NL8801547A - Niet-waterige vloeibare reinigingscompositie, werkwijze voor het gebruik daarvan en verpakking daarvoor. - Google Patents

Description

< $ VO 0 001 166

Titel: Niet-waterige vloeibare reinigingscompositie, werkwijze voor het gebruik daarvan en verpakking daarvoor.

De uitvinding heeft betrekking op niet-waterige vloeibare composities voor de behandeling van weefsels. Meer in het bijzonder heeft de uitvinding in één aspect betrekking op niet-waterige vloeibare detergens composities voor wasgoed, die tegen fasenscheiding en gelvorming 5 stabiel zijn gemaakt door opname van organofiele klei en gemakkelijk gietbaar zijn, en op het gebruik van deze composities voor het reinigen van vuile weefsels. In een ander aspect heeft de uitvinding betrekking op unitaire doseerverpakkingen voor niet-waterige vloeibare composities voor de behandeling van weefsels, in het bijzonder weinig of geen fos-10 faat bevattende vloeibare wasgoeddetergenscomposities voor zwaar werk.

Vloeibare niet-waterige wasgoeddetergenscomposities voor zwaar werk zijn in de techniek algemeen bekend. Composities van dat type kunnen b.v. een vloeibare niet-ionogene capillairactieve verbinding bevatten, waarin deeltjes van een opbouwstof zijn gedispergeerd, zoals b.v.

15 beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.316.812, 3.630.929, 4.264.466, 4.615.820 en 4.661.280.

Vloeibare detergenten worden dikwijls gemakkelijker hanteerbaar geacht dan droge poedervormige of deeltjesvormige produkten en hebben daardoor de voorkeur van vele consumenten. Zij kunnen een of meer van 20 de volgende voordelen hebben: gemakkelijk afmeetbaar? snel opgelost in het waswater; gemakkelijk in geconcentreerde oplossingen of dispersies aan te brengen op vuile delen van te wassen kledingstukken; geen stofvorming; neemt minder opslagruimte in; kan warmte-gevoelige materialen bevatten. Vloeibare detergenten hebben dikwijls ook bepaalde nadelen, 25 b.v. dat sommige van dergelijke produkten bij opslag scheiding vertonen terwijl andere bij afkoeling scheiding vertonen en niet gemakkelijk worden herdispergeerd; de produktviskositeit kan veranderen en hetzij fc88e 154 7 >» - 2 - te dik worden om te kunnen worden gegoten, hetzij zo dun dat het produkt waterig lijkt. Bij staan worden sommige produkten troebel en vertonen andere gelvorming.

Het is bekend dat dergelijke suspensies kunnen worden gestabili-5 seerd tegen bezinking door toevoeging van anorganische of organische verdikkingsmiddelen of dispergeermiddelen, zoals b.v. anorganische materialen met een zeer groot oppervlak, zoals fijnverdeeld silica, klei enz., organische verdikkingsmiddelen, zoals de cellulose-ethers, acryl-en acrylamidepolymeren, polyelektrolyten, enz. Verhoging van de viskosi-10 teit van de suspensie wordt echter beperkt door de eis dat de vloeibare suspensie gemakkelijk gietbaar en vloeibaar moet zijn, zelfs bij lage temperatuur. Bovendien dragen zulke toevoegsels niet bij aan het reini-gingsgedrag van het produkt.

Het is bekend dat waterige zwellende colloïdale kleisoorten, zo-15 als bentoniet- en montmorillonietklei, kunnen worden gemodificeerd door uitwisseling van de metaalkationgroepen met organische groepen, waardoor de hydrofiele klei wordt veranderd in organofiele klei. Het gebruik van zulke organofiele klei als gelvormende klei is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.531.427. Verbeteringen en modificaties van or-20 ganofiele gelvormende klei zijn b.v. beschreven in de Amerikaanse oc-trooischriften 4.105.578, 4.208.218, 4.287.086, 4.434.075 en 4.434.076. Volgens de genoemde octrooischriften zijn deze gelvormende organofiele kleisoorten bruikbaar in smeervetten, boorsuspensies op basis van olie, vulvloeistoffen voor boorputten, verven, verf-vernis-lak verwijderende 25 middelen, kleefstoffen, dichtingsmiddelen, inkten, polyestergelbekledin-gen en dergelijke. Toepassing als stabilisator in een niet-waterige vloeibare detergenscompositie voor het wassen van weefsels, wordt echter niet voorgesteld.

Ook is het gebruik beschreven van klei in combinatie met quater-30 naire ammoniumverbindingen (dikwijls aangeduid als "QA"-verbindingen) ter verlening van weefselverzachtende eigenschappen aan wasmiddelen, b.v. in de Britse octrooiaanvrage GB 2.141.152a.

Volgens het Amerikaanse octrooischrift 4.264.466 wordt de fysische stabiliteit van een dispersie van deeltjesvormige materialen, zo-35 als detergensopbouwmaterialen, in een niet-waterige vloeistoffase ver- r 8 8 0 1 5 4 7 - 3 - beterd door gebruik van een kleitype met een onvoelbare ketenstructuur, waaronder sepioliet, attapulgiet- en palygorskietklei, als primair sus-pendeermiddel. In het genoemde octrooischrift wordt gesteld en door de vergelijkende voorbeelden wordt getoond dat andere kleitypen, zoals 5 montmorillonietklei, b.v. Bentolite L, hectorietklei (b.v. Veegum T) en kaolinietklei (b.v. Hydrite PX), zelfs bij gebruik in combinatie met een hulpsuspendeermiddel, waaronder kationogene capillairactieve verbindingen, inclusief QA-verbindingen, slechte suspendeermiddelen zijn.

In één aspect van de uitvinding werd gevonden dat door toevoeging 10 van een geringe hoeveelheid van een organofiele gemodificeerde klei aan de niet-waterige vloeibare suspensie een elastische netwerkstructuur wordt verkregen en een verbetering in de cohesie van de suspensie wordt bereikt, die tezamen met de natuurlijke neiging van de fijnverdeelde vaste gesuspendeerde deeltjes om uit te vlokken, effectief is voor het 15 inhibiteren van bezinking van de gesuspendeerde vaste deeltjes, b.v. detergentopbouwmateriaal, bleekmiddel, antistatisch middel enz.

In dit aspect verschaft de uitvinding een vloeibare wasgoedcompo-sitie voor zwaar werk, samengesteld uit een suspensie van een detergent-opbouwzout in een vloeibaar niet-ionogeen capillairactief materiaal, 20 welke compositie een hoeveelheid organofiele klei bevat ter verhoging van de stabiliteit van de suspensie. In een specifieke uitvoeringsvorm van dit aspect van de uitvinding wordt een niet-waterige vloeibare niet-ionogene wasgoeddetergentcompositie voor zwaar werk verschaft, bevattende een niet-waterige vloeistof, samengesteld uit een niet-ionogeen ca-25 pillairactief materiaal, in de niet-waterige vloeistof gesuspendeerde vaste deeltjes voor de behandeling van weefsels, en tot ongeveer 1 gew.% van een organofiele, in water zwelbare smectietklei, gemodificeerd met een kationogene stikstof bevattende verbinding, welke tenminste één lange koolwaterstofketen met 8-22 koolstofatomen bevat, onder vorming 30 van een elastisch netwerk of structuur door de gehele suspensie heen ter verhoging van de zwichtspanning van de compositie en verhoging van de stabiliteit daarvan, d.w.z. ter voorkoming van bezinking van gesuspendeerde deeltjes, bij voorkeur onder verlaging of althans zonder aanmerkelijke verhoging van de plastische viskositeit (viskositeit onder 35 afschuivingsomstandigheden) van de compositie.

.8801547 & - - 4 -

In zekere mate kunnen instabiliteits- of viskositeitsproblemen, in het bijzonder als zij door de consument kunnen worden waargenomen, geheel of gedeeltelijk worden opgelost door opname van de detergentcom-positie in een unitaire verpakking. Met "unitaire verpakking" wordt be-5 doeld een wegwerpverpakking voor eenmalig gebruik met daarin een hoeveelheid compositie voor weefselbehandeling, geschikt voor een enkele volledige of gedeeltelijke (b.v. 1/4 of 1/2) lading wasgoed. Voor een unitaire verpakking behoeft fasenscheiding niet zo significant te zijn, daar de gehele verpakking met inhoud in de wasmachine wordt gebracht.

10 Er bestaan vele voorstellen voor unitaire verpakkingen voor com posities voor de behandeling van weefsels. Voorverpakte detergentcompo-sities bieden diverse voordelen, zoals het elimineren van de noodzaak om bulkdetergent vanuit een groot vat af te meten en in afgemeten hoeveelheden te doseren, minder stofvorming, minder hantering van mogelijk 15 irriterende ingrediënten, zoals componenten met hoge alkaliniteit, bleekcomponenten enz.

Representatieve octrooiliteratuur, betrekking hebbend op unitiare verpakkingen voor het dispergeren van poedervormige, vloeibare of pas-teuze composities voor het behandelen van weefsels in waterige media om-20 vat de Amerikaanse octrooischriften 3.186.869, 3.277.009, 3.322.674, 3.528.925, 3.892.905, 4.115.292, 4.348.293, 4.356.099, 4.416.791, 4.608.187, 4.610.799, 4.626.372 en het Canadese octrooischrift 1.112.534.

In het Amerikaanse octrooischrift 4.348.293 wordt een verpakking voor een poedervormig detergent beschreven, omvattende een buitenste in 25 water onoplosbare, voor water permeabele zak en een in water oplosbare of dispergeerbare beschermende binnenlaag. De verpakking kan de vorm hebben van een laminaat of van afzonderlijke vellen, op de juiste wijze gevouwen om het poedervormige detergent te omhullen. De beschermende binnenlaag, die in wezen niet-poreus is, voorkomt stofvorming van de 30 poedervormige compositie tijdens het vullen van de zak en tijdens het gebruik van de verpakking.

Voor vloeibare detergentcomposities, b.v. suspensies van deter-gentopbouwdeeltjes in vloeibaar niet-ionogeen capillairactief materiaal is stofvorming geen probleem, maar kan de vloeistoffase van de composi-35 tie, in het bijzonder voor vloeibare mengsels met een betrekkelijk ge- ,.8801547 i * - 5 - ringe viskositeit, b.v. van minder dan ongeveer 10.000 centipoise, wel door de beschermende binnenlaag of door eventueel niet goed gevormde zomen of lassen lekken. Hetzelfde geldt, hoewel in mindere mate, voor meer viskeuze vloeistoffen, pasta's, gels en crèmes.

5 Er werd nu volgens een ander aspect van de uitvinding gevonden, dat een zakconstructie met een dubbele wand kan worden aangepast aan elk van deze gietbare laagviskeuze, hoogviskeuze, pastavormige, gelvormige of crèmevormige niet-waterige vloeibare detergentcomposities door een geschikte keuze van het materiaal van de in water oplosbare of disper-10 geerbare beschermende binnenlaag, die lekkage van de niet-waterige vloeistoffase zal voorkomen, maar toch binnen redelijk korte tijd zal oplossen of dispergeren in koud, warm of heet waswater onder afgifte van de inhoud aan het waswater.

In een ander aspect verschaft de uitvinding derhalve een wegwerp-15 verpakking voor eenmalig gebruik voor het doseren van een niet-waterige opgebouwde vloeibare wasgoeddetergentcompositie, welke verpakking een multicomponentzakje omvat, dat een buitenzak bevat, vervaardigd uit in water onoplosbaar, voor water permeabel non-woven materiaal, alsmede een binnenzak, vervaardigd uit een film van in water oplosbaar of disper-20 geerbaar, voor vloeistof impermeabel materiaal, dat tenminste langs de buitenranden door hitte kan worden gelast.

Een mogelijk probleem van de zakconstructie met dubbele wand is dat wanneer de buitenste in water onoplosbare, voor water permeabele zak voldoende poreus is om snelle penetratie van het waswater in het 25 binnenste van de verpakking toe te laten om de binnenste in water oplosbare zak op te lossen en de detergentcompositie af te geven, bij opslag van de zak onder omstandigheden van hoge vochtigheidstoestand of bij toevallig contact met water de binnenste, in water oplosbare zak voortijdig kan worden opgelost of zodanig worden verweekt, dat lekkage van de vloei-30 bare inhoud kan plaatsvinden. In een voorkeursuitvoeringsvorm van dit aspect van de uitvinding wordt daarom voorzien in een derde, buitenste verwijderbare laag of omhulling van in water onoplosbaar en voor water impermeabel materiaal ter bescherming van de in water oplosbare binnenste zak tegen blootstelling aan of contact met vocht, waaronder atmosfe-35 risch vocht, en/of vuil of ander mogelijk verontreinigend materiaal.

,880^:47

A

P

- 6 -

Zoals reeds vermeld zal door de verschaffing van de vloeibare de-tergentcomposities in unitaire verpakkingen het probleem van fasenscheiding, gelvorming en dergelijke niet door de consument worden waargenomen, zodat geen bijzondere stabiliseringssystemen of andere voorzorgen tij-5 dens de bereiding van de compositie nodig lijken. Niettemin is produkt-stabiliteit een belangrijk punt voor de producent, daar in vele gevallen er een aanmerkelijk tijdsverloop kan zijn tussen de bulkbereiding van het produkt en de verpakking daarvan in de unitaire verpakkingen. Ook kan de bereiding op de ene lokatie geschieden en de verpakking op een 10 tweede, ver verwijderde lokatie. In beide gevallen is het van belang het produkt zo homogeen mogelijk te houden vanaf het moment dat de compositie is bereid, totdat de compositie in de individuele verpakkingen wordt gevuld. Ook is het belangrijk dat de fysische eigenschappen van de de-tergentcomposities, zoals viskositeit, gelvorming, agglomeratie van ge-15 suspendeerde vaste deeltjes, in de loop van de tijd niet aanmerkelijk worden gewijzigd of kans krijgen op te treden, b.v. tijdens opslag, transport of tijdens het vullen van de verpakkingen. Elk van zulke veranderingen in fysische eigenschappen kan ernstige nadelen opleveren voor het vullen en de vulapparatuur, en kan b.v. leiden tot over- of 20 ondervulling van de verpakkingen, verstopping van de vulmondstukken of analoge problemen.

