NL8401828A - Sonde met naaldinstelling. - Google Patents

Sonde met naaldinstelling. Download PDF

Info

Publication number
NL8401828A
NL8401828A NL8401828A NL8401828A NL8401828A NL 8401828 A NL8401828 A NL 8401828A NL 8401828 A NL8401828 A NL 8401828A NL 8401828 A NL8401828 A NL 8401828A NL 8401828 A NL8401828 A NL 8401828A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
adapter
probe
probe assembly
needle
rings
Prior art date
Application number
NL8401828A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Gte Valeron Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Gte Valeron Corp filed Critical Gte Valeron Corp
Publication of NL8401828A publication Critical patent/NL8401828A/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01BMEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
    • G01B7/00Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques
    • G01B7/02Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques for measuring length, width or thickness
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01BMEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
    • G01B7/00Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques
    • G01B7/002Constructional details of contacts for gauges actuating one or more contacts
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01BMEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
    • G01B5/00Measuring arrangements characterised by the use of mechanical techniques
    • G01B5/004Measuring arrangements characterised by the use of mechanical techniques for measuring coordinates of points
    • G01B5/008Measuring arrangements characterised by the use of mechanical techniques for measuring coordinates of points using coordinate measuring machines
    • G01B5/012Contact-making feeler heads therefor
    • GPHYSICS
    • G01MEASURING; TESTING
    • G01BMEASURING LENGTH, THICKNESS OR SIMILAR LINEAR DIMENSIONS; MEASURING ANGLES; MEASURING AREAS; MEASURING IRREGULARITIES OF SURFACES OR CONTOURS
    • G01B7/00Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques
    • G01B7/004Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques for measuring coordinates of points
    • G01B7/008Measuring arrangements characterised by the use of electric or magnetic techniques for measuring coordinates of points using coordinate measuring machines
    • G01B7/012Contact-making feeler heads therefor

Landscapes

  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Length Measuring Devices With Unspecified Measuring Means (AREA)
  • A Measuring Device Byusing Mechanical Method (AREA)
  • Measuring Leads Or Probes (AREA)
  • Measurement Of Length, Angles, Or The Like Using Electric Or Magnetic Means (AREA)
  • Fire-Detection Mechanisms (AREA)
  • Fire Alarms (AREA)
  • Transmission And Conversion Of Sensor Element Output (AREA)
  • Machine Tool Sensing Apparatuses (AREA)

