NL193452C - Schip met verscheidene dekken en langs de dekken lopende langs- en dwarsdragerelementen. - Google Patents

Schip met verscheidene dekken en langs de dekken lopende langs- en dwarsdragerelementen. Download PDF

Info

Publication number
NL193452C
NL193452C NL8400465A NL8400465A NL193452C NL 193452 C NL193452 C NL 193452C NL 8400465 A NL8400465 A NL 8400465A NL 8400465 A NL8400465 A NL 8400465A NL 193452 C NL193452 C NL 193452C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
ship
longitudinal
grating
transverse
mounting
Prior art date
Application number
NL8400465A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193452B (nl
NL8400465A (nl
Original Assignee
Blohm Voss Ag
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Blohm Voss Ag filed Critical Blohm Voss Ag
Publication of NL8400465A publication Critical patent/NL8400465A/nl
Publication of NL193452B publication Critical patent/NL193452B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193452C publication Critical patent/NL193452C/nl

Links

Classifications

    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B3/00Hulls characterised by their structure or component parts
    • B63B3/14Hull parts
    • B63B3/48Decks
    • B63B3/54Hatch openings
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B3/00Hulls characterised by their structure or component parts
    • B63B3/02Hulls assembled from prefabricated sub-units
    • B63B3/08Hulls assembled from prefabricated sub-units with detachably-connected sub-units
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B11/00Interior subdivision of hulls
    • B63B11/02Arrangement of bulkheads, e.g. defining cargo spaces
    • BPERFORMING OPERATIONS; TRANSPORTING
    • B63SHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; RELATED EQUIPMENT
    • B63BSHIPS OR OTHER WATERBORNE VESSELS; EQUIPMENT FOR SHIPPING 
    • B63B3/00Hulls characterised by their structure or component parts
    • B63B3/14Hull parts
    • B63B3/48Decks

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Combustion & Propulsion (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Ocean & Marine Engineering (AREA)
  • Buildings Adapted To Withstand Abnormal External Influences (AREA)
  • Ship Loading And Unloading (AREA)
  • Road Paving Structures (AREA)
  • Pallets (AREA)
  • Bridges Or Land Bridges (AREA)
  • Protection Of Plants (AREA)
  • Packages (AREA)
  • Plural Heterocyclic Compounds (AREA)
  • Butt Welding And Welding Of Specific Article (AREA)
  • Rod-Shaped Construction Members (AREA)
  • Revetment (AREA)
  • Filling Or Discharging Of Gas Storage Vessels (AREA)
  • Devices Affording Protection Of Roads Or Walls For Sound Insulation (AREA)

