NL9100739A - Strooier. - Google Patents

Strooier. Download PDF

Info

Publication number
NL9100739A
NL9100739A NL9100739A NL9100739A NL9100739A NL 9100739 A NL9100739 A NL 9100739A NL 9100739 A NL9100739 A NL 9100739A NL 9100739 A NL9100739 A NL 9100739A NL 9100739 A NL9100739 A NL 9100739A
Authority
NL
Netherlands
Prior art keywords
frame
recess
sleeve
bottom plate
spreading
Prior art date
Application number
NL9100739A
Other languages
English (en)
Original Assignee
Multinorm Bv
Priority date (The priority date is an assumption and is not a legal conclusion. Google has not performed a legal analysis and makes no representation as to the accuracy of the date listed.)
Filing date
Publication date
Application filed by Multinorm Bv filed Critical Multinorm Bv
Priority to NL9100739A priority Critical patent/NL9100739A/nl
Priority to EP19920201196 priority patent/EP0511714A3/en
Publication of NL9100739A publication Critical patent/NL9100739A/nl

Links

Classifications

    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C17/00Fertilisers or seeders with centrifugal wheels
    • A01C17/006Regulating or dosing devices
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C17/00Fertilisers or seeders with centrifugal wheels
    • A01C17/006Regulating or dosing devices
    • A01C17/008Devices controlling the quantity or the distribution pattern
    • AHUMAN NECESSITIES
    • A01AGRICULTURE; FORESTRY; ANIMAL HUSBANDRY; HUNTING; TRAPPING; FISHING
    • A01CPLANTING; SOWING; FERTILISING
    • A01C15/00Fertiliser distributors
    • A01C15/005Undercarriages, tanks, hoppers, stirrers specially adapted for seeders or fertiliser distributors
    • A01C15/008Aprons; Deflecting plates; Band-spreading attachments

Landscapes

  • Life Sciences & Earth Sciences (AREA)
  • Soil Sciences (AREA)
  • Environmental Sciences (AREA)
  • Catching Or Destruction (AREA)
  • Fertilizing (AREA)