Description

*' *
* * N.0. 32483 jU
Sonde met naaldinstelling.
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het inspecteren van werkstukken en heeft meer in het bijzonder betrekking op de toepassing van sondes in geautomatiseerde machinewerktuigen om het werkstuk te contacteren en om daarop betrekking hebbende informatie te 5 verschaffen.
Voor geautomatiseerde machinewerktuigen zijn nauwkeurige middelen voor het lokaliseren van oppervlakken op werkstukken nodig. Een van de meest gebruikelijke methoden om deze taak uit te voeren is om de machine een sonde in contact of aanraking met het werkstuk te brengen en om 10 wanneer dit contact gemaakt is de sondepositie te registreren. Sondes van dit type zijn bekend als contact- of aanrakingssondes. Zij hebben in het algemeen een naald voor het contacteren van het werkstuk en een schakeling die een elektrisch signaal opwekt wanneer de naald het onderdeel contacteert. Een machinestuureenheid kan informatie omtrent de 15 vorm of plaats van het deel berekenen uit de X-, Y- en Z-aspositiegege-vens van de sonde wanneer het naaldcontact het elektrische signaal opwekt. Mien heeft ook sondes van deze algemene configuratie gebruikt om dimensie-ijkbewerkingen uit te voeren waarbij de verplaatsing van de naald gebruikt wordt om ijkinformatie te verschaffen.
20 De octrooiliteratuur beschrijft verschillende sonde-ontwerpen die in automatische machinale bewerkingscenters gebruikt kunnen worden waarbij de sondes tijdelijk in een werktuigmagazijn opgeslagen zijn en verbonden en van de spil weggenomen worden door een automatisch werk-tuigwisselmechanisme. Representatieve voorbeelden van dit algemene type 25 zijn beschreven in de Amerikaanse octrooischriften 4.339.714, 4.118.871, 4.328.623 en 4.153.998.
In het algemeen bevatten de sondesamenstellen een hoofdlichaam of huis waarvan een einde tegenover de naald verbonden is met een geschikte adapter. De adapter maakt het mogelijk om het sondehuis in een ge-30 automatiseerd machinewerktuig op te nemen op dezelfde wijze als een typerend snijwerktuig. De adapters variëren in configuratie in afhankelijkheid van het machinewerktuig waarin de sonde gebruikt moet worden.
Aan de adapters kan ook een configuratie gegeven worden om het mogelijk te maken de sonde samen met een hand of grijpelement van een automaton, 35 zoals een industriële robot, te gebruiken.
Het is van belang dat de juiste plaats en oriëntatie van de naald verschaft wordt teneinde de sonde nauwkeurige gegevens te doen opwekken. Het is bijvoorbeeld vaak verplicht dat de punt van de naald en de 8401828 *' y* 2 bijbehorende as daarvan nauwkeurig met de as van de spilaandrijving gecentreerd zijn wanneer de sonde in een machinaal bewerkingscenter gebruikt wordt. In het verleden probeerde men een dergelijke nauwkeurigheid te bereiken door strenge toleranties aan te houden of door tijdens 5 de constructie van de sonde speciale procedures toe te passen. Dergelijke Voorzorgsmaatregelen waren echter niet altijd voldoende en zij hebben in elk geval de kosten van vervaardiging van het sondesamenstel vergroot.
De uitvinding beoogt in het algemeen een sondesamenstel te ver-10 schaffen voorzien van geschikte middelen voor het instellen van de positie van de naald.
Volgens de leer van de uitvinding is het sondehuis tegenover de naald voorzien van een uitstekend orgaan dat in een in een tegenovergelegen vlak van de adapter gevormde opening of put wordt gevoerd. De re-15 latieve afmetingen van de put en het orgaan zijn zodanig dat het sondehuis dwars ten opzichte van de hoofdas van de adapter verschoven kan worden. Er zijn voorzieningen aangebracht voor het contacteren van de zijden van het orgaan en voor het bewegen van het sondehuis in een radiale richting teneinde de naald in de gewenste plaats te positioneren. 20 Bij voorkeur heeft het orgaan een afgeknot konische vorm waarbij de zijden daarvan naar de adapter toe divergeren. De instelmiddelen hebben de vorm van stelschroeven die dwars door de adapter lopen en de divergerende zijden van het orgaan contacteren. Op deze wijze wordt het sondehuis axiaal naar de adapter getrokken en daaraan bevestigd in aanvul-25 ling op het radiaal verschuiven van het sondehuis zoals bepaald door de mate van uitsteking van de stelschroeven in de put. In de voorkeursuitvoering worden drie gelijkelijk gescheiden stelschroeven gebruikt in combinatie met tegenovergestelde veergeladen plunjers. De plunjers dienen om een toevallige scheiding van het sondehuis van de adapter te 30 verhinderen in het geval dat de stelschroeven niet in werkbare aangrij-ping met het orgaan zijn.
Volgens een ander kenmerk van de uitvinding zijn een paar af geschuinde vul- of sluitringen met niet-evenwijdige oppervlakken gemonteerd tussen het sondehuis en de adapter. De sluitringen kunnen ten op-35 zichte van elkaar draaien teneinde daardoor de helling van het sondehuis in te stellen en op deze wijze de richting van de naaldas in te stellen. Een naaldinstelling van dit type wordt uitgevoerd in overeenstemming met de voorkeursuitvoering door middel van gaten in de om-treksoppervlakken van de sluitringen. Een werktuig met boogvormige pas-40 serbenen wordt gebruikt om in de sluitringgaten aan te grijpen. Er zijn 8401828 « ί - ί -4 3 in het werktuig middelen aangebracht om de krompasserbenen langs een boogvormige weg te bewegen teneinde de beweging van de sluitringen te sturen en de naaldas in de juiste richting te brengen.
De uitvinding zal nader worden toegelicht met verwijzing naar de 5 bijbehorende tekeningen, waarin:
