NL8601213A - Koelvitrine. - Google Patents

Description

• ‘4 -1- VO 8198 Koelvitrine.

De uitvinding heeft betrekking op een koelvitrine of uitstalkast, in het bijzonder voor bevroren en diep gevroren waren, welke vitrine van het type is dat is uitgevoerd als een bak met een bovenopening via welke de waren bereikbaar zijn en een ten minste voor een deel doorzich-5 tige voorwand.

Het is bekend, dat de aanwezigheid van een doorzichtige voorwand, althans een doorzichtig bovengedeelte daarvan, het voor een koper makke-lijker maakt de waren te vinden die hij of zij uit de vitrine wenst te nemen. De hoeveelheid goederen die in het volle zicht liggen wordt hier-10 door aanmerkelijk groter. Verder kan men direct, zelfs van een afstand, de soort waren herkennen (consumptie-ijs, conserven, groente, vis etc) die in de bak zijn uitgestald. Dit aspect wordt in het bijzonder gewaardeerd in grote supermarkten waar veel van dergelijke koelvitrines zijn opgesteld die elk een andere soort waar bevatten.

15 Het toepassen van een doorzichtige voorwand brengt echter een praktisch probleem met zich mee, namelijk het beslaan daarvan. De doorzichtige wand is namelijk zeer koud en in de lucht aanwezig vocht heeft de neiging op dit oppervlak te condenseren. Een dergelijke condensfilm schermt het zicht op de uitgestalde waar af.

20 Bij bekende koelvitrines wordt dit probleem veelal opgelost door het verwarmen van de doorzichtige wand met een elektrische weerstands-verhitter die uit een dunne draad bestaat die in de wand zelf is ingebed.

Hiermee wordt beslaan effectief tegengewerkt, echter ten koste 25 van een hoog energieverbruik van de koelvitrine. Een weerstandsverhitter, ook al heeft deze slechts een laag vermogen, gebruikt nog altijd meer dan een verwaarloosbare hoeveelheid energie, omdat de verhitter steeds in bedrijf moet blijven. Bovendien wordt een deel van de ontwikkelde warmte aan de bak overgedragen waar deze door het koelsysteem moet wor-30 den gecompenseerd, hetgeen eveneens extra werking van de koeleenheid en derhalve extra energieverbruik nodig maakt.

Teneinde het probleem van het beslaan van een doorzichtige wand op te lossen zonder het energieverbruik te doen stjgen, is door Aanvraagster in de Italiaanse octrooiaanvrage No. 20764-B/35 voorgesteld 35 de koelvitrine uit te rusten met een verlichtingslamp die aan de buiten- §601217 -2- zijde van de doorzichtige voorwand is aangebracht. Aldus wordt een zekere mate van wandverhitting bereikt zonder meer verbruik aan energie. Deze vorm van warmte-ontwikkeling in combinatie met convectiestroming die daardoor langs de doorzichtige wand wordt opgewekt, verhindert het 5 beslaan van de wand op effectieve wijze.

Met een aldus uitgevoerde koelvitrine wordt het probleem van het beslaan van een doorzichtige wand echter niet volledig opgelost. Condens-vorming kan namelijk nog altijd optreden in die zones waar in de bak aanwezige waren tegen de doorzichtige wand aanliggen en die derhalve lucht-10 stromingen hinderen.

Derhalve is het doel van de uitvinding een koelvitrine te verschaffen waarbij genoemd nadeel wordt vermeden en het probleem van het beslaan van een doorzichtige wand volledig wordt vermeden.

Hiertoe is volgens de uitvinding een koelvitrine van het aange-15 geven type, gekenmerkt door de aanwezigheid van een doorzichtige plaat die in de bak is aangebracht evenwijdig aan de doorzichtige voorwand en zich op enige afstand daarvan bevindt zodat tussen genoemde wand en de plaat een tussenruimte openblijft die zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde in de bak uitmondt.

20 Ter verduidelijking van de uitvinding zal, onder verwijzing naar de tekening, een uitvoeringsvoorbeeld van de koelvitrine worden beschreven.

Pig. 1 is een perspectief aanzicht, gedeeltelijk in doorsnede, van de koelvitrine en 25 Fig. 2 is een dwarsdoorsnede van de koelvitrine volgens fig. 1.

De in de tekening met het cijfer 1 aangegeven koelvitrine is van de soort,voorzien van een bak 2 voor het opnemen van daarin uit te stallen bevroren en diep gevroren waren. De bak is voorzien van een bovenopening 3. De bak 2 rust op een doosvormig bed 4 waarin de koel-30 machine en andere (conventionele en verder niet weergegeven) hulpappa-ratuur zijn ondergebracht.

De bak 2 is voorzien van een doorzichtige voorwand 5 die zich over de gehele lengte van de bak uitstrekt. De wand 5 kan bestaan uit een plaat doorzichtig glas.

35 Een doosprofiel 6 is aan de bovenrand 7 van de wand 5 bevestigd en vormt daarmee een kamer 8 die op de wand 5 rust en in de richting van de wand opent. Aan het profiel 6 bevestigd is in de kamer 8 een lamp 1601213 -3- 9 gemonteerd, bij voorkeur van het gasontladingstype, waarbij de kamer 8 een huis voor de lamp 9 vormt tegenover de doorzichtige wand 5. De kamer 8 is aan de benedenzijde en aan de bovenzijde open zodat lucht daardoor heen kan stromen.

5 Op de bak 2 is een doorzichtige plaat 10 aangebracht, bijvoor beeld van glas. De plaat 10 is evenwijdig aan de doorzichtige wand 5 vastgezet op een tevoren bepaalde afstand ten opzichte daarvan die ten minste 1 cm bedraagt.

Tussen de wand 5 en de plaat 10 wordt aldus een tussenruimte 11 10 gevormd die zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde in open verbinding staat met de bak 2. Meer in het bijzonder zijn twee langsspleten 12 en 13 aanwezig waarmee de tussenruimte 11 met de bak 2 communiceert/ respectievelijk aan de bovenzijde en aan de onderzijde.

Bij voorkeur strekt de doorzichtige plaat 10 zich omhoog uit tot 15 een geringere hoogte dan de doorzichtige wand 5, tot een maximaal vul-niveau L van de bak 2.

Zoals uit deze beschrijving duidelijk zal zijn is bij de koelvitrine volgens de uitvinding het probleem van het beslaan van een doorzichtige voorwand volledig opgelost. In de bak aanwezige waren kunnen 20 de convectiestroming van lucht langs de voorwand niet meer hinderen.

Deze stroming heeft plaats door de tussenruimte van de plaat en de voorwand. De plaat zelf zal niet snel beslaan omdat deze zich geheel binnen de bak bevindt en de plaat geen delen heeft die met de buitenlucht in aanraking zijn.

8601213

Claims (3)

1. Koelvitrine, in het bijzonder voor bevroren en diep bevroren waren, van het type voorzien van een bak met een bovenopening via welke de goederen toegankelijk zijn en met een ten minste gedeeltelijk doorzichtige voorwand, gekenmerkt door den doorzichtige plaat die in de bak even- 5 wijdig aan de doorzichtige voorwand is aangebracht op een bepaalde afstand ten opzichte daarvan zodat tussen genoemde wand en genoemde plaat een tussenruimte open blijft die zowel aan de bovenzijde als aan de onderzijde met de bakruimte in verbinding staat.

2. Koelvitrine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de afstand 10 van de plaat tot de voorwand niet minder dan 1 cm bedraagt.

3. Koelvitrine volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de doorzichtige plaat zich omhoog uitstrekt tot een geringere hoogte dan de voorwand, met name tot het maximale vulniveau van de bak. 8601213