NL194054C - Magneetkop voor loodrechte registratie. - Google Patents

Magneetkop voor loodrechte registratie. Download PDF

Info

Publication number
NL194054C
NL194054C NL8303023A NL8303023A NL194054C NL 194054 C NL194054 C NL 194054C NL 8303023 A NL8303023 A NL 8303023A NL 8303023 A NL8303023 A NL 8303023A NL 194054 C NL194054 C NL 194054C
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
magnetic
main pole
pole
auxiliary
magnetic head
Prior art date
Application number
NL8303023A
Other languages
English (en)
Other versions
NL8303023A (nl
NL194054B (nl
Original Assignee
Sony Corp
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Sony Corp filed Critical Sony Corp
Publication of NL8303023A publication Critical patent/NL8303023A/nl
Publication of NL194054B publication Critical patent/NL194054B/nl
Application granted granted Critical
Publication of NL194054C publication Critical patent/NL194054C/nl

Links

Classifications

    • GPHYSICS
    • G11INFORMATION STORAGE
    • G11BINFORMATION STORAGE BASED ON RELATIVE MOVEMENT BETWEEN RECORD CARRIER AND TRANSDUCER
    • G11B5/00Recording by magnetisation or demagnetisation of a record carrier; Reproducing by magnetic means; Record carriers therefor
    • G11B5/127Structure or manufacture of heads, e.g. inductive
    • G11B5/1278Structure or manufacture of heads, e.g. inductive specially adapted for magnetisations perpendicular to the surface of the record carrier

Landscapes

  • Engineering & Computer Science (AREA)
  • Manufacturing & Machinery (AREA)
  • Magnetic Heads (AREA)