Description

1 193452
Schip met verscheidene dekken en langs de dekken lopende langs- en dwarsdragerelementen
De uitvinding heeft betrekking op een schip, in het bijzonder een oorlogsschip met verscheidene met tussenruimten boven elkaar geplaatste inbouwdelen, alsmede funderingen, luiken en/of montageopeningen 5 dragende dekken, waarlangs met tussenruimten aan elkaar evenwijdige langwerpige langsdragerelementen en langwerpige dwarsdraagelementen lopen, waarbij tussen sommige van de bij elkaar behorende langs-en/of dwarsdraagelementen van boven elkaar gelegen dekken langswanden en/of schotten zijn geplaatst, die zelfdragende functies kunnen vervullen, en waarbij althans in enkele van deze langswanden en/of schotten transportdoorgangen zijn aangebracht. Het begrip ’’schip” dient hier in de ruimst mogelijke 10 betekenis te worden opgevat en omvat bijvoorbeeld ook off-shore-platforms enz. Een dergelijk schip is bekend uit het DE Offenlegungsschrift 2.056.069. Uit deze publicatie is tevens bekend om op de buitendekken eenheidsfundamenten aan te brengen, waarop de wapenings-, vuurleidings- of plaatsbepalings-installaties als functie-eenheden op verwisselbare wijze zijn bevestigd. Hierdoor kunnen installaties als functie-eenheden tegelijk met de bouw van het scheepslichaam in een ander bedrijf worden vervaardigd en 15 na gereedkomen op de aan het scheepsdek aangebrachte eenheidsfundamenten worden gemonteerd.
Aldus is voor het inbouwen van de installaties in het schip praktisch geen extra tijd nodig. Een verder voordeel van dit functie-eenhedensysteem is hierin gelegen, dat in het schip ingebouwde functie-eenheden op ieder moment, bijvoorbeeld voor reparatie of voor verwisseling, weer kunnen worden gedemonteerd.
Nu is het evenwel zo, dat niet alleen op de buitendekken van een schip toestellen, inrichtingen, 20 apparaten enz. moeten worden geplaatst, doch eveneens op talrijke plaatsen binnenin het schip op de aldaar aanwezige dekken. Ook deze toestellen, inrichtingen, enz. dienen met zo weinig mogelijk problemen in het schip te kunnen worden gebracht en aldaar gemakkelijk uitwisselbaar te kunnen worden gemonteerd. Voor reparatie- en onderhoudswerkzaamheden aan de diverse installaties moeten in de loop van de levensduur van het schip vaak met grote kosten een montageweg over meerdere dekken worden vrijge-25 maakt. Bij ombouw en/of modernisering zijn vaak gehele afdelingen en terreinen betrokken en de daardoor ontstane extra kosten zijn vaak een veelvoud van de kosten van de eigenlijke omgebouwde of gemoderniseerde installatie.
Het doel van de uitvinding is nu een schip van de in de aanhef genoemde soort te verschaffen, waarbij niet slechts de op de buitendekken te plaatsen installaties als functie-eenheden zijn uitgevoerd, doch ook de 30 in het inwendige van het schip te plaatsen inbouwdelen, die afzonderlijk of als functie-eenheden of modulen zijn ontworpen, niet alleen op eenvoudige wijze in het scheepslichaam getransporteerd en aldaar gemonteerd kunnen worden, doch waarbij ingeval reparatie of verwisseling nodig is de betreffende inbouwdelen gedemonteerd en uit het schip verwijderd kunnen worden, waarbij het vrijmaken van de montagewegen met aanzienlijk minder kosten mogelijk moet zijn.
35 Voorts beoogt de uitvinding voor de tengevolge van hun afmetingen thans nog niet in het eenheids-fundamentensysteem onder te brengen wapensystemen (torpedobuizen, raketwerper enz.) alsook antennes, sensoren en andere op dekken geplaatste systemen betere voorwaarden te scheppen voor ondersteuning, modernisering, ombouw enz.
Ten slotte wordt beoogd met de uitvinding ook het ontwerpen, de constructie en de bouw van het schip 40 goedkoper, in kwalitatieve zin verbeterd en in nog verdergaande mate gestandaardiseerd te doen worden.
Daartoe bezit de inrichting volgens de uitvinding het kenmerk, dat de langsdraagelementen en de dwarsdraagelementen langs de roosterlijnen van een op de scheepsplattegrond aangebracht eenheids-rooster zijn geplaatst, waarbij zowel de langsroosterlijnen als de dwarsroosterlijnen een constante onderlinge afstand bezitten, en dat ten minste de fundamenten, de luiken, de montageopeningen en de transport-45 doorgangen in het eenheidsrooster zijn ingepast.
De uitvinding verschaft bijgevolg een scheepslichaam voor een schip, bij voorkeur een oorlogsschip, waarvan de schotten, de wanden, de fundamenten, de raambalken, de liggers en de dekbalken praktisch uitsluitend op roosterlijnen van een eenheidsrooster zijn aangebracht en waarvan de ruimen, luiken, montageopeningen, montagewegen en transportopeningen naar grootte en plaats in dit eenheidsrooster zijn 50 gevoegd. De afzonderlijke binnendekken bezitten evenwel de normale, gebruikelijke verticale onderlinge afstanden. Ten gevolge van deze standaard roosteropbouw van het scheepslichaam wordt de standaardisering van de scheepsbouwelementen, alsook hun onderlinge plaatsing, van de hutten, de functie-eenheden, de ruimen, de ruimmodulen, de paletten, en de stellages enz. tot stand gebracht. Ten gevolge van de uitvoering volgens de uitvinding worden ook de integratie, de verwisselbaarheid, de mogelijkheid tot 55 ombouw, alsmede de reparatie- en onderhoudswerkzaamheden van alle boordsystemen vereenvoudigd.
Het eenheidsrooster in lengte- en breedterichting is over het gehele schip, op alle dekken maatgevend voor de plaatsing van schotten, wanden, raambalken, fundamenten, luiken, openingen en montagewegen, 193452 2 alsook voor het ontwerpen van functie-eenheden, ruimmodulen, paletten, stellages enz.
De onderlinge afstand van de langsroosterlijnen is bij voorkeur gelijk aan de helft van de afstand van de dwarsroosterlijnen. De afstand van de dwarsroosterlijnen bedraagt bij voorkeur 60 cm, die van de langsroosterlijnen 30 cm.
5 De afstanden van de schotten en de dwarsdragerelementen dienen een geheel veelvoud te zijn van de afstand tussen de dwarsroosterlijnen, waarbij de kleinste vermenigvuldigingsfactor 1 is. Hieruit vloeit voort dat bij een basisafstand van de dwarsroosterlijnen van 60 cm de mogelijke afstanden van de dwarsdragerelementen 60, 120, 180 cm, enz. zijn.
De onderlinge afstanden van de langsdragerelementen, zoals bijvoorbeeld de dekbalken en de 10 langsliggers, dienen een geheel veelvoud te bedragen van de onderlinge afstand van de langsroosterlijnen, dus bijvoorbeeld een geheel veelvoud van 30 cm. De kleinste vermenigvuldigingsfactor is opnieuw 1.
Hieruit vloeien de mogelijke onderlinge afstanden van de dekbalken en de langsliggers voort van 30, 60, 90, enz. cm.
Het is bijzonder doelmatig indien de breedte van de fundamenten, de montageopeningen, de luiken en/of 15 de transportopeningen in wezen een geheel veelvoud van de afstand van de dwarsroosterlijnen bedraagt.
De kleinste roostermaat van de langsroosterlijnen dient dus niet te worden gebruikt voor de keuze van de breedte van de fundamenten en openingen, waardoor een betere standaardisering van de verschillende inrichtingen, installaties, enz. resulteert.
Voorts is het van voordeel indien naburige langs-, respectievelijk dwarsdragerelementen fundamenteel op 20 een afstand gelijk aan het dubbele van de afstand van de roosterlijnen zijn geplaatst, terwijl een onderlinge afstand gelijk aan de afstand van de roosterlijnen slechts op bijzonder zwaar belaste plaatsen wordt aangehouden.
Op deze manier staan voor eventueel vereiste versterkingen ter plaatse van openingen verdere mogelijkheden ter versterking van de dekken ter beschikking.
25 De middelste langsroosterlijn bevindt zich in het scheepsmidden, waaruit volgt dat de afstanden van de langswanden en de buitenhuid (in het rechtergedeelte van het schip) tot het scheepsmidden eveneens een veelvoud van de langsroosterlijnafstand van bijvoorbeeld 30 cm bedragen.
