NL8204184A - Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. - Google Patents

Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. Download PDF

Info

Publication number
NL8204184A
NL8204184A NL8204184A NL8204184A NL8204184A NL 8204184 A NL8204184 A NL 8204184A NL 8204184 A NL8204184 A NL 8204184A NL 8204184 A NL8204184 A NL 8204184A NL 8204184 A NL8204184 A NL 8204184A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
storage bin
members
spreading
frame
reservoir
Prior art date
Application number
NL8204184A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Lely Nv C Van Der
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Lely Nv C Van Der filed Critical Lely Nv C Van Der
Priority to NL8204184A priority Critical patent/NL8204184A/nl
Priority to GB08328422A priority patent/GB2128863B/en
Priority to FR8317154A priority patent/FR2535153A1/fr
Priority to DE19833339114 priority patent/DE3339114C2/de
Publication of NL8204184A publication Critical patent/NL8204184A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C15/00Fertiliser distributors
    • A01C15/005Undercarriages, tanks, hoppers, stirrers specially adapted for seeders or fertiliser distributors

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Fertilizing (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)

Description

V
v C. van der Lely H.V., Weverskade 10, Maasland "Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal"
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of dergelijk materiaal, voorzien van een gestel, een voorraadbak en ten minste twee 5 verspreidorganen.
Volgens de uitvinding is het gestel aan de, ten opzichte van de normale voortbewegingsrichting van de inrichting, voorzijde van de inrichting voorzien van twee draagbalken die zich vanaf de voorzijde tot langs een deel 10 van de zijkanten van de voorraadbak uitstrekken en deze voorraadbak aan de zijkanten ondersteunen.
Op deze wijze wordt een goede ondersteuning van de voorraadbak verkregen, waarbij het gestel gemakkelijk gefabriceerd kan worden.
15 Bij een gunstig uitvoeringsvoorbeeld strekken de beide draagbalken zich, in de vertikale stand van de inrichting met hun middendelen althans nagenoeg horizontaal uit en bezitten einddelen die zich vanaf deze horizontale middendelen schuin omhoog uitstrekken langs de zijkanten van de 20 voorraadbak. Hiermede wordt een stabiele ondersteuning van het reservoir op het gestel op goede wijze gewaarborgd.
De ondersteuning van het reservoir kan gunstig beïnvloed worden wanneer volgens een verdere constructie de einden van de draagbalken zijn verbonden met een randbalk die 25 zich om althans een gedeelte van de bovenömtrek van de voorraadbak uitstrekt. In het bijzonder wanneer de inrichting breed is kan de ondersteuning van de voorraadbak en de uitvoering van het geheel op positieve wijze beïnvloed worden wanneer nabij het midden van de breedte van de voorraadbak 30 een middensteunbalk is aangebracht die zich althans gedeeltelijk onder de voorraadbak uitstrekt en de voorraadbak althans aan de achterzijde ondersteunt. Hierbij wordt de bak in zijn breedte richting op verschillende plaatsen ondersteund zodat deze uit licht materiaal vervaardigd kan worden.
35 Volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld kan hierbij de middensteunbalk aan de voor- en achterzijde van de 8204184 2 / i v voorraadbak zijn verbonden met een randbalk die zich om althans een deel van de bovenomtrek van de voorraadbak uitstrekt.
Volgens een verdere constructie is de randbalk om de bovenomtrek van de voorraadbak in doorsnede buisvormig en 5 bevestigd aan de einddelen van de draagbalken die zich althans gedeeltelijk in hoogterichting uitstrekken.
Volgens een verder uitvoeringsvoorbeeld van het gestel van de inrichting zijn de middendelen van de draagbalken verbonden met zich in hoogterichting uitstrekkende 10 staanders die de beide draagbalken met elkaar verbinden. Hierbij wordt een goede constructie verkregen om de inrichting met de hef inrichting van e.en trekker of dergelijk voertuig te kunnen koppelen. De staanders en een draagbalk kunnen hierbij zijn voorzien van bevestigingsmiddelen waarmede de inrichting 15 aan de hefinrichting van een trekker of dergelijk voertuig gekoppeld kan worden.
