NL8101017A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents
Grondbewerkingsmachine. Download PDFInfo
- Publication number
- NL8101017A NL8101017A NL8101017A NL8101017A NL8101017A NL 8101017 A NL8101017 A NL 8101017A NL 8101017 A NL8101017 A NL 8101017A NL 8101017 A NL8101017 A NL 8101017A NL 8101017 A NL8101017 A NL 8101017A
- Authority
- NL
- Netherlands
- Prior art keywords
- soil cultivation
- machine according
- trestle
- cultivation machine
- arms
- Prior art date
Links
Classifications
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B49/00—Combined machines
- A01B49/04—Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools
- A01B49/06—Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising
- A01B49/065—Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising the soil-working tools being actively driven
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B49/00—Combined machines
- A01B49/02—Combined machines with two or more soil-working tools of different kind
- A01B49/022—Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven
- A01B49/025—Combined machines with two or more soil-working tools of different kind at least one tool being actively driven about a substantially vertical axis
-
- A—HUMAN NECESSITIES
- A01—AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
- A01B—SOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
- A01B59/00—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements
- A01B59/04—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor
- A01B59/042—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor having pulling means arranged on the rear part of the tractor
- A01B59/043—Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor having pulling means arranged on the rear part of the tractor supported at three points, e.g. by quick-release couplings
Description
r » C. van der Lely ÏT.V., Weverskade 10, Maasland. "Grondbewerkingsmachine"
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewer-•kingsmaehine voorzien van een zich dwars op de voort bewegingsrichting uitstrekkend gesteldeel dat is voorzien van een bok voor aankoppeling aan de driepuntshefinrichting van 5 een trekker en waaraan ten minste één groep bewerkingsorga-nen is aangebracht, terwijl aan de achterzijde van de bok aahkoppelmiddelen zijn aangebracht voor het bevestigen van een met de machine te combineren inrichting.
Bij machines van deze soort zijn veelal nabij de 10 boven- en onderzijde aan de achterzijde van de bok, waarmee de machine tijdens het bedrijf met de driepuntshef inrichting is gekoppeld, tenminste in hoogteriehting verzwenkbare delen aangebracht, die zich over het gesteldeel naar achteren uitstrekken en waaraan een driepuntsbevestiging van de aan te 15 brengen machine koppel baar is.
Bij machines met grotere werkbreedte is nu gebleken dat de bekende aankoppelmiddelen vooral tijdens het transport zodanig zwaar kunnen worden belast, dat beschadigingen door vervormingen kunnen optreden.
20 Met de constructie volgens de uitvinding wordt nu een bevestiging van de bedoelde aankoppelmiddelen mogenlijk, die doelmatig is aangepast aan de nagestreefde grotere werkbreedte.
Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat een 25 enkele gestel balk aanwezig is, die ten opzichte van de voort-bewegingsriehting véér de groep bewerkingsorganen is gelegen en de aankoppelmiddelen een draagconstructie omvatten, die losneembaar aan de achterzijde van de bok is aangebracht en een vaste stand inneemt.
30 Met behulp van deze constructie kan een zodanig stijf geheel worden verkregen, dat de tijdens het transport vooral zijdelings gerichte krachten effectief kunnen worden opgevangen.
Aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld zal de 35 uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
Figuur 1 geeft schematisch een grondbewerkings-machine weer, voorzien van aahkoppelmiddelen volgens de uitvinding.
8101017 • Λ - 2 -
Figuur 2 geeft op grotere schaal de aankoppelmidde-len weer, die in figuur 1 schematisch zijn afgebeeld.
Figuur 3 geeft een aanzicht weer volgens de pijl III in figuur 2, terwijl 5 Figuur 4 een aanzicht weergeeft volgens de lijn IV - IV in figuur 3.
De in de figuren afgeheelde inrichting betreft een landbouwwerktuig in het bijzonder een grondbewerkingsmachine.
De machine omvat een zich dwars op de voortbewe-10 gingsrichting A van de machine uitstrekkende gestelbalk 1 die althans nagenoeg horizontaal is gelegen en hol is uitgevoerd met een rechthoekige, bij voorkeur vierkante, dwarsdoorsnede. De gestelbalk 1 omvat een centraal gelegen deel 2 dat aan elk van de einden is voorzien van zich in opwaartse 15 richting uitstrekkende, door wangen gevormde steunen 3* die aan de voor- resp. achterzijde zijn bevestigd en tot voorbij de einden van het deel reiken. Het midden van de steunen 3 bevindt zich hierbij praktisch ter hoogte van de einden van het deel. Aan de bovenzijde is tussen elk paar wangvormige 20 steunen 3 een seharnieras 4 aangebracht, die zieh in de voort bewegingsrichting A van de machine uitstrekt. Om elke as 4 zijn door middel van een bus 5 twee oren 6 verzwenk-baar. De'oren 6 zijn aangebraeht aan de bovenzijde van het einde van een aan weerszijden van het centrale deel 2 gele-25 gen deel 7 van de gestelbalk 1 en tussen de wangvormige steunen 3 gelegen, een en ander zodanig dat het einde van elk deel 7 zich .onder de seharnieras 4 bevindt. Tussen de oren 6 is het einde van elk deel 7 voorzien van een verstel-arm 8, die zich schuin naar boven in de richting van een 30 vertikaal vlak B-B uitstrekt dat door het midden van het centrale deel 2 van de gestelbalk 1 en evenwijdig aan de voort bewegingsrichting A verloopt.
De verstelarm 8 verloopt vanaf een verzwenkbaar deel 7 taps en is met zijn van dit deel af gekeerde einde 35 door middel van een pen scharnierend met het ondereinde van een hydraulische verstelcilinder 9 verbonden. Het boveneinde van de hydraulische verstelcilinder 9 is door middel van 8101017 - 3 - 4 ψ een pen scharnierend, aangebraeht aan een dwarssteun 10, die is bevestigd aan het boveneinde van een driehoekig bok 11, welke op het centrale deel 2 van de gestelbalk 1 is aangebracht. Hierbij strekt een verstelcilinder 9, in de voortbe-5 wegingsriehting A gezien, zich althans nagenoeg evenwijdig aan een opstaande zijde van de driehoekige bok 11 uit. De ondereinden van de steunen 3 zijn door middel van een strip 12 met elkaar verbonden, welke strip in de werkstand van het deel 7 een aanslag vormt voor de onderzijde van het tussen de 10 wangen gelegen gedeelte. Tussen de steunen 3 zijn verder aanslagen 13 aangebracht waartegen het einde van het verzwehk-bare deel 7 in de werkstand rust. De oren 6 zijn ter versteviging met elkaar verbonden door een strip 14« Het verzwenk-bare deel 7 is in de werkstand vergrendeld door middel van 15 een pen 15 die door een opening in de steunen 3 is gevoerd en in een uitsparing van de oren 6 rust.
Tijdens het bedrijf vormen de respectieve delen 2 en 7 één starre gestelbalk. De einden van het centrale deel 2 zijn elk voorzien van een afgeschuinde zijde 16 die 20 zich althans nagenoeg evenwijdig uitstrekt aan een deel van de onderzijde van de verstelaxm 8 indien het verzwenkbare deel 7 zich in de werkstand bevindt. De scharnierende verbinding tussen de verstelcilinder 9 en de verstelarm 8 is in de werkstand van het verzwenkbare deel 7 ter hoogte van 25 de sehamieras 4 gelegen. Deze verbinding bevindt zich bij een opgeklapte stand van het verzwenkbare deel 7 althans nagenoeg onder de sehamieras 4-(fig. 3)· ELk van de verzwenkbare delen 7 is aan het van het centrale deel 2 afgekeerde einde voorzien van een loopwiel 17 dat met behulp van 30 een arm 18 verzwenkbaar is aangebracht om een tap, die aan het achtereinde van een verzwenkbaar deel 7 is aangebracht.
Het loopwiel 17 is in bovenaanzicht gezien tegenover het betreffende einde van het verzwenkbare deel 7 gelegen. De arm 18 kan met behulp van een schroef spindel 19 in hoogte-35 richting worden versteld voor het instellen van de stand van de loopwielen 17.
Tussen de scharnierende bevestiging en het einde is elk verzwenkbaar deel 7 voorzien van twee steunen 20, waarmee twee naar boven elkaar gelegen armen 21 verzwenkbaar 8101017 5 * - 4 - zijn verbonden. De paren armen 21 zijn tevens verzwenkbaar aangebracht aan een stem 22 op een zich. dwars op de voort-bewegingsrichting A uit strekkend kokervormig gesteldeel 23 waarin een groep in een zich dwars op de voortbewegings-5 riehting A uitstrekkende rij aangebrachte bewerkingsorganen 24 zijn ondersteund. Elk van de bewerkingsorganen 24 is om i een opwaarts geriehte as 25 roteerbaar en voorzien van twee diametraal tegenover elkaar gelegen, zich naar beneden uitstrekkende tanden.
10 Elk gesteldeel 23 is aan de einde voorzien van · zich naar ’achteren uitstrekkende armen 25 waarvan de stand ten opzichte van de einden van de gesteldelen in hoogte-richting verstelbaar en vastzetbaar is. Tussen de achtereinden van de respectieve paren armen 25 is vrij draaibaar 15 een rol 26 gelegen.
Voor de aandrijving van de respectieve groepen bewerkingsorganen 24 is een tandwielkast 27 aanwezig die is aangebraeht op een steun 28 die zich vanaf het ondereinde van de driehoekige bok 11 naar achteren uitstrekt. De tand-20 wielkast 27 is aan de voorzijde voorzien van een as 29 die met de af takas van een trekker koppelbaar is. Binnen de tandwielkast 27 staat de as 29 via een toerenvariator 30 in aandrijvende verbinding met aan weerszijden van de tandwielkast zich tot buiten deze uitstrekkende assen die via 25 universeelkoppelingen en een telescopische as 31 zijn verbonden met een as in een tandwielkast 32 nabij het midden van een gesteldeel 23. De respectieve assen staan in elke tandwielkast 32 in aandri jvende verbinding met het verlengde van een as van een béwerkingsorgaan 24. De assen 2 van de 30 bewerkingsorganen 24 staan op bekende wijze met elkaar in aandrijvende verbinding door middel van tandwielen 24A.
Aan de voorzijde is het centrale deel 2 van de gestelbalk 1 voorzien van paren lippen 33» die op de steunen 3 zijn bevestigd en waarmee het deel met de onderste 35 armen van de driepuntshefinrichting van de trekker koppelbaar is. De bovenste arm van de driepuntshefinrichting van de trekker is verbindbaar met het boveneinde van de driehoekige bok 11. Aan de onder- en achterzijde van de driehoekige bok 8101017 «r - 5 - 11 zijn losneembaar door middel van "boaten zich. recht naar achteren uit strekkende steunen 34 aangebracht (fig. 4).
Aan elke steun 34 is een lip 35 bevestigd· Op de lippen 35 is een beugel 36 aangebraeht, die zich schuin naar boven uit-5 strekt· De beugel 36 is rechthoekig, een en ander zodanig, dat de bovenzijde van de beugel zich dwars op de voortbewe-gingsrichting A van de machine uit strekt en een dwars-drager 37 vormt, die zich althans nagenoeg horizontaal uitstrekt en ter hoogte van de bovenzijde van de bok 11 10 is gelegen· Aan de voorzijde is de dwarsdrager 37 voorzien van een lip 38 waaraan door middel van een bout 39 twee zich aan weerszijden van de lip bevindende naar voren gelichte strippen 40 zijn aangebracht· De strippen 40 zijn met behulp van een pen 41 aan de bovenzijde van de driehoekige 15 bok 11 aan de achterzijde hiervan vastgezet· Sabij de voorzijde is aan elk van de strippen 40 een schoor 42 aangebracht. De schoren 42 zijn divergerend ten opziehte van elkaar opgesteld, waarbij zij vanaf de bevestiging aan een strip 40 naar buiten verlopen. Het achtereinde van elke 20 schoor 42 is bevestigd aan een lip 43 die nabij de einden van de dwarsdrager 37 aan het raam zijn bevestigd. Zoals uit fig. 2 blijkt, strekken de lippen 43 zich elk tot achter de beugel 36 uit· ..
Aan de achterzijde is de dwarsdrager 37 voorzien 25 van twee op afstand van elkaar gelegen lippen 44, die zich op gelijke afstand van het midden van het deel bevinden.
De steunen 34 zijn elk voorzien van een zich naar achteren uitstrekkend deel, dat een schamierstuk 45 vormt voor een arm 46, die zich naar achteren uitstrekt en nabij 30 zijn achtereinde naar beneden is afgebogen. Het afgebogen deel van elke arm 46 is voorzien van zich aan weerszijden van dit deel bevindende, door middel van bouten 47 aangebrachte dragers 48, waartussen aan de onderzijde een haakvormig deel 49 is aangebracht. De haakvormige delen zijn 35 elk voorzien van een op bekende wijze uitgevoerde vergren-delinrichting, die vanaf een trekker bedienbaar is. Elk van de dragers 48 is voorzien van meerdere boven elkaar gelegen gaten 50, een en ander zodanig, dat de stand van 8101017 - 6 - de dragers ten opzichte van de armen 46 in hoogterichting verstelbaar is.
Tussen de lippen 43 aan de zijden van de bengel 36 en een pnnt op de armen 46, welk pnnt in zijaanzicht 5 gezien nabij het midden van een arm is gelegen, zijn flexibele verbindings organen in de vorm van kettingen 51 aangebracht. Tevens zijn flexibele verbindingsorganen in de vorm van kettingen 52 aangebraeht tussen een arm 46 en het haakvormig deel 49 van de andere arm 46, een en ander 10 zodanig dat deze kettingen elkaar kruisen (zie fig. 2). De buitenzijde van elke arm 46 is door middel van kettingen 53 verbonden met een lip 54 op een verzwenkbaar deel 7 van de gestelbalk 1. De lip bevindt zich nabij het buiteneinde van het deel 7· 15 De werking van de in het voorgaande beschreven machine is als volgt:
Tijdens het bedrijf bevinden de respectieve ver-zwehkbare delen 7 zich ten opzichte van het centrale deel 2 van de gestelbalk 1 in een stand, zoals in fig. 1 is weerge-20 geven en waarbij zoals reeds vermeld de gestelbalk 1 ten opzichte van de voortbewegingsrichting vóór de bewerkingsorga-nen is gelegen en een stijf geheel vormt. De af geheelde machine heeft in de werkstand een werkbreedte van + 6 meter, met voor elke groep bewerkingsorganen een werkbreedte van 25+3 meter. Met behulp van de loopwielen 17 kan. een bepaalde maximale werkdiepte worden ingesteld. Uitgaande van deze werkdiepte kan met behulp van de rol 26 achter de. beide groepen bewerkingsorganen 24 de werkdiepte van elke groep onafhankelijk van de andere worden ingesteld. Indien de inrichting dient 30 te worden getransporteerd kan het geheel door middel van de hefarmen van de driepuntshefinrichting van de trekker worden geheven. Hierbij wordt een te ver naar beneden bewegen van de armen 21 door middel van aanslagen 55 verhinderd (fig. 3)·
Na het heffen kan de grendelpen 15 worden verwijderd en elk 35 van de hydraulische verstelcilinders 9 worden bekrachtigd waardoor de verzwenkbare delen 7 worden opgeklapt. Hierbij doorlopen de verzwenkbare delen 7 een omtrekshoek van + 100°. Met behulp van de aan de achterzijde van de driehoekig bok 11 aangebrachte, boven beschreven constructie worden aankoppel- 8101017 -7-.
middelen -verkregen met behulp waarvan met de machine te combineren machines, zoals zaaimachines, kunstmeststrooiers, kunnen worden aangebracht· De aankoppelmiddelen omvatten de beugel 36, die deel uitmaakt van een draagconstructie 36A, 5 die nabij de onderzijde en de bovenzijde van de bok 11 losneembaar is aangebracht en een vaste stand inneemt» De drie-puntsaahkoppeling van de betreffende machines kan met de haakvormige delen 49 en door middel van een topstang en met de lippen 44 aan de achterzijde van de dwarsdrager 37 worden 10 verbonden. Hierbij is het bovenste aankoppelpunt verder naar achteren gelegen dan de punten waar de armen 46 zijn aangebracht .
Tijdens het bedrijf en tijdens het transport wordt met behulp van de respectieve als kettingen 51» 52 en 53 15 uitgevoerde flexibele verbindingsorganen een zodanig verband tussen de armen 46 verkregen dat een ongewenst uit zwenken van deze armen wordt voorkomen· Tijdens het transport verlopen de kettingen 53 schuin omhoog en naar buiten, hetgeen de stabiliteit van het geheel zeer ten goede komt. Door het 20 in hoogterichting verstellen van de dragers 48 kan een aanpassing aan de op de te combineren machine voorkomende drie-puntsbevestiging worden verkregen.
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet 25 beschreven.
-Conclusies- 8101017
Claims (13)
1. Grondbewerkingsmachine voorzien van een zich dwars op de voort bewegingsrichting uit strekkend gesteldeel dat is voorzien van een bok voor aankoppeling aan de driepuntshef-inrichting van een trekker en waaraan ten minste één groep 5 bewerkingsorganen is aangebracht, terwijl aan de achterzijde van de bok aankoppelmiddelen zijn aangebracht voor het bevestigen van een met de machine te combineren inrichting, met het kenmerk, dat een enkele gestelbalk aanwezig is, die tén opzichte van de voort bewegingsrichting vóór de groep 10 bewerkingsorganen is gelegen en de aahkoppelmiddelen een draagconstructie omvatten, die losneembaar aan de achterzijde van de bok is aangebracht en een vaste stand inneemt.
2. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de draagconstructie aan de achterzijde is 15 voorzien van aankoppelpunten voor bevestiging van een drie-puntsbok van een aan te brengen machine.
3. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie- 2, met het kenmerk, dat het bovenste aankoppelpunt verder naar achteren is gelegen dan de beide onderste aankopp elpunten.
4. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de draagconstructie een beugel omvat, die met zijn benen aan de onderzijde van de bok is bevestigd en met zijn tassen de benen gelegen deel, dat een dwarsdrager vormt, ter hoogte van de bovenzijde van de 25 bok is gelegen.
5. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de onderste aankopp elpunt en deel uitmaken van verzwenkbare armen, die nabij de einden van de benen van de beugel verzwenkbaar zijn aangebracht.
6. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 5, met het kenmerk, dat nabij de einden van de armen haakvormige delen zijn aangebracht, die ten opzichte van de armen in hoogterichting verstelbaar zijn.
7. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 6, met 35 het kenmerk, dat in hoogterichting haakvormige delen zijn aangebraeht aan een naar beneden afgebogen einddeel van een arm.
8. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 5-7, met het kenmerk, dat tussen het bovenste aankoppelpunt 40 en elk van de verzwenkbare armen een flexibel verbindings- 8101017 - 9 - orgaan is aangebracht.
9. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 5-8» met het kenmerk, dat tussen de respectieve verzwenkbare armen eveneens een flexibel verbindingsorgaan is aangebracht, 5 een en ander zodanig, dat in bovenaanzicht gezien deze verbindingsorganen elkaar kruisen.
10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat een flexibel verbindings orgaan tussen de armen zich uitstrekt tussen het haakvormig deel van de ene arm 10 en een punt nabij het midden van de andere arm.
11. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bok is aangebracht op het centrale deel van een zich dwars op de voortbewegings-riehting van de machine uitstrekkende gestelbalk en aan 15 weerszijden van het centrale deel opklapbare delen zijn gelegen aan welk waarvan ten minste één groep om opwaarts gerichte assen roteerbare bewer kings organen is aangebracht.
12. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 8 - 10 en conclusie 11, met het kenmerk, dat een arm door 20 middel van een flexibel verbindings orgaan is verbonden met een einde van een verzwenkbaar deel.
13. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. mm m mm % mm 8101017
Priority Applications (4)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8101017A NL190684C (nl) | 1981-03-03 | 1981-03-03 | Grondbewerkingsmachine. |
US06/352,173 US4444270A (en) | 1981-03-03 | 1982-02-25 | Soil cultivating implements |
DE8282200259T DE3266468D1 (en) | 1981-03-03 | 1982-03-02 | Soil cultivating implements |
EP82200259A EP0059520B2 (en) | 1981-03-03 | 1982-03-02 | Soil cultivating implements |
Applications Claiming Priority (2)
Application Number | Priority Date | Filing Date | Title |
---|---|---|---|
NL8101017 | 1981-03-03 | ||
NL8101017A NL190684C (nl) | 1981-03-03 | 1981-03-03 | Grondbewerkingsmachine. |
Publications (3)
Publication Number | Publication Date |
---|---|
NL8101017A true NL8101017A (nl) | 1982-10-01 |
NL190684B NL190684B (nl) | 1994-02-01 |
NL190684C NL190684C (nl) | 1994-07-01 |
Family
ID=19837096
Family Applications (1)
Application Number | Title | Priority Date | Filing Date |
---|---|---|---|
NL8101017A NL190684C (nl) | 1981-03-03 | 1981-03-03 | Grondbewerkingsmachine. |
Country Status (4)
Country | Link |
---|---|
US (1) | US4444270A (nl) |
EP (1) | EP0059520B2 (nl) |
DE (1) | DE3266468D1 (nl) |
NL (1) | NL190684C (nl) |
Families Citing this family (9)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
NL8203892A (nl) * | 1982-10-07 | 1984-05-01 | Lely Nv C Van Der | Inrichting voor het ondersteunen van een landbouwmachine. |
GB2145314B (en) * | 1983-08-25 | 1987-02-18 | Texas Industries Inc | Agricultural implements |
GB2153642B (en) * | 1984-02-13 | 1988-10-26 | Lely Nv C Van Der | Soil cultivating implements |
NL9001873A (nl) * | 1990-08-24 | 1992-03-16 | Lely Nv C Van Der | Grondbewerkingsmachine. |
DE9114573U1 (nl) * | 1991-11-22 | 1992-03-26 | Schweiger Sen., Georg, 8019 Baiern, De | |
US5839516A (en) * | 1996-03-12 | 1998-11-24 | Unverferth Manufacturing Co., Inc. | Folding frame assembly for a rolling harrow implement having a transport position in which the main frame is upwardly pivoted and the wing frames are forwardly pivoted |
NL1012032C2 (nl) * | 1999-03-05 | 2000-09-06 | Wavin Bv | Werkwijze voor het vervaardigen van een buis van biaxiaal georiënteerd thermoplastisch kunststofmateriaal. |
US20060090910A1 (en) * | 2004-07-20 | 2006-05-04 | Shane Houck | Implement convertible between use configuration and transport configuration |
US20090032274A1 (en) * | 2007-07-31 | 2009-02-05 | Thomas Edward Pitonyak | Folding furrow chopper |
Family Cites Families (16)
Publication number | Priority date | Publication date | Assignee | Title |
---|---|---|---|---|
US2599617A (en) * | 1947-11-26 | 1952-06-10 | Earl T Davis | Draw bar control |
US2701509A (en) * | 1953-02-20 | 1955-02-08 | Rolfes August | Agricultural implement having a vertically adjustable implement carrying frame with adjustably mounted implement supports |
DE1982701U (de) * | 1968-01-13 | 1968-04-04 | Amazonen Werke Dreyer H | Landwirtschaftliche maschine zum verteilen von material, insbesondere von getreide oder duengemitteln bzw. fluessigkeiten. |
NL158686C (nl) * | 1969-06-10 | 1980-08-15 | Eerste Emmeloorer Maschf Nv | Grondbewerkingsmachine. |
US3826314A (en) * | 1969-06-10 | 1974-07-30 | Lely Ary Van Der | Cultivating implements |
NL7314805A (nl) * | 1973-10-29 | 1975-05-02 | Lely Nv C Van Der | Combinatie van twee grondbewerkingsinrichtingen. |
