NL9002174A - Meerkanaalsaudioreproduktie-apparaat. - Google Patents

Description

Korte aanduiding: Meerkanaalsaudioreproduktie-apparaat.

Deze uitvinding heeft betrekking op een meerkanaalsaudiorepro-duktie-apparaat, meer in het bijzonder op een apparaat dat audiosignalen herverdeelt in overeenstemming met de aanwezigheid of afwezigheid van verbonden luidsprekers.

Een meerkanaalsaudioreproduktie-aoparaat is gebruikt om de geluidssporen van films op een zodanige wijze te reproduceren dat de luisteraar wordt omgeven door geluid dat van rechts, links, voor en achter komt. Hetzelfde type reproduktie kan worden gebruikt bij televisie met hoog scheidend vermogen (HDTV). Een probleem is dat veel audioreproduktiesyste-men zijn uitgerust om slechts de twee audiokanalen te reproduceren, die worden gebruikt bij conventionele stereoregistratie en -uitzending. Terwijl sommige gebruikers van inrichtingen zoals HDTV-afsteminrichtingen kunnen wensen hun systemen uit te rusten met extra luidsprekers voor vierkanaals-audioreproduktie, kunnen andere er de voorkeur aan geven verder te gaan met een conventioneel tweeluidsprekersysteem te gebruiken.

Het is dienovereenkomstig een doel van de onderhavige uitvinding om meerkanaalsaudiosignalen te reproduceren door middel van een aantal luidsprekers dat gelijk aan of kleiner dan het aantal kanalen is. Een ander doel van de uitvinding is om die kanalen te identificeren waarmee luidsprekers zijn verbonden en de audiosignalen te herverdelen, zodat alle kanalen worden gereproduceerd.

Een meerkanaalsaudioreproduktie-apparaat heeft een audiodemodu-lator voor het demoduleren van een ingangssignaal om audiosignalen voor verscheidene kanalen voort te brengen. Eén of meer signaalverwerkingsscha-kelingen verwerken audiosignalen van één of meer van deze kanalen op een wijze die geschikt is voor reproduktie door luidsprekers die met één of meer andere kanalen zijn verbonden. Schakelaars voeren de verwerkte audiosignalen toe aan luidsprekers die met die andere kanalen zijn verbonden.

Een schakelaarstuurschakeling schakelt deze schakelaars aan indien een luidspreker niet met het kanaal is verbonden dat met het oorspronkelijke niet-verwerkte signaal overeenkomt en anders uit. De schakelaarstuurinrich-ting kan van drukknoppen gebruik maken, of kan de aanwezigheid van verbonden luidsprekers testen bij het inschakelen door een uitgangscontrolesig-naal aan te leggen en stroomvloeiing te detecteren.

Figuur 1 is een blokschema dat reproduktie van een vierkanaals-audiosignaal door middel van vier luidsprekers illustreert.

Figuur 2 is een blokschema dat een eerste nieuw meerkanaals-audioreproduktie-apparaat i l'lustreert.

Figuur 3 is een blokschema van een tweede nieuw meerkanaals-audioreproduktie-apparaat.

Figuur 4 laat een eerste inrichting van de drukknoppen in figuur 3 zien.

Figuur 5 laat een tweede inrichting van de drukknoppen in figuur 3 zien.

Figuur 6 laat een derde inrichting van de drukknoppen in figuur 3 zien.

Figuur 1 is een blokschema dat reproduktie van een vierkanaals-audiosignaal door middel van vier luidsprekers illustreert. Specifiek illustreert dit een vierkanaalsreproduktieschema dat voor HDTV in Japan wordt gebruikt. Een afsteminrichting 1 in het televisietoestel ontvangt het uit-zendsignaal, dat door een audiodemodulator 2 wordt gedemoduleerd om vier audiosignalen op te leveren'. Deze worden versterkt door versterkers 3, 4, 5 en 6, gereproduceerd door middel van luidsprekers 7, 8, 9 en 10 en gehoord door de luisteraar 11. De vier audiosignalen zijn aangegeven met R, C, L en S in de tekening, waarbij deze letters de volgende audiokanaalnamen aangeven: R: rechterkanaal C: middenkanaal L: linkerkanaal S: omgevingskanaal (achterkanaal)

Deze vier kanalen scheppen een omgevend effect waarin de luisteraar 11 het geluid op een zeer realistische manier waarneemt.