Bij een verder uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding is de voorraadbak nabij de onderzijde voorzien van een doseermechanisme waarmede de 20 hoeveelheid materiaal regelbaar is die, tijdens -het bedrijf van de inrichting, per tijdseenheid vanuit het reservoir aan de verspreidorganen kan worden toegevoerd, waarbij het doseermechanisme twee onder afvoertuiten van de voorraadbak gelegen doseer organen omvat die onafhankelijk van het overige 25 gedeelte van het reservoir vast met het gestel zijn verbonden. Op deze wijze kunnen de doseerorganen een vaste ligging in het gestel gegeven worden terwijl de voorraadbak losneembaar van het gestel aangebracht kan zijn. Hierdoor wordt de fabricage gunstig beïnvloed. De ligging van de doseerorganen 30 ten opzichte van elkaar kan gunstig beïnvloed worden doordat de beide doseerorganen met elkaar zijn gekoppeld door een vast met het gestel verbonden verbindingsbalk. Hierbij kunnen de verspreidorganen zodanig zijn aangebracht dat zij althans in hoofdzaak door de verbindingsbalk worden 35 gedragen. Op deze wijze wordt de ligging van de verspreidorganen ten opzichte van de doseerorganen op gunstige wijze gewaarborgd.
8204184 V 'k > 3
De uitvinding zal nader worden toegelieht aan de hand van^ de tekeningen van een gunstig uitvoeringsvoorbeeld van de inrichting volgens de uitvinding.
Pig. 1 is een vooraanzicht van een inrichting volgens 5 de uitvinding
Pig. 2 geeft een zijaanzicht weer van de inrichting volgens fig. 1, gezien in de richting volgens de pijl II in fig. 1 . Pig· 3 geeft een bovenaanzicht van de inrichting 10 weer, waarbij het reservoir is weggelaten.
De in de figuren weergegeven inrichting is een strooiinrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of dergelijk materiaal. De inrichting omvat een gestel 1, een 15 reservoir 2 en verspreidorganen 3 en 4. De verspreidorganen 3 en 4 zijn onder afvoertuiten 5 en 6 van het reservoir gelegen.
Het gestel omvat twee gelijkvormige draagbalken 11 en 12. Van deze balken is de balk 11 hoger gelegen dan de 20 balk 12. De balk 11 heeft een middengedeelte 13 dat zich, in de verticale stand van de inrichting, horizontaal uitstrekt.
De draagbalk 11 omvat verder einddelen 14 en 15 die, in het vooraanzicht van figuur 1 gezien ten opzichte van elkaar naar boven toe divergeren. Ih zijaanzicht gezien (fig. 2) 25 strekken deze einddelen zich vanaf het middengedeelte 13 schuin omhoog naar achteren uit. De draagbalk 12 is op dezelfde wijze voorzien van een middengedeelte 16 en einddelen 17 en 18. De middendelen 13 en 16 alsmede de einddelen 14 en 15 resp. 17 en 18 zijn, zoals uit de figuren blijkt, 30 evenwijdig aan elkaar gelegen. In zijaanzicht gezien sluiten de einddelen van de draagbalken 11 en 12 een hoek 19 van ongeveer 45° met het horizontale vlak in, bij een verticale stand van de inrichting. In vooraanzicht gezien strekken de einddelen van de draagbalken zich Dnder hoeken 10 van onge-35 veer 45° ten opzichte van de verlengden van de middendelen 13 en 16 schuin naar boven toe uit.
De middendelen 13 en 16 van de draagbalken 11 en 12 zijn bevestigd aan zich omhoog uitstrekkende staanders 20 en 8204184 Λ ^ i 4 21, die in de verticale stand van de inrichting verticaal zijn gelegen. Het middendeel 13 is op de boveneinden van de staanders 20 en 21 aangebracht. Het middendeel 16 van de draagbalk 12 ligt ten opzichte van de normale voortbewegings-5 richting 24 van de inrichting achter de staanders 20 en 21. Het middendeel 16 is door middel van lippen 22 met de staanders verbonden. De staanders 20 en 21 zijn nabij hun ondereinden met elkaar verbonden door een koppelbalk 22. De boveneinden van de einddelen 14 en 17 en de boveneinden van 10 de einddelen 15 en 18 liggen in de verticale stand van de inrichting op gelijke hoogten en zijn vast verbonden met zijbalken 26 en 27· De balken 26 en 27 zijn aan de voorzijde van de inrichting met elkaar verbonden door een voorbalk 28 en aan de andere zijde van de inrichting door een achterbalk 15 29. De balken 26 - 29 vormen gezamenlijk een randbalk 30 die uit één geheel kan zijn gebogen of uit meerdere delen kan zijn opgebouwd. De randbalk 30 vormt in hoofdzaak een rechthoek (Fig. 3) met afgeronde hoeken.
De. voor- en achterbalken 28 en 29 zijn met elkaar 20 gekoppeld door een middensteunbalk 31 · Deze middensteunbalk 31 heeft een middengedeelte 32 dat zich in de verticale stand van de machine horizontaal uitstrekt in een richting loodrecht op de balken 28 en 29. De balk 31 heeft einddelen 33 en 34 die zich schuin omhoog divergerend ten opzichte 25 van elkaar uitstrekken. Deze einddelen 33 en 34 liggen onder een hoek 35 van ongeveer 45° ten opzichte van het verlengde van het middengedeelte 32. Het ondereinde van het einddeel 33 is door middel van koppelplaten 37 en 38 met het middendeel 13 van de draagbalk 11 verbonden. Het middendeel 30 32 van de balk 31 is door middel van een schoorbalk 39 met het midden van het middendeel .16 van de balk 12 gekoppeld.