Belangrijk is voorts dat de langs- en dwarsverstijvingen in de wanden eveneens in het eenheidsrooster zijn ingepast. Niet slechts de fundamenten en de daarin eventueel aanwezige openingen voor het opnemen 30 van containers, montageopeningen, luiken en deuren, doch ook alle verstijvingen, schotten en wanden dienen in het roostersysteem te worden opgenomen.
Een praktische verwerkelijking van de uitvindingsgedachte, welke vele voordelen bezit, is gekenmerkt doordat de dammen, dat zijn in wezen de binnenranden van de fundamenten, de rasterlijnen volgen en daarmede de tot het schip behorende onderbouw, en dat de steunvlakken voor de bevestigingsflenzen van 35 de te bevestigen platformen buitenwaarts over de roosterlijnen uitsteken. De fundamenten ter bevestiging van functie-eenheden, paletten enz., zijn in wezen op dekken geplaatst. Het eenheidsfundament bijvoorbeeld kan een opneemopening voor een functie-eenheid omvatten, die dan in wezen door de dwars- en langsroosterlijnen is begrensd, doch enigszins binnenwaarts uitsteekt over de roosterlijnen. De in een opneemopening te brengen functie-eenheid bezit dan een wat geringere afmeting dan de opneemopening. 40 Bij de montageopeningen wordt daartegenover een andere opstelling gekozen, die is gekenmerkt doordat de randen van de montageopeningen ten opzichte van de roosterlijnen naar binnen springen teneinde een flens te vormen voor de bevestiging van een montagedeksel op de montageopening. Hier gaat men ervan uit dat na het opzetten van het montagedeksel een ononderbroken loopvloeroppervlak zonder oneffenheden dient te zijn, welke voor de overlappende plaatsing van een functie-eenheid, palet enz. een overlappende 45 fundering mogelijk maakt.
Het aanpassen van de transportopeningen in het inwendige van het schip aan het eenheidsrooster-systeem volgens de uitvinding geschiedt bij voorkeur zodanig, dat de in wezen rechthoekige, in het eenheidsrooster ingepaste transportopeningen een in geringe mate ten opzichte van de roostermaat vergrote hoogte, respectievelijk breedte bezitten. Hierbij dient de hoogte van de transportopeningen 50 minstens gelijk aan hun breedte te zijn. Het bedoelde verschil wordt bij voorkeur zo gekozen, dat de hoogte en de breedte van de transportopeningen 5 a 15, en in het bijzonder ca. 10%, groter is dan de afstand van de dwarsroosterlijnen.
Aldus kunnen de volgens de uitvinding qua afmetingen aan het eenheidsrooster aangepaste toestellen, inrichtingen, apparaten en installaties vrij door de transportopeningen binnenin het schip worden verplaatst, 55 voorzover hun afmetingen, gerekend in roostermaateenheden althans in één vlak, de afmeting in rooster-maateenheden van de desbetreffende transportopening niet overschrijden. In het algemeen zal er voor worden gezorgd dat er transportopeningen aanwezig zijn met een breedte, die in wezen overeenkomt met 3 193452 de enkelvoudige dwarsroosterlijnafstand, en met een hoogte, die in wezen overeenkomt met de enkelvoudige, de dubbele of de drievoudige dwarsroosterlijnafstand. Aldus kunnen ten minste kleinere apparaten, die gedimensioneerd zijn op basis van de eenheidsroostermaat, in langs- en dwarsrichting door het inwendige van het schip worden getransporteerd.
5 Het verdient in sterke mate de voorkeur, dat ook de wanden van de in het schip gevormde ruimten volgens roosterlijnen verlopen. Daaruit vloeien met betrekking tot de afmetingen van de ruimten slechts nauwkeurig bepaalde, in het eenheidsrooster passende maten voort, hetgeen bijvoorbeeld bij een basisafstand tussen de roosterlijnen van 30, respectievelijk 60 cm betekent, dat de lengte en de breedte van de ruimte slechts veelvouden van 30, respectievelijk 60 cm kunnen zijn. Deze regeling is dan ook van 10 toepassing op de plaatsing van de schotten en langswanden overeenkomstig de uitvinding. Op deze wijze kunnen ook de in het inwendige van het schip aanwezige ruimten, met inbegrip van hun inrichting, volledig gestandaardiseerd worden.
Voorts is het doelmatig als de ruimten zijn opgebouwd als op basis van de roostemnaat gedimensioneerde functie-eenheden of modulen. Deze kunnen dan zonder meer door montageopeningen die één 15 roosterstandaardmaat groter zijn, in het inwendige van het schip worden gebracht om vervolgens op het dek waarop ze geplaatst dienen te worden naar de juiste plaats te worden geschoven tot de juiste positie is bereikt.
Op dezelfde wijze kan niet alleen met woonruimten, doch ook met andere typen ruimten, zoals bijvoorbeeld verkoopruimten, werkplaatsen, dienstruimten, bergruimten, gangen en bedrijfsruimten worden 20 gehandeld.
Bij voorkeur worden de afmetingen van aan het eenheidsrasterprincipe volgens de uitvinding aangepaste apparaten, functie-eenheden, modulen, paletten, montageopeningen en dergelijke gekenmerkt met van de standaardroostermaat afgeleide getalwaarden. Zo wordt de lengte van een bepaalde fundering, een montageopening, een apparaat of een ruimte aangeduid met het aantal roosterlijnen waarover het 25 betreffende bouwelement zich uitstrekt. Het kengetal van een woonruimte wordt bijvoorbeeld steeds bepaald door de standaardmaat van de dwarsroosterlijnafstand, bijvoorbeeld 60 cm. De type-aanduiding bij een woonruimte bestaat bijvoorbeeld uit een getal van twee cijfers, waarbij het eerste cijfer de lengte en het tweede cijfer de breedte aanduidt. Type 54 betekent bijvoorbeeld 5 x 60 cm = 300 cm lang en 4 x 60 cm = 240 cm breed.
30 Bij apparaten waarvan de hoogte eveneens in het eenheidsrastersysteem volgens de uitvinding is ingepast wordt hieraan dienovereenkomstig een derde kencijfer toegevoegd. Van een apparaat met kengetal 112 is bijgevolg de lengte en de breedte overeenkomstig één roosterlijnafstand en de hoogte overeenkomstig twee rasterlijnafstanden.
Wordt bijvoorbeeld aan een eenheidsfundament of een montageopening een kengetal in voorbedoelde 35 betekenis gegeven, dan zijn hierbij de afwijkingen volgens de conclusies 6 en 7 in acht te nemen. Bij de aangenomen basismaat van 60 cm kunnen bijvoorbeeld de afmetingen van een containerdeksel 22 cm groter zijn dan overeenkomt met de basisroostermaat, terwijl de afmetingen van een container, die in een opneemopening van een eenheidsfundament moet worden geplaatst bijvoorbeeld 8 cm onder de overeenkomstige roostermaat liggen.
40 Bij de vormgeving van paletten en gestellen en ook bij fundamenten voor eenvoudige apparaten dienen als verbindingspunten met de dekken en ook met de schotten en wanden steeds de roosterlijnen als basis te worden genomen, daar op deze plaatsen steeds verstijvingen te vinden zijn. Het roostereenheidssysteem volgens de uitvinding dient bijgevolg bij de ontwikkeling en vormgeving van functie-eenheden, paletten, modulen, functieblokken enz. in acht te worden genomen.
45 Ook de transportopeningen worden aangeduid met een kengetal overeenkomstig bovenstaande definitie, waarbij evenwel met het oog op de veilige doorvoer van apparaten de vereiste afwijkingen volgens de conclusies 8 tot 10 in acht dienen te worden genomen.
Uitgaande van het rastereenheidssysteem volgens de uitvinding bezit het uniform opgebouwde scheepslichaam evenwel niet slechts gestandaardiseerde fundamenten en transportwegen, doch ook 50 gestandaardiseerde bouwelementen voor de bouw van het scheepslichaam. De gestandaardiseerde spanten langsbandafstanden in samenhang met een gestandaardiseerde dekhoogte leiden in het algemeen tot gelijke belastingen en openen de mogelijkheid de constructieve details te uniformeren en de verscheidenheid van bouwelementen te verminderen. Daaruit vloeit voort, bijvoorbeeld met betrekking tot de bouw van het scheepslichaam, een beperkt aantal in afmetingen en uitvoering gestandaardiseerde knieplaten, ten 55 aanzien van het lassen en de uitvoering van de eindaansluitingen gestandaardiseerde schot- en wandver-stijvingen, gestandaardiseerde hoekverbindingen als wand- of dekverstijving en gestandaardiseerde ’’Beulstreifen”.
