NL1003292C2 - Hooibouwmachine. - Google Patents

Hooibouwmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL1003292C2
NL1003292C2 NL1003292A NL1003292A NL1003292C2 NL 1003292 C2 NL1003292 C2 NL 1003292C2 NL 1003292 A NL1003292 A NL 1003292A NL 1003292 A NL1003292 A NL 1003292A NL 1003292 C2 NL1003292 C2 NL 1003292C2
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
members
working members
machine according
group
hay
Prior art date
Application number
NL1003292A
Other languages
English (en)
Other versions
NL1003292A1 (nl
Inventor
Maarten Koorn
Alfonsus Jacobus Van Den Engel
Nanno Geert Staal
Original Assignee
Maasland Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Maasland Nv filed Critical Maasland Nv
Priority to NL1003292A priority Critical patent/NL1003292C2/nl
Priority to US09/024,969 priority patent/US6109012A/en
Priority to DE69705807T priority patent/DE69705807T2/de
Priority to AU29814/97A priority patent/AU717426B2/en
Priority to EP01200139A priority patent/EP1088477A3/en
Priority to EP97924388A priority patent/EP0844814B1/en
Priority to PCT/NL1997/000314 priority patent/WO1997046076A1/en
Priority to AT97924388T priority patent/ATE203365T1/de
Application granted granted Critical
Publication of NL1003292C2 publication Critical patent/NL1003292C2/nl
Publication of NL1003292A1 publication Critical patent/NL1003292A1/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1007Arrangements to facilitate transportation specially adapted therefor
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01DHARVESTING; MOWING
    • A01D78/00Haymakers with tines moving with respect to the machine
    • A01D78/08Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels
    • A01D78/10Haymakers with tines moving with respect to the machine with tine-carrying rotary heads or wheels the tines rotating about a substantially vertical axis
    • A01D78/1007Arrangements to facilitate transportation specially adapted therefor
    • A01D78/1014Folding frames

