbekken en de hielsamenstelaangrijpbekken. In het bijzonder bevat deze werkwijze de stappen van: - het verschaffen van het hielsamenstel met een 30 onder een hielapexhoek staande hielapex, en - het kiezen van een spacerhoek die ongeveer 1° tot ongeveer 3° kleiner is dan de hielapexhoek. Daar het hielsamenstel gebruikelijk nog in warme toestand op de spacer geplaatst wordt, zorgt deze keuze van de spacerhoek 35 ervoor dat het hielsamenstel en met name de hielapex, met een zo gering als mogelijk vervorming van de hielapex ondersteund wordt. Op deze wijze kan de werkwijze voor het 4 uiterst nauwkeurig vervaardigen van banden zorgen.

In een voordelige uitvoering van een werkwijze volgens de uitvinding, bevat de werkwijze de stappen van: - het oppakken en vasthouden van een hielsamenstel 5 met bijbehorende spacer van een stapel hielsamenstellen met spacers van de hielsamenstelopslageenheid, het verplaatsen van het opgepakte en vastgehouden hielsamenstel met bijbehorende spacer naar de verzameleenheid voor lege spacers, waarbij gedurende het 10 verplaatsen het hielsamenstelhoudmiddel het hielsamenstel van de spacer oppakt en vasthoudt. Doordat het hielsamenstel tijdens het verplaatsen van het hielsamenstel en de bijbehorende spacer naar de verzameleenheid voor lege spacers van die spacer wordt opgepakt, zorgt ervoor dat de 15 werkwijze relatief snel uitgevoerd kan worden. Nadat de spacer op de verzameleenheid is geplaatst, kan het hielsamenstel onmiddellijk naar de bandenbouwmachine veder worden getransporteerd, zonder dat er een aanvullende handeling nodig is.

20 De uitvinding heeft verder betrekking op een inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens de uitvinding, welke inrichting voorzien is van - een hielsamenstelopslageenheid voor het verticaal daarin stapelen van een aantal hielsamenstellen onder 25 tussenplaatsing van spacers, - een verzameleenheid voor lege spacers, welke verzameleenheid plaatsbaar is in de nabijheid van de hielsamenstelopslageenheid, - een bandenbouwmachine aangepast voor het daarop 30 ontvangen van hielsamenstellen, - een hielsamenstelhoudmiddel voor het oppakken en houden van een hielsamenstel, waarbij het hielsamenstelhoudmiddel voorzien is van aangrijpbekken die op gelijke hoekafstand in een omtreksrichting op het hielsamenstel- 35 houdmiddel zijn aangebracht, waarbij de aangrijpbekken in radiale richting voortbeweegbaar of terugtrekbaar zijn, - een spacerhoudmiddel voor het oppakken en houden 5 van een spacer, waarbij het hielsamenstelhoudmiddel en het spacerhoudmiddel op een gemeenschappelijk overbrengmiddel aangebracht zijn, 5 - waarbij het spacerhoudmiddel voorzien is van ten minste twee spaceraangrijpbekken die op gelijke hoekafstand in een omtreksrichting op het spacerhoudmiddel zijn aangebracht, waarbij de spaceraangrijpbekken in radiale richting voortbeweegbaar of terugtrekbaar zijn.

10 In een uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is het spacerhoudmiddel voorzien van twee tegen over elkaar geplaatste spaceraangrijpbekken, waarbij de aangrijpbekken in radiale richting voortbeweegbaar of terugtrekbaar zijn, en het spacerhoudmiddel verder voorzien 15 is van twee tegen over elkaar geplaatste balanspennen die op gelijke hoekafstand tussen de spaceraangrijpbekken zijn geplaatst.

In een verdere uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding bevat de inrichting spacers, waarbij 20 elke spacer is voorzien van een centraal gat, waarbij de spacer voorzien is van een binnenring definiërende het centrale gat, en dat de spaceraangrijpbekken in een eerste positie radiaal in het centrale gat plaatsbaar zijn, en in een tweede positie plaatsbaar zijn waarin de spaceraan-25 grijpbekken in aangrijping zijn met de binnenring.

In een verdere uitvoering van deze inrichting is de spacer voorzien van een conisch oppervlak, welk conisch oppervlak een spacerhoek insluit met een waarde gelegen in een bereik van ongeveer 8° tot ongeveer 20°, en zijn de 30 spaceraangrijpbekken en de hielsamenstelaangrijpbekken onder die spacerhoek in radiale richting voortbeweegbaar of terugtrekbaar. In het bijzonder omvat deze inrichting een hielsamenstel met een onder een hielapexhoek staande hiel-apex, waarbij de spacerhoek ongeveer 1° tot ongeveer 3° 35 kleiner is dan de hielapexhoek.

