NL8400286A - Fotothermografisch registratiemateriaal dat zilverhalogenide bevat. - Google Patents

Fotothermografisch registratiemateriaal dat zilverhalogenide bevat. Download PDF

Info

Publication number
NL8400286A
NL8400286A NL8400286A NL8400286A NL8400286A NL 8400286 A NL8400286 A NL 8400286A NL 8400286 A NL8400286 A NL 8400286A NL 8400286 A NL8400286 A NL 8400286A NL 8400286 A NL8400286 A NL 8400286A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
silver
silver halide
thermophotographic
grains
iodide
Prior art date
Application number
NL8400286A
Other languages
English (en)
Other versions
NL191471B (nl
NL191471C (nl
Original Assignee
Eastman Kodak Co
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Eastman Kodak Co filed Critical Eastman Kodak Co
Publication of NL8400286A publication Critical patent/NL8400286A/nl
Publication of NL191471B publication Critical patent/NL191471B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL191471C publication Critical patent/NL191471C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03CPHOTOSENSITIVE MATERIALS FOR PHOTOGRAPHIC PURPOSES; PHOTOGRAPHIC PROCESSES, e.g. CINE, X-RAY, COLOUR, STEREO-PHOTOGRAPHIC PROCESSES; AUXILIARY PROCESSES IN PHOTOGRAPHY
    • G03C1/00Photosensitive materials
    • G03C1/494Silver salt compositions other than silver halide emulsions; Photothermographic systems ; Thermographic systems using noble metal compounds
    • G03C1/498Photothermographic systems, e.g. dry silver
    • G03C1/49818Silver halides
    • GPHYSICS
    • G03PHOTOGRAPHY; CINEMATOGRAPHY; ANALOGOUS TECHNIQUES USING WAVES OTHER THAN OPTICAL WAVES; ELECTROGRAPHY; HOLOGRAPHY
    • G03CPHOTOSENSITIVE MATERIALS FOR PHOTOGRAPHIC PURPOSES; PHOTOGRAPHIC PROCESSES, e.g. CINE, X-RAY, COLOUR, STEREO-PHOTOGRAPHIC PROCESSES; AUXILIARY PROCESSES IN PHOTOGRAPHY
    • G03C1/00Photosensitive materials
    • G03C1/005Silver halide emulsions; Preparation thereof; Physical treatment thereof; Incorporation of additives therein
    • G03C1/0051Tabular grain emulsions
    • YGENERAL TAGGING OF NEW TECHNOLOGICAL DEVELOPMENTS; GENERAL TAGGING OF CROSS-SECTIONAL TECHNOLOGIES SPANNING OVER SEVERAL SECTIONS OF THE IPC; TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10TECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC
    • Y10STECHNICAL SUBJECTS COVERED BY FORMER USPC CROSS-REFERENCE ART COLLECTIONS [XRACs] AND DIGESTS
    • Y10S430/00Radiation imagery chemistry: process, composition, or product thereof
    • Y10S430/165Thermal imaging composition

Landscapes

  • Chemical & Material Sciences (AREA)
  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Materials Engineering (AREA)
  • Physics & Mathematics (AREA)
  • General Physics & Mathematics (AREA)
  • Non-Silver Salt Photosensitive Materials And Non-Silver Salt Photography (AREA)
  • Silver Salt Photography Or Processing Solution Therefor (AREA)