Description

HOOIBOUWMACHINE
De uitvinding heeft betrekking op een hooibouwma-chine voorzien van een aantal motorisch aangedreven om 5 opwaartse assen roterende bewerkingsorganen, welke bewer-kingsorganen in drie groepen zijn verdeeld, die in dwars op de voortbewegingsrichting van de machine gelegen rijen zijn opgesteld en twee buitenste groepen in de voortbewegingsrich-ting van de machine op afstand van en zijwaarts van een derde 10 groep zijn gelegen.
Een dergelijke machine is bekend uit de Nederlandse terinzagelegging 9400133. In deze publicatie is een hooibouw-machine beschreven die uit drie delen bestaat, elk voorzien van groepen bewerkingsorganen.
15 Deze drie groepen bewerkingsorganen vormen samen een hooibouwmachine met zeer grote breedte. De groepen zijn opgedeeld in een in het midden gelegen groep die met de achterzijde van een trekker is gekoppeld en twee groepen die stroken grond gelegen aan de buitenzijde van de in het midden 20 gelegen groep bewerken. Hiertoe worden deze aan de buitenzijde gelegen groepen door een aan de voorzijde van de machine aangebracht gestel gedragen door middel van twee dwars op de voortbewegingsrichting zich uitstrekkende armen. Deze armen bestaan uit scharnierende delen, waardoor het mogelijk is de 25 bewerkingsorganen naar boven te zwenken, zodanig dat de bewerkingsorganen in een transportpositie komen en de breedte van de machine in belangrijke mate verkleind is.
De uitvinding beoogt een hooibouwmachine met grote werkbreedte te verschaffen, waarbij de buitenste groepen 30 bewerkingsorganen op eenvoudige wijze in de transportstand kunnen worden gebracht. Volgens de uitvinding omvatten de buitenste groepen meer dan drie bewerkingsorganen en is de machine in een transportstand brengbaar doordat althans één bewerkingsorgaan van de buitenste groepen ten opzichte van 35 althans een ander bewerkingsorgaan van deze groep in hoogte-richting om een althans in hoofdzaak in de voortbewegingsrichting zich uitstrekkende as zwenkbaar is, terwijl de beide groepen om een opwaartse as, gerekend in de voortbewegingsrichting naar voren zwenkbaar is, zodanig dat de breedte van 1003292 2 de machine versmald wordt.
Deze constructie heeft het voordeel dat de drie groepen bewerkingsorganen aan een zelfde gestel kunnen worden bevestigd, dat door een trekker kan worden getrokken.
5 Opgemerkt wordt dat het bekend is groepen bewer kingsorganen om opwaarts gerichte assen te zwenken, maar dat in dit geval de bewerkingsorganen niet in de voortbewegings-richting van de machine naar voren, maar naar achteren worden gezwenkt, hetgeen ongewenst is gebleken bij het transport. 10 Een voorbeeld van een dergelijke constructie is beschreven in het Europees octrooi EU-B-0053570.
Volgens een gunstige uitvoeringsvorm van de uitvinding zijn de zwenkbare aan de buitenzijde gelegen bewerkingsorganen van beide buitenste groepen bewerkingsorganen om 15 twee, in de werkstand van de machine althans nagenoeg in de voortbewegingsrichting zich uitstrekkende, zwenkassen zwenk-baar, zodanig dat zij in de transportstand boven de andere bewerkingsorganen van de groep gelegen zijn.
Volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld van de 20 uitvinding bezit zowel de buitenste als de in het midden gelegen groep elk een overeenkomstige eenheid van drie bewerkingsorganen, waarvan het buitenste bewerkingsorgaan naar boven zwenkbaar is. Deze constructie heeft het voordeel dat de overeenkomstige groepen bewerkingsorganen als eenheden 25 kunnen worden gefabriceerd.
De uitvinding zal aan de hand van een tweetal uitvoeringsvoorbeelden nader worden toegelicht.
Figuur 1 is een schetsmatig bovenaanzicht op een eerste uitvoeringsvorm van de hooibouwmachine volgens de 30 uitvinding;
Figuur 2 is een achteraanzicht van de machine;
Figuur 3 is een zijaanzicht volgens de pijl III in figuur 1;
Figuur 4 is een zijaanzicht waarin in detail een 35 ondersteuningsdeel van de machine is weergegeven;
Figuur 5 geeft in een schetsmatig bovenaanzicht de werkstand weer van een alternatieve uitvoering van de machine volgens de uitvinding; 1003292 3
Figuur 6 is een aanzicht volgens de lijn VI-VI in figuur 5;
Figuur 7 is een zijaanzicht van de machine volgens de lijn VII-VII in figuur 6.
5 Figuur 8 is een aanzicht volgens de lijn VIII-VIII
in figuur 6;
Figuur 9 geeft in een schetsmatig bovenaanzicht de transportstand van de machine volgens de alternatieve uitvoering weer, en 10 Figuur 10 is een aanzicht volgens de pijl X in figuur 9.
De hooibouwmachine volgens de uitvinding omvat een gestel 1 dat bestaat uit een in de voortbewegingsrichting V van de machine zich uitstrekkende gestelbalk 2, waarop een 15 zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkende gestelbalk 3 aansluit. De gestelbalk 3 omvat een tandwielkast 4 met twee zijstukken 5 en 6.
Aan de gestelbalk 3 is een bok 7 bevestigd. De bok 7 bezit zich schuin naar beneden uitstrekkende benen 8 en 9, 20 zodanig dat van achteren gezien de bok de vorm van een omgekeerde V bezit. De bok 7 is, tezamen met de gestelbalk 3, door middel van een zich dwars op de voortbewegingsrichting althans in hoofdzaak horizontaal uitstrekkende scharnieras 10 met de gestelbalk 2 gekoppeld.
25 De bovenzijde van de bok 7 is door middel van een verstelelement 11, hier een hydraulische verstelcilinder, met een scharnierpunt 12 op de gestelbalk 2 gekoppeld, met behulp van welk verstelelement de bok 7 om de scharnieras 10 kan zwenken.
30 Aan de achterzijde van de machine bevindt zich een achterste en centrale groep 22 van vier bewerkingsorganen 14, welke in de prakijk ook wel aangeduid worden als harkorganen of rotoren. Deze bewerkingsorganen zijn om opwaarts gerichte rotatieassen draaibaar en liggen op een lijn dwars op de 35 voortbewegingsrichting V. Om de bewerkingsorganen 14 te dragen, bezit de centrale groep 22 een gestelbalk 15 waaraan twee bewerkingsorganen 14 zijn aangebracht, terwijl de buitenste bewerkingsorganen 14 aan gesteldelen 16 en 17 zijn 1 ? 0 ? 2 S l 4 aangebracht, die om in de voortbewegingsrichting V zich uitstrekkende assen 18, 19, kunnen zwenken. De groep bewer-kingsorganen 14 bezit hiertoe een horizontale hydraulische cilinder 20, die aan armen 21 van de gesteldelen 16 en 17 5 aangrijpt.
De gestelbalk 15 bezit een tandwielkast 23 die door middel van een tussenas 24 met de uitgaande as van de tandwielkast 4 is gekoppeld. Op de gestelbalk 15 van de centrale groep 22 is een bok 25 aangebracht. Deze bok 25 is door 10 middel van zwenkarmen 26 met de bok 7 gekoppeld. Tussen de bok 7 en de bok 25 is een hydraulische cilinder 27 aangebracht door middel waarvan de bok 25 ten opzichte van de bok 7 in hoogterichting kan worden verplaatst; deze verplaatsing naar boven wordt mede veroorzaakt doordat tussen de bok 7 en 15 de bok 25 gelegen zwenkarmen 26, één centraal gelegen bovenste en twee, elk aan de zijde daarvan gelegen onderste zwenkarmen 26, in zijaanzicht gezien een zwenkbaar parallellogram vormen. De aandrijving van de bewerkingsorganen 14 vindt op op zich bekende wijze plaats door een aandrijfas die 20 in de gestelbalk 15 en de gesteldelen 16 en 17 is gelegen en zich uitstrekt naar de tandwielkasten met haakse overbrenging van alle bewerkingsorganen 14.
