NL8501869A - 1,8-diacyloxy-10-acylantronen, werkwijze ter bereiding ervan, cosmetische of farmaceutische samenstelling en de toepassing daarvan. - Google Patents

1,8-diacyloxy-10-acylantronen, werkwijze ter bereiding ervan, cosmetische of farmaceutische samenstelling en de toepassing daarvan. Download PDF

Info

Publication number
NL8501869A
NL8501869A NL8501869A NL8501869A NL8501869A NL 8501869 A NL8501869 A NL 8501869A NL 8501869 A NL8501869 A NL 8501869A NL 8501869 A NL8501869 A NL 8501869A NL 8501869 A NL8501869 A NL 8501869A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
group
toluene
anthron
acetoxy
acid chloride
Prior art date
Application number
NL8501869A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193317B (nl
NL193317C (nl
Inventor
Braham Shroot
Jean Maignan
Gerard Lang
Original Assignee
Cird
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Cird filed Critical Cird
Publication of NL8501869A publication Critical patent/NL8501869A/nl
Publication of NL193317B publication Critical patent/NL193317B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193317C publication Critical patent/NL193317C/nl

Links

Classifications

    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07DHETEROCYCLIC COMPOUNDS
    • C07D333/00Heterocyclic compounds containing five-membered rings having one sulfur atom as the only ring hetero atom
    • C07D333/02Heterocyclic compounds containing five-membered rings having one sulfur atom as the only ring hetero atom not condensed with other rings
    • C07D333/04Heterocyclic compounds containing five-membered rings having one sulfur atom as the only ring hetero atom not condensed with other rings not substituted on the ring sulphur atom
    • C07D333/06Heterocyclic compounds containing five-membered rings having one sulfur atom as the only ring hetero atom not condensed with other rings not substituted on the ring sulphur atom with only hydrogen atoms, hydrocarbon or substituted hydrocarbon radicals, directly attached to the ring carbon atoms
    • C07D333/22Radicals substituted by doubly bound hetero atoms, or by two hetero atoms other than halogen singly bound to the same carbon atom
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K31/00Medicinal preparations containing organic active ingredients
    • A61K31/21Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates
    • A61K31/215Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates of carboxylic acids
    • A61K31/22Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates of carboxylic acids of acyclic acids, e.g. pravastatin
    • A61K31/225Polycarboxylic acids
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61KPREPARATIONS FOR MEDICAL, DENTAL OR TOILETRY PURPOSES
    • A61K31/00Medicinal preparations containing organic active ingredients
    • A61K31/21Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates
    • A61K31/215Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates of carboxylic acids
    • A61K31/235Esters, e.g. nitroglycerine, selenocyanates of carboxylic acids having an aromatic ring attached to a carboxyl group
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A61MEDICAL OR VETERINARY SCIENCE; HYGIENE
    • A61PSPECIFIC THERAPEUTIC ACTIVITY OF CHEMICAL COMPOUNDS OR MEDICINAL PREPARATIONS
    • A61P17/00Drugs for dermatological disorders
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07CACYCLIC OR CARBOCYCLIC COMPOUNDS
    • C07C69/00Esters of carboxylic acids; Esters of carbonic or haloformic acids
    • C07C69/017Esters of hydroxy compounds having the esterified hydroxy group bound to a carbon atom of a six-membered aromatic ring
    • CCHEMISTRY; METALLURGY
    • C07ORGANIC CHEMISTRY
    • C07CACYCLIC OR CARBOCYCLIC COMPOUNDS
    • C07C69/00Esters of carboxylic acids; Esters of carbonic or haloformic acids
    • C07C69/76Esters of carboxylic acids having a carboxyl group bound to a carbon atom of a six-membered aromatic ring

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Organic Chemistry (AREA)
  • Health & Medical Sciences (AREA)
  • Animal Behavior & Ethology (AREA)
  • Veterinary Medicine (AREA)
  • Public Health (AREA)
  • Medicinal Chemistry (AREA)
  • General Health & Medical Sciences (AREA)
  • Pharmacology & Pharmacy (AREA)
  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Epidemiology (AREA)
  • Emergency Medicine (AREA)
  • General Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Nuclear Medicine, Radiotherapy & Molecular Imaging (AREA)
  • Chemical Kinetics & Catalysis (AREA)
  • Dermatology (AREA)
  • Bioinformatics & Cheminformatics (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Pharmaceuticals Containing Other Organic And Inorganic Compounds (AREA)
  • Organic Low-Molecular-Weight Compounds And Preparation Thereof (AREA)
  • Cosmetics (AREA)
  • Acyclic And Carbocyclic Compounds In Medicinal Compositions (AREA)
  • Furan Compounds (AREA)
  • Heterocyclic Compounds Containing Sulfur Atoms (AREA)