Niet alle uitzendingen hebben vierkanaalsaudio; in sommige gevallen worden slechts twee audiokanalen gebruikt. Onder verwijzing naar onderstaande tabel 1 kan een uitzending in mono zijn, in welk geval een identiek signaal op identieke niveaus op de R- en L-kanalen wordt uitgezonden, of in stereo, in welk geval conventionele stereosignalen op de R- en L-ka-nalen worden uitgezonden. Een ander uitzendbedrijfstype is het dubbele mo no+monobedrijfstype, waarbij afzonderlijke audiosignalen (mono 1 en mono 2) op de R- en L-kanalen worden uitgezonden. Alle vier kanalen worden slechts gebruikt in het 3-1-audio-uitzendbedrijfstype, waarbij dit het enige be~ drijfstype is dat voorziet in het omgeven audio-effect.

TABEL 1 gebruikte audiokanalen

Uitzendbedrijfstype R L C S

(1) Mono ja ja nee nee (2) Stereo ja ja nee nee (3) Mono 1 + mono 2 ja ja nee nee (4) 3-1 ja ja ja ja

Het uitgevonden meerkanaalsaudioreproduktie-apparaat zal vervolgens onder verwijzing naar figuur 2 tot en met 6 worden beschreven. Twee uitvoeringsvormen zullen worden getoond, waarbij de eerste interne schakelingen heeft voor het bepalen van het aantal verbonden luidsprekers, en de tweede voorziet in drukknoppen voor dit doel.

Onder verwijzing naar figuur 2 omvat de eerste uitvoeringsvorm een afsteminrichting 1, een audiodemodulator 2 en versterker 3, 4, 5 en 6 voor het versterken van de R-, C-, L- en S-audiosignalen zoals in figuur 1. Elke versterker voert het versterkte audiosignaal toe aan een uitgangsklem voor verbinding van een luidspreker. De C-kanaalversterker 4 en de S-ka-naalversterker 6 ontvangen naast de C- en S-kanaalaudiosignalen stroomcon-trole-opdrachtsignalen en waarop ze aanspreken door het opwekken van een vast uitgangscontrolesignaal.

In figuur 1 zijn luidsprekers 7 en 9 verbonden met de R- en L-kanaaluitgangsklemmen 12 en 13, maar zijn geen luidsprekers verbonden met de C- en S-kanaaluitgangsklemmen 14 en 15. Dat wil zeggen dat het systeem in figuur 1 slechts is uitgerust met de twee luidsprekers die worden gebruikt voor conventionele stereoreproduktie.

Een eerste signaalverwerkingsschakeling 16, een eerste schakelaar 17, een eerste sommeerschakeling 18, een tweede signaalverwerkings-schakeling 19, een tweede schakelaar 20 en een tweede sommeerschakeling 21 zijn verbonden tussen de audiodemodulator 2 en de R- en L-kanaalversterkers 3 en 5. Het R-kanaalaudiosignaal vanaf de audiodemodulator 2 wordt toegevoerd aan de eerste sommeerschakeling 18. Het C-kanaalaudiosignaal vanaf de audiodemodulator 2 wordt direct aan de C-kanaalversterker 4 toegevoerd en eveneens aan de eerste signaalverwerkingsschakeling 16. Het S-kanaalaudio-signaal vanaf de audiodemodulator 2 wordt direct toegevoerd aan de S-ka-naalversterker 6 en eveneens aan de tweede signaalverwerkingsschakeling 19. Het L-kanaalaudiosignaal vanaf de audiodemodulator 2 wordt toegevoerd aan de tweede sommeerschakeling 21.

