NL8901605A - Systeem voor de opname/weergave van signalen op een magneetband in een cassette. - Google Patents

Systeem voor de opname/weergave van signalen op een magneetband in een cassette. Download PDF

Info

Publication number
NL8901605A
NL8901605A NL8901605A NL8901605A NL8901605A NL 8901605 A NL8901605 A NL 8901605A NL 8901605 A NL8901605 A NL 8901605A NL 8901605 A NL8901605 A NL 8901605A NL 8901605 A NL8901605 A NL 8901605A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
standard
deviating
cassette
positioning
cassettes
Prior art date
Application number
NL8901605A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Philips Nv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Philips Nv filed Critical Philips Nv
Priority to NL8901605A priority Critical patent/NL8901605A/nl
Priority to MX021138A priority patent/MX172406B/es
Priority to JP2161137A priority patent/JPH0335464A/ja
Priority to ES90201627T priority patent/ES2063904T3/es
Priority to EP90201627A priority patent/EP0405661B1/en
Priority to DK90201627.8T priority patent/DK0405661T3/da
Priority to AT90201627T priority patent/ATE111258T1/de
Priority to DE69012231T priority patent/DE69012231T2/de
Priority to FI903152A priority patent/FI903152A0/fi
Priority to KR1019900009249A priority patent/KR910001741A/ko
Priority to SU904830270A priority patent/RU2062509C1/ru
Priority to CS903119A priority patent/CS311990A2/cs
Priority to PL90285751A priority patent/PL165742B1/pl
Priority to PL90303247A priority patent/PL167479B1/pl
Priority to PT94471A priority patent/PT94471A/pt
Priority to HU903959A priority patent/HU207601B/hu
Priority to CA002019655A priority patent/CA2019655A1/en
Priority to MYPI90001067A priority patent/MY105820A/en
Priority to CN90103130A priority patent/CN1024304C/zh
Priority to AU57757/90A priority patent/AU638029B2/en
Priority to BR909003003A priority patent/BR9003003A/pt
Publication of NL8901605A publication Critical patent/NL8901605A/nl
Priority to US07/927,783 priority patent/US5760996A/en
Priority to US08/464,909 priority patent/US5592352A/en
Priority to HK41296A priority patent/HK41296A/xx

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/675Guiding containers, e.g. loading, ejecting cassettes
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B23/00Record carriers not specific to the method of recording or reproducing; Accessories, e.g. containers, specially adapted for co-operation with the recording or reproducing apparatus ; Intermediate mediums; Apparatus or processes specially adapted for their manufacture
    • G11B23/02Containers; Storing means both adapted to cooperate with the recording or reproducing means
    • G11B23/04Magazines; Cassettes for webs or filaments
    • G11B23/08Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends
    • G11B23/087Magazines; Cassettes for webs or filaments for housing webs or filaments having two distinct ends using two different reels or cores
    • G11B23/08707Details
    • G11B23/08714Auxiliary features
    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B15/00Driving, starting or stopping record carriers of filamentary or web form; Driving both such record carriers and heads; Guiding such record carriers or containers therefor; Control thereof; Control of operating function
    • G11B15/02Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing
    • G11B15/05Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container
    • G11B15/06Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container by sensing auxiliary features on record carriers or containers, e.g. to stop machine near the end of a tape
    • G11B15/07Control of operating function, e.g. switching from recording to reproducing by sensing features present on or derived from record carrier or container by sensing auxiliary features on record carriers or containers, e.g. to stop machine near the end of a tape on containers

Landscapes

  • Signal Processing For Digital Recording And Reproducing (AREA)
  • Automatic Tape Cassette Changers (AREA)
  • Packaging Of Annular Or Rod-Shaped Articles, Wearing Apparel, Cassettes, Or The Like (AREA)
  • Indexing, Searching, Synchronizing, And The Amount Of Synchronization Travel Of Record Carriers (AREA)
  • Signal Processing Not Specific To The Method Of Recording And Reproducing (AREA)
  • Adjustment Of The Magnetic Head Position Track Following On Tapes (AREA)
  • Magnetic Record Carriers (AREA)
  • Recording Or Reproducing By Magnetic Means (AREA)
  • Replacement Of Web Rolls (AREA)
  • Management Or Editing Of Information On Record Carriers (AREA)
  • Transmission Systems Not Characterized By The Medium Used For Transmission (AREA)
  • Oscillators With Electromechanical Resonators (AREA)