Description

N.0. 33280 * η·' - ' l,8-Diacyloxy-10-acylantronen, werkwijze ter bereiding ervan, cosme-tische of farmaceutische samenstelling en de toepassing daarvan.
De onderhavige uitvinding heeft betrekking op l,8-diacyloxy-10-acylantronen als nieuwe verbindingen, die derivaten van 1,8-dihydroxy- 9-antron of antraline zijn, een werkwijze ter bereiding daarvan en hun gebruik in de menselijke of veterinaire geneeskunde en in de cosmetiek.
5 In de menselijke of veterinaire geneeskunde zijn deze verbindingen anti-voortwoekeringsmiddelen in het bijzonder bij de behandeling van psoriasis en wratten of anti-inflammatoire middelen bij de behandelingen van reuma's, dermatosen en eczeem. In de cosmetiek zijn deze verbindingen anti-acne-, anti-roos-, anti-seborrefsche en anti-haaruit-10 valmiddelen.
Ten opzichte van antraline en van bepaalde antralinederivaten, zoals die beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.299.846, hebben de l,8-diacyloxy-10-acylantronen het voordeel minder irriterend en stabieler te zijn en de huid en de kleding in het bijzonder bij de al kalf-15 sche wasbehandeling niet vuil te maken.
Bovendien bezitten ten opzichte van de verbindingen, beschreven in de Duitse octrooiaanvrage 2.154.609, de l,8-diacyloxy-10-acylantronen een veel grotere stabiliteit in de tijd.
De l,8-diacyloxy-10-acylantronen volgens de uitvinding kunnen wor-20 den voorgesteld door de algemene formule 1, waarin
Ri[ en i?2, identiek of verschillend, een rechte of vertakte alkyl groep met 1 tot 15 kool stofatomen, een cycloalkylgroep met 3 tot 6 kool stofatomen, een 2-furyl- of 3-furylgroep, een 3-pyridyl- of 4-pyri-dylgroep, een 2-thienylgroep of een aromatische groep met de formule 5 25 voorstellen, in welke formule X, Y en Z, identiek of verschillend, een waterstofatoom, een alkyl groep met 1 tot 3 kool stofatomen, een trifluormethylgroep, een al-koxygroep met 1 tot 4 kool stofatomen, een halogeenatoom, een nitrogroep of een hydroxyl groep voorstellen.
30 Wanneer de groepen Rj en Rg een alkyl groep voorstellen, is deze bij voorkeur een methyl-, ethyl-, propyl-, isopropyl-, butyl-, isobutyl -, tert.butyl-, pentyl-, isopentyl-, heptyl-, nonyl-, undecyl- of pentadecylgroep.
Wanneer de groepen Rj en R2 een cycloalkylgroep voorstellen, 35 is deze bij voorkeur een cyclopentyl- of cyclohexylgroep.
Wanneer de groepen Ri en R2 een aromatische groep voorstellen, is deze bij voorkeur een fenylgroep of een mono- of di-gesubstitueerde ··· i Λ 'f Λ £ Λ
‘ ÏJ V, £ C U- C
t ï 2 fenylgroep.
De groepen, X, Y en Z stellen bij voorkeur een kleinmoleculige alkyl groep zoals methyl, ethyl of tert.butyl, een alkoxygroep zoals me-thoxy of ethoxy of een halogeenatoom, zoals een chloor- of fluoratoom 5 voor.
Onder de verbindingen met formule 1 kan men in het bijzonder de volgende vermelden: 1.8- di acetoxy-10-acetylantron, 1.8- di acetoxy-10-propi onylantron, 10 1,8-di propi onyloxy-10-propi onylantron, 1.8- di-i sobutyryloxy-10-propi onylantron, 1.8- di acetoxy-10-i sobutyrylantron, 1.8- dipropi onyloxy-10-i sobutyrylantron, 1.8- di-i sobutyryloxy-10-i sobutyrylantron, 15 1,8-di pi valoyloxy-10-pi valoylantron, 1.8- di pi valoyloxy-10-propi onylantron, 1.8- di acetoxy-10-i sopentanoylantron, 1.8- di propi onyloxy-10-i sopentanoyl antron, 1.8- di-i sopentanoyloxy-10-i sopentanoylantron, 20 1,8-di cyclohexylcarbonyloxy-10-cyclohexylcarbonylantron, 1.8- di acetoxy-10-cyclopentylcarbonylantron, 1.8- di acetoxy-10-cyclohexylcarbonylantron, 1.8- di pi valoyloxy-10-benzoylantron, 1.8- di pi valoyloxy-10-(thenoyl-2)-antron en 25 1,8-di pi valoyloxy-10-butyrylantron.
De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op werkwijzen ter bereiding van l,8-diacyloxy-10-acylantronen met formule 1.
De toegang tot de verbindingen met formule 1 kan langs twee verschillende synthesewegen overwogen worden, die kunnen worden voorge-30 steld volgens de reactievergelijkingen met de fig. 1 en 2.
De eerste syntheseweg volgens fig. 1 wordt bij voorkeur gebruikt voor de bereiding van verbindingen met formule 1, waarin de acylgroep op de plaats 10 een proton α ten opzichte van de carbonyl groep draagt. Men veronderstelt immers, dat door een zuurchloride, dat een pro-35 ton op de α-plaats ten opzichte van de carbonyl groep draagt te laten reageren, er tussentijds een keteen ontstaat, dat met het 1,8-dihydro-xyantron reageert onder vorming van een additieprodukt, dat vervolgens tot het 10-acylderivaat met formule 3 wordt omgezet.
De tweede syntheseweg wordt in het bijzonder toegepast voor de be-40 reiding van verbindingen met formule 1, waarin de groepen R2 sterk S 3 0 1 8 6 9 • 4 3 gehinderd zijn en meer in het bijzonder wanneer de groepen R2 geen proton op de α-plaats ten opzichte van de carbonyl groep dragen.
Immers bij aanwezigheid van een sterke base is het carbanion, gevormd op de plaats 10, in evenwicht met de enolaatvorm van het carbonyl 5 op de plaats 9 en vanwege de sterische hindering op de plaatsen 1 en 8 van de verbindingen met formule 4, is het het carbanion op de plaats 10, dat bij voorkeur met behulp van een zuurchloride RiCOCl geacy-leerd wordt.
Volgens de eerste syntheseweg, voorgesteld door fig. 1, bestaat de 10 eerste trap uit het laten reageren op het l,8-dihydroxy-9-antron (2) of antraline, van een zuurchloride (RiCOCl) bij aanwezigheid van een base, zoals pyridine, waarbij de reactie wordt uitgevoerd in een organisch oplosmiddel, zoals tolueen, onder een stikstofatmosfeer en onder uitsluiting van licht en luchtvochtigheid.
15 De tweede trap bestaat uit het behandelen van het 1,8-dihydroxy- 10-acylantron (3) met behulp van een zuuranhydride met de formule (R2C0)20, hetzij alleen, hetzij gemengd met een organisch oplosmiddel, zoals tolueen ofwel met behulp van een zuurchloride R2C0C1, wanneer het overeenkomstige anhydride moeilijk toegankelijk is.
20 Teneinde op voorkeurswijze het gemonoacyleerde derivaat (3) op de plaats 10 te verkrijgen, is het noodzakelijk een overmaat zuurchloride met betrekking tot het antraline te gebruiken, welke overmaat ongeveer 1,5 tot 3 equivalenten is.
Bovendien wordt aanbevolen het pyridine en het zuurchloride in 25 twee keer toe te voegen, teneinde de vorming van gedi- of getriacyleerde produkten te beperken en de reactie te stoppen, wanneer het om te zetten antraline tot het verwachte gemonoacy!eerde produkt op de plaats 10 is omgezet.
Het basische middel, zoals pyridine, moet eveneens in overmaat met 30 betrekking tot het antraline gebruikt worden, waarbij een overmaat van 1,8 tot 3,2 equivalenten bijzonder wenselijk is gebleken.
Na de toevoeging van het eerste deel van het pyridine en het zuurchloride, brengt men de temperatuur gedurende 30 minuten tot 2 uren tot ongeveer 80-90°C, daarna voegt men, na afkoeling tot omgevingstempera-35 tuur, aan het reactiemengsel de aanvullende hoeveelheid pyridine toe en voegt men de rest van het zuurchloride toe. Men brengt het mengsel opnieuw gedurende 1 tot 2 uren tot een temperatuur van ongeveer 80-90°C tot volledige verdwijning van het antraline.
Na afkoeling verwijdert men het gevormde pyridiniumchloorhydraat 40 door filtratie of door extractie met water en concentreert men de to- -V ' * Λ .? .¾
. . ' - ' S
W «wX
i ï 4 lueenfase tot ongeveer 1/5 van het oorspronkelijke volume ervan. Men gaat vervolgens over tot zuivering van het verwachte produkt door chro-matografie over een silicagelkolom.
De l,8-dihydroxy-10-acylantronen (3) worden in het algemeen in de 5 eerste elutiefracties meegesleept. Vervolgens sleept men met behulp van een oplosmiddel of een mengsel van oplosmiddelen met toenemende polariteit de eventueel tijdens de reactie gevormde 10-acyl-mono-, di- en tri-acyloxyderivaten mee.
In bepaalde gevallen kan het op plaats 10 gemonoacyleerde derivaat 10 door herkristallisatie geïsoleerd worden zonder dat het noodzakelijk is tot chromatografie over te gaan.
In de tweede trap ligt, wanneer men geen organisch oplosmiddel toepast, de reactietemperatuur in het algemeen tussen 100 en 150°C en men stopt de verwarming, wanneer men door dunne-laagchromatografie de 15 totale verdwijning van het uitgangsprodukt vaststelt.
De reactie wordt bij voorkeur uitgevoerd bij aanwezigheid van een aromatisch oplosmiddel, zoals tolueen, wanneer men een zuuranhydride gebruikt met een hoog kookpunt en dientengevolge moeilijk door verdamping onder verminderde druk te verwijderen.
20 De reactie wordt vervolgens bij de kooktemperatuur van het organi sche oplosmiddel gedurende een tijd tussen 1 en 5 uren uitgevoerd tot totale verdwijning van het uitgangsprodukt geverifieerd door dunne-laagchromatografie.
In het algemeen is de hoeveelheid zuuranhydride of zuurchloride in 25 overmaat ten opzichte van het l,8-dihydroxy-10-acylantron (3), welke overmaat tenminste 5 equivalenten is.
Na het einde van de reactie giet men het reactiemengsel in water en voert men verschillende wasbehandelingen uit in het bijzonder met behulp van natriumwaterstofcarbonaat. De tolueenfase wordt vervolgens 30 op magnesiumsulfaat gedroogd en daarna gefiltreerd.
Wanneer men een zuuranhydride, zoals azijnzuuranhydride, gebruikt, kan de verwijdering daarvan door verdamping onder verminderde druk verkregen worden.