Fig. 1 een voorhoogteaanzicht geeft van een sondesamenstel met delen in dwarsdoorsnede en uitgevoerd volgens de leer van de uitvinding, waarbij het sondesamenstel gemonteerd is in een spilkop van een machinaal bewerkingscenter; 10 Fig. 2 een uit elkaar getrokken perspectivisch aanzicht geeft van het sondesamenstel;
Fig. 3 een dwarsdoorsnedeaanzicht geeft langs de lijnen 3-3 van fig. 1;
Fig. 4 een fragmentarisch dwarsdoorsnedeaanzicht geeft van een an-15 dere plaats van een nabijheidsschakelaar in de adapter;
Fig. 5 een perspectivisch aanzicht geeft van een werktuig voor het instellen van de helling van de naald volgens een kenmerk van de uitvinding;
Fig. 6 een dwarsdoorsnedeaanzicht geeft langs de lijnen 6-6 van 20 fig. 5;
Fig. 7 een gedeeltelijk dwarsdoorsnedeaanzicht geeft langs de lijnen 7-7 van fig. 6;
Fig. 8 een vereenvoudigd hoogteaanzicht geeft van het sondesamenstel met de naald in een gehelde oriëntatie; 25 Fig. 9 een aanzicht geeft langs de lijnen 9-9 van fig. 8; en
Fig. 10 een aanzicht geeft gelijk aan dat van fig. 9 nadat de naald ingesteld is.
In de fig. 1 tot 3 bestaat het sondesamenstel 10 in het algemeen uit drie delen: een naald 12, een sondehuis 14 en een adapter 16. Het 30 sondehuis 14 omvat meer in het bijzonder een cilindervormige schake-laareenheid 18 en een cilindervormige schakelingseenheid 20 die met elkaar zijn verbonden, waarbij het einde van de schakelingseenheid 20 afgesloten wordt door een speciaal gevormde plaat 22 die in detail toegelicht zal worden.
35 Het sondehuis 14 kan wegneembaar verbonden zijn met een verschei denheid van verschillende adapters waarvan de configuraties, in het bijzonder de schachten, ontworpen zijn om met verschillende machine-werktuigen gebruikt te worden. In fig. 1 is van het sondesamenstel 10 aangegeven dat dit in een spilkop 24 van een numeriek gestuurd machi-40 naai bewerkingscenter gemonteerd is. De schacht van de adapter verloopt 8401828 ? * 5 * 4 taps en bevat daarin een schroefdraadboring 26 voor het opnemen van een (niet aangegeven) motoraangedreven schroef. De adapter kan verder een flensdeel 28 hebben met een ringvormige ring voor het aangrijpen van een of meer aandrijfwiggen of aanslagen 30.
5 Het sondehuis kan een aantal lichtemissiedioden 32 hebben om in formatie, die betrekking heeft op de toestand van de sonde, terug te zenden naar een op afstand gelegen ontvangerkop. De sondetransmissie-schakeling binnen de eenheid 20 krijgt voeding van de verschuifbaar daarin opgenomen batterijen 34, 36 die door de dop 38 op hun plaats 10 worden gehouden.
De schakelaareenheid 18 bevat een aantal contacten die mechanisch uitgevoerd zijn om beweging van de sondenaald 12 als gevolg van het contact daarvan met een ander voorwerp, zoals een werkstukoppervlak, te reflecteren. De mechanische uitvoering van deze constructie is nu in 15 detail aangegeven. In het kort gesteld bevat de schakelaareenheid een as 40 waaraan de naald 12 wegneembaar is bevestigd door middel van een stelschroef 42. Een membraan 43 sluit het inwendige van de schakelaareenheid 18 af tegen nadelige omgevingsinvloeden. Het tegengestelde einde van de as 40 is verbonden met een volg- of tuimelplaat 44. De tui-20 melplaat 44 heeft een aantal geleidende inzetstukken 46 die door de invloed van de veer 50 normaal tegen overeenkomstige kogels 48 worden aangedrukt. Wanneer echter de naald 12 vanuit zijn rustpositie beweegt, volgt de tuimelplaat 44 de naaldbeweging en tilt een van de inzetstukken 46 uit zijn overeenkomstig kogelcontact, dat vastligt, op. De paren 25 kogel-schakelaarelementen vormen elektrische contactschakelaars waarvan de verandering in de weerstand of andere elektrische eigenschappen bewaakt wordt door een schakeling binnen de eenheid 20 en via de lichtemissiedioden 32 aan de machinestuureenheid wordt toegevoerd.
Opgemerkt wordt op dit moment dat de beschrijving van de tot nu 30 beschreven sonde slechts gegeven is om de omgeving aan te geven waarbinnen de naaldinstelmaatregelen van de uitvinding kunnen worden opgenomen .
De aandacht van de lezer wordt in het bijzonder getrokken naar het verbindingsgebied tussen het sondehuis 14 en de adapter 16. De adapter 35 16 heeft een in het algemeen plat eindvlak 50 met een daarin gevormde opening of put 52. In deze uitvoering is het eindvlak 50 een deel van een ringvormig flensbuitendeel 54 met een behoorlijke dikte dat een voetstuk vormt dat via een halsdeel 56 verbonden is met de rest van de adapter 16.
40 Het eindvlak 58 van de sondehuisplaat 22 bevat een daarvan uitste- 8401828 * < * 5 kend orgaan 60. Het orgaan 60 heeft een radiale afmeting die kleiner is dan die van de adapterput 52. Bij voorkeur heeft het orgaan 60 een afgeknot konische vorm waarvan de zijden naar de adapter 16 toe divergeren. Bij wijze van een specifiek maar niet beperkend voorbeeld heeft de 5 put 52 een diameter van 1,460 inch (3,738 cm) terwijl de buitenste uiteinden van het orgaan 60 een diameter hebben van 1,360 inch (3,482 cm).
Het orgaan 60 kan in de put 52 gevoerd worden zoals het duidelijkst in fig. 1 gezien kan worden. Als gevolg van de verschillen in dwarsdoor-snede-afmeting tussen de put 52 en het orgaan 60 bestaat er een bepaal-10 de hoeveelheid speling daartussen. Deze speling maakt een dwarsinstel-ling van de sondenaald 12 mogelijk.
De adapterflens 54 heeft radiale instelorganen in de vorm van drie gelijkelijk gescheiden stelschroeven 62, 64 en 66 die respectievelijk met schroefdraad in de boringen 74, 76 en 78 zijn gemonteerd. De bui-15 teneinden van de schroeven 62-66 hebben daarin contactbussen of andere middelen om de gebruiker in staat te stellen een werktuig, zoals een (niet aangegeven) contactbusschroef, te gebruiken voor het aandrijven van de afgeronde einden van de schroeven tegen de zijden van het orgaan 60.