De schoorbalk 39 ligt evenwijdig aan de einddelen 17 en 18 van de balk 31, waarbij de hartlijnen van de einddelen 17 en 18 en de schoorbalk 39 in één vlak 40 gelegen zijn.
35 Het gestel 1 is voorzien van steunbalken 41 en 42 die nabij de onderzijde van de staanders 20 en 21 aan de achterzijde daarvan zijn bevestigd. De steunbalken 42 en 43 zijn V-vormig opgesteld en divergeren naar voren toe ten opzichte van hun aan elkaar bevestigde achtereinden. De 8204184 \ * i.
5 bevestiging van de vooreinden van de steunbalken 41 en 42 aan de staanders 20 en 21 is verstevigd door schoor strippen 43. de achtereinden van de balken 41 en 42 zijn voorzien van twee in verticale richting op afstand van elkaar gelegen 5 koppelplaten 44. Aan de onderzijde van de achtereinden van de balken 41 en 42 is een grondsteun 45 aangebracht. De staanders 20 en 21 zijn aan hun ondereinden voorzien van grondsteunen 46 en 47. De balken 41 en 42 zijn op dezelfde hoogte als de koppelbalk 23 met de staanders 20 en 21 10 verbonden. Juist boven de balk 23 zijn aan de staanders 20 en 21 zich naar voren uitstrekkende bevestigingsstrippen 51 resp. 52 aangebracht.
Het gestel van de inrichting is symmetrisch uitgevoerd ten opzichte van het verticale vlak 53 dat de langs-15 hartlijn van de inrichting bevat. Het vlak 53 bevat eveneens de hartlijn van de balken 31 en 39. De staanders 20 en 21 zijn- hart op hart op een afstand 54 van elkaar aangebracht.
De evenwijdig aan elkaar gelegen balken 26 en 27 zijn hart op hart op een afstand 55 van elkaar aangebracht, die onge-20 veer gelijk is aan 2,5 maal de afstand 54* De afstand 55 is ongeveer anderhalf maal zo groot als de afstand 56 van de balken 28 en 29 hart op hart.
De voorraadbak 2 omvat een ondergedeelte 61 dat een hoofddeel van de voorraadbak vormt en twee 25 afvoertuiten 5 en 6 bezit. Boven het ondergedeelte 61 is een opz'etstuk 62 aangebracht. Het ondergedeelte 61 heeft aan de bovenzijde een uitkragende gebogen rand 63. De bovenzijde van het ondergedeelte 61 is van zodanige afmetingen dat het passend binnen de randbalk 30 is gelegen. Hierbij steunen 30 de uitkragende randen 63 op de randbalk 30. De rand 63 is zodanig gebogen dat het op de bovenzijde van de uit rond buis materiaal vervaardigde randbalk 30 past. Het opzetstuk 62 is voorzien van een uitkragende gebogen rand 64 zodanig dat deze rand 64 op de bovenzijde van de rand 63 past, een en ander 35 zoals blijkt uit de figuren 1 en 2. De bovenzijde van het ondergedeelte 61 van de voorraadbak is in overeenstemming met de rechthoekige vorm van de randbalk 30, vierhoekig gevormd met afgeronde hoeken. Het ondergedeelte 61 convergeert 8204184 6 naar beneden toe, waarbij de wanden van de afvoertuiten 5 en 6 in zij- en vooraanzicht gezien in één vlak liggen met de wanden van het bovengedeelte van het ondergedeelte 61. De afvoertuiten 5 en 6 omvatten verder naar elkaar toe gelegen 5 zijden 67 en 68 die naar boven toe convergeren en volgens een kromming 69 op elkaar aansluiten. De kromming 69 is bij voorkeur zodanig gekromd dat de kromming 69 past op de bovenzijde van het middengedeelte 32 van de uit rond buis materiaal bestaande middensteunbalk 31, een en ander zoals in het 10 bijzonder uit fig. 1 blijkt. De afvoertuiten 5 en 6, die zoals uit het voorgaande blijkt in horizontale doorsnede vierhoekig zijn, zijn voorzien van ronde ondereinden 65 en 66. Deze ondereinden zijn naar onderen toe open en sluiten aan op de doseerorganen 70 en 71· Deze doseerorganen vormen doseer-15 bakken met conischvormige wanden die naar boven toe divergeren.
De doseerorganen 70 en 71 zijn onderling met elkaar verbonden door een horizontale verbindingsbalk 72, die in doorsnede een rechthoekige kokerbalk vormt met een hoogte 73 20 en een breedte 74. De breedte 74 is hierbij ongeveer 3x zo groot als de hoogte 73· De verbindingsbalk 72 is met het middengedeelte 16 van de draagbalk 12 gekoppeld door twee evenwijdig aan elkaar gelegen zich in horizontale richting uit strekkende steunarmen 75 en 76. De steunarmen liggen even-25 wijdig aan het vlak 53 en aan weerszijden daarvan. De verbindingsbalk 72 is op dezelfde hoogte gelegen als het middengedeelte 16 van de draagbalk 12. Diametraal van de bevestiging van de doseerbakken 70 en 71 aan de verbindingsbalk 72 zijn de doseerbakken bevestigd aan draagarmen 77 resp. 78.