Men gaat vervolgens over tot de zuivering van het verwachte pro-35 dukt hetzij door herkristallisatie hetzij door chromatografie over si-licagel onder het bij voorkeur toepassen als elueermiddel van tolueen of een mengsel van tolueen en ethyl acetaat.
Volgens de tweede syntheseweg, voorgesteld door fig. 2, bestaat de eerste trap uit de bereiding van een 1,8-diacyloxyantron (4) door het 40 op 1,8-dihydroxyantron (2) laten reageren van een overmaat van een Q ζ f 'i fi ; fi
ö Ü l 2 Ο ύ 'J
♦ t 5 sterk gehinderd zuuranhydride (R2C0)20 of een zuurchloride R2C0C1 zonder proton op de α-plaats ten opzichte van het carbonyl.
Wanneer men een zuuranhydride gebruikt zijn de reactieomstandighe-den niet wezenlijk verschillend van die hiervoor beschreven voor de be-5 reiding van de verbindingen met formule 1 uit het gemonoacyleerde derivaat (3).
Wanneer men een zuurchloride gebruikt, wordt dit in een overmaat van 2 tot 5 equivalenten met een equimolaire hoeveelheid pyridine toegepast, hetgeen tot goede rendementen en tot verkorting van de reactie-10 duur kan leiden.
In een tweede trap bereidt men eerst het carbanion van de verbinding (4) door deze laatste in een aromatisch oplosmiddel of in een ether, bij voorkeur tolueen of tetrahydrofuran, te behandelen met een equivalent van een sterke base, zoals natriumhydride, bij een tempera-15 tuur, die tussen -70° en 25°C ligt, bij voorkeur bij 0°C.
De vorming van het carbanion is zeer snel (enkele minuten) en gaat vergezeld van een intense bloedrode kleur. Wanneer de waterstofontwikkeling is beëindigd, voegt men vervolgens in een tweede trap bij een temperatuur gelegen tussen 0° en 30°C, het zuurchloride (RjCOCT) toe.
20 De reactie is snel en leidt tot het 1,8-diacyloxy-lO-acylantron met formule 1, dat vervolgens volgens dezelfde methoden zoals hiervoor beschreven voor de eerste synthesemethode, wordt gezuiverd.
De onderhavige uitvinding heeft eveneens betrekking op het gebruik van de verbindingen met formule 1 in de humane of veterinaire genees-25 kunde of in de cosmetiek.
In de humane of veterinaire geneeskunde zijn de verbindingen volgens de uitvinding krachtige anti-voortwoekeringsmiddelen in het bijzonder bij de behandeling van psoriasis en wratten en uitstekende anti-inflammatoire middelen in het bijzonder bij de behandeling van reuma's 30 en dermatosen zoals eczeem.
In de cosmetiek kunnen de verbindingen volgens de uitvinding gebruikt worden bij de behandeling van acne, roos, seborroe en haaruitval.
De cosmetische of farmaceutische samenstellingen kunnen bijvoor-35 beeld bereid worden door de werkzame verbinding met formule 1, met een concentratie gelegen tussen 0,1 en 5%, toe te voegen aan verschillende vaste of vloeibare, niet-toxische inerte dragers, die in het algemeen gebruikt worden in samenstellingen voor cosmetisch of therapeutisch gebruik.
40 De farmaceutische samenstellingen kunnen langs enterale, parente- O " -f> ·* Q Ö fj
Ö V J i O ϋ V
i # 6 rale of topicale weg toegediend worden. Voor een toediening langs ente-rale weg bevinden de samenstellingen zich in de vorm van tabletten, poeders, granules, gelatinecapsules, pillen, siropen, suspensies of oplossingen.
5 De posologie is natuurlijk een functie van de toedieningsweg en de gezochte activiteit.
De farmaceutische samenstellingen kunnen bovendien inerte of eventueel farmacodynamisch werkzame toevoegsels bevatten. De tabletten of granules kunnen bijvoorbeeld bindmiddelen, vulstoffen, dragers of ver-χθ dunningsmiddelen bevatten.
De vloeibare samenstellingen kunnen bijvoorbeeld verkeren in de vorm van een steriele met water mengbare oplossing. Naast de werkzame verbinding kunnen de gelatinecapsules een vulstof of een verdikkingsmiddel bevatten. De farmaceutische samenstellingen langs orale weg kun-15 nen eveneens smaakverbeteringsmiddelen en stoffen bevatten, die gewoonlijk gebruikt worden als conserveermiddelen, stabilisatoren, regelings-middelen en emulgeermiddelen. Men kan er eveneens zouten en buffers aan toevoegen.
De dragers en verdunningsmiddelen, zoals hiervoor vermeld, kunnen 20 bestaan uit organische of anorganische stoffen, bijvoorbeeld gelatine, lactose, ami’don, magnesiumstearaat, talk, arabische gom, plantaardige en minerale oliën, vulstoffen, verdikkingsmiddelen, kleurstoffen, bevocht! gingsmiddel en of polyalkyleenglycolen. Wanneer de farmaceutische samenstellingen bestemd zijn voor een topicale toepassing, kunnen zij 25 verkeren in de vorm van een zalf, pommade, gel, tinctuur, creme, oplossing, lotion, fijnverdeeld poeder, spray, suspensie of shampoo.
De zalven of pommades verdienen de voorkeur en worden bereid door de werkzame verbinding volgens de uitvinding te mengen met niet-toxische inerte dragers, die voor een behandeling langs topicale weg ge-30 schikt zijn.
Voorbeeld I
Bereiding van l,8-diacetoxy-10-acetylantron a) 1,8-Di hydroxY-10-acetylantron
Aan een oplossing van 56,5 g gezuiverd antraline (0,25 mol) in 35 1750 cm3 watervrij tolueen, voegt men onder roeren bij omgevingstemperatuur 27,3 cm3 watervrij pyridine (0,34 mol) en vervolgens druppelsgewijze met behulp van een druppel trechter 21,4 cm3 acetyl chloride (0,3 mol) toe. Er ontstaat tijdens de toevoeging een lichte exothermie en vervolgens brengt men na het einde van de toevoeging het mengsel gedu-40 rende 1 uur op een temperatuur van ongeveer 90°C. Na afkoeling voegt o3C1359
* A
7 men opnieuw bij 30-35°C 27,3 cm3 pyridine en daarna druppelsgewijze 21,4 cm3 acetyl chloride toe. Men roert dan het mengsel gedurende 1 uur bij 85-90°C. Na te hebben vastgesteld dat het antraline tot het 10-ace-tylderivaat is omgezet, wordt het reactiemengsel op omgevingstempera-5 tuur gebracht en vervolgens driemaal met water (250 cm3) gewassen. Men decanteert de tolueenfase, die men boven natriumsulfaat droogt en die men vervolgens tot 300 cm3 concentreert. Men brengt dan de oplossing op een silicagelkolom en men elueert met behulp van tolueen en een mengsel van tolueen en dichloormethaan (1:1). De eerste fracties worden verza-10 meld en vervolgens onder een verminderde druk geconcentreerd. De verkregen vaste stof wordt dan uit tolueen herkristalliseerd en men verkrijgt aldus 21 g heldergele kristallen van l,8-dihydroxy-10-acetylan-tron met een smeltpunt van 146°C.
15 Analyse: CiqH^O^ ber.: C 71,63 H 4,51 0 23,85 gev.: 71,44 4,34 23,97 b) 1.8-Diacetoxy-10-acetylantron 20 Een oplossing van 37,5 g 1,8-dihydroxy-lO-antron, zoals hiervoor verkregen, in 350 cm3 azijnzuuranhydride wordt gedurende 2 uren onder terugvloeikoeling verhit. Men verwijdert dan overmaat azijnzuur en anhydride door verdamping onder een verminderde druk. Het verkregen gekristalliseerde produkt wordt dan met hexaan gewassen, vervolgens in 25 dichloormethaan opgelost en op een silicagelkolom gebracht. Na elutie met behulp van dichloormethaan en vervolgens met behulp van een mengsel van dichloormethaan en ethylacetaat (9:1), verkrijgt men na verdamping van het elutie-oplosmiddel 29 g witte kristallen met een smeltpunt van 169°C.
30
Analyse: C20H16O6 ber.: C 68,18 H 4,57 0 27,24 gev.: 68,23 4,66 27,06
35 Voorbeeld II
Bereiding van 1,8-diacetoxy-lO-propionylantron a) 1,8-Di hydroxy-10-propionylantron
Aan een suspensie van 56,6 g (0,25 mol) gezuiverd antraline in 1750 cm3 watervrij tolueen voegt men bij omgevingstemperatuur 27,3 cm3 40 watervrij pyridine (0,34 mol) en vervolgens druppelsgewijze in ongeveer · *5 2 ^ - - i A Γ! % ψ 8 20 minuten 26,2 cm3 propionylchloride (0,3 mol) toe. Men brengt vervolgens het mengsel gedurende ongeveer 1 uur op 85°C. Na terugkeer tot omgevingstemperatuur voegt men opnieuw 27,3 cm3 pyridine en 26,2 cm3 propionyl chloride toe en vervolgens brengt men het mengsel gedurende 1 uur 5 op een temperatuur van ongeveer 85°C.
Het neergeslagen pyridiniumchloorhydraat wordt gefiltreerd en vervolgens met tolueen gewassen. De tolueenfiltraten worden dan tot ongeveer 1 liter geconcentreerd, vervolgens gewassen en boven magnesiumsul-faat gedroogd. Men gaat dan over tot chromatografie over silicagel on-10 der toepassing als elueermiddel eerst van het mengsel van hexaan en tolueen en daarna tolueen.
Na verdamping van de verschillende fracties worden die, die het l,8-dihydroxy-10-propionylantron bevatten verzameld en bij omgevingstemperatuur in tolueen opgelost. Door toevoeging van hexaan slaat het 15 verwachte produkt neer en wordt door ontwateren afgescheiden.
Na droging verkrijgt men 54,6 g lichtgele kristallen van 1,8-dihy-droxy-10-propionylantron met een smeltpunt van 154°C.
Analyse: C17H14O4 20 ber.: C 72,33 H 4,99 gev.: 72,14 5,06 b) 1,8-Di acetoxv-10-propi on.yl antron
Aan een oplossing van 4 g l,8-dihydroxy-10-propionylantron, zoals 25 hiervoor verkregen, in 60 cm3 tolueen en enkele kristallen p-tolueen-sulfonzuur voegt men 6,7 cm3 azijnzuuranhydride (5 equivalenten) toe. Men kookt vervolgens het mengsel gedurende 10 uren onder terugvloei koeling. Na afkoeling wast men met water en de tolueenfase wordt boven na-triumsulfaat gedroogd. Na concentratie en afkoeling kristalliseert het 30 l,8-diacetoxy-10-propionylantron. Men ontwatert, droogt vervolgens en verkrijgt aldus 2,5 g witte kristallen met een smeltpunt van 162°C.
Analyse: CgiHisOe ber.: C 68,84 H 4,95 0 26,10 35 gev.: 68,71 4,93 26,16