Description

Strooier
De uitvinding heeft betrekking op een inrichting voor het verspreiden van strooibaar materiaal, in hoofdzaak bestaande uit een over het land beweegbaar gestel, tenminste een door het gestel gedragen voorraadhouder met ten minste een uitstroomopening voor het materiaal, een op de uit-stroomopening aansluitend doseermechanisme, bestaande uit een staande cilindrische bus met in de wand ervan aangebrachte uitsparing en een die uitsparing afsluitende instelbare plaat, en een de open onderzijde van de bus afsluitende, draaibaar aangedreven bodemplaat.
Een dergelijke inrichting staat bekend als een centrifugaalstrooier en dient voor het verspreiden van kunstmest, zaad, zout en ander dergelijk strooibaar materiaal, dat in bulk in een voorraadhouder wordt gestort en vervolgens volgens een bepaald patroon moet worden verspreid. Een dergelijke inrichting is gewoonlijk gedragen respectievelijk getrokken door een landbouwtrekker of dergelijke.
De uitvinding beoogt om bovengenoemde inrichting zodanig te verbeteren, dat een betere dosering mogelijk wordt en dat het strooipatroon onder verschillende omstandigheden zodanig tot stand wordt gebracht, dat een gelijkmatige gift over het veld wordt bewerkstelligd en dat buiten het te bestrooien oppervlak geen materiaal terecht komt.
De inrichting volgens de uitvinding onderscheidt zich doordat de uitsparing in de cilinderwand van de bus zich vanaf de onderrand daarvan naar boven toe verwijdt.
Hiermee is het mogelijk om door het op en neer bewegen van de afschermplaat de doortocht van de uitsparing, waarmee de hoeveelheid te verstrooien materiaal per tijdseenheid wordt bepaald, niet lineair met de beweging van de afschermplaat zichzelf vergroot, maar volgens een hogere functie, waardoor vooral bij kleinere giften een veel nauw keuriger dosering mogelijk wordt. Ook wordt de aard van het te verspreiden materiaal, namelijk of dit grof of fijn korrelig is, respectievelijk poedervormig, van minder invloed op de dosering dankzij de verkozen vorm van de uitsparing.
In een voorkeursuitvoeringsvorm is de vorm van de uitsparing spiegelsymmetrisch ten opzichte van een langsvlak van de cilinder, waardoor de gift op de roterende strooi-plaat nauwkeurig qua plaats is te bepalen, waardoor het verstrooiingspatroon niet of nauwelijks wordt beïnvloed.
In een verder ontwikkeling van de uitvinding is althans de bodemplaat en het daarboven aangebrachte doseer-mechanisme, bestaande uit de bus met afdekplaat gedragen door een subgestel, dat ten opzichte van een liggende zwenk-as ten opzichte van het hoofdgestel instelbaar is. Hiermee kan op eenvoudige wijze zonder de gehele inrichting, inclusief voorraadhouder te moeten kantelen, de werpbreedte aanzienlijk worden vergroot, zonder wezenlijk de gift van het strooibare materiaal te veranderen.
Teneinde een ongestoorde overdracht van de voorraadhouder en het kantelbare doseermechanisme te bevorderen, verdient het de voorkeur om de liggende zwenkas door een punt van de hartlijn van de cilindrische bus nabij het boveneinde daarvan aan te brengen.
Voor een correcte afstelling van de inrichting in stationaire toestand, dat wil zeggen dat weliswaar de bodemplaat wordt aangedreven, maar de inrichting stilstaat, verdient het de voorkeur om de bodemplaat uit te voeren met een centraal deel en een losmaakbaar daarop bevestigd ringvormig deel, waarop schoepen zijn aangebracht voor het verspreiden van het materiaal.
In de eerste positie, waarin het ringvormig deel vast is bevestigd op het centrale deel, vormt het centrale deel, het ringvormig deel met de schoepen een slingerelement voor het verspreiden van het strooibare materiaal. In een andere positie bij een losgemaakt ringvormig deel, kan met het doen roteren van de bodemplaat toch de overeenkomstige gift per tijdseenheid worden gemeten, waar het materiaal dan wordt opgevangen in een emmer of dergelijke, zonder dat dit wordt verspreid.
Ten slotte stelt de uitvinding voor om bij toepassing van een tweetal doseermechanismes met bijbehorende roterende bodemplaten, een staande afschermplaat tussen de twee doseermechanismes aan te brengen, teneinde het strooi-patroon zodanig te beïnvloeden, dat nauwkeurig langs een grens kan worden verstrooid, zonder dat deze grens wordt overschreden, hetgeen van belang kan zijn bij sloten en dergelijke, die niet mogen worden bevuild met kunstmest.
