NL8303023A - Magneetkop voor loodrechte registratie. - Google Patents

Magneetkop voor loodrechte registratie. Download PDF

Info

Publication number
NL8303023A
NL8303023A NL8303023A NL8303023A NL8303023A NL 8303023 A NL8303023 A NL 8303023A NL 8303023 A NL8303023 A NL 8303023A NL 8303023 A NL8303023 A NL 8303023A NL 8303023 A NL8303023 A NL 8303023A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
magnetic
pole
magnetic head
auxiliary
main
Prior art date
Application number
NL8303023A
Other languages
English (en)
Other versions
NL194054B (nl
NL194054C (nl
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8303023A publication Critical patent/NL8303023A/nl
Publication of NL194054B publication Critical patent/NL194054B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194054C publication Critical patent/NL194054C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/127Structure or manufacture of heads, e.g. inductive
    • G11B5/1278Structure or manufacture of heads, e.g. inductive specially adapted for magnetisations perpendicular to the surface of the record carrier

Description

___ »*. ‘
Br/lh/1569
Magneetkop voor loodrechte registratie.
De uitvinding betreft een magneetkop, vooral‘voor gebruik bij loodrechte registratie.
Bij magnetische registratie met behulp van korte golflengten is het bekend dat loodrechte of vertikale. regi-5 stratie (dat wil zeggen magnetisatie in dikterichting van de magneetband) meer voordelen biedt dan registratie in langsrichting of voortbewegingsrichting van de magneetband.
De reden hiervoor is dat als men bij registratie in langsrichting de golflengte van het registratiesignaal kleiner 10 maakt, het veld vanzelf ontmagnetisatie binnen de magnetische laag groter wordt, terwijl dit veld bij de loodrechte registratie juist kleiner wordt.
Voor de magneetkop bij loodrechte registratie zijn diverse constructies voorgesteld. Wil men een ideale 15 magnetisatie verkrijgen, dan dient bij loodrechte registratie de hoofdcomponent van het magnetische veld uit de magneetkop zoveel mogelijk loodrecht op het magnetische registratiemedium te staan.
Fig. 1 toont een reeds eerder voorgestelde mag-20 neetkop h, bestaande uit een magnetische hoofdpool 102, bijvoorbeeld een dunne film van permalloy, en een magnetische hulppool 103. Deze polen bevinden zich aan weerszijden van een magnetisch registratiemedium 101. Om de hulppool 103 is een wikkeling 104 aangebracht.
25 In dit geval moet de hulppool 103 achter het magnetische registratiemedium 101 worden aangebracht, hetgeen de montage en ook het aanbrengen van het registratiemedium in de praktijk bemoeilijkt.
Ter ondervanging van dit nadeel is een construc-30 tie volgens fig. 2 voorgesteld. Daarbij gebruikt men enerzijds een magnetisch registratiemedium 101, bestaande uit een magnetische laag 107, versterkt door een materiaallaag 106 van hoge permeabiliteit en aangebracht op een niet-magnetische basis 105, en anderzijds een magneetkop h waarin een hulp-35 kern 108 aan ëén zijde of aan weerszijden van de hoofdpool $ ” η " ί ? ^ -2- ' t i> I Ï 102 is aangebracht, zodanig dat de hoofdpool nog een stukje buiten de kern 108 uitsteekt, en waarin een wikkeling 104 om de hulpkern 108 is aangebracht.
Geeft men bij een magneetkop van dit type de 5 afstand tussen de hoofdpool 102 en de wikkeling 104 aan met a, en geeft men het buiten de hulpkern uitstekende stuk van de hoofdpool 102 aan met b, dan blijkt zowel experimenteel als theoretisch een goed registratierendement te kunnen worden verkregen als de verhouding a/b een waarde tussen 10 1 en 1,5 heeft. Ook als de wikkeling 104 vlakbij de top van de hulpkern 108 wordt aangebracht en de diameter van de wikkelingen wordt verminderd, blijft het registratierendement hoog, terwijl de impedantie van de wikkeling 104 kan worden verlaagd. Het probleem is echter, hoe men zulk een magneetkop 15 in de praktijk moet maken.
De uitvinding beoogt thans een verbeterde magneetkop voor loodrechte registratie, dat wil zeggen een magneetkop met verbeterd registratierendement en/of een magneetkop met grotere duurzaamheid, te maken.
20 Zij verschaft een magneetkop voor loodrechte registratie, welke gekenmerkt is door een magnetische hoofdpool uit een dunne film van zacht magnetisch materiaal, ingesloten tussen twee beschermblokken die te zamen het lichaam van de magneetkop vormen, welke beschermblokken elk bestaan 25 uit een magnetisch en een niet-magnetisch gedeelte, welk laatste zich vanaf het grensvlak van beide gedeelten totaan het kontaktvlak tussen hoofdpool en magnetisch registratiemedium uitstrekt, waarbij aan het grensvlak groeven in de magnetische gedeelten van de beschermblokken zijn aangebracht 30 die in elk blok een scheiding teweegbrengen tussen een op de magnetische hoofdpool aansluitend deel dat een magnetische hulppool vormt, en een deel dat de retourbaan voor de magnetische flux vanuit de hoofdpool vormt, en waarbij via de groeven een.wikkeling om het samenstel van hoofdpool en 35 hulppolen is gewonden.
Nadere details van de uitvinding zullen blijken uit de navolgende figuurbeschrijving, die bij wijze van voorbeeld wordt gegeven.
33 03 0 23 o * -3-
ί I
Fig. 1 en 2 zijn schematische aanzichten van bekende magneetkoppen.
Fig. 3A en 3E geven schematisch een voorbeeld van een magneetkop volgens de uitvinding.