Voorbeeld III
Bereiding van l,8-di-isobut.yr,ylox.y-10-propion,ylantron
In een driehalskolf van 50 cm3 voorzien van een koeler en een 40 druppel trechter kookt men onder terugvloei koeling een oplossing van en- zo u i 3 o y * « 9 kele kristallen p-tolueensulfonzuur in 30 cm3 tolueen.
Men voegt vervolgens bij omgevingstemperatuur 4 g 1,8-dihydroxy-10-propionylantron, verkregen volgens voorbeeld 11(a) en vervolgens 12 cm3 isoboterzuuranhydride (5 equivalenten) toe.
5 Men kookt vervolgens gedurende 14 uren het mengsel onder terug-vloeikoeling, een noodzakelijke tijd voor het verdwijnen van het uit-gangsprodukt. Na afkoeling tot omgevingstemperatuur gaat men dan over tot het wassen van het reactiemengsel met behulp van water en natrium-waterstofcarbonaat. Men droogt de tolueenfase boven natriumsulfaat en 10 daarna concentreert men met behulp van een roterende verdamper. Door toevoeging van hexaan slaat het l,8-di-isobutyryloxy-10-propionylantron neer. Na ontwateren en herkristallisatie uit een mengsel van tolueen en hexaan verkrijgt men 1,8 g beige kristallen met een smeltpunt van 122-123°C.
1F
Analyse: C25H26O6 ber.: C 71,07 H 6,20 0 22,72 gev.: 71,11 6,24 22,57
20 Voorbeeld IV
Bereiding van 1.8-dipropionyloxy-lQ-isobutvrylantron a) 1,8-Di hydroxy-lO-i sobutyrvlantron
Aan een oplossing van 56,6 g antraline (0,25 mol) in 1750 cm3 wa-tervrij tolueen en 27,3 cm3 pyridine voegt men in 30 minuten bij omge-25 vingstemperatuur en onder roeren 31,5 cm3 isobutyrylchloride (0,3 mol) toe.
Men brengt vervolgens het reactiemengsel gedurende 1 uur op 85°C.
Na terugkeer tot omgevingstemperatuur voegt men opnieuw 27,3 cm3 pyridine en 31,5 cm3 isobutyrylchloride toe. Men brengt dan de verkregen 30 suspensie gedurende 1 uur op 85-90°C.
Het neergeslagen pyridiniumchloorhydraat wordt door filtratie verwijderd en vervolgens met tolueen gewassen. De tolueenfiltraten worden onder een verminderde druk tot ongeveer 500 cm3 geconcentreerd, vervolgens enkele malen met water gewassen en daarna boven magnesiumsulfaat 35 gedroogd.
Men gaat dan over tot chromatografie over silicagel onder toepassing als elueermiddel van tolueen en vervolgens een mengsel van tolueen en ethyl acetaat. De verschillende fracties, die het l,8-dihydroxy-10-isobutyrylantron bevatten, worden vervolgens geconcentreerd en daarna 40 uit een mengsel van tolueen en hexaan herkristalliseerd.
β - Λ * Λ ,5 Ö .¾ V : v' v 10
Men verkrijgt aldus 25 g gele kristallen van l,8-dihydroxy-10-iso-butyrylantron met een smeltpunt van 160°C.
Analyse: C13H16O4 5 ber.: C 72,97 H 5,44 0 21,59 gev.: 73,00 5,42 21,77
Een nieuwe chromatografie over silicagel van de laatste fracties in tolueen maakt het mogelijk na verdamping en herkristallisatie uit 10 een mengsel van tolueen en hexaan 12 g lichtbeige kristallen met een smeltpunt van 153°C te isoleren, die na analyse overeenkomen met het 1,8-di-i sobutyryloxy-10-i sobutyrylantron.
Analyse: C26H28O6 15 ber.: C 71,35 H 6,40 0 21,95 gev.: 71,10 6,42 21,99 b) 1,8-Di propionvloxy-10-i sobutyrylantron
Volgens dezelfde uitvoeringsvorm als die beschreven in voorbeeld 20 III behandelt men 2 g l,8-dihydroxy-10-isobutyrylantron, zoals hiervoor verkregen, in tolueen onder terugvloei koeling met 5 equivalenten pro-pionzuuranhydride.
Na het einde van de reactie wordt de tolueenfase met water en daarna met een oplossing van natriumwaterstofcarbonaat gewassen en ver-25 volgens tenslotte gedroogd.
Door toevoeging van hexaan aan de tolueenfase ontstaat een neerslag, dat ontwaterd en daarna gedroogd wordt. Men verkrijgt 1,1 g witte kristallen met een smeltpunt van 119°C.
30 Analyse: C24H24O5 ber.: C 70,57 H 5,92 023,50 gev.: 70,59 5,96 23,57
Voorbeeld V
35 Bereiding van 1.8-diacetoxy-lO-isopentanoylantron a) 1,8-Di hydroxy-10-i sopentanoyl antron
Men gaat volgens dezelfde uitvoeringsvorm, zoals die in voorbeeld IVa) beschreven te werk, maar onder vervanging van isobutyrylchloride door de overeenkomstige hoeveelheid isopentanoylchloride.
40 Na chromatografie over silicagel, verdamping van het oplosmiddel :0301 8 69 • * 11 en herkristallisatie uit een mengsel van tolueen en hexaan verkrijgt men 22 g gele kristallen van l,8-dihydroxy-10-isopentanoylantron met een smeltpunt van 141°C.
5 Analyse: CigHi804 ber.: C 73,53 H 5,84 0 20,62 gev.: 73,34 5,89 20,48
Na verdamping van de filtraten en nieuwe chromatografie over sili-10 cage! onder toepassing van tolueen als elueermiddel, isoleert men na verdamping lichtbeige kristallen met een smeltpunt van 190°C, die volgens analyse overeenkomen met het 1,8-di-isopentanoyloxy-lO-isopenta-noylantron.
15 Analyse: ¢29113405 ber.: C 72,78 H 7,16 020,06 gev.: 72,06 7,18 19,92 b) 1,8-Diacetoxy-10-i sopentanoylantron 20 Volgens dezelfde uitvoeringsvorm zoals die beschreven bij voorbeeld III, behandelt men 5 g l,8-dihydroxy-10-isopentanoylantron, zoals hiervoor verkregen, met 5 equivalenten azijnzuuranhydride in 50 cm3 Wa-tervrij tolueen bij aanwezigheid van een spoor p-tolueensulfonzuur.
Na het einde van de reactie wordt het mengsel met water gewassen 25 en wordt de tolueenfase na afscheiding boven natriumsulfaat gedroogd en vervolgens onder een verminderde druk geconcentreerd. De verkregen vaste stof wordt vervolgens in dichloormethaan opgelost en men gaat over tot chromatografie over silicagel.
Na el utie met behulp van een mengsel van tolueen en ethyl acetaat 30 in de verhouding 9:1 en verdamping van het elutie-oplosmiddel verkrijgt men 4 g lichtgele kristallen met een smeltpunt van 136°C.
Analyse: C23H22O6 ber.: C 70,04 H 5,62 0 24,34 35 gev.: 70,30 5,70 24,34
Voorbeeld VI
Bereiding van een 1.8-dipropionvloxv-10-propionylantron
Volgens dezelfde uitvoeringsvorm zoals die beschreven in voorbeeld 40 III behandelt men 5 g l,8-dihydroxy-10-propionylantron, verkregen bij 350!869 » * 12 voorbeeld 11(a), met 5 equivalenten propionzuuranhydride. Men gaat vervolgens over tot chromatografie over een silicage!kol om onder elueren met behul p van een mengsel van tol ueen en ethyl acetaat in de verhouding 9:1. De verdamping en vervolgens de herkristallisatie uit tolueen leidt 5 tot 1,5 g beige kristallen met een smeltpunt van 125°C.
Analyse: C23H22O6 ber.: C 70,04 H 5,62 0 24,34 gev.: 69,92 5,50 24,10 10
Voorbeeld VII
Bereiding van 1.8-dipropionyloxy-lO-isopentanoylantron
Volgens dezelfde uitvoeringsvorm zoals die beschreven in voorbeeld III behandelt men 6 g l,8-dihydroxy-10-isopentanoylantron, verkregen 15 volgens voorbeeld V(a) met 5 equivalenten propionzuuranhydride. Na 4 uren koken onder terugvloeikoeling neemt men door dunne-laagchromato-grafie de verdwijning van het uitgangsprodukt waar. Na afkoeling tot omgevingstemperatuur kristalliseert het verwachte produkt en wordt ontwaterd en vervolgens tweemaal herkristalliseerd uit een mengsel van to-20 lueen en hexaan.
Men verkrijgt 2,1 g beige kristallen met een smeltpunt van 124°C.
Analyse: C25H26O6 ber.: C 71,07 H 6,20 0 22,72 25 gev.: 71,11 6,22 22,89
Voorbeeld VIII
Bereiding van 1.8-diacetoxv-lO-c.vclopentylcarbonylantron a) l,8-Dihydroxy-10-c.yclopentyl carbonyl antron 30 Deze verbinding wordt volgens dezelfde uitvoeringsvorm verkregen zoals die beschreven in voorbeeld IV(a), evenwel onder vervanging van het isobutyrylchloride door de overeenkomstige hoeveelheid van het cy-clopentaancarbonzuurchloride.
Na chromatografie over silicagel, verdamping van het oplosmiddel 35 en kristallisatie uit hexaan verkrijgt men 24 g van een geel poeder van l,8-dihydroxy-10-cyclopentylcarbonylantron met een smeltpunt van 164°C.
$501868 « «· 5 13
Analyse: C20H18O4 ber.: C 74,52 H 5,63 0 19,85 gev.: 74,38 5,75 19,66 b) 1,8-Di acetoxy-10-cyclopentylcarbonylantron
Een oplossing van 9 g 1,8-dihydroxy-10-cyclopentylcarbonylantron, zoals hiervoor verkregen, in 150 cm^ azijnzuuranhydride wordt onder roeren gedurende 3 uren op een temperatuur tussen 130 en 140°C ge-10 bracht. De oplossing wordt vervolgens onder een verminderde druk met een roterende verdamper geconcentreerd.
Het vloeibare residu wordt dan met hexaan behandeld, hetgeen leidt tot precipitatie van het verwachte produkt, dat men onder een verminderde druk ontwatert. Men lost dan de vaste stof in dichloormethaan op 15 en men gaat over tot chromatografie over een silicagelkolom. Na concentratie van de elutiefasen van dichloormethaan en herkristallisatie uit een mengsel van tolueen en hexaan verkrijgt men 4,2 g 1,8-diacetoxy-10-cyclopentylcarbonylantron in de vorm van lichtgele kristallen met een smeltpunt van 180°C.
20
Analyse: C24H22O5 ber.: C 70,92 H 5,46 0 23,62 gev.: 71,01 5,47 23,76
25 Voorbeeld IX
Bereiding van 1,8-diacetoxy-10-cyclohexylcarbonylantron a) 1,8-Dihydroxy-lQ-cyclohexylcarbonylantron
Deze verbinding wordt volgens dezelfde uitvoeringsvorm verkregen zoals die beschreven in voorbeeld IV(a), evenwel onder vervanging van 30 het isobutyrylchloride door de overeenkomstige hoeveelheid cyclohexaan-carbonzuurchlori de.
Na chromatografie over silicagel en kristallisatie uit een mengsel van hexaan en tolueen verkrijgt men 1,8 g gele kristallen van 1,8-dihy-droxy-10-cyclohexylcarbonylantron met een smeltpunt van 220°C.
35