De buitenste groepen bewerkingsorganen 28 bestaan elk uit vier bewerkingsorganen 29 en 30, onderverdeeld in 25 paren binnenste bewerkingsorganen 29 en paren buitenste bewerkingsorganen 30 en overeenkomend met de bewerkingsorganen 14 uit de centrale groep 22. De binnenste bewerkingsorganen 29 worden door een gezamenlijk gestelbalkdeel 31 gedragen en de buitenste bewerkingsorganen 30 door een gestelbalkdeel 30 32. Beide gestelbalkdelen zijn door een tussenbalkdeel 33 scharnierend met elkaar gekoppeld. Het gestelbalkdeel 31 is scharnierend met de gestelbalk 3 via een scharnierverbinding 34 gekoppeld. Deze scharnierverbinding 34 omvat een verticaal scharnier en een horizontaal scharnier. Aan de gestelbalken 35 31 en 32 grijpt een hydraulische cilinder 35 aan, met behulp waarvan de gestelbalk 32 ten opzichte van de gestelbalk 31 zodanig gezwenkt kan worden dat de gestelbalk 32 in hoofdzaak parallel en boven de gestelbalk 31 kan komen te liggen.
1003292 5
Bovendien is de gestelbalk 31 door middel van verstelbare trekstangen 36 en via het centrale verstelelement 13 met de gestelbalk 1 gekoppeld. Door bekrachtiging van de hydraulische cilinder 13 kan de gestelbalk 31, en dus de groep 5 harkwielen 29, 30 gezwenkt worden, zodat zij door zwenking om de verticale as van het scharnier 34 althans ten minste ongeveer parallel aan de voortbewegingsrichting naast de gestelbalk 2 komen te liggen. Dit geldt zowel voor de linker-als voor de rechtergroep bewerkingsorganen 28.
10 De groepen bewerkingsorganen 2 8 zijn in de werk- stand zodanig opgesteld dat de bewerkingsorganen 31, die het dichtst bij de gestelbalk 2 zijn gelegen, de buitenste bewerkingsorganen 14 van de centrale groep 22 in de voortbewegingsrichting overlappen, ongeveer overeenkomend met de 15 overlapping van de bewerkingsorganen binnen elk van de groepen 22 en 28. De afstand van de groepen bewerkingsorganen 28 enerzijds, en de centrale groep 22 anderzijds, is, dwars op de voortbewegingsrichting V gerekend, kleiner dan de straal van de tandenbaan van de bewerkingsorganen, welke 20 tandenbaan in figuur 1 met streep-punt-lijnen is aangegeven.
Onder de gestelbalk 3 bevinden zich, met een onderlinge afstand dwars op de voortbewegingsrichting V wielen 37 die in de voortbewegingsrichting V zijn opgesteld en die in hoogterichting kunnen worden versteld door middel 25 van een hydraulische cilinder 38. De loopwielen 37 worden ondersteund door armen 40 waaraan de loopwielen om horizontale draaiingsassen 41 vrij draaibaar zijn aangebracht. De armen 40 zijn om horizontale assen 42 zwenkbaar aan dragers 43 van de gestelbalk 3 gemonteerd.
30 Aan de achterzijde is elk van de armen 40 zwenkbaar gekoppeld aan een hydraulische cilinder 28 die aan zijn bovenzijde scharnierend met de gestelbalk 3 is gekoppeld. Ter hoogte van de draaiingsas 41 is elk van de loopwielen 27 door een veer 45 ondersteund. Hiertoe zijn tegen het gesteldeel 2 35 en op de armen 40 astappen aangebracht, welke de veer 45 centreren. Tijdens het bedrijf kunnen de loopwielen de machine verend ondersteunen, waartoe de hydraulische cilinder 38 in een onbelaste stand versteld kan worden. Door de 1003292 6 hydraulische cilinder 38 kan echter de machine ten opzichte van de wielen 37 worden geheven om de machine in de trans-portstand te brengen.
Onder de bewerkingsorganen 31, 32 en 14 bevinden 5 zich loopwielen 39 die zelf-instellend zijn. De aandrijving van de bewerkingsorganen 14, 29, 30 strekt zich op op zich bekende wijze uit via aandrijfassen die door de gestelbalken, waaraan de betreffende bewerkingsorganen zijn aangebracht, verlopen. Boven elk bewerkingsorgaan bevindt zich op op zich 10 bekende wijze, een tandwielkast met haakse overbrenging, door middel waarvan het betreffende bewerkingsorgaan 14, 29, 30 in draaiing kan worden gebracht en wel zodanig dat de bewerkingsorganen in tegengestelde richtingen draaien en de buitenste bewerkingsorganen van de groepen bewerkingsorganen 15 aan hun voorzijde naar het midden van de betreffende groep toe draaien, zoals met pijlen lil in figuur 1 is weergegeven. Centraal op het gesteldeel 2 is een centrale tandwielkast 46 aanwezig, welke via tussenassen met de aftakas van een trekker kan worden gekoppeld en welke via één of meer haakse 20 overbrengingen, dat wil zeggen uitgaande astappen ten behoeve van aandrijving van de groepen 22 en 28 bezit.
De aandrijfassen, die in de tekening niet nader zijn weergegeven, bezitten nabij de verschillende scharnier-verbindingen tussen de gestelbalken op zich bekende zogenaam-25 de groothoek kruiskoppelingen, die het mogelijk maken dat bij het zwenken van de bewerkingsorganen ten gevolge van oneffenheden van de grond de aandrijving in stand blijft, maar die uitgeschakeld worden wanneer de bewerkingsorganen in de transportstand worden gezwenkt.
30 De hydraulische cilinders van de machine kunnen worden bediend op op zich bekende wijze vanaf de trekker die de machine trekt.
De werking van de inrichting is als volgt.
Tijdens het bedrijf werkt de machine als hooischud-35 der en heeft in dit uitvoeringsvoorbeeld een werkbreedte van circa 12,5 meter. De bewerkingsorganen volgen door de loopwielen 39 onder de bewerkingsorganen 14, 29, 30 de oneffenheden van de grond, waarbij zij om de verschillende zwenkassen ·! 0 0 3 29 2 7 tussen de gesteldelen kunnen zwenken. Indien de machine in een transportstand gebracht moet worden, worden allereerst de wielen 37 in hoogterichting versteld, zodanig dat het gestel 1 op grotere hoogte van de grond komt en, indien de hydrauli-5 sche cilinders 20 en 35 van de bewerkingsorgaangroepen 22 en 28 zijn vastgezet, ook de bewerkingsorganen van alle groepen van de grond worden getild. Het kan hierbij, in verband met de voorover gekantelde stand van de bewerkingsorganen 14, 29, 30 tijdens het bedrijf, gewenst zijn de bok 7 enigszins naar 10 achteren te zwenken. Vervolgens worden de buitenste bewerkingsorganen van de in het midden gelegen groep bewerkingsorganen 14 naar boven gezwenkt, zodat deze bewerkingsorganen zich binnen de grootste afmeting van de binnenste bewerkingsorganen van deze groep bevinden. Hierna worden de buitenste 15 bewerkingsorganen 30 gezwenkt, zodanig dat zij zich boven de bewerkingsorganen 29 bevinden (figuur 3), waarna de buitenste groepen bewerkingsorganen 28 naar voren worden gezwenkt, zodat zij naast de gestelbalk 2 zijn gelegen. De machine krijgt op deze wijze een transportbreedte van minder dan 3 20 meter en rijdt tijdens het transport op de wielen 37. De onderhavige machine heeft onder meer als voordeel dat met het paarsgewijs aan een gesteldeelbalk 31, 32 aangebracht zijn van de bewerkingsorganen 29 en 30, op relatief eenvoudige en voordelige wijze een transportstand kan worden verkregen, 25 terwijl de onderlinge samenwerking van de paren bewerkingsorganen 29 en 30 behouden blijft, terwijl, mede door de tussen-balkdelen 33 een goede bodemaanpassing behouden blijft.