Description

*3? - , τ - 1 -
Fotothermografisch registratiemat-eriaal dat zilverhalogenide bevat.
Deze uitvinding betreft fotothermogra-fisch registreermateriaal dat zilverhalogenide bevat in de vorm van dunne plaatvormige korrels.
Fotothermografisch registreermateriaal is 5 bekend. Na beeldsgewijze belichting wordt zulk materiaal tot gematigd hoge temperaturen verhit waardoor het beeld ontwikkeld wordt zonder ontwikkelaar of ander bad. Warmtebehandeling doet het zilverbeeld ontwikkelen.
Bekende fotothermografisehe registreerma-10 terialen op basis van zilverhalogenide bevatten (a) lichtgevoelig zilverhalogenide dat in situ of ex situ bereid is, (b) een beeldvormende combinatie van (i) een organisch zout van een oxyderend zwaar metaal, in het algemeen een zilver-zout van een vetzuur met lange keten zoals zilverbehenaat of zilver-15 stearaat, met (ii) een reductiemiddel voor dat oxyderende zout, zoals een fenolische ontwikkelaar, en (c) een bindmiddel. Zulk fotothermografisch materiaal is bijvoorbeeld beschreven in referaat 17029 in Research Disclosure 170 van juni 1978 en in het Amerikaanse octrooischrift 4.264.725.
20 Bij fotothermografie is het wenselijk zulke lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels ex situ te bereiden omdat zilverhalogenide zeer lichtgevoelig is en ook omdat de bereiding van het zilverhalogenide met de voor bekende emulsie-technieken beter onder controle te houden is. Ook is het wense-25 lijk fotothermografisehe registreermaterialen te verkrijgen waarvan het ontwikkelen efficiënter gaat, waarvan de maximale zwarting hoger ligt en die ook zonder speciale toevoegsels meer neutraal getinte beelden geven. Het gebruik van op de gewone manier bereide fotografische emulsies van kubische zilverhaloge-30 nide-korrels is voor deze problemen geen oplossing gebleken, zoals uit de nog komende vergelijkende voorbeelden zal blijken.
Volgens deze uitvinding laat een foto- 3400283 * - 2 - ,> -¾ thermografisch registreermateriaal op basis van zilverhalogenide-korrels zich efficiënter ontwikkelen en krijgt het een hogere fotografische snelheid, een hogere maximale zwarting en een betere beeldtint indien ten minste 50 % van de projectie van de 5 lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels verschaft wordt door dunne plaatvormige korrels met een gemiddelde korreldikte beneden 0,3 ^im. Bij voorkeur is de gemiddelde korreldikte minder dan 0,2 ^im en het beste ligt die tussen 0,03 en 0,08 ^im.
De dunne plaatvormige zilverhalogenide-10 korrels hebben bij voorkeur een gemiddelde aspectverhouding van ten minste 5:1, bijvoorbeeld tussen 5:1 en 15:1. Het fotothermo-grafische registreermateriaal omvat ook een lichtgevoelige zil-verhalogenide-ontwikkelaar, die, na beeldsgewijze belichting, ontwikkeling van het beeld door verhitting mogelijk maakt. De 15 plaatvormige en lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels zijn vooral voordelig indien ze spectraal gesensibiliseerd zijn.
Een bevoorkeurd fotothermografisch registreermateriaal omvat een combinatie van (a) lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels, (b) een beeldvormende combinatie bëstaan-20 de uit (i) een organisch zout van een zwaar oxyderend metaal zoals een zilver-zout van een vetzuur met lange keten en (ii) een reductiemiddel voor dat oxyderende zout, zoals een feno-lische ontwikkelaar, en (c) een bindmiddel, en het wordt gekenmerkt door dat ten minste 50 % van de projectie van de licht-25 gevoelige zilverhalogenide-korrels verschaft wordt door dunne plaatvormige korrels met een gemiddelde korreldikte beneden 0,3 ^im.
Een door belichting in het thermofoto-grafische materiaal veroorzaakt latent beeld wordt ontwikkeld 30 door het enkel tot matig hoge temperaturen, zoals tussen 90° en 180°C, te verhitten.
Hier worden met "plaatvormige en lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels" zilverhalogenide-korrels bedoeld met twee in hoofdzaak onderling evenwijdige kristal-35 vlakken die beide belangrijk groter zijn dan alle andere afzonderlijke kristalvlakken van die korrels. Met "in hoofdzaak even- 3400286 sf ' —.
- 3 - wijdig" worden hier oppervlakken bedoeld die bij bekijken onder een vergroting van 40.000 x of meer evenwijdig voorkomen.
Met "aspectverhouding" der plaatvormige zilverhalogenide-korrels wordt hier de verhouding tussen door-5 snede en dikte der korrels bedoeld. De plaatvormige zilverhalogenide-korrels hebben bij voorkeur een gemiddelde aspectverhouding van ten minste 5:1. Zoals hierna nog aangegeven zal worden kunnen plaatvormige korrels met aspectverhoudingen van 100:1,· 200:1 of nog hoger bereid worden en die zijn bij deze 10 uitvinding nuttig. Maar daar plaatvormige korrels de neiging hebben in dikte toe te nemen als hun aspectverhouding omhoog gaat ligt de gemiddelde aspectverhouding bij de optimale dikte der korrels tussen 5:1 en 15:1.
Bij een bevoörkeurde uitvoeringsvorm van de 15 uitvinding wordt ten minste 70 %, en bij voorkeur meer dan 90 % van de totale projectie der zilverhalogenide-korrels van een thermofotografisch registreermateriaal verschaft door plaatvormige korrels met een aspectverhouding tussen 5:1 en 15:1.
De doorsnede der korrels ligt bij voorkeur 20 tussen 0,30 en 0,45 ^im en de gemiddelde dikte tussen 0,04 en 0,05 ^un.
De korrelkenmerken van de plaatvormige zilverhalogenide-korrels laten zich door vakmensen gemakkelijk vaststellen. Met "aspectverhouding" wordt hier de verhouding 25 van doorsnede tot dikte bedoeld. De "doorsnede" van de korrel wordt op zijn beurt gedefinieerd als de middellijn van een cirkel met een zelfde oppervlak als de projectie van de korrel, bij bekijken van een microfotografie of een elektronenmicro-fotografie van een monsteremulsie. Uit beschaduwde elektronen-30 fotografieën is het mogelijk de dikte en de doorsnede van elke korrel te bepalen en vast te stellen of deze een dikte beneden 0,3 ^im heeft of niet. Dan kan de aspectverhouding van zo'n dunne korrel berekend worden. Om de gemiddelde aspectverhouding van een monster te bepalen kan men de aspectverhoudingen van 35 alle dunne plaatvormige korrels middelen. Maar in de praktijk is het meestal eenvoudiger de gemiddelde dikte en de gemiddel- S 4 0 0 2 3 e - 4 - * c -¾ ' de doorsnede van de dunne plaatjes te meten en het quotient van die twee gemiddelden als de gemiddelde aspectverhouding te nemen. Zoiets leidt niet tot een significant andere uitkomst. De projecties van de dunne plaatvormige zilverhalogenide-korrels kun-5 nen bij elkaar opgeteld worden, de projecties van de overige zilverhalogenide-korrels van het monster kunnen afzonderlijk opgeteld worden, en uit die twee sommen kan het percentage van de totale projectie berekend worden dat door de dunne plaatvormige korrels geleverd wordt.
10 In het bovenstaande werd als norm een korreldikte beneden 0,3 ^im gesteld om de beoogde unieke dunne plaatvormige korrels van de dikkere plaatvormige korrels te onderscheiden. Bij lagere doorsneden is het niet altijd mogelijk in de microfotografieën de plaatvormige van de niet-plaat-15 vormige korrels te onderscheiden. Hier worden die zilverhalogenide-korrels plaatvormig genoemd die dunner dan 0,3 ^im zijn en onder 40.000 x vergroting er plaatvormig uitzien. De term "projectie" (Engels: "projected area", "projection area" en "projective area") heeft hier de in deze techniek gebruikelijke 20 betekenis. Zie bijvoorbeeld blz. 15 in "Fundamentals of Photographic Theory" van James en Higgins (Morgan and Morgan,
New York).
Hoewel in de fotothermografische elementen volgens de uitvinding slechts één laag met dunne plaatvormige 25 en lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels nodig is kan die er desgewenst meerdere hebben. Verder ligt het ook in de lijn emulsielagen met dunne plaatvormige korrels te gebruiken in combinatie met emulsielagen die dikkere plaatvormige korrels met hoge aspectverhoudingen hebben, zoals die waarvan de korrels 30 tot 0,5 ^im dik zijn, en ook de gebruikelijke emulsies van driedimensionale kristallen.
Emulsies van dunne plaatvormige zilverbroom-jodide-korrels kunnen als volgt door neerslaan bereid worden:
In een gebruikelijk reactievat voor het neerslaan van zilver-35 halogenide, voorzien van een efficiënte roerder, wordt een dis-pergerend medium gebracht. In het algemeen heeft men ten minste 8400296 t? —— -δ- 10 % en bij voorkeur 20 tot 80 gew.% van de totale hoeveelheid dispergerend medium die men uiteindelijk nodig heeft reeds bij het begin aanwezig. Daar het dispergerende medium tijdens het neerslaan van het zilverbroomjodide door ultrafiltratie uit het 5 reactievat verwijderd kan worden, zoals het Amerikaanse octrooi-schrift 4.334.012 ons leert, kan het volume van het aanvankelijk aanwezige dispergerende medium even groot als of zelfs groter dan het volume bij het einde van het neerslaan zijn. Het aanvankelijk in het reactievat aanwezige dispergerende medium 10 is bij voorkeur water of een oplossing van een peptiseermiddel in water, dat eventueel nog andere bestanddelen bevat zoals één of meer rijpingsmiddelen en/of doteringen. Indien aanvankelijk een peptiseermiddel aanwezig is is ten minste 10 % en bij voorkeur ten minste 20 % van de uiteindelijke hoeveelheid pep-15 tiseermiddel reeds bij het begin aanwezig. Aanvullend disper- geermiddel kan samen met zilver- en halogenide-oplossingen maar ook afzonderlijk toegevoegd worden. Het is gebruikelijk de hoeveelheid dispergeermiddel na afloop van het toevoegen der zouten bij te stellen, vooral als het'om toevoegen van meer gaat.
20 Een kleine hoeveelheid, in het algemeen minder dan 10 %, van het bromide dat men voor het vormen van de zilverbroomjodide-korrels nodig heeft is bij het begin al in het reactievat aanwezig om de concentratie van het bromide in het dispergerende medium reeds bij het begin van het neerslaan 25 van het zilverbroomjodide in de hand te hebben. Ook is het dispergerende medium bij het begin in hoofdzaak vrij van jodide-ionen, daar de aanwezigheid van jodide voor het tegelijkertijd invoeren van zilver- en bromide-oplossingen de vorming van dikke, niet-plaatvormige korrels in de hand werkt. Met "in hoofd-30 zaak vrij van jodide-ionen" wordt hier bedoeld dat niet genoeg jodide aanwezig is (vergeleken met bromide) om als een afzonderlijke zilverjodide-fase neer te slaan. Verder verdient het de voorkeur de jodide-concentratie in het reactievat voordat men het zilver-zout begint in te leiden beneden 0,5 mol.% van het 35 totaal aan aanwezige halogenide-ionen te hebben.
