NL8401251A - Grondbewerkingsmachine. - Google Patents

Grondbewerkingsmachine. Download PDF

Info

Publication number
NL8401251A
NL8401251A NL8401251A NL8401251A NL8401251A NL 8401251 A NL8401251 A NL 8401251A NL 8401251 A NL8401251 A NL 8401251A NL 8401251 A NL8401251 A NL 8401251A NL 8401251 A NL8401251 A NL 8401251A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
arms
machine according
soil cultivation
cultivation machine
coupling
Prior art date
Application number
NL8401251A
Other languages
English (en)
Other versions
NL193084C (nl
NL193084B (nl
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8401251A priority Critical patent/NL193084C/nl
Priority to GB08504501A priority patent/GB2155745B/en
Priority to DE19853507682 priority patent/DE3507682C3/de
Priority to FR8503402A priority patent/FR2560732B1/fr
Publication of NL8401251A publication Critical patent/NL8401251A/nl
Publication of NL193084B publication Critical patent/NL193084B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL193084C publication Critical patent/NL193084C/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B59/00Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements
    • A01B59/04Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor
    • A01B59/042Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor having pulling means arranged on the rear part of the tractor
    • A01B59/043Devices specially adapted for connection between animals or tractors and agricultural machines or implements for machines pulled or pushed by a tractor having pulling means arranged on the rear part of the tractor supported at three points, e.g. by quick-release couplings
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01BSOIL WORKING IN AGRICULTURE OR FORESTRY; PARTS, DETAILS, OR ACCESSORIES OF AGRICULTURAL MACHINES OR IMPLEMENTS, IN GENERAL
    • A01B49/00Combined machines
    • A01B49/04Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools
    • A01B49/06Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising
    • A01B49/065Combinations of soil-working tools with non-soil-working tools, e.g. planting tools for sowing or fertilising the soil-working tools being actively driven

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Mechanical Engineering (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Zoology (AREA)
  • Agricultural Machines (AREA)
  • Soil Working Implements (AREA)