In figuren 5 - 10 is een andere uitvoeringsvorm van de uitvinding afgebeeld. Onderdelen van de hooibouwmachine in 30 dit uitvoeringsvoorbeeld die overeenkomen met die van figuren 1-4 zijn met overeenkomstige verwijzingscijfers aangeduid.
De machine bezit een gestel 50 dat een in de voortbewegingsrichting van de machine zich uitstrekkende gestelbalk 51 omvat, welke gestelbalk aan een dwars op de 35 voortbewegingsrichting zich uitstrekkende gestelbalk 52 is bevestigd. Op de gestelbalk 52 is een bok 53 bevestigd. Deze bok bestaat uit een dwarsbalk 54 en twee in hoogterichting zich uitstrekkende balken 55 die aan de balk 52 om horizonta- ' o ' ·2ί2 8 le dwarsassen 56 zijn aangebracht. Aan de voorzijde bezit de gestelbalk 51 een schuin naar beneden gericht aankoppelstuk 57 waaraan een aankoppelbalk 58 voor aankoppeling van de machine aan een trekker, om een verticale as 59 vrij schar-5 nierbaar is bevestigd. De aankoppelbalk 58 bezit een koppel-element, in de onderhavige uitvoering aan de uiteinden van de balk 58 aangebrachte tappen, waarmee de machine aan de onderste armen van een driepuntshefinrichting van de trekker kan worden gekoppeld.
10 De bok 53 is, zoals figuur 7 toont, door middel van een in lengte verstelbare stang 60, hier een hydraulische cilinder, met een op de gestelbalk 51 aangebrachte steun 61 met de gestelbalk 51 gekoppeld, zodat de positie van de bok 53 ten opzichte van de gestelbalk 51 door zwenking om de 15 assen 56 kan worden ingesteld. Ofschoon niet in de figuur weergegeven omvat een als hydraulische cilinder uitgevoerde verstelstang 60 een ten opzichte van het cilinderdeel verstelbare aanslag die de uiterste voorwaartse stand van de bok 53 bepaalt wanneer de hydraulische cilinder volledig is 20 versteld. Met deze verstelbare aanslag wordt de voorover gekantelde werkstand van de bewerkingsorganen 29, 30 bepaald. Voor het in een transportstand zwenken van de machine wordt de bok 53, althans de daaraan gekoppelde assen 81, in een verticale stand gesteld.
25 Het gestel 50 wordt ondersteund door een tweetal steunwielen 62 die in dit uitvoeringsvoorbeeld in de voortbe-wegingsrichting onbeweeglijk met de gestelbalk 52 zijn gekoppeld, maar die desgewenst op op zichzelf bekende wijze, zoals met behulp van fusee-stuurassen, gestuurd kunnen 30 worden. De steunwielen 62 bevinden zich tijdens het bedrijf elk althans ongeveer recht onder een nog te beschrijven gestelbalk 80.
De bok 53 bezit een aan de dwarsbalk 54 aangebrachte tandwielkast 63 die door middel van een uit twee gedeelten 35 bestaande tussenas 64 met een tussenas 65 kan worden gekoppeld, waarmede de tandwielkast 63 via de af takas van de trekker kan worden aangedreven. Tussen de gestelbalk 54 en de tandwielkast 63 is een console aanwezig via welke de tand- 1003292 9 wielkast 63 ter hoogte van de horizontale zwenkas 82 is gebracht. De tandwielkast is zodanig aangebracht, dat de in de rijrichting gelegen uitgaande astappen 66 daarvan in de transportstand in voorwaartse richting opwaarts gekanteld 5 zijn onder een hoek die overeenkomt met de hoek waaronder de bewerkingsorganen 29, 30 voorover gekanteld zijn.
De tandwielkast 63 bezit een aandrijfas 66 die zich naar achteren uitstrekt en aan iedere zijde een aandrijfas 67 die zich zijdelings uitstrekt.
10 Aan de achterzijde van de gestelbalk 52 zijn aansluitingen 68, hier in de vorm van lippenparen, gemonteerd. Aan de aansluitingen kan een naar voren uitstekende arm 70 van een gestel 71 van de in het midden gelegen groep bewerkingsorganen 14 worden gekoppeld. Aan het uiteinde van 15 de arm 70 zijn aansluitend aankoppelmiddelen voor de aankop-peling met de aansluitingen 68 aangebracht. De aansluitingen 68 strekken zodanig ver achterwaarts uit dat de horizontale zwenkas, die een aansluiting 68 met een arm 70 koppelt, achter een overeenkomstige horizontale zwenkas in de bovenste 20 aansluiting 76 is gelegen. De armen 70 zijn daarbij korter uitgevoerd dan de armen 77. Aan één, dan wel beide armen 70 is via een console een gezamenlijk bovenste aankoppelpunt 73 aangebracht. Hiermee kan dit punt 73 aan een in lengte veranderbare stang 74, zoals een hydraulische verstelcilin-25 der, aan de arm 61 van het gestel 50 worden gekoppeld. De stang 74 kan tevens een verstelcilinder omvatten door middel waarvan deze in lengte wordt versteld.
Aan de dwarsbalk 54 zijn twee aansluitingen 76, hier in de vorm van lippenparen, aangebracht voor koppelarmen 30 77 die scharnierbaar aan een bok 78 van de gestelbalk 15 zijn verbonden. De bewerkingsorganen 14 worden op overeenkomstige wijze als de bewerkingsorganen van het eerste uitvoerings-voorbeeld aangedreven, en ten behoeve van de transportstand met behulp van het verstelelement 74 naar boven gezwenkt.
35 Heffen van de achterste groep 22 door verstelling van het verstelelement 74, in het bijzonder voor het keren op de kopakker, heeft het effect dat de bewerkingsorganen 14 gelijktijdig vanuit een voorover gekantelde stand in een f. -f r> Λ » . i. V ά 10 stand terecht komt waarin de onderste uiteinden van de tanden van een bewerkingsorgaan 14 in een althans nagenoeg horizontaal vlak terecht komen, ofwel waarin de rotatieassen verticaal gericht zijn. Dit draagt bij aan de vergroting van de 5 afstand tussen tanden en bodem zonder dat de transporthoogte van de centrale groep 14 noemenswaardig toeneemt en vergemakkelijkt de zwenking van de buitenste bewerkingsorganen 14 in hun transportstand.
Aan de in hoogterichting zich uitstrekkende balken 10 55 zijn, zoals figuur 8 meer in detail toont, aan de buiten zijden aansluitingen 79 aangebracht, waaraan gestelbalken 80 voor de aan de buitenzijde liggende groepen bewerkingsorganen 28 om naar boven gerichte assen 81 en om horizontale assen 82 zijn gemonteerd.
15 De horizontale assen 82 strekken zich uit in de voortbewegingsrichting V, terwijl de verticale assen 81 een althans in hoofdzaak loodrecht op de voortbewegingsrichting V verlopende lijn snijden. Beide assen kunnen volgens de uitvinding onderbroken danwel via een meerpuntsscharnier-20 constructie, virtueel zijn uitgevoerd.
In de onderhavige uitvoering is de as 81 onderbroken als onderdeel van een gaffelstuk uitgevoerd, zodat de aandrijving van bewerkingsorganen 29, 30 de as 81 snijdt. De zich dwars op de rijrichting V vanaf de centrale tandwielkast 25 63 zijwaarts uitstrekkende aandrijfas is door een lusvormige opening in een bokdeel 55 gevoerd, en verloopt in een rechte lijn vervolgens door de gestelbalk 80. De horizontale as 82 is ten opzichte van de rijrichting V achter de verticale as 81 aangebracht. Een gestelbalk 80, welke in een rechte lijn 30 met de gestelbalk 54 is aangebracht, is hiertoe voorzien van een console. Doordat de tandwielkast 63 met de gestelbalk 54 is gekoppeld, zwenkt de tandwielkast 63 met de gestelbalken en de bewerkingsorganen mee in een voorover gekantelde stand. In de bedrijfsstand verlopen de in de rijrichting gerichte 35 assen hiervan vrijwel horizontaal hetgeen de slijtage van de op zichzelf bekende kruiskoppelingen uit de aandrijving beperkt.