Als de pBr van het dispergerende medium 840028« m· '~*** - 6 - aanvankelijk te hoog is zullen de plaatvormige zilverbroomjodide-korrels betrèkkelijk dik uitvallen en dus lage aspectverhoudin-gen vertonen. Het is wenselijk de pBr van de reactie in het begin op 1,6 of lager te houden. (Indien korreldikten van 0,2 ^im 5 of minder gewenst zijn moet de pBr beneden 1,5 zitten) . Als aan de andere kant de pBr te laag is wordt de vorming van nietplaatvormige zilverbroomjodide-korrels begunstigd. Daarom verdient het de voorkeur de pBr in het reactievat op of boven 0,6 te houden. (De pBr wordt gedefinieerd als de negatieve loga-10 rithme van de concentratie aan bromide-ionen, een pH en pAg worden overeenkomstig gedefinieerd voor de concentraties aan protonen en zilver-ionen).
Tijdens het neerslaan worden met bekende technieken oplossingen van zilver-zout, bromide en jodide in het 15 reactievat geleid. Een waterige oplossing van een oplosbaar zilver-zout zoals van zilvernitraat wordt samen met de bromide-en jodide-oplossingen in het reactievat gebracht. Ook de bromiden en jodiden worden als waterige oplossingen toegevoegd, bijvoorbeeld als oplossingen van één of meer ammonium-, alkali-20 metaal- of aardalkalimetaal-zouten (bijv. van natrium, kalium, magnesium of calcium). Het zilver-zout wordt althans in het begin gescheiden van het jodide in het reactievat gebracht. Jodide en bromide worden of afzonderlijk of gemengd in het reactievat gebracht.
25 Met het inbrengen van zilver-zout in het reactievat begint de kiemfase van de korrelgroei. Er ontstaat een populatie van korrelkiemen waarop zilverbromide en zilverjodide verder kunnen neerslaan naarmate de aanvoer van zilver, bromide en jodide voortzet. Dit neerslaan van zilverbromide en 30 zilverjodide op bestaande kiemen vormt de groeifase van de korrelvorming. De aspectverhoudingen van de plaatvormige korrels wordt minder door de jodide- en bromide-concentraties beïnvloed in de groeifase dan in de kiemfase. Het is dus mogelijk in de groeifase de pBr meer ruimte te geven; hij mag boven 0,6 35 komen en ligt bij voorkeur tussen 0,6 en 2,2, het allerbeste tussen 0,8 en 1,5. Verder verdient het de voorkeur de pBr in 3 4 C 0 2 8 6 - 7 - het reactievat tijdens het inbrengen van zilver- en halogenide-oplossingen tussen de aanvankelijke, hierboven reeds genoemde grenzen te houden. Die voorkeur geldt vooral als nieuwe kiemen nog in belangrijke mate gevormd worden tijdens het inbrengen 5 van zilver-, bromide- en jodide-oplossingen, zoals bij de bereiding van zeer polydisperse emulsies. Verhogen van de pBr boven 2,2 tijdens de korrelgroei leidt tot dikkere korrels, maar is in vele gevallen toelaatbaar omdat men dan toch nog steeds dunne plaatvormige zilverbroomjodide-korrels krijgt.
10 Als alternatief op het inbrengen van zil ver, bromide en jodide als waterige oplossingen ligt het ook in de lijn zilver, bromide en jodide in het begin of tijdens de groeifase in te zetten in de vorm van dispersies van fijne zilverhalogenide-korrels. Die korrels hebben zodanige afmetin-15 gen dat zij gemakkelijk door Ostwald-rijping op grotere kiemen (als die reeds aanwezig zijn) overgaan. Hoe groot nuttige korrels maximaal kunnen zijn is afhankelijk van de bepaalde omstandigheden binnen het reactievat, zoals temperatuur en de aanwezigheid van solubilisatoren en rijpingsmiddelen. Men kan zilVer-20 bromide-, zilverjodide- en/of zilverbroomjodide-korrels toevoegen. Daar bromide en/of jodide met voorkeur boven chloride neerslaan is het ook mogelijk zilverchloorbromide of zilverbroomjodide-korrels te gebruiken. De zilverhalogenide-korrels zijn bij voorkeur heel erg fijn, met gemiddelde doorsneden zo 25 beneden 0,1 ^un.
Mits men blijft letten op de hierboven genoemde eisen aan de pBr kunnen de.concentraties aan zilver, bromide en jodide en de debieten waarin zij aangevoerd worden alle mogelijke waarden aannemen. Zilver en halogenide worden 30 bij voorkeur ingebracht in concentraties van 0,1 tot 5 M, hoewel concentraties die nog buiten dat traject liggen, bijvoorbeeld 0,01 M en ook tot verzadiging toe, ook binnen het kader van de uitvinding liggen. Bevoorkeurde neerslagtechnieken zijn die met verkorte neerslagtijden door verhoging van de zilver-35 en halogenide-debieten tijdens de groei. Het debiet aan zilver en halogenide kan zowel verhoogd worden door meer oplossing 3400285 - 8 - aan te voeren als door het verhogen van de concentraties van zilver en halogenide in hun oplossingen. Met name gaat de voorkeur uit naar het verhogen van de snelheid waarmee zilveren halogenide-oplossingen aangevoerd worden, maar die aanvoer-5 snelheid niet zo hoog laten worden dat de vorming van nieuwe kiemen begunstigd wordt. Door de vorming van aanvullende kiemen na de overgang op de groeifase van het neerslaan te voorkomen krijgt men betrekkelijk monodisperse populaties van plaatvormige zilverbroomjodide-korrels. Emulsies met variatie-coëfficiën-10 ten beneden 30 % zijn te bereiden. De variatie-coëfficiënt wordt gedefinieerd als 100 x de standaarddeviatie van de korreldoor-snede gedeeld door de gemiddelde korreldoorsnede. Door met opzet het opnieuw ontstaan van kiemen tijdens de groeifase van het neerslaan te begunstigen is het mogelijk polydisperse emulsies 15 te maken met aanzienlijk hogere variatie-coëfficiënten.
De concentratie aan jodide in de zilver-broomjodide-emulsies kan men onder controle houden door jodium-zouten toe te voegen. Elke gebruikelijke jodide-concentratie is nuttig. Tenzij anders aangegeven hébben alle halogenide-20 percentages betrekking op het zilver dat in de besproken emulsie, korrels of korrelgebieden aanwezig is. Als een korrel zilverbroomjodide bijvoorbeeld 40 mol.% jodide bevat heeft die 60 mol.% bromide. Bij een bevoorkeurde vorm bestaat de emulsie volgens de uitvinding voor ten minste 0,1 mol.% uit jodide.
25 Zilverjodide kan tot de oplosbaarheidsgrens bij de temperatuur van de korrelvorming in zilverbromide opgenomen worden, zo zijn bij een neerslagtemperatuur van 90°c zilverjodide-concentra-ties tot 40 mol.% in zilverbromide-korrels mogelijk. In de praktijk kan het neerslaan tot bijna op kamertemperatuur ge-30 beuren, bijvoorbeeld bij 30°C. Bij voorkeur gebeurt het neerslaan bij temperaturen tussen 40° en 80°C.
De verhouding tussen de hoeveelheden jodide en bromide die men tijdens het neerslaan in het reactievat brengt kan een vaste waarde hebben, wat tot een betrekkelijk 35 uniform jodide-profiel in de plaatvormige zilverbroomjodide-korrels leidt, maar ook variëren wat tot andere fotografische 8400206 - 9 - effecten leidt. Voordelen in fotografische snelheid en/of korrel kunnen veroorzaakt worden door in de buitenkanten van de korrels (bij voorkeur in ongeveer ringvormige gebieden) een hoger jodide-géhalte dan in het centrale deel van de korrel te 5 hebben. In het centrum van de korrel is de jodide-concentra- tie bij voorkeur 0 tot 5 mol.%, en aan de zijkanten bij voorkeur ten minste 1 mol.% hoger, totaan de oplosbaarheidsgrens van het zilverjodide in het zilverbromide, wat tot 20 mol.% en bij voorkeur niet verder dan tot 15 mol.% oploopt. De dunne plaatvor-10 mige zilverbroomjodide-korrels die in thermofotografische materialen nuttig zijn kunnen een in hoofdzaak constant jodide-profiel maar ook een jodide-gradatie vertonen, en die gradatie kan men desgewenst zodanig controleren dat de hogere jodide-concentraties in de binnenkant zitten of juist aan het opper-15 vlak.
Emulsies van dunne, plaatvormige zilverbromide-korrels met hoge en middelmatige aspectverhoudingen die geen jodide bevatten kunnen op de beschreven wijze bereid worden met de modificatie dat jodide uitgesloten blijft. Ook kan 20 men emulsies maken waarin de zilverbromide-korrels vierkant en rechthoekig zijn. Bij die werkwijze zijn regulaire kiemen met ribben kleiner dan 0,15 ^im aanwezig. Terwijl de pAg van de kiem-emulsie tussen 5,0 en 8,0 gehouden wordt laat men de emulsie rijpen bij afwezigheid van zilver-complexvormers anders dan 25 halogenide, wat tot plaatvormige zilverbromide-korrels met de gewenste gemiddelde aspectverhouding leidt. Emulsies van dunne plaatvormige zilverbromide-korrels zonder jodide zijn ook nuttig.
De dunne plaatvormige zilverbromide- of zilverbroomjodide-korrels worden bij voorkeur bereid door 30 tweestraalsneerslaan bij gecontroleerde pBr. Een goed voorbeeld van zo'n bevoorkeurde bereiding gaat als volgt: In een neerslagvat wordt 1,4 liter 2,16 gew.% gelatine-oplossing in water dat 0,168 M KBr bevat op 50°C verwarmd. Aan deze oplossing worden bij 50°C en een op 0,77 ingestelde pBr gedurende 6 minu-35 ten uit twee stralen 2,0 M zilvemitraat-oplossing en 2,0 M kaliumbroomjodide-oplossing (3,0 mol.% jodide) toegevoegd.
A ƒ Λ * Λ Λ ö 8 4 0 ;> * * - 10 -
Voor het bereiden van de emulsie werd 2,5 gmol zilver gebruikt. Na het neerslaan werd de emulsie tot 40°C afgekoeld en werd 0,4 liter 8,25 gew.% oplossing van ftalylgelatine toegevoegd, en het geheel werd na stolling uitgewassen, zoals beschreven 5 in het Amerikaanse octrooischrift 2.614.928.
Andere emulsies van dun plaatvormig zilver-halogenide kunnen bereid worden door het neerslag alleen maar te beëindigen zodra de gewenste aspectverhouding bereikt is. Bijvoorbeeld kan het nuttig zijn plaatvormige korrels met ten 10 minste 50 mol.% chloride te maken begrensd door tegenover elkaar liggende kristalvlakken {111} die zelf weer begrensd worden door ribben in de richting van de kristallografische vector <211> . Zulke emulsies van plaatvormige korrels kunnen bereid worden door zilver- en chloride-oplossingen met elkaar te laten reage-15 ren in aanwezigheid van een de kristalgroei modificerende hoeveelheid aminoazaindeen en een peptiseermiddel dat een thio-ether-binding heeft.
Een ander voorbeeld van een emulsie van plaatvormige korrels is er een waarvan de zilverhalogenide-20 korrels althans in ringvormige gebieden en bij voorkeur door en door chloride en bromide bevatten. De gebieden die zilver-chloride en zilverbromide bevatten worden gevormd door de mol-verhouding tussen chloride en bromide-ionen tussen 1,6:1 en 260:1 te houden en de totale concentratie aan halogenide in het 25 reactievat tijdens het toevoegen van zilver-, chloride-, bromide-en eventueel jodide-oplossingen tussen 0,1 en 0,9 N. In de plaatvormige korrels kan de molverhouding van zilverchloride tot zilverbromide tussen 1:99 en 2:3 liggen.
Tijdens het neerslaan van de plaatvormige 30 kristallen kunnen modificerende verbindingen aanwezig zijn.
Deze kunnen van het begin af aan in het reactievat aanwezig zijn maar ook met gebruikelijke technieken samen met één of meer der zouten toegevoegd worden. Modificerende verbindingen zijn die van koper, thallium, lood, bismuth, cadmium, zink, goud en ste 35 edele metalen uit de VIII groep en van chalcogenen (zwavel, seleen en telluur).
3400238 - 11 -