Volgens een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, die van toepassing is op beide bovenbeschreven aspecten, wordt daarom de niet-waterige opgebouwde wasgoeddetergentcompositie voor zwaar werk bereid 25 met geschikte rheologie-modificatiemiddelen, waaronder een of meer vis-kositeits-modificatiemiddelen, anti-gelvormingsmiddelen en fysische stabilisatoren naast de essentiële vloeibare detergentcomponent en de gesuspendeerde vaste deeltjes, bij voorkeur omvattende detergentopbouwzout en andere facultatieve functionele of esthetische wasgoeddetergenttoe-30 voegsels.

De waskracht van synthetische niet-ionogene capillairactieve de-tergenten in wasgoeddetergentcomposities wordt verhoogd door de toevoeging van opbouwzouten. Natriumtripolyfosfaat is een van de geprefereerde opbouwzouten. Het gebruik van polyfosfaatopbouwzouten in detergenten 35 heeft echter diverse nadelen, zoals de neiging van de polyfosfaten om ,8801547 i * - 7 - te hydrolyseren tot pyro- en orthofosfaten, die minder waardevolle op-bouwzouten zijn.

Bovendien wordt het polyfosfaatgehalte van wasmiddelen een oorzaak geacht van het ongewenst hoge fosfaatgehalte van oppervlaktewater, 5 dat kan bijdragen aan sterkere algengroei met het gevolg dat het biologische evenwicht van het water in nadelige zin kan worden gewijzigd.

In een ander en specifiek aspect verschaft de uitvinding derhalve een detergentprodukt, omvattende een zakje met dubbele wand, dat een in water oplosbare, voor vloeistof impermeabele binnenlaag bevat, die een 10 niet-waterige vloeibare detergentcompositie omgeeft, en een in water onoplosbare, voor water permeabele zak, die de binnenlaag omgeeft, welke vloeibare detergentcompositie een weinig of geen fosfor bevattende niet-waterige vloeibare wasgoeddetergentcompositie omvat, die een niet-waterige vloeistof bevat, samengesteld uit niet-ionogeen vloeibaar capil-15 lairactief materiaal, weefsel behandelende vaste deeltjes, gesuspendeerd in de niet-waterige vloeistof, en een alkyleenglycolmonoalkylether oplosmiddel in een hoeveelheid, die effectief is voor vermindering van de viskositeit en verlaging van de gelvormingstemperatuur van het produkt, waarin tenminste 50 gew.% van de weefsel behandelende vaste deeltjes 20 bestaat uit een zout van hydroxypolycarbonzuur als detergentopbouwmate-riaal.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van dit aspect verschaft de uitvinding een detergentprodukt, omvattende een vloeibaar wasmiddel voor zwaar werk, samengesteld uit een hydroxypolycarbonzuuropbouwzout, sta-25 biel gesuspendeerd in een vloeibaar niet-ionogeen materiaal, en een alkyleenglycolalkyletheroplosmiddel in een hoeveelheid, die de suspensie gietbaar maakt, zelfs bij temperaturen zo laag als 5°C of lager, welke vloeibare compositie is verpakt in een zakje, omvattende een gesloten in water onoplosbare, voor water permeabele buitenzak en een binnenlaag 30 van een in water oplosbaar, voor vloeistof impermeabel materiaal, dat de vloeibare compositie scheidt van de buitenste zak, alsmede bij voorkeur rondom de buitenste zak een verwijderbare omhulling van in water onoplosbaar en voor water impermeabel materiaal ter bescherming van de in water oplosbare binnenste zak tegen blootstelling aan of contact met 35 vocht en vuil, voordat het zakje aan een waterig wasbad wordt toege- C880U*7 .< - 8 - voegd.

De niet-waterige vloeibare detergentcomposities volgens de uitvinding bevatten een niet-waterige vloeistoffase, samengesteld uit een vloeibaar niet-ionogeen capillairactief materiaal als tenminste de 5 hoofdcomponent en desgewenst, maar bij voorkeur een of meer viskositeit modificerende en gel-inhibiterende organische oplosmiddelen, alsmede in suspensie in de vloeistoffase fijnverdeelde weefsel behandelende of detergentie versterkende vaste deeltjes.

Volgens het eerste aspect van de uitvinding wordt de stabiliteit 10 van de gesuspendeerde vaste deeltjes verhoogd door opname in de compositie van een effectieve hoeveelheid, gewoonlijk tot ongeveer 1 gew.% van de compositie, van een organofiele klei. De organofiele klei omvat een zwellende smectietklei, gemodificeerd met een stikstof bevattende verbinding, die tenminste één koolwaterstofketen met lange keten met 8 -15 22 koolstofatomen bevat.

Volgens het tweede aspect van de uitvinding wordt de niet-waterige vloeibare detergentcompositie met of zonder de stabiliserende organofiele klei verschaft in een unitaire verpakking, gevormd door een zakje met een buitenlaag van een voor water permeabele, in water onoplosbare 20 kunststoffilm of textielweefsel, een binnen de buitenlaag gelegen bin-nenlaag, gevormd uit een in water oplosbaar polymeer filmvormend materiaal, waarbij de vloeibare weefsel behandelende compositie in een hoeveelheid van 50 - 150 g is opgesloten binnen de binnenlaag.

In het derde aspect van de uitvinding wordt een niet-waterige, 25 weinig of geen fosfaat bevattende, opgebouwde vloeibare compositie voor het behandelen van weefsels gebruikt in de unitaire verpakking, zoals, hierboven beschreven voor het tweede aspect van de uitvinding, welke compositie tenminste 20 gew.% vloeibaar niet-*ionogeen capillairactief materiaal en tenminste 20 gew.% van een alkalimetaalzout van een hydroxy-30 polycarbonzuur met 4-8 koolstofatomen bevat, berekend op de totale compositie, alsmede laag alkyleenglycolalkyletheroplosmiddel in voldoende hoeveelheid voor verlaging van de viskositeit en de gelvormingstempe-ratuur van de compositie, zodanig, dat de compositie bij temperaturen van 5°C en lager gietbaar blijft.

35 Volgens het tweede en derde aspect van de uitvinding en desge- „8801547 5 * - 9 - wenst ook volgens het eerste aspect wordt een niet-waterig vloeibaar wasgoeddetergent, bij voorkeur een dat gemakkelijk gietbaar is, voorverpakt in afgemeten doseervormen voor eenmalig gebruik in wegwerpverpakkingen of -zakjes.

5 Er wordt een multicomponent-wegwerpzakje gebruikt van het type, dat in het Amerikaanse octrooischrift 4.348.293 is beschreven. Bepaalde details betreffende de constructie, de materialen en de vervaardiging kunnen worden gevonden in het genoemde octrooischrift. Daarom worden alleen de voorkeursuitvoeringsvormen en unieke aspecten van de volgens de 10 uitvinding te gebruiken zakjes hier beschreven. De verpakking bevat een buitenste zak van voor water permeabel of poreus, in water onoplosbare film of weefsel en een binnenste zak van een in water oplosbaar of dis-pergeerbaar, voor vloeistof irapermeabele film. De binnenste zak wordt gevuld met de geschikte dosis van de niet-waterige vloeibare detergent-15 compositie en wordt vervolgens gesloten. De buitenste zak wordt gesloten rond de binnenste zak, die binnen de buitenste zak vrij beweeglijk kan zijn, d.w.z. niet aan de wanden van de buitenste zak is gehecht, of kan zijn vastgehecht aan een of meer randen of wanden van de buitenste zak, b.v. door kleefmiddelen, warmtelassen, nietjes, naaien enz. In gebruik 20 in het waterige wasbad zal het water van het bad door de buitenste zak dringen of stromen en in aanraking komen met de binnenste zak, die dan oplost in contact met het water, de detergentcompositie blootstelt aan het waswater binnen de zak en het detergent, het opbouwmateriaal enz. uit de buitenste zak naar het waterige wasbad laat doordringen. Op deze 25 wijze kan de compositie volgens de uitvinding geleidelijk tijdens de wascyclus in het wasbad worden gebracht, bij voorkeur in de loop van één of meer minuten, b.v. binnen 1-5 minuten, zoals ongeveer 2-3 minuten. Hoewel de niet in water oplosbare buitenste zak kan worden vervaardigd uit een geperforeerd in water onoplosbaar materiaal, b.v. met 30 hars geïmpregneerd papier, geparaffineerd papier, viskose, polyalkeen-film, polyesterfilm en dergelijke, verdient het de voorkeur de buitenste zak te vervaardigen uit non-woven textiel uit vezels van natuurlijke en/of synthetische oorsprong. Non-woven polyestermaterialen met een dichtheid van 10 - 40 g/m2, bij voorkeur van 15-30 g/m2 en in het bij-35 zonder 18 - 24 g/m2 zijn in de praktijk doelmatig gebleken.

. & g :! 4 ' * 7 - 10 -

Een ander geprefereerd materiaal voor de buitenste zak is hoog-poreus spun-bonded non-woven polypropeen. De dichtheid daarvan kan dezelfde zijn als beschreven voor de non-woven polyestermaterialen.

Voorbeelden van andere geschikte vezelmaterialen zijn polyamiden, 5 polyacryl, polyalkenen zoals polyetheen, polypropeen, etheen-propeenco-polymeren enz., polyvinylchloride, polyvinylideenchloride, rayon, cellulose en dergelijke.

Het is voor de meeste produktsamenstellingen geschikt gebleken 50 - 150 g van de detergentcompositie, bij voorkeur 60 - 120 g, zoals 10 70, 80, 90, 100 of 110 g per was te gebruiken, welke hoeveelheid gemakke lijk past in een enkele verpakking met afmetingen van b.v. 7,6 - 10,2 of meer centimeter per zijkant, zoals 8,9 cm of 9,5 cm of 10,2 cm per zijkant.

Polyvinylalcohol met een hydrolysegraad van tenminste 60%, bij 15 voorkeur van 80 - 100%, zoals 85 - 98%, b.v. 88%, wordt bij voorkeur gebruikt als de in water oplosbare film of vel voor de vorming van de in water oplosbare, voor vloeistof impermeabele binnenste zak van de verpakking. Ook kunnen andere in water oplosbare films of vellen worden gebruikt. Zo kan b.v, melding worden gemaakt van polyethyleenoxyde, methyl-20 cellulose, gelatine, polysacchariden, polyacrylzuur en dergelijke.

Om het in water oplosbare filmmateriaal ondoordringbaar voor de niet-waterige vloeistoffase te doen zijn is het van belang, dat het materiaal niet-poreus is. Dergelijke niet-poreuze films zijn in de handel verkrijgbaar. Verder dient het filmmateriaal een geschikte dikte te heb-25 ben. Afhankelijk van de aard van het in water oplosbare filmmateriaal worden in het algemeen dikten van tenminste 0,1 mm en bij voorkeur van tenminste 0,25 mm gekozen. Anderzijds dient de film niet zodanig dik te zijn dat er overmatig veel tijd nodig is voor het oplossen na de plaatsing in het wasbad. Daarom wordt een dikte tot ongeveer 2,5 mm, bij 30 voorkeur tot ongeveer 1,25 mm, gekozen.

Een andere belangrijke factor voor de keuze van geschikt in water oplosbaar filmvormend materiaal ter verkrijging van de vereiste ondoordringbaarheid voor de niet-waterige vloeistoffase bij aanvaardbare oplos-eigenschappen is het molecuulgewicht van de film. In het geval van po-35 lyvinylalcoholfilms verschaft een molecuulgewicht van ongeveer 40.000 .8801547 a - 11 - een goede oplossnelheid, zelfs in koud water, maar zulke films kunnen gedeeltelijk permeabel zijn voor de niet-waterige vloeistoffase. Poly-vinylalcoholfilms met een molecuulgewicht van ongeveer 80.000 zijn niet-permeabel voor de niet-waterige vloeistoffase en vereisen meer tijd om 5 op te lossen in koud water, maar lossen snel op in warm water (ongeveer 30°C of hoger). Om vloeibare detergentcomposities op aanvaardbare wijze roet koud waswater te kunnen gebruiken, verdienen derhalve polyvi-nylalcoholfilms met roolecuulgewichten van 45.000 - 75.000 de voorkeur, hoewel ook lagere of hogere molecuulgewichten aanvaardbaar kunnen zijn.

10 Voor toepassing met warm water verschaffen hogere molecuulgewichten, b.v. van 60.000 - 100.000, een aanvaardbare oplossnelheid bij een goede ondoordringbaarheid voor vloeistof.

Geschikte roolecuulgewichtstrajecten kunnen voor andere in water oplosbare filmvormende materialen en voor een bijzondere niet-waterige 15 vloeibare detergentcompositie gemakkelijk aan de hand van routineproeven worden vastgesteld.

Als alternatief voor het gebruik van in water oplosbare films voor de binnenste beschermende zaklaag is het mogelijk gebruik te maken van geperforeerde films van in water onoplosbare materialen, waarvan de 20 perforaties gevuld of "geblokkeerd" zijn met een in water oplosbare stof, zoals de hierboven vermelde in water oplosbare stoffen. De perforaties kunnen b.v. 20 - 80% van het totale oppervlak van één of beide hoofdzijden van het binnenste zakje uitmaken en kunnen een oppervlak beslaan van 0,80 - 3,20 cm2. De perforaties kunnen zijn aangebracht in 25 elke gewenste geometrische configuratie en rangschikking, b.v. cirkelvormige perforaties in een vierkant patroon, stervormige perforaties in een cirkelvormig patroon, enz.