Description

De uitvinding betreft een systeem voor de opname/weergave van signalen op een magneetband in een cassette, omvattende volgens een bepaalde standaard op elkaar afgestemde standaardapparaten en standaardcassettes, welke standaardapparaten zijn voorzien van minstens één standaardpositioneerpen voor het in een correcte stand positioneren van een standaardcassette en welke standaardcassettes zijn voorzien van minstens één standaardpositioneeropening waarin de standaardpositioneerpen met enige speling past.
Een dergelijk systeem is bijvoorbeeld het bekende Compact Cassette systeem volgens de internationale standaard IEC 94-7. Dit systeem heeft een ontzagwekkend succes geboekt, wat in de ruim twintig jaar dat het nu op de markt is heeft geleid tot de verkoop van miljarden cassettes en navenante enorme hoeveelheden bijbehorende apparaten. Net als ieder ander gestandaardiseerd systeem leent het Compact Cassette systeem zich slechts in beperkte mate tot het invoeren van verbeteringen en innovaties. De standaard legt immers de belangrijkste elektrische, magnetische, mechanische en format-parameters vast, zodat binnen de standaard geen mogelijkheden aanwezig zijn om van deze -voor de compatibiliteit tussen de tot het systeem behorende cassettes en apparaten van wezenlijk belang zijnde- parameters af te wijken.
Het Compact Cassette systeem is geconcipieerd voor analoge registratie en weergave van audio signalen. De laatste jaren is er een sterke opkomst van digitale technieken voor de registratie en weergave van audio-signalen. Door digitale technieken is een veel hogere kwaliteit van het weergegeven geluid mogelijk geworden, zodat in dit opzicht het Compact Cassette systeem als verouderd is te beschouwen. Om tegemoet te komen aan de wens van de consument naar een systeem voor het opnemen/weergeven van digitale audio-signalen op magneetband in cassettes zijn nieuwe systemen voorgesteld volgens een nieuwe standaard en omvattende nieuwe cassettes en bijbehorende nieuwe apparaten. Het gebruikmaken van oude apparaten en oude cassettes volgens een bepaalde reeds bestaande standaard voor het nieuwe digitale audiosysteem zou, met de nodige modificaties in de apparaten en wellicht met gebruimaking van andere magneetband, in principe mogelijk zijn. Dit zou echter tot een zodanige verwarring onder de consumenten leiden, die immers niet meer zouden weten welke cassettes in welke apparaten kunnen worden gebruikt, dat gerekend zou moeten worden met een sterke afwijzende reactie van de consument, niet alleen ten aanzien van het nieuwe systeem, maar zelfs ten aanzien van het oude.
De nieuwe standaard wijkt af van de oude standaard. De consument is dus genoodzaakt om nieuwe apparatuur aan te schaffen, met bijbehorende nieuwe cassettes. Dit betekent een niet te verwaarlozen investering, temeer daar zowel de fabricage van de nieuwe apparatuur als de nieuwe cassettes om nieuwe investeringen bij de fabrikant vraagt, hetgeen zeker bij de introductie van het nieuwe systeem tot hoge prijzen leidt. De fabrikant heeft tijd nodig om met de fabricage van de nieuwe produkten ervaring op te doen. Kostenbesparingen door rationaliseringen en door vergroting van de schaal waarop geproduceerd wordt zijn dus eerst na langere tijd te verwachten.
Nieuwe systemen, zoals nieuwe digitale audio-systemen, maar in principe om dezelfde redenen ook andere nieuwe systemen, lopen zodoende kans al in de beginfase te mislukken. De grote initiële investeringen die tijdens de ontwikkeling en voor de eerste fabricage zijn gedaan zijn dan, althans ten dele, als verloren te beschouwen. De uitvinding beoogt een systeem van de in de aanhef vermelde soort te verschaffen, dat zich leent voor vernieuwingen en innovaties die een grotere kans hebben om in de markt te slagen en heeft tot kenmerk, dat het systeem tevens afwijkende apparaten en afwijkende cassettes omvat die volgens een afwijkende standaard afgestemd zijn op elkaar, welke afwijkende cassettes zijn voorzien van minstens één afwijkend gevormde positioneeropening waarin de standaardpositioneerpen niet past en welke afwijkende apparaten zijn voorzien van minstens één afwijkende positio-neerpen, die zowel in de standaardpositioneeropening als in de afwijkende positioneeropening met enige speling past.
Bij het systeem volgens de uitvinding zijn innovaties en vernieuwingen mogelijk, die de fabrikant in mindere mate tot nieuwe investeringen dwingt. De nieuwe, afwijkende, cassettes en apparaten kunnen namelijk, althans wat het mechanische deel betreft, grotendeels hetzelfde blijven. De nieuwe apparaten kunnen geschikt worden gemaakt voor althans het afspelen van de oude cassettes die nog in het bezit van de consument zijn. Er is intussen geen gevaar dat de nieuwe cassettes op een oud apparaat worden afgespeeld, aangezien de nieuwe cassettes door de afwijkende vorm van de positioneeropening niet in de oude standaardapparaten passen. Er is dus, met het systeem volgens de uitvinding, sprake van een opwaartse compatibiliteit, dat wil zeggen dat het systeem de bestaande standaardapparaten en standaardcassettes als een deelsysteem omvat maar daar een nieuw deelsysteem aan toevoegt dat de oude standaardcassettes blijft accepteren maar ook afwijkende cassettes omvat die niet in de oude standaard apparaten passen, zodat ongewenste en verwarrende verwisselingen worden vermeden.
Opgeraerkt wordt, dat aanvrager reeds in een eerdere octrooiaanvrage 89 01375 (= PHN 12.959, herewith incorporated by reference) een systeem heeft voorgesteld met apparaten en cassettes van een eerste en een tweede gestandaardiseerde soort, waarbij de cassettes volgens de eerste standaard wel afspeelbaar zijn op de apparaten volgens de tweede standaard, zodat ook bij dit eerdere voorgestelde systeem sprake is van opwaartse compatibiliteit. Ter vermijding van verwarring van de consument wordt voorgesteld de cassettes volgens de tweede standaard een duidelijk ander uiterlijk te geven, zodat zelfs bij afwezigheid van een bedrukking van de cassette de cassette zich visueel maar ook op de tast duidelijk van de cassette van de eerste standaard onderscheidt.
Ook is voorgesteld het verschil in uitwendige kenmerken van de twee soorten cassettes te gebruiken voor een detectie in de apparaten met betrekking tot de soort van de ingebrachte cassette, eventueel gecombineerd met middelen voor het beletten van het opnemen en/of weergeven van signalen op de cassette. Er zijn echter geen middelen aanwezig die op simpele wijze het aanbrengen van de nieuwe cassette op de oude apparaten belet maar niettemin toestaat dat zowel de nieuwe als de oude cassettes kunnen worden aangebracht op het nieuwe apparaat. De hier voorgestelde uitvinding biedt voor dit probleem op inventieve wijze een afdoende oplossing.