20 Neem bijvoorbeeld aan dat de naald 12 zich in de in streeppuntlij nen in fig. 1 aangegeven positie bevindt en dat de punt 62 daarvan in concentrische uitlijning met de hoofdlengteas van de adapter 16 gebracht moet worden. Het zal duidelijk zijn dat van de sonde is aangegeven dat deze zich op overdreven wijze buiten uitlijning bevindt een en 25 ander ten behoeve van de toelichting van de werking van de uitvinding. Teneinde de sondepunt 62 in uitlijning te brengen draait de bediener het juiste stel schroeven 62-66 tot zij tegen de zijden van het orgaan 60 aandrukken waardoor het huis 14 in radiale richting beweegt totdat de punt 62 zich in de gewenste plaats bevindt. De divergerende zijden 30 van het orgaan 60 verschaffen een hellingswerking wanneer de schroeven aangedrukt worden. Het aandrukken van de schroeven drukt het huis 14 op deze wijze in axiale richting naar de adapter 16 teneinde daardoor de ingestelde naaldpunt 62 op zijn plaats te vergrendelen.
De adapterflens 54 heeft bij voorkeur een aantal veergespannen 35 plunjers 68, 70 en 72 die respectievelijk met schroefdraad in boringen 80, 82 en 84 zijn gemonteerd. Het doel van de plunjers 68-72 is om een toereikende naar binnen gerichte kracht aan de zijden van het orgaan 60 te verschaffen teneinde een toevallige scheiding van het sondehuis van de adapter 16 te verhinderen in het geval dat de stelschroeven 62-66 40 niet aan dit doel voldoen. Wanneer bijvoorbeeld tijdens het uitlijnpro- 8401828 6 i· ’ ces de bediener de stelschroeven naar achteren haalt zou het sondehuis 14 anders uit de adapter 16 vallen met mogelijk gevaar voor de gevoelige componenten in het sondehuis 14. Dit wordt verhinderd door middel van de veerkrachtige plunjerkoppen. De plunjerkoppen bewegen naar bui-5 ten wanneer het orgaan 60 eerst in de adapterput 52 wordt gevoerd maar bewegen terug naar binnen om de divergerende zijden van het orgaan aan te grijpen teneinde een axiale scheiding te verhinderen.
De genoemde constructie verschaft een dwarse positionering van de naaldpunt 62 dat wil zeggen in een richting dwars op de hoofdlengteas 10 van de adapter 16. De volgende maatregel van de uitvinding kan naar wens in de probeconstructie opgenomen worden teneinde de gebruiker in staat te stellen de helling van de naald 12 in te stellen. Het is bijvoorbeeld in het algemeen gewenst om de as van de naald in een concentrische betrekking met de as van de adapter te brengen waardoor hij ge-15 centreerd wordt met de draaiingsas van het machinewerktuig. In fig. 8 is de as 90 van de naald 12 op overdreven wijze onder een helling ten opzichte van de adapteras 92 aangegeven. Opgemerkt wordt dat de as 92 in het algemeen met de hoofdas van het sondehuis 14 overeenkomt, maar dat deze laatste as in feite tijdens het dwarsinstelproces wat verscho-20 ven kan worden. Het is de uitlijning van de naald met de machinespilkop die van belang is zodat enige misuitlijning van het tussensondehuis 14 aanvaardbaar is.
Om de helling van de naaldas in te stellen is een paar sluitringen 94 en 96 tussen de onderling tegenover elkaar gelegen vlakken van de 25 adapter 16 en het sondehuis 14 opgenomen. De sluitringen 94 en 96 zijn uitgevoerd met niet-evenwijdige tegenover elkaar gelegen oppervlakken zoals waarschijnlijk het beste in de fig. 1 en 2 waargenomen kan worden. Sluitringen van dit type zijn in de techniek als afgeschuinde sluitringen bekend. De sluitringen 94 en 96 worden rond een op de huis-30 eindplaat 22 gevormde tussennaaf 98 gedraaid. De sluitringen kunnen om-treksgewijs rond de naaf 98 ten opzichte van elkaar draaien. Wanneer het dikste deel van een sluitring axiaal met het dunste deel van de andere sluitring is uitgelijnd werken de twee sluitringen zodanig met elkaar samen dat zij evenwijdige buitenoppervlakken dwars op de langsas 35 van het sondesamenstel 10 verschaffen. Wanneer de sluitringen echter vanuit deze positie gedraaid worden, komen de buitenoppervlakken schuin ten opzichte van elkaar te staan. Daar de buitenoppervlakken van de sluitringen 94 en 96 de hoekverplaatsing van het sondehuis 14 ten opzichte van de adapter 16 bepalen is het mogelijk om de helling van de 40 naaldas 90 in te stellen daar de naaldas de hoekverplaatsing van het 8401828 * -fc 7 sondehuis 14 bepaald door de sluitringen 94, 96 zal volgen.
In de uitvoering van fig. 1 wordt geen hoekverplaatsing teweeggebracht daar de sluitringen tegenover elkaar uitgelijnd zijn, dat wil zeggen het dikste deel van de ene sluitring is axiaal uitgelijnd met 5 het dunste deel van de andere ring. Van de as van de naald 12 is eveneens in fig. 1 aangegeven dat deze in het midden uitgelijnd is. Dit kan de situatie zijn die men tijdens de beginopstelling van de sonde ontmoet. Zoals echter in fig. 8 is aangegeven is het mogelijk dat de naaldas 90 in deze situatie onder een helling staat. Volgens een ken-10 merk van de uitvinding kan de naaldhelling gemakkelijk gecorrigeerd worden door de ringen 94, 96 ten opzichte van elkaar te draaien zodat de naaldas tenminste evenwijdig aan de as 92 gebracht wordt. Een dwars-instelling van de naald 12 kan wanneer nodig zoals boven beschreven of op andere wijze teweeggebracht worden.