Het gebruik van een zakje met dubbele wand, waarin de buitenwand is gevormd uit een gesloten, in water onoplosbaar, voor water permeabel 30 materiaal heeft diverse voordelen. De in water onoplosbare buitenste zak kan de in water oplosbare binnenste zak beschermen tegen blootstelling aan vocht tijdens opslag, maar zal, voor water permeabel zijnde, blootstelling van de in water oplosbare film en het vloeibare detergent-produkt aan het waterige wasbad mogelijk maken, zodat het detergent en 35 de weefsel behandelende componenten tijdens de wascyclus op de weefsels .8801547 - 12 - kunnen worden gedispergeerd. Daar verder de buitenste zak van de verpakking gesloten is en ook gesloten blijft tijdens het wassen, spoelen en centrifugeren van de wasmachine, zal enig residu van de in water oplosbare binnenste zak binnen de verpakking worden gehouden en niet op het 5 te wassen weefsel worden afgezet. Zo kunnen b.v. gedeelten van het partieel gehydrolyseerde polyvinylacetaat in water onoplosbaar zijn en bij het oplossen van de in water oplosbare gedeelten brokjes vormen. Deze brokjes blijven dan binnen de in water onoplosbare buitenste zak. Ook kan het in sommige gevallen voordeel bieden de binnenste zak gedeelte-10 lijk in water onoplosbaar te maken, b.v. door een paraffinebekleding, ter verhoging van de opslagstabiliteit. Deze paraffinebekleding zal ook achterblijven binnen de permeabele, maar onoplosbare buitenste zak van de verpakking.

Gevonden werd echter dat in de praktijk ter bescherming van de 15 in water oplosbare binnenste zak en de vloeibare inhoud daarvan tegen voortijdige blootstelling aan vocht, hetzij waterdamp in vochtige omgevingen, hetzij toevallig contact met water of vuil tijdens opslag, transport of tijdens het gebruik en hantering door de consument, de verpakking op eenvoudige en doelmatige wijze kan worden voorzien van een 20 verwijderbare beschermende, in water onoplosbare en voor water impermea-bele wikkel als de buitenste laag.

Voor dit doel kan elk in water onoplosbaar en voor water imperme-abel (b.v. niet-poreus) filmvormende materiaal worden gebruikt. Zo kan b.v. melding worden gemaakt van polyalkeenfilms, polyesterfilms, poly-25 vinylchloridefilms, polyvinylideenchloride en andere polymere materia len, waterbestendig papier, geparaffLneerd papier, metaalfoelie, b.v. aluminiumfoelie en dergelijke.

In deze context dient de in water onoplosbare en voor water im-permeabele beschermende buitenste wikkel te worden onderscheiden van 30 het "verwijderbare in water onoplosbare beschermingsmiddel", zoals gebruikt in het eerder genoemde Amerikaanse octrooischrift 4.348.293, welk beschermingsmiddel wordt aangebracht als bekleding op de in water onoplosbare en voor water permeabele film en slechts kan worden verwijderd door dispersie in het wasbad.

35 Het buitenste wikkel kan worden gevormd in elke geschikte struc- v 8 8 Q 1 547 - 13 - tuur, die een gemakkelijke verwijdering door de consument mogelijk maakt.

Zo kunnen b.v. baggie-type (b.v. PVDC) zakjes worden gebruikt, waarvan het open uiteinde tijdelijk is gesloten met een koordje of door een sluitpassing of afpelbare kleefhechting. Ook kunnen door warmte lasbare 5 kunststofmaterialen door warmte worden gelast langs alle open randen (b.v. alle vier randen, wanneer twee afzonderlijke filmvellen worden gebruikt, of over drie randen, wanneer een enkel filmvel wordt samengevouwen) en voorzien van een breekbare kerflijn of aan één rand voorzien van een inkeping om gemakkelijk openscheuren mogelijk te maken. Biaxi-10 aal georiënteerde polypropeenfilm is gemakkelijk scheurbaar en in hoge mate waterdicht. Wanneer metaalfoelie als het buitenste beschermende wikkel wordt gebruikt kan ook deze tijdelijk op elke geschikte wijze worden gesloten, b.v. met behulp van kleefstof, terwijl de metaalfoelie ook eenvoudig nauwkeurig kan worden samengevouwen volgens bekende methoden.

15 Dank zij de buitenste beschermende waterdichte wikkel kan het detergentprodukt worden bewaard onder omstandigheden van hoge vochtigheid of kan het op andere wijze worden blootgesteld aan water zonder dat voortijdig oplossen van de binnenste in water oplosbare zak of lekkage van de vloeibare detergentcompositie worden veroorzaakt.

20 Naast de beschermende functie tegen blootstelling aan vocht be schermt de buitenste beschermende wikkel ook de voor water permeabele buitenste zak tegen contact met vuil en stof uit de omgeving, waardoor de permeabiliteit van het produkt nadelig zou kunnen worden beïnvloed.

Bij een buitenste zak uit non-woven materiaal kunnen vuil- of stofdeel-25 tjes opgesloten raken in het vezelmateriaal, waardoor het artikel onaanvaardbaar voor de eindgebruiker zou worden.

Hoewel het buitenste beschermende wikkel is beschreven als een afzonderlijke, onafhankelijke bedekking, is het ook mogelijk het buitenste wikkel te lamineren aan de in water onoplosbare, voor water permea-30 bele buitenste zak met afpelbaar kleefmateriaal of door warmtelassen langs een of meer randen.

In ieder geval is het voor de consument een eenvoudige taak om de buitenste beschermende wikkel te verwijderen, voordat het detergentprodukt in de wasmachine wordt gebracht.

35 Zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.348.293 is .88015*7 ------aö5 - 14 - het ook mogelijk geschikte tekens, b.v. gedrukte reclame, afbeeldingen, gebruiksaanwijzingen en dergelijke op het buitenste waterdichte beschre-mende wikkel en/of de buitenste, voor water permeabele zak aan te brengen, 5 Ook valt het binnen de omvang van de uitvinding om op de vezels van de buitenste zak uit in water onoplosbaar en voor water permeabel non-woven materiaal een bekleding van een weefselverzachtende compositie aan te brengen, zoals een kationogeen quaternair ammoniumzout, wellicht met een in water onoplosbare was, zodat het verzachtingsmiddel 10 niet wordt geactiveerd (vrijkomt) voordat de verpakking tezamen met de gewassen textielweefsels is overgebracht naar een wasdroger. Dergelijke "door de was heen" weefselverzachtende materialen zijn op zichzelf bekend.

Evenzo kan het non-woven materiaal worden geïmpregneerd met par-15 fum of reukstof voor overdracht op de gewassen artikelen.

Ook kunnen de detergentprodukten in een van de beschreven uitvoeringsvormen in onderling verbonden vorm worden vervaardigd, b.v. in een strip met verbreekbare verbindingen, ter vergemakkelijking van de dosering van verschillende aantal zakjes, zoals geschikt voor verschil-20 lende wasomstandigheden en wasbeladingen.

Onderstaand wordt de vloeibare detergentcompositie van het deter-gentprodukt nader beschreven.

De vloeibare fase van de niet-waterige vloeibare detergentcompositie volgens de uitvinding bestaat voor elk van de verschillende aspec-25 ten uit vloeibaar niet-ionogeen synthetisch organisch detergent en desgewenst, maar bij voorkeur alkyleenglycolmonoalkylether als viskositeits-regelaar en anti-gelvormingsmiddel. Een gedeelte van de vloeistoffase kan echter bestaan uit andere organische oplosmiddelen, die in de compositie terecht kunnen komen als oplosmiddeldragers of als dragers voor 30 een of meer van de vaste deeltjesvormige ingrediënten, zoals in enzyme-suspensies, parfums en dergelijke.

In de praktijk van de uitvinding kan elke van een ruime variëteit van niet-ionogene synthetische organische detergenten worden gebruikt, die algemeen bekend zijn en b.v. zijn beschreven in Surface Active 35 Agents, Vol. II, Schwartz, Perry en Berch, gepubliceerd in 1958 door .880154? - 15 -

Interscience Publishers, en in McCutcheon's Detergents and Emulsifiers/ 1969 Annual. Gewoonlijk zijn de niet-ionogene detergenten poly(laag)ge-alkoxyleerde lipofielen, waarin de gewenste hydrofiel-lipofiel-balans is verkregen door hechting van een hydrofiele poly(laag)alkoxygroep aan 5 een lipofiel molecuulgedeelte. Een geprefereerde klasse van niet-ionogene detergenten is de poly(laag)gealkoxyleerde (hoge)alkanolen, waarin de alkanol 10-22 koolstofatomen bevat en waarin het aantal molen (laag)al-kyleenoxyde (met 2 of 3 koolstofatomen) 3-20 bedraagt. Van zulke materialen worden bij voorkeur zulke gebruikt, waarin de alkanol een vet-10 alcohol met 10 - 11 of 12 - 15 koolstofatomen is en die 5 - 18, bij voorkeur 6-14 lage alkoxygroepen per mol bevatten. De lage alkoxygroe-pen zijn dikwijls ethoxygroepen, maar kunnen in bepaalde gevallen bij voorkeur gemengd zijn met propoxy. Voorbeelden van zulke geëthoxyleerde alcoholen zijn zulke, waarin de alkanol 12 - 15 koolstofatomen bevat 15 en die ongeveer 7 ethyleenoxydegroepen per mol bevatten, b.v. Neodol 25-7 en Neodol 23-6,5, welke produkten door Shell Chemical Company, Inc. worden geproduceerd. Het eerstgenoemde produkt is een condensatieprodukt van een mengsel van vetalcoholen met gemiddeld 12 - 15 koolstofatomen met ongeveer 7 mol ethyleenoxyde, en het laatstgenoemde produkt is een 20 overeenkomstig mengsel, waarin het koolstofatoomgehalte van de vetalco-hol 12 - 13 bedraagt en het aantal ethyleenoxydegroepen gemiddeld ongeveer 6,5 bedraagt. De hogere alcoholen zijn primaire alkanolen. Andere voorbeelden van zulke detergenten zijn Tergitol 15-S-7 en Tergitol 15-S-9, beide lineaire secundaire alcoholethoxylaten, geproduceerd door 25 Union Carbide Corp, Het eerstgenoemde produkt is een gemengd ethoxyle-ringsprodukt van een C^-C^ lineaire secundaire alkanol met 7 mol ethyleenoxyde, en het laatstgenoemde is een soortgelijk produkt, maar met 9 mol ethyleenoxyde.

Ook kunnen in de onderhavige composities als component van het 30 niet-ionogene detergent hogermoleculaire niet-ionogene materialen worden gebruikt, zoals Neodol 45-11, die soortgelijke condensatieprodukten zijn van vetalcoholen met 14 - 15 koolstofatomen en ongeveer 11 ethyleenoxydegroepen per mol. Deze produkten worden eveneens geproduceerd door Shell Chemical Company.

35 Onder de merknaam Dobanol wordt door Shell Chemical Company een . 8 8 (Μ P % ? - 16 - andere groep van vloeibare niet-ionogene materialen in de handel gebracht, b.v. Dobanol 91-5, een geëthoxyleerde CQ-C,, vetalcohol met ge- y 11 middeld 5 mol ethyleenoxyde; en Dobanol 25-7, een geëthoxyleerde ^2^15 vetalcohol met gemiddeld 7 mol ethyleenoxyde; enz.

5 Andere zeer bruikbare niet-ionogene materialen worden vertegen woordigd door de commercieel algemeen bekende klasse van niet-ionogene verbindingen, die het reactieprodukt zijn van een hoge lineaire alcohol en een mengsel van ethyleen- en propyleenoxyden, en die een gemengde keten of blokken van ethyleenoxyde en propyleenoxyde bevatten, eindigend 10 in een hydroxylgroep. Voorbeelden zijn de niet-ionogene materialen, die onder de merknaam Plurafac door BASF in de handel worden gebracht, zoals een C^-c^ vetalcohol, gecondenseerd met 7 mol propyleenoxyde en 4 mol ethyleenoxyde, een C^-C ^ vetalcohol, gecondenseerd met 5 mol propyleenoxyde en 10 mol ethyleenoxyde, een c13-c^5 vetalcohol, geconden-15 seerd met 6 mol ethyleenoxyde en 3 mol propyleenoxyde, enz.

In het algemeen worden de condensatieprodukten van vetalcohol en een mengsel van ethyleenoxyde en propyleenoxyde voorgesteld door de algemene formule RO(C-H-O) (C.H.O) H 3 6 p 2 4 q 20 waarin R een lineaire of vertakte, primaire of secundaire alifatische koolwaterstofgroep, bij voorkeur alkyl of alkenyl, met bijzondere voorkeur alkyl, met 6-20 koolstofatomen, bij voorkeur 10 - 18 koolstofatomen, in het bijzonder 12 - 18 koolstofatomen voorstelt, p een getal is met een waarde van 2-8, bij voorkeur van 3 - 6, en q een getal is met 25 een waarde van 2-12, bij voorkeur 4-10. Deze condensatieprodukten kunnen met voordeel worden gebruikt wanneer geringe schuimvorming gewenst is. Verder hebben deze capillairactieve verbindingen het voordeel van lage gelvormingstemperaturen. Mengsels van twee of meer van deze gemengde ethyleenoxyde-propyleenoxyde/vetalcohol-condensatieprodukten kun-30 nen worden gebruikt, evenals mengsels van deze condensatieprodukten met een of meer van de hierboven beschreven gealkoxyleerde niet-ionogene verbindingen, terwijl ook mengsels van de geëthoxyleerde niet-ionogene materialen kunnen worden toegepast.

Met het oog op de lage gelvormingstemperaturen en lage gietpun-35 ten verdient een andere klasse van niet-ionogene capillairactieve ver- 8 8 P· t 5 4 ? - 17 - bindingen de voorkeur, met name de cj2~Ci3 secun<*aire vetalcoholen met een betrekkelijk nauw traject van ethyleenoxydegehalten binnen het traject van 7-9 mol, in het bijzonder ongeveer 8 mol ethyleenoxyde per molecuul, en de Cg-Cjj» in het bijzonder C1Q vetalcoholen, geëthoxyleerd 5 met ongeveer 6 mol ethyleenoxyde.