Een belangrijke uitvoeringsvorm is bedoeld om te garanderen dat in het afwijkende apparaat, om het even welke van de beide soorten cassettes wordt aangebracht, de magneetband zich steeds op hetzelfde niveau bevindt en wordt daardoor gekenmerkt, dat de beide soorten cassettes hoofdwanden bezitten waarin zich de positioneeropeningen bevinden, welke hoofdwanden zich bij de ene soort cassettes op een andere afstand van de zijkant van de magneetband bevinden als bij de andere soort en dat de afwijkende positioneerpennen een standaard oplegvlak en een afwijkend oplegvlak bezitten voor het opleggen van respectievelijk een standaardcassette en een afwijkende cassette ter plaatse van de positioneeropening, welke beide oplegvlakken op een afstand van elkaar zijn gelegen gelijk aan het verschil van de afstanden van de hoofdwanden van de cassettes tot de magneetband, zodat in het afwijkende apparaat de magneetband van een aangebrachte cassette zich onafhankelijk van de soort van de cassette steeds op dezelfde positie bevindt. Bij de bekende Compact Cassette bijvoorbeeld bevinden de hoofdwanden ter plaatse van de positioneeropeningen zich, gerelateerd aan de breedte van de magneetband op een betrekkelijk grote afstand van elkaar. Deze afstand is bij de totstandkoming van de Compact Cassette standaard zo gekozen om, met de toen beschikbare technieken, magneetkoppen te kunnen vervaardigen die binnen de hoofdwanden van de cassette konden worden gebracht. Met de huidige technieken kunnen magneetkoppen worden vervaardigd van een geringere hoogte. In het geval dus de standaardcassettes zouden bestaan uit de bekende Compact Cassettes, zouden de afwijkende cassettes ter plaatse van de afwijkende positioneeropeningen een geringere afstand tussen de hoofdwanden kunnen bezitten. De besproken uitvoeringsvorm van de uitvinding biedt een simpele en elegante oplossing voor het probleem van het garanderen van de juiste positie van de magneetband in de afwijkende apparaten, om het even welke van de twee tot het systeem behorende cassettes wordt aangebracht.
De positioneeropeningen in de cassettes kunnen stof en verontreinigingen tot het inwendige van de cassette toelaten, hetgeen om duidelijke redenen ongewenst is. Met het oog hierop is een uitvoeringsvorm van de uitvinding van interesse die tot kenmerk heeft, dat de projectie van de afwijkende positioneeropening binnen de projectie van de standaardpositioneeropening past. Bij deze uitvoeringsvorm wordt gegarandeerd dat de afwijkende positioneeropening niet groter is dan noodzakelijk. De afwijkende positioneeropening moet bij voorkeur een zodanige vorm hebben, dat reeds in een vroeg stadium van de introductie van een standaardpositioneerpen in de afwijkende positioneeropening voor de gebruiker duidelijk wordt dat beide niet bij elkaar passen. De afwijkende positioneeropening zou dus bij voorkeur een kleine projectie moeten bezitten, vooral in het centrale gedeelte. Anderzijds zal de afwijkende positioneerpen met de vereiste geringe speling moeten kunnen passen in de standaardpositioneeropeningen zodat de afwijkende positio-neerpennen, en dus ook de afwijkende positioneeropeningen, althans op een aantal plaatsen aan de omtrek zouden moeten samenvallen met de omtrek van de standaardpositioneeropening. Voorts is het gewenst, of heeft het althans de voorkeur, dat de afwijkende positioneeropening reeds visueel zodanig van de standaardpositioneeropening afwijkt, dat daardoor een visueel verschil tussen de beide soorten cassettes aanwezig is. Met het oog op al deze wensen is een uitvoeringsvorm van de uitvinding gunstig gebleken die tot kenmerk heeft, dat de projectie van de afwijkende postioneeropening althans bij benadering stervormig is.
Om redenen waarvan het belang in de figuurbeschrijving zal worden toegelicht, is een uitvoeringsvorm van nut met het kenmerk, dat de afwijkende positioneeropening bij benadering de vorm heeft van een vierpuntige ster, waarvan de verbindingslijnen van overstaande punten in hoofdzaak evenwijdig aan, respectievelijk dwars op, een voorzijde van de afwijkende cassette verlopen.
Een verdere gunstige uitvoeringsvorm van de cassette heeft tot kenmerk, dat de afwijkende cassette is voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen stervormige positioneeropeningen ten behoeve van het inbrengen van twee op afstand van elkaar gelegen afwijkende positio-neerpennen en één der beide positioneeropeningen voor het tolereren van kleine afstandsafwijkingen in de richting van de onderlinge verbindingslijn wat meer ruimte biedt. Bij vele cassettes, zoals bijvoorbeeld bij de reeds eerder genoemde bekende Compact Cassettes, zijn twee positioneeropeningen op enige afstand van elkaar aanwezig, die kunnen samenwerken met twee positioneerpennen in het apparaat. De uitvinding garandeert dat ook bij de toepassing van stervormige afwijkende positioneeropeningen geen problemen ontstaan als gevolg van afstandsafwijkingen tussen de beide afwijkende positioneeropeningen van een cassette en de beide afwijkende positioneerpennen van de afwijkende apparaten.
Voor het verkrijgen van het afwijkende oplegvlak bij een stervormige afwijkende positioneerpen is een uitvoeringsvorm van de uitvinding van belang, die tot kenmerk heeft, dat de afwijkende positioneerpen vanaf een vrij uiteinde een conisch deel omvat met langs het manteloppervlak verlopende uitsparingen die eindigen in een afwijkend oplegvlak. Door deze uitvoeringsvorm lijkt het uiteinde van de afwijkende positioneerpen enigszins op het uiteinde van een zogenaamde kruiskopschroevendraaier. De beëindiging van de uitsparingen vormen tezamen automatisch het afwijkende oplegvlak.
Bij een volgende uitvoeringsvorm wordt bovendien op gunstige wijze een standaardoplegvlak verkregen. Deze uitvoeringsvorm heeft tot kenmerk, dat het conische deel aansluit op een cilindrisch deel dat een diameter bezit gelijk aan de diameter van een standaardpositioneerpen en dat eindigt bij het standaard oplegvlak. Bij deze uitvoeringsvorm bestaat de afwijkende positioneerpen dus uit een cilindrisch gedeelte dat in hoofdzaak gelijk kan zijn aan het overeenkomstige gedeelte van een standaardpositioneerpen, met daar bovenop een conisch gedeelte dat afwijkt van de standaardpositioneerpen.
Zeer belangrijk is nog een uitvoeringsvorm die tot kenmerk heeft, dat de stervormige positioneeropening een centrale ruimte omvat en de afwijkende positioneerpen een vrij uiteinde bezit dat met speling in de centrale ruimte past. Het is namelijk belangrijk dat de afwijkende positioneerpen en de afwijkende positioneeropening zodanig op elkaar zijn afgestemd, dat een zekere zogenaamde zoekende werking ontstaat bij het introduceren van de afwijkende positioneerpen in de afwijkende positioneeropening. Bij het aanbrengen van een ronde pen in een ronde opening is een kleine conische zoekrand aan het uiteinde van de pen reeds genoeg om de pen geraakkelijk in de opening te kunnen aanbrengen, zelfs indien de speling tussen de pen en de rand van de opening gering is. Bij toepassing van een stervormige positioneeropening ligt dit evenwel anders, aangezien de positioneerpen slechts in een aantal posities in de stervormige opening past. Bij een uitvoeringsvorm zoals boven beschreven is evenwel een uitstekende zoekende werking gegarandeerd.
In de afwijkende apparaten dienen in vergelijking met de standaardapparaten de positioneerpennen te worden vervangen door afwijkende positioneerpennen. Dit is slechts een kleine ingreep die geen consequenties heeft voor het mechanische ontwerp van het overige deel van het apparaat. Dit betekent dat de fabricant van het loopwerk van het afwijkende apparaat al zijn ervaring en kennis die in de loop van vele jaren kan zijn opgedaan bij de fabricage van de standaardapparaten kan gebruiken voor de fabricage van de afwijkende apparaten en slechts geringe, praktisch verwaarloosbare, investeringen behoeft te doen voor de fabricage van de afwijkende positioneerpennen.