Analyse: C21HXQO4 ber.: C 74,98 H 5,99 0 19,03 gev.: 74,78 5,91 19,22 40 Door verdamping van de laatste elutiefracties met behulp van het 8501889 --- m 14 mengsel van tolueen en ethyl acetaat in de verhouding 9:1, isoleert men 5 g lichtgele kristallen met een smeltpunt van 158°C, die na analyse overeenkomen met 1,8-di cyclohexylcarbonyloxy-10-cyclohexyl carbonylan-tron.
5
Analyse: C35H40O6 ber.: C 75,51 H 7,24 0 17,25 gev.: 75,48 7,37 16,97 10 b) 1,8-Diacetoxy-10-cvclohexvlcarbonylantron
Deze verbinding wordt volgens dezelfde uitvoeringsvorm verkregen zoals die beschreven in voorbeeld VIII(b) door behandeling van 9 g l,8-dihydroxy-10-cyclohexylcarbonylantron in 150 cm3 azijnzuuranydride. Na 3 uren concentreert men en kristalliseert men de verkregen olie door 15 roeren in hexaan. Na te hebben ontwaterd worden de 11 g verkregen pro-dukt in 150 cm3 tolueen oplosbaar gemaakt, op 100°C gebracht en bij aanwezigheid van 10 g silicage! geroerd. Na enkele minuten wordt de oplossing gefiltreerd en wordt het filtraat tot 0°C gekoeld. Men verkrijgt aldus 6 g lichtbeige kristallen van 1,8-diacetoxy-10-cyclohexyl-20 carbonylantron met een smeltpunt van 188°C.
Analyse: C25H24O6 ber.: C 71,41 H 5,75 022,83 gev.: 71,58 5,71 22,68 25
Voorbeeld X
Bereiding van 1.8-dipi valoyloxy-10-propionylantron
Aan een oplossing van 5 g 1,8-dihydroxy-10-propionylantron verkregen volgens voorbeeld 11(a) in 100 cm3 watervrij tolueen voegt men 5,7 30 cm3 watervrij pyridine (4 mol equivalenten) en 8,7 cm3 pi valoylchloride (4 mol equivalenten) toe. Het mengsel wordt dan gedurende 8 uren op 100°C gebracht, na welke tijd het grootste deel van het uitgangsprodukt is omgezet. Men voegt dan 100 cm3 water bij omgevingstemperatuur toe, men decanteert en de organische fase wordt met water gewassen en daarna 35 boven natriumsulfaat gedroogd en geconcentreerd. Het verkregen olieachtige residu wordt in dichloormethaan oplosbaar gemaakt en op een si-licage!kol om gebracht. Men gaat dan over tot chromatografie onder toepassing als elueermiddel van een mengsel van tolueen, dichloormethaan en ethylacetaat in de verhouding 15:3:2. Na concentratie van de elutie-40 fasen en kristallisatie uit pentaan verkrijgt men 2 g lichtgele kris- 8p» r\ O ü 1 a ö υ 15 tallen van l,8-dipivaloyloxy-10-propionylantron met een smeltpunt van 115°C.
Analyse: C27H30O6 5 ber.: C 71,98 H 6,71 O 21,31 gev.: 71,88 6,75 21,50
Voorbeeld XI
Bereiding van 1.8-dipivaloyloxy-lQ-benzoylantron 10 a) 1,8-Dipi valoyloxyantron
In een reactor van 2 liter bereidt men een oplossing van 90 g 1,8-dihydroxyantron (0,4 mol) en 130 cm3 pyridine (4 equivalenten) in 1 liter watervrij tolueen.
Het mengsel wordt dan onder roeren op een temperatuur van 90-100°C 15 gebracht en daarna voegt men dan druppelsgewijze 197 cm3 pivaloylchlo-ride (4 equivalenten) toe. Na het einde van de toevoeging van het piva-1oyl chloride wordt het reactiemengsel dan gedurende 4 uren onder terug-vloei koeli ng verhi t.
Na filtratie van het reactiemengsel bij omgevingstemperatuur wordt 20 het fïltraat met koolzuurhoudend water en daarna met water tot neutrale pH gewassen. De organische fase wordt dan boven natriumsulfaat gedroogd en vervolgens op een roterende verdamper onder verminderde druk geconcentreerd. De verkregen vaste stof wordt dan in 300 cm3 hexaan geroerd, ontwaterd en vervolgens gedroogd. Men verkrijgt 110 g van een gele vas-25 te stof die, herkristalliseerd uit ethylacetaat, leidt tot lichtgele naalden met een smeltpunt van 174°C.
Analyse ber.: C 72,70 H 6,61 0 20,18 30 gev.: 72,73 6,61 20,40 b) 1,8-Dipivaloyloxy-10-benzoylantron
Aan een oplossing van 5 g 1,8-dipivaloyloxyantron, zoals hiervoor verkregen, in 50 cm3 watervrij tetrahydrofuran voegt men onder roeren 35 onder uitsluiting van licht en vocht uit de lucht 1,1 mol equivalenten natriumhydride toe. De kleur van het reactiemilieu gaat dan naar bloedrood. Wanneer de waterstofontwikkeling is opgehouden voegt men dan druppelsgewijze bij 0°C 1,1 equivalenten benzoylchloride toe. Het reactiemengsel wordt dan gedurende 2 uren bij omgevingstemperatuur geroerd 40 en vervolgens voegt men 5 cm3 azijnzuur toe en giet men op 300 cm3 wa-ac λ * -¾ Λ * I ( -** oT :J V 3 w 16 ter. Het gevormde neerslag wordt ontwaterd en gedroogd en daarna in 40 cm3 dichloormethaan opgelost. Na filtratie voegt men aan het filtraat 250 cm3 hexaan toe en men ontwatert het gevormde witte produkt. Na oplossing in een minimum hoeveelheid dichloormethaan en geleidelijke toe-5 voeging van hexaan kristalliseert het l,8-dipivaloyloxy-10-benzoylan-tron. Na ontwatering en droging verkrijgt men 3,5 g witte kristallen met een smeltpunt van 191°C.
Analyse: C31H30O6 10 ber.: C 74,68 H 6,06 0 19,25 gev.: 74,85 6,07 19,50
Voorbeeld XII
Bereiding van US-dipivaloyloxy-lO-fthenoyl^l-antron 15 Na volgens de uitvoeringsvorm, zoals die beschreven in voorbeeld XI(b), het carbanion van 1,8-dipivaloyloxyantron (5 g) te hebben bereid, voegt men bij 0°C 1,1 equivalenten thenoylchloride toe. Het mengsel wordt vervolgens gedurende 2 uren bij omgevingstemperatuur geroerd en daarna voegt men 5 cm3 azijnzuur toe. De oplossing wordt dan onder 20 een verminderde druk geconcentreerd, vervolgens met 200 cm3 dichloormethaan verdund en met water gewassen. De organische fase wordt gedecanteerd, boven magnesiumsulfaat gedroogd, vervolgens geconcentreerd en op een siücagelkolom gebracht. Het verwachte produkt wordt geëlueerd met een mengsel van tolueen en dichloormethaan in de verhouding 1:1 en 25 daarna met dichloormethaan. Na concentratie van de elutiefase wordt de verkregen vaste stof opgelost in een minimum hoeveelheid tolueen. De tolueenfase wordt gefiltreerd en vervolgens op hexaan gegoten.
Na herkristallisatie van het 1,8-dipi val oyloxy-10-(thenoyl-2')-an-tron ontwatert men en vervolgens droogt men. Men verkrijgt aldus 1,5 g 30 lichtgele kristallen met een smeltpunt van 210°C.
Analyse: C29H28O63 ber.: C 69,03 H 5,59 0 19,03 S 6,35 gev.: 69,05 5,62 19,05 6,20 35
Voorbeeld XIII
Bereiding van 1.8-dipivaloyloxy-lQ-butyrylantron a) 1,8-Dihydroxy-lQ-butyrylantron
Aan een geroerde suspensie onder een inerte atmosfeer en met uit-40 sluiting van licht van 51 g (0,22 mol) 1,8-dihydroxyantron in 1,5 liter 35 0 1 a 8 § 17 tolueen voegt men in een keer 23,8 cm3 pyridine en daarna in 15 minuten druppelsgewijze 27,4 cm3 butyrylchloride toe. Het mengsel wordt dan gedurende 1 uur op een temperatuur van 80-90°C gebracht. Men voegt dan bij omgevingstemperatuur dezelfde hoeveelheid als hiervoor van pyridine 5 en butyrylchloride toe (in totaal 2,7 molequivalenten voor het pyridine en 2,4 mol equivalenten voor het zuurchloride).
Het reactiemengsel wordt dan opnieuw gedurende 1 uur op 80-90°C gebracht. Na terugkeer tot omgevingstemperatuur wordt het mengsel dan op 500 cm3 aangezuurd water gegoten. Men decanteert de organische fase, 10 die men met water tot neutraliteit van de wasvloei stoffen wast en vervolgens boven magnesiumsulfaat droogt. Men gaat dan over tot chromato-grafie over een silicagelkolom onder toepassing van tolueen als elueer-middel. Na concentratie van de elutiefasen giet men op hexaan hetgeen kristallisatie van het 1,8-dihydroxy-lO-butyrylantron teweeg brengt. Na 15 ontwatering en vervolgens droging verkrijgt men 20 g lichtgele kristallen met een smeltpunt van 138°C.
Analyse: 0^1604 ber.: C 72,96 H 5,44 0 21,60 20 gev.: 72,75 5,48 21,38 b) 1,8-Dipi valoyloxy-10-butyrylantron
Aan een onder uitsluiting van licht en onder een stikstofatmosfeer geroerde oplossing van 5 g van het hiervoor verkregen 1,8-dihydroxy-lO-25 butyrylantron in 150 cm3 watervrij tolueen voegt men 5,5 cm3 pyridine en vervolgens 8,4 cm3 pi valoylchloride (4 mol equivalenten) toe. Het reactiemengsel wordt dan gedurende 15 uren onder terugvloeikoeling van het tolueen gekookt.
Men filtreert bij omgevingstemperatuur het gevormde pyridinium-30 chloorhydraat en vervolgens concentreert men het filtraat onder een verminderde druk. Het verkregen produkt wordt vervolgens in 400 cm3 di-chloormethaan opgelost en de verkregen oplossing wordt met aangezuurd water en vervolgens met water gewassen tot neutrale pH van het waswater. Na decanteren van de organische fase droogt men boven magnesium-35 sulfaat en concentreert men vervolgens. Het produkt wordt dan neergeslagen door toevoeging van 100 cm3 hexaan. Na ontwateren en oplossen in een minimum hoeveelheid warm tolueen wordt de tolueenfase snel gefiltreerd en daarna op 100 cm3 hexaan gegoten. Door afkoeling tot 0°C slaat het produkt neer in de vorm van lichtgele kristallen. Men ontwa-40 tert en droogt vervolgens en verkrijgt 5 g l,8-dipivaloyloxy-10-buty-..n λ r* <? »-* *· :.· **> · * i-}
i; . \v. - var *.· \J
18 rylantron met een smeltpunt van 120°C.
Analyse: ber.: C 72,39 H 6,94 0 20,67 5 gev.: 72,41 7,06 20,71
Voorbeeld XIV
Bereidi ng van 10-c,ycl ohexvl carbonyl «1,8-di isobutyryl oxyantron