193452 4
Een algemeen aan het roostereenheidsprincipe aangepaste ondersteuningsstructuur leidt tot standaardisering van de ruimten en de bouwelementen en tot vereenvoudiging van de scheepsstructuur, waaruit kostenbesparingen bij ontwerp, constructie en bouw van het schip voortvloeien. Dit geldt zowel voor het scheepslichaam alsook voor de apparaatfunderingen, de vloerondersteuningen, de montageopeningen, de 5 kabelbanen enz. Bouwtijdverkorting en kwaliteitsverbetering kan eveneens worden bereikt.
Een wezenlijk voordeel van het rastereenheidssysteem volgens de uitvinding is de algemene mogelijkheid om naast de reeds voorhanden zijnde functie-eenheden diverse andere boordsystemen als functie-eenheden, modulen enz. te ontwikkelen en bij wederzijdse aanpassing (schip/functie-eenheid) in het schip te integreren.
10 Uitbreiding tot vooraf vervaardigde en vooraf uitgeruste functie-eenheden, modulen, paletten enz. voor in beginsel alle boordsystemen, zoals dekhutten, masten, machine-installaties, transportsystemen, ventilatie-installaties, munitiebergingen, buisleidingblokken enz. is bijgevolg eveneens te realiseren. Dit betekent aanzienlijke verplaatsing van het werk naar de werkplaats buiten het schip, d.w.z. een aanzienlijke vermindering van de werkzaamheden aan boord.
15 Een volgens het eenheidsrasterprincipe gebouwd schip kan bijgevolg kwalitatief beter, goedkoper, gemakkelijker aanpasbaar en meer op de toekomst gericht worden geconstrueerd en gebouwd. Dankzij de verbeterde reparatie-, onderhouds-, plaatsings- en opbouwvoorwaarden kan een aanzienlijke vermindering van de tijdens het gebruik van het schip optredende kosten worden verkregen.
20 De uitvinding wordt hierna beschreven aan de hand van de tekeningen, welke een uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding weergeven, en waarin: figuur 1 een schematisch bovenaanzicht van een gedeelte van een volgens het eenheidsroostersysteem gebouwd schip ter plaatse van een opneemopening voor een wapencontainer is, figuur 2 een bovenaanzicht van het bovendek van een schip volgens de uitvinding ter plaatse van een 25 een opneemopening omgevend eenheidsfundament, figuur 3 een bovenaanzicht van een scheepsdek van een schip volgens de uitvinding ter plaatse van een montageopening, figuur 4 een sterk vergrote schematische verticale doorsnede van een schip volgens de uitvinding ter plaatse van de verbinding van een functie-eenheid met een eenheidsfundament, 30 figuur 4a een doorsnede analoog aan die van figuur 4 van een gedetailleerde uitvoering van de opstelling van een eenheidsplatform op een eenheidsfundament, figuur 5 een sterk vergrote verticale doorsnede analoog aan die van figuur 4 ter plaatse van de opstelling van een montagedeksel in een scheepsdek, figuur 5a een gedetailleerde weergave van de slechts zuiver schematische afbeelding uit figuur 5, 35 figuur 6 een schematische verticale langsdoorsnede van een scheepslichaam ter veraanschouwelijking van het inbrengen van diverse apparaten in het inwendige van het scheepslichaam, figuur 7 een dwarsdoorsnede van hetgeen is weergegeven in figuur 6, figuur 8 een schematisch, gedeeltelijk als doorsnede weergegeven, bovenaanzicht van een van ruimten voorzien dek van het schip volgens de uitvinding, 40 figuur 9 een schematisch perspectivisch aanzicht van een transportopening in een schot met een schematisch daarvoor geplaatst, door de transportopening te transporteren apparaat, figuren 10 en 11, aan figuur 9 analoge perspectivische aanzichten, evenwel met grotere transport-openingen en hier doorheen te transporteren apparaten en figuur 12 een perspectivische weergave van een apparaat, waarvan de lengte het drievoudige is van het 45 in figuur 10 weergegeven apparaat, doch dat toch door dezelfde transportopening, die in figuur 10 is weergegeven, kan passeren.
Volgens figuur 1 strekken zich tussen de ter zijde gelegen verticale buitenwanden 39 van het schip op gelijke onderlinge afstanden van 30 cm de langsroosterlijnen 11 uit. Het verticale middellangsvlak 40 van 50 het schip op een afstand van de buitenwanden 39, welke gelijk is aan het 12-voudige van de afstand van de langsroosterlijnen 11, zodat tussen de scheepszijwanden 39 23 langsroosterlijnen 11 aanwezig zijn.
Loodrecht op de langsroosterlijnen 11 verlopen eveneens op gelijke onderlinge afstanden van zeker 60 cm geplaatste dwarsroosterlijnen 12. De langsroosterlijnen 11 en de dwarsroosterlijnen 12 vormen tezamen een eenheidsrooster 14, dat op de in figuur 3 zichtbare wijze op de basisplattegrond van het schip is 55 geprojecteerd. Daar het eenheidsraster 14 ten grondslag ligt aan alle horizontale vlakken van het schip en in het bijzonder aan alle dekken en aan de bodem, zijn de roosterlijnen wel beschouwd op te vatten als horizontale snijlijnen in verticaal staande roostervlakken.
5 193452
Volgens figuur 1 langs elke tweede dwarsroosterlijn 12 dwarsdragerelementen 27 aanwezig, die bijvoorbeeld door dwarsramen of dwarsdragers kunnen worden gevormd. Alleen op het derde dwarsdrager-element 27 van links af volgt op een standaardroosterlijnafstand een tweede dwarsdragerelement 27, teneinde op deze plaats het scheepsdek 41 extra te versterken.
5 In de dwarsrichting zijn - uitgaande van een zijwand 39 - telkens op elke tweede langsroosterlijn 11 dekbalken 23, respectievelijk langsdragers 26 met het scheepsdek 41 verbonden.
Langs het tweede dwarsdragerelement 27 van links af gezien en langs de bovenste langsdrager 26 strekken zich op, respectievelijk onder het dek 41 een dwarsschot 25, respectievelijk een langswand 24 uit.
Volgens figuur 1 zijn de langsdragerelementen 23, 26, respectievelijk de dwarsdragerelementen 27 10 onderbroken door een in het dek 41 gevormde opneemopening 15, die zich uitstrekt over acht standaard-dwarsroosterlijnafstanden en in de dwarsrichting over twaalf standaardlangsroosterlijnafstanden en dus in het eenheidsrooster 14 is ingepast. Ter plaatse van de hoeken is de opneemopening 15 afgerond, zoals weergegeven, om aldaar kerfspanningen te verlagen.
Omdat de lengte acht rastereenheden en de breedte twaalf halve rastereenheden bedraagt wordt de 15 opneemopening 15 aangeduid als type 86, waarbij het eerste kencijfer de lengte en het tweede kencijfer de breedte in standaardroosterlijnafstanden weergeeft. De opneemopening 15 kan bijvoorbeeld bestemd zijn voor het in het volgende aan de hand van de figuren 2, 4 en 4a beschreven opname van een wapen-container 16.
Volgens figuur 2 is de opneemopening 15 zodanig in het eenheidsrooster 14 ingepast, dat de randen van 20 de opneemopening 15 zich praktisch langs de langs- of dwarsroosterlijnen 11, respectievelijk 12 uitstrekken, maar in zeer geringe mate aan de binnenzijde van deze roosterlijnen verlopen. De aan het eenheidsrooster-principe volgens de uitvinding aangepaste wapencontainer 16 bezit een iets kleinere doorsnede als de opneemopening 15, terwijl het eenheidsfundament 13, waarop het eenheidsplatform van de wapencontainer 16 komt te rusten, zich in alle richtingen buitenwaarts over de opneemopening 15 bepalende roosterlijnen 25 11,12 uitsteekt, hetgeen in figuur 2 door de buitenste onderbroken lijn is aangeduid.
Volgens figuur 4 is het bijvoorbeeld een wapen dragende eenheidsplatform 21 rondom voorzien van een zijwaarts uitstekende bevestigingsflens 22. De wapencontainer 16 is onderaan het eenheidsplatform 21 vastgeschroefd.