De afzonderlijke zilver- en halogenide-oplossingen kunnen aan het oppervlak of in de diepte van de reeds aanwezige vloeistof aangevoerd worden, en onder invloed van de zwaartekracht of uit een doseringspomp, zodat men debiet 5 en pH, pBr en/of pAg in de hand heeft en houdt. Om tot een snelle verdeling van de uitgangsstoffen over het reactievat te komen kan men speciaal geconstrueerde menginrichtingen toepassen.
Bij het bereiden van de emulsies kan pe-10 tiseermiddel in concentraties tussen 0,2 en 10 gew.% (betrokken op de totale emulsie) aanwezig zijn. Het verdient de voorkeur en is ook gebruikelijk de concentratie aan peptiseermiddel voor en tijdens het neerslaan van het zilverbroomjodide beneden 60 gew.% te houden, en die concentratie later door aanvullende 15 toevoegingen op te voeren tot het gehalte voor de beste eigenschappen van de op te brengen emulsielaag. Het ligt in de lijn dat de emulsie aanvankelijk per gmol zilverhalogenide 5 tot 50 g en bij voorkeur 10 tot 30 g peptiseermiddel bevat.
Tijdens het neerslaan van het zilverhaloge-20 nide kan rijping der korrels optreden. Bij voorkeur gebeurt deze korrelrijping althans tijdens de vorming der zilverbroomjodide-kiemen. Bekende zilverhalogenide-oplosmiddelen zijn nuttig voor de rijping. Bijvoorbeeld weet men dat overmaat aan bromide-ionen dit rijpen bevordert. Het is daarom duidelijk dat de voor 25 het neerslaan aangevoerde bromide-oplossing zelf ook dat rijpen in de hand werkt.
De emulsies van de dunne plaatvormige kor-reks kunnen zeer hoge aspectverhoudingen vertonen. Die gemiddelde aspectverhoudingen kunnen verhoogd worden door de gemid-30 delde korreldoorsneden te vergroten, maar ook door de gemiddelde dikten te verkleinen. Bij constant blijvende zilverdekking kan een kleinere dikte der plaatvormige korrels snelheid en korrel verbeteren als directe functie van de toenemende aspect-verhouding. De maximale gemiddelde aspectverhoudingen van deze 35 emulsies zijn dus een functie van de maximaal bereikbare korrel-doorsneden die in een bepaald thermofotografisch materiaal aan- 8400236 - 12 - vaardbaar zijn en van de minimaal bereikbare korreldikten die men nog kan maken. Waargenomen is dat de maximale gemiddelde aspectverhoudingen variëren met de toegepaste neerslagtechniek en met de samenstelling van het preparaat. De hoogste gemiddel-5 de aspectverhoudingen die men aan plaatvormige korrels met voor de fotografie nuttige doorsneden waargenomen heeft, 500:1, werden bereikt door Ostwald-rijping van zilverbromide-preparaten die al aspectverhoudingen 100:1, 200:1 of nog hoger hadden, en verkregen waren met tweestraalsneerslaantechnieken. De aanwezig-10 heid van jodide leidt in het algemeen tot een verlaging van de maximaal bereikbare gemiddelde aspectverhoudingen, maar de bereiding van zilverbroomjodide-emulsies met gemiddelde aspectverhoudingen van 100:1 of zelfs 200:1 of hoger is mogelijk. Plaatvormige zilverchloride-korrels die eventueel bromide en/of jo-15 dide bevatten met gemiddelde aspectverhoudingen van wel 50:1 of zelfs 100:1 zijn te bereiken. Het ligt in de lijn dat de gemiddelde doorsnede van de dunne plaatvormige korrels in ieder geval minder dan 30 ^im zal zijn, bij voorkeur minder dan 15 ^im.
De dunne plaatvormige, lichtgevoelige zil-20 verhalogenide-korrels in deze thermofotografische registreer- materialen zijn bedoeld voor het maken van negatieve of positieve beelden. Bijvoorbeeld kan dit registreermateriaal de vorm hebben van een type dat bij belichting of aan het oppervlak of in het inwendige een latent beeld vormt dat bij verhitting een ne-25 gatief beeld geeft. Ook kan het thermofotografische materiaal van een type zijn dat in respons op één enkele verhitting direct een positief beeld geeft. Indien het de bedoeling is dat de plaatvormige en andere zilverhalogenide-korrels die in het thermofotografische materiaal aanwezig zijn direct een positief 30 beeld geven kunnen zij een oppervlaktesluiering ondergaan en in combinatie met een organische elektronenacceptor gebruikt worden. De organische elektronenacceptor kan in combinatie met een spectraal sensibiliserende kleurstof gebruikt worden, of zelf zo'n spectraal sensibiliserende kleurstof zijn. Als men 35 een inwendig gevoelige emulsie gebruikt kan men oppervlakte- sluier en organische elektronenacceptor in combinatie toepassen, 8400286 - 13 - * maar noch oppervlaktesluiering noch organische elektronen- acceptoren zijn nodig om direct tot positieve beelden te komen. Positieve beelden kunnen direct gevormd worden door het ontwikkelen van inwendig gevoelige emulsies in aanwezigheid van 5 kiemingsmiddelen, welke in het thermofotografische element aanwezig kunnen zijn. Bevoorkeurde kiemingsmiddelen zijn die die direct aan de oppervlakken der zilverhalogenide-korrels geadsorbeerd worden. Vergelijkbare emulsies, maar met dunne plaatvormige korrels met lagere aspectverhoudingen, zijn ook nuttig 10 bij het toepassen van deze uitvinding.
De emulsies van dunne plaatvormige zilverhalogenide-korrels kunnen spectraal gesensibiliseerd worden met kleurstoffen uit verscheidene klassen, waaronder de polymethinen, de oxonolen, hemioxonolen, styrylen, merostyrylen en strepto-15 cyaninen.
Eén of meer spectraal sensibiliserende kleurstoffen zijn nuttig. Kleurstoffen met sensibiliserings-maxima op golflengten over het gehele zichtbare spectrum en met zeer uiteenlopende spectrale gevoeligheden zijn bekend. Hoeveel 20 kleurstof men kiest en hoeveel men daarvan neemt is afhankelijk van het deel van het spectrum waarvoor men gevoeligheid verlangt, en ook van de vorm van de gevoeligheidscurve die men wenselijk acht. Kleurstoffen met overlappende spectrale gevoeligheden zullen vaak additieve gevoeligheidskarakteristieken 25 geven. Dus is het mogelijk combinaties van kleurstoffen met verschillende maxima te gebruiken om een spectrale gevoeligheids-karakteristiek te bereiken met een maximum dat tussen de maxima der samenstellende kleurstoffen in ligt.
Combinaties van spectraal sensibiliserende 30 kleurstoffen zijn nuttig die leiden tot supersensibilisering, d.i. een spectraal sensihilisering die in enig gebied groter is dan men uit optelling van de effecten der afzonderlijke kleurstoffen zou verwachten. Supersensbilisering wordt bereikt met geschikte combinaties van spectraal sensibiliserende kleurstof-35 fen en andere toevoegsels zoals stabilisatoren en anti-sluier-stoffen, ontwikkelingsversnellers of -vertragers, bekledings- 3400256 » - 14 - hulpmiddelen, optische bleekmiddelen en anti-statische stoffen.
De stoffen die supersensihilisering kunnen geven en de werkingsmechanismen daarvan zijn besproken door Gilman in "Review of the Mechanism of Supersensitization" in Photographic Science 5 and Engineering J13 (1974) 418-430.
Hoewel men zich voor emulsielagen bedoeld voor het belichten met blauw licht, gewoonlijk verlaat op de blauwgevoeligheid die zilverbromide en -broomjodide van nature hebben kan men soms duidelijke voordelen verkrijgen door bepaal-10 de spectraal-sensibilisatoren te gebruiken, zelfs als hun absorptie voornamelijk in het spectrale gebied ligt waarvoor de emulsies van nature gevoelig zijn. Bijvoorbeeld wordt met name ingezien dat voordelen behaald kunnen worden door blauwe spectraal-sensibilisatoren te gebruiken.
15 Nuttige blauwsensibiliserende kleurstoffen voor emulsies van dunne, plaatvormige zilverbromide- en zilver-broomjodide-emulsies kan men kiezen uit alle kleurstof-klassen die als spectraalsensibilisatoren bekend staan. Polymethien-kleurstoffen, zoals cyaninen, merocyaninen, hemicyaninen, hemi-20 oxonolen en merostyrylen, zijn de bevoorkeurde blauwsensibilisa-toren. De keuze wordt in het algemeen bepaald door hun absorptie-karakteristieken. Er zijn echter algemene structuurverbanden die als gids kunnen dienen bij het uitzoeken van geschikte sen-sibilisatoren. In het algemeen is de golflengte van maximale 25 gevoeligheid korter naarmate de methien-keten korter is. Kernen hebben daar ook invloed op. Het inbouwen van gecondenseerde ringen begunstigt langere absorptiegolflengten. Substituenten kunnen de absorptiekarakteristieken ook veranderen.
Om emulsielagen die niet-plaatvormige of 30 dikke zilverhalogenide-korrels bevatten spectraal te sensibiliseren kunnen de gebruikelijke hoeveelheden kleurstoffen gebruikt worden. Om de voordelen van de emulsies van dunne, plaatvormige korrels ten volle te realiseren verdient het de voorkeur in wezen de optimale hoeveelheid spectraal-sensibiliserende kleur-35 stof aan de oppervlakken van de plaatvormige korrels te doen realiseren, d.w.z. genoeg kleurstof om ten minste 60 % van de 3400286 - 15 - onder die omstandigheden van belichting maximaal bereikbare fotografische snelheid te realiseren. De gebruikte hoeveelheid kleurstof zal variëren met de kleurstof of combinatie van kleurstoffen en ook met afmetingen en aspectverhoudingen der korrels.
5 Het is in de fotografie bekend dat een optimale sensibilisering bereikt wordt met zoveel organische kleurstof dat 25 tot 100 % van het totaal beschikbare kristaloppervlak met een monolaag bedekt is.
Spectraalsensibilisering kan ondernomen 10 worden in elke fase van de bereiding van de emulsie die tot nog toe daarvoor bekend stond. Meestal doet men deze spectraalsensibilisering na afloop van een chemische sensibilisering. Maar het ligt met name ook in de lijn die spectraalsensibilisering in plaats van chemische sensibilisering toe te passen, of even-15 tueel daaraan voorafgaand, en zelfs voordat het neerslaan van de zilverhalogenide-korrels helemaal voltooid is. Het invoeren van de sensibiliserende kleurstof in de emulsie kan zodanig geregeld worden dat een deel van de sensibiliserende kleurstof voor het chemische sensibiliseren al aanwezig is en de rest 20 daarna toegevoegd wordt. Anderszins kan de spectraalsensibilise-rende kleurstof ook aan de emulsie toegevoegd worden nadat 80 % van het zilverhalogenide neergeslagen is. Het sensibiliseren kan nog versterkt worden door tijdens spectraal- en/of chemisch sensibiliseren de pAg bij te regelen. Bij een bevoorkeurde 25 uitvoeringsvorm worden spectraalsensibilisatoren in de emulsies volgens de uitvinding opgenomen voordat men chemische sensibilisering toepast. Net zulke resultaten zijn in sommige gevallen ook bereikt door man de emulsies voor het chemische sensibiliseren andere adsorbeerbare stoffen, zoals finish-modificatoren 30 toe te voegen.
De bevoorkeurde chemische sensibilisatoren voor de best bereikbare combinaties van snelheid en korrel zijn combinaties van goud en zwavel, goud en seleen en van goud, zwavel en seleen. Bij een bevoorkeurde vorm van de uitvinding 35 bevatten de emulsies van dunne, plaatvormige zilverbromide-of (met de meeste voorkeur) zilverbroomjodide-emulsies een chalcogeen zoals zwavel en/of seleen (dat niet aantoonbaar kan 3403238 - 16 - zijn) en goud (dat wel aantoonbaar is). De emulsies bevatten gewoonlijk ook aantoonbare hoeveelheden thiocyanaat, hoewel de concentratie van de uiteindelijke emulsie aan thiocyanaat door het bekende uitwassen van de emulsie sterk verlaagd kan zijn.