Een oplossing van 5 g l,8-dihydroxy-10-cyclohexylcarbonyl antron, 10 verkregen bij voorbeeld IX(a), in 50 cm3 isoboterzuuranhydride, geroerd onder uitsluiting van licht en onder een inerte atmosfeer, wordt gedurende 3 uren op een temperatuur van 110° gebracht. De overmaat isoboterzuuranhydride en het tijdens de reactie gevormde isoboterzuur worden door verdamping onder verminderde druk verwijderd. Het onzuivere pro-15 dukt kristalliseert door afkoeling. Na oplosbaar maken in een minimum hoeveelheid tolueen wordt de oplossing op een silicagelchromatografie-kolom gebracht (elueermiddel: tolueen). Na verdamping van de laatste fracties verkrijgt men 4 g van een produkt, dat men in een minimum hoeveelheid tolueen oplost. Na filtratie wordt het verwachte produkt door 20 toevoeging van hexaan gekristalliseerd. De kristallen worden ontwaterd en gedroogd. Men verkrijgt 3,3 g 10-cyclohexylcarbonyl-1,8-diisobuty-ryloxyantron in de vorm van lichtgele kristallen met een smeltpunt van 129°C.
De infrarood- en *H NMR-spectra komen overeen met de verwachte 25 structuur.
Analyse: C28H32O6 ber.: C 72,39 H 6,94 0 20,66 gev.: 72,41 6,97 20,55 30
Voorbeeld XV
Bereiding van 1,8-dibenzoyloxy-lO-propionylantron
Aan een bij omgevingstemperatuur en onder inerte atmosfeer geroerde oplossing van 10 g l,8-dihydroxy-10-propionylantron, verkregen bij 35 voorbeeld 11(a), en 8,1 cm3 benzoyl chloride (2 equivalenten) voegt men langzaam 2 equivalenten tri ethyl amine toe. Het reactiemengsel wordt zeer bruin en men handhaaft het roeren gedurende nog eens 2 uren. Het mengsel wordt dan tweemaal met water gewassen. De organische oplossing wordt boven magnesiumsulfaat gedroogd, vervolgens geconcentreerd en di-40 reet op een silicagelkolom gebracht. Deze wordt met tolueen en vervol- c· k π 1 a -¾ ^ 19 gens met een mengsel van tolueen en dichloormethaan en daarna met een mengsel van dichloormethaan en ethyl acetaat geëlueerd. Na verdamping van het elutie-oplosmiddel isoleert men in de eerste fracties 6 g niet omgezet l,8-dihydroxy-10-propionylantron en in de laatste fracties 7,8 5 g l,8-dibenzoyl-10-propionylantron, die men uit tolueen herkristalli-seert. Men verkrijgt aldus 5,1 g zeer lichtbeige kristallen met een smeltpunt van 160°C.
De infrarood- en *H NMR-spectra komen overeen met de verwachte structuur.
10
Analyse: C31H22O6 ber.: C 75,91 H 4,52 0 19,57 gev.: 75,70 4,54 19,37 15
Voorbeelden van farmaceutische en cosmetische samenstellingen Voorbeeld XVI. Niet oplosbaar tablet van 0.5 g l,8-diacetoxy-10-acetylantron 0,100 g lactose 0,082 g 20 stearinezuur 0,003 g gezuiverde talk 0,015 g zoetstof q.s. kleurstof q.s.
rijstamidon q.s. 0,500 g 25
Dit tablet wordt bereid door directe droge persing van het mengsel van de verschillende bestanddelen.
Voorbeeld XVII. Niet oplosbaar tablet van 0.8 q 30 l,8-diacetoxy-10-propionylantron 0,200 g lactose 0,200 g arabische gom (20% in water) 0,080 g vloeibare paraffine 0,004 g gezuiverde talk 0,016 g 35 amidon q.s.p. 0,800 g
Dit tablet wordt verkregen door langs vochtige weg het mengsel van l,8-diacetoxy-10-propionylantron, amidon, lactose en arabische gom (20% in water) te granuleren. Men gaat vervolgens over tot droging en daarna 40 tot zeving van de granules. Deze laatste worden vervolgens met de pa- % Λ , +* ' - *# • 20 raffine en de talk gemengd. Het geheel wordt tenslotte gecomprimeerd.
In dit voorbeeld kan men het l,8-diacetoxy-10-propionylantron door het 1,8-diacetoxy-10-isopentanoylantron vervangen.
5 Voorbeeld XVIII. Granules in zak.ies van 3 g 1.8- di-isobutyryloxy-10-isobutyrylantron 0,150 g saccharose 2,220 g methyl cel1ulose 0,030 g gezuiverd water 0,600 g 10
De door het mengen van de vier bestanddelen verkregen pasta wordt langs vochtige weg gegranuleerd en vervolgens gedroogd.
In dit voorbeeld kan het l,8-di-isobutyryloxy-10-isobutyrylantron door het 1,8-di-isopentanoyloxy-10-isopentanoylantron vervangen wor-15 den.
Voorbeeld XIX. Capsules van 1 q, die 0,5 g werkzame verbinding bevatten Inhoud van de capsule: olieachtige suspensie 1.8- di cyclohexylcarbonyloxy-10-cyclohexyl- 20 carbonylantron 0,050 g 1 evertraanolie q.s.p. 0,500 g
Het omhulsel van de capsule wordt vervaardigd door vorming gevolgd door droging van een geschikt mengsel bestaande uit gelatine, glycerol, 25 water en conserveermiddel. De suspensie wordt in de capsule gebracht, die vervolgens wordt afgedicht.
Voorbeeld XX. Gelatinecapsule, die 0,3 g poeder bevat Samenstelling van het poeder: 30 1,8-dipropionyloxy-lO-isobutyrylantron 0,080 g maisamidon 0,060 g lactose q.s.p. 0,300 g
Het poeder wordt verpakt in een gelatinecapsule bestaande uit ge-35 latine, titaandioxide en een conserveermiddel.
In dit voorbeeld kan het l,8-dipropionyloxy-10-isobutyrylantron door het l,8-di-isobutyryloxy-10-propionylantron vervangen worden.
2501860 * -¾ 21
Voorbeeld XXI. Drinkbare suspensie in tinctuurampullen van 10 ml 1.8- diacetoxy-10-cyclopentyl carbonyl antron 0,120 g arachide-olie q.s.p. 10 ml 5
Deze ampul moet alvorens te worden gebruikt geroerd worden.
Voorbeeld XXII. Hypodermisch tablet van 32 mg 1.8- diacetoxy-lO-acetylantron, fijnverpoederd 0,005 g 10 natriumchloride 0,027 g
Het mengsel wordt gegranuleerd door middel van een oplossing van polyethyleenglycol 4000 in aceton, vervolgens droogt en tabletteert men. Het tablet wordt onvoorbereid met 3 ml water gemengd voor een in-15 jecteerbaar preparaat.
In dit voorbeeld kan het l,8-diacetoxy-10-acetyl antron door het 1.8- diacetoxy-10-propionylantron of het l,8-diacetoxy-10-cyclopentyl-carbonylantron ofwel het l,8-diacetoxy-10-cyclohexyl carbonylantron vervangen worden.
20
Voorbeeld XXIII. Langs intramusculaire weg injecteerbare olieachtige suspensie in ampullen van 1 ml 1.8- di-isobutyryloxy-10-isobutyrylantron 0,0001 g levertraanolie q.s.p. 1 ml 25
In dit voorbeeld kan het l,8-di-isobutyryloxy-10-isobutyrylantron door het 1,8-dipropionyloxy-lO-isobutyrylantron of het 1,8-dicyclohe-xylcarbonyloxy-10-cyclohexylcarbonylantron vervangen worden.
30 Voorbeeld XXIV. Hydrofobe zalf 1.8- diacetoxy-10-acetylantron 1,00 g vaseline 49,00 g ceresine 15,00 g vaseline-olie 35,00 g 35
In dit voorbeeld kan het l,8-diacetoxy-10-acetylantron door het 1.8- dipropionyloxy-10-isobutyrylantron vervangen worden.
3301869 .· ' 22 Voorbeeld XXV. Zalf 1.8- di-isobutyryloxy-lO-isobutyrylantron 5,00 g watervrij eucerine (mengsel van emulgeerbare 5 alcoholen van lanoline, wassen en geraffineerde oliën op basis van koolwaterstoffen) verkocht door de firma BDF 60,00 g microkristallijne was 15,00 g vaseline-olie q.s.p. 100,00 g 10
In dit voorbeeld kan het l,8-di-isobutyryloxy-10-isobutyrylantron door het l,8-di-isopentanoyloxy-10-isopentanoylantron vervangen worden.
15 Voorbeeld XXVI. Niet-ionogene emulsie voor topicale toepassing 1.8- diacetoxy-10-isopentanoylantron 0,70 g watervrij eucerine 70,00 g vaseline-olie 10,00 g conserveermiddel q.s.
20 steriel gedemineraliseerd water q.s.p. 100,00 g
Voor een goede conservering moet deze emulsie onder uitsluiting van warmte worden bewaard.
In deze emulsie kan het l,8-diacetoxy-10-isopentanoylantron door 25 het l,8-diacetoxy-10-propionylantron vervangen worden.
Voorbeeld XXVII. Niet-ionogene emulsie 1.8- diacetoxy-10-cyclopentylcarbonylantron 1,00 g
Arlacel 481 (onverzadigde vetzuurester 30 van glycerol en sorbitan) van de firma ATLAS 15,00 g vaseline-olie 65,00 g conserveermiddelen q.s.
water q.s.p. 100,00 g
i v j i O J
>· ’ 23
Voorbeeld XXVIII. Watervri.le gel 1.8- di-isobutyryloxy-10-propionylantron 1»50 g Aerosil 200 (siliciumdioxide) van de 5 firma DEGUSSA 7,00 g isopropylmyristaat q.s.p. 100,00 g
In dit voorbeeld kan het l,8-di-isobutyryloxy-10-propionylantron door het 1,8-diacetoxy-10-cyclopentylcarbonyl antron vervangen worden.
10
Voorbeeld XXIX. Onvoorbereid te emulsioneren melk in 2 delen lste deel: 1.8- diacetoxy-10-cyclocarbonylantron 2,00 g
Miglyol 812 (triglyceriden van caprine/capryl- 15 zuren) van de firma DYNAMIT NOBEL q.s.p. 20,00 g 2de deel:
Tween 80 (met 20 mol ethyleenoxide gepolyoxy-ethyleneerd sorbitanmono-oleaat) van de firma ATLAS 10,00 g 20 conserveermiddelen q.s.
steriel gedemineraliseerd water q.s.p. 80,00 g
Het eerste deel wordt geroerd met het oog op het in suspensie brengen van de werkzame verbinding, vervolgens mengt men de twee delen 25 alvorens de melk toe te passen.
Voorbeeld XXX. Stick 1.8- di-isobutyryloxy-10-isobutyrylantron 5,00 g cacaoboter 12,50 g 30 ozokerietwas 18,50 g geraffineerde witte paraffine 6,25 g vaseline-olie 12,75 g isopropylmyristaat q.s.p. 100,00 g 35 In dit voorbeeld kan het 1,8-di-isobutyryloxy-lQ-isobutyrylantron door het l,8-diacetoxy-10-propionylantron vervangen worden.
a R. o 1 S -3 c •· ’ 24 w
Voorbeeld XXXI. Capillaire anti-haaruitval en anti-roossamenstelling 1.8- dipivaloyloxy-10-butyrylantron 0,50 g salicylzuur 0,10 g 5 benzylsalicylaat q.s.p. 100,00 g
Deze samenstelling wordt gedurende 1/4 uur nadat men een gebruike lijke shampoo-behandeling heeft uitgevoerd, op de hoofdhuid aangebracht.
10
Voorbeeld XXXII. Capillaire'anti-haaruitval en anti-roossamenstel!ing 1.8- dipropionyloxy-10-propionylantron 0,50 g tin(II)chloride 0,30 g isopropylmyristaat q.s.p. 100,00 g 15
Deze samenstelling wordt gedurende 1/4 uur nadat men een gebruikelijke shampoo-behandeling heeft uitgevoerd, op de hoofdhuid aangebracht.
20 Voorbeeld XXXIII. Anti-acne samenstelling in de vorm van een creme magnesium!anolaat 3,40 g lanoline-alcohol 2,80 g perhydrosqualeen 20,00 g isopropylmyristaat 5,00 g 25 sesamolie 10,00 g vaseline-olie 8,80 g salicylzuur 1,00 g methyl p-hydroxybenzoaat 0,30 g 1.8- dipivaloyloxy-10-benzoylantron 1,00 g 30 steriel gedemineraliseerd water q.s.p. 100,00 g 35 0 1 8 6 9