De composities volgens de uitvinding bevatten bij voorkeur een organisch alkyleenglycolalkylether-oplosmiddel, dat fungeert als viskosi-teitsregelaar en ge1-inhibiterend middel voor het vloeibare niet-iono-gene capillairactieve materiaal. Alkyleenglycolalkylethers, zoals de 10 onder de merknamen Carbopol en Carbitol in de handel gebrachte verbindingen, die betrekkelijk korte kooIwaterstofketenlengten (C2-Cg) en een laag alkyleenoxydegehalte (ongeveer 2-6 ethyleenoxyde- en/of propyleen-oxyde-eenheden per molecuul) bezitten, zijn bijzonder geschikte viskosi-teitsregelaars en anti-gelvormingsoplosmiddelen in de composities vol-15 gens de uitvinding. Geschikte glycolethers kunnen worden voorgesteld door de algemene formule R2

i I

R 0(CH_CH0) H

1 2 n 2 waarin R een C -C , bij voorkeur C.-C alkylgroep en R waterstof of

18 X D

20 methyl voorstellen en n een getal is met een gemiddelde waarde van 1-6, bij voorkeur van 1-4.

De glycolethers kunnen ook worden beschouwd als condensatiepro-dukten van C -C0 alcoholen met ethyleenoxyde of propyleenoxyde in mol- 1 o verhoudingen van alcohol tot alkoxyde van 1 : 1 tot 6:1.

25 Specifieke voorbeelden van geschikte oplosmiddelen zijn ethyleen- glycolmonoëthylether (C2H5-0-CH2CH20H), diëthyleenglycolmonobutylether (C^Hg-O- (CH2CH20) 2H) , tetraethyleenglycolmonoöctylether (CgH^-0-(CH2CH20)4H>, tripropyleenglycolmethylether (CH^-O-(CH2CH(CH^)0)^ΗΊ, enz. Diëthyleenglycolmonobutylether en tripropyleenglycolmonomethylether 30 hebben de voorkeur, waarvan tripropyleenglycolmethylether bijzondere voorkeur verdient.

De hoeveelheid niet-ionogeen capillairactief materiaal bedraagt in het algemeen 20 - 70%, zoals 30 - 60%, b.v. 35% of 40% van het gewicht van de compositie. De hoeveelheid alkyleenglycol is gewoonlijk 35 tot 20%, bij voorkeur tot 15%, b.v. 0,5 - 15%, bij voorkeur 5,0 - 12,5%, v {Hüi' 4*4? - 18 - zoals 8%, 10% of 12%. De gewichtsverhouding van niet-ionogeen capillair-actief materiaal tot alkyleenglycolether is gelegen tussen 100 : 1 en 1:1, bij voorkeur tussen 50 : 1 en 2 : 1, zoals 10:1,8:1,6:1, 4 : 1 of 3 : 1.

5 De detergentcomposities volgens de uitvinding kunnen tevens als essentieel bestanddeel tenminste één fijnverdeeld weefsel behandelend vast deeltjesvormig materiaal bevatten. Hiertoe worden gerekend deter-gentopbouwzouten (anorganisch of organisch), bleekmiddelen, bleekmiddel-activators, anti-herafzettingsmiddelen en vuil suspenderende middelen, 10 enzymen, optische heldermakers, pigmenten, verdikkingsmiddelen en dergelijke, en in het algemeen zullen mengsels van twee of meer verschillende klassen van gesuspendeerde vaste deeltjes aanwezig zijn. 'Bijzonder geprefereerde weefsel behandelende deeltjes zijn de in water oplosbare en/of in water dispergeerbare detergentopbouwzouten van hydroxypo-15 lycarbonzuur met 4-8 koolstofatomen. Deze opbouwzouten kunnen 2 of 3 carboxylgroepen en 1 - 4 hydroxylgroepen per molecuul bevatten. Bij voorkeur bevatten zij 4-6 koolstofatomen inclusief de carbojylkool-stofatomen, per molecuul. Voorbeelden van geschikte zuren zijn appel-zuur, HC^CC^CH (OH) CO^H; wijnsteenzuur, HC^CCHiOH) CH(OH) CC^H? citroen-20 zuur, H02CCH2C(0H) (C02H)CH2C02H; isocitroenzuur, H02CCH2CH(CC>2H)CH(0H)-C02H,· tricarballylzuur (1,2-dihydroxy-l ,2,3-propyleentricarbonzuur) , H02CCH2C(0H) (C02H)CH(0H)C02H; trihydroxyglutaarzuur, HC>2CCH(0H) CH(OH) -CH(0H)C02H; mucinezuur, HC>2CCH(OH)CH(OH)CH(OH) CH (OH)CC>2H. Citroenzuur en wijnsteenzuur hebben de voorkeur.

25 Als het kation van de zouten van deze zuren hebben de alkalime- talen, zoals natrium en kalium, de voorkeur, in het bijzonder natrium. Verder kunnen de zouten de vorm hebben van het mono-, di- of trizout, zoals mononatrium-, dinatrium- of trinatriumcitraat, bij voorkeur het laatstgenoemde. Wanneer echter het mononatrium- of dinatriumcitraat 30 wordt gebruikt, verdient het de voorkeur een extra alkalisch opbouwzout toe te voegen, zoals natriumsilicaat, b.v. dinatriumsilicaat, om de pH op ongeveer hetzelfde niveau te brengen als wordt verkregen wanneer het trinatriumcitraat wordt gebruikt. Evenzo kunnen bij gebruik van mono-natriumtartraat extra alkalische verbindingen worden toegevoegd ter ver-35 hoging van het pH-niveau tot het gewenste alkalische traject. Verder .8801547 h - 19 - kunnen de zouten worden gebruikt in hun watervrije of gehydrateerde vorm, b.v. natriumcitraatdihydraat.

De alkalimetaalmono- of polyhydroxy- di- of tricarbonzuurzouten hebben het voordeel van een groot calcium en magnesium bindend vermo-5 gen, dat hen in staat stelt de vorming van onoplosbare calcium- en magne-siumzouten te inhibiteren; de volgens de uitvinding te gebruiken opbouw-zouten zijn met name superieure anti-korstvormingsmiddelen.

Om doelmatig als anti-korstvormingsmiddelen te kunnen fungeren zijn de hydroxypolycarbonzuuropbouwzouten in de compositie aanwezig in 10 hoeveelheden van tenminste 10 gew.%, bij voorkeur tenminste 20 gew.% en tot ongeveer 60 gew.%, bij voorkeur tot ongeveer 50 gew.%, b.v. in hoeveelheden van 15 of 20 gew.% tot 50 - 66 gew.%, met bijzondere voorkeur in hoeveelheden van 25 - 45 gew.%, berekend op de totale compositie.

Zij vormen bij voorkeur tenminste 50 gew.%, in het bijzonder tenminste 15 75 gew.% van de in totaal in de compositie aanwezige hoeveelheid gesus pendeerde vaste deeltjes.

Naast of in plaats van de hydroxypolycarbonzuurzouten kunnen ook andere anorganische en/of organische opbouwzouten, bij voorkeur niet van het polyfosfaattype, in de compositie worden opgenomen. Voorbeelden 20 van geschikte opbouwzouten zijn beschreven in de genoemde Amerikaanse octrooischriften 4.316.812, 4.264.466, 3.630.929, 4.661.280 en vele andere. Voorbeelden van in water oplosbare anorganische alkalische opbouwzouten, die kunnen worden gebruikt, zijn alkalimetaalcarbonaten, -boraten, -bicarbonaten en -silicaten (ook kunnen ammonium- of gesubsti-25 tueerdeammoniumzouten worden gebruikt). Specifieke voorbeelden van zulke zouten zijn natriumcarbonaat, natriumtetraboraat, natriumbicarbonaat, natriumsesquicarbonaat en kaliumbicarbonaat.

Hoewel het de voorkeur verdient dat de detergentcompositie vrij is van fosfaat of polyfosfaat-opbouwzouten, kunnen in sommige gevallen 30 geringe hoeveelheden van de conventionele polyfosfaatopbouwzouten worden toegevoegd, waar de plaatselijke wetgeving dat toelaat. Specifieke voorbeelden van zulke opbouwzouten zijn natrium- of kaliumtripolyfosfaat, natriumkaliumpyrofosfaat, natriumhexametafosfaat, natriummono- en -dior-thofosfaat. Natriumtripolyfosfaat (TPP), gewoonlijk in hoeveelheden tot 35 ongeveer 30% tot 40%, bij voorkeur tot ongeveer 20%, zoals 5 - 15%, ver- ; H 0 1 5 4 7 -20-.

dient bijzondere voorkeur wanneer fosfaat bevattende componenten niet verboden zijn. Niettemin is de hoeveelheid fosfaat-of polyfosfaat-opbouw-zout niet groter dan 10%, b.v. 0-6%, bij voorkeur 0-3%. Fosfaatvrije composities hebben de bijzondere voorkeur.

5 Een andere klasse van anorganische opbouwzouten, die gebruikt kunnen worden, zijn de in water onoplosbare aluminosilicaten, zowel van het kristallijne als het amorfe type, b.v. kristallijne zeolieten.

Voorbeelden van organische alkalische sequestrerende opbouwzouten, die op zichzelf met het detergent of gemengd met andere organische 10 en anorganische opbouwzouten kunnen worden gebruikt, zijn alkalimetaal-, ammonium- of gesubstitueerd ammoniumaminopolycarboxylaten, b.v. natrium-en kaliumethyleendiaminetetra-acetaat (EDTA), natrium- en kaliumnitrilo-triacetaten (NTA) en triëthanolammonium-N-(2-hydroxyethyl)-nitrilodiace-taten. Ook gemengde zouten van deze polycarboxylaten zijn geschikt.

15 Geschikte additionele opbouwzouten van het organische type zijn carboxymethylsuccinaten, tartronaten en glycolaten en de polyacetalcar-boxylaten.

De totale hoeveelheid gesuspendeerd detergentopbouwzout, inclusief het geprefereerde hydroxypolycarbonzuurzout of een van de andere 20 anorganische en/of organische opbouwzouten, berekend op de totale compositie, bedraagt gewoonlijk 10 - 55 gew.%, zoals 20 - 50 gew.%, b.v. 25 -40 gew.%. Boven ongeveer 55% wordt het uitermate moeilijk gemakkelijk vloeiende en gietbare composities te vormen, zelfs bij hoge oplosmiddel-gehalten.

25 Het is dikwijls gewenst het opbouwzout aan te vullen met een hulp- opbouwmateriaal, zoals een polymeer carbonzuur met een groot calcium/mag-nesium bindend vermogen ter verdere inhibitering van korstvorming, die anders zou kunnen worden veroorzaakt door vorming van onoplosbare calcium- of magnesiumzouten.Zulke hulpopbouwmaterialen zijn algemeen bekend 30 en omvatten b.v. polyacrylopbouwmaterialen, zoals Sokolan CP5, een co-polymeer van ongeveer gelijke molaire hoeveelheden methacrylzuur en ma-leïnezuuranhydride, volledig geneutraliseerd onder vorming van het na-triumzout daarvan. De hoeveelheid hulpopbouwzout is in het algemeen niet groter dan 6 gew.%, bij voorkeur 1/4 - 4%, zoals 1%, 2% of 3%, be-35 rekend op het totale gewicht van de compositie.

,8901547 - 21 -

Andere weefsel behandelende vaste deeltjesvormige toevoegsels of hulpstoffen, die in het detergentprodukt, gewoonlijk in ondergeschikte hoeveelheden, aanwezig kunnen zijn om het verdere gewenste eigenschappen van functionele of esthetische aard te verlenen, zijn vuil suspen-5 derende of anti-herafzettingsmiddelen, b.v. polyvinylalcohol, vetamiden, natriumcarboxymethylcellulose, hydroxypropylmethylcellulose enz., gewoonlijk in hoeveelheden tot 10 gew.%, b.v. 0,1 - 10%, bij voorkeur 1-5%; optische heldermakers, b.v. katoen, polyamide en polyester heldermakers, zoals stilbeen, triazool en benzidinesulfoncomposities, bij voorkeur 10 stilbeen heldermaker in hoeveelheden tot 2 gew.%, bij voorkeur tot 1 gew.%, zoals 0,1 - 0,8 gew.%.

Blauwmiddelen, zoals ultramarineblauw; enzymen, bij voorkeur pro-teolytische enzymen, zoals subtilisine, bromeline, papaine, trypaxne en pepsine, alsmede enzymen van het amylase-type, enzymen van het lipase-15 type en met bijzondere voorkeur mengsels van twee of drie verschillende klassen daarvan; bactericiden, b.v. tetrachloorsalicylanilide, hexachlo-rofeen; fungiciden; kleurstoffen; pigmenten (in water dispergeerbaar); conserveringsmiddelen; ultraviolet absorberende stoffen; anti-vergelings-middelen, zoals natriumcarboxymethylcellulose; pH modificerende midde-20 len en pH-buffers; kleurveilige bleekmiddelen; parfums; antischuimmidde-len of schuimonderdrukkers, b.v. silicoonverbindingen, kunnen eveneens worden gebruikt.

De bleekmiddelen worden gemakshalve geklassificeerd als chloor-bleekmiddelen en zuurstofbleekmiddelen. Zuurstofbleekmiddelen hebben de 25 voorkeur en worden vertegenwoordigd door perverbindingen, die in oplossing waterstofperoxyde vrijmaken. Geprefereerde voorbeelden zijn natrium- en kaliumperboraten, -percarbonaten en -perfosfaten, en kaliummono-persulfaat. De perboraten, in het bijzonder natriumperboraatmonohydraat, hebben de bijzondere voorkeur.