5 Bij meerdere der hierboven aangegeven bevoorkeurde uitvoeringsvormen kunnen de plaatvormige zilverbromide- of zilverbroom-jodide-korrels op hun oppervlak nog een ander zilver-zout hebben, zoals zilverthiocyanaat of een ander zilverhalogenide met ander anion-gehalte, zoals zilverchloride of zilverbromide, 10 hoewel de hoeveelheid van dat andere zilver-zout beneden de waarneembaarheidsgrens kan liggen.
Een bevoorkeurde uitvoeringsvorm van de uitvinding betreft een thermofotografisch registreermateriaal bedoeld voor droge chemische of droge fysische ontwikkeling, 15 dat dunne plaatvormige en lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels met gemiddelde dikten beneden 0,3 ^im bevat. Thermofotografisch registreermateriaal met dunne, plaatvormige zilver-halogenide-korrels, die in combinatie met of in plaats van niet dunne en niet plaatvormige zilverhalogenide-korrels nuttig zijn, 20 zijn bijvoorbeeld beschreven in referaat 17029 in Research
Disclosure 170 van juni 1978. Een bevoorkeurd thermofotografisch registreermateriaal volgens de uitvinding kan bijvoorbeeld bereid worden door grondig (bijvoorbeeld met ultrasone straling) mengen van (I) een hydrofiele, lichtgevoelige zilver-25 halogenide-emulsie waarvan ten minste 50 % van de projectie der zilverhalogenide-korrels door dunne, plaatvormige, lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels met een gemiddelde dikte beneden 0,3 ^im geleverd wordt, met (II) een mengsel van organische oplosmiddelen bestaande uit (A) een alkohol die de fotografi-30 sche snelheid verhoogt, (B) aromatische koolwaterstoffen die met de alkohol verenigbaar zijn en (C) 0 tot 10 %, bij voorkeur 3 tot 8 gew.% (betrokken op het mengsel van oplosmiddelen) aan hydrofoob bindmiddel zoals poly(vinylbutyral), en dat dan met (III) een combinatie van (a) een hydrofoob bindmiddel en (b) 35 een preparaat dat door oxydatie/reductie een beeld vormt en (i) een zilver-zout van een vetzuur met lange keten en (ii) een 8400286 r - 17 - organisch reductiemiddel, veelal een organisch oplosmiddel, bevat. Een voorbeeld van zo'n mengsel is beschreven in het Amerikaanse octrooischrift 4.264.725.
Een verscheidenheid van de fotografische 5 snelheid verhogende alkoholen zijn in dergelijke mengsels nuttig. Nodig is dat die alkohol met de genoemde aromaten verenigbaar is, en ook met de andere bestanddelen van dat preparaat. Sommige alkoholen zijn te weinig verenigbaar met dergelijke preparaten om nuttig te zijn, zoals met chloor, hydroxy of nitro 10 gesubstitueerd benzylalkohol. De keuze van de juiste alkohol is afhankelijk van factoren zoals de andere bestanddelen van het thermofotografische mengsel, het gewenste beeld, de bekle-dingsomstandigheden, welke aromaten men nu heeft, welke fotografische zilverhalogenide-emulsie men nu heeft, en de concen-15 tratie van de verschillende bestanddelen in het geheel. Combinaties van alkoholen zijn ook nuttig. De keuze van de optimale alkohol kan met een eenvoudige proef volgens voorbeeld I gebeuren, waarbij men die alkohol in plaats van benzylalkohol probeert. Als dit tot resultaten overeenkomstig die van voor-20 beeld I leidt mag men die alkohol ten minste bevredigend noemen.
De genoemde alkoholen die de fotografische snelheid verhogen kunnen bijvoorbeeld gezocht worden onder de fenylalkanolen en fenoxyalkanolen, met 1 tot 4 koolstofatomen in het alkylol-gedeelte, waarvan de fenyl-groep al dan niet gesubstitueerd is 25 met C^_^-alkyl, C^_^-alkoxy, fluoralkyl of fenoxy.
Met "de fotografische snelheid verhogend" wordt hier bedoeld dat aanwezigheid van de alkohol tot een hogere snelheid leidt dan een overeenkomstig preparaat zonder alkohol vertoont.
30 De genoemde benzylalkohol kan al dan niet gesubstitueerd zijn met een groep die de gewenste oplos- en sensitometrische eigenschappen niet ongunstig beïnvloedt. Voorbeelden van onschadelijke substituenten zijn methyl, fenoxy, trifluormethyl, methoxy en ethoxy. De voorkeur gaat uit naar 35 niet gesubstitueerd benzylalkohol.
In het beschreven mengsel met de snelheid- 8400238 - 18 - verhogende alkohol kunnen uiteenlopende aromaten nuttig zijn.
De aromaten moeten met de alkohol en met de andere bestanddelen van het thermofotografische preparaat verenigbaar zijn zonder de gewenste eigenschappen daarvan ongunstig te beïnvloeden.
5 De optimale aromaten kunnen uitgezocht worden op factoren zoals de andere bestanddelen van het preparaat, de keuze van de alkohol, de bekledingsomstandigheden en welke zilverhalogenide-emulsie men hier heeft. Combinaties van aromatische koolwaterstoffen zijn ook nuttig. Voorbeelden hiervan zijn benzeen, 10 tolueen en xyleen. De voorkeur gaat uit naar tolueen in combinatie met benzylalkohol.
Andere oplosmiddelen die nuttig zijn in plaats van of in combinatie met de genoemde aromaten zijn butyl-acetaat, dimethylaceetamide en dimethylformamide. Deze oplosmid-15 delen zijn alleen maar ook in combinatie nuttig. Echter verdient een aromaat zoals tolueen de voorkeur in combinatie met de genoemde alkohol zoals benzylalkohol,
De genoemde alkohol kan over een heel traject van concentraties nuttig zijn in de genoemde thermofoto-20 grafische zilverhalogenide-preparaten. Met name heeft men daarvan zoveel dat het thermofotografische element 0,5 tot 8,0 g/m2 daarvan heeft. Bij voorkeur bevat het preparaat zoveel benzylalkohol dat het fotografische element 0,5 tot 1,5 g/m2 daarvan bevat. De optimale concentratie aan alkohol is afhanke-25 lijk van de andere bestanddelen, de bekledingsomstandigheden en het gewenste beeld.
Ook de aromatische koolwaterstoffen kunnen in een traject van concentraties nuttig zijn. In het algemeen heeft men daarvan zoveel dat het thermofotografische ele-30 ment voor 30 tot 80 gew.% daaruit bestaat, en bij voorkeur dat het voor 45 tot 70 gew.% daaruit bestaat. De optimale hoeveelheid aromaat is afhankelijk van de hierboven in verband met de hoeveelheid alkohol genoemde factoren.
Een reeks van verhoudingen tussen de ge-35 noemde alkohol en de aromaten kan nuttig zijn tijdens het mengen van die combinatie met het zilverhalogenide. Het thermofoto- §400286 * - 19 - grafische zilverhalogenide-preparaat dat op een drager aangebracht kan worden zal in het algemeen per gmol lichtgevoelig zilverhalogenide 0,25 tot 2,0 gmol alkohol bevatten. De verhouding van alkohol tot aromaat ligt dan tussen 1:4 en 1:30, 5 en bij voorkeur tussen 1:10 en 1:25. Een optimale verhouding van alkohol tot aromaten is afhankelijk van de hierboven in verband met de keuze van de hoeveelheid alkohol genoemde factoren.
In de beschreven thermofotografische pre-10 paraten, dus voordat die op een drager aangebracht zijn, ligt de verhouding van alkohol tot aromaat in het algemeen tussen 1:50 en 1:200, bij voorkeur tussen 1:75 en 1:150.
De water-concentratie in het thermofotografische zilverhalogenide-preparaat moet, na opbrengen, niet 15 hoger zijn dan zich verenigen laat met de aanwezigheid van de snelheid verhogende alkohol. De water-concentratie van het thermofotografische preparaat ligt in het algemeen niet boven 3 gew.%. Om tot de gewenste bekledingseigenschappen te komen is het wenselijk het thermofotografische preparaat te concen-20 treren voordat men het opbrengst.
De voorkeur gaat uit naar hydrofiele lichtgevoelige zilverhalogenide-emulsies van dunne, plaatvormige, lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels die een gelatine-peptiseermiddel bevatten, waarbij aan een lage gelatine-25 concentratie de voorkeur gegeven wordt. Nuttige gelatine-concen-traties liggen tussen 9 en 15 g per gramatoom zilver. Met "hydrofiel" wordt hier bedoeld dat de lichtgevoelige zilver-halogenide-emulsie die een gelatine-peptiseermiddel bevat met water verenigbaar is.
30 Het gelatine-peptiseermiddel dat in de lichtgevoelige zilverhalogenide-emulsies nuttig is kan een verscheidenheid van in de fotografie bekende soorten gelatine zijn, waaronder zowel geftaleerd als niet geftaleerd gelatine. Ook gehydrolyseerde gelatine is goed. De voorkeur gaat uit 35 naar niet geftaleerd gelatine.
De concentratie van het gelatine-pepti- λ Λ Π Π 3 £ £
'l/ i -t' Γ.,. '·' V
c ’ - 20 -
J
seermiddel in de lichtgevoelige zilverhalogenide-emulsie kan variëren. In het algemeen ligt die tussen 5 en 20 g pep-tiseermiddel per gmol zilver. Dat noemt men dan een "gelatine-arme" zilverhalogenide-emulsie. Een bevoorkeurde concentratie 5 aan gelatine-peptiseermiddel ligt tussen 9 en 15 g per gmol zilverhalogenide. De optimale concentratie aan peptiseermiddel is afhankelijk van factoren zoals de keuze van het lichtgevoelige zilverhalogenide, het gewenste beeld, de andere bestanddelen van het thermofotografische preparaat, de bekledings-10 omstandigheden en de combinatie van alkohol en aromaat.
Een bevoorkeurde methode voor het bereiden van het thermofotografische preparaat is een gelijktijdige toediening van de bestanddelen via twee verschillende stralen in een mantel die een bron van hoogfrequente trillin-15 gen omsluit. Na combineren in de mantel en grondig mengen met behulp van de ultrasone trillingen kan het mengsel aan de mantel onttrokken en gecirculeerd worden (voor nog verder gaand mengen) of direct afgetapt en vlot met de andere toevoegsels gecombineerd worden tot het gewenste thermofotogra-20 fische preparaat.
Desgewenst kan een deel van het fotografische zilverhalogenide in het thermofotografische regis-tratiemateriaal volgens de uitvinding in situ bereid worden.
Het thermofotografische registreermateriaal kan bijvoorbeeld een 25 deel van het fotografische zilverhalogenide bevatten dat in of op één'of meer der andere bestanddelen van het beschreven regis-tratiemateriaal bereid was in plaats van afzonderlijk bereid en dan met die bestanddelen gemengd.
Bij een bevoorkeurde uitvoeringsvorm omvat 30 het thermofotografische materiaal ook een beeldvormende oxyda-tie-reductie-combinatie van een organisch zout van een zwaar, oxyderend metaal (bij voorkeur een zilver-zout van een vetzuur met lange keten) met een reductiemiddel. De met deze combinatie optredende redox-reactie wordt geacht gekatalyseerd te worden 35 door het latente zilverbeeld dat na beeldsgewijze belichting 8400286 - 21 - en totale verhitting van het materiaal ontstaan is. Het precieze mechanisme van de beeldvorming is nog niet helemaal bekend.
Bevoorkeurde oxidatiemiddelen zijn zilver-5 zouten. Andere nuttige zouten van oxyderende zware metalen zijn die die in thermofotografische materialen bekend zijn voor droge fysische ontwikkeling, zoals kobalt- en koper-zouten. Zulke zouten van oxyderende zware metalen zijn bijvoorbeeld beschreven in referaat no. 17029 in Research Disclosure 170 van juni 10 1978. Sterk bevoorkeurde oxyderende zilver-zouten zijn de aou- ten van vetzuren met lange ketens.