De gestelbalken 80 zijn door middel van hydrauli-
4 T-, * 7 <5 Γ O
- V 0 L 3 L
11 sche verstelelementen 83 ter hoogte van de dwarsbalk 54 gekoppeld met de bok 53 ten behoeve van automatische zwenking in hoogterichting om de as 82. Elk van de gestelbalken 80 bezit hiervoor een uitsteeksel 84 die een sleuf 85 bezit, 5 waarin het betreffende uiteinde van de cilinder 83 kan verschuiven. De hydraulische cilinders 83 zijn door middel van een in meerdere richtingen bewegende koppeling, bijvoorbeeld een kogelscharnier 86, met de bok 53 verbonden.
Elk van de gestelbalken 80 bezit voorts een beves-10 tigingsvoorziening 87 waaraan een verstelelement, hier de zuigerstang 88 van een hydraulische verstelcilinder 89, scharnierbaar aangrijpt. Het verstelelement 89 grijpt schar-nierbaar aan op een bevestigingsvoorziening 90 van de gestel-balk 51. Door middel van de verstelelementen 89 kunnen de 15 gestelbalken 80 om de verticale as 81 ten opzichte van de centrale groep bewerkingsorganen 14 in de voortbewegingsrich-ting V naar voren worden gezwenkt.
De gestelbalk 80 omvat een om de horizontale as 82 zwenkbare gestelbalk 75, waaraan via de horizontale as 91 een 20 zwenkbare gestelbalk 92 is bevestigd. De gestelbalk is tevens via het verstelelement 83 met de bok 53 verbonden. Hiertoe is aan de bovenzijde van de gestelbalk 75 een zich opwaarts uitstrekkende arm ofwel console 84 aangebracht. De console 84 is gevormd uit een in U-vorm gebogen stuk plaatmateriaal. De 25 randen van de vrije uiteinden van de U-vorm zijn tegen de gestelbalk 75 gelast. De console is op ongeveer gelijke hoogte voorzien van een in hoofdzaak horizontaal verlopend sleufgat, hier met verwijzingscijfer 85 en een boring, hier voor het passend opnemen van een in de rijrichting V gelegen 30 as, waarmee een stang 101 zwenkbaar met de console 84 is gekoppeld. De as 91 en daarmee het uiteinde van de gestelbalk 75 strekt zich dwars op de voortbewegingsrichting V uit voorbij de grootste omtrekslijn van het betreffende buitenste bewerkingsorgaan 14 uit de centrale groep 22. Aan deze 35 gestelbalken 92 zijn onder twee, nabij de uiteinden daarvan in de betreffende gestelbalk 92 opgenomen, tandwielkasten 93 per gestelbalk 92 twee bewerkingsorganen 29 aangebracht. Aan de vrije einden van de gestelbalken 92 zijn twee tussenarmen • 5 2 9 2 12 94 om horizontale assen 95 zwenkbaar gemonteerd. Aan het buitenste uiteinde van een tussenbalk 94 is om een horizontale as 96 een gestelbalk 97 gekoppeld. Aan de gestelbalken 97 zijn op analoge wijze via tandwielkasten 93 bewerkingsorganen 5 30 gemonteerd.
Zwenking van de bok 53 om de assen 56 heeft tot effect dat de bewerkingsorganen 14 uit de groep 22 gezamenlijk met de bewerkingsorganen uit de laterale groepen 28 in en uit een voorover gekantelde stand gebracht worden: de 10 zwenkassen 56, de zwenkassen aan de uiteinden van de stang 77 en de zwenkas aan het achterste uiteinde van de armen 70 vormen een parallellogramconstructie.
De verstelelementen 74 en 83 zijn onderling gekoppeld, zodat met een enkele bedieningshandeling alle drie 15 groepen bewerkingsorganen in een van de grond los geheven stand kunnen worden versteld, bij voorbeeld bij het keren op de kopakker. Voor verdere zwenking naar de transportstand dient volgens de voorkeursuitvoering de bok 53 naar een verticaal georiënteerde stand versteld te worden, in het 20 gegeven voorbeeld door intrekking van het verstelelement 60.
Elke tussenarm 94 kan door middel van een bij voorkeur hydraulisch uitgevoerd verstelelement 102, die met de console 103 en de arm 104 van respectievelijk de gestelbalk 80 en de tussenbalk 94 scharnierend verbonden is, worden 25 versteld. De arm 104 is van een sleuf 105 voorzien, welke bij voorkeur in hoofdzaak in de langsrichting van de tussenbalk 94 verloopt.
Elke tussenarm 94 is op overeenkomstige wijze door middel van een hydraulische cilinder 106 en armen 107 en de 30 console 108 van respectievelijk de tussenarmen 94 en de gestelbalken 97 gekoppeld. Onder elk van de bewerkingsorganen 29, 30 bevindt zich een loopwiel 37, zoals ook in het vorige uitvoeringsvoorbeeld is beschreven. De console 103 is gelijk aan een console 84, welke op zijn horizontale bovenvlak van 35 een paar rubber noppen, is voorzien. De console 108 komt overeen met de console 103, doch is omgekeerd aangebracht, dat wil zeggen met het sleufgat in de bedrijfsstand aan de buitenzijde en de boring aan de binnenzijde.
1 f> f: 3 2 9 2 13
In de transportstand rust de gestelbalk 97 via de consoles 107 en 103 op de gestelbalk 92. Met de console 84 is zwenkbaar om een horizontale as een verbindingsstang 102 verbonden. Deze is nabij zijn buitenste uiteinde roet een 5 horizontale zwenkas verschuifbaar in het sleufgat 85 van de console 103 opgenomen. Het verstelelement 106 kan volgens een niet weergegeven uitvoering zijn vervangen door een verbin-dingsstang, welke nabij zijn binnenste uiteinde via een horizontale zwenkas met het verstelelement 102 en een zwenk-10 baar om een horizontale as met de tussenarmen 94 verbonden arm is verbonden. De loopwielen 39 van de bewerkingsorganen 14 van de centrale groep zijn voorts zwenkbaar om een in hoofdzaak verticale as aangebracht.
De werking van de hooibouwmachine stemt overeen met 15 die van het eerste uitvoeringsvoorbeeld. In de werkpositie fungeert de machine als een schudder.
De bewerkingsorganen 14, 29 en 30 van alle drie groepen zijn zodanig opgesteld dat het gewas op een aaneengesloten strook grond wordt bewerkt. Dit betekent dat, in de 20 voortbewegingsrichting V gezien, het aan de binnenzijde gelegen bewerkingsorgaan 29 van een buitenste groep bewerkingsorganen 28, de aan de buitenzijde gelegen bewerkingsorganen 14 van de centrale groep overlapt. Deze overlapping is groter dan de overlapping van de bewerkingsorganen binnen 25 elke groep. De bewerkingsorganen kunnen zich aan de oneffenheden van de grond aanpassen omdat de bewerkingsorganen dragende gesteldelen ten opzichte van het gestel 52 kunnen bewegen om de verschillende horizontale zwenkassen.
Indien de machine in de transportstand gebracht 30 moet worden, wordt eerst de bok 53 door middel van de hydraulische cilinder 60 naar achteren om de horizontale assen 56 gezwenkt, dat wil zeggen zodanig dat de armen 53 een verticale stand hebben bereikt, ofwel dat de zwenkassen tussen de gesteldelen van de gestelbalken 80 en 15 althans vrijwel 35 horizontaal zijn gesteld. Dan worden de buitenste bewerkingsorganen 30 door opwaartse zwenking van de buitenste gestelbalken 106 om de assen 96 en vervolgens van de tussenarm 94 om de as 95 boven de bewerkingsorganen 29 gebracht. Vervol- 1003292 14 gens worden de gestelarmen 80 om de opstaande assen 81 door middel van de hydraulische cilinders 89 naar voren naast het gestel 51 gezwenkt. Hierna kunnen de buitenste twee bewer-kingsorganen van de centrale groep 22 worden gezwenkt.
·; i 2 9 2

