NL8401488A

NL8401488A - Cassette voor buigzame schijf.

Info

Publication number: NL8401488A
Application number: NL8401488A
Authority: NL
Original assignee: Sony Corp
Priority date: 1983-05-13
Filing date: 1984-05-09
Publication date: 1984-12-03
Also published as: JPH0216458Y2; FR2545969A1; GB2143072A; GB2143072B; GB8412128D0; CA1234627A; DE3417622A1; NL192153B; US4589105A; JPS59177073U; DE3417622C2; NL192153C; FR2545969B1

Description

ί 1 T/Sony-1619

Cassette voor buigzame schijf

De onderhavige uitvinding heeft betrekking op een cassette voor een buigzame schijf zoals een floppy disk of dergelijke die gebruikt wordt voor opneem- en/of weergeefinrichtingen van het magneetschijfcassette-type.

5 Een conventionele schijfcassette van dit type omvat een schijfvormig buigzaam magnetisch blad dat opgesloten is tussen een boven- en onderhelft. In één van de helften is een toegangsgat voor een kop gevormd. Verder is een sluiter, die het toegangsgat kan openlaten en af kan sluiten op het casset-10 tehuis gemonteerd zodat het in de cassette binnendringen van stof en vreemde voorwerpen kan worden voorkomen. De sluiter wordt normaal door een schroefveer of dergelijke in de positie gedwongen waarin het toegangsgat voor de kop gesloten is.

Wanneer bij een dergelijke conventionele constructie 15 de cassette in de opneem- en/of weergeefinrichting wordt aangebracht of daaruit wordt verwijderd, kan de sluiter automatisch naar de geopende of gesloten stand worden bewogen, zodat deze voor een gebruiker zeer handig is. Aangezien echter in de cassette een kleine veer gemonteerd moet worden, neemt 20 de arbeidstijd bij de montage toe, zodat dit voor een fabrikant nadelig is. In het bijzonder wanneer automatische monta-ge-inrichtingen worden gebruikt, is het lastiger om elastische organen zoals een schroefveer te hanteren, dan stijve organen. Daarom zijn speciale aanpassingen en een juiste instelling 25 nodig van de vasthoud- en insteekmiddelen (montagemiddelen) van de automatische montage-inrichting.

Daarom is reeds eerder een cassette voor een buigzame schijf voorgesteld waarbij een torsieveer wordt gebruikt voor het bewegen van een sluiter, zoals getoond in fig. 1. In fig.

30 1 is te zien dat een torsieveer 1 wordt vervaardigd door, bij voorbeeld een roestvaststalen draad enige malen op te wikkelen voor het verkrijgen van een gewonden deel 2. Beide einden 3 en 4 van het gewonden deel 2 strekken zich lineair in tan-gentiale richting van het gewonden deel 2 uit. Eén U-vormig 35 einddeel 3 komt in contact met de binnen één van de helften 8401485 > It 2 gevormde pen. Het andere einde 4 is in hoofdzaak loodrecht omgezet en grijpt achter de aanslag van de sluiter. Wanneer het U-vormige einde 3 stevig om de pen van de huishelft is gemonteerd, bevindt de veer 1 zich binnen de helft. Aangezien het 5 andere einde 4 verder tegengehouden kan worden bij de aanslag van de sluiter door de veerkracht van de veer 1 zelf, kan een automatisch of handmontage eenvoudig geschieden.

Aangezien het einde 3 van de veer 1 echter een ingewikkelde vorm heeft is deze veer 1 lastig te vervaardigen.

.. 10 Aangezien bovendien de nauwkeurigheid in de afmetingen van het einde 3 niet groot is, komt het einde 3 vaak los van de pen vanwege zijn geringe elastische klemkracht, en deze kan niet automatisch gemonteerd worden vanwege variaties in optimale montagehoeken. Bovendien raken de veren in elkaar ver-15 ward, waardoor de doelmatigheid van de montage vermindert.

Een doel van de onderhavige uitvinding is het vereenvoudigen van de vorm van een veer voor het in de gesloten stand dwingen van de sluiter teneinde automatische of handmon-tagebewerkingen eenvoudig uit te kunnen voeren.