De eerste signaalverwerkingsschakeling 16.verwerkt het C-kanaalaudiosignaal op een zodanige wijze dat wanneer het verwerkte signaal wordt gereproduceerd door middel van de rechter- en linkerluidsprekers 7 en 9, dit wordt waargenomen alsof het op normaal volume komt vanaf een punt halverwege tussen deze twee luidsprekers. De eerste signaalverwerkingsschakeling 16 kan bijvoorbeeld een verzwakker omvatten, die het C-kanaalaudiosig-naal met een factor 1//2 verzwakt. Het verwerkte C-kanaalaudiosignaaal dat door de eerste signaalverwerkingsschakeling 16 wordt afgegeven, wordt aangelegd aan de eerste schakelaar 17 en toegevoerd aan zowel de eerste sommeerschakeling 18 als de tweede sommeerschakeling 21 wanneer de eerste schakelaar 17 aan is. Wanneer de eerste schakelaar 17 uit is, wordt het verwerkte C-kanaalaudiosignaal aan géén van de sommeerschakelingen toegevoerd.

De tweede signaalverwerkingsschakeling 19 verwerkt het S-kanaal op een zodanige wijze dat wanneer het verwerkte signaal door middel van de rechter- en linkerluidsprekers 7 en 9 wordt gereproduceerd, dit wordt waargenomen alsof het van achter de luisteraar komt. Deze indruk kan worden geschapen door het geschikt wijzigen van de fase en verzwakken van het niveau van het S-kanaalsignaal. De tweede signaalverwerkingsschakeling 19 kan bijvoorbeeld een fase-inverterende schakeling en een verzwakkingsschakeling omvatten. Het door de tweede signaalverwerkingsschakeling 19 afgegeven verwerkte S-kanaalaudiosignaal wordt aan tweede schakelaar 20 aangelegd en toegevoerd aan zowel de eerste sommeerschakeling 18 als de tweede sommeerschakeling 21 wanneer de tweede schakelaar 20 aan is. Wanneer de tweede schakelaar 20 uit is, wordt het verwerkte S-kanaalaudiosignaal aan géén van de sommeerschakelingen toegevoerd.

Het uitgangssignaal van de eerste sommeerschakeling 18, die het R-kanaalaudiosignaal omvat en mogelijk de verwerkte C- en S-kanaalaudiosig-nalen, wordt toegevoerd aan de ingang van de R-kanaaIversterker 3. Het uitgangssignaal van de tweede sommeerschakeling 21, dat het L-kanaalaudiosig-naal en mogelijk de verwerkte C- en S-audiosignalen omvat, wordt toegevoerd aan de ingang van de L-kanaalversterker 5.

Het meerkanaalsaudioreproduktie-apparaat in figuur 2 heeft eveneens een schakelaarstuurinrichting voor het sturen van de eerste en tweede schakelaars 17 en 28. De schakelaarstuurinrichting omvat eerste en tweede signaalopwekkingsinrichting voor het zenden van respectieve uitgangscontro-lesignalen aan de C-kanaal- en S-kanaaluitgangsklemmen 14 en 15. In dit apparaat zijn de eerste en tweede signaalopwekkingsmiddelen eenvoudig de C-en S-kanaalversterkers 4 en 6 die uitgangscontrolesignalen opwekken in responsie op stroomcontrole-opdrachtsignalen en zoals reeds is beschreven.

De schakelaarstuurinrichting omvat eveneens een eerste stroomde-tectieschakeling 22 die is verbonden tussen de C-kanaalversterker 4 en de C-kanaaluitgangsklem 14 en een tweede stroomdetectieschakeling 23 die is verbonden tussen de S-kanaalversterker 6 en de S-kanaaluitgangsklem 15. Deze stroomdetectieschakelingen ontvangen eveneens de stroomcontrole-op-drachtsignalen en en brengen uitgangssignalen en voort, die de aanwezigheid of afwezigheid van stroomvloeiing tussen respectieve versterkers 4 en 6 en uitgangsklemmen 14 en 15 aangeven. De detectiedrempelwaarde wordt ingesteld teneinde bijvoorbeeld een stroomvloeiing te detecteren, die zou worden teweeggebracht in een luidsprekerbelasting van acht ohm door de uitgangscontrolesignalen vanaf de versterkers 4 en 6.