15 In de fig. 5 tot 10 is een werktuig 100 aangegeven voor het draai en van de ringen en voor het instellen van de naaldhelling. Het werktuig 100 bevat een paar boogvormige passerarmen 102 en 104. Elke arm heeft naar binnen gerichte pennen 106 en 108 om respectievelijk de ope-ningen 110 en 112 aan te grijpen die respectievelijk vanaf de dikste 20 delen van de ringen 96 en 94 radiaal naar buiten steken. Het werktuig 100 werkt op de wijze van een heugel met rondsel om de armen 102, 104 gelijktijdig te bewegen teneinde de respectievelijke pennen 106, 108 daarvan gelijktijdig in een boogvormige baan te doen bewegen. Het werktuig 100 is zodanig geconstrueerd dat de afstanden tussen elke pen 106, 25 108 en een gegeven punt op het werktuig in een vaste betrekking blijft.
In deze uitvoeringsvorm hebben de pennen 106, 108 altijd dezelfde afstand tot de as van de knop 114. De knop 114 is verbonden met een ster-vormig drijfwerk 116 voorzien van radiaal daarvan uitstekende tanden 118. De diametraal tegenover elkaar gelegen tanden 118 grijpen elk res-30 pectievelijk een van de reeks van gaten 120 en 122 in de armen 102 en 104 aan. De armen worden in een gescheiden betrekking gehouden door middel van een paar van in tegenover gelegen zijden van het drijfwerk-huis 124 gevormde sleuven. De sleuven 126 en 128 werken samen om de arm 102 in gescheiden betrekking met de arm 104 te houden die door middel 35 van de sleuven 130 en 132 geleid wordt.
In bedrijf wordt het werktuig 100 ingesteld zodat de pennen 106 en 108 de openingen 110 en 112 in de ringen 94, 96 aangrijpen. Wanneer zij niet in tegenover elkaar gelegen betrekking zijn, wordt de knop 114 gedraaid totdat de pennen 106 en 108 in het algemeen diametraal gezien 40 tegenover elkaar staan. Vervolgens wordt het drijfwerkhuis 124 omtreks- 8401828 δ gewijs gedraaid totdat de knop 114 in een punt is gekomen waarnaar de gehelde naald 12 is gericht zoals duidelijk in de fig. 8 en 9 te zien is. Deze procedure verschaft een referentiepunt voor de piek van de naaldhelling daar de openingen 110 en 112 van de ringen op de dikste 5 delen daarvan zijn gelegen. Vervolgens wordt de knop 114 gedraaid zoals aangegeven in fig. 10 om de pennen 106 en 108 naar het drijfwerkhuis 124 te trekken tot het moment dat de naaldas op de juiste wijze uitgelijnd is. De bewegende pennen 106 en 108 werken samen om de afgeschuinde ringen 94 en 96 te draaien waardoor de hoekbetrekking tussen de bui-10 tenoppervlakken van de ringen opnieuw bepaald wordt. De niet-planaire uitvoering van de buitenoppervlakken van de ringen heeft tot gevolg dat het sondehuis 14 gaat hellen ten opzichte van de adapter 16 en de as 90 van de naald 12 in evenwijdige betrekking met de as 92 wordt gebracht. Wanneer de naaldpunt 62 niet op de gewenste as 92 ligt, kan de gebrui-15 ker vervolgens de stelschroeven 62-66 gebruiken om de naald zoals boven beschreven dwars te positioneren. Door het aantrekken van de stelschroeven wordt het sondehuis 14 tegen de adapter 16 aangedrukt waardoor de afgeschuinde ringen in hun ingestelde hoekposities worden geklemd .
20 Een sonde van het in deze tekeningen aangegeven type wordt normaal in de spilkop 24 geladen door een (niet aangegeven) automatisch werk-tuigwisselmechanisme. De adapter 16 heeft bij voorkeur een nabijheids-of grensschakelaar die de elektrische eigenschappen daarvan verandert wanneer de sonde 10 in de spilkop 24 is ingevoerd. In fig. 1 bevat de 25 grensschakelaar 140 een plunjer 142 die naar binnen wordt gedrukt wanneer de adapter 16 in de spilkop 24 wordt gevoerd. Op andere wijze kan de schakelaar 140’ een plunjer 142’ hebben die door de aandrijfwiggen 30 bij invoering daarvan ingedrukt wordt zoals aangegeven in fig. 4. In beide uitvoeringen is de uitgang van de schakelaar verbonden met een 30 schakeling die in de eenheid 20 van het sondehuis 14 is opgenomen. In fig. 1 is van deze schakeling schematisch aangegeven dat deze op een schakelingsbord 144 is gemonteerd. In de voorkeursuitvoering wordt door de bediening van de schakelaar energie vanaf de batterijen 34, 36 toegevoerd aan de schakeling die op zijn beurt reageert door de lichtemis-35 siedioden 32 op een gegeven frequentie aan te drijven. Op deze wijze weet de (niet aangegeven) machinestuureenheid dat de sonde op de juiste werkt en klaar is om een sondebewerking uit te voeren. Wanneer de naald 12 eenmaal een voorwerp, zoals een werkstuk, contacteert, verschuift de schakeling de frequentie van de door de lichtemissiedioden 32 afgegeven 40 straling teneinde daardoor het contact of de aanraking aan te duiden.
8401828 9
De elektrische verbinding tussen de schakelaar 140 of 140’ en het schakelingsbord 144 wordt verkregen door middel van de draden 146, 148 die verbonden zijn met de einden van de penconnectoren 150 en 152. De penconnectoren 150 en 152 hebben veergespannen koppen waardoor zij in 5 axiale richting mee kunnen geven. De koppen 150 en 152 worden respectievelijk tegen de concentrische geleidende ringen 154 en 156 aangedrukt die zoals duidelijk in fig. 2 blijkt op het eindvlak van het orgaan 60 zijn gevormd. Derhalve vormen de pennen en de geleidende ringen een scheidbare elektrische verbinding tussen de adapter 16 en het son-10 dehuis 14. De geleidende ringen kunnen met geschikte plaatsen op het schakelingsbord 144 verbonden zijn door geschikte (niet aangegeven) middelen zoals door de sondehuiseenheid 20 lopende draden.
Het zal duidelijk zijn dat deze beschrijving specifieke voorbeelden van verschillende kenmerken van de uitvinding aangeeft die wanneer 15 gewenst afzonderlijk gebruikt kunnen worden maar in combinatie een buitengewoon veelzijdige sondeconstructie verschaffen. Verschillende wijzigingen en veranderingen kunnen aan de voorbeelden aangebracht worden zonder buiten het kader van de uitvinding te treden.
8401828