Claims (30)

1. Hooibouwmachine voorzien van een aantal motorisch aangedreven om opwaartse assen roterende bewerkingsorganen 5 (14, 29, 30), welke bewerkingsorganen in drie groepen zijn verdeeld, die in dwars op de voortbewegingsrichting van de machine gelegen rijen zijn opgesteld, waarvan twee buitenste groepen in de voortbewegingsrichting van de machine op afstand van en zijwaarts van een derde groep zijn gelegen, 10 met het kenmerk, dat de machine een gestel (1) bezit waaraan de drie groepen bewerkingsorganen (14, 29, 30) zijn aangebracht, waarvan de buitenste groepen meer dan drie bewer kingsorganen omvatten en dat de machine in een transportstand brengbaar is doordat althans één bewerkingsorgaan van een 15 buitenste groep (28) ten opzichte van althans een ander bewerkingsorgaan van deze groep (28) in hoogterichting om een althans in hoofdzaak in de voortbewegingsrichting zich uitstrekkende as zwenkbaar is, terwijl de hele groep (28) om een opwaartse as (81), gerekend in de voortbewegingsrichting 20 naar voren zwenkbaar is, zodanig dat de breedte van de machine versmald wordt.
2. Hooibouwmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de tussen de buitenste groepen gelegen derde groep bewerkingsorganen ten minste vier bewerkingsorganen 25 (14) omvat, waarvan de het meest aan de buitenzijde gelegen bewerkingsorganen om assen die in de werkstand van de machine althans in hoofdzaak in de voortbewegingsrichting verlopen ten opzichte van twee centraal gelegen bewerkingsorganen voor de transportstand naar boven zwenkbaar zijn, in het bijzonder 30 naar een stand waarin het buitenste bewerkingsorgaan althans in hoofdzaak boven het naburige binnenste bewerkingsorgaan gezwenkt is, zodanig dat de breedte van deze groep harkwielen wordt verkleind.
3. Hooibouwmachine volgens conclusie 1 of 2, met het 35 kenmerk, dat de twee buitenste groepen bewerkingsorganen (28) uit vier bewerkingsorganen (29, 30) bestaan en dat de buitenste twee bewerkingsorganen (30) van elke groep (28) naar boven in de transportstand zwenkbaar zijn. . · . r & *- i;' &
4. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de naar boven zwenkbare aan de buitenzijde gelegen bewerkingsorganen (30) van beide buitenste groepen (28) om twee in de werkstand van de machine 5 althans nagenoeg in de voortbewegingsrichting V zich uitstrekkende zwenkassen zwenkbaar zijn, zodanig dat zij in de transportstand boven de andere bewerkingsorganen van de groep (28) gelegen zijn.
5. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclu-10 sies, welke hooibouwmachine een de bewerkingsorganen dragend gestel (1) bezit, met het kenmerk, dat elk van de buitenste groepen bewerkingsorganen (28) om een opwaartse as zwenkbaar is, die gelegen is aan de naar het gestel (1) toe gerichte zijde van de groepen bewerkingsorganen (28).
6. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat tussen twee naast elkaar gelegen bewerkingsorganen (29) van de buitenste groep bewerkingsorganen (28) een verbindingselement is aangebracht, dat door middel van althans in hoofdzaak horizontale assen aan elk 20 deel van de buitenste groep bewerkingsorganen is gekoppeld.
7. Hooibouwmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat door middel van dit verbindingselement het/de aan de buitenzijde gelegen bewerkingsorgaan/-organen boven de andere bewerkingsorganen van de groep brengbaar is.
8. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat zowel de buitenste (28) als de in het midden gelegen groep elk een overeenkomstige eenheid van drie bewerkingsorganen bezit, waarvan het buitenste bewer-kingsorgaan naar boven zwenkbaar is.
9. Hooibouwmachine volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de eenheid van drie bewerkingsorganen een eigen tandwielkast bezit waarvan de aandrijving aan die van de/het overige bewerkingsorganen/-orgaan van de bijbehorende groep koppelbaar is.
10. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclu sies, met het kenmerk, dat, gezien in de voortbewegingsrichting, twee centraal gelegen bewerkingsorganen van de in het midden gelegen derde groep nabij hun naar elkaar toegerichte 1003292 zijden in de voortbewegingsrichting tijdens het bedrijf naar voren kunnen draaien.
11. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bewerkingsorganen tijdens het 5 bedrijf om en om in tegengestelde richtingen roteren, waarbij die bewerkingsorganen van buitenste groepen die aan de zijde van de in het midden gelegen groep zijn gelegen in tegengestelde richting roteren ten opzichte van de buitenste bewerkingsorganen van de binnenste groep, een en ander zodanig dat 10 de machine als schudder fungeert.
12. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de beide buitenste groepen bewerkingsorganen (28) in de voortbewegingsrichting V gerekend, ten opzichte van de centrale derde groep, meer naar voren 15 zijn gelegen.
13. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de machine is voorzien van een gestel dat door steunwielen (62) wordt ondersteund, waaraan aan de achterzijde de middelste groep bewerkingsorganen (22) 20 is aangebracht en aan elk van de zijkanten in de voortbewegingsrichting gezien een groep bewerkingsorganen (28) is aangebracht.
14. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draaiingsassen van de steunwie- 25 len van boven gezien althans ten minste nagenoeg samenvallen met de lijn dwars op de voortbewegingsrichting die gesneden wordt door de draaiingsassen van de buitenste groep bewerkingsorganen .
15. Hooibouwmachine volgens conclusie 13 of 14, met het 30 kenmerk, dat de steunwielen in hoogterichting verstelbaar zijn, zodanig dat de bewerkingsorganen van alle groepen in de transportpositie van de grond af gelicht zijn.
16. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het gestel een opstaande bok 35 bezit, waarbij aan deze bok de middelste groep bewerkingsorganen is aangebracht.
17. Hooibouwmachine volgens conclusie 16, met het kenmerk, dat de in het midden gelegen groep bewerkingsorganen 1003292 door middel van, dwars op de voortbewegingsinrichting zwenkende zwenkassen, koppelelementen met de bok is verbonden.
18. Hooibouwmachine volgens conclusies 16 of 17, met het kenmerk, dat de bok gelegen is althans nagenoeg nabij of 5 op de dwars op de voortbewegingsrichting van de machine gelegen lijn waarop de draaiingsassen van de bewerkingsor-ganen van de buitenste groepen zijn gelegen.
19. Hooibouwmachine volgens een der conclusies 16 - 18, met het kenmerk, dat de bok op het gestel in achteraanzicht 10 een vrije ruimte tussen de bovenzijde van de bok en het gestel openlaat.
20. Hooibouwmachine volgens een der conclusies 16 - 19, met het kenmerk, dat de in het midden gelegen groep bewer-kingsorganen ten opzichte van de bok in hoogte instelbaar is, 15 bij voorkeur door middel van een hydraulische cilinder.
21. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de buitenste groepen bewerkingsor-ganen ten opzichte van het gestel elk in hoogterichting om een zwenkas zwenkbaar zijn, bij voorkeur door middel van een 20 hydraulische cilinder.
22. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de zwenkas voor de instelling in hoogterichting van de bewerkingsorganen van elke buitenste groep en de opwaartse zwenkas door het naar voren zwenken van 25 elk van de buitenste groepen elkaar snijden of althans ten minste in eikaars nabijheid liggen.
23. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de steunwielen in hoogterichting instelbaar zijn.
24. Hooibouwmachine volgens een der conclusies 16 - 23, met het kenmerk, dat op het gestel onder de open bok een tandwielkast voor de aandrijving van de bewerkingsorganen is aangebracht, welke tandwielkast met de aftakas van een, de hooibouwmachine voortbewegende, trekker koppelbaar is.
25. Hooibouwmachine volgens conclusie 24, met het kenmerk, dat de tandwielkast een aansluiting voor een ingaande as en verder een drietal uitgaande assen bezit, waarvan twee zich uitstrekken dwars op de voortbewegingsrichting en 1003292 aan een aandrijving voor de aan de buitenzijde gelegen groepen bewerkingsorganen kunnen worden gekoppeld en verder een in achterwaartse richting zich uitstrekkende uitgaande as die met een aandrijving voor de in het midden gelegen bewer-5 kingsorganen kan worden gekoppeld.
26. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk van de bewerkingsorganen door ten minste één eigen loopwiel is afgesteund.
27. Hooibouwmachine volgens een der conclusies 13 - 26, 10 met het kenmerk, dat de steunwielen van het gestel als in de voortbewegingsrichting vastgezette loopwielen zijn uitgevoerd.
28. Hooibouwmachine volgens conclusie 26 of 27, met het kenmerk, dat de loopwielen onder de bewerkingsorganen zelf 15 instellende loopwielen zijn.
29. Hooibouwmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de werkbreedte van de machine ten minste 12 m bedraagt en de transportbreedte ten hoogste 3 m.
30. Hooibouwmachine, in het bijzonder volgens een der 20 voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat elk van de aan de zijkanten van de machine gelegen groepen bewerkingsorganen om een dwars op de voortbewegingsrichting gelegen zwenkas, die een naar boven gerichte hoek met een horizontale lijn insluit, naar boven zwenkbaar is. ; 0 0 ? 2 ? 2
NL1003292A 1996-06-07 1996-06-07 Hooibouwmachine. NL1003292C2 (nl)