De uitvinding strekt zich niet alleen uit tot systemen van de in de aanhef vermelde soort maar ook tot de afwijkende cassettes en de afwijkende apparaten die tot zulke systemen behoren.
De uitvinding zal nu nader worden toegelicht aan de hand van de tekening waarin:
Figuur 1 een perspectivisch aanzicht is op een afwijkend apparaat behorende tot een systeem volgens de uitvinding met op enige afstand daarvan een afwijkende cassette,
Figuur 2 een bovenaanzicht is van een standaardcassette volgens de zogenaamde Compact Cassette standaard,
Figuur 3 een aanzicht is zoals figuur 2 maar nu van een afwijkende cassette,
Figuur 4 een zijaanzicht is van een standaardpositioneer- pen,
Figuur 5 een zijaanzicht is van een afwijkende positioneer- pen,
Figuur 6 een bovenaanzicht is van de afwijkende positioneer-pen van figuur 5,
Figuur 7A een doorsnede is op sterk vergrote schaal van een standaardpositioneerpen,
Figuur 7B de omtrek is van een bijbehorende standaard-positioneeropening,
Figuur 8A een doorsnede is van een afwijkende positioneerpen,
Figuur 8B een omtrek is van een bijbehorende afwijkende positioneeropening,
Figuur 9 de doorsnede van figuur 8A toont geprojecteerd op de doorsnede van figuur 7A,
Figuur 10 de doorsnede van figuur 8A toont geprojecteerd binnen de omtrek van de positioneeropening van figuur 7B,
Figuur 11 de doorsnede van figuur 8A toont geprojecteerd binnen de omtrek van figuur 8B,
Figuur 12 de omtrek van figuur 8B toont geprojecteerd op de omtrek van figuur 7B,
Figuur 13 een bovenaanzicht is op een deel van een afwijkende cassette met twee op enige afstand in een afwijkende cassette aanwezige afwijkende positioneeropeningen,
Figuur 14 een zijaanzicht is van een standaardcassette, gedeeltelijk in doorsnede, alsmede een door een positioneeropening gestoken standaard positioneerpen,
Figuur 15 een aanzicht is als van figuur 14 van een afwijkende cassette en een afwijkende positioneerpen,
Figuur 16 een zijaanzicht is als van figuur 15, nu met een andere afwijkende cassette, en
Figuur 17 het zijaanzicht van figuur 16 toont, nu met een standaardcassette.
De verschillende figuren zijn op willekeurige, niet steeds gelijke, schalen getekend.
Het in figuur 1 getoonde, tot het systeem van de uitvinding behorende, afwijkende apparaat is, althans mechanisch, te beschouwen als een op enkele ondergeschikte punten gemodificeerd standaardapparaat, namelijk een apparaat volgens de bekende Compact Cassette standaard. De bjbehorende afwijkende magneetbandcassette <2 is te beschouwen als een gemodificeerde Compact Cassette. In het overige deel van de beschrijving zal in plaats van "standaard" soms worden gesproken van "oud” en in plaats van "afwijkend” soms van "nieuw".
De nieuwe cassette 2^ is in hoofdzaak gelijk aan de Compact Cassette, afgezien van enkele modificaties van de behuizing alsmede van de toepassing van een ander soort magneetband 5. Het getoonde apparaat is van een in hoofdzaak conventioneel type en omvat een aantal bedieningstoetsen 7 aan de voorzijde voor de bediening van de functies. Er is een zwenkbare klep 9 aanwezig die een opneemruimte 11 afdekt waarin de cassette 3, kan worden aangebracht. Aan de onderzijde wordt de opneemruimte 11 begrensd door een chassisplaat 13 van het mechanische loopwerk. Door de chassisplaat 13 steken twee wikkeldoorns 15 en 17 alsmede een kaapstander 19. Voorts zijn twee nieuwe positio-neerpennen 21A en 21B op de chassisplaat 13 gemonteerd. Aan de achterzijde van de chassisplaat 13 is een opening 23 aanwezig waardoor het uiteinde van een hefboom 25 steekt die dient voor aftasting van de eventuele aanwezigheid van een opening in de achterwand van een aangebrachte cassette. Door de stand van de hefboom 23 wordt een wisvergren-delingsinrichting bestuurd. Aan de achterzijde van het apparaat is een rooster 27 aanwezig voor het doorlaten van het geluid van een ingebouwde luidspreker. Niet in de tekening getoond maar in het inwendige van het apparaat aanwezig zijn een spanningsbron, bijvoorbeeld een accu of baterijen, alsmede de nodige elektrische en elektronische voorzieningen voor het samenwerken met zowel oude als nieuwe cassettes en het reproduceren en eventueel opnemen van audio-signalen van respectievelijk op de cassettes.
De figuren 2 en 3 tonen bovenaanzichten van een oude cassette 29_ alsmede van een nieuwe cassette 3_. De oude cassette is een zogenaamde Compact Cassette. Volgens de Compact Cassette standaard zijn aan weerszijden van de cassette ribbels 31 aanwezig. Verder is een plaatselijke verdikking 33 aanwezig aan de voorzijde van de cassette.
De nieuwe cassette 3_ is qua hoofdafmetingen in hoofdzaak gelijk aan de Compact Cassette, maar bezit geen ribbels of plaatselijke verdikking analoog aan de ribbels 31 en de plaatselijke verdikking 33 van de Compact Cassette. Hierdoor is, in overeenstemming met de eerder genoemde Nederlandse octrooiaanvrage 89 01375 (= PHN 12.959) visueel en ook tastbaar een duidelijk verschil tussen de oude en de nieuwe cassettes aanwezig, zodat bij enige oplettendheid praktisch geen ongemerkte verwisseling van de beide soorten cassettes kan plaatsvinden. Zoals reeds vermeld is het Compact Cassette systeem bedoeld voor analoge geluidsregistratie en weergave. Het nieuwe systeem zou bedoeld kunnen zijn voor digitale geluidsregistratie volgens een van de Compact Cassette standaard afwijkende nieuwe standaard. Uiteraard zijn de oude apparaten alleen maar geschikt voor analoge geluidsregistratie en/of weergave volgens de Compact Cassette standaard. De nieuwe apparaten _1_ kunnen echter zowel geschikt zijn voor de oude analoge standaard als de nieuwe digitale standaard, of althans geschikt zijn om Compact Cassettes af te spelen.
De nieuwe cassettes 3 zijn voorzien van afwijkend gevormde positioneeropeningen 35A en 35B. De oude cassettes zijn voorzien van oude positioneeropeningen 37A en 37B. Verder zijn in de beide cassettes identieke openingen 39 aanwezig voor de kaapstander 19.
Het wordt niet nodig geacht de overige details van de beide cassettes uitgebreid te beschrijven, aangezien Compact Cassettes welhaast overbekend zijn en de nieuwe cassettes slechts op de reeds genoemde punten modificaties vertonen.
De oude positioneerpen 41 volgens figuur 4 omvat een cilindrische schacht 43, een afgerond conisch vrij uiteinde 45 alsmede aan de andere zijde een cilindrisch deel 47 van vergrote diameter. De oude positioneerpen 41 past niet in de nieuwe positioneeropeningen 35A of 35B van de nieuwe cassettes 3^ maar past wel in de oude positioneeropeningen 37A en 37B van de oude cassettes 29. De nieuwe positioneerpen 21 past zowel in de nieuwe positioneeropening 35A en 35B als in de oude positioneeropeningen 37A en 37B.
De nieuwe positioneeropeningen 35A en 35B zijn in projectie althans bij benadering stervormig. Ze hebben de vorm van ruwweg een vierpuntige ster waarvan de denkbeeldige verbindingslijnen van de overstaande punten in hoofdzaak evenwijdig zijn aan, respectievelijk dwars lopen op de voorzijde 49 van de nieuwe cassette 3. De nieuwe positio-neerpennen 21 bezitten een vanaf een vrij uiteinde 51 zich uitstrekkend conisch deel 53. Langs het mantelvlak van het conische deel 53 verlopen een viertal uitsparingen 55. Deze eindigen in een nieuw oplegvlak 57-Het conische deel 53 sluit aan op een cilindrisch deel 59 dat een diameter bezit gelijk aan de diameter van de schacht 43 van de oude positioneerpen 41. Verder is de nieuwe positioneerpen 21 voorzien van een cilindrisch deel 61 dat identhiek is aan het cilindrische deel 47 van de oude positioneerpen. De overgang tussen de delen 43 en 47 vormt bij de oude positioneerpen 41 een oud oplegvlak 63. Bij de nieuwe positioneerpen 21 is een overeenkomstig oud oplegvlak 65 aanwezig bij de overgang tussen de cilindrische delen 59 en 61. Met behulp van deze oplegvlakken worden, zoals nog nader zal worden besproken, de oude en nieuwe cassettes in de apparaten op hoogte gepositioneerd.