Claims (22)

1. Sonde samenstel met een adapter die wegneembaar verbonden is met een sondehuis met een van het ene eind daarvan uitstekende naald voor het contacteren van een voorwerp, voorzien van middelen die een put van 5 gegeven radiale afmeting in een eindvlak van de adapter bepalen, waarbij het tegenovergestelde einde van het huis een daarvan uitstekend orgaan heeft met een radiale afmeting kleiner dan die van de put en die daarin gevoerd kan worden, en van radiaal instelbare middelen om de zijden van het orgaan te contacteren en om het huis radiaal te ver- 10 schuiven teneinde de naald in een gewenste plaats ten opzichte van de hoofdas van de adapter te positioneren.
1° •^r
2. Sondesamenstel volgens conclusie 1, waarin het orgaan een afgeknot konische vorm heeft waarvan de zijden naar de adapter toe divergeren, en waarin de radiaal instelbare middelen de divergerende zijden 15 contacteren teneinde het huis aanvullend in een axiale richting naar de adapter te drukken teneinde het sondehuis daaraan te bevestigen.
3. Sondesamenstel volgens conclusie 2, waarin de radiaal instelbare middelen een aantal stelschroeven of dergelijke omvatten die dwars door de adapter en tot in de put lopen.
4. Sondesamenstel volgens conclusie 2, verder voorzien van veer krachtige middelen om een toevallige scheiding van het sondehuis van de adapter te verhinderen.
5. Sondesamenstel volgens conclusie 4, waarin de veerkrachtige middelen een aantal veerplunjerelementen omvatten die dwars door de 25 adapter lopen tot in de put voor het contacteren van de zijden van het orgaan.
6. Sondesamenstel volgens conclusie 1, verder voorzien van middelen om de helling van het sondehuis in te stellen teneinde de lengteas van de naald in een gewenste richting te positioneren.
7. Sondesamenstel volgens conclusie 6, waarin de middelen voor het instellen van de helling omvatten een paar afgeschuinde sluitringen met niet-evenwijdige oppervlakken die tussen tegenovergestelde eindvlakken van het sondehuis en de adapter gemonteerd zijn, welke ringen ten opzichte van elkaar kunnen draaien teneinde de naaldhelling in te stel- 35 len.
8. Sondesamenstel volgens conclusie 7, waarin de ringen rond een tussennaafdeel kunnen draaien dat zich axiaal tussen een hoofdeindvlak van het sondehuis en het orgaan uitstrekt.
9. Sondesamenstel volgens conclusie 7, waarin de ringen in om- 40 treksdelen daarvan openingen hebben die door een werktuig kunnen worden 8401828 » Si ll aangegrepen voor het draaien van de ringen.
10. Sondesamenstel volgens conclusie 9, waarin de openingen zijn geplaatst in een gebied van elke ring dat dezelfde dikte heeft.
11. Sondesamenstel volgens conclusie 1, waarin de adapter op een 5 uitwendig deel daarvan schakelaarmiddelen heeft met een meegeefbaar contactelement dat beweegt wanneer de adapter in een machinewerktuigop-neemorgaan wordt gevoerd, waarbij een beweging van het contactelement tot gevolg heeft dat de schakelaarmiddelen een wijziging in een elektrische karakteristiek teweegbrengen.
12. Sondesamenstel volgens conclusie 11, waarin de schakelaarmid delen op een taps deel van de adapter zijn geplaatst.
13. Sondesamenstel volgens conclusie 11, waarin de schakelaarmiddelen op een flensdeel van de adapter zijn geplaatst, waarbij aandrijf-wiggen of dergelijke tegen het contactelement van de schakelaar aan- 15 drukken wanneer de adapter ingevoerd is.
14. Sondesamenstel volgens conclusie 11, waarin het sondehuis schakelingsmiddelen daarin heeft voor het afgeven van elektrische signalen, en waarin het sondesamenstel middelen heeft om een elektrische verbinding tussen de schakelaarmiddelen en de schakelingsmiddelen te 20 vormen, welke elektrische verbinding gevormd wordt voor een deel door middel van tenminste een elektrisch geleidend contact in bodemdelen van de put en een geleidende ring op een eindvlak van het orgaan.
15. Sondesamenstel volgens conclusie 14, waarin de elektrische verbinding omvat een paar uit bodemdelen van de put uitstekende axiaal 25 voorgespannen pennen, en een paar concentrisch geleidende ringen op een eindvlak van het orgaan voor het respectievelijk contacteren van de pennen.
16. Sondesamenstel met een adapter die wegneembaar verbonden is met een sondehuis dat een naald heeft die van een einde daarvan uit- 30 steekt voor het contacteren van een voorwerp, voorzien van middelen voor het aangrijpen van onderling tegenovergestelde eindvlakken van de adapter en het sondehuis, voor het instellen van de helling van het sondehuis teneinde daardoor de lengteas van de naald in een gewenste richting te positioneren.
17. Sondesamenstel volgens conclusie 16, waarin de middelen omvat ten een paar afgeschuinde ringen met niet-evenwijdige oppervlakken die tussen de tegenovergestelde eindvlakken van het sondehuis en de adapter zijn gemonteerd, welke ringen ten opzichte van elkaar kunnen draaien teneinde de helling van de naald in te stellen.
18. Sondesamenstel volgens conclusie 17, waarin de ringen in om- 8401828 v.7 treksdelen daarvan openingen hebben voor het opnemen van een werktuig voor het draaien van de ringen.
19. Sondesamenstel volgens conclusie 18, waarin de openingen in een gebied van elke ring zijn aangebracht dat de grootste dikte heeft.
20. Werktuig ten gebruike bij het instellen van een sondesamenstel voorzien van een paar afgeschuinde ringen die ten opzichte van elkaar kunnen draaien voor het instellen van de helling van een naald die van een uiteinde van een sondehuis uitsteekt, welk werktuig omvat een paar boogvormige passerarmen die elk naar binnen gerichte pennen hebben voor 10 het aangrijpen van openingen in de ringen, en manuaal instelbare middelen om de armen aan te grijpen en om de pennen ten opzichte van elkaar gelijktijdig te bewegen teneinde daardoor de ringen te draaien.
21. Werktuig volgens conclusie 20, waarin de armen daarin een reeks gaten hebben, en waarbij de middelen een drijfwerk hebben met ra- 15 diaal uitstekende tanden, waarbij diametraal tegenover elkaar gelegen tanden de gaten in elke arm van de armen aangrijpen, en een knop om het drijfwerk te draaien.
22. Werkwijze voor het instellen van de helling van de naald in een sondesamenstel voorzien van een paar afgeschuinde ringen die zich 20 uitstrekken tussen tegenovergestelde vlakken van een sondehuis en een adapter, welke werkwijze omvat de stappen van het aangrijpen van gaten in het dikste omtreksdeel van elke ring door op passerarmen van een in-stelwerktuig gevormde pennen, welk werktuig een met de armen verbonden deel heeft dat op gelijke afstand van elk van de pennen ligt, het bewe-25 gen van het werktuig rond de omtrek van de sonde totdat het werktuig-deel in het algemeen uitgelijnd is met de richting van de helling van de naald, en het hanteren van het werktuig om de pennen naar elkaar te bewegen teneinde een relatieve draaiing van de ringen teweeg te brengen waardoor de as van de naald in een gewenste oriëntatie wordt gebracht. Mil 4-H- 8401828
NL8401828A 1983-06-14 1984-06-08 Sonde met naaldinstelling. NL8401828A (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/504,149 US4510693A (en) 1982-06-14 1983-06-14 Probe with stylus adjustment
US50414983 1983-06-14