In een verdere uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is de inrichting voorzien van een 6 servomotor en een cardankoppeling voor de hielsamenstelaan-grijpbekken.

In een nog verdere uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is de inrichting voorzien van een 5 pneumatische aandrijving voor de spaceraangrijpbekken.

In een voordelige uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is het overbrengmiddel verder voorzien van bandaangrijpbekken voor het aangrijpen van een groene band en voor verwijdering van de groene band uit de 10 bandenbouwmachine.

In een verdere uitvoering van een inrichting volgens de uitvinding is het overbrengmiddel verder voorzien van bandaangrijpbekken voor het aangrijpen van een groene band en voor het verwijderen van de groene band uit de 15 bandenbouwmachine. Op deze wijze is geen aparte eenheid voor het verwijderen van de groene band noodzakelijk.

De uitvinding heeft verder betrekking op een spacer te gebruiken in de werkwijze volgens de uitvinding en/of te gebruiken in een inrichting volgens de uitvinding, 20 waarbij de spacer is voorzien van een conisch oppervlak, welk conisch oppervlak een spacerhoek insluit met een waarde gelegen in een bereik van ongeveer 8° tot ongeveer 20°.

In een uitvoering van een spacer volgens de uitvinding is de spacer voorzien van een binnenring defini-25 erende een centraal gat, waarbij de binnenring is voorzien van een opstaande rand.

In een verdere uitvoering van een spacer volgens de uitvinding is de spacer voorzien van vier in een kruisvorm aangebracht sleuven. Deze sleuven dienen onder meer 30 voor koeling door middel van het toestaan van luchtcirculatie, en vergemakkelijken de afname van spacers onderling.

De in deze beschrijving en conclusies van de aanvrage beschreven en/of de in de tekeningen van deze aanvrage getoonde aspecten en maatregelen kunnen waar 35 mogelijk ook afzonderlijk van elkaar worden toegepast. Die afzonderlijke aspecten, zoals in het bijzonder geldt voor de maatregelen en aspecten welke op zich zijn beschreven in de 7 volgconclusies, kunnen onderwerp zijn van daarop gerichte afgesplitste octrooiaanvragen.

5 KORTE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN

De uitvinding zal worden toegelicht aan de hand van een aantal in de bij gevoegde tekeningen weergegeven voorbeelduitvoeringen. Getoond wordt in: 10 Figuur 1 schematisch in bovenaanzicht een inrich ting voor het uitvoeren van een werkwijze voor het overbrengen en plaatsen van hielsamenstellen voor banden,

Figuur 2 schematisch in bovenaanzicht een eenheid voor het vervaardigen van hielsamenstellen en voor het op 15 een mobiel onderdeel van een hielsamenstelopslageenheid plaatsen van dergelijke hielsamenstellen,

Figuur 3 een schematisch zijaanzicht is van een mobiel onderdeel zoals weergegeven in Figuur 2,

Figuren 4A tot en met 4C schematisch in perspec-20 tief een gemeenschappelijk overbrengmiddel behorende tot de inrichting zoals weergegeven in Figuur 1, waarbij op het overbrengmiddel een hielsamenstelhoudmiddel en een spacer-houdmiddel zijn aangebracht,

Figuren 5A tot en met 5C schematisch in doorsnede 25 enkele stappen van het door het hielsamenstelhoudmiddel en het spacerhoudmiddel oppakken en houden van een spacer met hielsamenstel,

Figuren 6A en 6B schematisch in perspectief een spacer te gebruiken in een inrichting volgens Figuur 1, en 30 Figuur 6C een schematisch aanzicht in doorsnede van een stapel hielsamenstellen met tussenplaatsing van spacers.

GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE TEKENINGEN 35

In Figuur 1 wordt schematisch in bovenaanzicht een inrichting voor het uitvoeren van een werkwijze voor het 8 overbrengen en plaatsen van hielsamenstellen voor banden getoond. De inrichting is voorzien van een hielsa-menstelopslageenheid voor het verticaal daarin stapelen van een aantal hielsamenstellen 12 onder tussenplaatsing van 5 spacers 13. In de weergegeven uitvoering omvat de hiel-samenstelopslageenheid een eerste transportband 9, waarop (in de weergegeven uitvoering) drie stapels hielsamenstellen zijn aangebracht. De hielsamenstellen die op deze transportband zijn geplaatst hebben eenzelfde diameter. 10 Verder is een tweede transportband 10 voorzien met (in de weergegeven uitvoering) twee stapels 4, 5 hielsamenstellen met eenzelfde diameter die verschilt van die van de hielsamenstellen die op de eerste transportband 9 zijn geplaatst. Verder is een derde transportband 11 voorzien met 15 (in de weergegeven uitvoering) drie stapels 6, 7, 8 hiel samenstellen met eenzelfde diameter, welke diameter anders is dan de diameter van de hielsamenstellen geplaatst op de eerste transportband 9 en welke anders is dan de diameter van de hielsamenstellen geplaatst op de tweede transportband 20 10.