De figuren 14 en 17 tonen een zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de oude cassette 29· De figuren 15 en 16 daarentegen tonen twee uitvoeringen van een nieuwe cassette, namelijk in figuur 16 van de cassette 3_ van figuur 3 en in figuur 15 van een andere nieuwe cassette 67. Verder toont figuur 14 de oude positioneerpen 41 van figuur 4 en tonen de figuren 16 en 17 de nieuwe positioneerpen 21 van de figuren 5 en 6. De nieuwe positioneerpen 69 van figuur 15 is van een enigszins andere uitvoeringsvorm dan de nieuwe positioneerpen 21.
In de figuren 14 tot en met 17 zijn onnodige details weggelaten. De oude cassette 29_ bezit planparallelle hoofd wanden 71A en 71B. De nieuwe cassette 3, bezit hoofdwanden 73A en 73B. De hoofdwanden 71A en 71B bevinden zich op dezelfde afstand van elkaar als de hoofdwanden 73A en 73B. Aan de voorkant bezit de oude cassette 29 een verdikking 33 die bij de nieuwe cassette 3 niet aanwezig is. Dientengevolge bezitten de hoofdwanden 71A en 71B van de oude cassette 29 bij de verdikking 33 delen 75A en 75B die verder van elkaar zijn gelegen. Juist in deze verdikking bevinden zich de positioneeropeningen 37A en 37B van de oude cassette. De delen 75A en 75B van de hoofdwanden van de oude cassette bevinden zich dus op een andere afstand van de zijkant van de magneetband 77 als bij de nieuwe cassette 3_.
Bij alle cassettes in de figuren 14 tot en met 17 is de afstand tussen het oplegvlak waarop de cassette ter plaatse van de positioneeropening is opgelegd en de onderkant van de magneetband gelijk aan een afstand a. De positie van de magneetbanden van de verschillende cassettes is dus in alle gevallen ten opzichte van de overige delen van het loopwerk van de bijbehorende apparaten dezelfde. De oude cassette 29, zie figuur 14, wordt bij aanbrengen in een oud apparaat gepositioneerd door oude positioneerpennen 41 en wordt opgelegd op een oud oplegvlak 63 van de positioneerpen. Bij opleggen op een nieuw apparaat wordt de cassette, zie figuur 17, gepositioneerd door nieuwe positioneerpennen 21 en opgelegd op een oud positioneervlak 65 van de nieuwe positioneerpen. Een nieuwe cassette 3_, zie figuur 16, wordt bij oplegging op een nieuw apparaat eveneens gepostioneerd door de nieuwe positioneerpennen 21 en wordt opgelegd op het nieuwe oplegvlak 57. De afstand d tussen de oplegvlakken 57 en 65 is zodanig gekozen dat de afstand a tussen het oplegvlak en de onderkant van de magneetband 5 en 77 in beide gevallen gelijk is.
In figuur 15 is getoond dat het ook mogelijk is een nieuwe cassette 67 nog meer op de Compact Cassette 29 te doen gelijken dan de nieuwe cassette 3_ en wel doordat de nieuwe cassette 67 delen 81A en 81B van de hoofdwanden 83A en 83B bezit geheel overeenkomstig de delen 75A en 75B van de hoofdwanden 71A en 71B van de oude cassette. Bij een zodanig uitgevoerd nieuwe cassette dient de nieuwe positioneerpen 69 enigszins anders uitgevoerd te zijn. Zoals figuur 15 illustreert is bij de nieuwe positioneerpen 69 geen cilindrisch deel overeenkomstige het cilindrische deel 59 van de nieuwe positioneerpen 21 aanwezig. De uitsparingen 85 zetten zich voort tot het cilindrische deel 87, waarvan het bovenoppervlak zowel het oude als het nieuwe oplegvlak vormt.
De nieuwe cassette 3^ is voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen stervormige positioneeropeningen 35A en 35B ten behoeve van het inbrengen van twee op afstand van elkaar gelegen nieuwe positioneerpennen 21A en 21B. Voor het tolereren van kleine afstand-afwijkingen in de richting van de onderlinge verbindingslijn biedt de nieuwe positioneeropening 35B wat meer ruimte dan de positioneeropening 35A. Zoals figuur 13 toont hebben de nieuwe positioneeropeningen 35A en 35B dezelfde afmeting x. Daarentegen is de dwarsafmeting y1 van de positioneeropening 35A kleiner dan de afmeting y2 van de positioneeropening 35B. Hier blijkt het belang van de toepassing van een vierpuntige stervorm. De verbindingslijnen tussen overliggende punten van de ster lopen in de x- en y-richting. Eén der beide positioneeropeningen behoeft uitsluitend in de y-richting wat meer ruimte te bieden. De positie van de cassette in x- en y-richting ligt vast,
De stervormige nieuwe positioneeropening 35A, zie figuur 8B, bezit een centrale ruimte 89 waarin het vrije uiteinde 51 van de nieuwe positioneerpen 21 met speling past. In figuur 8B is met een stippellijn de projectie van het uiteinde 51 in de centrale ruimte 89 getekend. Duidelijk is te zien dat het uiteinde met alzijdige speling binnen de centrale ruimte 89 past, zodat het uiteinde 51 gemakkelijk, zelfs bij een enigszins onnauwkeurige initiële positionering, in de stervormige nieuwe positioneeropening 35A terecht komt.
De figuren 7A tot en met 12 tonen de samenhang en de samenwerking van de verschillende projecties van positioneerpennen en positioneeropeningen en heeft geen verdere toelichting nodig. Van belang is te constateren dat de projectie van de nieuwe positioneeropening 35A niet buiten de projectie van de oude positioneeropening 37A valt, zie figuur 12. Het zou op zich mogelijk zijn althans een deel van de positioneeropening 35A buiten de projectie van de oude positioneeropening 37A te doen vallen. De projectie van de nieuwe positioneerpen 21, zie figuur 10, dient evenwel altijd binnen de projectie van de oude positioneeropening 37A te vallen. Een grotere afmeting van de nieuwe positioneeropening 35A heeft dus geen functie en zou slechts leiden tot een vergrote kans op het binnentreden van stof en vuil in de cassette.
De uitvinding is in het voorgaande slechts bij wijze van toelichting besproken aan een enkel uitvoeringsvoorbeeld, waarbij het standaardsysteem bestaat uit het Compact Cassette systeem en het afwijkende systeem bestaat uit een systeem met gemodificeerde cassettes en apparaten met stervormige afwijkende positioneeropeningen en positioneerpennen. Dit betekent evenwel geenszins dat de uitvinding beperkt moet worden geacht tot de beschreven uitvoeringsvorm. Als standaardsysteem behoeft geenszins te worden uitgegaan van het Compact Cassette systeem maar zou evenzeer kunnen worden uitgegaan van het VHS-videocassettesysteem, het V2000-videocassettesysteem, het 8 mm-videocassettesysteem of het RDAT-audiocassettesysteem, om maar enkele voorbeelden te noemen. Het Compact Cassette systeem en het hierin beschreven, daarvan afgeleide, afwijkende systeem betreffen systemen met omkeerbare cassettes. Dit is ook het geval bij het V2000-video-systeem. Bij de andere genoemde systemen is evenwel de cassette niet omkeerbaar. Dit is voor de uitvinding ook niet van belang. De afwijkende positioneeropeningen behoeven niet stervormig te zijn maar kunnen in principe elke vorm bezitten die afwijkt van de vorm van de standaard-positioneeropening, bijvoorbeeld veelhoekig of ovaal.