Een verscheidenheid van organische reduc-tiêmiddelen is in deze thermofotogrfafische registratiematerialen nuttig. Dat zijn zilverhalogenide-ontwikkelaars die na belich-15 ting en verhitting de gewenste beeldvormende redox-reactie geven. Een heel traject van concentraties aan organisch reductie-middel of combinatie van reductiemiddelen is nuttig; in het algemeen ligt dat tussen 5 en 20 mg/dm*, bijvoorbeeld tussen 10 en 17 mg/dm*. De optimale concentratie aan organisch re-20 ductiemiddel of combinatie van reductiemiddelen is afhankelijk van factoren zoals welk vetzuur-zout en welk oplosmiddel-mengsel men nu heeft, het gewenste beeld, de verwerkingsomstan-digheden en de bekledingsomstandigheden.
De volgorde waarin de genoemde bestand-25 delen bij het bereiden van het thermofotografische materiaal toegevoegd worden voordat het geheel op een basis gebracht wordt is voor het bereiken van optimale fotografische snelheid, contrast en maximale zwarting wel van belang. Bij een bevoorkeurde methode wordt de gelatine-arme zilverhalogenide-emulsie via 30 één inlaat in de ultrasone menger gebracht en door de andere inlaat een mengsel dat tot 10 % (meestal tussen 3 en 8 gew.%) tolueen, poly(vinylbutyral) en benzylalkohol bevat. In deze omgeving wordt het gelatine-arme zilverhalogenide grondig door de ultrasone trillingen gedispergeerd. Het aldus ver-35 kregen produkt wordt dan met de overige bestanddelen van het thermofotografische preparaat gemengd.
3<>0*5 2 8 6 - 22 - V * ) 6
Het is nodig dat het beschreven zilver-halogenide en de andere bestanddelen van dit preparaat met elkaar "in reactieve combinatie" verkeren om later het gewenste beeld te kunnen geven. Met "in reactieve combinatie" wordt hier bedoeld dat ze zodanig bij en door elkaar liggen dat de gewenste reacties die tot een nuttig beeld kunnen leiden mogelijk zijn.
Een sterk bevoorkeurde uitvoeringsvorm van de uitvinding is een thermofotografisch zilverhalogenide-preparaat dat op een drager aangebracht kan worden, en bestaat uit (a) een waterige emulsie van een gelatine-peptiseermiddel met daarin lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels waarvan ten minste 50 % dunne, plaatvormige zilverhalogenide-korrels met dikten beneden 0,3 ^im zijn, (b) een mengsel van organische oplosmiddelen dat een combinatie van een de fotografische snelheid verhogende benzylalkohol (zoals niet gesubstitueerd benzyl-„ alkohol) met tolueen en tot 10 gew.% poly(vinylbutyral), (c) een hydrofoob polymeer bindmiddel dat in wezen poly(vinylbutyral) is en (d) een beeldvormende redox-combinatie van (i) een zilver-zout van een vetzuur met lange keten (bijvoorbeeld zilverbehenaat) met (ii) een organisch reductiemiddel voor het zilver-zout, bij voorkeur een sulfonamidofenol. Dit preparaat kan op een geschikte drager gebracht worden, en dat is dan een thermofotografisch registreermateriaal volgens de uitvinding.
In het thermofotografische registreermateriaal volgens de. uitvinding wordt in korte tijd, bijvoorbeeld binnen enkele seconden, een zichtbaar beeld gevormd, enkel door het materiaal tot matig hoge temperaturen te verhitten. Bijvoorbeeld wordt het belichte materiaal tot een temperatuur tussen 90° en 180°C, bijvoorbeeld tussen 100° en 140°C verhit. Dat verhitten duurt totdat het gewenste beeld ontwikkeld is, in het algemeen tussen 2 en 30 seconden, bijvoorbeeld tussen 2 en 10 seconden. De keuze van de geschikte verwerkings- 8400280 - 23 - omstandigheden (tijd en temperatuur) is afhankelijk van factoren zoals het gewenste beeld, de bestanddelen van het thermo-fotografische element, en van het latente beeld.
Een verscheidenheid van hulpmiddelen zijn 5 nuttig voor het ontwikkelen door verhitting van het hier beschreven thermofotografische materiaal. Het verwerken gebeurt in het algemeen onder gewone omstandigheden wat druk en vochtigheid betreft. De normale atmosferische omstandigheden verdienen de voorkeur, hoewel men desgewenst onder andere omstandig-10 heden kan werken.
De uitvinding wordt nu nader toegelicht door de volgende voorbeelden.
Voorbeeld I
Een zilverbehenaat-dispersie (dispersie I) 15 werd aangemaakt door de volgende bestanddelen grondig te mengeni Bestanddeel Concentratie (in kilogram) aceton 18,25 tolueen 19,66 20 poly(vinylbutyral) 2,76 beheenzuur 1,46 aluminiumoxyde 0,41 zilverbehenaat 3,89
Een lichtgevoelige zilverhalogenide-25 emulsie werd bereid zoals hierboven voor emulsie A beschreven.
In deze zilverbroomjodide-emulsie werd 75 % van de projectie der zilverbroomjodide-korrels verschaft door dunne plaatvormige zilverbroomjodide-korrels (3 mol.% jodide, niet chemisch gesensibiliseerd). De dunne zilverbroomjodide-korrels hadden 30 een gemiddelde dikte van 0,04 ^im en een gemiddelde doorsnede van 0,37 ^im. De emulsie bevatte per gmol zilver-zout 15 g gelatine, had een pH van 6,1 en een pAg van 8,3, en had een zilver-molecuulgewicht van 519 g.
Een aliquoot van deze emulsie, met 0,023 35 gmol zilverbroomjodide, werd bij 40°C gemengd met 0,1 ml waterige enzym-oplossing die per ml 5 mg "Η. T. Proteolytic 200" 8400238 v Ir - 24 - bevatte (dit is een enzym verkrijgbaar bij de Miles Laboratories, Ine. te Elkart, Indiana, V.S.A.). Na 15 minuten op 40°C werd de zilverhalogenide-emulsie in aanwezigheid van een mengsel van 60 g tolueen, 4 g benzylalkohol en 5 gew.% poly(vinyl-5 butyral) met ultrasone trillingen behandeld. Het nu ontstane preparaat wordt verder aangeduid als emulsie B.
Een thermofotografisch preparaat werd aangemaakt door de volgende bestanddelen te mengen:
Hoeveelheid 10 11 gew.% poly(vinylbutyral) 5 g tolueen 10 g blauwgroen sensibiliserende kleurstof: 3-ethyl-5-(3-ethyl-2-benzoxazoly-lideen-ethylideen)-1-fenyl-2-15 thiohydantoine (0,7 mg kleurstof in benzylalkohol/tolueen 1:4) 0,7 ml 3-decyl-2-thia-2,4-oxazolidinedion (2 mg in 1 ml benzylalkohol/ tolueen 1:9) 1 ml 20 Dispersie I, (met 8,4 % zilverbehenaat) 75 g
Dit mengsel werd goed geschud, en daarna werd er 25 g van de hierboven genoemde emulsie B aan toegevoegd. Na weer goed omschudden werden er aan toegevoegd: rood-sensibiliserende kleurstof (anhydro-25 3-ethyl-9-methyl-3'-(3-sulfobutyl)- thiacarbocyanine-hydroxyde) (1 mg in 1 ml benzylalkohol/tolueen 1:4) 1 ml 2,6-dichloor-4-benzeensulfonamidofenyl (2,25 g in 9 ml aceton/tolueen (4,3 g:9,2) 9 ml 30 2-(tribroommethylsulfonyl)benzothiazool (0,5 g in 10 ml aceton/tolueen 7,5:8,6) 10 ml tolueen tot 135 g
Nadat dit geheel goed omgeschud was werd het in een dekking van 129 ml/m2 op een basis van polyethyleen-35 tereftalaat aangebracht. Deze basis droeg geen tussenlaagje, maar bevatte wel een anti-halo-kleurstof, Men liet de bekleding 8400286
J
- 25 - drogen en bracht er toen een beschermende deklaag van cellulose-acetaat op aan.
Dit thermofotografische materiaal werd -3 10 seconde beeldsgewijs belicht met een xenon-lamp door 5 Wratten-fliters met stappen van 0,3 log E, en wel W36 + W38A, W9 en W23, wat respectievelijk belichting met blauw, min blauw en rood gaf. Het latente beeld in het registreermateriaal werd ontwikkeld door 15 minuten op een gebogen oppervlak op 115°C te verhitten. Met de blauwe belichting had het ontwikkelde 10 beeld een maximum dichtheid van 1,51. Met de min blauwe en rode belichtingen waren de log E-waarden van de ontwikkelde beelden duidelijk hoger dan op vergelijkbare thermofotografische elementen die alleen hierin verschilden dat hun lichtgevoelige zilverbroomjodide-emulsies de gebruikelijke kubische korrels 15 met gemiddelde afmetingen van respectievelijk 0,06 ^tm, 0,08 ^im, 0,12 ^im en 0,18 ^im hadden in plaats van de dunne plaatvormige zilverjodide-korrels volgens de uitvinding. Dit ziet men uit de volgende tabel A.
Tabel A
»
20 AgBrJ _Relatieve log E
, Min blauw Belichting
Korrelgrootte ψm) belichting rood 0,06 (vergelijking A) 1,2 0 0,08 (vergelijking B) 1,5 0 25 0,12 (vergelijking C) 1,8 0 0,18 (vergelijking D) 1,8 0
Volgens de uitvinding 2,4 1,5 0,37 ^imbreed en 0,04 ^tm dik
De gegevens van tabel A laten zien dat 30 een thermofotografisch registreermateriaal volgens de uitvinding, dat dunne plaatvormige korrels zilverbroomjodide bevat spectraal doeltreffender gesensibiliseerd is dan vergelijkbaar thermofotografisch materiaal, wat een voordeel in de snelheid geeft.
35 Voorbeeld II
Overeenkomstig voorbeeld I werden monsters 84 0 0 2'’" α v l·*· - 26 - IIA t/m IID klaargemaakt.
Tabel B
Toename in intrinsieke snelheid (in het blauw)* Voorbeeld Rel, log E
5 IIA (vergelijking) 0 IIB (vergelijking) 0 IIC (vergelijking) 0,6 IID (vergelijking) 0,6 I (uitvinding) 0,9 10 * gemeten als in voorbeeld I.
Voorbeelden IIA t/m IID laten, in vergelijking met voorbeeld I, zien dat het thermofotografische • registreermateriaal van voorbeeld I een hogere snelheid in het blauw vertoont. Deze toename in snelheid was in beide ther-15 mofotografische materialen te zien die wel en niet spectraal gesensibiliseerd waren.
In alle gevallen had het in voorbeeld I ontwikkelde beeld een hogere waarde, wat een meer neutrale (zwarte) toon dan de ontwikkelde beelden van de vergelijkende 20 voorbeelden betekent. De meer neutrale (zwarte) beeldtoon bleek ook bij beoordeling op het oog.
Voorbeeld III
Overeenkomstig voorbeeld I werden voorbeelden UIA t/m IIID aangemaakt. De efficiëntie bij het ontwikke-25 len van het thermofotografische materiaal volgens voorbeeld I werd gemeten in vergelijking met het thermofotografische materiaal van vergelijkingsvoorbeelden UIA t/m IIID. De hoeveelheid zilver die ontwikkeld werd werd gemeten in vergelijking met de hoeveelheid zilver die opgebracht was. De uitkomsten hier-30 van staan in tabel C.
8 4 0 Q « ‘ - 27 - £* —r
Tabel C
Opp. per Specifiek opper- Ontwikkel- korrel vlak efficiëntie (uM2) m2/gmol Ag ontw. Ag_ 5 Voorbeeld _ _ opgebracht Ag_ UIA (vergel.) 0,0216 2900 24,6 % IIIB (vergel.) 0,0384 2200 18,6-20,2 % IIIC (vergel.) 0,0864 1450 8,32-9,23 % IIID (vergel.) 0,1944 967 1,77-4,89 % 10 I 0,2610 1760 22,2-26,7 %
De uitkomsten, van tabel C laten zien dat bij het zilverhalogenide in de vorm van kubische korrels de ontwikkel-efficiëntie weliswaar met toenemend korrelopper-15 vlak achteruitgaat (UIA t/m IIID), maar dat de ontwikkel- efficiëntie van het thermofotografische registreermateriaal volgens voorbeeld I hoger was dan die van voorbeeld IIID, ook al had dit het grootste specifieke oppervlak. Deze ontwikkel-efficiëntie werd ook bevestigd bij het goed bekijken van elek-20 tronenmicrofotografieën die genomen waren van gebieden met maximale dichtheid van belicht en ontwikkeld thermofotogra-fisch materiaal.
•3 4 'J ν ' ν