30 Deze draagarmen 77 en 78 verlopen schuin naar boven evenwijdig aan de zijwanden van het reservoir en zijn bevestigd aan de zijbalken 26 en 27 van de. randbalk 30. De doseerbakken liggen aldus vast in het gestel 1·
De doseerbakken 70 en 71 hebben vlakke bodemplaten 35 81 en 82. Elk van de bodems is voorzien van twee afvoer-openingen 83 resp. 84. Onder de bodems 81 en 82 zijn doseer-schuiven 85 resp. 86 aangebracht. De schuiven 85 en 86 zijn voorzien van uitkragende randen 87 en 88 die door middel van niet nader weergegeven stangen aan een niet nader weergegeven 8204184
' C
7 verstelmechanisme zijn gekoppeld om de dos eer schuiven in een bepaalde stand ten opzichte van de bodems te houden resp. ten opzichte van de bodems te kunnen verstellen# ELk van de doseerschuiven 85 en 86 is voorzien van met de openingen 83 5 en 84 corresponderende openingen 89 en 90#
De verspreidorganen 3 en 4 zijn aangebracht aan zich omhoog uitstrekkende assen 95 en 96, die zich in de verticale stand van de inrichting verticaal uitstrekken. De assen 95 en 96 zijn gelegerd in tandwielkasten 97 en 98 10 waarvan de tandwieloverbrenging niet nader is weergegeven#
De tandwielkasten 98 zijn door middel van holle kokerbalken 99 en 100 verbonden met een tandwielkast 101. De overbrenging in de tandwielkasten 97 en 98 zijn op niet nader weergegeven wijze verbonden met in de kokerbalken 99 en 100 gelegen assen# 15 Deze assen zijn met overbrengingsorganen in de tandwielkast 101 verbonden. De tandwielkast 101 is aan de voorzijde voorzien van een uit de kast uitstekende aandrijfas 102.
De kokerbalken 99 en 100 vormen tezamen met de tandwielkasten 97, 98 en 101 een draagconstructie 103 voor de verspreid-20 organen 3 en 4# Deze draagconstructie 103 is door middel van een balk 104 bevestigd aan de verbindingsbalk 72. Hoewel in dit uitvoeringsvoorbeeld één balk 104 is weergegeven kan de draagconstructie 103 ook door bijv. twee balken met de verbindingsbalk 72 zijn verbonden. Deze balken kunnen daar 25 op korte afstand naast elkaar zijn gelegen en zich omhoog uitstrekken tussen de verspreidorganen 3 en. 4.
De assen 95 en 96 strekken zich omhoog uit tot in de onderzijde van de doseerbakken 70 en 71* In. deze doseer-bakken 70 en 71 kunnen zij zijn verbonden met niet nader 30 weergegeven woelorganen voor het loshouden van het materiaal in de voorraadbak. De hartlijnen 105 en 106 van de assen 95 en 96 vallen samen met de hartlijnen van de ronde bodems 81 en 82. De draaiingsassen 105 en 106 zijn in een vlak 107 gelegen, dat zich loodrecht op het vlak 53 uitstrekt. Het 35 vlak 107 bevat ook de hartlijnen van de verbindingsbalk 72 en de draagarmen 77 en 78. De openingen 83 en 84 in de bodems 81 en 82 zijn véér het vlak 107 gelegen bij een koppeling van de inrichting aan de achterzijde van de trekker 8204184 8 waarbij deze in de richting 24 wordt voortbewogen.
Bij het gebruik van de inrichting wordt deze aan de hef inrichting van een trekker of der gelijk voertuig gekoppeld* De platen 51 en 52 en de koppelingsplaten 37 5 vormen hierbij bevestigingsmiddelen voor het bevestigen van de inrichting aan de driepuntshefinrichting van een trekker of dergelijk voertuig. Bij het gebruik van de inrichting wordt deze gewoonlijk zodanig aangebracht dat de verspreid-organen 3 en 4 in een horizontaal vlak zijn gelegen. Hierbij 10 bevindt de inrichting zich in de verticale stand en zijn de staanders 20 en 21 verticaal gelegen. ïn deze stand is de voorraadbak met de bovenzijde horizontaal gelegen. Het te verspreiden materiaal wordt in het reservoir 2 gebracht en van daaruit kan het door de afvoeropeningen 83 en 84, tijdens 15 bedrijf, aan de verspreidorganen 3 en 4 toegevoerd kan worden. De verspreidorganen 3 en 4 worden tijdens bedrijf in rotatie gebracht in de richting volgens de pijlen 108 en 109. Hierbij draaien de verspreidorganen 3 en 4 tegengesteld aan elkaar, waarbij de naar elkaar toegerichte zijden bewegen · 20 in een richting evenwijdig aan de normale voortbewegings-richting 24. De openingen 83 en 84 en de diameter 111 en de constructie van de verspreidorganen met de daaraan aangebrachte verspreidschoepen 110 zijn zodanig dat bij het uitstrooien elk van de verspreidorganen 3 en 4 het materiaal 25 over eenzelfde sectorvormig strooibeeld uitstrooit. Deze strooibeelden liggen symmetrisch ten