5 Fig. 4 toont het maken van de magneetkop van fig. 3A en 3B in perspectief.
Fig. 5 laat op grotere schaal de werking van de magneetkop uit fig. 3A en 3B zien.
Fig. 6 geeft een ander voorbeeld van een magneet-10 kop volgens de uitvinding, terwijl fig. 7 een detail daarvan laat zien.
Fig. 8 toont het maken van de magneetkop uit fig. 6.
Fig. 9 is een ander voorbeeld van de magneetkop 15 volgens de uitvinding.
Fig. 10 en 11 zijn aanzichten, bedoeld ter verklaring van de uitvinding.
Fig. 12 toont een andere uitvoeringsvorm van de magneetkop volgens de uitvinding, terwijl fig. 13-15 onder-20 delen daarvan tijdens het fabrikageproces laten zien.
Fig. 16,17,21 en 25 geven andere uitvoeringsvoorbeelden van de magneetkop volgens de uitvinding.
Fig. 18,19 en 20 tonen onderdelen van de magneetkop volgens fig. 17 tijdens het fabrikageproces daarvan.
25 Fig. 22,23 en 24 tonen onderdelen van de magneet kop uit fig. 21 tijdens het fabrikageproces.
In fig. 3A en 3B vindt men een voorbeeld van een magneetkop 1 voor loodrechte registratie. Deze magneetkop 1 omvat een magnetische hoofdpool 2 uit een dunne film van 30 zacht magnetisch materiaal, met een beschermende film 3 aan êên zijde, ingeklemd tussen twee beschermingsblokken 4,4', die te zamen het lichaam van de magneetkop vormen. De beschermingsblokken 4,4' bestaan uit gedeelten 6,6' van magnetisch materiaal en uit gedeelten 5,5’ van niet-magnetisch 35 materiaal. Deze laatste strekken zich vanaf het grensvlak uit totaan het kontaktoppervlak van de hoofdpool 2 met het magnetische registratiemedium. Aan de gedeelten 6,6' van magnetisch materiaal zijn magnetische hulppolen 7,7' gevormd, f* 7Γ "> — i)
ö ^ »_ ... .1. *J
-4- * * \ die aan de hoofdpool 2 zijn gehecht en waarom een wikkeling C is aangebracht. Verder vindt men groeven 9,9' in het magnetische materiaal, waarnaast delen 8,8' voor de retourbaan van de magnetische flux uit de hoofdpool 2 overblijven. Via 5 de groeven 9,9' is de wikkeling C rondom de hoofdpool 2 en de hulppolen 7,7' aangebracht.
De vervaardiging van deze magneetkop wordt beschreven aan de hand van fig. 4.
Eerst maakt men een plaat 11 van niet-magnetisch 10 materiaal en een blok 12 van magnetisch materiaal. De plaat 11 kan uit niet-magnetisch ferriet (zinkferriet), forsteriet, fotoceram, kristalglas, bariumtitanaat, calciumtitanaat, keramische materialen van het systeem A^O^-TiC en dergelijke bestaan. Anderzijds kan het blok 12 uit een mangaanzink-15 ferriet, een nikkelzinkferriet of dergelijke zijn gevormd.
Het is gewenst dat de plaat 11 en het blok 12 vrijwel dezelfde warmteuitzettingscoefficient hebben, zodat men ze bij voorkeur uit een niet-magnetisch ferriet en een magnetisch ferriet maakt. De oppervlakken van de plaat 11 en het blok 12 worden 20 door polijsten spiegelglad gemaakt. Daarna worden groeven 13 op afstand van elkaar in het spiegeloppervlak 12a van het blok 12 aangebracht en wordt de plaat 11 met zijn spiegeloppervlak Ha aan het spiegeloppervlak 12a van het blok 12 gehecht. De hechting kan geschieden met gesmolten glas, een 25 klevende epoxyhars of een anorganisch kleefmiddel zoals waterglas, maar het gebruik van gesmolten glas geniet de voorkeur. Aangezien soms ook later in het fabrikageproces gesmolten glas wordt gebruikt, dient men de eerste maal glas te gebruiken met een zo hoog smeltpunt dat het de tweede maal 30 niet smelt. Het samenstel 15 uit de onderdelen 11 en 12 wordt dan dwars op de plaat 11 volgens de streeplijnen m^, m2, m^ ... doorgezaagd, zodat een aantal plaatvormige delen 16 van voorafbepaalde dikte wordt gevormd. Elk daarvan vormt een beschermingsblok 4. Vervolgens wordt een hoofdvlak 16a 35 van het onderdeel 16, dat zich over beide samenstellende delen 11,12 uitstrekt, door polijsten spiegelglad gemaakt.
Ter verhoging van het opname/weergaverendement geschiedt het polijsten zodanig dat de dikte van de magnetische hulppool fi ~ 0 ^ ·'· v 1 * # » -5- nabij de top van de hoofdpool 2 een voorafbepaalde waarde krijgt en het randgedeelte van de groef 13, die later de groef 9 wordt, een voorafbepaalde vorm krijgt.
Op het spiegeloppervlak 16 a van het onderdeel 16 5 wordt een dunne film 17 van zacht magnetisch materiaal aangebracht, die de magnetische hoofdpool 2 vormt en een dikte van bijvoorbeeld 0,1 tot 3 jxm heeft. Deze film kan bestaan uit permalloy, sendust-legering, een amorfe magnetische legering of dergelijke en kan door kathodeverstuiving, afzet-10 ting in vacuum, ionplattering of dergelijke worden aan gebracht. Vervolgens wordt de magnetische film 17 onderworpen aan een fotolithografische behandeling zodat de magnetische hoofdpolen 2 de noodzakelijke spoorbreedte en afstand verkrijgen. Op de magnetische film 17 wordt vervolgens door 15 kathodeverstuiving, vacuumafzetting, ionplattering,of dergelijke een isolerende beschermingsfilm 18, bijvoorbeeld uit Si02, Si^N^, AI2O3 of dergelijke aangebracht ter vorming van de beschermende film 3. Daarna wordt tegen de andere zijde van de beschermende film 18 een plaatvormig onderdeel 16' 20 gehecht, dat het andere beschermingsblok 4' moet vormen en dat op dezelfde wijze als het onderdeel 16 is gemaakt. Als kleefstof 19 geniet glas de voorkeur uit een oogpunt van betrouwbaarheid, hoewel ook anorganische kleefstoffen zoals waterglas en organische kleefstoffen zoals epoxyharsen kunnen 25 worden gebruikt.