Claims (8)

1. Thermofotografisch registreermateriaal bestaande uit een drager met daarop in reactieve combinatie 5 lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels en een ontwikkelaar voor dat lichtgevoelige zilverhalogenide, met het kenmerk, dat ten minste 50 % van de projectie van de lichtgevoelige zilverhalogenide-korrels verschaft wordt door dunne plaatvormige korrels met een gemiddelde korreldikte kleiner dan 0,3 ^im.
1. J8- V - 1 -
2. Thermofotografisch registreermateriaal volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de zilverhalogenide-korrels dunne plaatvormige korrels met een gemiddelde dikte tussen 0,03 en 0,08 ^im zijn.
3. Thermofotografisch registreermateriaal 15 volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de zilverhaloge- . nide-korrels een gemiddelde aspectverhouding tussen 5:1 en 15:1 hebben.
4. Thermofotografisch registreermateriaal volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat 20 ten minste 70 % der zilverhalogenide-korrels dunne plaatvormige korrels zijn met een gemiddelde korreldoorsnede tussen 0,30 en 0,45 ^im, een gemiddelde korreldikte tussen 0,04 en 0,05 ^im en een gemiddelde aspectverhouding tussen 5:1 en 15:1.
5. Thermofotografisch materiaal volgens 25 een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het zilverhalogenide een zilverbroomjodide of zilverbromide is.
6. Thermofotografisch registreermateriaal volgens een der voorafgaande conclusies, met het kenmerk, dat het ook een beeldvormende combinatie bevat die bestaat uit 30 (i) een organisch zout van een oxyderend zwaar metaal met (ii) een reductiemiddel voor dat oxyderende zout.
7. Thermofotografisch materiaal volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het ook een bindmiddel bevat.
8. Thermofotografisch materiaal in hoofdzaak volgens beschrijving en/of voorbeelden. 84 0 0 2 8 β
NL8400286A 1983-01-31 1984-01-31 Thermofotografisch registreermateriaal dat zilverhalogenide bevat. NL191471C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
US06/462,506 US4435499A (en) 1983-01-31 1983-01-31 Photothermographic silver halide material and process
US46250683 1983-01-31