Bovengenoemde en andere kenmerken van de uitvinding zullen hieronder nader worden toegelicht aan de hand van een uitvoeringsvoorbeeld. In de tekening toont: fig. 1 een perspectivisch vooraanzicht van een dubbele strooiïnrichting, met gedeeltelijk weggebroken wanddelen van de voorraadhouder, fig. 2 en 3 elk een staand zijaanzicht, gedeeltelijk in doorsnede van de inrichting uit fig. l van een enkel doseermechanisme in twee standen, fig. 4 een schematisch bovenaanzicht van het door de twee strooimechanismen verkregen strooipatronen, fig. 5 een met fig. 2 overeenkomend staand zijaanzicht, waarbij het strooimechanisme in de stationaire do-seerstand is geplaatst, fig. 6 een achteraanzicht van de inrichting uit fig. 1, voorzien van een schermplaat, welke inrichting is gedragen door een landbouwtrekker, fig. 7 een detail van de inrichting uit fig. 6 met de schermplaat op vergrote schaal, fig. 8 een hydraulisch schema voor een hydraulisch aangedreven strooiinrichting.
Het in fig. 1 getoonde uitvoeringsvoorbeeld van de uitvinding is voorzien van een hoofdgestel 1, dat bestaat uit een tweetal parallel aan elkaar gerichte U-vormige zijdelen, die onderling verbonden zijn door dwarsbalken zodanig dat een tweetal naast elkaar opgestelde strooiers daarop steun kunnen vinden. Aan de voorzijde zijn aankoppel-punten 2 voor de hefarmen van de driepuntskoppeling voor een landbouwtrekker aangebracht, terwijl koppelpunt 3 dient voor het bevestigen van de topstang. Door het aankoppelen van het hoofdgestel 1 aan de driepuntshefinrichting van de landbouwtrekker is het gestel in de richting van de pijl PI over het veld beweegbaar.
Een ingaande as 4 kan worden aangesloten via een tussenas aan de aftakas van de landbouwtrekker en dient voor het in rotatie brengen van de strooimechanismen, welke hieronder nog nader worden toegelicht. Het hoofdgestel 1 draagt een voorraadhouder 5, welke hier is opgebouwd uit plaatvormige delen en welke is voorzien van een tweetal uitstroomopeningen 6 aan de onderzijde daarvan, waarop een doseermechanisme 7 aansluit. Dit doseermechanisme wordt hieronder nog nader toegelicht. Aan de onderzijde van het doseermechanisme 7 is een roterende bodemplaat 8 aangebracht, die is verbonden met de staande uitgaande as van een tandwielkast 9, welke door een tussenas 10 in verbinding staat met de ingaande as 4 van de tussentandwielkast 11.
Mede met verwijzing naar fig. 2 wordt opgemerkt, dat het doseermechanisme 7 bestaat uit een cilindrische bus 15, die zich uitstrekt tussen de bodemplaat 8 en de open onderzijde 6 van de voorraadhouder 5. Aan de bovenzijde zet de bus 15 zich voort in een zich verwijdende kraag 16, waarbij bij de overgang tussen de kraag 16 en de bus 15 een ringvormig groef 17 is aangebracht. In deze ringvormige groef 17 steken einden van stroken 18, die door middel van een bout-verbinding 19 zijn bevestigd op een zich rond de bus 15 uitstrekkend subgestel 20. Dit U-vormige subgestel 20 is bevestigd aan een dwarsbalk 21, die aan weerseinden is voorzien van een tweetal naar achteren uitstrekkende armen 22, waarvan het vrije einde 23 scharnierbaar met een pen 24 aan het hoofdgesteldeel 1 is gekoppeld. De arm 22 is tussen het zwenkpunt 24 en de dwarsbalk 21 gekoppeld aan een verstelmechanisme, bestaande uit een schroefspil 25', welke met de hand kan worden gedraaid en is afgesteund op het hoofdgestel 1.
In een andere, niet getoonde uitvoeringsvorm is het ook mogelijk om de dwarsbalk 21 direct scharnierbaar te bevestigen aan de voorbalk van het hoofdgestel. Daarmee is het subgestel 20 kantelbaar om een as, die zich in de voort-bewegingsrichting PI uitstrekt.
Langs de omtrek van de cilindrische bus 15 is een afschermplaat 25 aangebracht, die aan de buitenzijde van de bus 15 op en neer instelbaar is. De hier als een schuifmof uitgevoerde afschermplaat 25 is bij 26 gekoppeld aan een bedieningsarm 27, die via een koppelstuk 28 is verbonden met het deel 20 van het subgestel. De arm 27 is aan het vrije einde voorzien van een bedieningsknop 29, die langs een schaalverdeling 30 op en neer te schuiven is, een en ander zodanig dat de afschermmof 25 op en neer langs de bus 15 in te stellen is.
De cilindrische wand van de bus 15 is bij de onderrand uitgevoerd met een uitsparing 31, welke zich volgens de uitvinding naar boven toe verwijdt. De opstaande zijranden daarvan hebben een S-vormige gestalte, een en ander zodanig dat de afstand van de uitsparing langs de onderrand kleiner is dan de lengteaf meting van de bovenbegrenzing daarvan.