30 De perzuurstofverbinding wordt bij voorkeur gemengd met een ac tivator daarvoor toegepast. Geschikte activators, die de effectieve werk-temperatuur van het peroxydebleekmiddel kunnen verlagen, zijn b.v. beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.264.466 of in kolom 1 van het Amerikaanse octrooischrift 4.430.244. Poly-geacyleerde verbindingen 35 zijn geprefereerde activators; onder deze verbindingen hebben tetra- .880154? - 22 - acetylethyleendiamine (TAED) en penta-acetylglucose de bijzondere voorkeur.

Andere geschikte activators zijn b.v. acetylsalicylzuurderivaten, ethylideenbenzoaatacetaat en zouten daarvan, ethylideencarboxylaatace-5 taat en zouten daarvan, alkyl- en alkenylbarnsteenzuuranhydride, tetra-acetylglyco-uril (TAGU) en de derivaten daarvan.

Bij voorkeur wordt een sequestreermiddel met een groot complexvormend vermogen opgenomen om ongewenste reacties tussen peroxyzuur en waterstofperoxyde in de wasoplossing in tegenwoordigheid van metaalionen 10 te inhibiteren. Geprefereerde sequestreermiddelen zijn in staat tot vorming van een complex met Cu(II)ionen, zodanig dat de stabiliteitscon-stante (pK) van de complexvorming gelijk is aan of groter is dan 6 bij 25°C in water van een ionensterkte van 0,1 mol/liter. Voorbeelden van andere geschikte sequestreermiddelen dan de genoemde zijn verbindingen 15 zoals diëthyleentriaminepenta-azijnzuur, diëthyleentriaminepentamethy-leenfosforzuur en ethyleendiaminetetramethyleenfosforzuur.

Volgens het eerste aspect van de uitvinding wordt de fysische stabiliteit van de suspensie van de detergentopbouwverbinding of verbindingen of enig ander gesuspendeerd toevoegsel, zoals bleekmiddel en der-20 gelijke, in de vloeibare drager drastisch verbeterd door de aanwezigheid van een stabiliseringsmiddel, dat volgens de uitvinding bestaat uit een elastisch netwerk vormende organofiele gemodificeerde klei.

De organofiele gemodificeerde klei kan gebaseerd zijn op elke zwellende klei, gemodificeerd ter vertoning van een hoge gelvormende ef-25 ficiëntie in de organische vloeibare drager. Als voorbeelden van zulke zwellende kleimaterialen, die kunnen worden gebruikt (na geschikte modificatie, zoals nader te beschrijven) kunnen genoemd worden de smectiet-kleisoorten, in het bijzonder bentoniet, b.v. natrium- en lithiumbento-nieten; montmorillonieten, b.v. natrium- en calciummontmorillonieten; 30 saponieten, b.v. natriumsaponieten; en hectorieten, b.v. natriumhecto- rieten. Andere representatieve kleisoorten zijn beidelliet en stevensiet.

De genoemde kleisoorten van het smectiettype zijn drielaags-kleimaterialen, gekarakteriseerd door het vermogen van de laagvormige structuur om zijn volume enige malen te vergroten door zwellen of expan-35 deren bij aanwezigheid van water onder vorming van een thixotrope gelati- .8801547 - 23 - neuze stof. Er zijn twee hoofdklassen van kleimaterialen van het smec-tiettype: in de eerste klasse is aluminiumoxyde in het silicaatkristal-rooster aanwezig; in de tweede klasse is magnesiumoxyde in het silicaat-kristalrooster aanwezig. Atoomsubstitutie door ijzer, magnesium, natrium, 5 kalium, calcium en dergelijke kan binnen het kristalrooster van de smec-tietkleimaterialen optreden. Het is gebruikelijk onderscheid tussen kleimaterialen te maken op basis van hun overwegende kation. Zo is b.v. een natriumklei een klei, waarin het kation overwegend natrium is. Aluminiumsilicaten, waarin natrium het overwegende kation is, hebben de 10 voorkeur, b.v. bentonietklei. Onder de bentonietkleimaterialen verdienen die uit Wyoming {algemeen aangeduid als westers of Wyoming bentoniet) bijzondere voorkeur.

Geprefereerd zwellend bentoniet is als industrieel bentoniet in de handel verkrijgbaar onder de merknaam Mineral Cblloid van Benton Clay 15 Company, aangesloten bij Georgia Kaolin Co. Deze materialen, die dezelfde zijn als vroeger onder de merknaam THIXO-JEL werden verkocht, zijn selectief gewonnen en behandeld bentoniet en de best bruikbare zijn verkrijgbaar als Mineral Colloid Nos. 101 enz., corresponderend met THIXO-JEL 1, 2, 3 en 4. Deze materialen hebben een pH (6%'s concentratie in 20 water) van 8 - 9,4, maximum gehalten aan vrij vocht van ongeveer 8% en soortelijke gewichten van ongeveer 2,6, en voor de verpoederde kwaliteit wordt tenminste ongeveer 85% (en bij voorkeur 100%) doorgelaten door een zeef met een maaswijdte van 0,074 mm. Het zwelvermogen van het bentoniet in water bedraagt gewoonlijk 2-15 ml/g en zijn viskositeit bij een 25 6%’s concentratie in water is gewoonlijk 8-30 centipoise.

In plaats van THIXO-JEL of Mineral Colloid bentoniet kan men pro-dukten gebruiken, zoals door American Colloid Company, Industrial Division, in de handel gebracht als General Purpose Bentonite Powder, 325 mesh, waarvan tenminste 95% een diameter heeft van minder dan 44 30 micrometer (vochtig) en tenminste 96% een diameter heeft van minder dan 74 micrometer (droog). Dergelijk waterhoudend aluminiumsilicaat bestaat hoofdzakelijk uit montmorilloniet (90% minimum) met kleine hoeveelheden veldspaat, biotiet en seleniet. Een typische analyse op "watervrije" basis is 63,0% silica, 21,5% alumina, 3,3% ijZer(III) (als Fe^O^), 0,4% 35 ijzer(II) (als FeO), 2,7% magnesium (als Mg), 2,6% natrium en kalium . 8 8 0 1 ü 4 7 t - 24 - (als ^£0), 0,7% calcium (als CaO) , 5,6% kristalwater (als H^O) en 0,7% spore-elementen.

Hoewel het westerse bentoniet de voorkeur heeft, kan ook ander bentoniet worden gebruikt, zoals verkregen door behandeling van itali-5 aans of analoog bentoniet, dat betrekkelijk geringe eenwaardige metalen (natrium en kalium), met alkalische materialen, zoals natriumcarbonaat, ter verhoging van het kationuitwisselende vermogen van zulke produkten. Het Na20-gehalte van het bentoniet bedraagt tenminste ongeveer 0,5%, bij voorkeur tenminste 1% en in het bijzonder tenminste 2%, zodat de 10 klei een bevredigende zwelling vertoont. Geprefereerd zwellend bentoniet van de bovenbeschreven typen is verkrijgbaar onder de merknamen Laviosa en Winkelmann, b.v. Laviosa AGB en Winkelmann G-13. Andere voorbeelden zijn Veegum F en Laponite SP, beide natriumhectorieten, Gelwhite L, een calciummontmorilloniet, Gelwhite GP, een natriummontmorilloniet, 15 Barasym LIH 200, een lithiumhectoriet.

De hierboven beschreven smectietkleimaterialen zijn hydrofiel, d.w.z. dat zij in waterige media zweleigenschappen vertonen. Omgekeerd zijn zij organofoob en vertonen zij in niet-waterige of overwegend niet-waterige systemen geen Zwelling.

20 Volgens de uitvinding wordt de organofobe aard van de smectiet kleimaterialen omgezet in een organofiele aard, b.v. door uitwisseling van het metaalkation, b.v. Na, K, Li, Ca, enz. van de klei tegen een organisch kation, tenminste aan het oppervlak van de kleideeltjes. Dit kan b.v. tot stand worden gebracht door samenmengen van de klei, orga-25 nisch kation en water, bij voorkeur bij een temperatuur tussen 20 en 100°C, gedurende voldoende tijd voor wisselwerking van het organische kation en de kleideeltjes, tenminste aan het oppervlak daarvan, gevolgd door filtreren, wassen, drogen en malen. Voor verdere details wordt verwezen naar de Amerikaanse octrooischriften 2.531.427, 2.966.506, 30 4.105.578, 4.208.218, 4.287.086, 4.424.075 en 4.434.076.

Het organische kationogene materiaal is bij voorkeur een quater-naire ammoniumverbinding, in het bijzonder een met capillairactieve eigenschappen, hetgeen wijst op tenminste één koolwaterstofgroep met lange keten (b.v. 8 - 22 koolstofatomen), hoewel capillairactieve eigen-35 schappen of andere gunstige eigenschappen voor weefsel niet vereist zijn, 1880 1547 9 - 25 - terwijl evenmin van wezenlijk belang is of het niet-ionogene modificatie-middel zelf geschikt is als suspendeermiddel. Niettemin kunnen de katio-nogene capillairactieve verbindingen, als hulpsuspendeermiddelen genoemd in het Amerikaanse octrooischrift 4.264.466 in de kolommen 23 - 29, wor-5 den gebruikt voor modificatie van het smectietkleimateriaal om het or-ganofiel te maken. Ook kunnen de organische kationogene stikstofverbindingen, beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 2.531.427 of genoemd in de octrooischriften 2.966.506, 4.105.578 enz., met gunstig gevolg worden gebruikt.

10 De geprefereerde modificatiemiddelen zijn de quaternaire ammonium- verbindingen met formule / x‘ waarin R , R^, R^ en elk onafhankelijk van elkaar waterstof of een hydrofobe organische alkyl-, aryl-, aralkyl-, alkaryl- of alkenylgroep 15 met 1-30 koolstofatomen, bij voorkeur met 1-22 koolstofatomen voorstellen, waarbij tenminste twee groepen R bij voorkeur 1-6 koolstofatomen bevatten en tenminste één groep R, bij voorkeur ten hoogste twee groepen R 8 - 22 koolstofatomen bevatten, en X een anion voorstelt, dat anorganisch kan zijn, zoals halogenide, b.v. chloride of bromide, sul-20 faat, fosfaat, hydroxyde of nitraat, of organisch, zoals methylsulfaat, ethylsulfaat, of vetzuur, bv. acetaat, propionaat, laureaat, myristaat, palraitaat, oleaat of stearaat.

Voorbeelden van geprefereerde organofiele modificatiemiddelen zijn de mono- en dialkyl quaternaire verbindingen, waarin de alkylgroep 25 een lange keten heeft (b.v. Cg - C^g, in het bijzonder C^g-C^g). Representatieve voorbeelden van de mono-alkyl met lange keten quaternaire ammonium capillairactieve verbindingen zijn stearyltrimethylammonium-chloride, talk-trimethylammoniumchloride, benzylstearyldimethylammonium-chloride, benzyl gehydrogeneerd tallowdimethylammoniumchloride, benzyl-30 cetyldimethylammoniumchloride en de corresponderende bromiden, jodiden, sulfaten, methosulfaten, acetaten en andere anionen zoals eerder genoemd.

Typisch representatieve voorbeelden van de di-alkyl met lange keten quaternaire ammoniumverbindingen zijn dimethyldistearylammoniumchloride, dimethyldicetylammoniumchloride, dimethylstearylcetylammoniumchloride, 35 dimethylditallowammoniumchloride, dimethylmyristylcetylammoniumchloride, . 0 8 n 5 4 7 - 26 - en de overeenkomstige bromiden, jodiden, sulfaten, methosulfaten, acetaten en andere anionen zoals eerder genoemd. Andere representatieve verbindingen zijn octadecylammoniumchloride, hexadecylammoniumacetaat enz.

5 Behalve de quaternaire ammonium-(QA)-verbindingen kunnen ook an dere quaterniseerbare stikstof bevattende organische kationen worden gebruikt voor de vorming van organofiele kleideeltjes. Zo kan b.v. melding worden gemaakt van imidazoliniumverbindingen, zoals b.v. l-(2-hy-droxyethyl)-2-dodecyl-l-benzyl-2-imidazoliniumchloride, en een heterocy-10 clische stikstofring bevattende verbindingen, zoals door koolwaterstof met lange keten gesubstitueerde pyrrolidonen, pyridenen, morfolinen en dergelijke, zoals N,N-octadecylmorfoliniumchloride.

De hoeveelheid organische kationsubstitutie behoeft slechts die hoeveelheid te zijn, die voldoende is om aan de klei de vereiste organo-15 fiele eigenschap te verlenen ter verschaffing van de gewenste grotere stabiliseringseigenschap. Deze hoeveelheid kan, afhankelijk van de aard van de organische substituent, 10 - 100% bedragen, bij voorkeur 20 -100%, zoals 30%, 40%, 50% of 60% van de beschikbare base-uitwisselings-capaciteit van het kleimateriaal. Gewoonlijk en bij voorkeur wordt ten-20 minste voldoende van de organische verbinding gebruikt om het oppervlak van de kleideeltjes te bedekken of te bekleden.

Geschikte organofiele kleimaterialen, die volgens de uitvinding kunnen worden gebruikt, zijn in de handel verkrijgbaar, b.v. de onder de merknaam Bentone van NL Industries, New York, in de handel gebrachte 25 produkten, zoals Bentone 27, een hectorietklei (magnesiummontmorillo-niet), gemodificeerd met benzyldimethyl gehydrogeneerd tallow-ammonium-chloride, en Bentone 38, een hectorietklei, gemodificeerd met dimethyl-dioctadecylammoniumchloride. Andere bronnen van organofiele kleimaterialen zijn b.v. Sud-Chemie, München, West-Duitsland; Laviosa, Livorno, 30 Italië; Laporte, Frankrijk; en Perchem, Verenigd Koninkrijk.