. Desgewenst kan men vooraf in het oppervlak van het andere onderdeel 16' door bijvoorbeeld etsen een groef aanbrengen die met de magnetische film 17 correspondeert en deze groef vullen met kleefstof, teneinde een goede 30 hechting tussen de onderdelen 16 en 16' te verkrijgen.
Het verkrégen samenstel wordt vervolgens dwars op de magnetische film 17 volgens de streeplijnen n^, n2, ... doorgesneden. Elk verkregen blokje wordt op een niet getekende ondergrond bevestigd, waarna het bovenvlak, namelijk het 35 oorspronkelijke oppervlak van de plaat 11, zodanig wordt , gepolijst dat een goed kontaktoppervlak S met een magnetisch registratiemedium wordt gevormd. Men heeft dan een configuratie, waarin de magnetische hoofdpool uit de film 17 totaan 8-~ ' — - ^ ry , A r * -6- het kontaktoppervlak S reikt, terwijl de niet-magnetische gedeelten 5,5' aan weerszijden van het bovengedeelte van de hoofdpool 2 liggen en de magnetische gedeelten 6,6' zich daarachter bevinden. Vervolgens wordt de wikkeling C door de 5 groeven 9,9' gestoken en om het samenstel van hoofdpool en hulppolen 7,7' gewikkeld. De groeven 9,9' brengen een scheiding teweeg tussen de hulppolen 7,7' en de retourbaangedeelten 8,8', zodat een magneetkop 1 volgens fig. 3A wordt gevormd.
Zoals te zien in fig. 5, zal de magnetische flux 10 j6 vanuit de hoofdpool 2 van deze magneetkop eerst door een magnetisch registratiemedium 20 heengaan, bestaande uit een magnetische laag 20a, een versterkingslaag 20b van hoge permeabiliteit en een niet magnetische basis 20a, en dan via de gedeelten 8 en 8' naar de magneetkop terugkeren.
15 Deze magneetkop 1 heeft de volgende eigenschappen: (1). Bij het maken van het samengestelde blok uit niet-magnetisch materiaal en magnetisch materiaal is het hechtvlak plat zodat het gemakkelijk door polijsten kan worden gespiegeld. Bovendien kan dit samengestelde blok dun 20 worden uitgevoerd omdat een hoge nauwkeurigheid wordt bereikt. Bij een plat vlak is de hechting ook gemakkelijk uit te voeren, zodat geen luchtbellen of holten in de hechtlaag achterblijven. Verder zijn de groeven, die als vensters voor de wikkeling worden gebruikt, eenvoudig van vorm zodat zij 25 gemakkelijk in één keer kunnen worden gevormd.
(21 Aangezien een aantal samengestelde blokken door een enkele samenvoeging, gevolgd door doorsnijden, kan worden gemaakt, is deze uitvoeringsvorm geschikt voor massa-produktie.
30 (3) Aan ge zien de hulppolen niet in plaatvorm maar in blokvorm worden gemaakt en de verderweg liggende polen tot retourbaangedeelten voor het magnetische véld worden, kan het opname/weergaverendement sterk worden verbeterd.
35 In fig. 6 en 7 vindt men een tweede uitvoerings vorm van de magneetkop, waarbij de breedte van de hulppool vrijwel gelijk aan die van de hoofdpool is gemaakt, onafhankelijk van de dikte van het blokje waarvan men uitgaat, en 83 0 3 0 2 3 » » · * -7- waarbij de impedantie van de wikkeling is verlaagd zodat de magneetkop gemakkelijk bij hoge frequenties kan werken.
In de magneetkop 1 van fig. 6 vindt men opnieuw een hoofdpool 2 uit een dunne film van zacht magnetisch 5 materiaal, met aan één zijde een beschermende film 3, en te zamen ingeklemd tussen beschermingsblokken 4,4'. Deze blokken bestaan uit niet-magnetische delen 5,5' en magnetische delen 6,61. Op het grensvlak daartussen zijn groeven 9,9' aangebracht, zodat aan weerszijden daarvan magnetische hulp-10 polen 7,7' en retourbaandelen 8,8' ontstaan. Ter plaatse van de hulppolen 7,7' en de retourbaandelen 8,8' zijn de magnetische materialen 6,61 over* de breedte van de hoofdpool 2 vervangen door niet-magnetische materialen 21,21'. Om de hoofdpool 2 is via de groeven 9,9' een wikkeling C aange-15 bracht.
Fig. 8 laat zien hoe deze magneetkop wordt gemaakt. Men begint met een magnetisch blok 22, bijvoorbeeld uit mangaanzinkferriet of nikkelzinkferriet, en een niet-magnetische plaat 23, bijvoorbeeld van glas, keramiek, niet-20 magnetisch raangaanferriet of dergelijke. In een hoofdvlak 22a van het blok 22 worden groeven 24 met een U-vormige of trapeziumvormige doorsnede gevormd, die worden opgevuld met een niet-magnetisch materiaal 25 zoals glas of dergelijke.
Daarna wordt het hoofdvlak 22a van het blok 22 te 2amen met 25 de oppervlakken van de materialen 25 door polijsten spiegelglad gemaakt. Bij voorkeur is de diepte van de groeven 24 ongeveer gelijk aan of groter dan de diepte van de groef 9 die een scheiding tussen de hulppool 7 en het retourbaandeel 8 teweegbrengt. Ook wordt de diepte van de groef 24 zodanig 30 gekozen dat de breedte van het magnetische deel 22 aan het gespiegelde oppervlak 22a gelijk is aan of iets groter dan de spoorbreedte.
Bij het maken van de groeven 24 dient het ontstaan van scheuren in de randen van het blok 22 zorgvuldig te 35 worden vermeden. Is er een mogelijkheid tot scheuren, dan dient de breedte van de groef 24 dienovereenkomstig te worden verminderd.
In het hoofdvak 22a van het blok 22 worden ver- n 'T T , ' r- O ^ o» 'J \_· Ja %) -8- 4 volgens groeven 26 aangebracht, die later de groeven 9,9* zullen vormen. Deze groeven worden op afstand van elkaar in een richting loodrecht op de eerder gemaakte groeven 24 aangebracht. Vervolgens wordt de niet-magnetische plaat 23 met 5 de spiegelgladgemaakte zijde 23a om het hoofdvlak 22a gelegd en vastgehecht. Voor het hechten wordt bij voorkeur glas gebruikt van zodanig smeltpunt dat het glas 25 in de groeven 24 niet smelt. Overigens kan men ook anorganische kleefstoffen zoals waterglas en organische kleefstoffen zoals epoxy-10 harsen of dergelijke gebruiken.