Claims (11)

1, Systeem voor de opname/weergave van signalen op een magneetband (5) in een cassette (3), omvattende volgens een bepaalde standaard op elkaar afgestemde standaardapparaten en standaardcassettes (29), welke standaardapparaten zijn voorzien van minstens één standaard-positioneerpen voor het in een correcte stand positioneren van een standaardcassette en welke standaardcassettes zijn voorzien van minstens één standaardpositioneeropening waarin de standaard-positioneerpen met enige speling past, met het kenmerk, dat het systeem tevens afwijkende apparaten (J_) en afwijkende cassettes G) omvat die volgens een afwijkende standaard afgestemd zijn op elkaar, welke afwijkende cassettes zijn voorzien van minstens één afwijkend gevormde positioneeropening (31 A, B) waarin de standaardpositioneerpen niet past en welke afwijkende apparaten zijn voorzien van minstens één afwijkende positioneerpen (21), die zowel in de standaardpositioneeropening als in de afwijkende positioneeropening met enige speling past.
2. Systeem volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beide soorten cassettes G, 29) hoofdwanden (7IA, B; 75A, B; 73A, B) bezitten waarin zich de positioneeropeningen (37A, B; 35A, B) bevinden, welke hoofdwanden zich bij de ene soort cassettes op een andere afstand van de zijkant van de magneetband bevinden als bij de andere soort en dat de afwijkende positioneerpennen (21) een standaard oplegvlak (65) en een afwijkend oplegvlak (57) bezitten voor het opleggen van respectievelijk een standaardcassette (29) en een afwijkende cassette G) ter plaatse van de positioneeropening, welke beide oplegvlakken op een afstand (d) van elkaar zijn gelegen gelijk aan het verschil van de afstanden van de hoofdwanden van de cassettes tot de magneetband, zodat in het afwijkende apparaat de magneetband van een aangebrachte cassette zich onafhankelijk van de soort van de cassette steeds op dezelfde positie bevindt.
3· Systeem volgens conclusie 1 en/of 2, met het kenmerk, dat de projectie van de afwijkende positioneeropening binnen de projectie van de standaardpositioneeropening past.
4. Systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de projectie van de afwijkende postioneeropening (35A, B) althans bij benadering stervormig is.
5. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de afwijkende positioneeropening (35A, B) bij benadering de vorm heeft van een vierpuntige ster, waarvan de verbindingslijnen van overstaande punten in hoofdzaak evenwijdig aan, respectievelijk dwars op, een voorzijde (49) van de afwijkende cassette (3) verlopen.
6. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de afwijkende cassette (3) is voorzien van twee op afstand van elkaar gelegen stervormige positioneeropeningen (35A, B) ten behoeve van het inbrengen van twee op afstand van elkaar gelegen afwijkende positio-neerpennen (21A, B) en één der beide positioneeropeningen voor het tolereren van kleine afstandsafwijkingen in de richting van de onderlinge verbindingslijn wat meer ruimte biedt.
7. Systeem volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de afwijkende positioneerpen (21) vanaf een vrij uiteinde (51) een conisch deel (53) omvat met langs het manteloppervlak verlopende uitsparingen (55) die eindigen bij het afwijkende oplegvlak (57).
8. Systeem volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het conische deel (53) aansluit op een cilindrisch deel (59) dat een diameter bezit gelijk aan de diameter van een standaardpositioneerpen (41) en dat eindigt bij het standaardoplegvlak.
9. Systeem volgens conclusies 4 en 6, met het kenmerk, dat de stervormige positioneeropening (35A) een centrale ruimte (89) omvat en de afwijkende positioneerpen (21) een vrij uiteinde (51) bezit dat met speling in de centrale ruimte past.
10. Afwijkende cassette behorende tot een systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies.
11. Afwijkend apparaat behorende tot een systeem volgens één of meer der voorgaande conclusies.
NL8901605A 1989-06-26 1989-06-26 Systeem voor de opname/weergave van signalen op een magneetband in een cassette. NL8901605A (nl)