In Figuur 1 is tevens aangegeven dat een mobiele eenheid 14 waarop een stapel hielsamenstellen bestemd voor de tweede transportband is aangebracht, bij het invoereinde van de tweede transportband 10 is geplaatst. Deze stapel 25 hielsamenstellen (met tussenplaatsing van spacers) kan zoals aangegeven door de pijl overgebracht worden op de tweede transportband.

De inrichting omvat verder een verzameleenheid voor lege spacers 13. Deze verzameleenheid is in de nabij-30 heid van de hielsamenstelopslageenheid geplaatst, zoals weergegeven in Figuur 1. In de uitvoering zoals weergegeven in Figuur 1 bevat de verzameleenheid voor lege spacers een transportband 15 waarop (in de weergegeven uitvoering) twee verticale stapels lege spacers (dat is spacers zonder 35 hielsamenstellen) zijn geplaatst. In Figuur 1 is verder een mobiele eenheid 16 weergegeven waarop net een verticale stapel lege spacers is geplaatst. Hiertoe kan de transport- 9 band 15 zoals aangegeven door de pijl aangedreven worden.

De inrichting omvat verder een bandenbouwmachine 17 aangepast voor het daarop ontvangen van hielsamenstellen (ook wel "beads" genoemd). In de in Figuur 1 weergegeven 5 uitvoering omvat de bandenbouwmachine 17 onder meer een roteerbare bouwtrommel 18, een eenheid 19 voor het plaatsen van hielsamenstellen (ook wel "bead setter" genoemd), een laadinrichting 20 (ook wel "bead loader" genoemd) voor het daarop laden van hielsamenstellen, en een eenheid 21 voor 10 het van de bouwtrommel 18 afnemen van een gerede groene band 22, welke eenheid 21 verschuifbaar is ten opzichte van de bouwtrommel 18 (of vice versa). Een dergelijke bandenbouwmachine is op zich bekend en zal daarom hier niet nader in detail besproken worden.

15 Zoals weergegeven in Figuur 1 bevat de inrichting verder een gemeenschappelijk overbrengmiddel 23 voor het naar de bead loader 20 overbrengen van hielsamenstellen. Het gemeenschappelijke overbrengmiddel 23 draagt hiertoe, een hierna nader te verduidelijken hielsamenstelhoudmiddel 20 alsmede een spacerhoudmiddel. Het gemeenschappelijke overbrengmiddel 23 is in de in Figuur 1 weergegeven uitvoering gedragen door een beweegbare robotarm 24, die zodanig beweegbaar is dat hielsamenstellen naar de bead loader 20 kunnen worden overgebracht en lege spacers naar de trans-25 portband 15 kunnen worden overgebracht. Hierbij is het mogelijk om eerst een spacer met hielsamenstel van een stapel, bijvoorbeeld stapel 1, af te nemen, en deze op de transportband 15 te plaatsen (of te plaatsen op een zich daarop bevindende lege spacer), en daarna het hielsamenstel 30 van de spacer te verwijderen en het hielsamenstel naar de bead loader over te brengen. Alternatief kan natuurlijk ook het hielsamenstel van de spacer op de stapel 1 afgenomen worden en naar de bead loader worden overgebracht, waarna het overbrengmiddel 23 terug naar de stapel 1 gaat om daar 35 de lege spacer op te pakken en te polkaatsen op de transportband 15 (of op een zich daarop bevindende lege spacer). De uitvinding verschaft echter nog een verder alternatief, 10 namelijk die waarin gedurende het verplaatsen van een, van een vertical stapel hielsamenstellen met spacers, opgepakt en vastgehouden hielsamenstel met bijbehorende spacer naar de verzameleenheid voor lege spacers, het 5 hielsamenstelhoudmiddel het hielsamenstel al van de spacer oppakt en vasthoudt. Doordat het hielsamenstel tijdens het verplaatsen van het hielsamenstel en de bijbehorende spacer naar de verzameleenheid voor lege spacers van die spacer wordt opgepakt, zorgt ervoor dat de werkwijze relatief snel 10 uitgevoerd kan worden. Nadat de spacer op de verzameleenheid is geplaatst, kan het hielsamenstel onmiddellijk naar de bandenbouwmachine veder worden getransporteerd, zonder dat er een aanvullende handeling nodig is. Het zal duidelijk zijn dat in plaats van door een robotarm het 15 gemeenschappelijke overbrengmiddel ook door een railsysteem of een ander alternatief middel verplaatst kan worden.