Na het aaneenhechten van het blok 22 en de plaat 23 wordt het samenstel volgens de streeplijnen , M2, M^ ... doorgesneden ter vorming van een aantal plaatvormige delen 27 die elk een beschermingsblok 4 worden. Een zijde 27a van 15 dit deel 27, welke zich zowel over de magnetische als de niet-magnetische delen uitstrekt, wordt door polijsten spiegelglad gemaakt. Vervolgens wordt op deze zijde 27a een dunne film 28 van zacht magnetisch materiaal, bijvoorbeeld permalloy, sendust-legering, een amorfe magnetische legering 20 of dergelijke, aangebracht ter vorming van de hoofdpool 2.
Het aanbrengen kan geschieden door kathodeverstuiving, afzetting in vacuum, ionplattering en dergelijke en geschiedt tot-aan eén dikte van bijvoorbeeld 0,1 tot 3 jam. Deze dunne film 28 wordt vervolgens gedeeltelijk verwijderd, bijvoorbeeld 25 door fotolithografie, zodat alleen evenwijdige banden met een voorafbepaalde spoorbreedte en afstand daartussen overblijven. Elk van de bandvonnige magnetische films 28 komt tussen de met niet-magnetisch materiaal 25 opgevulde groeven 24 van het oorspronkelijke blok 22 te liggen, zodat ernaast 30 nog materiaal voor een hulppool overblijft. Op de bandvonnige
films 28 en het hoofdvlak 27a van het lichaam 27 wordt dan een isolerende beschermende laag 29, bijvoorbeeld van Si02, Si^N^, A^Og en dergelijke afgezet ter vorming van de beschermende film 3. Op dezelfde wijze als het plaatvormige onderdeel 35 27 wordt dan een plaatvormig onderdeel 27' gemaakt, dat het andere beschermingsblok 4' moet vormen. Een hoofdvlak 27a' daarvan wordt door polijsten spiegelglad gemaakt, waarna de twee delen 27 en 27' met de vlakken 27a en 27a' tegen elkaar o ^ n ? p o 'S
"xr \J V &. V) * » -9- worden geplaatst en via de tussenliggende laag 29 aan elkaar worden gehecht. Het hulppoolgedeelte van het onderdeel 27' ligt dan tegenover het hulppoolgedeelte van het onderdeel 27 en wordt hecht daarmee verbonden onder inklemming van de 5 bandvormige magnetische film 28 daartussen. Vervolgens wordt het verkregen samenstel doorgesneden volgens de streeplijnen n2, n^ ..., die niet door de bandvormige films 28 gaan, en wordt het bovenvlak van de verkregen stukken gepolijst ter vorming van het kontaktoppervlak net het magnetische IQ registratiemedium. In de zo verkregen magneetkop volgens fig. 6 en 7 reikt de hoofdpool 2 totaan het kontaktoppervlak met het magnetische registratiemedium, terwijl de niet-magnetische delen 5,5' aan weerszijden van het bovengedeelte van de hoofdpool 2 liggen. Daaronder vindt men de magnetische 15 hulppolen 7,7' en de retourbaandelen 8,8' die in breedte overeenstemmen met de breedte van de hoofdpool 2 en door niet-magnetische delen 21,21' worden omringd, en tenslotte komen de magnetische delen 6,6' die de rest van de magneetkop vormen.
20 In magneetkoppen van dit type zijn enkele afmetingen van bijzonder belang. Een van die afmetingen is de lengte Lm van de hoofdpool, zoals getekend in fig. 3A.
Door vermindering van de lengte Lm kan het opname/weergave-rendement worden vergroot. Daarbij dient men echter rekening 25 te houden met de vorm van de bovenzijde van de magneetkop.
Bij magneetkoppen van het kontakttype heeft het kontaktoppervlak met het magnetische registratiemedium meestal de vorm van een cilinder (zoals in de voorgaande voorbeelden} of van een zadeldak (zoals in fig. 9). Dit dient om door verrainde-30 ring van de afstand een beter kontakt tussen magneetkop en registratiemedium mogelijk te maken. Wordt nu de lengte Lm van de hoofdpool eenvoudig verminderd ter vergroting van het opname/weergave-rendement, dan gaat ook de dikte yan de niet-magnetische delen 5,5' achteruit en wordt het hechtvlak . 35 tussen de delen 5,5' en 6,6' kleiner. Verder wordt de zijde lingse breedte van de wikkelgroeven 9,9' groter dan die van de niet-magnetische delen 5,5' en gaan de groeven zelfs open, hetgeen tot een achteruitgang in sterkte leidt. Voorbeelden « ·? f\ V *7 h Q v -j v v f Λ * -10- hiervan ziet men in fig. 10, waar de lengte Lm van de hoofdpool 2 op 25 p is gebracht en het kontaktopperylak cilindrisch is met een straal van 3 mm, en ook in fig. 11, waar de lengte Lm van de hoofdpool op 25 pm is gebracht en het 5 kontaktoppervlak een zadeldak vormt met een hoek 0a van 4° heeft. In beide gevallen komen de groeven 9,9' open te liggen, zodat de sterkte van de niet-magnetische delen 5,5' gering is, de randgedeelten gaan scheuren, de duurzaamheid van de magneetkop slecht wordt en het magnetische registra-10 tiemedium gemakkelijk beschadigd raakt. Ofschoon in dit geval de op ïhetdcontaktoppervlak werkende krachten worden opgevangen door de hulppolen 7,7', hebben deze polen slechts een geringe dikte van circa 200 pm (2 x T^, als de dikte van elke hulppool 7,7' aangeeft) en daardoor een geringe 15 sterkte. Er bestaat dan ook een risico dat de hulppolen 7,7' zullen breken. Dit betekent dat bij opvoeren van het opname/ weer gave-1: rendement een duurzaamheidsprobleem optreedt.