Claims (15)

  1. 2. Verbindingen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de rechte of vertakte alkyl groep met 1 tot 15 koolstofatomen gekozen wordt uit 15 de groep bestaande uit een methyl-, ethyl-, propyl-, isopropyl-, butyl-, isobutyl-, tert.butyl-, pentyl-, isopentyl-, heptyl-, nonyl-, un-decyl- of pentadecylgroep.
  2. 3. Verbindingen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de cycl oal kyl groep een cyclopentyl- of cyclohexylgroep is.
  3. 4. Verbindingen volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de aro matische groep een fenylgroep of een mono- of di-gesubstitueerde fenyl-groep is, waarbij de groepen X, Y en Z een methyl-, ethyl-, tert.butyl-, methoxy- of ethoxygroep, een chloor- of fluoratoom voorstellen.
  4. 5. Verbindingen volgens een of meer van de voorafgaande conclu-25 sies, met het kenmerk, dat zij gekozen zijn uit de groep bestaande uit: 1.8- di acetoxy-10-acetylantron, 1.8- di acetoxy-10-propi onylantron, 1.8- di propi onyloxy-10-propi onylantron, 30 l,8-di-isobutyryloxy-10-propionylantron, 1.8- di acetoxy-10-i sobutyrylantron, 1.8- dipropi onyloxy-10-i sobutyrylantron, 1.8- di-i sobutyryloxy-10—isobutyrylantron, 1.8- dipi val oyloxy-10-pi valoylantron, 35 1,8-di acetoxy-10-i sopentanoy1antron, 1.8- di pi valoyloxy-10-propi onylantron, 1.8- di propionyloxy-10-ΐ sopentanoylantron, 1.8- di-i sopentanoyloxy-10-i sopentanoylantron, 1.8- di cyclohexylcarbonyloxy-10-cyclohexylcarbonylantron, 40 1,8-di acetoxy-10-cyclopentylcarbonylantron, ?. a f, *1 η $ ö * * 1.8- di acetoxy-10-cyclohexylcarbonylantron, 1.8- di pi valoyloxy-10-benzoylantron, 1.8- di pi valoyloxy-10-(thenoyl-2)-antron, 1.8- di pi valoyloxy-10-butyrylantron.
  5. 6. Werkwijze ter bereiding van de verbindingen met formule 1 vol- i gens een of meer van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de werkwijze de trappen omvat bestaande uit: 1. het laten reageren op het 1,8-dihydroxyantron, in een organisch oplosmiddel en bij aanwezigheid van een base, van 1,5 tot 3 equivalenten 10 van een zuurchloride met de formule R^COd, waarbij dezelfde betekenis heeft zoals die gegeven bij conclusie 1, en dat een proton op de α-plaats ten opzichte van de carbonyl groep draagt, en 2. het behandelen van het l,8-dihydroxy-10-acylantron, verkregen met behulp van een zuuranhydride met de formule (R2C0)20, hetzij al- 15 leen, hetzij gemengd met een organisch oplosmiddel, of met behulp van een zuurchloride RgCOCl, welk anhydride of welk zuurchloride in een overmaat van tenminste 5 equivalenten is, en het volgens gebruikelijke methoden isoleren van het l,8-diacyloxy-10-acylantron.
  6. 7. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat men in de 20 eerste trap pyridine in een overmaat van 1,8 tot 3,2 equivalenten met betrekking tot het 1,8-dihydroxyantron toepast.
  7. 8. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat men de eerste trap van de reactie uitvoert bij een temperatuur van ongeveer 80-90°C gedurende 30 minuten tot 2 uren.
  8. 9. Werkwijze volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat men de tweede trap van de reactie uitvoert bij een temperatuur, die tussen 100 en 150°C ligt of bij de kooktemperatuur van het toegepaste organische oplosmiddel, gedurende 1 tot 5 uren.
  9. 10. Werkwijze ter bereiding van de verbindingen met formule 1 vol-30 gens een of meer van de conclusies 1 tot 5, met het kenmerk, dat de werkwijze de trappen omvat bestaande uit: 1. het laten reageren op het 1,8-dihydroxyantron van een overmaat bij voorkeur sterk gehinderd zuuranhydride (R2C0)20 of zuurchloride R2COCI, en dat geen proton op de α-plaats ten opzichte van de carbo- 35 nylgroep draagt, waarbij R2 dezelfde betekenis heeft zoals die gegeven bij conclusie 1, en 2. het behandelen van het verkregen 1,8-diacyloxyantron met een equivalent van een sterke base, in een aromatisch oplosmiddel of een ether, het laten reageren op het gevormde anion van een zuurchloride R]C0C1 40 en het volgens gebruikelijke methoden isoleren van het 1,8-diacyloxy- 8501859 ; > 10-acylantron.
  10. 11. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat men in de tweede trap de vorming van het carbanion uitvoert bij aanwezigheid van natriumhydride in tolueen of tetrahydrofuran bij een temperatuur, die 5 tussen -70° en 25°C ligt, bij voorkeur bij 0°C.
  11. 12. Werkwijze volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat men in de tweede trap de reactie van het carbanion met het zuurchloride uitvoert bij een temperatuur die tussen 0® en 30°C ligt.
  12. 13. Cosmetische of farmaceutische samenstelling, met het kenmerk, 10 dat zij als werkzaam bestanddeel tenminste een verbinding met formule 1 in een geschikte drager of geschikt versnijdingsmiddel bevat.
  13. 14. Samenstelling volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat zij het werkzame bestanddeel bevat bij een concentratie, die tussen 0,1 en δ gew.% betrokken op de samenstelling ligt.
  14. 15. Toepassing in de humane of veterinaire geneeskunde van de ver bindingen volgens een of meer van de conclusies 1 tot 5 of van een samenstelling volgens een of meer van de conclusies 13 en 14 bij de behandeling van psoriasis en wratten, bij de behandeling van reuma's, dermatosen en eczeem.
  15. 15. Toepassing in de cosmetiek van de verbindingen volgens een of meer van de conclusies 1 tot 5 of van een samenstelling volgens een of meer van de conclusies 13 en 14 bij de behandeling van acne, roos, se-borroe en haaruitval. +++++++ ^ 5 ** i 3^0 V "_/ j · ~-j w ^
NL8501869A 1984-06-29 1985-06-28 1,8-Diacyloxy-10-acylantronen en cosmetische en farmaceutische samenstellingen die ze bevatten. NL193317C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
FR8410324 1984-06-29
FR8410324A FR2566772B1 (fr) 1984-06-29 1984-06-29 Diacyloxy-1,8 acyl-10 anthrones, leur procede de preparation et leur utilisation en medecine humaine ou veterinaire et en cosmetique