20 Volgens een aspect van de onderhavige uitvinding wordt een cassette voor een buigzame schijf verschaft welke een cassettehuis omvat met boven- en onderhelften voor het daartussen opnemen van een buigzame schijf, een verschuifbaar op het cassettehuis gemonteerde sluiter voor het openen/slui-25 ten van een toegangsgat voor een kop, en een V-vormige veer voor het in de stand dwingen van de sluiter, waarin het toegangsgat voor de kop afgesloten is.

Volgens een ander aspect van de onderhavige uitvinding wordt een cassette voor een buigzame schijf verschaft 30 waarbij de V-vormige veer een gewonden deel heeft en lineaire armdelen met ongeveer dezelfde lengte en zich aan weerszijden uitstrekkend van het gewonden gedeelte, waarbij de beide einden van de armdelen tegengesteld gebogen zijn onder ongeveer 90° over de hoogte van het gewonden deel zodat L-vormige ha-35 ken met dezelfde lengte, in aangrijping zijn met de sluiter en het cassettehuis.

Fig. 1 is een bovenaanzicht dat de vorm toont van een conventionele torsieveer voor een sluiter van een cassette voor een buigzame schijf? 8401488 * * 3

Pig. 2 t/m 11 tonen een schijfcassette volgens een uitvoeringsvorm van de onderhavige uitvinding waarbij fig. 2 een bovenaanzicht van de cassette is, fig. 3 een gedeeltelijk bovenaanzicht is dat de cassette toont wanneer de sluiter 5 open is, fig. 4A en 4B respectievelijk boven- en zijaanzichten van de sluiter zijn, fig. 5A en 5B respectievelijk bovenen zijaanzichten zijn van een torsieveer 20, fig. 6 een zijaanzicht is van het belangrijkste deel van de schijfcassette teneinde de constructie te tonen waarin de torsieveer gemon-10 teerd wordt, fig. 7 een bovenaanzicht is van het belangrijkste deel van de schijfcassette, fig. 8 en 9 respectievelijk gedeeltelijke doorsneden zijn volgens de lijnen VIII-VIII en IX-IX in fig. 7, en fig. 10 en 11 respectievelijk zij- en bovenaanzichten zijn van het belangrijkste deel van de schij'f-15 cassette waarbij de montage van de torsieveer wordt getoond? fig. 12 en 13 zijn respectievelijk zij- en bovenaanzichten van het belangrijkste deel van het cassettehuis en tonen de montage van de V-vormige sluiterveer wanneer geen ge-leidingsconstructie voor de veer is aangebracht? en 20 fig. 14 t/m 17 tonen een modificatie van een veer-in— steekopening van het cassettehuis, waarbij fig. 14 en 15 respectievelijk zij- en bovenaanzichten van het belangrijkste deel van het cassettehuis zijn, overeenkomend met die van fig.

6 en 7, fig. 16 een doorsnede is volgens de lijn XVI-XVI van . 25 fig. 14, en fig. 17 een perspectivisch aanzicht is van het be langrijkste deel van het cassettehuis.

De onderhavige uitvinding zal nu worden beschreven onder verwijzing naar de volgende uitvoeringsvormen.

Fig. 2 is een bovenaanzicht dat een cassette voor een 30 buigzame schijf volgens de onderhavige uitvinding toont, fig.

3 is een gedeeltelijk bovenaanzicht dat de cassette toont wanneer een sluiter daarvan open is, en fig. 4A en 4B zijn respectievelijk boven- en zijaanzichten van de sluiter.

Zoals in fig. 2 en 3 wordt getond, omvat de schijfcas-35 sette voor buigzame schijf een bovenhelft 10 en een onderhelft 11. Tussen de bovenhelft 10 en de onderhelft 11 is een buigzame schijf 12 roteerbaar opgenomen welke voorzien is van een metalen centreringskern 13. De centreringskern 13 wordt door de spil van de aandrijfeenheid aangegrepen via een in de on- 8401488

tf 'O

4 derhelft 11 gevormd centreringsgat 14. Radiaal in de onder-helft 11 is een rechthoekig toegangsgat 15 voor een kop gevormd. In de bovenhelft 10 is op de met het gat 15 overeenkomende positie een insteekgat 16 voor een drukkussen gevormd.