Description

1 'S
It' r C. van der Lely N.V., Weverskade 10, Maasland.
"Grondbewerkingsmachine"
De uitvinding heeft betrekking op een grondbewerkingsmachine voorzien van een zich dwars op de voortbewegingsrichting uitstrekkend gesteldeel waarin om assen aandrijfbare bewerkingsorganen zijn aangebracht en het gesteldeel nabij· 5 het midden is voorzien van een bok voor aankoppeling van de machine aan de driepuntshefinrichting van een trekker.
Bij grondbewerkingsmachines van deze soort vindt dikwijls een combinatie van de machine met een zaai- of poot-machine plaats, een en ander zodanig dat men in één werkgang 10 een zaaibed kan bereiden en zaai- of pootgoed in de grond brengen. De combinatie met een bovengenoemde inrichting betekent vooral tijdens het transport een extra belasting van de bok met behulp waarvan de machine met de driepuntshefinrichting van een trekker koppelbaar is. Teneinde dit probleem op 15 te lossen heeft men reeds menig voorstel gedaan; echter komen deze voorstellen praktisch steeds neer op een aanzienlijke verzwaring. Dit draagt dan weer bij tot een extra verzwaring van de combinatie-en. daardoor een extra belasting van de driepuntshefinrichting van de trekker.
20 De constructie volgens de uitvinding maakt het nu mogelijk om met behulp van een relatief eenvoudig en licht uitgevoerde bok een doelmatige ondersteuning te verkrijgen voor een met de machine te combineren inrichting zonder dat hierbij gevaar voor vervorming van de bok bestaat.
25 Volgens de uitvinding wordt dit bereikt doordat de onderzijde van de bok zich in de voortbewegingsrichting van de machine uitstrekkende plaatdelen omvat, die op het gestel zijn bevestigd en aan weerszijden van elk plaatdeel ver-zwenkbaar een zich naar voren uitstrekkende aankoppelarm is 30 aangebracht voor bevestiging van de bok aan de onderste armen van de hefinrichting. Met behulp van deze constructieve maatregel kan via de tussen de aankoppelarmen gelegen plaatdelen, . die op de bovenzijde van het gesteldeel zijn bevestigd, een gelijkmatige opvang van de reactiekrachten worden verkregen, 35 zonder dat men van een extra zwaar uitgevoerde bok gebruik behoeft te maken.
840 115 1 s y ï \ ! ' - 2 - i I Een verdere uitvoering van de constructie volgens de uitvinding voorziet in de aanbreng van een dwarsstuk tus- | sen de betreffende plaatdelen. Hierdoor kan worden voorkomen dat de schuin naar voren en naar binnen gerichte onderste 5 armen van de hefinrichting reactiekrachten oproepen die de onderzijde van de bok kunnen forceren.
Aan de hand van een in de tekening weergegeven uitvoeringsvoorbeeld zal de uitvinding hieronder nader uiteen worden gezet.
10 Figuur 1 geeft in bovenaanzicht een grondbewerkings- machine weer voorzien van een bok volgens de uitvinding.
Figuur 2 geeft op grotere schaal een aanzicht weer volgens de lijn II - II in figuur.
Figuur 3 geeft op grotere schaal een aanzicht weer 15 volgens de lijn III - III in fig. 2, terwijl
Figuur 4 een aanzicht weergeeft volgens de lijn IV - IV in fig. 2.
Figuur 5 geeft een verstelbare bevestiging van een aankoppelstuk voor een met de machine te combineren inrichting 20 weer.
De in de figuren weergegeven inrichting betreft een grondbewerkingsmachine, in het bijzonder voor de bereiding van een zaaibed.
De machine omvat een zich dwars op de voortbewe-25 gingSrichting A uitstrekkend kokervormig gesteldeel 1, waarin op onderling gelijke afstanden van bijvoorkeur 25 cm. opwaarts, bijvoorkeur verticaal gerichte assen 2 van bewer-kingsbrganen 3 zijn ondersteund. Elk van de bewerkingsorga-nen 3 omvat een op een onder uit het gesteldeel 1 stekend 30 einde van een as 2 aangebrachte, althans nagenoeg horizontaal gelegen drager 4, die aan de einden is voorzien van zich naar beneden uitstrekkende bewerkingselementen 5 in de vorm van tanden. Aan de einden is het gesteldeel 1 afgesloten door middel van platen 6, die zich in opwaartse richting 35 uitstrekken en althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewe-gingsrichting A van de machine zijn gelegen. Nabij de voorzijde is elk van de platen 6 voorzien van een bout 7, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en met behulp waarvan een zich langs de plaat 6 naar achteren uit-40 strekkende arm 8 verzwenkbaar is aangebracht. Elke arm 8 is nabij de achterzijde van de plaat door middel van een _8401251 _ f * > t - 3 - verstelinrichting in meerdere standen brengbaar en vastzet-baar is. Tussen de achtereinden van de armen 8 is vrij draaibaar een zich dwars op de voortbewegingsrichting A van de machine uitstrekkende rol 9 aangebracht, welke rol bij-5 voorkeur aan de omtrek is voorzien van zich in de langsrich-ting van de rol uitstrekkende staafvor'mige delen 10. De staaf-vormige delen 10 zijn aangebracht op radiale rechthoekige uitsteeksel , die door middel van trapeziumvormige uitstan-zingen aan de omtrek van plaatvormige steunen 10A zijn gevormd. 10 De uitstanzingen kunnen het aanhangen van aarde en de vorming van sporen voorkomen.