opzichte van het verticale vlak 53 en vallen praktisch gqheel samen. Het materiaal wordt hierbij ten opzichte van de richting 24 in hoofdzaak naar achteren uitgestrooid. De inrichting kan ook 30 aan de voorzijde van bijvoorbeeld een trekker aangebracht worden. De inrichting zal dan voortbewogen worden in een . richting tegengesteld aan de voortbewegingsrichting 24. Het materiaal zal dan naar voren uitgestrooid worden. De draairichtingen 108 en 109 blijven hierbij gehandhaafd en 35 blijven met hun naar elkaar toegekeerde zijden bewegen in een richting tegengesteld aan de richting waarin het materiaal in hoofdzaak wordt uitgestrooid. De afvoeropeningen 83 en 84 liggen aan die zijde van het vlak 107 die tegengesteld 8204184 9 is aan. de zijde waarheen het materiaal wordt uitgestrooid.
Met de constructie volgens de uitvinding wordt een gunstig te fabriceren gestel verkregen dat op goede wijze een afneembaar van het gestel aangebrachte voorraadbak kan 5 ondersteunen. In dit uitvoeringsvoorbeeld is de voorraadbak 2, opgebouwd uit de gedeelten 61 en 62, waarbij het opzet-stuk 62 op het ondergedeelte 61 past. Het ondergedeelte en daarmede het deel 62 is naar boven toe van het gestel afneembaar. Hierbij kunnen de ondereinden 65 en 66 zonder 10 meer uit de doseerbakken 70 en 71 gelicht worden. De steun-rand 63 van het gedeelte 61 kan bijvoorbeeld door middel van snel en gemakkelijk losneembare bevestigingen aan het reservoir bevestigd zijn. Bijvoorbeeld kan de rand 63 door schroefbouten aan de randbalk 30 zijn bevestigd. De schroef-15 bouten kunnen, bijv. op eenvoudige wijze losgenomen worden.
Door deze schroefbouten of apart daarvan kan de rand 64 van het opzetstuk 62 aan de rand 63 en de balk 30 worden bevestigd. De voorraadbak kan door deze ondersteuning op gunstige wijze uit een stuk metaalplaat geperst worden, althans wat betreft 20 het ondergedeelte 61. Het gedeelte 62 kan dan eveneens uit één stuk geperst worden. De gedeelten 61 en 62 kunnen ook op gunstige wijze uit kunststof vervaardigd worden. De ondersteuning van het reservoir door de randbalk 30 en de midden-steunbalk 31 is zodanig dat de voorraadbak licht van konstruk-25 tie gehouden kan worden. De voorraadbak kan aldus uit betrekkelijk dun materiaal worden vervaardigd. Dit kan voor de fabricage van de voorraadbak van voordeel zijn.
De doseerbakken 70 en 71 behouden op goede wijze een vaste ligging in het gestel door hun bevestiging daaraan 30 onafhankelijk van de voorraadbak. Door de bevestiging van de verspreidorganen 3 en 4 via de draagconstructie 103 aan de verbindingsbalk 72 worden de verspreidorganen 3 en 4 op goede wijze op zijn plaats gehouden ten opzichte van de do-seerorganen 70 en 71. Hierdoor kan ook de fabricage van de 35 inrichting gunstig beïnvloed worden.
De hoeveelheid materiaal die per tijdseenheid aan de verspreidorganen kan worden toegevoerd is te regelen door de afvoeropeningen 83 en 84 meer of minder af te sluiten. Hiervoor kunnen de openingen 89 en 90 in de doseerschuiven 8204184 * * 10 85 en 86 meer of minder in overlap met de afvoeropeningen 83 en 84 gebracht worden. De doseerschuiven kunnen op niet nader weergegeven wijze versteld worden door een verstelmechanisme waarmede zij zijn gekoppeld en waarmede zij in een 5 bepaalde stand gehouden kunnen worden. De doseerschuiven zijn hierbij verdraaibaar om de assen 95 en 96 en daarmede om de draaiingsassen 105 en 106. De doseerorganen 70 en 71 en de doseerschuiven vormen doseermechanismen, die symmetrisch ten opzichte van het vlak 53 zijn aangebracht.
10 In liet bijzonder door de vorm van het gestel en de bevestiging daaraan van de doseerorganen kan het gestel op gunstige wijze gefabriceerd worden met de daaraan aangebrachte verspreidorganen. De gestelbalken 11, 12, 30 en 31 zijn uit in doorsnede, rond buis materiaal vervaardigd. De staanders 15 20 en 21 alsmede de koppelbalk 23 en de steunbalken 41 en 42 zijn uit rechthoekige buis vervaardigd. Het zal duidelijk zijn dat de balken ook uit ander materiaal vervaardigd kan worden. Door de genoemde ondersteuning van het reservoir kan dit uit licht niet dragend materiaal vervaardigd worden. De onder-20 steuning van het reservoir wordt gunstig beïnvloed doordat de einddelen 17 en 18 met het midden van de balken 26 en 27 zijn bevestigd.
De uitvinding is niet beperkt tot datgene wat hiervoor is beschreven, doch strekt zich ook uit tot datgene 25 wat uit de tekeningen blijkt doch niet is beschreven.
Conclusies 8204184