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8400286A true NL8400286A (nl) 1984-08-16
NL191471B NL191471B (nl) 1995-03-16
NL191471C NL191471C (nl) 1995-07-18

Family

ID=23836682

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8400286A NL191471C (nl) 1983-01-31 1984-01-31 Thermofotografisch registreermateriaal dat zilverhalogenide bevat.

Country Status (8)

Country Link
US (1) US4435499A (nl)
JP (1) JPS59142539A (nl)
BE (1) BE898790A (nl)
CA (1) CA1208959A (nl)
DE (1) DE3402873A1 (nl)
FR (1) FR2540257B1 (nl)
GB (1) GB2134276B (nl)
NL (1) NL191471C (nl)

Families Citing this family (32)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
JPS57186745A (en) * 1981-05-13 1982-11-17 Oriental Shashin Kogyo Kk Manufacture of photosensitive silver halide and heat developable photosensitive material using said silver halide
JPH0816772B2 (ja) * 1984-06-13 1996-02-21 富士写真フイルム株式会社 熱現像感光材料
JPH083621B2 (ja) 1985-07-31 1996-01-17 富士写真フイルム株式会社 画像形成方法
JPS6275435A (ja) * 1985-09-28 1987-04-07 Konishiroku Photo Ind Co Ltd 熱現像感光材料
US4672027A (en) * 1985-10-23 1987-06-09 Eastman Kodak Company Multicolor photographic element with a minus blue recording tabular grain emulsion layer overlying a blue recording emulsion layer
US4693964A (en) * 1985-10-23 1987-09-15 Eastman Kodak Company Multicolor photographic element with a tabular grain emulsion layer overlying a minus blue recording emulsion layer
JPS62115435A (ja) * 1985-10-23 1987-05-27 イ−ストマン コダツク カンパニ− 多色写真要素
JPH07120014B2 (ja) * 1987-12-18 1995-12-20 富士写真フイルム株式会社 熱現像感光材料
US5015566A (en) * 1988-09-08 1991-05-14 Eastman Kodak Company Tabular grain photographic elements exhibiting reduced pressure sensitivity (II)
JP3616130B2 (ja) * 1993-06-04 2005-02-02 イーストマン コダック カンパニー 感赤外線性光熱写真ハロゲン化銀要素及び画像形成性媒体の露光方法
US6316179B1 (en) 1993-06-04 2001-11-13 Eastman Kodak Company Infrared sensitized, photothermographic article
US5464736A (en) * 1994-04-28 1995-11-07 Eastman Kodak Company Photographic elements containing particular sensitizing dyes
US20030203322A1 (en) * 1994-11-16 2003-10-30 Eastman Kodak Company Photothermographic element with reduced woodgrain interference patterns
CA2202355A1 (en) 1994-11-16 1996-05-23 Paul C. Schubert Photothermographic element with reduced woodgrain interference patterns
US5928857A (en) * 1994-11-16 1999-07-27 Minnesota Mining And Manufacturing Company Photothermographic element with improved adherence between layers
EP0749038A1 (en) 1995-06-16 1996-12-18 Minnesota Mining And Manufacturing Company Light-sensitive photographic materials comprising tabular silver halide grains and azodicarbonamide derivatives
JP3654389B2 (ja) * 1996-08-19 2005-06-02 富士写真フイルム株式会社 ハロゲン化銀カラー写真感光材料およびカラー画像形成方法
US5976771A (en) * 1996-08-22 1999-11-02 Fuji Photo Film Co., Ltd. Silver halide color light-sensitive material and method of forming color images
US5783380A (en) * 1996-09-24 1998-07-21 Eastman Kodak Company Thermally processable imaging element
US5840475A (en) * 1996-10-28 1998-11-24 Eastman Kodak Company Photothermographic element for providing a viewable retained image
EP0844514A1 (en) * 1996-11-21 1998-05-27 Agfa-Gevaert N.V. Photothermographic recording material having tabular grains
US5876905A (en) * 1997-03-20 1999-03-02 Eastman Kodak Company Dual-coated radiographic element capable of photothermographic imaging
US5858637A (en) * 1997-06-27 1999-01-12 Eastman Kodak Company Process of preparing a photothermographic composition of enhanced photosensitivity
US5843632A (en) * 1997-06-27 1998-12-01 Eastman Kodak Company Photothermographic composition of enhanced photosensitivity and a process for its preparation
US6274297B1 (en) 1997-12-12 2001-08-14 Agfa-Gevaert Photothermographic recording material with in-situ and ex-situ photosensitive silver halide and a substantially light-insensitive organic salt
US5963307A (en) * 1998-03-20 1999-10-05 Eastman Kodak Company Color photothermography
EP0959383A1 (en) * 1998-05-15 1999-11-24 Agfa-Gevaert N.V. Photothermographic recording material with tabular silver halide grains and a hydrazine compound
JP2002221769A (ja) 2000-11-27 2002-08-09 Fuji Photo Film Co Ltd 熱現像感光材料とその画像形成方法
US6576410B1 (en) 2002-07-11 2003-06-10 Eastman Kodak Company High-speed thermally developable imaging materials and methods of using same
US7157214B2 (en) * 2002-07-11 2007-01-02 Eastman Kodak Company High-speed thermally developable imaging materials
US20070020566A1 (en) * 2002-12-19 2007-01-25 Fuji Photo Film., Ltd. Photothermographic material and image forming method
US7410745B2 (en) * 2002-12-19 2008-08-12 Fujifilm Corporation Photothermographic material and image forming method using same

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB1469480A (en) 1974-08-07 1977-04-06 Ciba Geigy Ag Photographic emulsion
GB1507989A (en) 1974-12-19 1978-04-19 Ciba Geigy Ag Photographic emulsions
US3984871A (en) 1975-03-14 1976-10-05 Motorola, Inc. Tape cartridge release assembly
GB1520976A (en) * 1976-06-10 1978-08-09 Ciba Geigy Ag Photographic emulsions
US4184878A (en) 1976-06-10 1980-01-22 Ciba-Geigy Aktiengesellschaft Process for the manufacture of photographic silver halide emulsions containing silver halide crystals of the twinned type
US4184877A (en) 1976-06-10 1980-01-22 Ciba-Geigy Ag Process for the manufacture of photographic silver halide emulsions containing silver halide crystals of the twinned type
DE2905655C2 (de) * 1977-06-08 1995-03-30 Ilford Ltd Verfahren zur Herstellung von photographischen Silberhalogenidemulsionen, die Silberhalogenidkristalle vom Zwillingstyp enthalten
US4264725A (en) 1978-10-19 1981-04-28 Eastman Kodak Company Photothermographic composition and process

Also Published As

Publication number Publication date
BE898790A (fr) 1984-07-30
GB2134276B (en) 1986-03-05
FR2540257B1 (fr) 1986-04-18
DE3402873A1 (de) 1984-08-02
FR2540257A1 (fr) 1984-08-03
GB8401827D0 (en) 1984-02-29
CA1208959A (en) 1986-08-05
US4435499A (en) 1984-03-06
NL191471B (nl) 1995-03-16
NL191471C (nl) 1995-07-18
GB2134276A (en) 1984-08-08
JPS59142539A (ja) 1984-08-15
JPH0341812B2 (nl) 1991-06-25

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8400286A (nl) Fotothermografisch registratiemateriaal dat zilverhalogenide bevat.
US4476220A (en) Spectrally sensitized photothermographic materials and preparation thereof
NL8204400A (nl) Voorgeharde fotografische elementen en de toepassing daarvan in de radiografie.
NL8204397A (nl) Radiografisch element.
NL8303333A (nl) Stralinggevoelig element voor radiografie.
US5698380A (en) Method of forming images
JPH0564328B2 (nl)
JPH07101289B2 (ja) 高速処理可能なハロゲン化銀写真感光材料
JPH06194765A (ja) 非紫外線吸収解こう剤存在下でのハロゲン化銀乳剤の調製方法
JPH08234340A (ja) 写真プリント要素
JPS6230414B2 (nl)
JPH0576625B2 (nl)
JP2791492B2 (ja) 画像形成方法
JP3095192B2 (ja) セレン増感塩化銀大粒子含有写真要素
JPS6342769B2 (nl)
JPH0254534B2 (nl)
JP2704287B2 (ja) ハロゲン化銀写真感光材料の画像形成方法
JPH06324426A (ja) ハロゲン化銀写真感光材料およびその処理方法
JP2727388B2 (ja) ハロゲン化銀写真感光材料及びその処理方法
JPH0627577A (ja) 重金属化合物とチオ尿素化合物によって増感したハロゲン化銀乳剤
JP2838533B2 (ja) ハロゲン化銀写真感光材料
JPH1078629A (ja) 明室取扱可能な直接反転ハロゲン化銀乳剤
JP2847570B2 (ja) ハロゲン化銀黒白用写真感光材料
JPH06138575A (ja) ハロゲン化銀写真感光材料
JPH0621917B2 (ja) X線用ハロゲン化銀写真感光材料

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 19960801