Met behulp van de rol 9 wordt de machine tijdens het bedrijf althans voor een deel ondersteund. Nabij de achterzijde van het gesteldeel 1 zijn de armen 8 door middel 15 van een bout 11 en corresponderende gaten in meerdere standen ten opzichte van het gesteldeel brengbaar en vastzetbaar een en ander zodanig, dat de werkdiepte van de bewerkings-elementen 5 van de respectieve bewerkingsorganen 3 instelbaar is.
20 Nabij de einden is het gesteldeel 1 voorzien van door middel van armen 12 aangebrachte, zich tijdens het bedrijf in opwaartse richting uitstrekkende platen 13. De armen 12 zijn elk om een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as verzwenkbaar, een en ander zodanig, dat 25 de platen tijdens het bedrijf met de buitenste bewerkingsorganen 3 kunnen samenwerken, voor het verkruimelen van de aarde en het regelmatig verdelen van deze verkruimelde aarde.
Binnen het gesteldeel 1 is op de assen 2 van elk bewerkingsorgaan 3 een tandwiel 14 met rechte vertanding 30 aangebracht, een en ander zodanig, dat de tandwielen op de assen van naast elkaar gelegen bewerkingsorganen 3 met elkaar in aandrijvende verbinding zijn. Nabij het midden is de as 2 van een bewerkingsorgaan 3 verlengd en reikt tot in een tandwielkast 15 die op de bovenzijde van het gestel-35 deel 1 is bevestigd en waarbinnen de verlenging via een conische tandwieloverbrenging en een aan de achterzijde van de tandwielkast aangebrachte toerenvariator 16 in aandrijvende verbinding staat met een zich in de voortbewegingsrichting A uitstrekkende as 17, die aan de voorzijde buiten de tand- 84 0 12.5 1 • - 4 - ? ·ϊ wielkast uitsteekt. Het aan de voorzijde buiten de tandwielkast uitstekende einde van de as 17 kan door middel van een tussenas 18'met de aftakas van de trekker worden verbonden.
Nabij het midden is het'gesteldeel 1 aan de bovenzijde voor-5 zien van een bok 19. voor aankoppeling van de machine met de driepuntshefinrichting van een trekker. De bok 19 omvat ’ twee. zich vanaf het gesteldeel omhoog uitstrekkende zijden 20, die uit plaat zijn vervaardigd en die nabij de bovenzijden met elkaar zijn verbonden door een althans nagenoeg hori-10 zontaai gelegen dwarsbalk 2lA.
De uit plaat gevormde zijden 20 omvatten aan de onderzijde een zich over de gehele breedte van het gesteldeel 1 uitstrekkend plaatdeel 21, dat nabij de voor- en achterzijde met behulp van steunvoeten 22 resp. 23 op de 15 bovenzijde van het kokervormig gesteldeel 1 is vastgezet door middel van bouten, die tevens voor de bevestiging van een bovenplaat van het gesteldeel 1 zorgdragen. Aan de achterzijde is elk van de plaatdelen 21 naar buiten omge- bogen (fig. 3) teneinde de bevestigingsbouten voor de boven-20 plaat en de steunvoet 23 vrij te laten. Nabij de voorzijde is tussen de plaatdelen 21 een dwarsverbinding 24 aangebraoht, die wordt gevormd door een hoeksteun die tegen de bovenzijde , van het gesteldeel 1 is gelegen (fig. 3 en 4). De einden van de hoeksteun 24 zijn door middel van bouten 25 aan een 25 opwaarts gericht deel 26 van de steunvoet 22 aangebracht.
Aan weerszijden van een plaatdeel 21 is verzwenk-baar een zich naar voren en althans nagenoeg evenwijdig aan de voortbewegingsrichting A uitstrekkende aankoppelarm 27 aangebracht. De armen 27 zijn gevoerd door een opening 30 28 in het deel 26 van de steunvoet 22. Ter hoogte van de bovenste begrenzing van de opening 28 is aan de voorzijde van het deel 26 een verstevigingsstrip 29 aangebracht.
De armen zijn met hun achtereinden door middel van een gemakkelijk uitneembare pen 30 en gaten 31 in de 35 plaatdelen 21 in meerdere standen verzwenkbaar aanbrengbaar.
Het voorste bevestigingspunt bevindt zich ter hoogte van het midden van het gesteldeel 1, terwijl twee verdere punten daarachter zijn gelegen (fig. 2). De armen 27 zijn voor het opnemen van de pen 30 aan de binnenzijde voorzien van een < ___ 8401251 -5.- 'ir % bus 32, die tevens als afstandsbus dienst doet. Vóór het deel 26 van de steunvoet 22 zijn de armen 27 met elkaar verbonden door een dwarsstuk 33. Aan de voorzijde zijn de armen 27 voorzien van een opening waardoor een pen breng-5 baar is voor aankoppeling aan de onderste arm 34 van een driepuntshefinrichting van een trekker.