De flens 22 overlapt het eenheidsfundament 13 op de in figuur 4 schematisch aangeduide wijze. Als 30 gevolg van de in figuur 2 weergegeven afmetingen kan aldus bijvoorbeeld de wapenfunctie-eenheid 16 vrij in de opneemopening 15 worden gebracht, totdat de flens 22 op het eenheidsfundament 13 rust. Aansluitend wordt dan de flens 22 bevestigd aan het eenheidsfundament 13 met behulp van in figuur 4 slechts schematisch aangeduide bevestigingsmiddelen 42. De roostermaat R, d.w.z. de plaats waar de roosterlijn 11, respectievelijk 12 loodrecht op het vlak van tekening van figuur 4 staat is in figuur 4 met een pijl 35 aangeduid. Bij het in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld is de breedte van de container 8 cm kleiner dan een veelvoud van de afstand van de dwarsroosterlijnen 12, waarvoor 60 cm is aangenomen.
Figuur 4a laat zien hoe de in figuur 4 slechts schematisch weergegeven opstelling er in werkelijkheid kan uitzien. De flens 22 is met behulp van een L-vormig bouwonderdeel 22' gevormd tot een met schuim gevuld hol lichaam, dat met behulp van bevestigingsbouten 42 tegen op het eenheidsfundament 13 aangebracht 40 montagegiethars is gedrukt. Een afdichtingsprofiel 43 van schuimrubber verhindert weglopen van de giethars tijdens de montage.
Het eenheidsfundament is via een dam 44 aan het scheepsdek 41 bevestigd.
De tussen het eenheidsplatform 21 en het scheepsdek 41 bestaande trapvormige verhoging stoort niet, daar het bij de op het eenheidsplatform 21 geplaatste installatie gaat om een die duidelijk boven het 45 scheepsdek uitsteekt, bijvoorbeeld een wapen of een plaatsbepalingsinstallatie. Het eenheidsplatform 21 kan echter ook bijvoorbeeld een dekhut of een andere grotere, op het scheepsbovendek te plaatsen bouweenheid dragen.
De opneemopening 15 is slechts vereist als onder aan het eenheidsplatform 21 een container 16 is aangebracht. Bij kleinere wapens of ook bij dekhutten en dergelijke is dit niet vereist, zodat in dit geval het 50 dek 41 en ook de langs- en dwarsdragerelementen 23, 26, respectievelijk 27 niet - zoals in figuur 1, 4 en figuur 4a is weergegeven - onderbroken zijn.
Terwijl bij het uitvoeringsvoorbeeld volgens de figuren 1, 4 en 4a het eenheidsfundament 13 en de flens 22 van het eenheidsplatform 21 duidelijk uitsteken buiten de roostermaat R wordt bij de opstelling van een montageopening 17 volgens de figuren 3, 5 en 5a anders te werk gegaan, daar na het afsluiten van de 55 montageopening tussen het dek 41 en het montagedeksel 18 praktisch geen verhoging aanwezig mag zijn. Ook is het, in het bijzonder bij montageopeningen binnen in het schip, meestal niet mogelijk het deksel buiten de roostermaat te laten uitsteken en aldus te bevestigen.
193452 6
Daarom is de montageopening 17 volgens figuur 3 duidelijk kleiner dan de bijbehorende roostermaat uitgevoerd. Op deze wijze wordt volgens figuur 5 een naar binnen uitstekende flens 20 gevormd waaraan het overlappende montagedeksel 18 met behulp van bevestigingsmiddelen 42 kan worden aangebracht.
Het door de montageopening 17 te voeren apparaat 19 dient in dwarsdoorsnede wat kleiner te zijn dan 5 de montageopening 17. Bij voorkeur zijn breedte en lengte een standaardroostermaat kleiner gekozen dan de roostermaat, waarvan de dimensionering van de montageopening 17 uitgaat. Ook het montagedeksel 18 ligt nog wat binnen deze roostermaat.
Volgens figuur 5a bestaat bij een realisatie van de grondgedachte volgens figuur 5, waaraan de voorkeur wordt gegeven, de flens 20 uit een horizontaal profielgedeelte 20' en een hieraan vastgelast zich naar 10 beneden uitstrekkend L-vomnig profieldeel 20". Het als hol lichaam uitgevoerde montagedeksel 18 wordt door middel van bevestigingsbouten 42 tegen een tussen het montagedeksel en het L-vormige profielgedeelte 20" aangebracht montagegiethars geperst, waarvan het bij de montage wegvloeien weer wordt verhinderd door een afdichtstrook 43 van schuimrubber. Desgewenst zou aan het montagedeksel aan de onderzijde ook een voor het opnemen van enig apparaat dienend uitsteeksel 45 bevestigd kunnen zijn.
15 In de figuren 6 en 7 zijn de binnenbodem van het schip en de zes daarboven liggende dekken aangeduid met de verwijzingscijfers 46, 47, 48, 49, 50, respectievelijk 41.
In het bovenste dek 41 bevindt zich een montageopening, type 96. Dit betekent dat deze montageopening 17 is ingepast in een roostermaas lang negen standaarddwarsroosterlijnafstanden en breed zes standaarddwarsroosterlijnafstanden, waarbij de verkleiningen van de openingen volgens de figuren 3, 5 en 20 5a in acht moeten worden genomen. Bijgevolg kan door de bovenste montageopening 17 een apparaat 51 met type nr. 85 worden ingebracht, waarvan de hoogte wat kleiner mag zijn dan de afstand van de dekken 41, 50. Onder de montageopening 17 kan het apparaat 85 dan op de in figuur 6 getoonde wijze naar opzij worden geschoven.
In dek 50 bevindt zich een montageopening 17 met type nr. 86, waardoorheen bijgevolg een apparaat 52 25 met type nr. 75 in de tussenruimte tussen de dekken 49, 50 kan worden gebracht. Dienovereenkomstig zijn in de naar beneden toe opvolgende dekken 49, 48, 47 montageopeningen 17 met type nr. 75, 65, respectievelijk 65 aangebracht, waardoorheen apparaten 53, 54, 55 met type nr. 64, 54 respectievelijk 54 kunnen worden ingebracht.
Ook de ruimten, waarin de apparaten 51, 52, 53, 54, respectievelijk 55 zijn ingebracht zijn aangepast aan 30 het eenheidsrooster volgens de uitvinding, doordat zij lengten bezitten van 480, 540, respectievelijk 600 cm en breedten van 300, 360, respectievelijk 420 cm.
Figuur 8 toont hoe ook woonruimten 30, een wasruimte 31, een ventilatieruimte 32, een doucheruimte 33 en een plaats voor schakelkasten 34 kunnen worden ingepast in het eenheidsrooster 14 volgens de uitvinding. Hiertoe worden de wanden 29 van de ruimten langs de roosterlijnen 11, respectievelijk 12 35 geplaatst. Hierbij kunnen ook in het schip aanwezige langswanden en dwarsschotten mede worden benut. Tussen de ruimten kunnen eveneens op basis van het standaardmaatsysteem uitgevoerde langs- en dwarsgangen 35, respectievelijk 36 aanwezig zijn. In de wanden 29 van de diverse ruimten zijn deuren 37 aangebracht naar de gangen 35, respectievelijk 36.
De ruimten 30 tot 34 kunnen ook als containers met inrichting vooraf zijn vervaardigd en dan op de 40 beschreven wijze door montageopeningen binnen in het schip worden gebracht.
Volgens figuur 9 is in een schot 25 een in wezen vierkante transportopening 38 aangebracht, met lengten en breedten van 66 cm. Aannemend dat de standaardroostermaat 60 cm bedraagt zijn ook de afmetingen van de transportopening 38 elk 6 cm groter dan de roostermaat. Op deze wijze kan een volgens het roostermaatsysteem gedimensioneerd apparaat 56 met type nr. 111 via de transportopening 38 worden 45 getransporteerd voorzover het apparaat de vorm bezit van een dobbelsteen waarvan de zijden even lang zijn en gelijk aan eenmaal de afstand tussen de dwarsroosterlijnen. De pijl in figuur 9 duidt de transport-richting van het apparaat 56 aan. In de richting van de pijl zou de afmeting van het apparaat 56 ook een veelvoud van de standaardroostermaat kunnen bedragen.
Figuur 10 toont een transportopening 38' in een langswand 34, waarvan de hoogte groter is dan de 50 breedte. Ook deze transportopening 38' is zowel in hoogte als breedte 6 cm groter dan de bijbehorende roostermaat, zodat een volgens dezelfde roostermaat gedimensioneerd apparaat 57 met type nr. 112 door deze transportopening heen kan worden vervoerd.
Figuur 11 toont een in vergelijking met figuur 10 een standaardroostermaat bredere transportopening 38" zodat een eveneens een standaardroostermaat breder apparaat 58 met type nr. 222 door deze transport-55 opening heen kan.
Figuur 12 toont een in vergelijking met figuur 10 in de lengterichting vergroot apparaat 59 met type 122, dat eveneens door de montageopening 38' van figuur 10 heengaat.