5 Om het kop-insteekgat 15 en het kussen-insteekgat 16 af te sluiten, zoals getoond in fig. 4A en 4B, is een sluiter 17 heen en weer beweegbaar gemonteerd in uitsparingen 18 van de boven- en onderhelft 10 en 11, zodat de sluiter 17 zich gedeeltelijk om het cassettehuis heen uitstrekt. In beide opper-10 vlakken van de sluiter 17 zijn vensteropeningen 19 gevormd zodat de openingen 19 respectievelijk overeenkomen met de gaten 15 en 16. Wanneer de sluiter 17 in de open positie is geplaatst, zoals getoond in fig. 3, liggen de openingen 19 respectievelijk op één lijn met de gaten 15 en 16 zodat de kop 15 en het drukkussen daardoor naar binnen gestoken kunnen worden. Wanneer anderzijds de sluiter 17 zich in de gesloten po-· sitie bevindt, zoals getoond in fig. 2, worden het kussen-in steekgat 16 en het kop-toegangsgat 15 afgesloten door de sluiter 17. Wanneer de schijfcassette niet in gebruik is, wordt 20 de sluiter 17 in de door een pijl a in fig. 2 aangegeven richting gedwongen door een torsieveer 20 die is opgesloten tussen de sluiter 17 en het cassettehuis, waardoor de sluiter 17 in de in fig. 2 getoonde gesloten stand wordt gehouden.

De fig. 5A en 5B zijn respectievelijk boven- en zij-' 25 aanzichten van de torsieveer 20. De veer 20 is vervaardigd door een roestvaststalen draad enige slagen op te wikkelen voor het vormen van een gewonden deel 21. Armdelen 22 en 23 strekken zich lineair buitenwaarts uit van beide zijden van het gewonden deel 21 van de veer 20. De einden van de beide 30 armgedeelten 22 en 23 zijn over ongeveer 90® omgezet waardoor L-vormige haken 24 en 25 worden verkregen. De L-vormige haken 24 en 25 strekken zich in tegengestelde richtingen uit over de hoogte van het gewonden deel 21. De lengte b van het arm-deel 23 is gelijk aan de lengte c van het armdeel 22, en de 35 lengte d van de L-vormige haak 24 is eveneens gelijk aan de lengte e van de L-vormige haak 25. De V-vormige sluiterveer 20 heeft derhalve een punt-symmetrische constructie zodat elk van de L-vormige haken 24 en 25 willekeurig een met de sluiter 17 of het cassettehuis verbonden einde kan zijn.

8401488 i~ * 5

Aangezien de veer 20 vrij gemonteerd kan worden zonder rekening te houden met de montagerichting kan, in andere woorden, een automatische of handmontage eenvoudig geschieden. Behalve het voordeel dat de veer 20 een eenvoudige construc-5 tie heeft en gemakkelijk vervaardigd kan worden, heeft de veer 20 geen U-vormige haak die gebruikt wordt bij de in fig.

1 getoonde conventionele constructie, en de veren raken niet in elkaar verward, waardoor de doelmatigheid van de montage wordt verbeterd. Aangezien bovendien de L-vormige haken 24 en 10 25 van de veer 20 zich over de hoogte van het gewonden gedeel te 21 uitstrekken, kan de hoogte van de veer 20 verminderd worden over de dikte van de cassette. De veer 20 kan daarom op geschikte wijze worden gebruikt voor een dunnere cassette.

De constructie van de cassette voor het monteren van 15 de veer 20 tussen het cassettehuis en de sluiter 17 zal nu uiteen worden gezet. Fig. 6 is een zijaanzicht van het belangrijkste gedeelte van de cassette en toont de constructie waarin de veer 20 wordt gemonteerd, terwijl fig. 7 een bovenaanzicht daarvan is. Fig. 8 en 9 zijn gedeeltelijke doorsneden 20 volgens de lijnen VIII-VIII respectievelijk IX-IX in fig. 7.