De uitsparing 31 van de bus 15 kan ook zijn opgenomen in een inzetstuk (niet getoond), dat in een venster in de bus van grotere afmeting dan de uitsparing 31, passend kan worden opgenomen. Zo is de vorm en afmeting van de uitsparing 31 door het verwisselen van het inzetstuk door een ander inzetstuk gemakkelijk aan te passen aan de werkomstandigheid van de strooier of soort materiaal dat moet worden verstrooid.
De trechtervormige verwijding 16 van de bus 15 is aan de voorzijde uitgevoerd met een oog 35, waarop zwenkbaar een koppelstang 36 aangrijpt, die is gekoppeld aan een centrale bedieningsstang 37, welke bij 38 zwenkbaar in horizontale zin aan het middendeel van het gestel 1 is ondersteund. De centrale bedieningsstang 37 is voorzien van een handgreep 39, waarmee de stang in de richting van de pijl P3 heen en weer beweegbaar is langs een schaalverdeling 40. De beweging volgens pijl P3 veroorzaakt een draaibewe-ging van het oog 35 en derhalve een draaibeweging van de bus 15 rond de centrale hartlijn van die bus, waardoor de opening 31 in een bepaalde hoekstand ten opzichte van de hartlijn kan worden geplaatst.
Thans volgt een beschrijving van de bodemplaat 8, aan de hand van fig. 2. De bodemplaat bestaat uit een centraal gedeelte 45, waarop langs de omtreksrand door middel van bouten 46 een ringvormig deel 47 is bevestigd. Het ringvormige deel 47 draagt schoepen 48, die gelijkmatig langs de omtrek daarvan zijn verdeeld en aan de bovenzijde zijn verbonden door een zich rond de bus 15 uitstrekkende ring 49.
De schoepen kunnen een willekeurige vorm hebben en bestaan hier uit U-vormige stroken, welke zich meer of minder radiaal naar buiten uitstrekken.
De bouten 46 kunnen gemakkelijk worden gelost, waardoor de ring 47 met de schoepen 48 en de bovenring 49 als een geheel naar boven kunnen worden geschoven langs de buitenomtrek van de bus 15 en de afschermmof 25. De functie hiervan wordt hieronder nog nader toegelicht.
De werking van de hierboven beschreven inrichting is als volgt.
Nadat de gebruiker de voorraadbak 5 met verstrooibaar materiaal heeft gevuld, zal deze zich via de uitstroom-opening 6 omlaag bewegen tot in de cilindrische bus 15, en zal afsteunen op het centrale gedeelte van de bodemplaat 8. Na het aanzetten van de aandrijfmotor via de ingaande as 4, zal de bodemplaat 8 via het aandrijfmechanisme 9, 10 en 11 in een rotatie volgens de pijlen P4 en P5 worden gebracht, zie ook fig. 4.
Aangenomen dat de afschermmof 25 zich in de laagste stand bevindt, zal er geen materiaal via de uitsparing 31 naar buiten treden. Zodra echter door middel van de handgrepen 29 en de bedieningsstang 27 de schuifmof 25 omhoog wordt bewogen, zal materiaal door het centrale gedeelte van de bodemplaat 8 naar buiten worden geslingerd in de richting van het ringvormige deel 47 en worden meegenomen door de schoepen 48, hetgeen een verspreidingspatroon teweeg brengt volgens fig. 4.
Door het meer omhoog schuiven van de mof 25 langs de bus 15, zal meer materiaal worden weggeslingerd. De hoeveelheid van het materiaal wordt bepaald door het oppervlak van de vrijgegeven doortocht door de schuifmof 25, welk oppervlak zich volgens een functie van hogere orde vergroot ten opzichte van de verticale schuifbeweging van de mof 25 dankzij de zich verwijdende vorm van de uitsparing 31.
De plaats van de uitstroomopening 31 kan worden ingesteld met de handgreep 39 via de koppelstangen 37 en 36. Dit bepaalt of het patroon volgens fig. 4 meer naar links of naar rechts wordt bewogen ten opzichte van de voortbewe-gingsrichting PI. Hierbij wordt nog opgemerkt, dat door de aankoppeling van de koppelstang 36 van het rechter-respectievelijk linker doseermechanisme ter weerszijden van het zwenkpunt 38 van de bedieningsstang 37, de openingen meer of minder spiegelsymmetrisch naar het midden van de inrichting worden bewogen, waardoor het patroon volgens fig. 4 geconcentreerder of breder wordt geregeld.
Door het instellen van de spindels 25' ter weerszijden van het gestel 1, kan het subgestel 20 worden gezwenkt om het draaipunt 24, waarbij wordt opgemerkt, dat het draaipunt 24 zich ongeveer t;er hoogte van de bovenrand van de bus 15 bevindt en wel door de hartlijn daarvan. Een verzwenking van het subgestel 20 rond de punt 24 veroorzaakt een hoekverstelling van de doseerbus 15 met bodemplaat 8 volgens fig. 3, zodat het materiaal verder kan worden verspreid in de stand volgens fig. 3 ten opzichte van die volgens fig. 2. Door de blijvende stand van de voorraadbak 5 zal de instroming van het materiaal in die bus nauwelijks worden beïnvloed.