In Figuur 2 wordt schematisch in bovenaanzicht een eenheid getoond voor het vervaardigen van hielsamenstellen en voor het op een mobiel onderdeel van een hielsa-20 menstelopslageenheid plaatsen van dergelijke hielsamenstellen. In deze (op zich bekende) eenheid wordt een hielkern ("bead core") 25 en een hielapex ("bead apex") 26 op een op zich bekende, en daarom hier niet nader beschreven wijze, samengesteld tot een hielsamenstel 12. Het gefabriceerde 25 (nog warme) hielsamenstel 12 wordt direct automatisch op een lege spacer 13 (zoals aangegeven door de pijl) geplaatst, en vervolgens wordt de spacer 13 met het hielsamenstel 12 op een verticale stapel 27 gestapeld. Deze verticale stapel 27 is op een transportband 28 geplaatst die stapels met de 30 gewenste hoogte transporteert naar de mobiele eenheid 14. Deze mobiele eenheid 14 kan vervolgens door een operator of automatisch naar de transportband 10 van Figuur 1 verplaatst worden.

Ten behoeve van de stapelnauwkeurigheid van de 35 verticale stapel spacers op de mobiele eenheid, zijn enerzijds de spacers voorzien van vierkante uitsparingen 29 die gevormd zijn voor het opnemen van een geleiding 30 met 11 uitsteeksels 31 die op de mobiele eenheid 14 zijn aangebracht. Hierdoor wordt zoveel mogelijk verdraaiing van de verticale stapel spacers tegengegaan. Het zal duidelijk zijn dat de in Figuur 2 getoonde uitsparingen en de vorm van de 5 uitsteeksels van de geleider anders vormgegeven kunnen worden. In Figuur 3 is schematisch in zijaanzicht de mobiele eenheid 14 weergegeven met daarop een stapel 27' spacers. Hierin is duidelijk zichtbaar dat de geleiding 30 iets achteroverhelt, en een draagoppervlak 32 van de stapel 10 hellend geplaatst is, zodat de stapel tijdens transport in een goed gedefinieerde positie blijft. Optioneel is het draagoppervlak in hoogte verplaatsbaar. Het zal duidelijk zijn dat de uitvinding niet beperkt is tot de weergegeven uitvoering van een mobiele eenheid maar dat vele 15 alternatieven voor het verplaatsen van een verticale stapel spacers met hielsamenstellen gebruikt kan worden. Echter heeft de weergegeven uitvoering vanuit efficiëntie en eenvoud de voorkeur. Verder zal het duidelijk zijn dat een met de mobiele eenheid 14 vergelijkbare mobiele een-20 heid 16 gebruikt kan worden om verticale stapels lege spacers van de inrichting zoals weergegeven in Figuur 1 naar de eenheid zoals weergegeven in Figuur 2 te transporteren .

In Figuren 4A tot en met 4C wordt schematisch in 25 perspectief een gemeenschappelijk overbrengmiddel 23 getoond behorende tot de inrichting zoals weergegeven in Figuur 1, waarbij op het overbrengmiddel 23 een hielsamen-stelhoudmiddel 33 en een spacerhoudmiddel 34 zijn aangebracht. Hierbij is de weergave van Figuur 4B 90° gedraaid 30 ten opzichte van de weergave in Figuur 4A, en wordt in Figuren 4A en 4B een bovenaanzicht en in Figuur 4C een onderaanzicht weergegeven.

Het hielsamenstelhoudmiddel voor het oppakken en houden van een hielsamenstel is voorzien van (in de weerge-35 geven uitvoering vier) aangrijpbekken 33 die op gelijke hoekafstand in een omtreksrichting op het hielsamenstelhoudmiddel 23 op zich radiaal uitstrekkende armen 42, 43, 12 44, 45 zijn aangebracht, waarbij de aangrijpbekken 33 in radiale richting voortbeweegbaar of terugtrekbaar zijn. Hiertoe is een servomotor 35 voorzien die door middel van een meervoudige cardankoppeling 36 de hielsamenstelaan-5 grijpbekken 33 aandrijft. Hierdoor wordt op eenvoudige wijze een nauwkeurige en gelijktijdige aandrijving van de aangrijpbekken 33 mogelijk.