Het gehele apparaat wordt aan- en uitgeschakeld door een voe-dingsschakelaar 24. De schakelaarstuurinrichting omvat eveneens een stroom-controle-opdrachtschakeling 25 die is verbonden met de voedingsschakelaar 24, de eerste stroomdetectieschakeling 22 en de tweede stroomdetectieschakeling 23. Wanneer vermogen wordt aangeschakeld, zendt de stroomcontrole-opdrachtschakeling 25 stroomcontrole-opdrachtsignalen en S.> aan de C-ka- naalversterker 4, de eerste stroomdetectieschakeling 22, de S-kanaalver-sterker 6 en de tweede stroomdetectieschakeling 23 gedurende een tijdsinterval T. De stroomcontrole-opdrachtsignalen kunnen worden opgewekt door bijvoorbeeld een monostabiele multivibrator in de stroomcontrole-opdracht-schakeling 25.

De schakelaarstuurinrichting omvat verder een schakelaarstuur-schakeling 26 die wordt geactiveerd door een stroomcontrole-opdrachtsignaal S,. vanaf de stroomcontrole-opdrachtschakeling 25. Wanneer de schakelaar-stuurschakeling 26 wordt geactiveerd, ontvangt deze de uitgangssignalen en vanaf de eerste stroomdetectieschakeling 22 en de tweede stroomdetectieschakeling 23 die de aanwezigheid of afwezigheid van stroomvloeiing aangeven en stuurt deze de eerste en tweede schakelaar 17 en 20 overeenkomstig door middel van signalen en S^.

Vervolgens zal het bedrijf van het apparaat in figuur 2 worden beschreven voor verscheidene uitzendbedrijfstypen.

Wanneer eerst vermogen wordt aangeschakeld, activeert de voe-dingschakelaar 24 de stroomcontrole-opdrachtschakeling 25, waarbij ervoor wordt gezorgd dat deze stroomcontrole-opdrachtsignalen S^, en voortbrengt gedurende het tijdsinterval T. De C-kanaal- en S-kanaalversterkers 4 en 6 spreken aan door het opwekken van uitgangscontrolesignalen gedurende het interval T. Aangezien géén luidspreker is verbonden met de uitgangsklem 14 of de uitgangsklem 15 rapporteren de uitgangssignalen S„ en S, van de

o H

eerste en tweede stroomdetectieschakelingen 22 en 23 de afwezigheid van stroomvloeiing. Aansprekend op deze uitgangssignalen schakelt de schake-laarstuurschakeling 26 zowel de eerste schakelaar 17 als de tweede schakelaar 20 aan, waarbij de verwerkte C-kanaal- en S-kanaalaudiosignalen worden toegevoerd aan de eerste sommeerschakeling 18 en de tweede sommeerschake-ling 21.

Na het tijdsinterval T houdt de stroomcontrole-opdrachtschake-ling 25 op met het zenden van stroomcontrole-opdrachtsignalen S^, S., en S^, zodat de C-kanaal- en S-kanaalversterkers 4 en 6 terugkeren naar normaal bedrijf. Wanneer het stroomcontrole-opdrachtsignaal wordt uitgeschakeld, vergrendelt de schakelaarstuurschakeling 26 de signalen S, en S-, in een O ( geldende toestand, waarbij aldus de eerste en tweede schakelaars 17 en 20 in de aan-toestand worden gehouden.

Bij een mono-uitzending, een dubbele mono-uitzending of een ste- reo-uitzending zijn alleen de R-kanaal- en L-kanaalaudiosignalen aanwezig. Deze worden door middel van de eerste en tweede sommeerschakelingen 18 en 21 respectievelijk toegevoerd aan de R-kanaal- en L-kanaalversterkers 3 en 5 en door de rechter- en linkerluidsprekers 7 en 9 gereproduceerd. Het uit de rechter- en linkerluidsprekers gehoorde geluid omvat zuivere R-kanaal-en L-kanaalaudio; géén C-kanaal- en S-kanaalaudiosignalen worden door de audiodemodulator 2 afgegeven.