De organofiele kleimaterialen worden slechts in ondergeschikte hoeveelheid gebruikt, in het algemeen minder dan 1,0 gew.%, bij voorkeur minder dan 0,7 gew.%, berekend op de totale compositie. Gewoonlijk zijn hoeveelheden van tenminste ongeveer 0,1 gew.%, bij voorkeur 0,2 35 gew.%, zoals 0,25%, 0,3%, 0,35% of 0,4%, voldoende voor de bereiding .8801547 - 27 - van stabiele thixotrope niet-waterige vloeibare suspensies van fijnver-deeld detergentopbouwmateriaal of ander in water oplosbaar of dispergeer-baar weefsel behandelend middel.

De organofiele gemodificeerde klei kan in de niet-waterige vloei-5 bare dispersie van de gesuspendeerde deeltjesvormige ingrediënten direct als een poeder worden opgenomen of na eerst te zijn gedispergeerd in een gedeelte van de vloeibare drager van de suspensie, b.v. de vloeibare niet-ionogene capillairactieve verbinding, welke laatstgenoemde methode de voorkeur heeft. Verder kan de organofiele klei, hetzij direct toege-10 voegd aan de suspensie als een poeder, hetzij voorgegeleerd in een gedeelte van de vloeibare drager, aan de suspensie worden toegevoegd voordat of nadat de suspensie werd gemalen tot de vereiste gemiddelde deeltjesgrootte van niet meer dan 15 micrometer, bij voorkeur niet meer dan 10 micrometer, in het bijzonder van 1-10 micrometer en liefst van 4 -15 8 micrometer.

In een voorkeursuitvoeringsvorm wordt de organofiele klei eerst voorgedispergeerd, hetzij in een gedeelte van de vloeibare niet-ionogene capillairactieve verbinding, die de voornaamste vloeibare drager vormt, hetzij in een ander niet-ionogeen capillairactief materiaal of in een 20 oplosmiddel of verdunningsmiddel, zoals eerder beschreven, of in een geschikt mengsel van een of meer capillairactieve verbindingen en/of een of meer oplosmiddelen en/of een of meer verdunningsmiddelen. De voorgedispergeerde kleisuspensie kan zonodig worden gemalen in een maalinrichting met hoge afschuiving onder vorming van een organofiel klei-25 vóórgel. Afzonderlijk wordt het overige vaste deeltjesvormige materiaal gesuspendeerd in de vloeibare niet-ionogene capillairactieve verbinding en desgewenst verdunningsmiddel/oplosmiddel en vervolgens gemalen. Het klei-vóórgel en de suspensie van deeltjesvormig materiaal kunnen tot de uiteindelijk gewenste gemiddelde deeltjesgrootte worden gemalen alvorens 30 met elkaar te worden gemengd, terwijl ook het vóórgel en de suspensie kunnen worden gemengd en vervolgens verder worden gemalen. In het laatstgenoemde geval kan het gesuspendeerde deeltjesvormige materiaal verder bijdragen aan de wrijving van de organofiele kleideeltjes.

Binnen het kader van de uitvinding kunnen ook andere suspensie 35 stabiliserende middelen, rheologische toevoegsels en anti-gelvormings- .8801547 - 28 - .

middelen worden toegevoegd.

Ook kunnen andere suspensie-stabilisators worden gebruikt. Zo kunnen b.v. de aluminiumzouten van hogere vetzuren, in het bijzonder aluminiumstearaat, zoals beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 5 4.661.280, aan de compositie worden toegevoegd, b.v. in een hoeveelheid van 0-3 gew.%, bij voorkeur 0-1 gew.%, zoals 0,05 - 0,8 gew.%.

Een andere potentieel bruikbare stabilisator is een zure organische fosforverbinding met een zure -POH-groep. De zure organische fos-forverbinding kan b.v. een partiële ester zijn van fosforzuur en een 10 alcohol, zoals een alkanol met een lipofiel karakter, die b.v. meer dan 5 koolstofatomen, b.v. 8 - 20 koolstofatomen bevat. Een specifiek voorbeeld is een partiële ester van fosforzuur en een C -C alkanol.

lo lo

Empiphos 5632 van Marchon bestaat uit ongeveer 35% monoëster en 65% di-ester. Indien toegepast zijn hoeveelheden van de fosforzuurverbinding 15 tot ongeveer 3%, bij voorkeur tot 1%, voldoende.

Een niet-ionogene capillairactieve verbinding, die gemodificeerd is onder omzetting van een vrije hydroxylgroep in een molecuulgedeelte met een vrije carboxylgroep, zoals een partiële ester van een niet-ionogene capillairactieve verbinding en een polycarbonzuur, kan in de 20 compositie worden opgenomen ter verdere verbetering van de rheologische eigenschappen. Zo kunnen b.v. hoeveelheden van de niet-ionogene capillairactieve verbinding met eindstandige zuurgroep tot één deel per deel van de niet-ionogene capillairactieve verbinding voldoende zijn.

Geprefereerde detergentcomposities volgens de uitvinding worden 25 samengesteld uit de hieronder genoemde ingrediënten in de geprefereerde (ruim), meer geprefereerde (tussen) en meest geprefereerde (nauw) hoeveelheden: gew.% breed tussen nauw 30 niet-ionogeen capillairactief detergent 20-50 28-50 30-46 alka1imetaalhydroxypolycarbonzuur- opbouwzout 1) 20-42 22-40 25-37 anti-korstvormingsmiddel, b.v. copo- 35 lymeer van methacrylzuur en maleïnezuur- anhydride,alkalimetaalzout 0-5 1-3 1,5-2,5 »8801547 * - 29 - ander(e) opbouwzout(en) 2) 0-30 0-20 0-10 alkyleenglycolalkylether, viskositeits-verminderend oplosmiddel/anti-gelvormingsmiddel 0-20 6-15 8-12,5 5 alkanolfosforzuurester 0- 1 0-0,5 0-0,2 niet-ionogene capillairactieve verbinding met eindstandige zuurgroep 0-10 0-8 0-4 bleekmiddel 0-20 8-15 9-13,5 bleekactivator 0-8 3-6 3,5-5,5 10 alkalimetaalsilicaat corrosie-inhibitors 0-20 0-15 0-10 sequestreermiddel 0-4 0,2-1,0 0,4-0,6 anti-herafzettingsmiddel 0-5 0,6-1,5 0,8-1,25 optische heldermaker 0-0,8 0,2-0,6 0,25-0,4 enzymen 0-2 0,1-1,3 0,4-0,7 15 parfum 0-1 0,2-1,0 0,4-0,6 kleurstof en/of pigment 0-1 0,2-0,6 0,3-0,5 antischuimmiddelen en schuimonderdrukkers 0-15 0-5 0-3 organofiele klei 3) 0,05-1,0 0,1-0,7 0,2-0,5 1) Trajecten zijn opgegeven voor het derde aspect; voor de andere aspec- 20 ten een facultatief ingrediënt.

2) Trajecten opgegeven voor het derde aspect; voor andere trajecten gelden voor het ruime traject, het tussentraject en het nauwe traject hoeveelheden van resp. 10 - 50 gew.%, 20 - 45 gew.% en 22 - 40 gew.%.

25 3) Trajecten zijn opgegeven voor het eerste aspect; voor andere aspec ten een facultatief ingrediënt.

In een voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, die voor alle aspecten van de uitvinding van toepassing is, wordt het mengsel van vloeibaar niet-ionogeen capillairactief materiaal en vaste ingrediënten 30 gemalen, b.v. in een zandmolen of kogelmolen. Bijzonder geschikt zijn molens van het wrijvingstype, b.v. zoals in de handel gebracht door Wiener in Amsterdam of Netzsch in Duitsland, waarin de deeltjesgrootte van de vaste ingrediënten wordt verminderd tot minder dan ongeveer 15 micrometer, b.v. tot een gemiddelde deeltjesgrootte van 2-10 microme-35 ter of zelfs kleiner (b.v. 1 micrometer). Bij voorkeur heeft minder dan 71801647 - 30 - 10%, in het bijzonder minder dan ongeveer 5% van alle gesuspendeerde deeltjes een deeltjesgrootte van meer dan 15 micrometer, bij voorkeur 10 micrometer. Daar de hygroscopiciteit van de gemalen deeltjes, in het bijzonder wanneer aanwezig, in het algemeen toeneemt naarmate de deel-5 tjesgrootte daalt, verdient het tevens de voorkeur dat de gemiddelde deeltjesgrootte tenminste 3 micrometer, in het bijzonder ongeveer 4 micrometer bedraagt. Composities, waarvan de gedispergeerde deeltjes een dergelijke geringe grootte hebben, bezitten verbeterde stabiliteit tegen scheiding of bezinking bij opslag. Ook kunnen andere typen molens wor-10 den gebruikt, zoals een tandmolen, kegelmolen en dergelijke.

Bij het malen verdient het de voorkeur dat de hoeveelheid vaste ingrediënten groot genoeg is (b.v. tenminste ongeveer 40%, zoals ongeveer 50%) om de vaste deeltjes met elkaar in aanraking te doen komen en niet van elkaar worden afgeschermd door de niet-ionogene capillairactie-15 ve vloeistof. Molens, waarin maalkogels (kogelmolens) of soortgelijke mobiele maalelementen worden gebruikt, hebben zeer goede resultaten opgeleverd. Men kan een ladingsgewijze werkende laboratoriummolen met steatietmaalkogels van 8 mm gebruiken. Voor werk op grotere schaal kan een continu werkende molen worden gebruikt, waarin maalkogeltjes met een 20 diameter van 1 mm of 1,5 mm werken in een zeer kleine spleet tussen een stator en een met betrekkelijk hoge snelheid roterende rotor (b.v. een CoBall molen)? bij gebruik van een dergelijke molen is het gewenst het mengsel van niet-ionogeen capillairactief materiaal en vaste stof eerst door een molen te voeren, waarin geen fijne maling tot stand wordt ge-25 bracht (b.v. een colloïdmolen) onder vermindering van de deeltjesgrootte tot minder dan 100 micrometer (b.v. tot ongeveer 40 micrometer), voordat het materiaal in de continue kogelmolen wordt gemalen tot een gemiddelde deeltjesdiameter van minder dan 15 micrometer.

Ook kan het poedervormige vaste materiaal tot de gewenste grootte 30 worden gemalen, b.v. in een straalmolen, voordat het met de vloeibare matrix wordt gemengd.

De composities Volgens de uitvinding zijn volgens het eerste aspect van de uitvinding, d.w.z. met de organofiele klei, gelachtige vloeibare suspensies, die in het algemeen niet-Newtoniaanse vloei-eigen-35 schappen vertonen, in het bijzonder thixotropie, nl. verminderde visko- '. 88 0 1 H7

J

- 31 - siteit onder aangelegde spanning of afschuiving, en gedragen zich rheo-logisch nagenoeg volgens de vergelijking van Casson. De composities worden gekarakteriseerd door een zwichtspanning tussen 2,5 en 45 pascal, gewoonlijk tussen 10 en 55 pascal, zoals 15, 20 of 25 pascal. Als het 5 produkt wordt geschud of blootgesteld aan spanning, b.v. als het in een knijpfles door een nauwe opening wordt geperst, vloeit het produkt vlot.

De composities volgens de uitvinding kunnen, in het bijzonder in de uitvoeringsvormen van het tweede en het derde aspect, en worden bij voorkeur samengesteld als gemakkelijk gietbare vloeibare suspensies met 10 viskositeiten van 50 - 8000 mPa.sec (50 - 8000 centipoise), gewoonlijk 80 - 6000 mPa.sec, zoals 160, 200 of 240 mPa.sec aan de lage kant of 2000, 2500, 3000, 4000 of 5000 mPa.sec aan de hoge kant, zodanig dat het produkt vlot vloeit, zelfs bij temperaturen van 5°C of minder. Om het geprefereerde viskositeitstraject en gemakkelijke gietbaarheid te berei-15 ken wordt het vaste stof-gehalte van de suspensie, inclusief opbouwmate-riaal, bleekmiddel en dergelijke, afhankelijk van factoren zoals deeltjesgrootte, ingrediënten van de vloeistoffase, typen van de gesuspendeerde deeltjes en dergelijke, in het algemeen gehouden op een totale hoeveelheid van minder dan ongeveer 55%, in het bijzonder minder dan 20 50%, berekend op het gewicht van de conpositie. In dat geval dienen ver dikkingsmiddelen en stabilisatiemiddelen, zoals het organofiele kleima-teriaal, dat in de uitvoeringsvormen van het eerste aspect wordt gebruikt, aluminiumstearaat en dergelijke te worden vermeden of in zeer geringe gehalten te worden gebruikt, b.v. 0,01 - 0,2% van de organofiele 25 klei en 0,01 - 0,1% aluminiumstearaat of ander mono- of meerwaardig me-taalzout van een C^2~C22 vetzuur.

De niet-waterige vloeibare detergentcomposities volgens de uitvinding kunnen behalve in de hierboven beschreven unitaire verpakkingen ook verpakt worden in gewone vaten, zoals glas of kunststof, stijve of 30 buigzame flessen, kommen of andere vaten. Daar de composities in het algemeen bij temperaturen van 5°C of minder vlot vloeien zijn zij gemakkelijk gietbaar en kunnen zij direct vanuit het vat worden gedoseerd in het waterige wasbad, zoals in een automatische wasmachine, in de gebruikelijke hoeveelheden, zoals 60 - 350 ml, b.v. 120 ml, per wasgoedlading 35 (van b.v. ongeveer 1,5-7 kg) voor elke wasgoedlading, gewoonlijk in , » * 0 1 5 * 7 - 32 - 30 - 70 liter water. De geprefereerde composities zullen ook stabiel blijven (niet meer dan 1 of 2 mm vloeistoffasescheiding), indien gedurende perioden van 3 maanden of langer met rust gelaten.