Priority Applications (24)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901605A NL8901605A (nl) 1989-06-26 1989-06-26 Systeem voor de opname/weergave van signalen op een magneetband in een cassette.
MX021138A MX172406B (es) 1989-06-26 1990-06-13 Sistema para grabar/reproducir señales en/de una cinta magnetica en un cassette
JP2161137A JPH0335464A (ja) 1989-06-26 1990-06-19 カセット内の磁気テープで信号の記録/再生を行うシステム
ES90201627T ES2063904T3 (es) 1989-06-26 1990-06-21 Sistema para grabar/reproducir señales en/de una cinta magnetica en un casete.
EP90201627A EP0405661B1 (en) 1989-06-26 1990-06-21 System for recording/reproducing signals on/from a magnetic tape in a cassette
DK90201627.8T DK0405661T3 (da) 1989-06-26 1990-06-21 System til at optage/gengive signaler på/fra et magnetbånd i en kassette
AT90201627T ATE111258T1 (de) 1989-06-26 1990-06-21 System zum aufnehmen/wiedergeben von signalen auf einem magnetband in einer kassette.
DE69012231T DE69012231T2 (de) 1989-06-26 1990-06-21 System zum Aufnehmen/Wiedergeben von Signalen auf einem Magnetband in einer Kassette.
FI903152A FI903152A0 (fi) 1989-06-26 1990-06-21 System foer bandning av signaler pao ett kassettmagnetband/uppspelning fraon ett kassettmagnetband.
CS903119A CS311990A2 (en) 1989-06-26 1990-06-22 System of signals recording and reproduction on magnetic tape and from tape in cassette
CA002019655A CA2019655A1 (en) 1989-06-26 1990-06-22 System for recording/reproducing signals on/from a magnetic tape in a cassette
KR1019900009249A KR910001741A (ko) 1989-06-26 1990-06-22 카세트내의 자기 테이프 신호기록/재생 시스템
PL90285751A PL165742B1 (pl) 1989-06-26 1990-06-22 Urzadzenie do rejestracji i odtwarzania sygnalów PL PL PL
PL90303247A PL167479B1 (pl) 1989-06-26 1990-06-22 Kaseta z tasma magnetyczna do rejestracji i odtwarzania sygnalów PL PL PL
PT94471A PT94471A (pt) 1989-06-26 1990-06-22 Sistema para gravar/reproduzir sinais em/de fita magnetica numa "cassette"
HU903959A HU207601B (en) 1989-06-26 1990-06-22 Magnetic tape cassette system for recording and reproducing signals, as well as special magnetic tape cassette and special magnetic tape apparatus for the said system
SU904830270A RU2062509C1 (ru) 1989-06-26 1990-06-22 Система для записи-воспроизведения сигналов на магнитной ленте в кассетах, кассета и устройство для нее
MYPI90001067A MY105820A (en) 1989-06-26 1990-06-23 System for recording/reproducing signals on/from a magnetic tape in a cassette.
CN90103130A CN1024304C (zh) 1989-06-26 1990-06-23 用于在/从盒式磁带上记录/重放信号的系统
AU57757/90A AU638029B2 (en) 1989-06-26 1990-06-25 System for recording/reproducing signals on/from a magnetic tape in a cassette.
BR909003003A BR9003003A (pt) 1989-06-26 1990-06-26 Sistema para gravar/reproduzir sinais sobre/de uma fita magnetica em um cassete,um cassete aparelho variante
US07/927,783 US5760996A (en) 1989-06-26 1992-08-10 System for recording/reproducing signals on/ from a magnetic tape in a cassette
US08/464,909 US5592352A (en) 1989-06-26 1995-06-05 System for recording/reproducing signals on/from a magnetic tape in a cassette
HK41296A HK41296A (en) 1989-06-26 1996-03-07 System for recording/reproducing signals on/from a magnetic tape in a cassette

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8901605 1989-06-26
NL8901605A NL8901605A (nl) 1989-06-26 1989-06-26 Systeem voor de opname/weergave van signalen op een magneetband in een cassette.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8901605A true NL8901605A (nl) 1991-01-16

Family

ID=19854902

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8901605A NL8901605A (nl) 1989-06-26 1989-06-26 Systeem voor de opname/weergave van signalen op een magneetband in een cassette.

Country Status (22)

Country Link
US (1) US5760996A (nl)
EP (1) EP0405661B1 (nl)
JP (1) JPH0335464A (nl)
KR (1) KR910001741A (nl)
CN (1) CN1024304C (nl)
AT (1) ATE111258T1 (nl)
AU (1) AU638029B2 (nl)
BR (1) BR9003003A (nl)
CA (1) CA2019655A1 (nl)
CS (1) CS311990A2 (nl)
DE (1) DE69012231T2 (nl)
DK (1) DK0405661T3 (nl)
ES (1) ES2063904T3 (nl)
FI (1) FI903152A0 (nl)
HK (1) HK41296A (nl)
HU (1) HU207601B (nl)
MX (1) MX172406B (nl)
MY (1) MY105820A (nl)
NL (1) NL8901605A (nl)
PL (2) PL167479B1 (nl)
PT (1) PT94471A (nl)
RU (1) RU2062509C1 (nl)

Families Citing this family (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JP3334256B2 (ja) * 1993-06-07 2002-10-15 ソニー株式会社 テープカセット
JPH11185441A (ja) * 1997-12-24 1999-07-09 Aiwa Co Ltd データストレージ用カセットおよびデータ用記録再生装置
JP2002015538A (ja) * 2000-06-30 2002-01-18 Sony Corp テープカセット
US7427043B2 (en) 2002-08-22 2008-09-23 Quantrum Corporation Tape cartridge with multiple keying features