Bij een 3-1-uitzending worden de R-kanaal- en L-kanaalaudiosignalen net zoals tevoren uit de rechter- en linkerluidsprekers 7 en 9 gehoord. Het C-kanaalaudiosignaal wordt gehoord uit zowel de rechter- als linkerluidsprekers 7 en 9, waarbij dit is verwerkt door de eerste signaal-verwerkingsschakeling 16, zodat het lijkt te komen van een punt halverwege tussen twee luidsprekers voor de luisteraar. Gelijksoortiger wijze wordt het S-kanaalaudiosignaal gehoord vanaf zowel de rechter- als linkerluidsprekers 7 en 9, waarbij dit is verwerkt door de tweede signaalverwerkings-schakeling 19 zodat dit lijkt te komen van een punt achter de luisteraar.

De luisteraar ervaart aldus een omgeven sensatie zelfs ofschoon al het geluid door slechts twee luidsprekers wordt voortgebracht.

Indien een luidspreker zou zijn verbonden met de C-kanaaluit-gangsklem 14, zou de eerste stroomdetectieschakeling 22 stroomvloeiing detecteren gedurende het interval T en zou de schakelaarstuurschakeling 26 de eerste schakelaar 17 uitschakelen. In dit geval zal het C-kanaalaudiosig-naal in het 3-1-uitzendbedrijfstype worden gereproduceerd door middel van de luidspreker die is verbonden met de C-kanaaluitgangsklem 14 en niet door middel van de rechter- en linkerluidsprekers 7 en 9. Gelijksoortigerwijze zou indien een luidspreker zou zijn verbonden met de S-kanaaluitgangsklem 15 het S-kanaalaudiosignaal worden gereproduceerd door middel van deze luidspreker in plaatst van door de rechter- en linkerluidsprekers 7 en 9.

Het nieuwe meerkanaalsaudioreproduktie-apparaat in figuur 2 kan dienovereenkomstig worden gebruikt in systemen die zijn uitgerust met twee, drie of vier luidsprekers om te voorzien in volledige kanaalreproduktie bij alle uitzendbedrijfstypen, waaronder het 3-1-bedrijfstype, ongeacht het aantal verbonden luidsprekers.

De uitvinding is eveneens toepasbaar op meerkanaalsaudiorepro-duktie-apparaten die externe versterkers hebben. Zo een apparaat zou zijn opgebouwd zoals in figuur 1 zonder de versterkers 3, 4, 5 en 6. In plaatst van de C-kanaal- en S-kanaaLversterkers 4 en 6 zou er zijn voorzien in een signaalopwekkingsinrichting om vaste uitgangscontrolesignalen op te wekken in responsie op de stroomcontrole-opdrachtsignalen en gedurende het interval T. De uitgangsklemmen 12, 13, 14 en 15 zouden kunnen zijn verbonden met externe versterkers voor het aansturen van luidsprekers.

De tweede uitvoeringsvorm van de uitvinding, die in figuur 3 is geïllustreerd, heeft een afsteminrichting 1, audiodemodulator 2, eerste en tweede signaalverwerkingsschakelingen 16 en 19, eerste en tweede schakelaars 17 en 20, eerste en tweede sommeerschakelingen 18 en 21 en R- en L-kanaalversterkers 3 en 5 die op dezelfde wijze als in de eerste uitvoeringsvorm in figuur 2 onderling zijn verbonden. De uitgangen van de versterkers 3 en 5 zijn verbonden met de rechter- en linkerluidsprekers 7 en 9. Voor de eenvoud zijn in de tekening slechts twee versterkers en luidsprekers getoond, ofschoon versterkers en luidsprekers voor de C- en S-ka-nalen eveneens aanwezig kunnen zijn. De uitgangsklemmen zijn niet expliciet getoond; ze kunnen zijn aangebracht aan beide zijden van de versterkers, afhankelijk van of de versterkers intern of extern zijn.