Verder draagt het gemeenschappelijke overbrengmid-del 23 een spacerhoudmiddel 34 voor het oppakken en houden 10 van een spacer. Het spacerhoudmiddel 34 is voorzien van twee spaceraangrijpbekken 37, 38 die op gelijke hoekafstand in een omtreksrichting op het spacerhoudmiddel 34 zijn aangebracht, waarbij de spaceraangrijpbekken 37, 38 in radiale richting voortbeweegbaar of terugtrekbaar zijn, in 15 de weergegeven uitvoering door een pneumatische aandrijving 39. Verder is het spacerhoudmiddel 34 voorzien van twee tegen over elkaar geplaatste balanspennen 40, 41 die op gelijke hoekafstand tussen de spaceraangrijpbekken 37, 38 zijn geplaatst. De spaceraangrijpbekken 37, 38 grijpen aan 20 op overeenkomstige uitsparingen die in de spacer zijn aangebracht.

In een voordelige uitvoering is het overbrengmid-del 23 verder voorzien van bandaangrijpbekken 46, 47, 48, 49 voor het aangrijpen van een groene band en voor verwijdering 25 van de groene band uit de bandenbouwmachine, met name van de eenheid 21 (zie Figuur 1) daarvan. Op deze wijze is geen aparte eenheid voor het verwijderen van de groene band noodzakelijk. In de in Figuur 4 weergegeven uitvoering zijn de bandaangrijpbekken 46, 47, 48, 49 op de uiteinden van de 30 armen 42, 43, 44, 45 geplaatst, en zijn de aangrijpbekken 33 op de bandaangrijpbekken aangebracht. Merk op dat de bandaangrijpbekken evenals de hielsamenstelaangrijpbekken in radiale richting voortbewogen en teruggetrokken kunnen worden, dus in radiale richting voortbeweegbaar en 35 terugtrekbaar zijn. Bij deze bandaangrijpbekken kan een pen aangebracht zijn, die voorkomt dat de groene band aan de grijperbekken blijft kleven.

13

In Figuren 5A tot en met 5C worden schematisch in doorsnede enkele stappen getoond van het door het hiel-samenstelhoudmiddel en het spacerhoudmiddel oppakken en houden van een spacer 13 met hielsamenstel 12. De spacer 13 5 bevat een centraal gat 50, waarbij de spacer 13 voorzien is van een binnenring 51 definiërende het centrale gat 50 (zie Figuren 5C en 6A) . De spaceraangrijpbekken 37, 38 zijn in een eerste positie radiaal in het centrale gat 50 plaatsbaar, waarna door de pneumatische aandrijving ze in een 10 tweede positie geplaatst worden (zie Figuur 5A) waarin de spaceraangrijpbekken in aangrijping zijn met de binnenring 51, in het bijzonder een uitsparing 52 (Figuur 6C) daarin.

In de in de Figuren weergegeven uitvoering is de spacer 13 voorzien van een conisch oppervlak 53, welk 15 conisch oppervlak 53 een spacerhoek α (Figuur 6C) insluit, waarbij α een waarde heeft gelegen in een bereik van ongeveer 8° tot ongeveer 20°. De spaceraangrijpbekken 37, 38 en de hielsamenstelaangrijpbekken 33 zijn onder die spacerhoek in radiale richting voortbeweegbaar of terugtrekbaar. Dit 20 kan op een constructief relatief eenvoudige manier worden gerealiseerd door de armen 42, 43, 44, 45 onder die spacerhoek α (zie Figuur 5A) te monteren.

Hoewel het oppervlak van de spacers plat kan zijn, heeft het vanwege behoudt van de vorm van het hielsamenstel 25 de voorkeur dat het oppervlak conisch is met een spacerhoek α die ongeveer 1° tot ongeveer 3° kleiner is dan een hielapexhoek a' die de hielapex 2 6 insluit met de horizontaal (wanneer geplaatst op een horizontaal vlak) (Figuur 6C) . Bij voorkeur wordt deze hoek zodanig gekozen 30 dat de binnenrandomtrek 54 van de bead core 25 alsmede de buitenomtrek 55 van de hielapex 26 na plaatsing van het hielsamenstel op de spacer op het conische oppervlak ondersteund worden, zonder dat hierbij de oorspronkelijke vorm van het hielsamenstel (dat is de vorm onmiddellijk na 35 vervaardiging) verandert.

Zoals weergegeven in Figuur 5A grijpen de spaceraangrijpbekken 37, 38 aan in de bijbehorende uitspa- 14 ringen 52 in de spacer. Hierbij kan het voorkomen dat de spacer 13 enigszins kantelt, doordat slechts twee spacer-aangrijpbekken worden gebruikt. De twee pennen 40, 41 zijn aangebracht juist om ervoor te zorgen dat deze kanteling 5 niet te groot wordt, en zorgen dus voor balans. In Figuur 5B (90° gedraaid ten opzichte van Figuur 5A) is te zien dat één van de pennen, pen 41, zorgt voor een balanssteunpunt .