Dit effect kan ook plaatsvinden indien de dwarsbalk 21 direct zit gekoppeld aan de voorbalk van hoofdgestel 1, waarbij de zwenkas door het bovenranddeel van de bus 15 loopt.
Thans volgt de beschrijving van fig. 5, waarin de instelstand van de inrichting volgens fig. l t/m 3 is getoond. Door het verwijderen van de bouten 46 kan het ringvormig deel 47 met de schoepen 48 omhoog worden bewogen en bijvoorbeeld worden opgehangen aan de voorraadbak 5. Door het doen roteren van het centrale deel van de bodem 8 kan materiaal uit de voorraadbak 5 via de bus 15 en de uitsparing 31 daarvan naar buiten worden geslingerd, welke dosering nagenoeg met die van de werkstand overeenkomt. Het materiaal wordt echter opgevangen door de stilstaande buitenrand van het ringvormige deel 47, welke als een omlaagwijzende schort is uitgevoerd, waardoor dit materiaal kan worden opgevangen in een meetbak M in fig. 5. Met een bepaalde tijdmeting kan derhalve de gewenste dosering respectievelijk gift worden ingesteld.
Met de hierboven beschreven inrichting is het tevens mogelijk het verspreidingspatroon volgens fig. 4 zodanig te wijzigen, dat langs een slootkant kan worden gewerkt, zie fig. 6. Daartoe kan bijvoorbeeld de in fig. 6 rechter doseerbus onafhankelijk van de ander worden gesloten door het omlaag bewegen van de mof 25 en kan de linker dosering op de gewenste wijze worden ingesteld. Beide bodemplaten blijven roteren, maar slechts de linker strooier is werkzaam. Teneinde te voorkomen dat toch materiaal door deze • linker strooier in de richting van de sloot S in fig. 6 wordt geslingerd, is een schermplaat 50 tussen beide strooiers aan te brengen. Deze schermplaat 50 kan elke willekeurige vorm hebben, maar is hier afgebeeld als een I-profiel met dakvormige onderflens 51, welke plaat 50 aan de voorzijde aan het hoofdgestel 1 is opgehangen door middel van een bevestigingspen 52. De dakvormige onderflens 51 is opgenomen tussen een tweetal aanslagen 53 van het hoofdgestel 1.
De afschermplaat 50 is ook aan de linkerzijde van het gestel 1 aan te brengen, waartoe extra bevestigingsmiddelen 52' en 53’ zijn aangebracht.
De hierboven beschreven uitvoeringsvormen tonen strooiers, waarvan de instelling respectievelijk aandrijving van de diverse onderdelen via mechanische middelen plaatsvindt. Het is ook mogelijk om de verschillende onderdelen met hydraulische middelen aan te drijven, waartoe bijvoorbeeld de handgrepen met hefbomen 29, 39 zijn vervangen door een hydraulische cilinder, en de tandwielkasten 9 voor het doen roteren van de strooischijf zijn vervangen door hydromotoren.
In fig. 8 is een schema aangegeven voor een dergelijk hydraulisch systeem. De handgrepen zijn hier aangeduid met de cijfers 29' respectievelijk 39', en de hydromotoren met 9 *, aangegeven met de notatie L voor links en R voor rechts, afhankelijk van de betreffende strooischijf. Met de cilinders 29 kan de elevatie van de strooischijf worden ingesteld, aangegeven met hoek a, rechts in fig. 8, met de cilinder 39' de spreidingshoek van de materiaalstromen, die de strooischijven verlaten en met de hydromotoren 9' telkens het toerental, dat aan de strooischijf wordt meegegeven.
Met bijbehorende regelschuiven of andere hydraulische regelmiddelen 60 kan elk van de cilinders respectievelijk motoren apart worden ingesteld. De gehele hydraulische voeding komt tot stand door de centrale hydropomp 61, welke onderdeel is van de landbouwtrekker of daardoor wordt aangedreven.
De sturing van de regelmiddelen 60 kan plaatsvinden door middel van een rekentuig 62, waarmee alle onderdelen afzonderlijk worden geregeld, een en ander zodanig dat een optimale verstrooiing van het materiaal plaatsvindt. Indien bijvoorbeeld het rekensysteem geschikt is voor een bepaald vooraf ingesteld programma, dan behoeft de gebruiker slechts dat specifieke programma in het rekentuig toe te voeren, waardoor elk regelorgaan 60 de gewenste instelling krijgt, waardoor de juiste elevatie, spreiding en toerental wordt ingesteld.
Het is tevens mogelijk dat de gebruiker een van de regelorganen 60 met de hand instelt, waardoor via terugkoppeling alle andere regelorganen automatisch via het rekentuig 62 in de juiste stand worden gebracht.
De uitvinding is niet beperkt tot de hierboven beschreven uitvoeringsvorm.