Claims (13)

1. Schip, in het bijzonder oorlogsschip met verscheidene met tussenruimten boven elkaar geplaatste inbouwdelen, alsmede funderingen, luiken en/of montageopeningen dragende dekken, waarlangs met 5 tussenruimten aan elkaar evenwijdige langwerpige langsdragerelementen en langwerpige dwarsdrager-elementen lopen, waarbij tussen sommige van de bij elkaar behorende langs- en/of dwarsdragereiementen van boven elkaar gelegen dekken langswanden en/of schotten zijn geplaatst, die zelfdragende functies kunnen vervullen, en waarbij althans in enkele van deze langswanden en/of schotten transportdoorgangen zijn aangebracht, met het kenmerk, dat de langsdragerelementen (23, 24, 26) en de dwarsdragereiementen 10 (25, 27) langs de roosterlijnen (11,12) van een op de scheepsplattegrond geprojecteerd eenheidsrooster (14) zijn geplaatst, waarbij zowel de langsroosterlijnen (11) als de dwarsroosterlijnen (12) een constante onderlinge afstand bezitten, en dat ten minste de fundamenten (13), de luiken, de montageopeningen (17) en de transportdoorgangen (38, 38', 38") in het eenheidsrooster (14) zijn ingepast.
2. Schip volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de onderlinge afstand van de langsroosterlijnen (11) de 15 helft bedraagt van de onderlinge afstand van de dwarsroosterlijnen (12).
3. Schip volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de dwarsroosterlijnen (12) een onderlinge afstand van 50 tot 70 en in het bijzonder ca. 60 cm bezitten.
4. Schip volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de breedte van de fundamenten (13), de montageopeningen (17), de luiken en/of de transportopeningen (38, 38', 38") in wezen een geheel veelvoud van de 20 onderlinge afstand van de dwarsroosterlijnen (12) is.
5. Schip volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat naburige langs-, respectievelijk dwarsdragereiementen (23, 26, 27) fundamenteel op onderlinge afstand zijn geplaatst, welke het dubbele is van de roosterlijnen (11, 12) en slechts op bijzonder zwaar belaste plaatsen gelijk is aan de afstand van de roosterlijnen (11, 12).
6. Schip volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de dammen (44), dat zijn in wezen de binnenranden van de fundamenten (13), aan de roosterlijnen (11, 12) en daarmede aan de scheepszij-dige ondersteuningen zijn toegevoegd en dat de steunvlakken van de bevestigingsflenzen (22) van de te bevestigen platformen (21) buitenwaarts over de roosterlijnen (11, 12) uitsteken.
7. Schip volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de randen van de montage-30 openingen (17) ten opzichte van de roosterlijnen (11, 12) inspringen teneinde een flens (20) voor het bevestigen van een montagedeksel (18) op de montageopening (17) te verschaffen.
7 193452
8. Schip volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de in wezen rechthoekige in het eenheidsrooster (14) ingepaste transportopeningen (38, 38', 38") een ten opzichte van de roostermaat in geringe mate grotere hoogte, respectievelijk breedte bezitten.
9. Schip volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de hoogte van de transportopeningen (38, 38', 38") ten minste gelijk aan hun breedte is.
10. Schip volgens conclusie 8 of 9, met het kenmerk, dat de hoogte en de breedte van de transportopeningen 5 tot 15 en in het bijzonder ca. 10% groter is dan de afstand van de dwarsroosterlijnen (12).
11. Schip volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de transportopeningen zijn uitgevoerd met een 40 breedte, die in wezen overeenkomt met eenmaal de standaarddwarsroosterlijnafstand alsmede met een hoogte, welke in wezen eenmaal, tweemaal en/of driemaal de standaarddwarsroosterlijnafstand bedraagt.
12. Schip volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de wanden (29) van in het schip gevormde ruimten (30, 31, 32, 33, 34) eveneens langs roosterlijnen (11, 12) verlopen.
13. Schip volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de ruimten (30, 31, 32, 33, 34) zijn opgebouwd als in 45 het roostermaatsysteem gedimensioneerde functie-eenheden of modulen. Hierbij 9 bladen tekening
NL8400465A 1983-02-16 1984-02-14 Schip met verscheidene dekken en langs de dekken lopende langs- en dwarsdragerelementen. NL193452C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
DE3305322 1983-02-16
DE19833305322 DE3305322A1 (de) 1983-02-16 1983-02-16 Schiff mit mehreren decks und entlang den decks verlaufenden laengs- und quertragelementen