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8401828A true NL8401828A (nl) 1985-01-02

Family

ID=24005058

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401828A NL8401828A (nl) 1983-06-14 1984-06-08 Sonde met naaldinstelling.

Country Status (14)

Country Link
US (1) US4510693A (nl)
JP (1) JPS6010106A (nl)
KR (1) KR850000667A (nl)
AU (1) AU557913B2 (nl)
BE (1) BE899916A (nl)
CA (1) CA1236896A (nl)
DE (2) DE3448172C2 (nl)
FR (1) FR2548071B1 (nl)
GB (2) GB2141547B (nl)
IT (1) IT1214462B (nl)
MX (1) MX154753A (nl)
NL (1) NL8401828A (nl)
SE (1) SE8403155L (nl)
ZA (1) ZA843833B (nl)

Families Citing this family (34)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE3340311C2 (de) * 1983-11-08 1985-12-12 Dr. Johannes Heidenhain Gmbh, 8225 Traunreut Tast- und/oder Meßeinrichtung
GB8503355D0 (en) * 1985-02-09 1985-03-13 Renishaw Plc Sensing surface of object
US4603482A (en) * 1985-12-30 1986-08-05 Valeron Corporation Probe shield
US4752166A (en) * 1987-01-02 1988-06-21 Manuflex Corp. Probing device
US4778313A (en) * 1987-05-18 1988-10-18 Manuflex Corp. Intelligent tool system
DE69010365T2 (de) * 1989-03-31 1994-11-03 Renishaw Plc Kupplungseinrichtung.
US5212872A (en) * 1989-03-31 1993-05-25 Reinshaw Plc Touch probe
DE9117226U1 (de) * 1991-01-08 1997-09-04 Haimer, Franz, 86568 Hollenbach Mehrkoordinaten-Tastmeßgerät
DE4209829A1 (de) * 1992-03-26 1993-09-30 Max Hobe Präzisions-Kupplung zum Einsatz in einem Tastkopf einer Meßeinrichtung
GB9225994D0 (en) * 1992-12-12 1993-02-10 Renishaw Metrology Ltd Device for connecting a shank to a probe
IT1264744B1 (it) * 1993-12-01 1996-10-04 Marposs Spa "sonda di tastaggio"
IT1299955B1 (it) 1998-04-06 2000-04-04 Marposs Spa Testa per il controllo di dimensioni lineari di pezzi.
US6553682B1 (en) * 1999-03-15 2003-04-29 Paradyne Touch probe
US6177642B1 (en) 1999-06-29 2001-01-23 Metrol Co., Ltd. Adjusting mechanism for touch sensor
DE10132554B4 (de) 2001-07-04 2011-07-07 Dr. Johannes Heidenhain GmbH, 83301 Verfahren zum Betreiben eines Tastsystems sowie Tastsystem zur Ausführung des Verfahrens
JP3887188B2 (ja) 2001-08-08 2007-02-28 株式会社ミツトヨ プローブのアライメント調整装置、その装置を備えた測定機およびプローブのアライメント調整方法
SE0103523D0 (sv) * 2001-10-19 2001-10-19 Abb Ab Industrirobot
DE10155917A1 (de) 2001-11-12 2003-05-15 Heidenhain Gmbh Dr Johannes Messtaster
DE10258448A1 (de) * 2002-12-13 2004-06-24 Franz Haimer Maschinenbau Kg Zentriervorrichtung, insbesondere für eine Tastmessvorrichtung
EP1443301B1 (fr) * 2003-01-29 2010-02-10 Tesa SA Palpeur orientable
EP1443300B1 (fr) * 2003-01-29 2010-02-24 Tesa SA Palpeur orientable
JP4436257B2 (ja) * 2003-01-31 2010-03-24 カール ツァイス インドゥストリーレ メステクニーク ゲーエムベーハー 座標測定機械用プローブヘッド
DE10334503B4 (de) * 2003-07-29 2006-02-23 Haff & Schneider Gmbh & Co Ohg Tastmessgerät
US7562593B2 (en) * 2005-10-06 2009-07-21 The Boeing Company Apparatus and methods for adjustably supporting probes
US20070089549A1 (en) * 2005-10-06 2007-04-26 The Boeing Company Apparatus and methods for adjustably supporting probes
DE102007022326B4 (de) * 2007-05-08 2022-07-07 Carl Zeiss Industrielle Messtechnik Gmbh Koordinatenmessgerät zum Bestimmen von Raumkoordinaten an einem Messobjekt sowie Dreh-Schwenk-Mechanismus für ein solches Koordinatenmessgerät
EP2028439A1 (en) * 2007-07-26 2009-02-25 Renishaw plc Deactivatable measurement apparatus
CA2711294C (en) * 2008-01-10 2016-03-08 Parata Systems, Llc System and method for calibrating an automated materials handling system
US8517655B2 (en) 2010-10-01 2013-08-27 Dong Bing Wang Locking wedge system
DE102013105753B3 (de) * 2013-06-04 2014-10-02 Carl Zeiss Industrielle Messtechnik Gmbh Verfahren zum automatischen Aufnehmen eines Sensorkopfs und Koordinatenmessgerät
DE102013014290A1 (de) * 2013-08-22 2015-02-26 Sauter Feinmechanik Gmbh Übertragungsvorrichtung für die Übertragung von Energie, wie elektrischen Strom, und/oder von elektrischen Signalen
US9903700B2 (en) * 2015-01-07 2018-02-27 Moog Inc. Probe alignment fixture and method
CN107389011A (zh) * 2017-09-01 2017-11-24 凯里市浪金科技有限责任公司 一种可多方位测量的坐标测量装置
CN109724544B (zh) * 2019-01-14 2020-09-11 山东帝胜变速器有限公司 一种专用自动变速器制动带活塞间隙的修正方法