Claims (8)

1. Inrichting voor het verspreiden van strooibaar materiaal, in hoofdzaak bestaande uit een over het land beweegbaar gestel, tenminste een door het gestel gedragen voorraadhouder met ten minste een uitstroomopening voor het materiaal, een op de uitstroomopening aansluitend doseer-mechanisme, bestaande uit een staande cilindrische bus met in de wand ervan aangebrachte uitsparing en een die uitsparing afsluitende instelbare plaat, en een de open onderzijde van de bus afsluitende, draaibaar aangedreven bodemplaat, met het kenmerk, dat de uitsparing in de cilinderwand van de bus zich vanaf de onderrand daarvan naar boven toe verwijdt.
2. Inrichting volgens conclusie 1, met het kenmerk, dat de vorm van de uitsparing spiegelsymmetrisch ten opzichte van een langsvlak van de cilindrische bus is.
3. Inrichting volgens conclusie 1 of 2, met het kenmerk, dat de uitsparing een deel is van een inzetstuk, dat in een venster van de bus van grotere afmeting dan de uitsparing passend is aangebracht.
4. Inrichting volgens conclusie 1, 2 of 3, met het kenmerk, dat althans de bodemplaat en de bus met afdekplaat in een subgestel is gedragen, welk subgestel om een liggende zwenkas aan het hoofdgestel is gekoppeld.
5. Inrichting volgens conclusie 4, met het kenmerk, dat de zwenkas van het subgestel loopt door een punt van de hartlijn van de cilindrische bus nabij het boveneinde daarvan.
6. Inrichting voor het verspreiden van strooibaar materiaal, in hoofdzaak bestaande uit een over het land beweegbaar gestel, tenminste een door het gestel gedragen voorraadhouder met ten minste een uitstroomopening voor het materiaal, een op de uitstroomopening aansluitend doseer-mechanisme, bestaande uit een staande cilindrische bus met in de wand ervan aangebrachte uitsparing en een die uitsparing afsluitende instelbare plaat, en een de open onderzijde van de bus afsluitende, draaibaar aangedreven bodemplaat, waarbij de bodemplaat zich voorbij de omtrek van de bus uitstrekt en is voorzien van staande schoepen, met het kenmerk, dat de bodemplaat is gevormd door een centraal deel en een daaraan losmaakbaar bevestigd, de schoepen dragend ringvormig deel.
7. Inrichting volgens conclusie 6, met het kenmerk, dat het ringvormig deel van de bodemplaat is voorzien van een omlaag gerichte schort.
8. Inrichting voorzien van twee of meer doseermecha-nismen met bijbehorende aangedreven bodemplaten, met het kenmerk, dat tussen de draaibaar gedreven bodemplaten een staande afschermplaat (5) losneembaar aan het gestel is gekoppeld.
NL9100739A 1991-04-29 1991-04-29 Strooier. NL9100739A (nl)