De uitvinding beoogt ook dit probleem te ondervangen en verschaft een magneetkop van het eerdergenoemde 20 type, welke gekenmerkt is doordat de grensvlakken tussen de magnetische en de niet-magnetische gedeelten van de bescherm-blokken een hellende stand innemen ten opzichte van een vlak loodrecht op de magnetische hoofdpool. Bij voorkeur hellen zij buitenwaarts omlaag ten opzichte van het genoemde vlak 25 vanaf de toppen van de magnetische hulppolen.
In fig. 12 ziet men een uitvoeringsvorm waarin dit kenmerk is belichaamd. De delen van dezelfde aard als in fig. 3A en 3B zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven en worden hier niet nader besproken. Men ziet dat de 30 grensvlakken 30 en 31 tussen de niet-magnetische delen 5,5' en de magnetische delen 6,6' een hellende stand innemen ten opzichte van een vlak loodrecht op de magnetische hoofdpool en dat zij met name buitenwaarts omlaag hellen ten opzichte van een dergelijk vlak vanaf de top T van de hulppolen 7,7'. 35 De groeven 9,9' zijn nu met niet-magnetische delen 5,5' bedekt over het hele gebied tussen de hulppolen 7,7' en de retourbaandelen 8,8'.
De vervaardiging van deze uitvoeringsvorm is p. s ij -J -.J \j « k -11- aangegeven in fig. 13 tot 15. Daarbij zijn dezelfde delen als van fig. 4 met dezelfde verwij zings cijfers aangeduid zodat zij niet nader behoeven te worden beschreven. In het spiegelgladde oppervlak 12a van het magnetische blok 12 worden eerst 5 groeven I3a,13b en 13c aangebracht, waarvan de diepte achtereenvolgens verder toeneemt. Vervolgens wordt dit hoofdvlak 12a door polijsten af geschuind onder een voorafbepaalde hoek, bijvoorbeeld naar rechts omlaag hellend onder een hoek van 10°. Deze hoek bepaalt de hoek φ die de grensvlakken 30,31 10 in het eindprodukt van fig. 12 met het vlak loodrecht op de hoofdpool vormen. Vervolgens wordt de plaat 11 van niet-magnetisch materiaal met 'zijn spiegelgladde zijdd 11a op de zijde 12a van het blok 12 gelegd (zie fig. 15). Dit betekent dat de groeven 9,9' over het gehele gebied tussen de hulp-15 polen 7,7* en de retourbaandelen 8,8' door niet-magnetisch materiaal 5,5* zullen worden bedekt. Vervolgens wordt het samenstel aan dezelfde bewerkingen als in fig. 4 onderworpen, zoals doorsnijden, fotolithografische bewerking en dergelijke. Zodoende wordt de magneetkop volgens fig. 12 verkregen, mat 20 een hoek φ van 10° en een lengte lm die verkort is tot 25 jam.
In tegenstelling tot de eerder beschreven uitvoeringsvormen maken de grensvlakken 30,31 nu een hoek van 10° met het vlak loodrecht op de hoofdpool, terwijl de groeven 9,9’ over het hele gebied tussen de hulppolen 7,7' 25 en de retourbaandelen 8,8' door niet-magnetisch materiaal 5,5' zijn bedekt. Voordelen hiervan zijn dat de lengte Lm van de hoofdpool tot 25 jam kan worden verkleind, dat de groeven 9,9’ daarbij niet opengaan zoals in de voorgaande uitvoeringsvormen, dat het opname/weergave-rendement goed is 30 en dat ook de duurzaamheid bevredigend is.
Het zal duidelijk zijn dat als het kontakt-oppervlak van deze uitvoeringsvorm niet de cilindrische vorm van fig. 12 maar de zadeldakvorm van fig. 16 heeft, dezelfde voordelen optreden.
35 In fig. 17 vindt men nog een andere uitvoerings vorm. Delen overeenkomend met die van fig. 12 zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven en worden niet meer afzonderlijk beschreven.
-7 λ — n ¾ J -1- ·_ V Xf £» w « *» -12-
Bij het maken van deze uitvoeringsvorm begint men met het aanbrengen van groeven 13af 13b, 13c in het spiegelgladde oppervlak 12a van het magnetische blok 12.
De groeven hebben ditmaal een hoek φ met het bovenvlak 12 a, 5 bijvoorbeeld van 10°. Daarna wordt de plaat 11 van niet-magnetisch materiaal opgebracht en vastgehecht (fig. 19) en wordt het samenstel volgens schuine lijnen, die een hoek φ met de vertikaal maken doorgesneden (fig. 20). De rest van het proces is gelijk aan dat van de voorgaande uitvoerings-10 vorm.
Het verkregen produkt van fig. 17 is gelijk aan dat van fig. 12, met als verschil dat de onderzijden 6a, 6a' van de magnetische delen 6,6' nu een hellingshoek van 10° vertonen en dat het bandkontaktoppervlak een zadeldakvorm 15 vertoont. Het zal duidelijk zijn dat deze uitvoeringsvorm hetzelfde effekt en dezelfde voordelen heeft als die van fig. 12.
In fig. 21 ziet men een volgende uitvoeringsvorm. De groeven in het blok 12 zijn ditmaal aangebracht met behulp 20 van een slijpmachine die aan één zijde een hoek van 10° vertoont (fig. 22). Nadat de plaat 11 op het blok 12 is gelegd en vastgehecht (fig. 23) wordt het samenstel schuin doorgesneden onder een hoek φ (fig. 24) en volgen dezelfde bewerkingen .als bij de uitvoeringsvorm van fig. 12. Het 25 zal duidelijk zijn dat het verkregen produkt van fig. 21 hetzelfde effekt en dezelfde voordelen heeft als dat van fig. 12.
In fig. 25 ziet men een volgende uitvoeringsvorm, die van het produkt uit fig. 12 verschilt doordat de dikte van de hulppolen 7,7' nabij de top daarvan kleiner wordt.
30 Het zal duidelijk zijn dat deze uitvoeringsvorm hetzelfde effekt en dezelfde voordelen heeft als die van fig. 12.
Bij de uitvoeringsvormen van fig. 12 tot 25 is het verder mogelijk dat de magnetische hoofdpool en de hulppolen nagenoeg dezelfde breedte hebben (evenals in fig. 6-8), 35 onafhankelijk van de dikte van de magneetkop.
Voordelen van de uitvinding zijn dat een magneetkop met uitstekende sterkte en hoog opname/weergave-rendement kan worden verkregen.
'-C. V ^ -j J lo. \J