De plaatdelen 21 zijn midden tussen de armen 27 gelegen,, welke armen,doordat de plaatdelen 21 ten opzichte van het overige deel van de zijden 20 naar buiten zijn ver-10 plaatst, zich op de juiste afstand.van elkaar bevinden voor aankoppeling van de onderste armen 34 van de driepuntshefin-richting van de trekker.
De hoeksteun 24 tussen de plaatdelen 21 zorgt ervoor dat de door de schuin naar binnen verlopende stand 15 van de onderste armen 34 optredende reactiekrachten tijdens het bedrijf effectief worden opgevangen.
. Tussen de dwarsbalk 21^-en de zijden 20 zijn aan de binnenzijde van de bok driehoekige steunplaten 35 aangebracht.
20 Nabij het midden van de nabij de bovenzijde van de platen 20 gelegen dwarsbalk 21, zijn zich naar voren uitstrekkende lippen 36 aangebracht voor aankoppeling van de bovenste arm 37 van de hef Inrichting van de trekker.
Ter hoogte van de dwarsbalk 21^zijn aan de buiten-25 zijde van de platen 20 door pijpen gevormde steunen 38 bevestigd, welke steunen nabij de uiteinden van het kokervormig gesteldeel 1 op de bovenzijde hiervan zijn bevestigd (fig.1).
Aan de achterzijde van de de opstaande zijden van de bok 19 vormende platen 20 is elk van de platen 20 nabij 30 * de bovenzijde voorzien van een arm 39. Elke arm 39 is door middel van een pen 40, die zich dwars op de voortbewegings-richting A uitstrekt, verzwenkbaar aangebracht en naar achteren gericht. Hierbij zijn de pennen 40 voor de resp. armen 39 in eikaars verlengde gelegen. De armen 39 vormen 35 een bovenste armenpaar.
Op enige afstand onder het midden zijn de platen 20 aan de achterzijde eik voorzien van een arm 41, die tich naar achteren uitstrekt en door middel van een pen 42 verzwenkbaar is aangebracht (fig. 2). Ook hierbij zijn de pen- 8401 2 51 ‘w - 6 - I nen 42, die zich dwars op de voortbewegingsrichting A van ' 1 de machine uitstrekken in eikaars verlengde gelegen. De armen 41 vormen een onderste armenpaar. Elk paar armen 39 resp.
41 is door middel van een dwarsbalk 43 resp. 44 met elkaar •5 verbonden. Hierbij bevindt de dwarsbalk 43 voor het bovenste paar armen 39 zich op enige afstand vóór de achtereinden, .. terwijl de dwarsbalk 44 bij het onderste paar armen 41 zich ter hoogte van de einden bevindt. Laatstgenoemde dwarsbalk heeft in tegenstelling tot de eerstgenoemde dwarsbalk, die 10 een ronde dwarsdoorsnede heeft, een hoekige, bijvoorkeur vierkante dwarsdoorsnede. De einden van het onderste paar armen 41 hebben een naar binnen gericht schuin verloop en zijn hier· ter hoogte van de dwarsbalk 44 voorzien van zich schuin naar beneden en naar achteren uitstrekkende delen 15 45. Aan de einden van het bovenste paar armen 39 en aan de schuin naar beneden en naar achteren gerichte delen 45 van de armen 41 is door middel van pennen 46 resp. bouten 47 scharnierbaar een aankoppelstuk 48 aangebracht, dat wordt gevormd door een rechthoekige beugel. Het aankoppelstuk 48 20 omvat een balk 49., die zich dwars op de voortbewegingsrichting A uitstrekt en althans nagenoeg horizontaal is gelegen. De balk heeft een hoekige, bijvoorkeur vierkante dwarsdoorsnede en is aan de einden voorzien van zich naar beneden uitstrekkende balken 50, die eenzelfde dwarsdoorsnede hebben 25 en aan hun ondereinden scharnierend zijn aangebracht aan de delen 45 van het onderste paar armen 41.
Voor de verzwenkbare bevestiging door middel van de pennen 46 zijn nabij beide einden van de dwarsbalk 49 zich naar voren uitstrekkende lippen 51 aangebracht, die 30 de. gehele balk omgeven. Aan de ondereinden van de balken 50 zijn haakvormige aankoppelpunten 52 aangebracht, die de onderste aankoppelpunten van een driepuntsbevestiging vormen. Nabij het midden is de dwarsbalk 49 van het aankoppelstuk 48 voorzien van zich naar voren uitstrekkende lippen 53, 35 die op afstand van elkaar zijn aangebracht en nabij de voorzijde zijn voorzien van een boring, welke het bovenste aan-koppelpunt van een driepuntsbevestiging vormt. Hierdoor wordt een korte aankoppeling van een eventueel met de machine te combineren inrichting, zoals een zaai- of pootmachine moge- 8401251 - 7 - lijk.