De L-vormige haak 24 (of 25) van de in fig. 5 getoonde veer 20 wordt in een uitsparing 27 gestoken en vastgehouden welke uitsparing in het binnenoppervlak van de bovenhelft is gevormd. De L-vormige haak 25 (of 24) wordt in een haak-- 25 deel 28 van de sluiter 17 gestopt, welk deel gevormd wordt door het bovenzijoppervlak daarvan gedeeltelijk uit te ponsen en te verbuigen. Zoals in fig. 8 wordt getoond, wordt de uitsparing 27 omgeven door bovenzijoppervlakken 10a en 11a van de boven- en onderhelften 10 en 11 en een overhangend deel 30 dat zich uitstrekt aan het binnenoppervlak van de bovenhelft 10. De veer 20 zal daarom niet uit de uitsparing 27 worden verwijderd in verticale en horizontale richting van fig. 8.

De veer 20 zal verder niet uit de uitsparing 27 kunnen worden verwijderd aangezien de veerkracht daarvan in de insteekrich-35 ting werkt.

De L-vormige haak 25 (of 24) haakt anderzijds in het haakdeel 28 van de sluiter 17, zoals getoond in fig. 9, zodat de veer 20 niet bovenwaarts en naar rechts in fig. 9 los komt door middel van de sluiter 17, niet naar links door middel 8401488 . « * 6 van de bovenhelft 10, en niet naar beneden door middel van de onderhelft 11.

Om de veer 20 gemakkelijk te monteren is een getrapt gedeelte 31 waarvan het oppervlak enigszins lager is dan een 5 bovenzijoppervlak 30 in de nabijheid van de opening van de uitsparing 27 aan de bovenhelft 10 aangebracht, zoals in fig.

6 en 7 wordt getoond. Het getrapte gedeelte 31 is verbonden met het overhangende gedeelte 29 dat de uitsparing 27 bepaalt. Een getrapt gedeelte 33 waarvan het oppervlak enigszins hoger 10 ligt dan een bovenste zijoppervlak 32 is aan de onderhelft 11 gevormd op de met het getrapte gedeelte 31 van de bovenhelft 10 overeenkomende positie.

Fig. 10 en 11 zijn respectievelijk zij- en perspectivische aanzichten van het belangrijkste gedeelte van de veer 15 20 voor het uiteenzetten van de montagehandelingen van de veer 20. In fig. 10 en 11 is te zien dat het armdeel 22 van de veer 20 tegen het oppervlak van het hoogste getrapte gedeelte 33 van de onderhelft 11 wordt gedrukt en dat de L-vor-mige haak 24 zich met het oppervlak van het onderste getrapte 20 gedeelte 31 van de bovenhelft 10 wordt gedrukt. De veer 20 wordt vervolgens door de getrapte gedeelten 31 en 33 in de door een pijl E aangegeven richting verschuifbaar geleid, zodat de veer 20 in de uitsparing 27 kan worden gestoken. Merk op dat door het onderste getrapte gedeelte 31 de insteekhoek • 25 Q (fig. 11) van de veer 20 klein kan zijn. De veer 20 kan »* · daardoor lineair in de uitsparing 27 worden gestoken. Om deze reden kunnen hand- of automatische montagebewerkingen eenvoudig worden uitgevoerd.

Wanneer eventuele geleidingsmiddelen zoals de getrap-30 te gedeelten 31 en 33 niet zijn aangebracht, moet de veer 20 in de uitsparing 27 worden geknepen, zoals in fig. 12 en 13 wordt getoond. In dit geval is het moeilijk om een automatische montage uit te voeren.

Een modificatie van de onderhavige uitvinding zal wor-35 den beschreven onder verwijzing naar de fig. 14 t/m 17. Fig.