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8501869A true NL8501869A (nl) 1986-01-16
NL193317B NL193317B (nl) 1999-02-01
NL193317C NL193317C (nl) 1999-06-02

Family

ID=9305608

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8501869A NL193317C (nl) 1984-06-29 1985-06-28 1,8-Diacyloxy-10-acylantronen en cosmetische en farmaceutische samenstellingen die ze bevatten.

Country Status (12)

Country Link
US (1) US4696941A (nl)
JP (1) JPH0791222B2 (nl)
BE (1) BE902774A (nl)
CA (1) CA1253860A (nl)
CH (1) CH664358A5 (nl)
DE (1) DE3523231C2 (nl)
DK (1) DK295785A (nl)
FR (1) FR2566772B1 (nl)
GB (1) GB2162175B (nl)
IT (1) IT1186740B (nl)
NL (1) NL193317C (nl)
SE (1) SE466307B (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
FR2492372A1 (fr) * 1980-10-21 1982-04-23 Cird Dihydroxy-1,8 anthrones-9 substituees en position 10 et leur utilisation en medecine humaine ou veterinaire et en cosmetique
JPS6322506A (ja) * 1986-07-14 1988-01-30 Shiseido Co Ltd 皮膚外用剤
DE4231636A1 (de) * 1992-09-22 1994-03-24 Beiersdorf Ag Neue in 10-Stellung substituierte Anthron- und Anthracen-Derivate, Verfahren zu deren Herstellung, diese Verbindungen enthaltende pharmazeutische oder kosmetische Mittel und deren Verwendung
US5426197A (en) * 1993-07-19 1995-06-20 Teva Pharmaceutical Industries, Ltd. 10-substituted 1,8-dihydroxy-9(10H) anthracenone pharmaceuticals
US5476664A (en) * 1994-04-15 1995-12-19 Leonard Bloom Treatment of warts using anthralins and occlusion
RU2156485C1 (ru) * 1999-05-19 2000-09-20 Научный центр волоконной оптики при Институте общей физики РАН Фоточувствительный волоконный световод и фотоиндуцированная структура

Family Cites Families (4)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE2154609A1 (de) * 1970-11-12 1972-06-29 Ciba-Geigy Ag, Basel (Schweiz) Pharmazeutische Präparate, ihre Wirkstoffe und Verfahren zu ihrer Herstellung
US4007271A (en) * 1971-11-26 1977-02-08 Sterling Drug Inc. Dermatalogical compounds and compositions
FI57743C (fi) * 1979-03-29 1980-10-10 Orion Yhtymae Oy Foerfarande foer framstaellning av nya 1,8-dihydroxi-10-acyl-9-antroner mot psoriasis
FI66585C (fi) * 1983-05-18 1984-11-12 Orion Yhtymae Oy Foerfarande foer framstaellning av saerskilt vid behandling avsoriasis anvaendbara 1,8-dihydroxi-10-acyl-9-antroner

Also Published As

Publication number Publication date
GB8516423D0 (en) 1985-07-31
SE8503225D0 (sv) 1985-06-28
JPH0791222B2 (ja) 1995-10-04
FR2566772A1 (fr) 1986-01-03
FR2566772B1 (fr) 1986-11-14
US4696941A (en) 1987-09-29
CA1253860A (fr) 1989-05-09
NL193317B (nl) 1999-02-01
JPS6163635A (ja) 1986-04-01
SE466307B (sv) 1992-01-27
DK295785A (da) 1985-12-30
GB2162175A (en) 1986-01-29
BE902774A (fr) 1985-12-30
NL193317C (nl) 1999-06-02
CH664358A5 (fr) 1988-02-29
SE8503225L (sv) 1985-12-30
DE3523231C2 (de) 1995-02-23
IT8521339A0 (it) 1985-06-28
DK295785D0 (da) 1985-06-28
DE3523231A1 (de) 1986-01-09
GB2162175B (en) 1988-03-02
IT1186740B (it) 1987-12-16

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL193819C (nl) Naftaleenderivaten alsmede farmaceutische en cosmetische preparaten, die deze derivaten bevatten.
DE3708060C2 (de) Aromatische Benzopyranyl- und Benzothiopyranyl-Verbindungen, Verfahren zu ihrer Herstellung sowie diese enthaltende Arzneimittel und kosmetische Zubereitungen
NL8620129A (nl) Nieuwe naftaleenderivaten met retine-achtige werking, werkwijze voor de bereiding daarvan en geneesmiddelsamenstelling en kosmetische samenstelling die deze derivaten bevatten.
EP0210929A2 (fr) Dérivés aromatiques polycycliques, leur procédé de préparation et leur application dans les domaines pharmaceutique et cosmetique
CA1313372C (fr) Derives heterocycliques polycycliques, leur procede de preparation et leur utilisation en medecine humaine et veterinaire
DK172328B1 (da) Bicycliske aromatiske forbindelser, fremgangsmåde til deres fremstilling og kosmetiske og farmaceutiske præparater deraf
JP2904713B2 (ja) 新規な多環式芳香族化合物、これらを含む調剤用および化粧用組成物並びにこれらの用途
CA2021329C (fr) Esters bi-aromatiques, leur procede de preparation et leur utilisation en medecine humaine ou veterinaire et en cosmetique
NL193317C (nl) 1,8-Diacyloxy-10-acylantronen en cosmetische en farmaceutische samenstellingen die ze bevatten.
US5151534A (en) Sulphur-containing eicosanoides and their application in pharmacy and in cosmetics
JP2791695B2 (ja) 新規ベンゾフラン化合物、その製造法、それを含有する組成物及び該組成物の使用方法
CA1312865C (fr) Derives aromatiques d&#39;acide butyrique, leur procede de preparation et leur utilisation en cosmetique ainsi qu&#39;en medecine humaine et veterinaire
NL8600965A (nl) 1-hydroxy-8-acyloxy-10-acylantronen, voor de bereiding daarvan, alsmede farmaceutische en cosmetische preparaten.
JP2826830B2 (ja) 新規ノルボルネン誘導体、その製造方法、それを含有する化粧用および薬学的組成物
DK170399B1 (da) Naphthalenderivater af benzonorbornen, fremgangsmåde til deres fremstilling og lægemidler og kosmetikpræparater indeholdende sådanne forbindelser
US5268494A (en) Sulphur-containing eicosanoides and their application in pharmacy and in cosmetics
NL193316C (nl) Onverzadigde cycloalifatische verbindingen, en cosmetische en farmaceutische preparaten, die deze onverzadigde cycloalifatische verbindingen bevatten.
NL8603149A (nl) Esters van 10-fenyl-1,8-dihydroxy-9-antron of 10-fenyl-1,8,9-antraceentriol, werkwijze voor de bereiding daarvan en voor de toepassing daarvan in de geneeskunde, de diergeneeskunde en de cosmetica.
NL8502246A (nl) Nieuwe op de plaats 1 gesubstitueerde derivaten van 4-methoxy-2,3,6-trimethylbenzeen, hun bereidingswijze en geneeskrachtige en cosmetische samenstellingen, die deze derivaten bevatten.
GB2160864A (en) 10-Aryl-1,8-dihydroxyanthrones and their esters, the process for preparation thereof and pharmaceutical and cosmetic compositions containing them
KR20010102330A (ko) 3-메틸 비타민 d 유도체

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20000101