Claims (4)

1. Magneetkop voor loddrechte registratie, gekenmerkt door: een magnetische hoofdpool uit een dunne film van zacht magnetisch materiaal, ingesloten tussen twee beschermblokken die te- zamen het lichaam van de magneetkop 5 vormen, welke beschermblokken elk bestaan uit een magnetisch gedeelte en een niet-magnetisch gedeelte, welk laatste zich .vanaf het grensvlak van beide gedeelten totaan het kontakt-vlak tussen hoofdpool en magnetisch registratiemedium uitstrekt, IQ waarbij aan het grensvlak groeven in de magnetische gedeelten van de beschermblokken zijn aangebracht, die in elk blok een scheiding teweegbrengen tussen een op de magnetische hoofdpool aansluitend deel dat een magnetische hulppool vormt, en een deel dat de retourbaan voor de magnetische 15 flux vanuit de hoofdpool vormt, en waarbij via de groeven een wikkeling om het samenstel van hoofdpool en hulppolen is gewonden.
2. Magneetkop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de grensvlakken tussen de magnetische en de niet-magne- 20 tische gedeelten van de beschermblokken een hellende stand innemen ten opzichte van een vlak loodrecht op de magnetische hoofdpool.
3. Magneetkop volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de genoemde grensvlakken vanaf de toppen van de hulppolen 25 buitenwaarts omlaag hellen ten opzichte van het genoemde vlak vanaf de toppen van de magnetische hulppolen.
4. Magneetkop volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat elke groef in het gebied tussen de magnetische hulppool en het retourbaangedeelte bedekt is met niet-raagne- 30 tisch materiaal. ' * •«s " "» *7 ;j : t ') O
NL8303023A 1982-08-30 1983-08-30 Magneetkop voor loodrechte registratie. NL194054C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP15032382 1982-08-30
JP57150323A JPS5940314A (ja) 1982-08-30 1982-08-30 磁気ヘツド

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8303023A true NL8303023A (nl) 1984-03-16
NL194054B NL194054B (nl) 2001-01-02
NL194054C NL194054C (nl) 2001-05-03

Family

ID=15494505

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303023A NL194054C (nl) 1982-08-30 1983-08-30 Magneetkop voor loodrechte registratie.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4635153A (nl)
JP (1) JPS5940314A (nl)
CA (1) CA1204508A (nl)
DE (1) DE3331254A1 (nl)
FR (1) FR2532458B1 (nl)
GB (1) GB2126408B (nl)
NL (1) NL194054C (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4803582A (en) * 1983-06-23 1989-02-07 Victor Company Of Japan Ltd. Perpendicular magnetization type magnetic head having a magnetic pole part which forms a closed magnetic path
EP0172609A1 (en) * 1984-08-02 1986-02-26 Magnetic Peripherals Inc. Data transcription magnetic head assembly
DE3428800A1 (de) * 1984-08-04 1986-02-13 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Duennschicht-magnetkopf
NL8501200A (nl) * 1985-04-26 1986-11-17 Philips Nv Magneetkop voor loodrechte registratie.
JPS6214307A (ja) * 1985-07-11 1987-01-22 Sanyo Electric Co Ltd 垂直磁気ヘツド
JPS6216209A (ja) * 1985-07-16 1987-01-24 Sony Corp 単磁極型磁気ヘツド
JPS6289201A (ja) * 1985-10-16 1987-04-23 Hitachi Ltd 磁気記録再生装置
US4667260A (en) * 1986-03-20 1987-05-19 Magnetic Peripherals Inc. Thin film vertical recording head
US5014148A (en) * 1986-09-11 1991-05-07 Nippon Hoso Kyokai Perpendicular magnetic recording and reproducing head
NL8700160A (nl) * 1987-01-23 1988-08-16 Philips Nv Magneetkop voor gebruik bij loodrechte registratie.
JPH02239421A (ja) * 1989-03-10 1990-09-21 Mitsubishi Electric Corp 磁気ヘッド装置
US5267392A (en) * 1992-03-04 1993-12-07 Ampex Systems Corporation Method of manufacturing a laminated high frequency magnetic transducer
EP0650628B1 (en) * 1992-07-17 1997-09-24 Ampex Systems Corporation Composite metal and ferrite head transducer and manufacturing method therefor
EP0768640A3 (en) * 1995-10-13 1998-11-11 Ampex Corporation A small core magnetic head with non-magnetic side support
US6798615B1 (en) * 2000-03-24 2004-09-28 Seagate Technology Llc Perpendicular recording head with return poles which reduce flux antenna effect
US7922833B2 (en) 2008-08-05 2011-04-12 Kennametal Inc. Gas regulator for thermal energy machining

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2927163A (en) * 1955-09-12 1960-03-01 Hughes Aircraft Co Electromagnetic transducers
US3302271A (en) * 1961-11-22 1967-02-07 Sony Corp Method of manufacturing a magnetic head assembly
JPS55157122A (en) * 1979-05-24 1980-12-06 Olympus Optical Co Ltd Magnetic head and production thereof magnetic head
JPS563422A (en) * 1979-06-20 1981-01-14 Matsushita Electric Ind Co Ltd Magnetic head
JPS5687219A (en) * 1979-12-14 1981-07-15 Toshiba Corp Vertical magnetization type magnetic head
JPS5687217A (en) * 1979-12-14 1981-07-15 Toshiba Corp Vertical magnetization type magnetic head and its manufacture
US4383284A (en) * 1979-12-14 1983-05-10 Tokyo Shibaura Denki Kabushiki Kaisha Perpendicular magnetic head and method of manufacturing the same
JPS56165918A (en) * 1980-05-23 1981-12-19 Ricoh Co Ltd Vertical magnetic recorder and reproducer
JPS5774812A (en) * 1980-06-18 1982-05-11 Sanyo Electric Co Ltd Manufacture of magnetic head for vertical magnetic recording
JPS5715211A (en) * 1980-06-30 1982-01-26 Toshiba Corp Manufacture of vertical magnetization type magnetic head
JPS5740722A (en) * 1980-08-25 1982-03-06 Matsushita Electric Ind Co Ltd Vertical magnetic recording head
JPS5764317A (en) * 1980-09-30 1982-04-19 Toshiba Corp Vertical magnetization type magnetic head
JPS57111817A (en) * 1980-12-29 1982-07-12 Toshiba Corp Vertical magnetization type magnetic head

Also Published As

Publication number Publication date
NL194054B (nl) 2001-01-02
DE3331254A1 (de) 1984-03-01
GB8323164D0 (en) 1983-09-28
GB2126408B (en) 1985-10-02
FR2532458B1 (fr) 1990-03-02
JPH0344366B2 (nl) 1991-07-05
NL194054C (nl) 2001-05-03
CA1204508A (en) 1986-05-13
US4635153A (en) 1987-01-06
GB2126408A (en) 1984-03-21
JPS5940314A (ja) 1984-03-06
FR2532458A1 (fr) 1984-03-02
DE3331254C2 (nl) 1991-10-31

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8303023A (nl) Magneetkop voor loodrechte registratie.
US4541026A (en) Hybrid read-write head for perpendicular recording media
NL7909109A (nl) Meerkanaals magnetische transducentkop.
US4939609A (en) Vertical recording head with thin film pole on non-magnetic block
US4858048A (en) Complex magnetic transducer head of single magnetic pole type for perpendicular mode recording
JPS6341126B2 (nl)
NL8201231A (nl) Magneetkop.
KR960006846B1 (ko) 자기헤드
EP0590791A1 (en) Magnetooptical recording magnetic head and magnetooptical recording apparatus
US4795514A (en) Method of manufacturing an amorphous magnetic head
EP0106321B1 (en) Amorphous magnetic head and a method of manufacturing the same
JPS60231903A (ja) 複合型磁気ヘツドおよびその製造方法
JPH0475564B2 (nl)
KR940005553B1 (ko) 자기헤드 및 그 제조방법
EP0137049A1 (en) Perpendicular magnetic recording head
JPH042411Y2 (nl)
JPS6196502A (ja) 磁気ヘツド及びその製造方法
JP2502299B2 (ja) 磁気ヘツドの製造方法
JPH0546005B2 (nl)
JPS63104208A (ja) 複合型磁気ヘッドとその製造方法
JPH04176014A (ja) 磁気ヘッドの製造方法
JPS61142512A (ja) 磁気ヘツドの製造方法
JPS60258709A (ja) 磁気ヘツドの製造方法
JPS63103405A (ja) 複合型磁気ヘッドとその製造方法
JPH05274617A (ja) 積層型磁気ヘッド及びその製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030301