Priority Applications (8)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003292A NL1003292C2 (nl) 1996-06-07 1996-06-07 Hooibouwmachine.
US09/024,969 US6109012A (en) 1996-06-07 1997-02-06 Hay-making machine
DE69705807T DE69705807T2 (de) 1996-06-07 1997-06-04 Heuwerbungsmaschine
AU29814/97A AU717426B2 (en) 1996-06-07 1997-06-04 A hay-making machine
EP01200139A EP1088477A3 (en) 1996-06-07 1997-06-04 Agricultural machine and method of folding up two frame beams of an agricultural machine
EP97924388A EP0844814B1 (en) 1996-06-07 1997-06-04 A hay-making machine
PCT/NL1997/000314 WO1997046076A1 (en) 1996-06-07 1997-06-04 A hay-making machine
AT97924388T ATE203365T1 (de) 1996-06-07 1997-06-04 Heuwerbungsmaschine

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL1003292 1996-06-07
NL1003292A NL1003292C2 (nl) 1996-06-07 1996-06-07 Hooibouwmachine.

Publications (2)

Publication Number Publication Date
NL1003292C2 true NL1003292C2 (nl) 1997-12-10
NL1003292A1 NL1003292A1 (nl) 1997-12-10

Family

ID=19762980

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL1003292A NL1003292C2 (nl) 1996-06-07 1996-06-07 Hooibouwmachine.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US6109012A (nl)
EP (2) EP1088477A3 (nl)
AT (1) ATE203365T1 (nl)
AU (1) AU717426B2 (nl)
DE (1) DE69705807T2 (nl)
NL (1) NL1003292C2 (nl)
WO (1) WO1997046076A1 (nl)

Families Citing this family (26)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL9400133A (nl) * 1994-01-28 1995-09-01 Maasland Nv Schudmachine.
NL1003292C2 (nl) * 1996-06-07 1997-12-10 Maasland Nv Hooibouwmachine.
NL1007596C1 (nl) 1997-09-10 1999-03-11 Maasland Nv Opklapbare inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas.
ATE222049T1 (de) * 1998-02-20 2002-08-15 Niemeyer Landmasch Gmbh Kreiselheuwerbungsmaschine
US6837033B2 (en) * 2002-05-23 2005-01-04 Deere & Company Agricultural bi-mower with cantilever beam suspension
NL1020786C2 (nl) 2002-06-06 2003-12-09 Lely Entpr Ag Inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas.
US6865873B2 (en) * 2002-06-21 2005-03-15 Sitrex S.R.L. Pull type V-shaped hay rake
DE10303380A1 (de) * 2003-01-29 2004-08-05 Claas Saulgau Gmbh Erntemaschine zum Ernten von stängelartigem Erntegut wie Mais oder dergleichen
DE10327885B4 (de) * 2003-06-20 2006-01-05 Maschinenfabrik Bernard Krone Gmbh Heuwerbungsmaschine
US20050087350A1 (en) * 2003-10-28 2005-04-28 Bauer Vaughn L. Sectional toolbar for a planter
US7540139B2 (en) * 2004-08-16 2009-06-02 Rowse Hydraulic Rakes Co., Inc. Foldable hay rake
FR2875377B1 (fr) * 2004-09-23 2007-01-19 Kuhn Sa Sa Andaineuse de vegetaux avec trois roues rateleuses
NL1031852C2 (nl) * 2006-05-22 2007-11-23 Maasland Nv Landbouwmachine.
US20080282661A1 (en) * 2007-05-14 2008-11-20 Dmg Equipment, Llc Paddle assembly for corn-head sweeper
US10561068B2 (en) * 2008-10-31 2020-02-18 Bruce W. Peden Hay baler with windrow pickup diverter and extendible wheel rake mounting on elongated drawbar
US8528308B2 (en) * 2010-01-19 2013-09-10 Cnh America, Llc Disc mower with folding wing frame
NL1037783C2 (nl) 2010-03-08 2011-09-09 Forage Innovations Bv Inrichting voor het verplaatsen van gemaaid gewas.
NL1037782C2 (nl) * 2010-03-08 2011-09-09 Forage Innovations Bv Hooibouwinrichting.
US9167746B2 (en) * 2012-04-10 2015-10-27 Kuhn North America, Inc. Carted wheel rake windrow adjustment apparatus
US8869909B2 (en) * 2012-09-06 2014-10-28 Cnh Industrial America Llc Wing folding arrangement for an agricultural implement
US20140223878A1 (en) * 2013-02-08 2014-08-14 Robert Sassone Lawn Mower Assemblies
NL2011145C2 (nl) * 2013-07-11 2015-01-13 Vanmac Beheer B V Werktuig en werkvoertuig.
FR3013557B1 (fr) * 2013-11-22 2016-01-01 Kuhn Sa Machine agricole, notamment machine pour la recolte de vegetaux, comportant deux unites de travail animees articulees a un meme bras lateral
CA2897820A1 (en) * 2014-07-15 2016-01-15 Pequea Machine, Inc. Frame suspension for rotary rakes and tedders
US10375882B2 (en) * 2017-04-19 2019-08-13 Cnh Industrial America Llc Multi-sectional header frame
US20200260648A1 (en) * 2019-02-14 2020-08-20 Agri Systems, Inc. Support assembly for dual rotary raking machine

Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1235057B (de) * 1961-11-29 1967-02-23 John Deere Lanz Ag Heuwerbungsmaschine mit paarweise quer zur Fahrtrichtung nebeneinander angeordneten Kreiseln
GB1567939A (en) * 1977-12-15 1980-05-21 Farrant D J Mowers
AU548275B2 (en) * 1980-11-18 1985-12-05 Horwood Bagshaw Ltd. Folding implements
EP0165638A1 (en) * 1984-06-12 1985-12-27 P.J. Zweegers en Zonen Landbouwmachinefabriek B.V. Apparatus for farming vegetation lying on the ground
FR2627050A1 (fr) * 1988-02-15 1989-08-18 Const Soudees Ste Cosnoi Appareil agricole comportant des rouleaux ou croskills repliables
DE9010179U1 (nl) * 1990-07-04 1990-09-20 H. Niemeyer Soehne Gmbh & Co Kg, 4446 Hoerstel, De
EP0391093A1 (de) * 1989-04-07 1990-10-10 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftliche Arbeitsmaschine
NL9400133A (nl) * 1994-01-28 1995-09-01 Maasland Nv Schudmachine.

Family Cites Families (10)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL6404613A (nl) * 1964-04-27 1965-10-28
US4148174A (en) * 1976-12-15 1979-04-10 Mathews Company Fold-up crop vegetation cutting implement
US4171022A (en) * 1977-09-26 1979-10-16 Great Plains Manufacturing Incorporated Foldable construction for agricultural implements
US4178998A (en) * 1978-04-17 1979-12-18 Allis-Chalmers Corporation Folding mechanism for a multiple section agricultural implement
US4512416A (en) * 1982-09-30 1985-04-23 Hesston Corporation Flat fold implement frame
US4615397A (en) * 1985-10-30 1986-10-07 Deutz-Allis Corporation Agricultural implement with double wing folding mechanism using toggle linkage and hydraulic actuator
US4893682A (en) * 1986-06-10 1990-01-16 Smallacombe Bruce W Rotating flexible implement for soil erosion control
NL8800065A (nl) * 1987-06-23 1989-01-16 Lely Nv C Van Der Hooibouwmachine.
FR2643783B1 (fr) * 1989-03-01 1992-01-17 Kuhn Sa Machine de fenaison comportant plusieurs rotors
NL1003292C2 (nl) * 1996-06-07 1997-12-10 Maasland Nv Hooibouwmachine.

Patent Citations (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE1235057B (de) * 1961-11-29 1967-02-23 John Deere Lanz Ag Heuwerbungsmaschine mit paarweise quer zur Fahrtrichtung nebeneinander angeordneten Kreiseln
GB1567939A (en) * 1977-12-15 1980-05-21 Farrant D J Mowers
AU548275B2 (en) * 1980-11-18 1985-12-05 Horwood Bagshaw Ltd. Folding implements
EP0165638A1 (en) * 1984-06-12 1985-12-27 P.J. Zweegers en Zonen Landbouwmachinefabriek B.V. Apparatus for farming vegetation lying on the ground
FR2627050A1 (fr) * 1988-02-15 1989-08-18 Const Soudees Ste Cosnoi Appareil agricole comportant des rouleaux ou croskills repliables
EP0391093A1 (de) * 1989-04-07 1990-10-10 Claas Saulgau Gmbh Landwirtschaftliche Arbeitsmaschine
DE9010179U1 (nl) * 1990-07-04 1990-09-20 H. Niemeyer Soehne Gmbh & Co Kg, 4446 Hoerstel, De
NL9400133A (nl) * 1994-01-28 1995-09-01 Maasland Nv Schudmachine.

Also Published As

Publication number Publication date
WO1997046076A1 (en) 1997-12-11
ATE203365T1 (de) 2001-08-15
NL1003292A1 (nl) 1997-12-10
DE69705807T2 (de) 2002-04-04
AU2981497A (en) 1998-01-05
US6109012A (en) 2000-08-29
DE69705807D1 (de) 2001-08-30
EP0844814B1 (en) 2001-07-25
EP1088477A3 (en) 2001-05-16
EP0844814A1 (en) 1998-06-03
AU717426B2 (en) 2000-03-23
EP1088477A2 (en) 2001-04-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL1003292C2 (nl) Hooibouwmachine.
NL193967C (nl) Machine voor het zijwaarts verplaatsen van op de grond liggend gewas.
US6679038B2 (en) Haymaking machine, particularly a mower with a windrow grouping device
FR2526263A1 (fr) Ensemble articule de support d&#39;outils pour machine agricole
NL9400133A (nl) Schudmachine.
NL8303818A (nl) Trekker.
NL1007596C1 (nl) Opklapbare inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas.
NL8101017A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8400269A (nl) Rolconstructie voor een grondbewerkingsmachine.
NL8800800A (nl) Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid.
NL8303381A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8800409A (nl) Inrichting voor het verplaatsen van gewas.
NL7907081A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL1017549C2 (nl) Hooiverzamelinrichting
NL8102623A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL1027727C1 (nl) Hooibouwmachine.
NL8101312A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8801489A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL1006989C2 (nl) Opklapbare inrichting voor het bewerken van zich op de grond bevindend gewas.
NL1006397C2 (nl) Werkwijze, alsmede een inrichting voor het verstellen van een landbouwmachine, zoals een hooibouwmachine.
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9300974A (nl) Hooibouwmachine.
NL8602430A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8902832A (nl) Landbouwmachine.
NL9101330A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
AD1B A search report has been drawn up
PD2B A search report has been drawn up
VD1 Lapsed due to non-payment of the annual fee

Effective date: 20040101