De tussen het bovenste verzwenkbare armenpaar aangebrachte dwarsbalk 43 .is nabij elk van de armen. 39 voorzien van een zich naar voren uitstrekkende lip 54. Tussen de lip 5 54 en een arm 39 is door middel van een pen 55 in een sleuf- gat 56 een einde van een hydraulische verstelcylinder 57 aangebracht. De verstelcylinder 57 is met zijn andere einde door middel van een bout 58 verzwenkbaar aangebracht tussen de armenparen aan de achterzijde van de platen 20 van de 10 bok 19, ter hoogte van de balk 2IA. Op elk van de pennen 40 met behulp waarvan het bovenste paar armen 39 met de platen 20 verzwenkbaar is verbonden, is aan de buitenzijde een verzwenkbare grendel 59 aangebracht. Elke grendel 59 is aan de achterzijde voorzien van een vangbek die kan samenwerken 15 met een pen 60, die zich aan de buitenzijde van elke onderste arm 41 bevindt en juist achter het midden van deze armen is aangebracht.
Aan de voorzijde is elke grendel 59 voorzien van een uitsparing 61, waarin met speling een op de platen 20 20 aangebrachte aanslag 62 is gelegen. Elk van de grendels 59 is verder door middel van een verbindingsorgaan 63 vanaf een trekker bedienbaar.
De in het voorgaande beschreven machine betreft - zoals reeds vermeld - een grondbewerkingsmachine, die in 25 het bijzonder bestemd is voor de bereiding van een zaaibed. Hiertoe kan de machine door middel van de op het gesteldeel 1 aangebrachte bok 19 met de driepuntshefinrichting van een trekker worden gekoppeld.
Nadat met behulp van de rol de werkdiepte van de 30 bewerkingsorganen 3 is ingesteld, kan de machine door middel van de trekker worden voortbewogen in de richting A, waarbij vanaf de aftakas via de tussenas 18 en de beschreven aandrijving naast elkaar gelegen bewerkingsorganen in tegengestelde richting worden aangedreven, waarbij zij met hun 35 bewerkingselementen 5 tenminste aan elkaar grenzende stroken grond bewerken. Zoals reeds vermeld, kan door middel van het aankoppelstuk 48 een zaai- of pootmachine met de machine worden verbonden. De verzwenkbare bevestiging van het aankoppelstuk 48 met de armenparen 39 resp. 41 kan men ook in- 8401251 - 8 - -r' * 4 » stelbaar maken zoals in fig. 5 nader is weergegeven. Hierbij zijn armen 39A voor het bovenste armenpaar aanwezig, die aan de achtereinden zijn voorzien van een geknikt deel 64. Het ' aankoppelstuk 65 heeft hier een enigszins andere opbouw dan 1 5 het aankoppelstuk 48. Zo is het aankoppelstuk 65 aan de boven zijde voorzien van platen 66, waarmee het deel 64 van de ar- · men 39A verzwenkbaar bevestigd kan worden. De platen 66 zijn daartoe voorzien van drie boven elkaar gelegen gaten 67, die op gelijke afstand van elkaar zijn aangebracht.
10' Bij de armen 41 van het onderste armenpaar zijn de delen 45 met het aankoppelstuk 65 verzwenkbaar aanbrengbaar door middel van drie op gelijke afstand boven elkaar gelegen gaten 68. Met behulp van de respectieve gaten 67 en 68 kan het aankoppelstuk 65 in drie verschillende standen worden aange-15 bracht, waardoor - indien het aankoppelstuk zich in de trans-portstand bevindt - de vrije ruimte onder het aankoppelstuk en de bovenzijde van de machine kan worden gewijzigd. Dit is zeer doelmatig in verband met het feit dat de respectieve met de machine te combineren inrichtingen niet altijd dezelf-20 de afmetingen hebben, zodat in de transportstand de ene inrichting meer ruimte tussen de onderzijde van het aankoppelstuk 65 en de bovenzijde van het gesteldeel van de machine vèrgt dan de andere.
De in het voorgaande beschreven bok 19 vormt hierbij 25 een zeer doelmatige ondersteuning voor de armenparen 39 en 41. Dit geldt in het bijzonder in de transportstand, waarbij' de zaai- of pootmachine zich in een stand bevindt, die praktisch boven-de machine is gelegen. Juist hierbij worden grote krachten op de bok 19 uitgeoefend, vooral indien een volledige 30 vulling met zaai- of pootgoed aanwezig is. Indien men bijvoorbeeld op de wendakker met de machine moet werken, terwijl de zaai- of pootinrichting zich in de transportstand bevindt, wordt bij deze zeer zware belasting van de bok 19 door middel van de zich tot de einden van het gesteldeel uitstrekkende 35 steunen 38 een zodanige extra ondersteuning van de bok verkregen, dat deze niet wordt vervormd. Hierdoor wordt bereikt dat afkoppeling van de zaai- of pootinrichting niet noodzakelijk is en aldus veel tijd kan worden bespaard.
8401251 * .·=«*· i - 9 -
De uitvinding is niet beperkt tot het vorenstaande, doch betreft tevens alle details van de figuren al of niet beschreven.
-Conclusies- 8401251