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8400465A NL8400465A (nl) 1984-09-17
NL193452B NL193452B (nl) 1999-07-01
NL193452C true NL193452C (nl) 1999-11-02

Family

ID=6190976

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400465A NL193452C (nl) 1983-02-16 1984-02-14 Schip met verscheidene dekken en langs de dekken lopende langs- en dwarsdragerelementen.

Country Status (21)

Country Link
US (1) US4658747A (nl)
JP (1) JPS59160685A (nl)
KR (1) KR870001776B1 (nl)
AR (1) AR241312A1 (nl)
AU (1) AU556715B2 (nl)
BE (1) BE898906A (nl)
BR (1) BR8400609A (nl)
DE (1) DE3305322A1 (nl)
DK (1) DK155641C (nl)
ES (1) ES529557A0 (nl)
FR (1) FR2540820B1 (nl)
GB (1) GB2135248B (nl)
GR (1) GR81783B (nl)
IL (1) IL70988A (nl)
IN (1) IN159483B (nl)
IT (1) IT1173276B (nl)
NL (1) NL193452C (nl)
NO (1) NO161901C (nl)
PT (1) PT78118B (nl)
TR (1) TR22545A (nl)
ZA (1) ZA84971B (nl)

Families Citing this family (25)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1008605B (de) * 1955-04-18 1957-05-16 Theodor Kovacs Fuellfederhalter mit einer im vorderen Teil des Halterschaftes angeordneten UEberflusskammer
DE3411299A1 (de) * 1984-03-27 1985-10-17 Blohm + Voss Ag, 2000 Hamburg Schiff
DE3517862A1 (de) * 1985-05-17 1986-11-20 Blohm + Voss Ag, 2000 Hamburg Katamaran-wasserfahrzeug
FI84999C (fi) * 1986-02-11 1992-02-25 Masa Yards Oy Fartygskonstruktion.
SE8604391L (sv) * 1986-10-16 1988-04-17 Stena Ab Inredningsdeck for fartyg
US4892052A (en) * 1988-05-04 1990-01-09 Harris-Kayot, Inc. Boat decking system and method of assembling same
US5026211A (en) * 1988-09-22 1991-06-25 Newport News Shipbuilding And Dry Dock Company Water-based correctional facility and system, and method of making the same
US5170736A (en) * 1990-10-30 1992-12-15 Ishikawajima-Harima Jukogyo Kabushiki Kaisha Method for installing outfitting component onto module frame
DE4139542C2 (de) * 1991-11-30 1999-12-30 Thyssen Nordseewerke Gmbh Schiff, insbesondere Handelsschiff
US5970899A (en) * 1997-08-14 1999-10-26 The United States Of America As Represented By The Secretary Of The Navy Diagonal hatch system for ships
GB0022556D0 (en) * 2000-09-14 2000-11-01 Oxoid Ltd Improvements in or relating to selective agents for biological cultures
DE10209376A1 (de) * 2002-03-02 2003-09-11 Hatlapa Uetersener Maschf Winde für Schiffe
DE10341652B4 (de) * 2003-09-08 2006-06-14 Blohm + Voss Gmbh Schiff mit modularer Struktur
US7047652B1 (en) * 2004-11-17 2006-05-23 Specialty Archery, Llc Archery peep sight system
DE202008007269U1 (de) * 2008-03-31 2008-08-07 Becker Marine Systems Gmbh & Co. Kg Palettenlageranlage zur Lagerhaltung von Lagergütern, insbesondere für den Einsatz in Schiffen
US8516971B1 (en) 2009-03-09 2013-08-27 Brunswick Commercial and Government Products, Inc. Modular configurable marine utility vessel
US8790055B2 (en) 2010-08-30 2014-07-29 Schlumberger Technology Corporation System and method for conducting operations to subterranean formations
KR102017911B1 (ko) * 2014-08-27 2019-09-04 한국조선해양 주식회사 카고탱크 구조
CN106240757B (zh) * 2016-08-29 2019-02-19 南通中远海运川崎船舶工程有限公司 一种集装箱船增加装载列数的方法
JP7033390B2 (ja) * 2017-02-28 2022-03-10 住友重機械マリンエンジニアリング株式会社 デッキクレーンの設置構造及び船舶
CN106985965B (zh) * 2017-03-24 2019-06-28 中国船舶工业集团公司第七0八研究所 一种扁宽型甲板室结构设计方法
CN110065593A (zh) * 2018-01-22 2019-07-30 吴植融 一种直筒式平台筒体甲板与上部设施的建造方法及直筒式平台
GB2582472B (en) * 2018-01-22 2022-06-08 Wu Zhirong Construction method for column platform barrel deck and topsides, and column platform
CN113071599B (zh) * 2021-04-07 2022-12-20 中国船舶工业集团公司第七0八研究所 一种大型模块化快速可拆卸甲板
CN115092313A (zh) * 2022-07-22 2022-09-23 中国船舶工业集团公司第七0八研究所 一种适用于油船和散货船的甲板板架结构