Family Cites Families (28)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US388187A (en) * 1888-08-21 Self-heating soldering-iron
GB746093A (en) * 1953-02-13 1956-03-07 Hans Deckel Improvements relating to position and shape gauging devices
GB788280A (en) * 1955-06-16 1957-12-23 Hans Deckel A shape gauging device or feeler gauge
FR1246151A (fr) * 1957-02-01 1960-11-18 Appareil de contrôle pour porte-outil
US3028675A (en) * 1958-04-03 1962-04-10 Sheffield Corp Gaging device
DE1473825A1 (de) * 1965-04-27 1970-01-02 Maag Zahnraeder & Maschinen Ag Rundlauffehler-Pruefgeraet
CH477262A (de) * 1967-07-27 1969-08-31 Friedrich Deckel Praez Smechan Messeinrichtung mit einem Fühlhebelmessgerät und einem in eine rotierende Spindel einsetzbaren Aufnahmeschaft
GB1306068A (nl) * 1969-03-11 1973-02-07
DE1941716B2 (de) * 1969-08-16 1971-12-09 Messtaster feinverstellung
GB1368132A (en) * 1972-07-17 1974-09-25 Atomic Energy Authority Uk Workpiece aligning devices
GB1445977A (en) * 1972-09-21 1976-08-11 Rolls Royce Probes
US4153998A (en) * 1972-09-21 1979-05-15 Rolls-Royce (1971) Limited Probes
US3883956A (en) * 1972-12-26 1975-05-20 Cecil Equipment Co Proportional control for guidance system
GB1416776A (en) * 1973-08-15 1975-12-10 Atomic Energy Authority Uk Devices for aligning a point on a workpiece relative to a central axis of a tool holder
CH563009A5 (nl) * 1973-09-14 1975-06-13 Maag Zahnraeder & Maschinen Ag
US3989358A (en) 1974-11-21 1976-11-02 Kms Fusion, Inc. Adjustable micrometer stage
US4145816A (en) * 1977-11-21 1979-03-27 Kearney & Trecker Corporation Spindle probe with orbital transformer
IT1159663B (it) * 1978-05-09 1987-03-04 Dea Spa Palpatore bidimensionale per macchine utensili o macchine di misura
US4118871A (en) * 1978-06-13 1978-10-10 Kearney & Trecker Corporation Binary inspection probe for numerically controlled machine tools
US4339714A (en) * 1978-07-07 1982-07-13 Rolls Royce Limited Probe having passive means transmitting an output signal by reactive coupling
US4281482A (en) * 1979-10-04 1981-08-04 Sunnen Products Company Spindle nose for machine tools
JPS56154608A (en) * 1980-05-02 1981-11-30 Agency Of Ind Science & Technol Precise measuring device for circular surface
US4328623A (en) * 1980-08-28 1982-05-11 The Valeron Corporation Telemetry gage system
DD152853A1 (de) * 1980-09-01 1981-12-09 Horst Donat Wechseleinrichtung fuer messeinsatztraeger bei tastkoepfen
JPS57152663A (en) * 1981-03-18 1982-09-21 Mitsubishi Electric Corp Micro-wave electric-discharge light source device
US4401945A (en) * 1981-04-30 1983-08-30 The Valeron Corporation Apparatus for detecting the position of a probe relative to a workpiece
US4451987A (en) * 1982-06-14 1984-06-05 The Valeron Corporation Touch probe
DE3234851C2 (de) * 1982-09-21 1985-11-14 Mauser-Werke Oberndorf Gmbh, 7238 Oberndorf Dynamischer Tastkopf

Also Published As

Publication number Publication date
GB8409524D0 (en) 1984-05-23
GB2179744A (en) 1987-03-11
GB2141547A (en) 1984-12-19
IT8420974A0 (it) 1984-05-17
ZA843833B (en) 1986-01-29
DE3422103A1 (de) 1984-12-20
GB2141547B (en) 1987-08-19
SE8403155L (sv) 1984-12-15
AU2673184A (en) 1984-12-20
CA1236896A (en) 1988-05-17
FR2548071B1 (fr) 1987-06-19
MX154753A (es) 1987-12-08
GB2179744B (en) 1987-08-19
DE3448172C2 (nl) 1989-01-12
AU557913B2 (en) 1987-01-15
JPS6010106A (ja) 1985-01-19
DE3422103C2 (nl) 1992-10-22
KR850000667A (ko) 1985-02-28
SE8403155D0 (sv) 1984-06-13
BE899916A (fr) 1984-10-01
FR2548071A1 (fr) 1985-01-04
IT1214462B (it) 1990-01-18
US4510693A (en) 1985-04-16
GB8521521D0 (en) 1985-10-02

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8401828A (nl) Sonde met naaldinstelling.
USRE33249E (en) Coupling device
US4706372A (en) Device for effecting automatic exchange of measuring tools in a measuring robot or machine
US5741096A (en) Line-laser assisted alignment apparatus
JPH0457441B2 (nl)
JPH0926458A (ja) 自動テスト装置及び動的接点
JP4546253B2 (ja) 回転駆動され得る部品の同心チャッキング用装置及び方法
CN105223966B (zh) 对旋转对称主体进行定位且对准的装置
TW202014662A (zh) 偏芯測定裝置
US11052455B2 (en) Caulking jig and manufacturing method using same
US3725993A (en) Fastener alignment means with adjustment bushing
JPS63134150A (ja) 切削工具の選ばれたパラメータを測定する装置
US4890421A (en) Automatic measurement system
JPH0393184A (ja) 導電体に連結要素を圧着するための圧着器及び自動圧着装置
US8499469B2 (en) Edge finder
US3524261A (en) Work supporting table for coaxial comparators
US7029213B2 (en) Device for removably coupling two coupling elements and equipment for pre-adjusting machine tools comprising this device
US4543859A (en) Probe adjustment tool and method of using same
US6836109B2 (en) Guiding apparatus for docking a testing head for electronic components
JP2549887B2 (ja) レーザーモジュール
JPH0134324B2 (nl)
EP0129340A1 (en) Electrical discharge machining apparatus for forming minute holes in a workpiece
CN113330271B (zh) 接触检测装置
EP0432875B1 (en) Fine adjustment means for instruments
JP2563225B2 (ja) ディスク・クランプ装置

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BV The patent application has lapsed