Vervolgens wordt de spacer 13 met het zich 10 daarop bevindende hielsamenstel 12 van de stapel opgetild (Figuur 5C) , en worden de spacer 13 en het hielsamenstel 12 geplaatst boven op een stapel lege spacers, en worden de spaceraangrijpbekken teruggetrokken zodat de spacer wordt vrijgegeven. (Figuur 5D).

15 Hierna of gelijktijdig daarmee worden de hielsa- menstelaangrijpbekken 33 radiaal naar buiten voortbewogen (door aandrijving van de servomotor en de meervoudige cardankoppeling), totdat de aangrijpbekken 33 het hielsamenstel 12 aangrijpen, waarna het hielsamenstel van de 20 spacerstapel opgetild wordt (Figuur 5E). Het zal duidelijk zijn dat e.e.a. zodanig bestuurd kan worden dat eerst het hielsamenstel van de spacer afgenomen wordt, zodat het hielsamenstel naar de bead loader kan worden overgebracht, waarna de lege spacer van de stapel afgenomen kan worden.

25 In de Figuren 6A en 6B wordt schematisch in perspectief een spacer te gebruiken in een inrichting volgens Figuur 1, en in Figuur 6C een schematisch aanzicht in doorsnede van een stapel hielsamenstellen met tussen-plaatsing van spacers getoond. De spacer is hierboven al in 30 enig detail beschreven. In de Figuren 6A en 6B is verder te zien dat de spacer 13 voorzien is van vier in een kruisvorm aangebracht sleuven 56, 57, 58, 59, die een koelfunctie tijdens tussenopslag (transport via de mobiele eenheid) verzorgen. Een tweede functie van deze sleuven is om de 35 afname van de spacer van een daaronder gelegen spacer te vergemakkelijken. Zonder dergelijke sleuven zou bij afname van een spacer een vacuüm kunnen ontstaan zodat de onder- 15 liggende spacer aan de bovenliggende spacer zou kunnen blijven kleven.

De spacer 13 heeft verder een opstaande binnenrand 60, die iets kleiner is dan de kleinste binnendiameter van 5 het hielsamenstel, en een opstaande buitenrand 61, die iets groter is dan de grootste buitendiameter van een hielsamenstel. Hierdoor wordt verhinderd dat het hielsamenstel tot buiten de omtreksranden van de spacer kan geraken.

De spacers 13 zijn zodanig vormgegeven (Figuur 6C) 10 dat deze voor het handhaven van een goede stapelnauw-keurigheid zowel aan de binnenring 51 als op de buitenrand 61 (voorzien van een steunrand 62) op elkaar steunen voor optimale stabiliteit van de stapel. Hierbij wordt een spleet 64 (Figuur 6C) tussen de buitenrand 61 van een onderliggende 15 spacer en een bovenliggende spacer gevormd, die een voldoende luchtcirculatie toestaat t.b.v. koeling .

Voor verbetering van de stapelnauwkeurigheid is de spacer in hoofdzaak vierkant gemaakt, met aan één zijde de uitsparingen 29, en aan de andere zijde afschuiningen 63. De 20 spacer heeft randen langs de sleuven 56, 57, 58, 59 en bij voorkeur een wafelpatroon van randen (niet weergegeven), om het aanleg oppervlak van het hielsamenstel op de spacer te verkleinen, zodat het "kleven" van het hielsamenstel aan de spacer wordt verminderd.

25 De in Figuur 6 getoonde spacer kan hielsamenstel- len dragen met een afmeting gelegen in een bereik van ongeveer 13 inch tot ongeveer 24 inch, waarbij zowel kleinste maat en grootste maat begrensd wordt door de binnenrand 60 en de buitenrand 61.

30 Hierna volgt een korte beschrijving van de werkwijze voor het overbrengen van een hielsamenstel, waarbij naar Figuur 1 wordt verwezen.

Volle stapels spacers (dat is met hielsamenstel-len) zijn en worden door de mobiele eenheid 14 op de 35 transportbaan (in de richting aangegeven door pijl A voor de stapel die bij de transportband 10 hoort) geplaatst.

Het spacerhoudmiddel neemt de spacer met het 16 hielsamenstel van de stapel, doordat de twee spaceraan-grijpbekken die op gelijke hoekafstand in een omtreksrich-ting op het spacerhoudmiddel zijn aangebracht, in radiale richting worden voortbewogen, pijl B in Figuur 1.

5 Daarna worden de spacer met het hielsamenstel op een lege stapel 13 op de transportband 15 geplaatst, pijl C, en wordt de spacer vrijgegeven doordat de twee spacer-aangrijpbekken die op gelijke hoekafstand in een omtreks-richting op het spacerhoudmiddel zijn aangebracht, in 10 radiale richting worden teruggetrokken.