Family Cites Families (15)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR491512A (fr) * 1917-09-17 1919-06-06 Samuel N Polis Perfectionnements aux navires
US1805669A (en) * 1928-07-17 1931-05-19 Liamin Dimitri Metal boat construction
GB443630A (en) * 1934-11-27 1936-03-03 Jan Niestern A double-bottom construction for small coasting vessels
US2218688A (en) * 1938-04-21 1940-10-22 John W Stewart Ship construction
US2506549A (en) * 1942-03-14 1950-05-02 Kervarrec Bernard Framing construction for vessels
GB602472A (en) * 1943-05-08 1948-05-27 Rene Stanislas Valentin Emanue Improvements in or relating to ship construction
US2585134A (en) * 1946-07-10 1952-02-12 Union Carbide & Carbon Corp Deck hatch structure
FR1059320A (fr) * 1952-06-30 1954-03-24 Poutres en arc pour supports de ponts de navires
US3363597A (en) * 1966-07-27 1968-01-16 Gen Dynamics Corp Ship and method of construction
NL6701419A (nl) * 1967-01-30 1968-07-31
DE2056069C3 (de) * 1970-11-14 1979-02-15 Blohm + Voss Ag, 2000 Hamburg Funktionseinheit auf Schiffen für Waffen-, Feuerleit- oder Ortungsanlagen
JPS4881290A (nl) * 1972-01-31 1973-10-31
JPS529282A (en) * 1975-07-07 1977-01-24 Uingu Tatsuku Suchiimushitsupu Carrying vessel of general cargo and liquid cargo
US4214332A (en) * 1978-04-24 1980-07-29 Ares, Inc. Method of constructing welded metal skin boat hulls and hulls made thereby
DE3105349C2 (de) * 1981-02-13 1983-02-10 Blohm + Voss Ag, 2000 Hamburg Einheits-Plattform-Fundament-System bei Schiffen

Also Published As

Publication number Publication date
GB8403856D0 (en) 1984-03-21
BE898906A (fr) 1984-05-30
DE3305322A1 (de) 1984-08-16
KR870001776B1 (ko) 1987-10-10
KR840007690A (ko) 1984-12-10
IT8419634A0 (it) 1984-02-16
IN159483B (nl) 1987-05-23
DK155641B (da) 1989-05-01
DK68984D0 (da) 1984-02-15
PT78118A (de) 1984-03-01
NO840533L (no) 1984-08-17
PT78118B (de) 1986-03-21
TR22545A (tr) 1987-10-21
GB2135248B (en) 1986-06-18
AU556715B2 (en) 1986-11-13
JPS59160685A (ja) 1984-09-11
GB2135248A (en) 1984-08-30
US4658747A (en) 1987-04-21
DK155641C (da) 1989-09-25
IT1173276B (it) 1987-06-18
NO161901B (no) 1989-07-03
FR2540820B1 (fr) 1988-05-13
NL193452B (nl) 1999-07-01
BR8400609A (pt) 1984-09-18
AR241312A1 (es) 1992-05-29
FR2540820A1 (fr) 1984-08-17
ES8507400A1 (es) 1985-10-01
NL8400465A (nl) 1984-09-17
DK68984A (da) 1984-08-17
ES529557A0 (es) 1985-10-01
AU2466984A (en) 1984-08-23
NO161901C (no) 1989-10-11
GR81783B (nl) 1984-12-12
JPH0377115B2 (nl) 1991-12-09
IL70988A (en) 1988-05-31
ZA84971B (en) 1984-09-26
DE3305322C2 (nl) 1987-09-10

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193452C (nl) Schip met verscheidene dekken en langs de dekken lopende langs- en dwarsdragerelementen.
US3661293A (en) Rectangular freight container for international combined traffic, particularly for flowable bulk goods
US5292012A (en) Tank handling and protection structure
US3456830A (en) Freight containers
EP1879792B1 (en) Lashing device for cargo on a ship and a cargo deck provided with such a lashing device
PL173018B1 (pl) Statek towarowy do transportu, zwłaszcza pojazdów kołowych i towarów
US5321928A (en) Steel coffer for ceiling and/or wall structures of buildings, housing units, interior and exterior structures of ships
US4614278A (en) Tank container
US4380300A (en) Air cargo container
US5899161A (en) Ship with plane area elements which extend horizontally and are located in the hull of the ship
DK173442B1 (da) Skib, især handelsskib
GB2094448A (en) Standard foundations for use on ship's decks
KR100292237B1 (ko) 구조물건조용구조부재
KR100310974B1 (ko) 컨테이너 터미널의 배치 설계 방법
NL192033C (nl) Schip met een op de binnenbodem geplaatst buisleidingssysteem.
NL8402188A (nl) Schip zonder dwarsspanten.
CN109867048A (zh) 轻型金属运输集装箱
US4549833A (en) Frame members for supporting covers or gratings
NL8220082A (nl) Verplaatsbare vouwconstructie.
US2118874A (en) Container
US1688437A (en) Sectional car container
FI113032B (fi) Monikannellisen, suuren, etenkin merellä käytettävän rakenteen, kuten matkustajalaivan tai vastaavan rakentamismenetelmä
SU1039783A1 (ru) Платформа транспортного средства
JP4446902B2 (ja) バラ積み貨物船の点検用固定足場
CN115707634A (zh) 可拆卸大容量集装箱

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
CNR Transfer of rights (patent application after its laying open for public inspection)

Free format text: BLOHM + VOSS GMBH

DNT Communications of changes of names of applicants whose applications have been laid open to public inspection

Free format text: BLOHM + VOSS HOLDING AG

V4 Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent

Effective date: 20040214