Claims (12)

  1. 2. Grondbewerkingsmachxne volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de plaatdelen met elkaar zijn verbonden door een dwarsstuk.
  2. 3. Grondbewerkingsmachxne volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat het dwarsstuk zich nabij de voorzijde van de plaatdelen bevindt,
  3. 4. Grondbewerkingsmachxne volgens conclusie 2 of 3, met het kenmerk, dat het dwarsstuk nabij de bovenzijde van 20 het gesteldeel is gelegen en zich althans nagenoeg evenwijdig aan deze bovenzijde uitstrekt.
  4. 5. Grondbewerkingsmachxne volgens een der conclusies 2-4, met het kenmerk, dat het dwarsstuk tegen de bovenzijde van het gesteldeel is gelegen.
  5. 6. Grondbewerkingsmachxne volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de plaatdelen deel uitmaken van platen, die de ópstaande zijden van de bok vormen en de plaatdelen verder van elkaar zijn gelegen dan het overige deel van de platen.
  6. 7. Grondbewerkingsmachxne volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat de platen nabij de bovenzijde zijn verbonden door middel van een dwarsbalk en ter hoogte van de dwarsbalk aan de buitenzijde van de platen steunen zijn aangebracht, .die met de einden van het gesteldeel zijn verbonden. 8401251 35 % V - 11 -
  7. 8. Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de aankoppelarmen ten opzichte van een plaatdeel in meerdere standen brengbaar en vastzetbaar zijn door middel van een gemakkelijk uitneembare 5 pen. 9. ^ Grondbewerkingsmachine volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de bok is voorzien van aankoppelmiddelen voor aankoppeling van een met de machine te combineren werktuig, welke aankoppelmiddelen zich naar 10 achteren uitstrekkende armen omvatten, die tot achter een achter de bewerkingsorganen gelegen rol reiken.
  8. 10. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 9, met het kenmerk, dat de aankoppelmiddelen een aankoppelstuk omvatten, welk aankoppelstuk is voorzien van een driepunts- 15 bevestiging en door middel van boven elkaar gelegen paren armen aan de achterzijde van een op de gestelbalk aanwezige bok is aangebracht.
  9. 11. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10, met het kenmerk, dat het aankoppelstuk in meerdere standen 20 ten opzichte van de armen aanbrengbaar is.
  10. 12. Grondbewerkingsmachine volgens conclusie 10 of 11, met het kenmerk, dat het aankoppelstuk op verschillende hoogten met de armen verbindbaar is.
  11. 13. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclu-25 sies 10 - 12, met het kenmerk, dat voor elke arm van het bovenste paar armen een hydraulische verstelcylinder aanwezig is.
  12. 14. Grondbewerkingsmachine volgens een der conclusies 10 - 13, met het kenmerk, dat de boven elkaar gelegen 30 armen van de respectieve paren armen een scharnierende vier- i 4 · ♦ hoek*· vormen. * 1*5. Grondbewerkingsmachine zoals beschreven in het voorgaande en weergegeven in de figuren. -o-o-o-o-o- 8401251 ____
NL8401251A 1984-03-08 1984-04-18 Grondbewerkingsmachine. NL193084C (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8401251A NL193084C (nl) 1984-03-08 1984-04-18 Grondbewerkingsmachine.
GB08504501A GB2155745B (en) 1984-03-08 1985-02-21 Soil cultivating implement
DE19853507682 DE3507682C3 (de) 1984-03-08 1985-03-05 Bodenbearbeitungsmaschine, insbesondere Kreiselegge
FR8503402A FR2560732B1 (fr) 1984-03-08 1985-03-08 Machine pour travailler le sol munie d'un dispositif d'attelage perfectionne