Family Cites Families (27)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE223995C (nl) *
US3598339A (en) * 1968-02-05 1971-08-10 Olympus Optical Co Tape cassette for use in tape recorders
US3529788A (en) * 1968-06-28 1970-09-22 Minoru Sasaki Magnetic tape cartridge
US3604790A (en) * 1969-01-21 1971-09-14 Polaroid Corp Multipurpose cassette including sound recording and playback station
US4072992A (en) * 1975-10-28 1978-02-07 Leshik Edward A Continuous loop tape cartridges
JPS5452511A (en) * 1977-10-04 1979-04-25 Olympus Optical Co Ltd Cassette type magnetic recorder-reproducer
US4206487A (en) * 1977-10-13 1980-06-03 Olympus Optical Co., Ltd. Cassette magnetic recording and reproducing apparatus and mini-cassette adapter
JPS5818706B2 (ja) * 1978-04-17 1983-04-14 ソニー株式会社 テ−プカセツト
FR2454153A1 (fr) * 1979-04-12 1980-11-07 Chevret Remy Cassette de bande magnetique pour magnetophone, ainsi que le magnetophone pour sa mise en oeuvre
US4492995A (en) * 1979-06-29 1985-01-08 Tokyo Shibaura Denki Kabushiki Kaisha Tape cassette loading and ejection device
US4527209A (en) * 1980-10-31 1985-07-02 T.A.D. Avanti, Inc. Cassette ejector mechanism
JPS57103105A (en) * 1980-12-16 1982-06-26 Takeshi Teragaki Center pin of record player
JPS57164887U (nl) * 1981-04-11 1982-10-18
GB2098961A (en) * 1981-05-27 1982-12-01 Matos Don Atilano Fernandez Prerecorded tape cassettes suitable for use by blind persons
CA1214268A (en) * 1982-11-11 1986-11-18 Akihisa Osawa Video cassette designed for video theater use
GB2137959A (en) * 1983-01-31 1984-10-17 Audio Reading Trust Device for Tape Identification by Touch
US4642721A (en) * 1983-09-19 1987-02-10 Data Electronics, Inc. Magnetic tape cartridge with increased data packing density
US4607303A (en) * 1983-12-27 1986-08-19 Minnesota Mining And Manufacturing Company Tripod cassette positioning
US4743984A (en) * 1985-09-25 1988-05-10 Ampex Corporation Scheme for encoding a magnetic tape cassette
JPH0740397B2 (ja) * 1986-04-11 1995-05-01 松下電器産業株式会社 磁気記録再生装置
KR920003643B1 (ko) * 1986-07-18 1992-05-06 마쯔시다덴기산교 가부시기가이샤 테이프카세트
US4736903A (en) * 1987-01-06 1988-04-12 Shape Inc. Self-locking hub assembly for a compact audio tape cassette and method for assembly
JPS63237256A (ja) * 1987-03-26 1988-10-03 Matsushita Electric Ind Co Ltd カセツト自動交換装置
US4972278A (en) * 1987-10-15 1990-11-20 Victor Company Of Japan, Ltd. Tape cassette driving system compatible with two cassette types of different sizes
JP2545885B2 (ja) * 1987-10-16 1996-10-23 ソニー株式会社 テープカセット
JPH01179290A (ja) * 1987-12-29 1989-07-17 Eisuke Imanaga カートリッジ型カセットテープ
DE68917620T2 (de) * 1988-03-23 1995-04-20 Sony Corp Automatischer Videokassettenwechsler.

Also Published As

Publication number Publication date
CS311990A2 (en) 1991-11-12
US5760996A (en) 1998-06-02
ATE111258T1 (de) 1994-09-15
HUT54246A (en) 1991-01-28
BR9003003A (pt) 1991-08-20
EP0405661B1 (en) 1994-09-07
PT94471A (pt) 1992-02-28
EP0405661A1 (en) 1991-01-02
KR910001741A (ko) 1991-01-31
PL165742B1 (pl) 1995-02-28
HU903959D0 (en) 1990-11-28
PL167479B1 (pl) 1995-09-30
ES2063904T3 (es) 1995-01-16
CN1024304C (zh) 1994-04-20
MY105820A (en) 1995-01-30
DE69012231D1 (de) 1994-10-13
HK41296A (en) 1996-03-15
DK0405661T3 (da) 1994-12-12
CN1048946A (zh) 1991-01-30
PL285751A1 (en) 1991-03-11
HU207601B (en) 1993-04-28
JPH0335464A (ja) 1991-02-15
AU5775790A (en) 1991-01-03
MX172406B (es) 1993-12-15
RU2062509C1 (ru) 1996-06-20
DE69012231T2 (de) 1995-04-06
CA2019655A1 (en) 1990-12-26
AU638029B2 (en) 1993-06-17
FI903152A0 (fi) 1990-06-21

Similar Documents

Publication Publication Date Title
JPS5928278A (ja) 磁気記録、再生装置用テ−プカセツト
NL8901605A (nl) Systeem voor de opname/weergave van signalen op een magneetband in een cassette.
JPH0727708B2 (ja) テ−プガイド及びテ−プガイドを備えたテ−プカセツト
US7430751B2 (en) Data recording/reproducing apparatus with an improved structure for securely supporting a front panel
JPH04109478A (ja) テープカセット
US5592352A (en) System for recording/reproducing signals on/from a magnetic tape in a cassette
EP1153851A1 (en) Recorded medium container and information providing body
CN2822113Y (zh) 具卡固结构之电子设备
JPS606923Y2 (ja) 円盤状情報記録媒体収納ケ−ス
JP3334163B2 (ja) 記録媒体カセット及び記録再生装置
CN104517618A (zh) 便携终端用连接托盘装置
TW205597B (nl)
JP3454266B2 (ja) 記録再生装置
JP3988142B2 (ja) レンタル及び販売用記録媒体のカバーケース
JPH11126398A (ja) 記録再生装置
KR100408392B1 (ko) 광디스크 드라이브
KR200177360Y1 (ko) 카메라착탈식 액정캠코더의 홀더장치(holder for camera take away type liquid crystal camcorder)
JPS606925Y2 (ja) 円盤状情報記録媒体収納ケ−ス
CN1096669C (zh) 磁带记录器的盒带导引机构
KR200321602Y1 (ko) 테이프레코더의카세트테이프안내장치
JPH0351809Y2 (nl)
JP2005189625A (ja) 商品広告装置
JP2002042443A (ja) テープカセット
CN2065791U (zh) 开关方便的录像带v-o盒和录像带
JPH0652650A (ja) 記録媒体カセットと記録再生装置

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed