NL8502320A

NL8502320A - Inrichting voor het lossen van ovenwagens in de keramische industrie.

Info

Publication number: NL8502320A
Application number: NL8502320A
Authority: NL
Original assignee: Keller Gmbh & Co Kg
Priority date: 1984-10-11
Filing date: 1985-08-23
Publication date: 1986-05-01
Also published as: NL189248B; NL189248C; DE3442333C2; DE3442333A1

Description

VO 7334

Inrichting voor het lossen van ovenwagens in de keramische industrie.

De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het lossen van ovenwagens in de keramische industrie,bestaande uit een, over een looprail verplaatsbaar aangebrachte hef vork met tanden, welke onder de op de ovenwagen staande steenpakketten met de tanden grijpt, 5 van de ovenwagen aflicht en op pallets af zet.

Uit de praktijk is een inrichting voor het lossen van ovenwagens in de keramische industrie bekend, welke als hefvork met horizontale op afstand van elkaar aangebrachte tanden uitgevoerd en over . een looprail verplaatsbaar aangebracht is. De hefvork grijpt met de tanden onder 10 een op afstand ten opzichte van een naburig steenpakket op de ovenwagen staand steenpakket, licht dit van de ovenwagen af, transporteert dit naar een afzetplaats en zet het steenpakket aldaar op bijvoorbeeld een pallet. Omdat de pallets vaak twee steenpakketten, wanneer deze bijvoorbeeld als smalle Hulopakketten uitgevoerd zijn, kan opnemen, 15 moet de hefvork tweemaal heen en weer bewegen, om een pallet met twee dicht op elkaar staande steenpakketten te verplaatsen. Derhalve verstrijkt voor het beladen van een pallet een dienovereenkomstig lange tijd, welke een negatieve invloed op het rendement heeft.

Het doel van de uitvinding bestaat daarin, een inrichting 20 volgens de inleiding van conclusie 1 zodanig uit te voeren, dat met de inrichting gelijktijdig twee op enige afstand staande steenpakketten opgenomen en deze dicht tegen elkaar aangedrukt tezamen als praktisch één groot pakket op de pallet plaats vinden.

Dit doel wordt volgens de uitvinding bereikt doordat 25 in het bereik boven de tanden aan de looprail een over de breedte van de hefvork reikend klemelement verplaatsbaar aangebracht is, en op enige afstand van het'klemelement aan het einde van de looprail een aanslagwand is aangebracht.

Bij voorkeur is de aanslagwand ophefbaar en neerlaatbaar uit- 30 gevoerd.

Door de aanwezigheid van het klemelement en de aanslagwand is het mogelijk, de beide door de tanden opgenomen steenpakketten tijdens transport van de ovenwagen naar de afzetplaats op de tanden zodanig samen te schuiven, dat zij zonder afstand dicht tegen elkaar staan en praktisch 1502 32® -2- tot een groot pakket geworden zijn, dat met de grootte van de pallet overeenstemt, en daarop gezet kan worden. Voorts is de aanslagwand zo smal uitgevoerd, dat deze reeds voor het oplichten van de steenpakketten van de ovenwagen in de ruimte tussen de afzonderlijke steenpak-5 ketten kan worden geschoven om aldus een snel samenschuiven van de tègelpakketten mogelijk te maken. Door het klemmen van de tegelpakketten tussen het klemelement en de aanslagwand, zonder dat de tegelpakketten door de tanden worden vastgehouden, is het mogelijk, deze zonder meer op pallets te zetten.

10 In de tekening is een uitvoeringsvoorbeéld "van dé inrichting volgens de uitvinding nader weergegeven. Daarin tonen: fig. 1 een zijaanzicht van de inrichting met beweegbare aanslagwand, fig. 2 en 3 andere zijaanzichten van de inrichting volgens fig. 1, doch in andere bedrijfsstanden, 15 fig. 4 een zijaanzicht van de inrichting met vast aangebrachte aanslagwand, fig. 5-7 andere zijaanzichten van de inrichting volgens fig. 4 doch in andere bedrijfsstanden.

De inrichting 1 bestaat uit een hefvork 2, welke horizontale op af-20 stand van elkaar aangebrachte tanden 3 bezit. De hefvork is over een looprail 4 heen en weer verplaatsbaar aangebracht.

In het bereik boven de tanden 3 is eveneens een over de looprail 4 verplaatsbaar aangebracht klemelement 5 aanwezig, dat over de breedte van de hefvork 2 reikt.

25 Op enige afstand van het klemelement 5 is aan een einde van de looprail 4 een aanslagwand 6,6a bevestigd, waarbij de aanslagwand 6 ophefbaar en neerlaatbaar uitgevoerd is (fig. 1-3), terwijl de aanslagwand 6a vast aan de looprail 4 aangebracht is(fig. 4-7).

De inrichting 1 is aan een over een rijbaan F (fig.4-7) 30 lopende loopkat K (fig. 4-7) ophijsbaar en neerlaatbaar aangebracht, waarmede de inrichting 1 en dus ook de hefvork 2 met een klemelement 5 en aanslagwand 6,6a van het bereik van een met steenpakketten Z,Z' beladen ovenwagen. 0 tot in het bereik van een afzetplaats (niet weergegeven) verplaatst kan worden, om de door de ovenwagen 0 opgenomen 35 steenpakketten Z op een in de afzetplaats zich bevindende pallet (niet weergegeven) te zetten.

De hefvork 2 grijpt na het neerlaten op het vlak van de ovenwagen met de tanden 3 onder twee op afstand naast elkaar op de ovenwagen 0 staande steenpakketten Z. Het klemelement 5 bevindt zich daarbij nabij de hefvork 2. De aanslagwand 6 is bij het naar omlaag bewegen omhooggettrok-5 ken (fig.2), terwijl de aanslagwand 6a bij het neerlaten in de ruimte tussen de steenpakketten Z en het steenpakket Z' schuift (fig. 6).

Tijdens het oplichten van het steenpakket Z van de oven wagen 0 door de tanden 3 loopt het klemelement 5 in de richting van het steenpakket Z en de aanslagwand 6 wordt in de ruimte tussen de opgelichte . 10 steenpakketten Z en het zich nog op dè ovenwagen 0 bevindende en niet opgelichte steenpakket Z' neergelaten.

Bij het transport van de steenpakket Z van de ovenwagen 0 naar de afzetplaats schuift het klemelement 5 de steenpakketten 6 op de tanden 3 in de richting van de aanslagwand 6,6a, zodat de steenpakketten Z zonder 15 afstand dicht op elkaar en aanslaand tegen de aanslagwand 6,6a komen te liggen en tussen klemelementen 5 en aanslagwand 6,6a ingeklemd worden (fig.3 en fig. 7).

Voor het bereiken van de afzetplaats wordt bij de inrichting 1 de hefvork 2 over de looprail 4 uit het bereik van de ingeklemde 20 steenpakketten Z gereden, zodat de tanden 3 de ingeklemde steenpakketten Z niet meer ondersteunen en deze nu geheel door de klemelement 5 en de aanslagwand 6,6a vastgehouden worden. De ingeklemde steenpakketten Z worden vervolgens op de pallets gezet en het klemelement 5 en de aanslagwand 6 verplaatsen naar de buiten-bedrijfstand terug, 25 terwijl de aanslagwand 6a vanwege de vaste bevestiging aan de looprail 4 op zijn plaats blijft. Na het verwijderen van de inrichting 1 uit het bereik van de afzetplaats kan een.nieuwe transporthandeling beginnen. De gevulde pallets wordt in een omhullingsstation gereden en in de afzetplaats door een nieuwe pallet vervangen.

8502320

Claims

1. Inrichting voor het lossen van ovenwagens in de keramische industrie, bestaande uit een, over een looprail verplaatsbaar aangebrachte hefvork met tanden, welke onder de op de ovenwagen staande steenpakketten met de tanden grijpt, van de ovenwagen aflicht en op de pallets zet, 5 gekenmerkt doordat: a) in het bereik boven de tanden (3) op de looprail (4) een over de breedte van de hefvork (2) reikend klemelement (5) verplaatsbaar aangebracht is, b) op enige afstand van het klemelement (5) aan het einde van de 10 looprail (4) een aanslagwand (6,6a) is aangebracht.

2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aanslagwand (6) opliehtbaar en neerlaatbaar is uitgevoerd.