Ook is het mogelijk, in het bijzonder wanneer verdikkingsmiddelen 5 aan de compositie zijn toegevoegd, om de verdikte (b.v. thixotrope of gelachtige) compositie over te brengen (enig schudden of afschuifkracht kan nodig of bevorderlijk zijn) in een geperforeerd doseerorgaan (aangeduid als "doserette"),. zoals een kunststof (in water onoplosbare) kogel met een binnenvolume, dat bij voorkeur juist voldoende is om 350 ml of 10 een andere, met de maximum aanbevolen deeltjes voor een grote wasgoed-lading aanbevolen hoeveelheid te bevatten. Hiertoe is de kogel voorzien met een sluitbare ruime vulopening, waardoor de compositie kan worden gegoten en die dan kan worden gesloten, b.v. een schroefdop, wrijvings-dop of dergelijke. De perforaties zijn voldoende klein van diameter, 15 b.v. 0,4 -3 mm, bij voorkeur 0,4 - 1,6 mm, om te voorkomen dat de verdikte compositie vrijelijk uit de perforaties van de doserette kan stromen. Anderzijds zijn de perforaties voldoende groot om het water van het waterige wasbad vrijelijk in de doserette te laten stromen en daar de verdikte suspensie voldoende te verdunnen om het mogelijk te maken dat 20 de compositie in de loop van de eerste minuten van de wascyclus, b.v. in ongeveer 1-3 minuten vanuit de doserette in het waterige wasbad wordt gespoeld. Cp deze wijze kan de consument de doserette vullen tot het geschikte peil voor de hoeveelheid en het type wasgoed, dat gewassen moet worden, en de gevulde doserette (na sluiting van de vulopening) 25 direct met de wasgoedlading in de wasmachine plaatsen. Bij voorkeur is de doserette vervaardigd uit voldoende sterke kunststof, zoals polystyreen, polyetheen, polypropeen, polyvinylchloride enz., om herhaald gebruik te kunnen doorstaan.

In de voorkeursuitvoeringsvorm van de uitvinding, waarin de niet-30 waterige vloeibare detergentcompositie wordt verschaft in de vorm van een unitaire verpakking, zoals hierboven i-s beschreven, is het van minder kritisch belang om de compositie samen te stellen met ingrediënten, die fasenscheiding inhibiteren, waar er minder problemen zijn met het gebruik van de juiste hoeveelheid ingrediënten, waar normaliter de ge-35 hele verpakking aan het wasbad wordt toegevoegd. Evenzo is bij gebruik «6801547 y - 33 - van verpakkingen voor eenmalig gebruik de gietbaarheid op zichzelf geen essentieel kriterium en kunnen de composities viskeuzer zijn, b.v. tot ongeveer 50.000 centipoise of meer, of gelachtig of thixotroop.

Toch hebben ook hier gemakkelijk gietbare composities de voorkeur 5 in het bijzonder met viskositeiten van 1000 - 8000 centipoise, bij voorkeur 2000 - 6000 centipoise. Binnen het geprefereerde viskositeitstra-ject wordt het vullen van de verpakkingen dikwijls vergemakkelijkt. Verder is bij deze nog vloeiende en gietbare composities de oplossnelheid van de compositie in het wasbad dikwijls groter dan bij een soortgelijk, 10 maar meer viskeus of verdikt produkt, dat een grotere neiging kan hebben om op de bodem van het wasbad te bezinken of als een coherente massa te blijven bestaan. Dit betekent dat de minder viskeuze, gietbare composities, die de voorkeur hebben en die in het wasbad sneller oplossen, hun reinigende werking in het gehele wasbad sneller kunnen beginnen uit te 15 oefenen zonder dat onnodige en dikwijls ongewenste hoge lokale concentraties van detergent of andere functioneel actieve ingrediënten ontstaan. In dit opzicht worden de detergentprodukten volgens de uitvinding voordelig geacht in vergelijking met eerder voorgestelde unitaire verpakkingen, gevuld met hoogviskeuze, gelvormige of pasta-achtige produkten.

20 Waar in deze beschrijving en in de conclusies sprake is van "niet-waterig", wordt daarmee de afwezigheid van water bedoeld, met dien verstande, dat geringe hoeveelheden water, b.v. tot ongeveer 5%, bij voorkeur tot ongeveer 2%, in de composities aanwezig kunnen zijn, zodat "niet-waterige" composities dergelijke geringe hoeveelheden water 25 kunnen bevatten, dat direct kan zijn toegevoegd of als drager of oplosmiddel voor een van de andere ingrediënten in de compositie terecht kan zijn gekomen of kristalwater is (b.v. natriumcitraatdihydraat).

De uitvinding wordt nader toegelicht aan de hand van de volgende voorbeelden, waarin alle hoeveelheden en percentages betrekking hebben 30 op het gewicht, tenzij anders wordt vermeld, en waarin atmosferische druk wordt toegepast, tenzij anders wordt aangegeven.

Voorbeeld I

Een niet-waterige opgebouwde vloeibare detergentcompositie volgens de uitvinding wordt bereid door mengen en malen tot een deeltjes-35 grootte van ongeveer 4 micrometer van de volgende ingrediënten in de t $ ? ? 1 ? 4 7 - 34 - volgende hoeveelheden (gemalen basis A), gevolgd door toevoeging aan de resulterende dispersie onder roeren van de componenten B:

Gemalen basis A gew.% (berekend op A + B) niet-ionogeen capillairactief materiaal 1) 32 5 diëthyleenglycolmonobutylether 10,5 natriumtripolyfosfaat (hydraat) 30

Sokolan HC 9786 2) 2 carboxymethylcellulose 1 natriumperboraatmonohydraat 11 10 tetra-acetylethyleendiamine 4,5 DEQUEST 2066 3) 1

Tinopal ATS-X (optische heldermaker) 0,3

TiC>2 (rutiel) 0,4

Bentone 27 4) 0,45

15 Na-toevoeging B

enzymsuspensies 5) 0,55 niet-ionogeen capillairactief materiaal 1) 3 1) Betrokken van BASF, een gemengd propyleenoxyde (4 mol) - ethyleenoxy- 20 de (7 mol) condensaat van een vetalcohol met 13 - 15 koolstofatomen 2) Copolymeer van methacrylzuur en maleïnezuuranhydride 3) Diëthyleentriaminepentamethyleenfosforzuur.

4) Hectorietklei, gemodificeerd met dimethylbenzyl gehydrogeneerd tallow-ammoniumchloride, 35% kation-uitgewisseld, betrokken van NL Industries 25 5) Mengsel van Alcalase 2.5 L (0,25%), Savinase 8SL (0,2%), Termamyl 300 SL (0,1%) enzymesuspensies (in niet-ionogeen capillairactief materiaal ) (produkten van NOVO).

De compositie had na 1 dag staan een zwichtspanning van 20 Pa en een plastische viskositeit van 150 mPa.sec. Deze compositie en een ver-30 gelijkingscompositie zonder de organofiele kleistabilisator worden elk gevuld in drie glasvaten van 1 liter en gedurende 3 maanden bij 4°C, kamertemperatuur (ongeveer 22°C) en 35°C met rust gelaten, waarna de hoeveelheid vrije vloeistof bovenaan elk monster wordt gemeten. De resultaten zijn vermeld in onderstaande tabel.

„ §r$0 1547 - 35 -

FYSISCHE STABILITEIT NA 3 MAANDEN

Vloeistofscheiding (mm) _temperatuur _

4°C 22°C 35°C

5 voorbeeld (met Bentone) 1(1) 1(1) 1(1) vergelijking (zonder Bentone) ) (3) 14 (5) 18 (8)

In bovenstaande tabel zijn tussen haakjes de resultaten vermeld, die worden verkregen wanneer de proef wordt herhaald, waarbij echter de flessen eens per 2 weken krachtig gedurende 15 seconden met de hand wor-10 den geschud.

De resultaten tonen dat de toevoeging van geringe hoeveelheden organofiele klei de fysische stabiliteit van de niet-waterige suspensies aanmerkelijk verbetert. Hoewel het niet de bedoeling is de uitvinding aan enige theorie te binden, schijnt de organofiele klei voldoende body 15 aan de compositie te geven, waardoor een structuur wordt verkregen, die analoog is aan een elastisch netwerk van deeltjes, dat de fysische stabiliteit en configuratie van het produkt kan handhaven, zelfs wanneer het produkt wordt onderworpen aan voldoende schudden of afschuiving om breuk te veroorzaken van het uitgevlokte netwerk van de gesuspendeerde 20 opbouwmaterialen en/of andere weefsel behandelende deeltjes.

Bij herhaling van het voorbeeld, maar met Bentone 38 (hectoriet-klei, gemodificeerd met dimethyldioctadecylammoniumchloride) in plaats van Bentone 27 worden analoge resultaten verkregen. Evenzo worden analoge resultaten verkregen bij vervanging van het niet-ionogene capil-25 lairactieve materiaal door andere gemengde ethyleenoxyde/propyleenoxyde-alcoholcondensaten, zoals C^-C^ vetalcohol, gecondenseerd met 5 mol propyleenoxyde en 10 mol ethyleenoxyde, of C^-C^ vetalcohol, gecondenseerd met 7 mol propyleenoxyde en 4 mol ethyleenoxyde, of Dobanol 25-7 of Neodol 23-6,5.

30 Voorbeeld II

Een niet-waterige opgebouwde vloeibare detergentcompositie volgens de uitvinding wordt bereid door mengen en malen tot ongeveer 4 micrometer van de volgende ingrediënten in de volgende hoeveelheden: - 36 - gew. % niet-ionogene surfactant 1) 13,5 niet-ionogene surfactant 2) 10,0 niet-ionogene surfactant 3) 10,0 5 niet-ionogene surfactant met eindstandige zuurgroep 4) 5,0 trinatriumcitraat 29,6 copolymeer van methacrylzuur en maleïnezuuranhydride, na-triumzout 4,0 10 diëthyleenglycolmonobutylether 10,0 alkanol-fosforzuurester 0,3 natriumperboraatmonohydraat 9,0 tetra-acetylethyleendiamine 4,5 15 diëthyleentriaminepentamethyleenfosforzuur-natriumzout 1,0 carboxymethylcellulose, Na-zout/methylcellulose (1 : 2 mengsel) 1,0 optische heldermaker 0,5

Esperase SL8 (protease-enzym) 1,0 20 parfum 0,5925 kleurstof ..... 0,0075 100,000 1) Mengsel van gelijke delen van een condensatieprodukt van c^3-c·^ 25 vetalcohol met 7 mol propyleenoxyde en 4 mol ethyleenoxyde, en een condensatieprodukt van C^-C j, vetalcohol met 5 mol propyleenoxyde en 10 mol ethyleenoxyde.

2) Secundaire C.^-vetalcohol, geëthoxyleerd met 7 mol ethyleenoxyde (nauwe verdeling).

30 3) Secundaire C^2_vetalcohol, geëthoxyleerd met 9 mol ethyleenoxyde (nauwe verdeling).

4) Halfester van Cn-C -vetalcohol, geëthoxyleerd met 5 mol ethyleen-y ïi oxyde, en barnsteenzuuranhydride.

Voorbeeld III

35 De volgende niet-waterige vloeibare wasgoeddetergentcompositie .ISM547 - 37 - wordt bereid: gew.%

Cj^-C j vetalcohol, gecondenseerd met 7 mol ethyleen- oxyde en 4 mol propyleenoxyde 37,9 5 tripropyleenglycolmethylether 10,3 natriumcitraatdihydraat 30,5 natriumperboraatmonohydraat 11/3 tetra-acetylethyleendiamine 4,6 10 natriumcarboxymethylcellulose 1,0 ethyleendiaminetetra-azijnzuur, natriumzout 0,51 enzymen

Alcalase 2.5 SL 0,26

Savinase 8.0 SL 0,20 15 Termamyl 300 SL 0,10

Tic^ (rutiel) 0,41 optische helderraaker (Tinopal ATS-X) 0,31 copolymeer van methacrylzuur en maleïnezuuranhydride, na-20 triumzout 2,1 parfum 0,51 100,00

De compositie had een viskositeit bij 25°C van ongeveer 5000 cps. Voorbeeld IV

25 Dit voorbeeld heeft betrekking op een unitaire verpakking vol gens de uitvinding. Twee polyvinylalcoholfilms met een breedte van ongeveer 8,5 cm en een lengte van 9,5 cm worden langs beide lengteranden en langs een lijn op een afstand van ongeveer 0,5 cm vanaf de bodemrand door warmte aan elkaar gelast. De gebruikte polyvinylalcoholfilms waren 30 van het merk NEDOL 210EF (ongeveer 85% gehydrolyseerd polyvinylalcohol) van Nedi Co., Frankrijk. De PVA-zak wordt vervolgens via de opening in het bovengedeelte gevuld met ongeveer 100 g van de in voorbeeld XII beschreven compositie. Daarna wordt het bovenste gedeelte eveneens langs een lijn op een afstand van ongeveer 0,5 cm vanaf de bovenrand door 35 warmte gelast. Het lassen wordt uitgevoerd onder een lasdruk vanonge- .8801547 - 38 - veer 2,0 kg/cm2 gedurende ongeveer 1 seconde met lasstaven, verwarmd op een temperatuur van 35 - 70°C, afhankelijk van de relatieve vochtigheid. Zo is b.v. bij een relatieve vochtigheid van 40% een lastemperatuur van ongeveer 55 - 60°C bevredigend, terwijl bij 70% de relatieve vochtig-5 heid een temperatuur van 43 - 49°C wordt aanbevolen? bij een relatieve vochtigheid van 80% wordt een temperatuur van 38 - 43°C geadviseerd.

De buitenste zak wordt gevormd uit een non-woven polyester, die ongeveer 40% bindvezels bevat, een dichtheid heeft van 24 g/m2 en verkrijgbaar is van Kendall Co., Boston, Massachusetts. Twee vellen van het 10 non-woven materiaal, elk met een breedte van ongeveer 9,5 cm en een lengte van ongeveer 10,2 cm worden aan beide zijden van de binnenste zak uit polyvinylalcohol geplaatst, zodanig, dat de zijranden van het polyes termateriaal zich op gelijke afstanden bevinden van de zijranden van de binnenste zak, terwijl de boven- en onderranden van de binnenste en 15 buitenste zakken met elkaar corresponderen. De polyestervellen worden vervolgens langs de vier buitenranden daarvan door warmte gelast onder vorming van de buitenste zak. Bovendien wordt de buitenste zak door warmte aan de binnenste zak gelast langs lijnen op afstanden van ongeveer 0,25 cm vanaf de boven- en onderranden van de zak.