Het hielsamenstel wordt van de spacer afgenomen, doordat de hielsamenstelaangrijpbekken in radiale richting worden voortbewogen en in de bead loader 20 geladen (pijl D) . Merk op dat dit per groene band twee maal uitgevoerd 15 wordt.

Nadat de groene band 22 gereed is, wordt deze door de bandaangrijpbekken radiaal te bewegen uit de eenheid 21 genomen.

De lege stapel spacers op de transportband 15 20 worden door een mobiele eenheid 16 van de transportband 15 verwijderd, en naar een eenheid voor het vervaardigen van nieuwe hielsamenstellen (Figuur 2) getransporteerd.

De bovenstaande beschrijving is opgenomen om de werking van voorkeursuitvoeringen van de uitvinding te 25 illustreren, en niet om de reikwijdte van de uitvinding te beperken. Uitgaande van de bovenstaande uiteenzetting zullen voor een vakman vele variaties evident zijn die vallen onder de geest en de reikwijdte van de onderhavige uitvinding, in het bijzonder zoals gedefinieerd in de bijgaande conclusies.

Claims (17)

1. Werkwijze voor het overbrengen en plaatsen van hielsamenstellen voor banden, omvattende de stappen van: - het verschaffen van een hielsamenstelopslageen-heid waarin een aantal hielsamenstellen verticaal gestapeld 5 is met tussenplaatsing van spacers, - het verschaffen van een verzameleenheid voor lege spacers, welke verzameleenheid geplaatst wordt in de nabijheid van de hielsamenstelopslageenheid, - het verschaffen van een bandenbouwmachine voor 10 het daarop ontvangen van de hielsamenstellen, - het verschaffen van een hielsamenstelhoudmiddel voor het oppakken en houden van een hielsamenstel, waarbij het hielsamenstelhoudmiddel voorzien is van aangrijpbekken die op gelijke hoekafstand in een omtreksrichting op het 15 hielsamenstelhoudmiddel zijn aangebracht, waarbij de aangrijpbekken in radiale richting worden voortbewogen of teruggetrokken, - het verschaffen van een spacerhoudmiddel voor het oppakken en houden van een spacer, en 20 - het aanbrengen van het hielsamenstelhoudmiddel en het spacerhoudmiddel op een gemeenschappelijk overbreng-middel, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen omvat van: - het voorzien van het spacerhoudmiddel van ten 25 minste twee spaceraangrijpbekken die op gelijke hoekafstand in een omtreksrichting op het spacerhoudmiddel zijn aangebracht, waarbij de spaceraangrijpbekken in radiale richting worden voortbewogen of teruggetrokken.

2. Werkwijze volgens conclusie 1, met het kenmerk, 30 dat de werkwijze de stappen omvat van: - het voorzien van het spacerhoudmiddel van twee tegen over elkaar geplaatste spaceraangrijpbekken, waarbij de aangrijpbekken in radiale richting worden voortbewogen of teruggetrokken, en - het voorzien van het spacerhoudmiddel van twee tegen over elkaar geplaatste balanspennen die op gelijke 5 hoekafstand tussen de spaceraangrijpbekken zijn geplaatst.

3. Werkwijze volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen bevat van: - het voorzien van de spacer van een centraal gat, waarbij de spacer voorzien is van een binnenring 10 definiërende het centrale gat, - het plaatsen van de spaceraangrijpbekken radiaal in het centrale gat, - het in radiale richting voortbewegen van de spaceraangrijpbekken tot deze in aangrijping komen met de 15 binnenring.

4. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen bevat van: - het voorzien van de spacer met een conisch 20 oppervlak, welk conisch oppervlak een spacerhoek insluit met een waarde gelegen in een bereik van ongeveer 8° tot ongeveer 20°, - het onder die spacerhoek in radiale richting voortbewegen of terugtrekken van de spaceraangrijpbekken en 25 de hielsamenstelaangrijpbekken.

5. Werkwijze volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen bevat van: - het verschaffen van het hielsamenstel met een onder een hielapexhoek staande hielapex, en 30. het kiezen van een spacerhoek die ongeveer 1° tot ongeveer 3° kleiner is dan de hielapexhoek.

6. Werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de werkwijze de stappen bevat van: 35. het oppakken en vasthouden van een hielsamenstel met bijbehorende spacer van een stapel hielsamenstellen met spacers van de hielsamenstelopslageenheid, het verplaatsen van het opgepakte en vastgehouden hielsamenstel met bijbehorende spacer naar de verzameleenheid voor lege spacers, waarbij gedurende het verplaatsen het hielsamenstelhoudmiddel het hielsamenstel 5 van de spacer oppakt en vasthoudt.