US4116283A (en) * | 1975-06-18 | 1978-09-26 | Blessent John B | Agricultural tillage equipment |
NL7510308A (nl) * | 1975-09-02 | 1977-03-04 | Lely Nv C Van Der | Landbouwwerktuig. |
NL7600363A (nl) * | 1976-01-15 | 1977-07-19 | Lely Nv C Van Der | Grondbewerkingsmachine. |
DE2621244A1 (de) * | 1976-05-13 | 1977-11-24 | Masch Vertriebs Ges Mbh Paul S | Vorrichtung zum koppeln einer von einem traktor gezogenen kreiselegge mit einer nachfolgenden saemaschine |
US4073346A (en) * | 1976-06-04 | 1978-02-14 | Iowa State Univ. Research Foundation, Inc. | Combination tractor and farm implement hitch means |
GB1587289A (en) * | 1976-10-29 | 1981-04-01 | Lely Nv C Van Der | Soil cultivating implements |
US4128131A (en) * | 1977-08-08 | 1978-12-05 | Deere & Company | Multiple section implement with beam raised and lowered on mast thereof |
NL7708761A (nl) * | 1977-08-09 | 1979-02-13 | Lely Nv C Van Der | Grondbewerkingsmachine. |
FR2418614A1 (fr) * | 1978-03-02 | 1979-09-28 | Faou Sa Ets J | Potence double d'attelage pour combinaison d'outils |
DE2840298A1 (de) * | 1978-09-15 | 1980-04-03 | Ernst Weichel | Anbauvorrichtung fuer traktoren zur koppelung mehrerer arbeitsgeraete |
-
1981
- 1981-03-03 NL NL8101017A patent/NL190684C/nl not_active IP Right Cessation
-
1982
- 1982-02-25 US US06/352,173 patent/US4444270A/en not_active Expired - Fee Related
- 1982-03-02 EP EP82200259A patent/EP0059520B2/en not_active Expired
- 1982-03-02 DE DE8282200259T patent/DE3266468D1/de not_active Expired
Also Published As
Publication number | Publication date |
---|---|
NL190684C (nl) | 1994-07-01 |
NL190684B (nl) | 1994-02-01 |
DE3266468D1 (en) | 1985-10-31 |
EP0059520B2 (en) | 1989-04-26 |
EP0059520A1 (en) | 1982-09-08 |
US4444270A (en) | 1984-04-24 |
EP0059520B1 (en) | 1985-09-25 |
Similar Documents
Publication | Publication Date | Title |
---|---|---|
NL1003292C2 (nl) | Hooibouwmachine. | |
AU2015202832B2 (en) | Plough comprising a plurality of plough bodies attached to a plough bar | |
NL8101017A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8204705A (nl) | Grondbewerkingsrol. | |
US2617343A (en) | Reversible rotary implement | |
NL9001873A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8800800A (nl) | Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid. | |
NL1006945C2 (nl) | Werktuigdrager. | |
NL193433C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL7907081A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL193084C (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8400171A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL9200243A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8102623A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8203047A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL192594C (nl) | Combinatie van een grondbewerkingsmachine en een daarmee te koppelen verdere machine. | |
NL8801489A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8301236A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8403460A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL192364C (nl) | Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine. | |
NL9200062A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8801012A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8601943A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8700952A (nl) | Grondbewerkingsmachine. | |
NL8902832A (nl) | Landbouwmachine. |
Legal Events
Date | Code | Title | Description |
---|---|---|---|
A1B | A search report has been drawn up | ||
A85 | Still pending on 85-01-01 | ||
BC | A request for examination has been filed | ||
V4 | Discontinued because of reaching the maximum lifetime of a patent |
Free format text: 20010303 |