Applications Claiming Priority (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8400740 1984-03-08
NL8400740 1984-03-08
NL8401251 1984-04-18
NL8401251A NL193084C (nl) 1984-03-08 1984-04-18 Grondbewerkingsmachine.

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8401251A true NL8401251A (nl) 1985-10-01
NL193084B NL193084B (nl) 1998-06-02
NL193084C NL193084C (nl) 1998-10-05

Family

ID=26645932

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8401251A NL193084C (nl) 1984-03-08 1984-04-18 Grondbewerkingsmachine.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3507682C3 (nl)
FR (1) FR2560732B1 (nl)
GB (1) GB2155745B (nl)
NL (1) NL193084C (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
NL193395C (nl) * 1986-06-26 1999-09-06 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
DE202007013549U1 (de) 2007-09-20 2011-01-20 Rem, Fridburg Universell einsetzbare Landmaschine
DE102007046265B4 (de) 2007-09-20 2011-07-07 Rem, Fridburg, 97080 Universell einsetzbare Landmaschine
FR2971116B1 (fr) * 2011-02-08 2014-02-21 Kuhn Sa Machine de travail du sol avec un cadre porteur ameliore
DE102019116389A1 (de) * 2019-06-17 2020-12-17 Grimme Landmaschinenfabrik Gmbh & Co. Kg Tragwerk für die Verbindung zweier landwirtschaftlicher Anbaugeräte mit einem Schlepper sowie landwirtschaftliches Anbaugerät
CN110431942B (zh) * 2019-08-07 2021-10-26 青岛农业大学 一种景观园林生态种植养护装置