7. Inrichting voor het uitvoeren van de werkwijze volgens een van de voorgaande conclusies, welke inrichting voorzien is van - een hielsamenstelopslageenheid voor het verti- 10 caal daarin stapelen van een aantal hielsamenstellen onder tussenplaatsing van spacers, - een verzameleenheid voor lege spacers, welke verzameleenheid plaatsbaar is in de nabijheid van de hielsamenstelopslageenheid, 15. een bandenbouwmachine aangepast voor het daarop ontvangen van hielsamenstellen, - een hielsamenstelhoudmiddel voor het oppakken en houden van een hielsamenstel, waarbij het hielsamenstelhoudmiddel voorzien is van aangrijpbekken die op gelijke 20 hoekafstand in een omtreksrichting op het hielsamenstelhoudmiddel zijn aangebracht, waarbij de aangrijpbekken in radiale richting voortbeweegbaar of terugtrekbaar zijn, - een spacerhoudmiddel voor het oppakken en houden van een spacer, 25. waarbij het hielsamenstelhoudmiddel en het spacerhoudmiddel op een gemeenschappelijk overbrengmiddel aangebracht zijn, - waarbij het spacerhoudmiddel voorzien is van ten minste twee spaceraangrijpbekken die op gelijke hoekafstand 30 in een omtreksrichting op het spacerhoudmiddel zijn aangebracht, waarbij de spaceraangrijpbekken in radiale richting voortbeweegbaar of terugtrekbaar zijn.

8. Inrichting volgens conclusie 7, met het kenmerk, dat het spacerhoudmiddel is voorzien van twee tegen 35 over elkaar geplaatste spaceraangrijpbekken, waarbij de aangrijpbekken in radiale richting voortbeweegbaar of terugtrekbaar zijn, en het spacerhoudmiddel verder voorzien is van twee tegen over elkaar geplaatste balanspennen die op gelijke hoekafstand tussen de spaceraangrijpbekken zijn geplaatst.

9. Inrichting volgens conclusie 7 of 8, met het 5 kenmerk, dat de inrichting spacers bevat, waarbij elke spacer is voorzien van een centraal gat, waarbij de spacer voorzien is van een binnenring definiërende het centrale gat, en dat de spaceraangrijpbekken in een eerste positie radiaal in het centrale gat plaatsbaar zijn, en in een 10 tweede positie plaatsbaar zijn waarin de spaceraangrijpbekken in aangrijping zijn met de binnenring.

10. Inrichting volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de spacer is voorzien van een conisch oppervlak, welk conisch oppervlak een spacerhoek insluit met een waarde 15 gelegen in een bereik van ongeveer 8° tot ongeveer 20°, en dat de spaceraangrijpbekken en de hielsamenstelaan-grijpbekken onder die spacerhoek in radiale richting voort-beweegbaar of terugtrekbaar zijn.

11. Inrichting volgens conclusie 10, met het 20 kenmerk, dat de inrichting een hielsamenstel met een onder een hielapexhoek staande hielapex omvat, waarbij de spacerhoek ongeveer 1° tot ongeveer 3° kleiner is dan de hielapexhoek.

12. Inrichting volgens een van de conclusies 7 tot 25 en met 11, met het kenmerk, dat de inrichting voorzien is van een servomotor en een cardankoppeling voor de hiel-samenstelaangrijpbekken.

13. Inrichting volgens een van de conclusies 7 tot en met 12, met het kenmerk, dat de inrichting voorzien is 30 van een pneumatische aandrijving voor de spaceraangrijpbekken .

14. Inrichting volgens een van de conclusies 7 tot en met 13, met het kenmerk, dat het overbrengmiddel verder voorzien is van bandaangrijpbekken voor het 35 aangrijpen van een groene band en voor het verwijderen van de groene band uit de bandenbouwmachine. Op deze wijze is geen aparte eenheid voor het verwijderen van de groene band noodzakelijk.

15. Spacer te gebruiken in de werkwijze volgens een van de conclusies 1 tot en met 6 en/of te gebruiken in een inrichting volgens conclusie 9, 10 of 11, met het ken- 5 merk, dat de spacer is voorzien van een conisch oppervlak, welk conisch oppervlak een spacerhoek insluit met een waarde gelegen in een bereik van ongeveer 8° tot ongeveer 20°.

16. Spacer volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de spacer voorzien is van een binnenring definiërende 10 een centraal gat, waarbij de binnenring is voorzien van een opstaande rand.

17. Spacer volgens conclusie 15 of 16, met het kenmerk, dat de spacer is voorzien van vier in een kruisvorm aangebracht sleuven. 15 -o-o-o-o-o-o-o-o- AS/HZ