Claims (29)

1. Inrichting voor het -verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of dergelijk materiaal, voorzien van een gestel, een voorraad-bak en ten minste twee verspreidorganen, met het kenmerk, 5 dat het gestel aan de, ten opzichte van de normale voort-bewegingsrichting van de inrichting, voorzijde van de inrichting is voorzien van twee draagbalken, die zich vanaf de voorzijde tot langs althans een deel van de zijkanten van de voorraadbak uitstrekken en deze voorraadbak aan de zijkanten 10 onderst eunen.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de beide draagbalken zich ia de vertikale stand van de inrichting, met hun middendelen althans nagenoeg horizontaal uitstrekken en einddelen bezitten die zich vanaf deze hori- 15 zontale middendelen schuin omhoog uitstrekken langs de zijkanten van de voorraadbak.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de einden van de draagbalken zijn verbonden met een randbalk die zich om althans een gedeelte van de bovenomtrek 20 van de voorraadbak uitstrekt.
4. Inrichting volgens conclusie 3» met het kenmerk, dat de voorraadbak aan de bovenzijde is voorzien van een uitstekende rand die op de bovenzijde van de randbalk past.
5· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, 25 met het kenmerk, dat de beide draagbalken gelijkvormig zijn en evenwijdig aan elkaar zijn gelegen, waarbij de een althans in hoofzaak hoger is gelegen dan de ander.
6. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat nabij het midden van de breedte van de 30 voorraadbak een middensteunbalk is aangebracht, die zich althans gedeeltelijk onder de voorraadbak uitstrekt en de voorraadbak althans aan de achterzijde ondersteunt.
7. Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of 35 dergelijk materiaal, voorzien van een gestel, een voorraadbak en ten minste twee verspreidorganen, met het kenmerk, dat het gestel een middensteunbalk heeft, die zich althans nabij het midden van de breedte van de voorraadbak onder deze uit 8204184 K -12- \ strekt en de voorraadbak althans aan de achterzijde onderr-steunt.
8. Inrichting volgens conclusie 6 of 7, met het kenmerk, dat de middensteunbalk aan de voor- en achterzijde van 5 de voorraadbak is verbonden met een randbalk die zich om althans een deel van de bovenomtrek van de voorraadbak uitstrekt . 9. inrichting volgens conclusie 6, 7 of 8, met het kenmerk, dat de middensteunbalk met het zich onder het reser- 10 voir uitstrekkend gedeelte is gelegen tussen twee afvoertui-ten van het reservoir en althans nagenoeg tegen de op elkaar aansluitende delen van de afvoertuiten aanligt.
10. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de randbalk om de bovenomtrek van de 15 voorraadbak in doorsnede buisvormig is en is bevestigd aan de einddelen van de draagbalken die zich althans gedeeltelijk in hoogterichting uitstrekken.
11. Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of 20 dergelijk materiaal, voorzien van een gestel, een voorraadbak en ten minste twee verspreidorganen, met het kenmerk, dat het gestel een althans nabij de bovenzijde van de voorraadbak om althans een deel van de omtrek daarvan uitstrekkende buis omvat, die door twee aan de zijkanten van het reservoir aan-25 gebrachte, zich in opwaartse richting uitstrekkende draagbalken wordt ondersteund.
12. Inrichting volgens een der conclusies 6-11, met het kenmerk, dat de middensteunbalk door middel van een schoorbalk met het middendeel van de laagstgelegen draagbal- 30 ken door middel van koppelplaten met het middendeel van de hoogst gelegen draagbalk is verbonden.
13· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de middendelen van de draagbalken zijl verbonden met zich in hoogterichting uitstrekkende staanders 35 die de beide draagbalken met elkaar verbinden.
14. Inrichting volgens conclusie 13, met het kenmerk, dat de staanders en een draagbalk zijn voorzien van bevestigingsmiddelen waarmede de inrichting aan de hefinrichting van een trekker of dergelyk voertuig gekoppeld kan worden. 8204184 -IS IS. Inrichting volgens conclusie 13 of 14, met het kenmerk, dat de staanders nabij hun ondereinden met elkaar zijn verbonden door een koppelbalk en aan de staanders ter plaatse van de bevestiging van de koppelbalk daaraan steun-5 balken zijn aangebracht die zich vanaf de staanders ten opzichte van de normale voortbewegingsrichting naar achteren toe uitstrekken en met elkaar zijn verbonden.