Description

1 194054
Magneetkop voor loodrechte registratie
De uitvinding betreft een magneetkop voor loodrechte registratie, omvattende een magnetische hoofdpool uit een dunne film van zacht magnetisch materiaal, een aan een zijde van de hoofdpool aangebracht 5 beschermblok, dat bestaat uit een magnetisch gedeelte en een niet-magnetisch gedeelte, en een wikkeling.
Bij magnetische registratie met behulp van korte golflengten is het bekend dat loodrechte of verticale registratie (dat wil zeggen magnetisatie in dikterichting van de magneetband) meer voordelen biedt dan registratie in langsrichting of voortbewegingsrichting van de magneetband. De reden hiervoor is dat als men bij registratie in langsrichting de golflengte van het registratiesignaal kleiner maakt, het zelfontmagnetise-10 rende veld binnen de magnetische laag groter wordt, terwijl dit veld bij de loodrechte registratie juist kleiner wordt
Voor de magneetkop bij loodrechte registratie zijn diverse constructies voorgesteld. Wil men een ideale magnetisatie verkrijgen, dan dient bij loodrechte registratie de hoofdcomponent van het magnetische veld uit de magneetkop zoveel mogelijk loodrecht op het magnetische registratiemedium te staan.
15 Een magneetkop van bovenvermelde soort is bekend uit de Japanse octrooiaanvrage JP-A-56 3422. Het betreft hier een U-vormige magneetkop waarbij een eerste voetdeel van de magnetische kern een grotere doorsnede heeft dan het tweede voetdeel. Verder is om het tweede voetdeel een wikkeling gewonden. Tenslotte is het eerste voetdeel op de naar de magneetband toegekeerde zijde daarvan voorzien van een niet-magnetische isolatielaag.
20 De uitvinding beoogt thans een verbeterde magneetkop voor loodrechte registratie, dat wil zeggen een magneetkop met verbeterd registratierendement en/of een magneetkop met grotere duurzaamheid, te maken.
Zij verschaft een magneetkop voor loodrechte registratie, welke zodanig is uitgevoerd dat aan de andere zijde van de hoofdpool eveneens een beschermblok bestaande uit een magnetisch gedeelte en een 25 niet-magnetisch gedeelte is aangebracht, waarbij de niet-magnetische gedeelten van de beschermblokken zich vanaf het grensvlak van beide gedeelten tot aan het contactvlak tussen hoofdpool en magnetisch registratiemedium uitstrekt, en dat aan het grensvlak groeven in de magnetische gedeelten van de beschermblokken zijn aangebracht, die in elk blok een scheiding teweegbrengen tussen een op de magnetische hoofdpool aansluitend deel dat een magnetische hulppool vormt, en een deel dat de retour-30 baan voor de magnetische flux vanuit de hoofdpool vormt, waarbij de wikkeling via de groeven om het samenstel van hoofdpooi en hulppolen is gewonden. Door deze hulppolen en de verderweg liggende polen voor retourbaangedeelten voor de magnetische flux wordt het opname/weergave rendement van de magneet sterk verbeterd.
Opgemerkt wordt dat uit de Japanse octrooiaanvrage JP-A-57 74812 een magneetkop bekend is, welke 35 wordt gevormd van een tweetal magnetische lagen, die elk zijn voorzien van driehoekige groeven gevuld met een niet-magnetische substantie. Elke laag wordt in dikte gereduceerd om een deel van de groeven met vulsel te verwijderen. Tenslotte worden de lagen onder toevoeging van een dunne magnetische film aan elkaar bevestigd. Echter bevat de uiteindelijk verkregen magneetkop noch groeven noch een wikkeling.
40 Nadere details van de uitvinding zullen blijken uit de navolgende figuurbeschrijving, die bij wijze van voorbeeld wordt gegeven.
Figuren 1 en 2 zijn schematische aanzichten van bekende magneetkoppen.
Figuren 3A en 3B geven schematisch een voorbeeld van een verbeterde magneetkop.
Figuur 4 toont het maken van de magneetkop van figuren 3A en 3B in perspectief.
45 Figuur 5 laat op grotere schaal de werking van de magneetkop uit figuren 3A en 3B zien.
Figuur 6 geeft een ander voorbeeld van een magneetkop terwijl figuur 7 een detail daarvan laat zien.
Figuur 8 toont het maken van de magneetkop uit figuur 6.
Figuur 9 is een ander voorbeeld van een magneetkop.
Figuren 10 en 11 zijn aanzichten, bedoeld ter verklaring van de uitvinding.
50 Figuur 12 toont een andere uitvoeringsvorm van een magneetkop terwijl figuren 13-15 onderdelen daarvan tijdens het fabricageproces laten zien.
Figuren 16,17, 21 en 25 geven andere uitvoeringsvoorbeelden van een magneetkop.
Figuren 18,19 en 20 tonen onderdelen van de magneetkop volgens figuur 17 tijdens het fabricageproces daarvan.
55 Figuren 22,23 en 24 tonen onderdelen van de magneetkop uit figuur 21 tijdens het fabricageproces. Figuur 1 toont een reeds eerder voorgestelde magneetkop h, bestaande uit een magnetische hoofdpool 194054 2 102, bijvoorbeeld een dunne film van permalloy, en een magnetische hulppool 103. Deze polen bevinden zich aan weerszijden van een magnetisch registratiemedium 101. Om de hulppool 103 is een wikkeling 104 aangebracht
In dit geval móet de hulppool 103 achter het magnetische registratiemedium 101 worden aangebracht 5 hetgeen de montage en ook het aanbrengen van het registratiemedium in de praktijk bemoeilijkt.
Ter ondervanging van dit nadeel is een constructie volgens figuur 2 voorgesteld. Daarbij gebruikt men enerzijds een magnetisch registratiemedium 101, bestaande uit een magnetische laag 107, versterkt door een materiaallaag 106 van hoge permeabiliteit en aangebracht op een niet-magnetische basis 105, en anderzijds een magneetkop h waarin een hulpkern 108 aan één zijde of aan weerszijden van de hoofdpool 10 102 is aangebracht, zodanig dat de hoofdpool nog een stukje buiten de kern 108 uitsteekt, en waarin een wikkeling 104 om de hulpkern 108 is aangebracht
Geeft men bij een magneetkop van dit type de afstand tussen de hoofdpool 102 en de wikkeling 104 aan met a, en geeft men het buiten de hulpkern uitstekende stuk van de hoofdpool 102 aan met b, dan blijkt zowel experimenteel als theoretisch een goed registratierendement te kunnen worden verkregen als de 15 verhouding a/b een waarde tussen 1 en 1,5 heeft. Ook ais de wikkeling 104 vlakbij de top van de hulpkern 108 wordt aangebracht en de diameter van de wikkelingen wordt verminderd, blijft het registratierendement hoog, terwijl de impedantie van de wikkeling 104 kan worden verlaagd. Het probleem is echter, hoe men zulk een magneetkop in de praktijk moet maken.
In figuren 3A en 3B vindt men een voorbeeld van een magneetkop 1 voor loodrechte registratie. Deze 20 magneetkop 1 omvat een magnetische hoofdpool 2 uit een dunne film van zacht magnetisch materiaal, met een beschermende film 3 aan één zijde, ingeklemd tussen twee beschermingsblokken 4,4', die te zamen het lichaam van de magneetkop vormen. De beschermingsblokken 4,4' bestaan uit gedeelten 6,0 van magnetisch materiaal en uit gedeelten 5, 5' van niet-magnetisch materiaal. Deze laatste strekken zich vanaf het grensvlak uit tot aan het contactoppervlak van de hoofdpool 2 met het magnetische registratiemedium. 25 Aan de gedeelten 6, 6' van magnetisch materiaal zijn magnetische hulppolen 7, 7' gevormd, die aan de hoofdpool 2zijn gehechten waarom een wikkeling C is aangebracht. Verder vindt men groeven 9, θ' in het magnetische materiaal, waarnaast delen 8, 8' voor de retourbaan van de magnetische flux uit de hoofdpool 2 overblijven. Via de groeven 9,0 is de wikkeling C rondom de hoofdpool 2 en de hulppolen 7,7' aangebracht.
30 De vervaardiging van deze magneetkop wordt beschreven aan de hand van figuur 4.
Eerst maakt men een plaat 11 van niet-magnetisch materiaal en een blok 12 van magnetisch materiaal. De plaat 11 kan uit niet-magnetisch ferriet (zinkferriet), forsteriet, fotoceram, kristalglas, bariumtitanaat, calciumtitanaat, keramische materialen van het systeem AI203-TiC en dergelijke bestaan. Anderzijds kan het blok 12 uit een mangaanzinkferriet, een nikkelzinkferriet of dergelijke zijn gevormd. Het is gewenst dat de 35 plaat 11 en het blok 12 vrijwel dezelfde kaft hebben, zodat men ze bij voorkeur uit een niet-magnetisch ferriet en een magnetisch ferriet maakt. De oppervlakken van de plaat 11 en het blok 12 worden door polijsten spiegelglad gemaakt. Daarna worden groeven 13 op afstand van elkaar in het spiegeloppervlak 12a van het blok 12 aangebracht en wordt de plaat 11 met zijn spiegeloppervlak 11a aan het spiegeloppervlak 12a van het blok 12 gehecht. De hechting kan geschieden met gesmolten glas, een klevende 40 epoxyhars of een anorganisch kleefmiddel zoals waterglas, maar het gebruik van gesmolten glas geniet de voorkeur. Aangezien soms ook later in het fabricageproces gesmolten glas wordt gebruikt, dient men de eerste maal glas te gebruiken met een zo hoog smeltpunt dat het de tweede maal niet smelt. Het samenstel 15 uit de onderdelen 11 en 12 wordt dan dwars op de plaat 11 volgens de streeplijnen m1, m2, m3 ... doorgezaagd, zodat een aantal plaatvormige delen 16 van voorafbepaalde dikte wordt gevormd. Elk 45 daarvan vormt een beschermingsblok 4. Vervolgens wordt een hoofdvlak 16a van het onderdeel 16, dat zich over beide samenstellende delen 11,12 uitstrekt, door polijsten spiegelglad gemaakt Ter verhoging van het opname/weergave-rendement geschiedt het polijsten zodanig dat de dikte van de magnetische hulppool nabij de top van de hoofdpool 2 een voorafbepaalde waarde krijgt en het randgedeelte van de groef 13, die later de groef 9 wordt, een voorafbepaalde vorm krijgt 50 Op het spiegeloppervlak 16a van het onderdeel 16 wordt een dunne film 17 van zacht magnetisch materiaal aangebracht, die de magnetische hoofdpool 2 vormt en een dikte van bijvoorbeeld 0,1 tot μ3 m heeft. Deze film kan bestaan uit permalloy, sendust-legering, een amorfe magnetische legering of dergelijke en kan door kathodeverstuiving, afzetting in vacuüm, ionplattering of dergelijke worden aangebracht. Vervolgens wordt de magnetische film 17 onderworpen aan een fotolithografische behandeling zodat de 55 magnetische hoofdpolen 2 de noodzakelijke spoorbreedte en afstand verkrijgen. Op de magnetische film 17 wordt vervolgens door kathodeverstuiving, vacuümafzetting, ionplattering, of dergelijke een isolerende beschermingsfilm 18, bijvoorbeeld uit SiOz, Si3N4, Al203 of dergelijke aangebracht ter vorming van de 3 194054 beschermende film 3. Daarna wordt tegen de andere zijde van de beschermende film 18 een plaatvormig onderdeel 16' gehecht, dat het andere beschermingsblok 4' moet vormen en dat op dezelfde wijze als het onderdeel 16 is. gemaakt. Als kleefstof 19 geniet glas de voorkeur uit een oogpunt van betrouwbaarheid, hoewel ook anorganische kleefstoffen zoals waterglas en organische kleefstoffen zoals epoxyharsen kunnen 5 worden gebruikt.
Desgewenst kan men vooraf in het oppervlak van het andere onderdeel 16' door bijvoorbeeld etsen een groef aanbrengen die met de magnetische film 17 correspondeert en deze groef vullen met kleefstof, teneinde een goede hechting tussen de onderdelen 16 en 16' te verkrijgen.
Het verkregen samenstel wordt vervolgens dwars op de magnetische film 17 volgens de streeplijnen n1, 10 n2,... doorgesneden. Elk verkregen blokje wordt op een niet getekende ondergrond bevestigd, waarna het bovenvlak, namelijk het oorspronkelijke oppervlak van de plaat 11, zodanig wordt gepolijst dat een goed contactoppervlak S met een magnetisch registratiemedium wordt gevormd. Men heeft dan een configuratie, , waarin de magnetische hoofdpool uit de film 17 tot aan het contactoppervlak S reikt, terwijl de niet- magnetische gedeelten 5, 5' aan weerszijden van het bovengedeelte van de hoofdpool 2 liggen en de 15 magnetische gedeelten 6, 6' zich daarachter bevinden. Vervolgens wordt de wikkeling C door de groeven 9, _9'-gestokemen-om-het samenstel van hoofdpool en hulppolen 7, 7' gewikkeld. De groeven 9, 9' brengen een scheiding teweeg tussen de hulppolen 7, 7' en de retourbaangedeelten 8, 8', zodat een magneetkop 1 volgens figuur 3A wordt gevormd.
Zoals te zien In figuur 5, zal de magnetische flux vanuit de hoofdpool 2 van deze magneetkop eerst door 20 een magnetisch registratiemedium 20 heengaan, bestaande uit een magnetische laag 20c, een versterkings-laag 20b van hoge permeabiliteit en een niet magnetische basis 20a, en dan via de gedeelten 8 en 8' neer de magneetkop terugkeren.
Deze magneetkop 1 heeft de volgende eigenschappen: 1. Bij het maken van het samengestelde blok uit niet-magnetisch materiaal en magnetisch materiaal is het 25 hechtvlak plat zodat het gemakkelijk door polijsten kan worden gespiegeld. Bovendien kan dit samengestelde blok dun worden uitgevoerd omdat een hoge nauwkeurigheid wordt bereikt. Bij een plat vlak is de hechting ook gemakkelijk uit te voeren, zodat geen luchtbellen of holten in de hechtlaag achterblijven.
Verder zijn de groeven, die als vensters voor de wikkeling worden gebruikt, eenvoudig van vorm zodat zij gemakkelijk in één keer kunnen worden gevormd.
30 2. Aangezien een aantal samengestelde blokken door een enkele samenvoeging, gevolgd door doorsnijden, kan worden gemaakt, is deze uitvoeringsvorm geschikt voor massaproductie.
3. Aangezien de hulppolen niet in plaatvorm maar in blokvorm worden gemaakt en de verderweg liggende polen tot retourbaangedeelten voor het magnetische veld worden, kan het opname/weergave-rendement sterk worden verbeterd.
35 In figuren 6 en 7 vindt men een tweede uitvoeringsvorm van de magneetkop, waarbij de breedte van de hulppooi vrijwel gelijk aan die van de hoofdpool is gemaakt, onafhankelijk van de dikte van het blokje waarvan men uitgaat, en waarbij de impedantie van de wikkeling is verlaagd zodat de magneetkop gemakkelijk bij hoge frequenties kan werken.
In de magneetkop 1 van figuur 6 vindt men opnieuw een hoofdpool 2 uit een dunne film van zacht 40 magnetisch materiaal, net aan één zijde een beschermende film 3, en te zamen ingeklemd tussen beschermingsblokken 4, 4'. Deze blokken bestaan uit niet-magnetische delen 5,5' en magnetische delen 6, 6'. Op het grensvlak daartussen zijn groeven 9, 9' aangebracht, zodat aan weerszijden daarvan magnetische hulppolen 7, 7' en retourbaandelen 8, 8' ontstaan. Ter plaatse van de hulppolen 7, 7' en de retour-baandelen 8,8' zijn de magnetische materialen 6,61 over de breedte van de hoofdpool 2 vervangen door 45 niet-magnetische materialen 21,21'. Om de hoofdpool 2 is via de groeven 9,9' een wikkeling C aangebracht
Figuur 8 laat zien hoe deze magneetkop wordt gemaakt. Men begint met een magnetisch blok 22, bijvoorbeeld uit mangaanzinkferriet of nikkelzinkferriet, en een niet-magnetische plaat 23, bijvoorbeeld van glas, keramiek, niet-magnetisch mangaanferriet of dergelijke. In een hoofdvlak 22a van het blok 22 worden 50 groeven 24 met een U-vormige of trapeziumvormige doorsnede gevormd, die worden opgevuld met een niet-magnetisch materiaal 25 zoals glas of dergelijke. Daarna wordt het hoofdvlak 22a van het blok 22 te zamen met de oppervlakken van de materialen 25 door polijsten spiegelglad gemaakt Bij voorkeur is de diepte van de groeven 24 ongeveer gelijk aan of groter dan de diepte van de groef 9 die een scheiding tussen de hulppooi 7 en het retourbaandeel 8 teweegbrengt. Ook wordt de diepte van de groef 24 zodanig 55 gekozen dat de breedte van het magnetische deel 22 aan het gespiegelde oppervlak 22a gelijk is aan of iets groter dan de spoorbreedte.
Bij het maken van de groeven 24 dient het ontstaan van scheuren in de randen van het blok 22 194054 4 zorgvuldig te worden vermeden. Is er een mogelijkheid tot scheuren, dan dient de breedte van de groef 24 dienovereenkomstig te worden verminderd.
In het hoofdvak 22a van het blok 22 worden vervolgens groeven 26 aangebracht, die later de groeven 9, 9' zullen vormen. Deze groeven worden op afstand van elkaar in een richting loodrecht op de eerder 5 gemaakte groeven 24 aangebracht. Vervolgens wordt de niet-magnetische plaat 23 met de spiegelglad-gemaakte zijde 23a om het hoofdvlak 22a gelegd en vastgehecht. Voor het hechten wordt bij voorkeur glas gebruikt van zodanig smeltpunt dat het glas 25 in de groeven 24 niet smelt. Overigens kan men ook anorganische kleefstoffen zoals waterglas en organische kleefstoffen zoals epoxyharsen of dergelijke gebruiken.
10 Na het aaneenhechten van het blok 22 en de plaat 23 wordt het samenstel volgens de streeplljnen M1, M2, M3 ... doorgesneden ter vorming van een aantal plaatvormige delen 27 die elk een beschermingsblok 4 worden. Een zijde 27a van dit deel 27, welke zich zowel over de magnetische als de niet-magnetische delen uitstrekt, wordt door polijsten spiegelglad gemaakt. Vervolgens wordt op deze zijde 27a een dunne film 28 van zacht magnetisch materiaal, bijvoorbeeld permalloy, sendust-legering, een amorfe magnetische legering 15 of dergelijke, aangebracht ter vorming van de hoofdpool 2. Het aanbrengen kan geschieden door kathode-verstuiving, afzetting in vacuüm, ionplattering en dergelijke en geschiedt tot aan een dikte van bijvoorbeeld 0,1 tot 3 pm. Deze dunne film 28 wordt vervolgens gedeeltelijk verwijderd, bijvoorbeeld door fotolithografie, zodat alleen evenwijdige banden met een voorafbepaalde spoorbreedte en afstand daartussen overblijven. Elk van de bandvormige magnetische films 28 komt tussen de met niet-magnetisch materiaal 25 opgevulde 20 groeven 24 van het oorspronkelijke blok 22 te liggen, zodat ernaast nog materiaal voor een hulppool overblijft. Op de bandvormige films 28 en het hoofdvlak 27a van het lichaam 27 wordt dan een isolerende beschermende laag 29, bijvoorbeeld van SiOa, Si3N4, Al203 en dergelijke afgezet ter vorming van de beschermende film 3. Op dezelfde wijze als het plaatvormige onderdeel 27 wordt dan een plaatvormig onderdeel 27' gemaakt, dat het andere beschermingsblok 4' moet vormen. Een hoofdvlak 27a' daarvan 25 wordt door polijsten spiegelglad gemaakt, waarna de twee delen 27 en 27' met de vlakken 27a en 27a' tegen elkaar worden geplaatst en via de tussenliggende laag 29 aan elkaar worden gehecht. Het hulppool-gedeelte van het onderdeel 27' ligt dan tegenover het hulppoolgedeelte van het onderdeel 27 en wordt hecht daarmee verbonden onder inklemming van de bandvormige magnetische film 28 daartussen. Vervolgens wordt het verkregen samenstel doorgesneden volgens de streeplljnen n1, n2, n3 .... die niet 30 door de bandvormige films 28 gaan, en wordt het bovenvlak van de verkregen stukken gepolijst ter vorming van het contactoppervlak met het magnetische registratiemedium, in de zo verkregen magneetkop volgens figuren 6 en 7 reikt de hoofdpool 2 tot aan het contactoppervlak met het magnetische registratiemedium, terwijl de niet-magnetische delen 5, 5' aan weerszijden van het bovengedeelte van de hoofdpool 2 liggen. Daaronder vindt men de magnetische hulppolen 7,7' en de retourbaandelen 8, 8' die in breedte overeen-35 stemmen met de breedte van de hoofdpool 2 en door niet-magnetische delen 21,21' worden omringd, en tenslotte komen de magnetische delen 6, 6' die de rest van de magneetkop vormen.
In magneetkoppen van dit type zijn enkele afmetingen van bijzonder belang. Een van die afmetingen is de lengte Lm van de hoofdpool, zoals getekend in figuur 3A. Door vermindering van de lengte Lm kan het opname/weergave-rendement worden vergroot. Daarbij dient men echter rekening te houden met de vorm 40 van de bovenzijde van de magneetkop. Bij magneetkoppen van het contacttype heeft het contactoppervlak met het magnetische registratiemedium meestal de vorm van een cilinder (zoals in de voorgaande voorbeelden) of van een zadeldak (zoals in figuur 9). Dit dient om door vermindering van de afstand een beter contact tussen magneetkop en registratiemedium mogelijk te maken. Wordt nu de lengte Lm van de hoofdpool eenvoudig verminderd ter vergroting van het opname/weergave-rendement, dan gaat ook de dikte 45 van de niet-magnetische delen 5, 5' achteruit en wordt het hechtvlak tussen de delen 5, 5' en 6, 6' kleiner. Verder wordt de zijdelingse breedte van de wikkelgroeven 9, 9' groter dan die van de niet-magnetische delen 5,5' en gaan de groeven zelfs open, hetgeen tot een achteruitgang in sterkte leidt. Voorbeelden hiervan ziet men in figuur 10, waar de lengte Lm van de hoofdpool 2 op 25 pm is gebracht en het contactoppervlak cilindrisch is met een straal van 3 mm, en ook in figuur 11, waar de lengte Lm van de 50 hoofdpool op 25 pm is gebracht en het contactoppervlak een zadeldak vormt met een hoek 0a van 40 heeft. In beide gevallen komen de groeven 9, θ' open te liggen, zodat de sterkte van de niet-magnetische delen 5, 5' gering is, de randgedeelten gaan scheuren, de duurzaamheid vein de magneetkop slecht wordt en het magnetische registratiemedium gemakkelijk beschadigd raakt. Ofschoon in dit geval de op het contactoppervlak werkende krachten worden opgevangen door de hulppolen 7, Τ', hebben deze polen 55 slechts een geringe dikte van circa 200 pm (2 x T, als T, de dikte van elke hulppool 7, 7' aangeeft) en daardoor een geringe sterkte. Er bestaat dan ook een risico dat de hulppolen 7,7' zullen breken. Dit betekent dat bij opvoeren van het opname/ weergave-rendement een duurzaamheidsprobleem optreedt 5 194054
Om ook dit probleem te ondervangen is een magneetkop ontworpen van het eerdergenoemde type, waarbij de grensvlakken tussen de magnetische en de niet-magnetische gedeelten van de beschermblokken een hellende stand innemen ten opzichte van een vlak loodrecht op de magnetische hoofdpool. Bij voorkeur hellen zij buitenwaarts omlaag ten opzichte van het genoemde vlak vanaf de toppen van de magnetische 5 hulppolen.
In figuur 12 ziet men een uitvoeringsvorm waarin dit kenmerk is belichaamd. De delen van dezelfde aard als in figuren 3A en 3B zijn met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven en worden hier niet nader besproken. Men ziet dat de grensvlakken 30 en 31 tussen de niet-magnetische delen 5, 5' en de magnetische delen 6, 6' een hellende stand innemen ten opzichte van een vlak loodrecht op de magnetische hoofdpool 10 en dat zij met name buitenwaarts omlaag hellen ten opzichte van een dergelijk vlak vanaf de top T van de hulppolen 7,7'. De groeven 9,0 zijn nu met niet-magnetische delen 5, 5' bedekt over het hele gebied tussen de hulppolen 7,7' en de retourbaandelen 8,8'.
De vervaardiging van deze uitvoeringsvorm is aangegeven in figuren 13 tot 15. Daarbij zijn dezelfde delen als van figuur 4 met dezelfde verwijzingscijfers aangeduid zodat zij niet nader behoeven te worden 15 beschreven. In het spiegelgladde oppervlak 12a van het magnetische blok 12 worden eerst groeven 13a, 13b en 13c aangebracht, waarvan de diepte achtereenvolgens verder toeneemt. Vervolgens wordt dit hoofdvlak 12a door polijsten afgeschuind onder een voorafbepaalde hoek, bijvoorbeeld naar rechts omlaag hellend onder een hoek van 10°. Deze hoek bepaalt de hoek 0 die de grensvlakken 30,31 in het eindproduct van figuur 12 met het vlak loodrecht op de hoofdpool vormen. Vervolgens wordt de plaat 11 van 20 niet-magnetisch materiaal met zijn spiegelgladde zijde 11a op de zijde 12a van het blok 12 gelegd (zie figuur 15). Dit betekent dat de groeven 9, 9' over het gehele gebied tussen de hulppolen 7, 7' en de retourbaandelen 8, 8' door niet-magnetisch materiaal 5, 5' zullen worden bedekt Vervolgens wordt het samenstel aan dezelfde bewerkingen als in figuur 4 onderworpen, zoals doorsnijden, fotolithografische bewerking en dergelijke. Zodoende wordt de magneetkop volgens figuur 12 verkregen, met een hoek 0 van 25 10° en een lengte Lm die verkort is tot 25 pm.
In tegenstelling tot de eerder beschreven uitvoeringsvormen maken~de~grensvlakken 30;31 nu een hoek van 10° met het vlak loodrecht op de hoofdpool, terwijl de groeven 9, 97 over het hele gebied tussen de hulppolen 7, 7' en de retourbaandelen 8, 8' door niet-magnetisch materiaal 5, 5" zijn bedekt Voordelen hiervan zijn dat de lengte Lm van de hoofdpool tot 25 pm kan worden verkleind, dat de groeven 9, 9* daarbij 30 niet opengaan zoals in de voorgaande uitvoeringsvormen, dat het opname/weergave-rendement goed is en dat ook de duurzaamheid bevredigend is.
Het zal duidelijk zijn dat als het contactoppervlak van deze uitvoeringsvorm niet de cilindrische vorm van figuur 12 maar de zadeldakvorm van figuur 16 heeft, dezelfde voordelen optreden.
In figuur 17 vindt men nog een andere uitvoeringsvorm. Delen overeenkomend met die van figuur 12 zijn 35 met dezelfde verwijzingscijfers aangegeven en worden niet meer afzonderlijk beschreven.
Bij het maken van deze uitvoeringsvorm begint men met het aanbrengen van groeven 13a, 13b, 13c in het spiegelgladde oppervlak 12a van het magnetische blok 12. De groeven hebben ditmaal een hoek 0 met het bovenvlak 12a, bijvoorbeeld van 10°. Daarna wordt de plaat 11 van niet-magnetisch materiaal opgebracht en vastgehecht (figuur 19) en wordt het samenstel volgens schuine lijnen, die een hoek met de 40 verticaal maken doorgesneden (figuur 20). De rest van het proces is gelijk aan dat van de voorgaande uitvoeringsvorm.
Het verkregen product van figuur 17 is gelijk aan dat van figuur 12, met als verschil dat de onderzijden 6a, 6a' van de magnetische delen 6, 6' nu een hellingshoek van 10° vertonen en dat het bandcontact-oppervlak een zadeldakvorm vertoont. Het zal duidelijk zijn dat deze uitvoeringsvorm hetzelfde effect en 45 dezelfde voordelen heeft als die van figuur 12.
In figuur 21 ziet men een volgende uitvoeringsvorm. De groeven in het blok 12 zijn ditmaal aangebracht met behulp van een slijpmachine die aan één zijde een hoek van 10° vertoont (figuur 22). Nadat de plaat 11 op het blok 12 is gelegd en vastgehecht (figuur 23) wordt het samenstel schuin doorgesneden onder een hoek 0 (figuur 24) en volgen dezelfde bewerkingen als bij de uitvoeringsvorm van figuur 12. Het zal 50 duidelijk zijn dat het verkregen product van figuur 21 hetzelfde effect en dezelfde voordelen heeft als dat van figuur 12.
In figuur 25 ziet men een volgende uitvoeringsvorm, die van het product uit figuur 12 verschilt doordat de dikte van de hulppolen 7, 7' nabij de top daarvan kleiner wordt. Het zal duidelijk zijn dat deze uitvoeringsvorm hetzelfde effect en dezelfde voordelen heeft als die van figuur 12.
55 Bij de uitvoeringsvormen van figuren 12 tot 25 is het verder mogelijk dat de magnetische hoofdpool en de hulppolen nagenoeg dezelfde breedte hebben (evenals in figuren 6-8), onafhankelijk van de dikte van de magneetkop.

Claims (4)

194054 6
1. Magneetkop voor loodrechte registratie, omvattende een magnetische hoofdpool uit een dunne film van zacht magnetisch materiaal, een aan een zijde van de hoofdpool aangebracht beschermblok, dat bestaat uit 5 een magnetisch gedeelte en een niet-magnetisch gedeelte, en een wikkeling, met het kenmerk, dat aan de andere zijde van de hoofdpool (2) eveneens een beschermblok (4, 4') bestaande uit een magnetische gedeelte (6, 60 en een niet-magnetisch gedeelte (5, 50 is aangebracht, waarbij de niet-magnetische gedeelten (5, 50 van de beschermblokken (4,40 zich vanaf het grensvlak van beide gedeelten (5,6; 5',60 tot aan het contactvlak tussen hoofdpool (2) en magnetisch registratiemedium uitstrekt, en dat aan het 10 grensvlak groeven (9, 90 in de magnetische gedeelten (6, 60 van de beschermblokken (4, 40 zijn aangebracht, die in elk blok (4, 40 een scheiding teweegbrengen tussen een op de magnetische hoofdpool (2) aansluitend deel dat een magnetische hulppool (7, 70 vormt, en een deel (8, 80 dat de retourbaan voor de magnetische flux vanuit de hoofdpool (2) vormt, waarbij de wikkeling (C) via de groeven (9, 90 om het samenstel van hoofdpool (2) en hulppolen (7,70 is gewonden.
2. Magneetkop volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de grensvlakken tussen de magnetische (6, 60 en de niet-magnètische gedeelten (5, 50 van de beschermblokken (4, 40 een hellende stand innemen ten opzichte van een vlak loodrecht op de magnetische hoofdpool (2).
3. Magneetkop volgens conclusie 2, met het kenmerk, dat de genoemde grensvlakken vanaf de toppen (T) van de hulppolen (7, 70 buitenwaarts omlaag hellen ten opzicht van het genoemde vlak vanaf de toppen (T) 20 van de magnetische hulppolen (7,70.
4. Magneetkop volgens conclusie 1-3, met het kenmerk, dat elke groef (9, 90 in het gebied tussen de magnetische hulppool (7, 70 en het retourbaangedeelte (8, 80 bedekt is met niet-magnetisch materiaal. Hierbij 10 bladen tekening
NL8303023A 1982-08-30 1983-08-30 Magneetkop voor loodrechte registratie. NL194054C (nl)

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
JP57150323A JPS5940314A (ja) 1982-08-30 1982-08-30 磁気ヘツド
JP15032382 1982-08-30

Publications (3)

Publication Number Publication Date
NL8303023A NL8303023A (nl) 1984-03-16
NL194054B NL194054B (nl) 2001-01-02
NL194054C true NL194054C (nl) 2001-05-03

Family

ID=15494505

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8303023A NL194054C (nl) 1982-08-30 1983-08-30 Magneetkop voor loodrechte registratie.

Country Status (7)

Country Link
US (1) US4635153A (nl)
JP (1) JPS5940314A (nl)
CA (1) CA1204508A (nl)
DE (1) DE3331254A1 (nl)
FR (1) FR2532458B1 (nl)
GB (1) GB2126408B (nl)
NL (1) NL194054C (nl)

Families Citing this family (16)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US4803582A (en) * 1983-06-23 1989-02-07 Victor Company Of Japan Ltd. Perpendicular magnetization type magnetic head having a magnetic pole part which forms a closed magnetic path
EP0172609A1 (en) * 1984-08-02 1986-02-26 Magnetic Peripherals Inc. Data transcription magnetic head assembly
DE3428800A1 (de) * 1984-08-04 1986-02-13 Robert Bosch Gmbh, 7000 Stuttgart Duennschicht-magnetkopf
NL8501200A (nl) * 1985-04-26 1986-11-17 Philips Nv Magneetkop voor loodrechte registratie.
JPS6214307A (ja) * 1985-07-11 1987-01-22 Sanyo Electric Co Ltd 垂直磁気ヘツド
JPS6216209A (ja) * 1985-07-16 1987-01-24 Sony Corp 単磁極型磁気ヘツド
JPS6289201A (ja) * 1985-10-16 1987-04-23 Hitachi Ltd 磁気記録再生装置
US4667260A (en) * 1986-03-20 1987-05-19 Magnetic Peripherals Inc. Thin film vertical recording head
WO1988002166A1 (en) * 1986-09-11 1988-03-24 Nippon Hoso Kyokai Vertical magnetic recording/reproducing head
NL8700160A (nl) * 1987-01-23 1988-08-16 Philips Nv Magneetkop voor gebruik bij loodrechte registratie.
JPH02239421A (ja) * 1989-03-10 1990-09-21 Mitsubishi Electric Corp 磁気ヘッド装置
US5267392A (en) * 1992-03-04 1993-12-07 Ampex Systems Corporation Method of manufacturing a laminated high frequency magnetic transducer
DE69314178T2 (de) * 1992-07-17 1998-04-09 Ampex Systems Corp Zusammengesetzter metall- und ferritwandlerkopf und herstellungsverfahren dafür
EP0768640A3 (en) * 1995-10-13 1998-11-11 Ampex Corporation A small core magnetic head with non-magnetic side support
US6798615B1 (en) * 2000-03-24 2004-09-28 Seagate Technology Llc Perpendicular recording head with return poles which reduce flux antenna effect
US7922833B2 (en) 2008-08-05 2011-04-12 Kennametal Inc. Gas regulator for thermal energy machining

Family Cites Families (13)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2927163A (en) * 1955-09-12 1960-03-01 Hughes Aircraft Co Electromagnetic transducers
US3302271A (en) * 1961-11-22 1967-02-07 Sony Corp Method of manufacturing a magnetic head assembly
JPS55157122A (en) * 1979-05-24 1980-12-06 Olympus Optical Co Ltd Magnetic head and production thereof magnetic head
JPS563422A (en) * 1979-06-20 1981-01-14 Matsushita Electric Ind Co Ltd Magnetic head
JPS5687217A (en) * 1979-12-14 1981-07-15 Toshiba Corp Vertical magnetization type magnetic head and its manufacture
US4383284A (en) * 1979-12-14 1983-05-10 Tokyo Shibaura Denki Kabushiki Kaisha Perpendicular magnetic head and method of manufacturing the same
JPS5687219A (en) * 1979-12-14 1981-07-15 Toshiba Corp Vertical magnetization type magnetic head
JPS56165918A (en) * 1980-05-23 1981-12-19 Ricoh Co Ltd Vertical magnetic recorder and reproducer
JPS5774812A (en) * 1980-06-18 1982-05-11 Sanyo Electric Co Ltd Manufacture of magnetic head for vertical magnetic recording
JPS5715211A (en) * 1980-06-30 1982-01-26 Toshiba Corp Manufacture of vertical magnetization type magnetic head
JPS5740722A (en) * 1980-08-25 1982-03-06 Matsushita Electric Ind Co Ltd Vertical magnetic recording head
JPS5764317A (en) * 1980-09-30 1982-04-19 Toshiba Corp Vertical magnetization type magnetic head
JPS57111817A (en) * 1980-12-29 1982-07-12 Toshiba Corp Vertical magnetization type magnetic head

Also Published As

Publication number Publication date
JPS5940314A (ja) 1984-03-06
NL8303023A (nl) 1984-03-16
JPH0344366B2 (nl) 1991-07-05
CA1204508A (en) 1986-05-13
DE3331254C2 (nl) 1991-10-31
GB8323164D0 (en) 1983-09-28
GB2126408B (en) 1985-10-02
GB2126408A (en) 1984-03-21
FR2532458B1 (fr) 1990-03-02
FR2532458A1 (fr) 1984-03-02
DE3331254A1 (de) 1984-03-01
NL194054B (nl) 2001-01-02
US4635153A (en) 1987-01-06

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL194054C (nl) Magneetkop voor loodrechte registratie.
EP0099831B1 (en) Magnetic head for perpendicular recording media
NL7909109A (nl) Meerkanaals magnetische transducentkop.
US4916563A (en) Magnetic head and method for the production thereof
EP0062739B1 (en) Multielement magnetic head assembly and method of making such assembly
EP0199422B1 (en) Magnetic head for vertical recording
US4858048A (en) Complex magnetic transducer head of single magnetic pole type for perpendicular mode recording
KR930000067B1 (ko) 자기헤드
JPH0232682B2 (ja) Jikihetsudo
KR940005553B1 (ko) 자기헤드 및 그 제조방법
EP0137049A1 (en) Perpendicular magnetic recording head
EP0170004A1 (en) Magnetic head
JP2502299B2 (ja) 磁気ヘツドの製造方法
CN1100224A (zh) 磁头制造方法
JPH0585962B2 (nl)
JPH03687B2 (nl)
JPH056728B2 (nl)
JPH04176014A (ja) 磁気ヘッドの製造方法
JPS6126912A (ja) 薄膜磁気ヘツド
JPS62185220A (ja) 垂直磁気ヘツド
JPH0546005B2 (nl)
JPS63168808A (ja) 磁気ヘツドのギヤツプ形成方法
JPS63201905A (ja) 複合型磁気ヘツドとその製造方法
JPH05342514A (ja) 浮上型磁気ヘッド
JPS6331005A (ja) 垂直記録再生用磁気ヘツドの製造方法

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
V1 Lapsed because of non-payment of the annual fee

Effective date: 20030301