20 Wanneer de verpakking in een conventionele automatische wasmachi ne wordt geplaatst, zal alle vloeibare detergent tijdens de eerste paar minuten van de wascyclus in het waswater worden gedoseerd. Brokjes onopgeloste polyvinylalcohol, die van de binnenste zak overblijven, blijven nagenoeg binnen de verpakking bij. het einde van de wascyclus - inclusief 25 de spoel- en centrifugecycli.

Voorbeeld V

Voorbeeld IV wordt herhaald, waarbij echter de compositie van voorbeeld I of voorbeeld II in de PVA-zak wordt gevuld. Er worden analoge resultaten verkregen.

30 Voorbeeld VI

Voorbeeld IV wordt herhaald, waarbij echter de buitenste zak niet wordt gevormd uit non-woven polyestermateriaal, maar uit spun-bonded polypropeen met een dichtheid van ongeveer 20 g/m2. De resultaten zijn analoog aan die van voorbeeld IV.

.8801547 - 39 -

Voorbeeld VII

Om het effect op korstvorming te tonen van vervanging van natrium-tripolyfosfaat door een equivalente hoeveelheid detergentopbouwzout van trinatriumcitraat, werd de detergentcompositie van voorbeeld II met 5 29,6 gew.% trinatriumcitraat voor een enkele wascyclus in een wasauto maat vergeleken met dezelfde compositie, waarin het trinatriumcitraat was vervangen door 29,6 gew.% natriumtripolyfosfaat. Er werden afzonderlijke wascycli uitgevoerd met de trinatriumcitraat en natriumtripoly-fosfaat bevattende detergentcomposities bij waswaterconcentraties van 10 elk van de detergentcomposities van 1, 2, 3,5, 5, 7 en 9 g/liter.

Nadat elke detergentcompositie in een wasmachine was gebruikt, werd de resulterende hoeveelheid korstvorming, d.w.z. het afgezette percentage as, gemeten. De meting van het afgezette percentage as geschiedt door calcinering van gewassen textielmonsters.

15 De waargenomen resultaten zijn weergegeven in de grafiek van

fig.1 en tonen dat bij detergentcompositieconcentraties van 1 - 5 g/1 waswater het trinatriumcitraat aanmerkelijk beter is dan natriumtripoly-fosfaat voor het voorkomen van korstvorming of asafzetting. Bij detergent compositieconcentraties van 5-9 g/1 waswater zijn de gedragingen 20 van trinatriumcitraat- en natriumtripolyfosfaat-detergentopbouwzouten ongeveer gelijk voor wat hun anti-korstvormingseigenschappen betreft. Voorbeeld VIII

Het effect van cumulatieve korstvorming in herhaalde wascycli in een wasmachine werd beproefd met dezelfde composities als in voorbeeld 25 VII werden gebruikt.

De herhaalde wascycli werden uitgevoerd bij concentraties van 5 g/1 waswater van elk van de detergentcomposities gedurende 12 wascycli. De cumulatieve korstvorming, d.w.z. cumulatieve percentage asafzetting werd in elke wasmachine gemeten na 3, 6, 9 en 12 wassingen.

30 De resultaten van cumulatieve korstvorming worden getoond in de grafiek van fig.2. Wat de cumulatieve korstvorming betreft werd geen cumulatie waargenomen met het natriumtripolyfosfaat-detergentopbouwzout.

. 8 8 C 4 Γ i 7

Claims (23)

1. Niet-waterige vloeibare compositie voor het behandelen van weefsels, gekenmerkt door een niet-waterige vloeistof, bevattende een niet-ionogeen capillairactief materiaal, weefsel behandelende vaste deeltjes gesuspendeerd in de niet-waterige vloeistof en een organofiele klei in 5 een hoeveelheid tot 1 gew.%, berekend op het gewicht van de compositie, als stabilisatiemiddel voor het inhibiteren van bezinken van de gesuspendeerde deeltjes, welke organofiele klei, omvattende een zwellende smectietklei, gemodificeerd met een stikstof bevattende verbinding, die tenminste één lange koolwaterstofketen met 8-22 koolstofatomen bevat. 10

2. Compositie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gesuspen deerde deeltjes een gemiddelde deeltjesgrootte hebben van 15 micrometer of minder, waarbij niet meer dan 10 gew.% van de deeltjes een grootte van meer dan 15 micrometer heeft.

3. Compositie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de gesuspen-15 deerde deeltjes een gemiddelde deeltjesgrootte hebben van 1-10 micrometer, waarbij niet meer dan 10 gew.% van de deeltjes een deeltjesgrootte van meer dan 10 micrometer heeft.

4. Compositie volgens conclusie 3, met het kenmerk, dat de stikstof bevattende verbinding een quaternaire ammoniumverbinding is.

5. Compositie volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de quater naire ammoniumverbinding een verbinding is met de formule [ R1R2R3R4N f x“ waarin , R2, R^ en R^ elk onafhankelijk van elkaar waterstof of een alkyl-, alkenyl-, aryl-, aralkyl- of alkarylgroep met 1-22 koolstof-25 atomen voorstellen, waarvan tenminste twee van de groepen R^ - R^ 1,- 6 koolstofatomen bevatten en ten hoogste twee van de groepen R^ - R^ 8 - 22 koolstofatomen bevatten, en X een anorganisch of organisch anion voorstelt.

6. Compositie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vetalco- 30 hol een C.0-C.0 alcohol is, gealkoxyleerd met ten hoogste 12 mol ethy-12 18 leenoxyde en ten hoogste 8 mol propyleenoxyde.

7. Compositie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de niet- . e S C 1 5 4 7 r - 41 - waterige vloeistof tevens een viskositeit regelende en anti-gelvormings- hoeveelheid van een alkyleenglycolether met de formule R0(CH„CH„0) H 2 2 n waarin R een C_-C0 een alkylgroep voorstelt en n een getal is met een O 5 gemiddelde waarde van 1-6, bevat.

8. Compositie volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de niet-waterige vloeistof 30 - 70 gew.% van de compositie uitmaakt en de gesuspendeerde vaste deeltjes 70 - 30 gew.% van de compositie uitmaken.

9. Opgebouwde vloeibare verdikte niet-waterige wasgoeddetergentcom-10 positie voor zwaar werk, gekenmerkt door 3- - 40% van een vloeibaar niet-ionogeen capillairactief materiaal, zijnde een gemengd ethyleenoxyde-propyleenoxydecondensaat van een vetalcohol met 12-18 koolstofatomen, 25 - 40% alkalimetaalfosfaatdetergent-opbouwzout, 15 5 - 12% van een alkyleenglycoletheroplosmiddel als viskositeits- regelend en anti-gelvorraingsmiddel, 0,2 - 0,7% van een organofiele gemodificeerde smectietklei, waarin 10 - 100% van de beschikbare basisuitwisselingscapaciteit van de smectietklei is vervangen door een organische kationogene stikstofverbin-20 ding met tenminste één lange koolwaterstofketen met 8-22 koolstofato-men, 2 - 20% van een peroxydebleekmiddel, 0,1 - 8% van een bleekmiddelactivator, ten hoogste 2% enzymen, 25 ten hoogste 10% vuil suspenderende, anti-herafzettings- en anti- vergelingsmiddelen, ten hoogste 5% van een sequestreermiddel met een groot complexvormend vermogen, en ten hoogste 2% van een of meer kleurmiddelen, parfums en opti-30 sche heldermakers, waarbij de vaste componenten van de compositie stabiel zijn gesuspendeerd in de vloeibare componenten van de compositie en een gemiddelde deeltjesgrootte van 2-10 micrometer hebben, waarbij niet meer dan 10% van de deeltjes een deeltjesgrootte van meer dan 10 micrometer 35 bezit, welke compositie een plastische viskositeit vertoont van 0,05 - .8801547 - 42 - 0,5 Pa.sec.

10. Wasmiddelverpakking voor eenmalig gebruik voor toepassing in een automatische wasmachine, gekenmerkt door een buitenste verpakking van in water onoplosbaret voor water permeabele kunststoffilm of textiel- 5 weefsel, een binnenste verpakking, gevormd uit een in water oplosbare polymeerfilm, en opgesloten binnen de binnenste verpakking een hoeveelheid van 50 - 150 g van een niet-waterige vloeibare compositie voor de behandeling van weefsels, omvattende een vloeistoffase, samengesteld uit een vloeibaar niet-ionogeen detergent en weefsel behandelende vaste 10 deeltjes, die in de vloeistoffase zijn gesuspendeerd.

11. Wasmiddelverpakking volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat de binnenste verpakking is gevormd uit gehydrolyseerd polyvinylacetaat en de buitenste verpakking een non-woven polyestermateriaal omvat.

12. Wasmiddelverpakking volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat 15 de binnenste verpakking vrij beweegbaar is binnen de buitenste verpakking.

13. Wasmiddelverpakking volgens conclusie 11, met het kenmerk, dat de binnenste verpakking is verbonden met een of meer randen of wanden van de buitenste verpakking.

14. Unitair wasgoeddetergentprodukt voor gebruik in een automatische wasmachine, gekenmerkt door een zakje, omvattende een buitenste verpakking uit voor water permeabele, in water onoplosbare kunststoffilm of textielweefsel, een binnenste verpakking binnen de buitenste verpakking, welke binnenste verpakking is gevormd uit een in water oplosbare poly-25 meerfilm, en opgesloten binnen de binnenste verpakking een hoeveelheid van 50 - 150 g van een niet-waterige vloeibare compositie voor behandeling van weefsels, berekend op de totale compositie bevattende tenminste 20 gew.% van een vloeibaar niet-ionogeen capillairactief detergent, tenminste 20 gew.% van een alkalimetaalhydroxypolycarbonzuurzout met 30 4-8 koolstofatomen, en laag alkyleenglycolalkyletheroplosmiddel in voldoende hoeveelheid om de viskositeit en de gelvormingstemperatuur van de compositie te verlagen, zodanig dat de compositie bij temperaturen van 5°C en lager gietbaar blijft.

15. Detergentprodukt volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de 35 binnenste verpakking is gevormd uit gehydrolyseerd polyvinylacetaat en .8801547 - 43 - de buitenste verpakking bestaat uit een non-woven textielmateriaal.

16. Detergentprodukt volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat het non-woven textielmateriaal polyestervezels omvat.

17. Detergentprodukt volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de 5 binnenste verpakking vrijelijk kan bewegen binnen de buitenste verpakking.

18. Detergentprodukt volgens conclusie 14, verder gekenmerkt door een verwijderbare waterdichte buitenwikkel, die het zakje omgeeft.

19. Detergentprodukt volgens conclusie 18, met het kenmerk, dat de 10 buitenste waterdichte wikkel polyvinylideenchloride omvat.

20. Detergentprodukt volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat het hydroxypolycarbonzuuropbouwzout een alkalimetaalcitraat of -tartraat is.

21. Detergentprodukt volgens conclusie 14, met het kenmerk, dat de vloeibare compositie voor de behandeling van weefsels een weinig of geen 15 fosfaat bevattende vloeibare niet-waterige wasgoeddetergentcompositie is, die gietbaar is bij temperaturen van 5PC en lager, bevattende 25 - 45 gew.% van een vloeibare niet-ionogene detergentverbin-ding, omvattende een condensatieprodukt met 12 - 20 koolstofatomen, gecondenseerd met 7-20 mol ethyleenoxyde, propyleenoxyde of mengsels 20 daarvan, 20 - 45 gew.% alkalimetaalzout van citroenzuur of wijnsteenzuur, 5-15 gew.% alkyleenglycolalkylether-Oplosmiddel als viskosi-teit verminderend en gelvorming inhibiterend middel, 5-15 gew.% peroxyverbinding-bleekmiddel, 25 0-10 gew.% activator voor het bleekmiddel, 0-10 gew.% in totaal van een of meer hulpstoffen, gekozen uit anti-korstvormingsmiddelen, sequestreermiddelen, anti-herafzettingsmid-delen, optische heldermakers, enzymen, parfums en kleurmiddelen.

22. Unitair wasgoeddetergentprodukt voor gebruik in een automatische 30 wasmachine, gekenmerkt door een multicomponent-zakje, omvattende een buitenste verpakking uit voor water permeabel maar in water onoplosbaar materiaal, een binnenste verpakking binnen de buitenste verpakking en gevormd uit in water oplosbaar, voor vloeistof impermeabel materiaal , en opgesloten binnen de binnenste verpakking een eenheidsdosis van een 35 niet-waterige vloeibare reinigingscompositie, en een verwijderbare waterdichte buitenste wikkel, die het multicomponentzakje omsluit, welke .8801547 £ - 44 - niet-waterige vloeibare reinigingscompositie niet-ionogeen vloeibaar capillairactief materiaal omvat, alsmede weefsel behandelende vaste deeltjes, gesuspendeerd in de niet-waterige vloeistof, alkyleenglycolmono-alkylether-oplosmiddel in voldoende hoeveelheid voor verlaging van de 5 viskositeit en het gelvormingspunt van de compositie, waarbij tenminste 50 gew.% van de weefsel behandelende vaste deeltjes bestaat uit een al-kalimetaalzout van een mono- of polyhydroxypolycarbonzuur met 4-8 koolstofatomen als detergent-opbouwmateriaal.

23. Detergentprodukt volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de 10 niet-waterige vloeibare reinigingscompositie 45 - 75% vloeistoffase en 55 - 25% gesuspendeerde vaste deeltjes bevat. .1801547