16. Inrichting volgens conclusie 15, met het kenmerk, dat de steunbalken in bovenaanzicht gezien V-vormig zijn op-10 gesteld en aan de achterzijde is voorzien van een grondsteun en een koppelorgaan voor het koppelen aan de inrichting van een andere inrichting.
17· Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir nabij de onderzijde is 15 voorzien van een doseermechanisme waarmede de hoeveelheid materiaal regelbaar is, die tijdens bedrijf van de inrichting, per tijdseeinheid vanuit het reservoir aan de verspreidorganen kan worden toegevoerd, waarbij het doseermechanisme twee onder afvoertuiten van de voorraadbak gelegen doseerorganen 20 omvat die onafhankelijk van het overige gedeelte van het reservoir vast met het gestel zyn verbonden.
18. Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal, in het bijzonder kunstmest, zaad of dergelijk materiaal, die is voorzien van een gestel, een 25 voorraadbak en ten minste twee verspre idorganen, waarbij tussen de verspreidorganen en de voorraadbak ee.n doseermechanisme is aangebracht voor het regelen van de hoeveelheid materiaal die "per tijdseenheid vanuit de voorraadbak aan de verspreidorganen kan worden toe gevoerd, met het kenmerk, dat het 30 doseermechanisme twee doseerorganen omvat, die ieder op een afvoergedeelte van de voorraadbak aansluiten en onafhankelijk van het overige gedeelte van de voorraadbak vast met het gestel zijn verbonden, een en ander zodanig dat het overige gedeelte van het reservoir van het gestel afgen omen kan 35 worden onafhankelijk van de doseerbakken.
19. Inrichting volgens conclusie 17 of 18, met het kenmerk, dat de beide doseerorganen met elkaar zijn gekoppeld door een vast met het gestel verbonden verbindingsbalk.
20. Inrichting volgens conclusie 19, met het kenmerk, 8204184 * -14- 4 dat de verspreidorganen zodanig zijn aangebracht, dat zij althans in hoofdzaak door de verbindingsbalk worden gedragen·
21. Inrichting volgens conclusie 20, met het kenmerk, 5 dat de beide verspreidorganen zijn aangebracht aan een draagconstructie waarin althans een gedeelte van de overbrengings-organen voor de aandrijving van de verspreidorganen zijn aangebracht en dat deze draagconstructie met de verbindingsbalk is verbonden.
22. Inrichting volgens conclusie 21, met het kenmerk, dat de overbrengingsorganen een ingaande asstomp omvatten die met de aftakas van een trekker of dergelijk voertuig koppelbaar is voor het aandrijven van het verspreidorgaan vanaf de aftakas.
23. Inrichting volgens een der conclusie 17 - 22, met het kenmerk, dat de doseerorganen zijn gekoppeld met draagarmen die zich langs de tegenover elkaar gelegen zijkanten van de voorraadbak uitstrekken en met de randbalk zijn verbonden.
24. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de voorraadbak gemakkelijk losneembaar aan het gestel is aangebracht.
25. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat op de bovenzijde van de voorraadbak een 25 opzetstuk afneembaar is aangebracht. 25. inrichting volgens conclusie 17 - 25, met het kenmerk, dat de ondereinden van de afvoertuiten van de voorraadbak open zijn en althans in hoofdzaak passend in de doseerbakken uitmonden die van een bodemgedeelte voor de 30 voorraadbak zijn voorzien en afvoeropeningen bezitten.
27. Inrichting volgens conclusie 26, met het kenmerk, dat de afvoeropeningen, ten opzichte van de normale voortbe-wegingsrichting van de inrichting, zijn gelegen voor een vlak dat de hartlijnen van de doseerorganen en de daarmede samen- 35 vallende draaiingsassen van de verspreidorganen omvat.
28. Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de verspreidorganen zodanig aandrijfbaar zijn dat zij tegengesteld aan elkaar roteren en met de naar elkaar toegekeerde zijden bewegen in een richting tegengesteld 8204184 V ' „ * -15- aan de stroomrichting van de verspreidorganen.
29. Inrichting velgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat de ligging van de afvoeropeningen en de konstruktie van de verspreidorganen zodanig is dat de ver- 5 spreidorganen het materiaal tijdens bedrijf in hoofdzaak over dezelfde sector uitstrooien.
30, Inrichting volgens een der voorgaande conclusies, met het kenmerk, dat het reservoir i$ geperst uit metalen plaat.
31. Inrichting volgens een der conclusies 1 - 29, met het kenmerk, dat het reservoir bestaat uit kunststof.
32. Inrichting zoals hiervoor is beschreven en in de tekeningen is weergegeven. o-o-o-o-o » 8204184
NL8204184A 1982-10-29 1982-10-29 Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal. NL8204184A (nl)