In de tweede uitvoeringsvorm omvat de schakelaarstuurinrichting drukknoppen die zijn aangebracht op een drukknoppenpaneel 27. Onder verwijzing naar figuur 4 heeft het drukknoppenpaneel 27 drie knoppen: een stereo-knop 28, een middenknop 29 en een omgevingsknop 30. De stereoknop 28 stuurt de audiodemodulator 2 door middel van een signaalleiding die niet expliciet is getoond in figuur 3: wanneer de stereoknop 28 wordt ingedrukt, worden de R-kanaal- en L-kanaalaudiosignalen afzonderlijk aan de eerste sommeerscha-keling 18 en de tweede sommeerschakeling 21 gezonden. Wanneer de stereoknop 28 niet wordt ingedrukt, worden de R-kanaal- en L-kanaalaudiosignalen gecombineerd en wordt het gecombineerde signaal gezonden aan zowel de eerste sommeerschakeling 18 als de tweede sommeerschakeling 21. De stereoknop 28 is niet een noodzakelijk deel van de uitvinding, maar is een algemeen kenmerk van meerkanaalsaudioreproduktie-apparaten, waardoor monoreproduktie mogelijk wordt wanneer slechts één luidspreker is verbonden, of wanneer stereoreproduktie zou zijn verontreinigd door buitensporige ruis.

De middenknop 29 stuurt de eerste schakelaar 17: wanneer deze is ingedrukt, is de eerste schakelaar 17 uitgeschakeld, waardoor het mogelijk wordt dat het C-kanaalaudiosignaal wordt gereproduceerd door middel van een C-kanaalversterker en luidspreker; wanneer deze niet is ingedrukt, is de eerst schakelaar 17 aangeschakeld en wordt het C-kanaalaudiosignaal gereproduceerd door middel van de rechter- en linkerluidsprekers 7 en 9. De om-gevingsknop 30 stuurt de tweede schakelaar 20 en het S-kanaalaudiosignaal op dezelfde wijze.

Het drukknoppenpaneel 27 in.figuur 4 zou normaal op het voorpaneel van het apparaat zijn aangebracht.

De tweede uitvoeringsvorm werkt op dezelfde wijze als de eerste behalve dat deze niet automatisch detecteert of C-kanaal- en S-kanaalluidsprekers zijn verbonden en wel elke keer dat het vermogen wordt aangeschakeld. In plaatst daarvan geeft de gebruiker de kanalen aan waarmee luidsprekers zijn verbonden wanneer het systeem .wordt opgezet. Aldus wordt hetzelfde effect verkregen zonder het stroomcontroleschakelingsysteem dat in de eerste uitvoeringsvorm vereist is en zonder de noodzaak een interval T tussen het inschakelen en het begin van audioreproduktie toe te staan.

Figuur 5 illustreert een andere mogelijke inrichting van het drukknoppenpaneel 27, die geschikt is voor apparaten met externe versterkers. Het drukknoppenpaneel 27 in figuur 5 omvat vier drukknoppen 31 die naast versterkerbussen 32 voor de L-, R-, C- en S-kanalen zijn aangebracht. De gebruiker drukt de drukknop 31 voor elk kanaal in waarmee een versterker en luidspreker zijn verbonden. Alternatief kunnen de drukknoppen 31 zijn ingericht om automatisch te werken wanneer de pen van een versterkerkabel in de overeenkomstige versterkerbus 32 wordt ingestoken.

Figuur 6 illustreert nog een andere mogelijke inrichting van het drukknoppenpaneel 27, die geschikt is voor apparaten met interne versterkers. Het drukknoppenpaneel 27 in figuur 6 omvat vier drukknoppen 31 die naast luidsprekerbussen 32 voor de L-, R-, C- en S-kanalen zijn aangebracht, waarbij de versterkers voor deze kanalen zijn ingebouwd in het apparaat. De gebruiker drukt de drukknop 31 voor elk kanaal in waarmee een luidspreker is verbonden.

De drukknoppenpanelen en bussen in figuur 5 en 6 zouden normaal zijn aangebracht op het achterpaneel van het apparaat.

De strekking van deze uitvinding is niet beperkt tot de in de tekening getoonde structuren, maar maakt vele modificaties en variaties mogelijk die duidelijk zullen zijn voor een vakman op dit gebied van de techniek. Er is bijvoorbeeld ten hoogste één luidspreker verbonden met elk kanaal getoond, maar de uitvinding is toepasbaar op systemen met meer dan één luidsprekerkanaal. Verder is het niet noodzakelijk dat het aantal vier is, of dat deze vier kanalen rechter-, midden-, linker- en omgevingskanalen zijn; de uitvinding is even goed toepasbaar op andere meerkanaalsschema's.