14 t/m 17 zijn aanzichten die de gedetailleerde constructie tonen van de veer-insteekopening, waarbij fig. 14 en 15 respectievelijk zij- en bovenaanzichten van het belangrijkste gedeelte van het cassettehuis zijn, overeenkomend met de aan- 8401438

»· V

7 zichten van fig. 6 en 7, terwijl fig. 16 een doorsnede is volgens de lijn XVI-XVI in fig. 14 en fig. 17 een perspectivisch aanzicht is van het belangrijkste gedeelte van het cassette-huis. Bij deze modificatie wordt de uitsparing 27 bepaald 5 door de bovenoppervlakken van de boven- en onderhelften 10 en 11 en het overhangende gedeelte 29, op dezelfde wijze als getoond voor de uitvoeringsvorm van fig. 6 t/m 9. Het overhangende gedeelte 29 van de uitsparing 27 loopt nabij de veer-in-steekopening schuin naar de bodem af zodat een hellend opper-10 vlak 35 wordt bepaald dat in verbinding staat met de uitsparing 27. Anderzijds is aan de zijrand van de veer-insteekope-ning van de onderhelft 11 een getrapt gedeelte 36 gevormd. Het bovenoppervlak van het getrapte gedeelte 36 ligt op één lijn met dat van het overhangende gedeelte 29 en is één trapje la-15 ger dan een bovenste zijoppervlak 37 van de onderhelft 11.

De veer 20 wordt op de in fig. 15 getoonde wijze ingestoken. In het bijzonder wordt het einde van de L-vormige haak 24 van de veer 20 glijdend in de uitsparing 27 over de bovenoppervlakken van het overhangende gedeelte 29 en het ge-20 trapte gedeelte 36 geleid, terwijl het einde van de haak 24 tegen het hellende oppervlak 35 wordt gedrukt, zoals in fig.

15 wordt getoond. Deze insteekbeweging houdt slechts één lineaire beweging in. Aangezien het getrapte gedeelte 36 is aangebracht, kan de insteekhoek van de veer 20 klein zijn, zodat « 25 het insteken gemakkelijk kan geschieden. Aangezien bovendien de L-vormige haak 24 van de veer 20 een afgeronde hoek heeft, kan de veer 20 gelijkmatig in de veer-insteekopening worden gestoken, zonder dat deze ergens achter blijft haken.

Zoals uit bovenstaande beschrijving blijkt, wordt de 30 V-vormige torsieveer gebruikt als veer voor het in de gesloten stand dwingen van de sluiter. De lengten van de lineaire armdelen die één geheel vormen met de beide zijden van het gewonden gedeelte van de veer zijn ongeveer gelijk. Beide einden van de armdelen zijn over ongeveer 90“ omgezet voor het 35 vormen van de L-vormige haken die dezelfde lengte hebben en die zich in tegengestelde richtingen over de hoogte van het gewonden gedeelte uitstrekken. De L-vormige haken worden door de sluiter en het cassettehuis opgesloten. De V-vormige slui-terveer heeft daardoor de punt-symmetrische vorm met het ge- 8401438 8 -v wonden deel als centrum, en elk van de L-vormige haken kan in aangrijping worden gebracht met de sluiter of het cassette-huis. De veer kan derhalve eenvoudig worden vervaardigd, de montagedoelmatigheid daarvan wordt aanzienlijk verbeterd en 5 een automatische montage kan eenvoudig geschieden.

I· 84 0 1 4 8 8

Claims

1. Cassette voor buigzame schijf omvattende een buigzame schijf, een paar cassettehelften die een ruimte vormen voor het daartussen opnemen van de buigzame schijf, en een verschuifbaar op de cassettehelften aangebrachte sluiter voor 5 het openen of sluiten van kop-toegangsgaten van de cassettehelften, gekenmerkt door een de sluiter (17) in de gesloten stand dwingende V-vormige sluiterveer (20).

2* Schijfcassette volgens conclusie 1, m e t het kenmerk, dat de V-vormige sluiterveer (20) aan de res-10 pectieve einden daarvan L-vormige haken (24, 25) heeft.

3. Schijfcassette volgens conclusie 2, m e t het kenmerk, dat de L-vormige haken (24, 25) zich respectievelijk in tegengestelde richtingen aan elkaar uitstrekken.

4. Schijfcassette volgens conclusie 3,met het 15 kenmerk, dat de V-vormige sluiterveer (20) in het midden een gewonden deel (21) omvat. # 8401488