Priority Applications (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100739A NL9100739A (nl) 1991-04-29 1991-04-29 Strooier.
EP19920201196 EP0511714A3 (en) 1991-04-29 1992-04-29 Spreader

Applications Claiming Priority (2)

Application Number Priority Date Filing Date Title
NL9100739A NL9100739A (nl) 1991-04-29 1991-04-29 Strooier.
NL9100739 1991-04-29

Publications (1)

Publication Number Publication Date
NL9100739A true NL9100739A (nl) 1992-11-16

Family

ID=19859185

Family Applications (1)

Application Number Title Priority Date Filing Date
NL9100739A NL9100739A (nl) 1991-04-29 1991-04-29 Strooier.

Country Status (2)

Country Link
EP (1) EP0511714A3 (nl)
NL (1) NL9100739A (nl)

Families Citing this family (6)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
DE9306605U1 (de) * 1993-05-03 1994-09-15 Amazonen-Werke H. Dreyer Gmbh & Co Kg, 49205 Hasbergen Grenzstreuschirm und damit ausgerüsteter Schleuderstreuer
DE19953074A1 (de) * 1999-11-04 2001-05-17 Amazonen Werke Dreyer H Zentrifugaldüngerstreuer
DE10214652A1 (de) * 2001-04-05 2002-10-10 Rauch Landmaschfab Gmbh Verfahren zum Verteilen von Streugut und Zentrifugalstreuer zur Durchführung des Verfahrens
DK3679778T3 (da) 2019-01-09 2021-05-31 Kverneland Group Nieuw Vennep Bv Samling til doseringssystem til en spredemaskine til fordeling af et granulatmateriale eller lignende, doseringssystem og spredemaskine
DK3679777T3 (da) 2019-01-09 2021-05-31 Kverneland Group Nieuw Vennep Bv Enhed til et doseringssystem for en spredemaskine til distribution af et granulært materiale eller lignende, doseringssystem og spredemaskine
DE202019003491U1 (de) * 2019-08-23 2020-08-26 Rauch Landmaschinenfabrik Gmbh Zweischeibenstreuer

Family Cites Families (8)

* Cited by examiner, † Cited by third party
Publication number Priority date Publication date Assignee Title
GB138935A (en) * 1917-08-15 1920-07-22 Cornelis Franciscus Maria Van Improvements in clamping devices for slicing machines
FR1258662A (fr) * 1960-06-02 1961-04-14 Lely Nv C Van Der Dispositif pour épandre des matières pulvérulentes ou granuleuses
FR1352421A (fr) * 1963-03-28 1964-02-14 Installation pour répandre des matériaux en grains ou en poudre
GB1389835A (en) * 1971-03-29 1975-04-09 Bomford Evershed Ltd Devices for broadcasting granular material
NL8103896A (nl) * 1981-08-21 1983-03-16 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
NL8304183A (nl) * 1983-12-06 1985-07-01 Lely Nv C Van Der Inrichting voor het over een oppervlak verspreiden van materiaal.
DE3804412A1 (de) * 1988-02-12 1989-08-24 Amazonen Werke Dreyer H Schleuderduengerstreuer
NL8901903A (nl) * 1989-07-24 1991-02-18 Lely Nv C Van Der Machine voor het verspreiden van materiaal.

Also Published As

Publication number Publication date
EP0511714A3 (en) 1993-05-12
EP0511714A2 (en) 1992-11-04

Similar Documents

Publication Publication Date Title
EP0053419B2 (en) A spreader
US3586246A (en) Spreading apparatus
NL8701870A (nl) Machine voor het verspreiden van materiaal.
NL9100739A (nl) Strooier.
NL7810805A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
NL7906726A (nl) Inrichting voor het verspreiden van materiaal.
NL8700860A (nl) Machine voor het strooien van materiaal.
NL1004118C1 (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
DE3924331A1 (de) Schleuderstreuer fuer rieselfaehiges streugut, insbesondere duenger
NL8601148A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel en/of poedervormig materiaal.
NL192240C (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
NL8302688A (nl) Landbouwinrichting, in het bijzonder een inrichting voor het verspreiden van verspreidbaar materiaal.
NL8800409A (nl) Inrichting voor het verplaatsen van gewas.
NL8301973A (nl) Inrichting en werkwijze voor het over een oppervlak verspreiden van materiaal.
EP0194733B1 (en) Apparatus for spreading granular and/or pulverulent material
NL9000055A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- of poedervormig materiaal.
EP0196728B1 (en) Apparatus for spreading spreadable material
NL7903962A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
NL8204184A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
EP0238153A2 (en) A spreader for spreading granular and/or powdery matrial
NL8500557A (nl) Werktuig voor het verspreiden van materiaal.
NL8602429A (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8502598A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.
NL193395C (nl) Grondbewerkingsmachine.
NL8105284A (nl) Inrichting voor het verspreiden van korrel- en/of poedervormig materiaal.

Legal Events

Date Code Title Description
A1B A search report has been drawn up
BV The patent application has lapsed