Samenvattend heeft een meerkanaalsaudioreproduktie-apparaat een audiodemodulator voor het demoduleren van een ingangssignaal om audiosigna-len voor verscheidene kanalen voort te brengen. Eén of meer signaalverwer-kingsschakelingen verwerken audiosignalen van één of meer van deze kanalen op een wijze die geschikt is voor reproduktie door luidsprekers die met andere kanalen zijn verbonden. Schakelaars voeren de verwerkte audiosignalen toe aan uitgangsklemmen voor die andere kanalen. Een schakelaarstuurinrich-ting schakelt deze schakelaars aan indien géén luidspreker is verbonden met het kanaal dat met het oorspronkelijke, onbewerkte signaal overeenkomt en anders uit.

Claims (13)

1. Meerkanaalsaudioreproduktie-apparaat, omvattende: een audiodemo-dulator voor het demoduleren van een ingangssignaal en het voortbrengen van audiosignalen voor verscheidene kanalen, een met de audiodemodulator verbonden signaalverwerkingsschakeling voor het verwerken van een audiosignaal van een zeker kanaal van de kanalen voor reproduktie door één of meer met één of meer andere kanalen verbonden luidsprekers waarbij daardoor een verwerkt audiosignaal wordt voortgebracht, een met de signaalverwerkingsscha-keling verbonden schakelaar voor het toevoeren van het verwerkte audiosignaal aan één of meer met de één of meer andere kanalen verbonden luidsprekers en een met de schakelaar verbonden schakelaarstuurinrichting voor het aantschakelen van de schakelaar indien een luidspreker niet is verbonden met het zekere kanaal van de kanalen en anders uit.

2. Werkwijze voor het detecteren of een luidspreker is verbonden met een audio-uitgangsklem van een meerkanaalsaudioreproduktie-apparaat, omvattende stappen van het aanleggen van een uitgangscontrolesignaal aan de audio-uitgangsklem gedurende een tijdsinterval dat vermogen van het meer-kanaalsaudioreproduktie-apparaat is aangeschakeld en het detecteren van stroomvloeiing door de audio-uitgangsklem.

3. Vierkanaalsaudioreproduktie-apparaat, omvattende een audiodemodulator voor het demoduleren van een ingangssignaal en het voortbrengen van rechterkanaal-, middenkanaal-, linkerkanaal- en omgevingskanaalaudiosig-nalen, een rechterkanaaluitgangsklem die het rechterkanaalaudiosignaal ontvangt, een middenkanaaluitgangsklem die het middenkanaalaudiosignaal ontvangt, een linkerkanaaluitgangsklem die het linkerkanaalaudiosignaal ontvangt, een omgevingskanaaluitgangsklem die het omgevingskanaalaudiosig-naal ontvangt, een met de audiodemodulator verbonden eerste signaalverwerkingsschakel ing voor het verwerken van het middenkanaalaudiosignaal voor reproduktie door luidsprekers die zijn verbonden met de rechterkanaaluitgangsklem en de linkerkanaaluitgangsklem, een met de eerste signaalverwer-kingsschakeling verbonden eerste schakelaar voor het toevoeren van het verwerkte middenkanaalaudiosignaal aan de rechterkanaaluitgangsklem en de linkerkanaaluitgangsklem, een met de audiodemodulator verbonden tweede signaalverwerkingsschakeling voor het verwerken van het omgevingskanaal-audiosignaal voor reproduktie door luidsprekers die zijn verbonden met de rechterkanaaluitgangsklem en de linkerkanaaluitgangsklem, een met de tweede signaalverwerkingsschakeling verbonden tweede schakelaar voor het toevoeren van het verwerkte omgevingskanaalaudiosignaal aan de rechterkanaaluitgangsklem en de linkerkanaaluitgangsklem en een schakelaarstuurinrichting voor het aanschakelen van de eerste schakelaar indien een luidspreker niet is verbonden met de middenkanaaluitgangsklem en anders uit en voor het aanschakelen van de tweede schakelaar indien een luidspreker niet met de omge-vingskanaaluitgangsklem is verbonden, en anders uit.

4. Apparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rechterka-naal-, middenkanaal-, linkerkanaal- en omgevingskanaaluitgangsklemmen ver-sterkerbussen zijn.

5. Apparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de rechterka-naal-, middenkanaal-, linkerkanaal- en omgevingskanaaluitgangsklemmen luid-sprekerbussen zijn en het apparaat verder een tussen de audiodemodulator en de rechterkanaaluitgangsklem verbonden rechterkanaalversterker omvat voor het versterken van het rechterkanaalaudiosignaal, een tussen de audiodemodulator en de middenkanaaluitgangsklem verbonden middenkanaalversterker voor het versterken van het middenkanaalaudiosignaal, een tussen de audiodemodulator en de linkerkanaaluitgangsklem verbonden linkerkanaalversterker voor het versterken van het linkerkanaalaudiosignaal en een tussen de audiodemodulator en de omgevingskanaaluitgangsklem verbonden omgevingska-naalversterker voor het versterken van het omgevingskanaalaudiosignaal.

6. Apparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de eerste signaalverwerkingsschakeling een 1//2-verzwakker omvat.

7. Apparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de tweede signaalverwerkingsschakeling een verzwakker en een fase-invertor omvat.

8. Apparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schakelaarstuurinrichting een met de eerste schakelaar verbonden drukknop en een met de tweede schakelaar verbonden drukknop omvat.

9. Apparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de drukknoppen met de hand worden bediend.

10. Apparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de drukknoppen automatisch worden bediend door insteking van pennen in de middenkanaaluitgangsklem en de omgevingskanaaluitgangsklem.

11. Apparaat volgens conclusie 8, met het kenmerk, dat de drukknoppen naast de middenkanaaluitgangsklem en de omgevingskanaaluitgangsklem zijn aangebracht.

12. Apparaat volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de schake-laarstuurinrichting een stroomcontrole-opdrachtschakeling omvat voor het opwekken van een stroomcontrole-opdrachtsignaal gedurende een zekere interval wanneer het vermogen is aangeschakeld, een met de stroomcontrole-op-drachtschakeling verbonden eerste signaalopwekkingsinrichting voor het zenden van een vast signaal aan de middenkanaaluitgangsklem in responsie op het stroomcontrole-opdrachtsignaal, een met de stroomcontrole-opdrachtscha-keling en de middenkanaaluitgangsklem verbonden eerste stroomdetectiescha-keling voor het detecteren van stroomvloeiing door de middenkanaaluitgangsklem in responsie op het stroomcontrole-opdrachtsignaal, een met de stroom-controle-opdrachtschakeling verbonden tweede signaalopwekkingsinrichting voor het zenden van een vast signaal aan de omgevingskanaaluitgangsklem in responsie op het stroomcontrole-opdrachtsignaal, een met de stroomcontrole-opdrachtschakeling en de omgevingskanaaluitgangsklem verbonden tweede stroomdetectieschakeling voor het detecteren van stroomvloeiing door de omgevingskanaaluitgangsklem in responsie op het stroomcontrole-opdrachtsignaal en een schakelaarstuurschakeling die is verbonden met en wordt geactiveerd door de stroomcontrole-opdrachtschakeling en eveneens is verbonden met de eerste stroomdetectieschakeling, de eerste schakelaar, de tweede stroomdetectieschakeling en de tweede schakelaar voor het aanschakelen van de eerste schakelaar indien de eerste stroomdetectieschakeling géén stroomvloeiing detecteert gedurende het interval en anders uit en het aanschakelen van de tweede schakelaar indien de tweede stroomdetectieschakeling géén stroomvloeiing gedurende het interval detecteert en anders uit.

13. Apparaat volgens conclusie 12, met het kenmerk, dat de eerste signaalopwekkingsinrichting een middenkanaalversterker omvat en de tweede signaalopwekkingsinrichting een omgevingskanaalversterker omvat. Eindhoven, oktober 1990.