Family Cites Families (17)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB762465A (en) * 1953-02-06 1956-11-28 Eric Walter Eustace Micklethwa Improvements relating to attachments for tractors
CH428295A (de) * 1965-07-15 1967-01-15 Buehler Josef Traktor mit Egge und Walze
NL147609B (nl) * 1967-03-15 1975-11-17 Vissers Nv Herbert Landbouwwerktuig.
NL7005160A (nl) * 1970-04-10 1971-10-12
NL7216407A (nl) * 1972-12-04 1974-06-06
AT314883B (de) * 1972-06-08 1974-04-25 Prillinger Hans Fa Vorrichtung zum Anschluß eines nachgereihten Folgegerätes an ein mit dem Hubwerk eines Ackerschleppers gekuppeltes Anbaugerät
NL8100845A (nl) * 1972-12-04 1981-07-01 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL7314805A (nl) * 1973-10-29 1975-05-02 Lely Nv C Van Der Combinatie van twee grondbewerkingsinrichtingen.
NL7416758A (nl) * 1974-12-23 1976-06-25 Lely Nv C Van Der Grondbewerkingsmachine.
NL7510308A (nl) * 1975-09-02 1977-03-04 Lely Nv C Van Der Landbouwwerktuig.
DE2652739A1 (de) * 1976-11-19 1978-05-24 Ernst Weichel An einen traktor anbaubare vorrichtung zur bodenlockerung
NL7702938A (nl) * 1977-03-18 1978-09-20 Lely Nv C Van Der Landbouwwerktuig voor het gebruik aan de hefin- richting van een trekker.
NL7806830A (nl) * 1978-06-26 1979-12-28 Patent Concern Nv Grondbewerkingsmachine.
DE2935778A1 (de) * 1979-09-05 1981-04-02 Howard Machinery Ltd., Bury St. Edmunds, Suffolk Schleppergezogener rahmen, insbesondere grubberrahmen
DE2941799A1 (de) * 1979-10-16 1981-04-30 Ernst 7326 Heiningen Weichel An einen traktor anbaubare vorrichtung zur bodenlockerung
NL192364C (nl) * 1982-10-15 1997-07-04 Lely Nv C Van Der Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine.
GB2153642B (en) * 1984-02-13 1988-10-26 Lely Nv C Van Der Soil cultivating implements

Also Published As

Publication number Publication date
GB2155745B (en) 1987-09-03
GB2155745A (en) 1985-10-02
DE3507682C3 (de) 1997-03-13
NL193084C (nl) 1998-10-05
DE3507682C2 (nl) 1989-12-28
FR2560732A1 (fr) 1985-09-13
NL193084B (nl) 1998-06-02
DE3507682A1 (de) 1985-09-12
GB8504501D0 (en) 1985-03-27
FR2560732B1 (fr) 1990-02-23

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8501109A (nl) Landbouwwerktuig.
NL8401251A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8204705A (nl) Grondbewerkingsrol.
NL9001873A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL7906631A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8101017A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8800800A (nl) Combinatie van een trekker met ten minste een grondbewerking-zaaieenheid.
NL9200243A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8301236A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192364C (nl) Combinatie van een trekker en een samenstel van een rotorkopeg en een zaaimachine.
NL8700952A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8201055A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8403460A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8303117A (nl) Landbouwwerktuig.
NL8402020A (nl) Grondbewerkingsmachine, in het bijzonder geschikt voor de bereiding van een zaaibed.
NL8006776A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL192594C (nl) Combinatie van een grondbewerkingsmachine en een daarmee te koppelen verdere machine.
NL8403369A (nl) Grondbewerkingsmachine.
EP0305601A1 (en) A soil cultivating machine
NL8402753A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL9500021A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8400901A (nl) &#34;grondbewerkingsmachine&#34;.
NL8601943A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8902832A (nl) Landbouwmachine.
NL9101330A (nl) Grondbewerkingsmachine.

Legal Events

Date Code Title Description
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20031101