Priority Applications (4)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8204184A NL8204184A (nl) 1982-10-29 1982-10-29 Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
GB08328422A GB2128863B (en) 1982-10-29 1983-10-25 A spreader
FR8317154A FR2535153A1 (fr) 1982-10-29 1983-10-27 Dispositif d'epandage d'une matiere granuleuse et/ou pulverulente
DE19833339114 DE3339114C2 (de) 1982-10-29 1983-10-28 Streugerät

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL8204184 1982-10-29
NL8204184A NL8204184A (nl) 1982-10-29 1982-10-29 Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL8204184A true NL8204184A (nl) 1984-05-16

Family

ID=19840486

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL8204184A NL8204184A (nl) 1982-10-29 1982-10-29 Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.

Country Status (4)

Country Link
DE (1) DE3339114C2 (nl)
FR (1) FR2535153A1 (nl)
GB (1) GB2128863B (nl)
NL (1) NL8204184A (nl)

Families Citing this family (1)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB2163032B (en) * 1984-08-17 1988-02-17 Lely Nv C Van Der A spreader

Family Cites Families (14)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
US2901257A (en) * 1955-01-28 1959-08-25 William T Teagle Agricultural machines
DE1085372B (de) * 1958-01-27 1960-07-14 Adolf Moeller Streuvorrichtung
GB1062495A (en) * 1963-09-06 1967-03-22 Lely Nv C Van Der Improvements in or relating to implements for spreading powdered or granular materials
FR1379126A (fr) * 1963-10-22 1964-11-20 Lely Nv C Van Der Dispositif pour épandre de la matière
DE1457769A1 (de) * 1965-04-29 1969-05-29 Amazonen Werke Dreyer H Zentrifugalstreuer,insbesondere zum Ausstreuen von Mineralduengemitteln
NL6702499A (nl) * 1967-02-20 1968-08-21
DE1965463U (de) * 1967-05-12 1967-08-03 Amazonen Werke Dreyer H Zentrifugalsteuer, insbesondere fuer duengemittel.
GB1164244A (en) * 1968-01-09 1969-09-17 Machf Triolet Apparatus for Spreading Granular or Pulverulent Material, Particularly Artificial Manure.
US3512721A (en) * 1968-01-29 1970-05-19 Transland Aircraft Inc Spreader for flowable material
DE2614717C3 (de) * 1976-04-06 1980-01-24 Fa. Heinrich Wilhelm Dreyer, 4515 Bad Essen Streugerät
NL7605515A (nl) * 1976-05-21 1977-11-23 Multinorm Bv Inrichting voor het verspreiden van strooibaar materiaal met een verbeterd gestel.
NL7613260A (nl) * 1976-11-29 1978-05-31 Texas Industries Inc Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
DE2756509B1 (de) * 1977-12-19 1979-06-13 Amazonen Werke Dreyer H Zentrifugalduengerstreuer
GB1600407A (en) * 1978-05-30 1981-10-14 Teagle W T Machines for broadcasting seed fertilizer and other granular or powdered materials

Also Published As

Publication number Publication date
GB2128863A (en) 1984-05-10
GB8328422D0 (en) 1983-11-23
DE3339114C2 (de) 1986-08-07
GB2128863B (en) 1986-03-05
FR2535153A1 (fr) 1984-05-04
DE3339114A1 (de) 1984-05-03

Similar Documents

Publication Publication Date Title
NL8204184A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
US6116526A (en) Implement for spreading granular and/or pulverulent material
CN210995788U (zh) 一种土壤调理剂撒施装置
US222042A (en) Improvement in corn-planters
EP0383071B1 (de) Grossflächendüngerstreuer
US3618824A (en) Material spreader
NL8101017A (nl) Grondbewerkingsmachine.
US3687376A (en) Fertilizer spreaders
NL8302688A (nl) Landbouwinrichting, in het bijzonder een inrichting voor het verspreiden van verspreidbaar materiaal.
US3682393A (en) Spreading implements and/or transport vehicles
US3550865A (en) Transportable devices for spreading material
NL8600868A (nl) Inrichting voor het verspreiden van materiaal en werkwijze voor het opvangen van materiaal.
NL8500759A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrelen/of poedervormig materiaal.
NL9100739A (nl) Strooier.
NL8603042A (nl) Inrichting voor het verspreiden van materiaal.
NL8500978A (nl) Inrichting voor het verspreiden van verspreidbaar materiaal.
NL8104119A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
NL8702076A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
NL9200063A (nl) Inrichting voor het verspreiden van materiaal.
US3082008A (en) Vehicular spreader device
US4332336A (en) Spreading apparatus for mixed density materials
NL8302365A (nl) Inrichting voor het verspreiden van verspreidbare stoffen.
DE2614717B2 (de) Streugerät
NL8401306A (nl) Landbouwmachine.
DE1481135A1 (de) Vorrichtung zum Dosieren von langhalmigem Erntegut

Legal Events

Date Code Title Description
A85 Still pending on 85-01-01
BA A request for search or an international-type search has been filed
BB A search report has been drawn up
BC A request for examination has been filed
BN A decision not to publish the application has become irrevocable